Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.686
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202100975/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau de kandidatenlijst van Trots op Nederland in de kieskringen 5, 13, 14, 15, 16, 17 en 20 ongeldig verklaard en de kandidaten van Wetten, J.S. (Jimro) (m), en van Poppelen, G.Q. (Glenn) (m), van die kandidatenlijst geschrapt. Op 1 februari 2021 - de dag van de kandidaatstelling, als bedoeld in artikel H 1, eerste lid, van de Kieswet, voor de komende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal - is de kandidatenlijst van Trots op Nederland ingeleverd bij het centraal stembureau. Het centraal stembureau heeft op 2 februari 2021 de door Trots op Nederland op de dag van de kandidaatstelling ingediende stukken onderzocht. Daarbij is vastgesteld dat Trots op Nederland uitsluitend voor de kieskringen 9 en 10 voldoende geldige verklaringen van ondersteuning bij de kandidatenlijst heeft ingeleverd en de verklaringen van instemming van de kandidaten 22, Van Poppelen, en 27, Van Wetten, ontbreken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:304
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100975/1/A2

202004595/1/V3

Bij besluit van 23 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 de Vw 2000 te bepalen dat haar uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:292
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004595/1/V3

202005733/1/V3

Bij besluit van 20 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling wordt overgedragen aan Oostenrijk (hierna: het overdrachtsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:293
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005733/1/V3

202006531/2/R3

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland besloten de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening ertoe strekkende dat de verbeelding ten aanzien van het gehele plangebied en de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 van de planregels geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Vliethaven", zoals dat door de raad bij besluit van 22 september 2020 is vastgesteld. Het bestemmingsplan "Vliethaven" voorziet in maximaal 79 woningen op de locatie van een deels leegstaand bedrijventerrein dat grenst aan de Vliet aan de noordoostelijke rand van Leidschendam. De stichting en anderen zijn de eigenaren van de percelen waarop in het plan de realisatie van de woningen is voorzien en ook de ontwikkelaar van die woningen. Het hele plan is getroffen door de reactieve aanwijzing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:290
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006531/2/R3

202100243/2/V2

Bij besluit van 16 september 2019, nader aangevuld op 28 januari 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:294
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100243/2/V2

202100654/3/V3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:295
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100654/3/V3

202100965/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 van de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering VVD geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat M. Rutte is gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:303
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100965/1/A2

202100971/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de kandidatenlijst van JEZUS LEEFT in de kieskringen 10, 12, 19 en 20 ongeldig verklaard. Tegen dit besluit heeft JEZUS LEEFT beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:297
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100971/1/A2

202100992/1/A2

Het beroep van [appellant] richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering ChristenUnie geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat G.M. Segers is gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:302
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100992/1/A2

202101011/2/A3

[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Justitie en Veiligheid van 21 januari 2021. [appellante] komt op tegen de beslissing van de centrale overheid van 21 januari 2021 om een avondklok in te stellen ten behoeve van de bestrijding van covid-19.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:336
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Andere zaken - Overige
  • uitspraakin de zaak202101011/2/A3

202004225/1/V3

Bij besluit van 30 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Dit besluit is op 22 juni 2020 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:288
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004225/1/V3

202004596/1/V2

Bij besluit van 31 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:287
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004596/1/V2

202005234/2/R1

Bij besluit van 20 augustus 2018 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard het verzoek van [verzoeker] om preventief handhavend op te treden tegen het hoogheemraadschap vanwege het voornemen om van een peilscheiding op zijn gronden op te hogen zonder projectplan, afgewezen. [verzoeker] woont op het perceel [locatie] in [woonplaats]. Dit perceel ligt naast de Vliet. Het hoogheemraadschap wenst de peilscheiding ter plaatse met 40 cm op te hogen. Het hoogheemraadschap heeft aangegeven dat het [verzoeker] op de hoogte heeft gesteld dat op 11 februari 2021 op het perceel een situatieopname wordt gemaakt en dat op 15 februari 2021 de werkzaamheden zullen beginnen. [verzoeker] stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. Hij stelt dat de ophoging onomkeerbare gevolgen heeft, omdat de ophoging inklinking van de bodem tot gevolg heeft, waardoor een houten gebouw in de nabijheid van de Vliet zal verzakken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:283
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202005234/2/R1

202006030/1/R3 en 202006030/2/R3

Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Emmen het bestemmingsplan "Emmer-Compascuum, woningen Kloosterweg" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van twee vrijstaande woningen mogelijk op het voormalige kloosterterrein aan de Kloosterweg in Emmer-Compascuum. Omdat het kloosterterrein deels voor andere doeleinden wordt gebruikt, is er een kleinere ruimtevraag op het kloosterterrein en kan het plangebied, bestaande uit een braakliggend grasveld, voor de realisatie van twee vrijstaande woningen worden benut, zo staat in de plantoelichting. [appellanten] wonen recht tegenover het plangebied aan de Kloosterweg. Zij hebben op dit moment nog vrij uitzicht op een stuk onbebouwde grond met volgens hen historische waarde. Zij achten het plan te kolossaal en kunnen zich daarmee, gezien onder meer de effecten op hun woon- en leefomgeving, niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:284
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202006030/1/R3 en 202006030/2/R3

202006045/2/R1

Bij besluit van 15 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Middelburg het plan "Veersepoort 5 Middelburg" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 109 woningen op het perceel tussen de Nassaulaan-Dillenburglaan en de wijk Veersepoort. Het betreft de laatste fase van het woongebied Veersepoort. Daartoe zijn aan de gronden de bestemmingen "Wonen", "Verkeer" en "Groen" toegekend. Het sportcomplex en de atletiekbaan ter plaatse worden ten behoeve van het plan verwijderd. In het vorige plan was aan het grootste deel van de gronden de bestemming "Sportieve recreatie" toegekend. [verzoeker] woont aan [locatie] en kan zich als omwonende niet met het plan verenigen. Hij vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat door de bouwhoogte van de voorziene woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:248
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202006045/2/R1

202006687/1/R1

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd om diverse overtredingen op de percelen die kadastraal bekend zijn als Waalwijk, sectie L, nummers 736 en 737, en Capelle, sectie N, nummer 983 te beëindigen en beëindigd te houden. De provincie Noord-Brabant is sinds 2018 eigenaar van de percelen. [verzoeker] had tot 15 mei 2020 het gebruiksrecht op deze percelen en heeft naar hij stelt ongeveer 250 m³ compost (zuiveringsslib, een restproduct uit een waterzuiveringsbassin) ter plaatse opgebracht. Toezichthouders hebben op 12 mei 2020 op de percelen een controle uitgevoerd om de kwaliteit van het toegepaste materiaal te onderzoeken. Op grond van constateringen zoals opgenomen in het inspectierapport van 12 mei 2020 en de resultaten uit het rapport "verkennend bodemonderzoek" van 15 juli 2020 is geconcludeerd dat op de percelen verontreinigde grond is toegepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:245
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006687/1/R1

202100285/2/V2

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:246
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100285/2/V2

202100343/2/V2

Bij besluit van 3 maart 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:247
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100343/2/V2

201808944/1/R1

Bij besluit van 19 september 2018 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "De Pijp 2018" vastgesteld. Het bestemmingsplan "De Pijp 2018" heeft voornamelijk als doel om het bestemmingsplan "De Pijp 2005" te actualiseren. Het bestemmingsplan dat bij het 6:19-besluit is vastgesteld, omvat hetzelfde plangebied als het plan "De Pijp 2018" met correcties voor enkele percelen. In de inleidende planregels van het 6:19-besluit is bepaald dat voor zover de planregels niet zijn gewijzigd, alle planregels die in het bestemmingsplan "De Pijp 2018" zijn vastgesteld van kracht blijven. In dit plan is verder aan diverse percelen de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie 1" of "Waarde - Cultuurhistorie 2" toegekend. Comité Oude Pijp en anderen kunnen zich niet verenigen met de aanduiding "horeca van categorie 4" die is toegekend aan het perceel Van Woustraat 74A, waar Thai Food een eetcafé exploiteerde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:281
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201808944/1/R1

201904957/1/R3

Bij besluit van 8 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldambt aan Melkveebedrijf de Waarhoek een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren/legaliseren van een folie-mestbassin, inclusief het plaatsen van een hekwerk, op het perceel achter Hoofdweg 22 te ’t Waar. Vereniging Dorpsbelangen Nieuw-Scheemda en 't Waar is opgekomen tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning, omdat het besluit volgens de Vereniging niet op de juiste inhoudelijke gronden is genomen. Daarbij is het besluitvormingsproces onzorgvuldig uitgevoerd, aldus de Vereniging. De rechtbank heeft het beroep van de Vereniging niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Vereniging niet is aan te merken als belanghebbende bij het besluit. De Vereniging kan zich hier niet mee verenigen en heeft hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:259
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904957/1/R3

201905298/1/R4

Bij besluit van 15 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van twee stallen, het handelen in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied 2010" en het veranderen en het in werking hebben van een inrichting op het perceel [locatie] te Agelo. [appellante sub 2] fokt en houdt varkens op het perceel. Op 14 augustus 2017 zijn twee varkensstallen op het perceel volledig door brand verwoest. Op 12 maart 2018 heeft [appellante sub 2] een omgevingsvergunning aangevraagd voor de herbouw van de twee verwoeste stallen. De nieuwe stallen worden verder uit elkaar gebouwd dan de oorspronkelijk stallen om het risico van brandoverslag te verkleinen. Mob en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het nabij het perceel gelegen gebouw van de hondendressuurvereniging geen geurgevoelig object is als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:277
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905298/1/R4

201905910/1/R2

Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Horst aan de Maas het bestemmingsplan "De Hees 10, Sevenum" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de bouw van een woning op het perceel De Hees 10 te Sevenum mogelijk. In het plan is aan het zuidelijke deel van het perceel een woonbestemming toegekend. Tevens is, aan het zuidoostelijke deel van het perceel, een bouwvlak toegekend. Aan het noordelijke deel van het perceel is een agrarische bestemming toegekend. [appellant] exploiteert een fruitteeltbedrijf, op een afstand van 25 m tot aan het plangebied, op het perceel [locatie]. Daarnaast exploiteert hij een boomgaard, in de directe nabijheid van het plangebied. Deze boomgaard is gelegen ten noorden en ten westen van het plangebied. Hij vreest een beperking van zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:276
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905910/1/R2

201906690/2/A2

Bij tussenuitspraak van 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1541, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Berkelland opgedragen binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak en met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen, de gebreken in het besluit van 15 november 2018 te herstellen door een nieuw besluit op het door [appellant] gemaakte bezwaar te nemen en dit besluit aan [appellant] en de Afdeling te zenden. Het college heeft bij het besluit van 1 maart 2018, gehandhaafd bij het besluit op bezwaar van 15 november 2018, een strook, gelegen aan de Nieuwstraat in Eibergen, aangewezen als parkeerplaatsen ten behoeve van twee, in het gezondheidscentrum op de hoek van de Nieuwstraat en de J.W. Hagemanstraat gevestigde, huisartsen. De aangewezen strook werd voorheen gebruikt voor laden en lossen. [appellant] is eigenaar van panden aan de J.W. Hagemanstraat en is het niet eens met dit verkeersbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:267
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201906690/2/A2

201906818/1/R3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Ameland het bestemmingsplan "De Hagen" vastgesteld. Het plan voorziet in het realiseren van ongeveer 24 parkeerplaatsen bij een bestaand parkeerterrein bij een supermarkt in Hollum. Om die uitbreiding mogelijk te maken moeten vier bestaande woningen worden gesloopt. De uitbreiding van het parkeerterrein is in een eerder door de raad vastgesteld plan voorzien. Het besluit waarbij dat plan is vastgesteld, is door de Afdeling vernietigd in de uitspraak van 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1063, nadat geen gevolg was gegeven aan de opdracht in de tussenuitspraak van 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2892. [appellant] en anderen wonen of hebben eigendommen in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met de uitbreiding van de parkeerplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:280
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201906818/1/R3

201907694/1/R1

Bij besluit van 15 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde besloten tot invordering van de door [appellante] verbeurde dwangsom van € 25.000,00. [appellante] is eigenaar van de recreatiewoning aan de [locatie] in Zeewolde. Op grond van het bestemmingsplan "Recreatieterrein Horsterwold 2012" rust op het perceel de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Zij heeft voor het beheer en de verhuur daarvan een overeenkomst gesloten met het bedrijf Madiba Verhuur. Bij besluit van 16 mei 2017 heeft het college [appellante] onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00 ineens gelast om het (laten) gebruiken van de recreatiewoning aan de [locatie] ten behoeve van niet-recreatief gebruik uiterlijk 1 december 2017 te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft aan het besluit van 15 november 2018 ten grondslag gelegd dat tijdens een controle is vastgesteld dat vijf personen aanwezig waren in de recreatiewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:275
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907694/1/R1

201908003/1/A2

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het Participatiefonds een verzoek van Stichting Orion om vergoeding van de uitkeringskosten die voortvloeien uit de beëindiging van het dienstverband van [persoon], afgewezen. Stichting Orion is het bevoegd gezag van scholen in het openbaar speciaal onderwijs. [persoon] is op 19 december 2015 in dienst gekomen bij Stichting Orion met een tijdelijke aanstelling in de functie van leraar. Deze aanstelling liep van rechtswege af op 31 juli 2016. Stichting Orion heeft gedurende het dienstverband van [persoon] geconstateerd dat zij niet geschikt is voor het werken in het Voortgezet Speciaal Onderwijs, de doelgroep van Stichting Orion. Daarom is besloten het dienstverband niet voort te zetten. [persoon] is bij brief van 21 juni 2016 op grond van het Reglement Participatiefonds voor het primair onderwijs schooljaar 2016-2017, versie 2 (hierna: het Reglement) het aanbod gedaan voor externe ondersteuning bij het vinden van een nieuwe werkplek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:252
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201908003/1/A2

201908237/1/R1

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel besloten over te gaan tot invordering van een dwangsom ter grootte van € 3.600,00. Bij besluit van 14 december 2017 heeft het dagelijks bestuur een last onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Waterwet. Volgens het dagelijks bestuur is deze bepaling overtreden doordat verontreinigd afvalwater vanaf het terrein van de vleesstierenhouderij aan de [locatie] te Vessem via een geul afvloeit in een kavelsloot en vervolgens in de Kleine Beerze. Het dagelijks bestuur is tot invordering overgegaan omdat bij controles naar voren is gekomen dat opnieuw een lozing van verontreinigd afvalwater plaatsvond en volgens het dagelijks bestuur dus niet aan de last is voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:271
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908237/1/R1

201908400/1/R3

Bij besluit van 5 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne [appellant] onder oplegging van een last onder dwangsom gelast om het op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Rockanje aanwezige aantal wooneenheden terug te brengen van vier naar drie. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1]/[locatie 2] (Westvoorne B 1035). Die woning is onderdeel van een twee-onder-één-kap waarvan ook [locatie 3] (Westvoorne B 1034) deel uitmaakt. Eigenaar van [locatie 3] is [broer] van appellant. In de woning van appellant ([locatie 1]/[locatie 2]) is één deur dichtgemaakt met een gipsplaat, zodat er twee wooneenheden zijn ontstaan. Het college heeft de last onder dwangsom opgelegd omdat het heeft geconstateerd dat er in totaal vier woningen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] aanwezig zijn. Dat is volgens het college in strijd met de geldende beheersverordening "Landelijk Gebied Westvoorne".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:258
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908400/1/R3

201909005/1/A2

Bij besluit van 6 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht aan [appellante] in totaal elf bestuurlijke boetes opgelegd voor geconstateerde overtredingen van de beroepskracht-kindratio bij buitenschoolse opvang [naam opvang]. [appellante] is houder van een aantal kinderopvanglocaties in Utrecht, waaronder BSO [naam opvang]. Op 18 september 2017 heeft de toezichthouder GGD Utrecht een nader onderzoek uitgevoerd bij deze BSO. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een inspectierapport van 21 november 2017. Op basis van dit rapport heeft het college aan [appellante] bestuurlijke boetes opgelegd ter hoogte van € 55.000,00, omdat er in de periode van augustus 2017 tot en met september 2017 bij BSO [naam opvang] elf keer te weinig beroepskrachten werden ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen per basisgroep. Op veel van deze dagen is een vrijwilliger ingezet waar een beroepskracht nodig was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:272
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201909005/1/A2

201909009/1/A2

Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan Stichting Ludens ten aanzien van vijf kinderopvanglocaties lasten onder dwangsom opgelegd. Stichting Ludens is houder van een aantal kinderopvanglocaties in Utrecht. Het college heeft aan Stichting Ludens als houder van de kinderopvanglocaties [kinderopvanglocatie 1], [kinderopvanglocatie 2], [kinderopvanglocatie 3], [kinderopvanglocatie 4] en [kinderopvanglocatie 5] lasten onder dwangsom opgelegd. Aanleiding hiervoor is het volgens het college voortduren van enkele in het verleden geconstateerde overtredingen van de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij besluit van 30 november 2018 heeft het college de lasten ten aanzien van de locaties [kinderopvanglocatie 1], [kinderopvanglocatie 2], [kinderopvanglocatie 3] en [kinderopvanglocatie 4] uit coulance ingetrokken, omdat bij latere inspecties is gebleken dat Stichting Ludens daar structurele verbeteringen heeft doorgevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:273
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909009/1/A2

201909213/1/R1

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de gevel, het plaatsen van een kapverdieping en het realiseren van acht woningen op de [locatie 1] te Amsterdam. [vergunninghouder] is sinds 2015 mede-eigenaar van het gebouw op het perceel [locatie 1] waarvoor op grond van het bestemmingsplan "Tuindorp Frankendael" de bestemming "Wonen" geldt en een maximale bouwhoogte van 10 meter. [vergunninghouder] wenst het pand geheel te renoveren en een extra kapverdieping te plaatsen om het gebouw te kunnen ontwikkelen tot acht zelfstandige appartementen. Met de plaatsing van een extra kapverdieping wordt de maximaal toegestane bouwhoogte van 10 meter overschreden. [appellant] en anderen zijn het niet eens met de verlening van de omgevingsvergunning. Zij vrezen nadelige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat, voornamelijk door extra schaduwhinder als gevolg van de kapverdieping.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:279
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909213/1/R1

202000753/1/R1

Bij besluit van 12 augustus 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant twee lasten onder dwangsom opgelegd aan Plantko. Deze lasten houden in dat Plantko binnen vier maanden een saneringsplan moet indienen en binnen 10 maanden moet starten met de sanering van de verontreinigde bodem. Op de locatie De Meeten 25 te Roosendaal is vanaf 1978 een wasserij gevestigd geweest, waar gebruik werd gemaakt van specifieke stoffen. Door morsing en lekkages vanuit het rioolstelsel is de bodem verontreinigd geraakt. De wasserij is tot 1990 actief geweest, waarna de activiteiten zijn overgenomen door Rentex-Zeetex en zijn verplaatst naar Goes. Inmiddels is de eigendom van de locatie overgegaan naar Plantko en is op de locatie een sportschool gevestigd. Plantko verzet zich tegen de oplegging van de lasten onder dwangsom en de invordering van de verbeurde dwangsommen. Plantko stelt dat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden, omdat een wettelijke grondslag ontbreekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:274
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000753/1/R1

202000810/1/R1

Bij besluit van 20 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte naar zeven onzelfstandige woonruimten op de [locatie 1] te Amsterdam. [appellant] heeft het college verzocht ten behoeve van het perceel [locatie 1] een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan "Laag Koningshoef/Kantershof" ten behoeve van het omzetten van een zelfstandige woonruimte naar zeven onzelfstandige woonruimten. Dat heeft het college geweigerd. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat hij geen omgevingsvergunning nodig heeft voor het omzetten. Hierover voert hij aan dat het gebruik van het gebouw op [locatie 1] voor meerdere woningen niet in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:253
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000810/1/R1

202000983/1/V6

Bij besluit van 9 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 132.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Het door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW op ambtsbelofte opgemaakte boeterapport van 8 maart 2017 houdt in dat elf vreemdelingen van Turkse nationaliteit in de periode van februari 2016 tot en met oktober 2016, of delen daarvan, in een fabriek in Venlo werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van [appellante], bestaande uit het ver- en bewerken van vlees. Het UWV Werkbedrijf heeft daarvoor geen tewerkstellingsvergunningen afgegeven en de vreemdelingen beschikten niet over een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. [appellante] betoogt dat zij de Wav niet heeft overtreden, omdat de vreemdelingen de werkzaamheden hebben verricht in het kader van grensoverschrijdende dienstverrichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:251
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000983/1/V6

202001180/1/R1

Bij besluit van 14 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Terneuzen geweigerd om [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor de realisatie van arbeidsmigrantenhuisvesting aan de [locatie 1] in Terneuzen. [appellante] is voornemens een kantoorruimte op de begane grond aan de [locatie 1] om te bouwen tot huisvesting voor arbeidsmigranten, waarbij drie kamers op de begane grond worden verhuurd aan maximaal vijf arbeidsmigranten met een gezamenlijke woonkamer, keuken en badkamer. Voor het perceel [locatie 1] geldt op grond van het bestemmingsplan "Terneuzen Midden" de bestemming "Detailhandel", waarbij wonen slechts in ondergeschikte mate op de begane grond is toegestaan. [appellante] heeft op 1 november 2017 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en voor de activiteit gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:254
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202001180/1/R1

202001185/1/R4

Bij besluit van 11 december 2019 hebben provinciale staten van Gelderland het inpassingsplan "verlegging N825" vastgesteld. Het inpassingsplan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het verleggen en aanpassen van het kruispunt van de N825 met de Goorseweg in de gemeente Lochem. De aanleiding voor dit inpassingsplan vormt een trajectaanpak van de provincie Gelderland. Tegelijkertijd is de provincie Gelderland ook bezig geweest met een inpassingsplan ten aanzien van de aangrenzende N346 Schakel A1-Achterhoek (Lochem-Goor). Provinciale staten tracht hiermee een goede regionale verbinding tussen beide wegen te realiseren. Verder wordt beoogd de doorstroming van verkeer en de verkeersveiligheid te verbeteren. De woning van [appellant] is gelegen aan de [locatie] in Lochem. Het traject van deze weg valt deels samen met de N825. [appellant] ervaart geluidsoverlast van het verkeer op de Nettelhorsterweg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:256
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202001185/1/R4

202001639/1/A3

Bij besluit van 21 januari 2019 heeft de burgemeester van Amersfoort onder aanzegging van bestuursdwang [appellant] gelast de woning aan de [locatie] te Amersfoort te sluiten voor de duur van drie maanden. Naar aanleiding van feiten en omstandigheden uit een strafrechtelijk onderzoek, heeft de politie op 10 december 2018 het pand aan de [locatie] te Amersfoort doorzocht. Bij die doorzoeking zijn in de keuken op het aanrecht plakken hasj, bestaande uit 110,8 g cannabis, en in de woonkamer in een tas een zak met wit poeder, bestaande uit 1 kg ketamine gevonden. Cannabis is een softdrug en staat op lijst II behorend bij de Opiumwet. Ketamine is een verboden middel op grond van de Geneesmiddelenwet. Vanwege de hoeveelheid gevonden drugs en een gevonden bedrag aan contanten van in totaal € 44.350,- is de burgemeester van mening dat sprake is van een ernstig geval dat directe sluiting van de woning voor drie maanden rechtvaardigt. In dat geval hoeft volgens hem niet eerst een waarschuwing te worden opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:257
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001639/1/A3

202002160/1/A3

Bij besluit van 17 mei 2018 heeft de korpschef van politie een aanvraag van [appellant] voor een jachtakte afgewezen. [appellant] heeft de korpschef op 12 februari 2018 verzocht hem een jachtakte als bedoeld in artikel 3.26 van de Wet natuurbescherming te verlenen. De korpschef heeft zich op het standpunt gesteld dat er reden is om te vrezen dat [appellant] het onder zich hebben van wapens en munitie niet kan worden toevertrouwd. Uit een uittreksel van het Justitiële Documentatiesysteem volgt dat [appellant] in de acht jaar voorafgaand aan de aanvraag op 15 januari 2014 wegens mishandeling een transactie is aangegaan. Daarnaast volgt uit het JDS dat [appellant] op 12 oktober 2013 een transactie is aangegaan wegens huiselijk geweld. De korpschef heeft daarom de jachtakte geweigerd op grond van artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet wapens en munitie in samenhang gelezen met de Circulaire wapens en munitie 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:270
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202002160/1/A3

202002375/1/A3

Bij besluit van 8 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om verlening van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] was dakloos en verbleef in crisisopvang De Zuiderburgh. Op 14 februari 2019 heeft het college hem medegedeeld dat hij in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang. [appellant] heeft het college op 25 juni 2019 verzocht hem een urgentieverklaring te verlenen. Verblijf in de crisisopvang heeft een nadelige invloed op zijn gezondheid en verslavingsproblematiek. Volgens hem kan een behandeling alleen plaatsvinden vanuit een stabiele thuissituatie. Het college heeft het verzoek op grond van artikel 2.6.5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 afgewezen, omdat [appellant] verblijft in een instelling voor maatschappelijke opvang en het huisvestingsprobleem kan worden opgelost door gebruik te maken van een voorliggende voorziening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:249
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002375/1/A3

202002716/1/R4

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - najaar - 2019" vastgesteld. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie] (hierna: het perceel) te Gaanderen dat aan drie zijden aan een bedrijventerrein grenst. [appellant] verzet zich tegen het plandeel met de bestemming "Bedrijventerrein" van het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - najaar - 2019", ter plaatse van de gronden direct achter zijn woning. Het perceel waar [appellant] zelf sinds 1994 eigenaar is, is al sinds de 19e eeuw in het bezit geweest van de voorouders en ouders van [appellant]. [appellant] verzet zich tegen de huidige situatie, waarin de open omgeving van vroeger plaats heeft gemaakt voor een bedrijventerrein achter zijn eigen perceel. [appellant] ervaart hiervan overlast en vreest voor een verdere aantasting van zijn woon- en leefklimaat. Inmiddels is het bestemmingsplan vervangen door het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - voorjaar - 2020".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:255
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002716/1/R4

202002831/1/A3

Bij brief van 6 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rucphen aan [appellant] meegedeeld dat op 3 juli 2018 is besloten dat de straatnaam en woonplaats van zijn perceel wordt gewijzigd van [locatie 1] te Rucphen in [locatie 2] te St. Willebrord. [appellant] is eigenaar van het perceel dat tot voor kort plaatselijk bekend was als [locatie 1] in Rucphen. [appellant] komt op tegen het wijzigen van de woonplaatsaanduiding en straatnaamgeving van zijn perceel. De besluiten komen voort uit de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg waarin het college aanleiding heeft gezien om de grens tussen de dorpen vloeiender te maken. Daarbij heeft het college in aanmerking genomen dat op deze landelijke locatie inmiddels meerdere woningen zijn gebouwd en mogelijk nog meer woningen gebouwd zullen worden en dat deze bebouwing dicht bij de bebouwingsconcentratie van St. Willebrord ligt, terwijl de aaneengesloten bebouwing van Rucphen op aanzienlijk ruimere afstand ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:250
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002831/1/A3

202003132/1/R4

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk zijn beslissing om op diezelfde dag spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2011 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 23 maart 2020 is aangetroffen op de openbare weg naast een ondergrondse restafvalcontainer in de Herenstraat in Rijswijk. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin drie tot hem herleidbare poststukken zijn aangetroffen. [appellant] betwist niet dat de huisvuilzak van hem afkomstig is. Hij voert aan dat uit het controlerapport bij het besluit van 23 maart 2020 niet blijkt dat hij de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden. Hij wijst erop dat op de foto's bij het rapport te zien is dat de huisvuilzak in de klep van de ORAC ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:262
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003132/1/R4

202003488/1/A2

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer een aanvraag van [wederpartij] om afgifte van een Nederlands rijbewijs, door omwisseling van een buitenlands rijbewijs, buiten behandeling gesteld. Aan de orde is of de RDW er terecht van is uitgegaan dat het Hongaarse rijbewijs dat [wederpartij] wil omwisselen voor een Nederlands rijbewijs is afgegeven voor een kortere geldigheidsduur dan de gebruikelijke termijn van geldigheid voor Hongaarse rijbewijzen en dat de RDW daarom een Verklaring van Geschiktheid van [wederpartij] mocht verlangen. [wederpartij] heeft op 3 mei 2018 aan de RDW gevraagd haar Hongaarse rijbewijs om te wisselen voor een Nederlands rijbewijs.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:269
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202003488/1/A2

202003529/1/R4

Bij besluit van 10 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 16 januari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 16 januari 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Den Helderstraat 215 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en haar toenmalige adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die hem naast de ORAC heeft gezet. Zij stelt dat de doos is gebruikt bij de verhuizing van haar dochter en daarna is achtergelaten in de portiek van het appartementengebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:263
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003529/1/R4

202003571/1/R4

Bij besluit van 4 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 10 april 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 10 april 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Spaarnedwarsstraat 2 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet. Zij stelt dat de doos met het luchtmatras erin was gestolen tijdens het uitladen van spullen uit de auto en dat vervolgens iemand anders de doos naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:261
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003571/1/R4

202003617/1/R4

Bij besluit van 5 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem zijn beslissing om op 19 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 87,00, voor rekening van [appellant] komt. Bij brief van 16 oktober 2020 heeft de Afdeling [appellant] meegedeeld dat het college bij besluit van 30 juni 2020 heeft besloten op zijn bezwaarschrift, welke brief bij de Afdeling tevens was geregistreerd als beroepschrift. Bij deze brief heeft de Afdeling [appellant] verzocht om te laten weten of hij het eens is met het besluit van 30 juni 2020 en zo nee, om welke redenen niet. [appellant] heeft hierop niet gereageerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:265
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003617/1/R4

202003992/1/R4

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug zijn beslissing om op 19 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van onder meer een huisvuilzak die op 19 mei 2020 is aangetroffen naast de ondergrondse container aan de Groenhoek in Driebergen-Rijsenburg. Het college is ervan uitgegaan [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een medicijndoosje met daarop een etiket met zijn naam en adres is aangetroffen. [appellant] betwist dat hij de huisvuilzak naast de container heeft gezet. Hij voert aan dat slechts vaststaat dat er een medicijndoosje met zijn naam en adres is aangetroffen in een huisvuilzak, maar dat niet onomstotelijk is vastgesteld dat hij die huisvuilzak naast de container heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:278
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003992/1/R4

202004832/1/R4

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Brunssum zijn beslissing om op 17 februari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening van de gemeente Brunssum aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen doos met papierafval die op 17 februari 2020 is aangetroffen naast het fietspad het Struweel in Brunssum. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot hem herleidbaar poststuk en een medicijndoosje met daarop een etiket met zijn naam en adres zijn aangetroffen. [appellant] betwist niet dat de doos en het papierafval daarin van hem afkomstig zijn, maar stelt dat hij de doos samen met een andere doos op zaterdagochtend 15 februari 2020 tussen 06:30 en 06:45 uur op juiste wijze ter inzameling heeft aangeboden aan de straat voor zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:268
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004832/1/R4

202005018/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 7 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 7 mei 2020 is aangetroffen op straat ter hoogte van de Vaillantlaan 43 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos op straat heeft achtergelaten. Zij stelt dat zij de doos heeft weggegooid in één van de vier grote rolcontainers die in een afgesloten ruimte in haar appartementencomplex staan voor de bewoners.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:264
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005018/1/R4

202005240/1/R4

Bij besluit van 22 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 26 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 26 mei 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse container ter hoogte van de De Genestetlaan 132 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de container heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:260
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005240/1/R4

202005616/1/R4

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk zijn beslissing om op 27 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening voor de gemeente Rijswijk 2011 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 27 mei 2020 is aangetroffen onder een stalen trap aan het Waldhoornplein, ter hoogte van de Marimbahal, in Rijswijk. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos in de nabij gelegen papiercontainer heeft gedaan. Zij stelt dat de papiercontainer op de Klaroenstraat vol was, waarom ze is doorgereden naar het Waldhoornplein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:266
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005616/1/R4

202100853/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de kandidatenlijst van Healthy Earth ongeldig verklaard. Aan het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat op de door Healthy Earth ingeleverde formulieren met model H3, H4 en H9 de kandidaten niet op dezelfde wijze worden vermeld als op de door Healthy Earth ingeleverde kandidatenlijst, nu op die formulieren twee kandidaten worden vermeld en op de kandidatenlijst één kandidaat. Healthy Earth betoogt dat het centraal stembureau de kandidatenlijst ten onrechte ongeldig heeft verklaard, omdat de procedure door fouten van het centraal stembureau niet eerlijk is verlopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:282
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100853/1/A2

201908789/1/V3

Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:244
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908789/1/V3

202002829/2/R2

Bij besluit van 23 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Oisterwijk het bestemmingsplan "Nieuw Landgoed Reuseldal" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om binnen het plangebied 3 landhuiskavels met een gezamenlijke oppervlakte van 0,95 ha, alsmede 8,25 ha nieuwe natuur te realiseren. Het plangebied ligt ten oosten van de kern Moergestel en betreft het oostelijk beekdal van de Reusel ter hoogte van de Oirschotseweg. Het heeft een oppervlakte van 15 ha. Het Groene Hart Brabant en anderen kunnen zich niet met de vaststelling van het bestemmingsplan verenigen. Zij hebben daartegen een groot aantal beroepsgronden naar voren gebracht, onder meer met betrekking tot de herbegrenzing van het Natuur Netwerk Brabant, alsmede over gestelde strijd met de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant en het gemeentelijk ruimtelijk beleid. Ook zien de beroepsgronden op de vastgestelde bestemmingsplanregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:240
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002829/2/R2

202004296/1/V1

Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:242
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004296/1/V1

202100041/2/R4

Bij besluit van 2 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede MPD Holding B.V. gelast om binnen een week na dagtekening van het besluit herhaling van overtreding van artikel 17.2 van de Wet milieubeheer te voorkomen. Uit het besluit volgt dat zij dit kan doen door als zich een voorval als bedoeld in artikel 17.1 van de Wm voordoet of heeft voorgedaan, hiervan zo spoedig mogelijk een melding bij het college van burgemeester en wethouders van Ede te doen. De last heeft betrekking op de biomassacentrale op het perceel Knuttelweg 10 te Ede. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 20.000,00 per overtreding met een maximum van € 200.000,00. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat in de biomassacentrale een ongewoon voorval heeft plaatsgevonden en dat dit voorval niet zo spoedig mogelijk bij het college is gemeld. Volgens het college heeft MPD in het verleden vaker verzuimd een ongewoon voorval zo spoedig mogelijk te melden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:239
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100041/2/R4

202100234/2/V3

Bij besluit van 13 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:243
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100234/2/V3

202100573/2/V2

Bij besluit van 5 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:241
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100573/2/V2

202002708/3/A3

MSD heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 13 maart 2020 in zaak nr. 19/635.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:238
Datum uitspraak
9 februari 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002708/3/A3

202006017/2/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Haarlem van 17 september 2020, waarbij het bestemmingsplan "Overdelft" is vastgesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:339
Datum uitspraak
8 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202006017/2/R1

202003956/2/A2

Bij besluit van 14 november 2018 heeft de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de aan K2 Coatings verstrekte subsidie vastgesteld op € 13.584,00 en € 343.440,00 aan teveel betaalde voorschotten teruggevorderd. K2 Coatings heeft op 24 juni 2020 beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van 29 april 2020 door middel van het verzenden van een in de Engelse taal gestelde e-mail aan de minister. De rechtbank heeft het beroep van K2 Coatings niet-ontvankelijk verklaard, omdat het buiten de termijn is ingediend en de door K2 Coatings aangevoerde redenen van de termijnoverschrijding voor haar eigen rekening komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:298
Datum uitspraak
8 februari 2021
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202003956/2/A2

202005769/2/A3

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit aan EA een last onder dwangsom opgelegd, omdat zij volgens de KSA de Wet op de kansspelen heeft overtreden. De KSA heeft ook het dwangsombesluit openbaar gemaakt. EA is de uitgever van het computerspel FIFA. FIFA 21 is in oktober 2020 op de markt verschenen. De meest populaire speelmodus is de FIFA Ultimate Team modus. Hierin kunnen FIFA-spelers hun eigen team van voetballers samenstellen en daarmee tegen zowel de computer als tegen andere FIFA-spelers spelen. Een speler kan virtuele voetballers of in-game items via de virtuele transfermarkt voor FUT-munten verhandelen of ruilen Daarnaast kan een speler een pack verwerven, waarvan de precieze inhoud niet vooraf bekend is. De inhoud van de packs kan worden verhandeld op de virtuele transfermarkt. Deze zaak gaat over deze packs (ook wel "loot boxes" genoemd). De KSA stelt zich op het standpunt dat "loot boxes" een kansspel is en dat de wet dit verbiedt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:234
Datum uitspraak
5 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005769/2/A3

202007041/2/V3

Bij besluiten van 7 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:235
Datum uitspraak
5 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007041/2/V3

202100508/2/V3

Bij besluit van 26 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:236
Datum uitspraak
5 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100508/2/V3

202005399/1/V1

Bij besluit van 10 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:232
Datum uitspraak
4 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202005399/1/V1

202006426/2/R2

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de raad van de gemeente Vught het bestemmingsplan "De Braacken van Mariënhof" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noordwesten van het centrum van Vught, tussen de Loyolalaan in het westen, de Aert Heymlaan in het oosten en de Helvoirtseweg, of N65 in het zuiden. De spoorlijn Tilburg - ’s-Hertogenbosch ligt ten zuiden en oosten van het plangebied. Het plan voorziet in de ontwikkeling van maximaal 33 woningen in het westelijk deel van het plangebied, op het terrein van het voormalige verzorgingstehuis voor ouderen en zorgbehoevenden de Braacken en de daarbij gelegen kapel aan de Loyolalaan. [verzoeker] woont aan de [locatie], ten noordwesten van het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met de bouw van de vier villa’s aan de noordkant van het plangebied en heeft verschillende gronden aangevoerd. Hij beoogt met zijn verzoek onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plan te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:233
Datum uitspraak
4 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006426/2/R2

202006514/1/V2 en 202006514/2/V2

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft gehad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:231
Datum uitspraak
4 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006514/1/V2 en 202006514/2/V2

202007042/1/V3

Bij besluit van 12 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:230
Datum uitspraak
4 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202007042/1/V3

202100805/2/V3

Bij besluit van 2 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:237
Datum uitspraak
4 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100805/2/V3

202100146/2/V3

Bij besluit van 3 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van deze vergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:228
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202100146/2/V3

202100736/2/V2

Bij besluiten van 6 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:229
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100736/2/V2

201900447/1/A2

Bij besluit van 20 maart 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland de subsidie voor het project 'Multitooltrac' nader vastgesteld op een bedrag van in totaal € 425.549,09 en het verschil met de eerder vastgestelde subsidie van in totaal € 37.444,07 teruggevorderd. Bij afzonderlijk besluit van 20 maart 2017 heeft het college de subsidie voor het project ‘MTT: And Now Full Electric’ vastgesteld op een bedrag van in totaal € 355.326,00. De correctie voor [appellante] betreft € 56.455,00 aan interne loonkosten, omdat [appellante] over de periode december 2012 - december 2013 en september 2014 uren dubbel heeft gedeclareerd. De voor het project MTT verleende subsidie is op grond van artikel 4:46, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb lager vastgesteld op een bedrag van in totaal € 355.326,00. De correctie voor [appellante] betreft € 28.951,20 aan niet subsidiabele kosten. [appellante] is het niet eens met de wijziging van de subsidievaststelling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:215
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201900447/1/A2

201900918/1/A3

Bij brief van 22 juni 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën het verzoek van [appellant] tot het opstarten van een onderlinge overlegprocedure met de belastingautoriteiten van Duitsland en Franrijk afgewezen. [appellant] heeft bij brieven van 17 juni 2016 de staatssecretaris verzocht om op grond van de bilaterale belastingverdragen met onderscheidenlijk Duitsland en Frankrijk een onderlinge overlegprocedure te starten. [appellant] heeft zijn verzoeken als volgt toegelicht. Hij woonde tot 1 oktober 2014 in Nederland. In 2012 en 2013 ontving hij dividenden van in Duitsland en Frankrijk gevestigde vennootschappen. Op deze dividenden werd door de vennootschappen bronbelasting ingehouden naar de tarieven van de in Duitsland en Frankrijk geldende belastingwetgeving. Volgens [appellant] hebben deze landen teveel belasting geheven over zijn dividenden hetgeen in strijd is met de belastingverdragen die Nederland met deze heeft landen heeft gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:205
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201900918/1/A3

201903793/2/R3

Bij tussenuitspraak van 3 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1326 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Midden-Delfland opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van de raad van 26 maart 2019, waarbij het bestemmingsplan "1e herziening Buitengebied Gras" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 3.5 overwogen dat noch uit de planregels, noch uit de verbeelding volgt dat de bestemming "Leiding - Gas" aan de gronden ter plaatse van de gasleiding is toegekend. Het bestemmingsplan gaf de ligging van de in het plangebied aanwezige leiding en de daarbij behorende belemmeringenstrook niet weer. De Afdeling heeft hierin aanleiding gezien voor het oordeel dat het bestreden besluit is genomen in strijd met artikel 3:2 van de Awb, artikel 14 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen en het rechtszekerheidsbeginsel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:220
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903793/2/R3

201904144/1/R3

Bij besluit van 8 april 2019 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Boeldershoek 2018" vastgesteld. Afvalverwerkingslocatie Boeldershoek ligt op de grens tussen de gemeente Enschede en de gemeente Hengelo en wordt op dit moment geëxploiteerd door Twence B.V. Het bestreden plan voorziet grotendeels in een actuele planologisch-juridische regeling voor het deel van de afvalverwerkingslocatie Boeldershoek dat is gesitueerd in de gemeente Enschede. Daarnaast voorziet het plan ook in enkele uitbreidingsmogelijkheden voor de afvalverwerkingslocatie in Enschede. Zo is de toegestane maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, niet zijnde gebouwen, in het plan verhoogd van 4 m naar 10 m. [appellant] en anderen zijn een groep van 10 omwonenden en een ondernemer, die wonen, respectievelijk is gevestigd in de omgeving van het plangebied in het buurtschap Twekkelo. Zij verzetten zich tegen het plan en vrezen voor een verslechtering van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:226
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201904144/1/R3

201904489/1/A3

Bij brief van 5 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën het verzoek van [appellant] tot het opstarten van een onderlinge overlegprocedure met de belastingautoriteiten van Zwitserland afgewezen.[appellant] heeft bij brief van 21 juni 2016 de staatssecretaris verzocht om op grond van de tussen Nederland en Zwitserland gesloten belastingverdragen een onderlinge overlegprocedure op te starten met de belastingautoriteiten van Zwitserland. [appellant] heeft zijn verzoek als volgt gemotiveerd. Hij woont in Nederland en is eigenaar van een vakantiewoning in Zwitserland. Op grond van Zwitserse belastingwetgeving moet een belanghebbende voor de Zwitserse heffing van inkomstenbelasting en vermogensbelasting ook zijn in Nederland ingediende aangifte inkomstenbelasting overleggen. Zwitserland betrekt deze inkomens- en vermogensgegevens bij de vraag welk belastingtarief binnen het progressieve belastingstelsel van toepassing is op de in Zwitserland gelegen vakantiewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:206
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904489/1/A3

201906069/1/A3

Bij besluit van 25 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een door Marco Polo Pizzeria-Steakhouse B.V. verbeurde dwangsom van € 5.000,00 ingevorderd. Marco Polo is een horecabedrijf met een terras, gevestigd aan het Damrak in het centrum van Amsterdam. In juni 2017 heeft het college aan Marco Polo een last onder dwangsom opgelegd wegens het op 12 mei 2017 overtreden van het verbod, neergelegd in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, van de Algemene Plaatselijke Verordening, om op of aan de weg diensten aan te bieden. Daarbij heeft het college aan Marco Polo meegedeeld dat zij bij eerste constatering van het opnieuw overtreden van dit verbod een dwangsom ten bedrage van € 2.500,00 en bij tweede constatering een dwangsom ten bedrage van € 5.000,00 verbeurt. In mei 2018 hebben toezichthouders geconstateerd dat een medewerker van Marco Polo vanaf het terras van het bedrijf klanten heeft geworven. Daarmee heeft zij opnieuw het verbod overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:222
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906069/1/A3

201906949/1/R4

[belanghebbende] heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer gevraagd om handhaving bij het bedrijf van [appellante] vanwege jarenlange (geur)overlast. [belanghebbende] woont op [locatie 3] in Rijkevoort. [appellante] is gevestigd op [locatie 1]-[locatie 2]. In deze zaak is alleen [locatie 1] aan de orde. Het college heeft in april 2019 [appellante] gelast om de inrichting aan de [locatie 1] te Rijkevoort in overeenstemming te brengen met de verleende vergunningen van 20 juli 2004, 15 juli 2008 en 17 december 2013 en er voor te zorgen dat de binnen de inrichting aanwezige bedrijfsvoering en de stalsystemen voor de huisvesting van dieren voldoen aan de maximale emissiewaarde van het Besluit emissiearme huisvesting. Aan de last zijn dwangsommen verbonden. Voor overtreding 1 gaat het om een bedrag van € 2.750,00 per constatering per week met een maximum van € 16.500,00. Voor overtreding 2 gaat het om een bedrag van € 14.000 per constatering per week met een maximum van € 84.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:216
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906949/1/R4

201907414/1/R1

Bij besluit van 4 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk geweigerd aan [appellant] omgevingsvergunning te verlenen voor het ombouwen van een berging/garage tot een woning op het perceel [locatie] te Beverwijk. [appellant] heeft de berging/garage op het perceel verbouwd tot woning met een oppervlakte van 18 m². Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat dit in strijd is met zowel het bestemmingsplan "Woongebied West" als het voorheen geldende bestemmingsplan "Bomenbuurt, Vondelkwartier en Akerendam" en daarvoor een omgevingsvergunning is vereist. Het college heeft geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:203
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907414/1/R1

201907556/1/R2

Bij besluit van 22 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland een door [partij] aangevraagde omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antennemast op het perceel [locatie 1] te Scharendijke geweigerd. Het project voorziet volgens het aanvraagformulier van 25 juli 2016 in de plaatsing van een antenne-installatie, bestaande uit een antennedrager en antennes op het perceel. Het gaat om een vrijstaande, kantelbare en uitschuifbare mast, inclusief antennes. In ingeschoven stand is de mast circa 9 m hoog, in uitgeschoven stand maximaal 18,5 m. [partij] heeft de antenne-installatie volgens zijn aanvraag nodig omdat hij actief is als radiozendamateur. [appellanten] zijn eigenaren van de direct naastgelegen woning [locatie 2]. De woningen [locatie 1] en [locatie 2] zijn aaneen gebouwd en worden beide recreatief gebruikt. [appellanten] kunnen zich niet met de plaatsing van de antenne-installatie verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:211
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907556/1/R2

201908913/1/R3

Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland aan Detailconsult Supermarkten B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een opstelplaats voor winkelwagens op het perceel Patijnenburg tegenover 14 (aangevraagd als De Tuinen nabij 66 te Naaldwijk, hierna: het perceel).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:208
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908913/1/R3

201909199/1/A3

Bij besluit van 5 juli 2018 heeft de burgemeester van Rotterdam [appellant] gelast het pand aan [locatie 1] te Rotterdam te sluiten voor de duur van drie maanden. [appellant] was eigenaar van een aantal ondernemingen, gevestigd aan het Marconiplein te Rotterdam en op de Mathenesserweg te Rotterdam. [bedrijf A] was gevestigd aan [locatie 1] en [bedrijf B] was gevestigd aan [locatie 6] te Rotterdam. [bedrijf C], [bedrijf D], [bedrijf E] en [bedrijf F] waren gevestigd in de panden [locatie 2], [locatie 3], [locatie 7] en [locatie 4]-[locatie 5]. De politie heeft van het Team Criminele Inlichtingen het bericht ontvangen dat er drugs en vuurwapens zouden worden verhandeld in [bedrijf C]. De politie heeft daarom op 28 maart 2018 de ondernemingen van [appellant] doorzocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:217
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909199/1/A3

202000341/1/R1

Bij besluit van 11 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heiloo geweigerd [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het splitsen van een bedrijfspand op het perceel [locatie] te Heiloo. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand op het perceel. Het bouwplan voorziet in de splitsing van het bedrijfspand waardoor twee afzonderlijke bedrijfsruimtes met twee afzonderlijke woningen worden gerealiseerd. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Zuidoost" rust op het perceel de bestemming "Bedrijf" met de functieaanduidingen "bedrijf tot en met categorie 3" en "bedrijfswoning". Het college heeft geweigerd omgevingsvergunning te verlenen, omdat het bouwplan voorziet in het realiseren van meer dan één bedrijfswoning op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:212
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000341/1/R1

202000617/1/R2

Bij besluit van 27 november 2019 heeft de raad van de gemeente Heerlen het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld. Het plan voorziet in een actualisatie van het planologische regime voor het buitengebied van Heerlen. [appellant] woont in het buitengebied aan de [locatie] te Heerlen en exploiteert daar tevens een paardenhouderij, met bijbehorende paardenbak. Hij is het niet eens met het plan voor zover dat niet voorziet in een bestemming voor deze paardenbak. De paardenbak bestaat uit een strook grond, afgebakend door middel van hagen. Verder zijn in de paardenbak twee lichtmasten (lantaarnpalen) aangebracht. De oorspronkelijke weidegrond in de paardenbak is afgegraven en in plaats daarvan is een zand- of grindlaag aangebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:223
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202000617/1/R2

202000725/1/A3

Bij besluiten van 27 juni 2019 heeft de burgemeester van Bergen op Zoom de [horeca-inrichting] aan de [locatie] te Bergen op Zoom gesloten voor de duur van drie maanden en de exploitatievergunning en de Drank- en Horecawetvergunning van [appellant sub 1] ingetrokken. Tot het najaar van 2015 exploiteerde [appellant sub 1] een feestzaal aan de [locatie] te Bergen op Zoom. Daarna is hij daar een shisha-lounge gaan exploiteren. [appellant sub 1] had daarvoor een exploitatievergunning, een DHW-vergunning en een aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten. De politie heeft in de horeca-inrichting een zogeheten Cash Center aangetroffen. Op basis daarvan en op grond van meerdere bestuurlijke rapportages van de politie over incidenten in en rond de horeca-inrichting, heeft de burgemeester [appellant sub 1] op grond van artikel 2:80 van de Algemene Plaatselijke Verordening gelast het pand te sluiten voor de duur van drie maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:224
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202000725/1/A3

202001427/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds 28 november 1988 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Hoensbroek. Op 10 juli 2017 heeft hij bij het college een aanvraag ingediend om een tegemoetkoming in de planschade die hij in de vorm van een waardevermindering van die woning heeft geleden als gevolg van de vrijstelling van 12 oktober 2004. Aan de aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de vrijstelling het mogelijk heeft gemaakt om twaalf woningen te realiseren in een gebied dat voorheen in de Ecologische Hoofdstructuur was gelegen en een natuurbestemming had. Volgens [appellant] heeft dit geleid tot een aanzienlijke intensivering van het gebruik van dat gebied, een verslechtering van zijn uitzicht, een aantasting van zijn privacy en een vermindering van zijn woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:218
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001427/1/A2

202001641/1/A2

Bij uitspraak van 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3729, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 december 2018 in zaak nr. 18/1731, voor zover daarin is bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van 5 april 2018 in stand blijven, vernietigd. APO Zevenaar B.V. is sinds 1999 eigenaar van een pand aan het Remigiusplein 6 in Duiven. In dit pand was tot 1 januari 2020 de horecaonderneming van [appellant] gevestigd. Bij brief van 9 maart 2015 hebben zij een verzoek om toekenning van planschade bij het college ingediend. Door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Centrum fase-1" stellen zij schade te lijden omdat dit plan op korte afstand van het pand en het daarbij behorende terras meer bebouwing mogelijk maakt waardoor de horecaonderneming minder zichtbaar is vanaf het plein en de bezonning op het terras afneemt. Het plan heeft daardoor volgens APO Zevenaar B.V. en [appellant] een negatief effect op de omzet van de horecaonderneming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:207
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001641/1/A2

202001690/1/A3

Bij besluit van 6 maart 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam [appellant] gelast om de woning aan [locatie] te Rotterdam onmiddellijk te verlaten en deze woning tot 16 maart 2020 13:02 uur niet te betreden, noch daarin aanwezig te zijn of zich daarbij op te houden. Tevens heeft hij [appellant] gelast om gedurende deze periode geen contact op te nemen met de in die woning wonende personen, te weten zijn partner en zijn kinderen. Op 5 maart 2020 heeft een incident plaatsgevonden in de woning van achterblijfster. De burgemeester heeft daarom een huisverbod opgelegd. De burgemeester heeft aan het besluit ten grondslag gelegd dat er geweld is gebruikt tegen personen en goederen en dat hierbij kleine kinderen aanwezig waren. Hoewel [appellant] een eigen woning heeft, is hij gemiddeld vijf van de zeven dagen van de week in de woning aanwezig om voor de kinderen te zorgen als hun moeder naar haar werk is. Met een huis- en contactverbod wordt een veilige situatie gecreëerd waarin hulpverlening kan worden opgestart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:221
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202001690/1/A3

202002534/1/A3

Bij besluit van 1 juli 2019 heeft de korpschef van politie de door [bedrijf] gevraagde toestemming om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten geweigerd. [bedrijf] is een beveiligingsbedrijf. Zij heeft de korpschef op 6 mei 2019 op grond van artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus verzocht toestemming te verlenen om [appellant] als beveiliger te werk te stellen. De korpschef heeft het verzoek afgewezen, omdat volgens hem [appellant] niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die nodig zijn voor het te verrichten werk. [appellant] is op 11 augustus 2018 aangehouden in verband met rijden onder invloed van alcohol. Daarop is hem de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd voor vier maanden en heeft hij een geldboete van € 300,- moeten betalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:225
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202002534/1/A3

202002712/1/R4

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Bunnik het bestemmingsplan "Weerdenburg e.o. Werkhoven" vastgesteld. Door de eigenaren van het weiland dat gelegen is aan de Herenstraat, op de hoek met de Weerdenburgselaan, in Werkhoven is een initiatief tot realisering van een woningbouwcomplex ingediend. Dit initiatief heeft geleid tot dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van 20 woningen, waaronder een woningbouwcomplex met 6 woningen, in het noordoostelijke deelgebied van de kern van Werkhoven en maakt het planologisch mogelijk dat aan de Herenstraat 94 de bestaande agrarische opstallen en bedrijfswoning plaats zullen maken voor twee reguliere woningen. Bovendien voorziet het plan in het noordwestelijke gebied aan de Weerdenburgselaan 1 in een mogelijkheid tot formele omzetting van het agrarische bedrijf naar een aannemingsbedrijf. [appellant] woont aan de [locatie] in Werkhoven. Hij keert zich tegen het plandeel dat voorziet in het woningbouwcomplex.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:204
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202002712/1/R4

202002841/1/A3

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de korpschef van politie het door [appellant] gevraagde verlof voor het voorhanden hebben van een vuurwapen met de daarbijbehorende munitie geweigerd. [appellant] had een verlof voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie voor het beoefenen van de schietsport sinds januari 2014. De korpschef heeft dit verlof in januari 2015 ingetrokken, omdat wapens en munitie volgens hem niet langer aan [appellant] kunnen worden toevertrouwd wegens verdenking van betrokkenheid bij hennepteelt. In januari 2016 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor een nieuw wapenverlof. De korpschef heeft de aanvraag afgewezen, omdat ten aanzien van [appellant] grond is voor vrees voor misbruik van het wapenverlof en omdat het voorhanden hebben van wapens en munitie volgens hem niet aan [appellant] kan worden toevertrouwd. Er zijn aanwijzingen dat [appellant] bij drugshandel is betrokken dan wel criminele activiteiten gedoogt en verzwijgt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:219
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202002841/1/A3

202003149/1/V6

Bij besluit van 7 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] heeft de Afghaanse nationaliteit en was ten tijde van het verzoek in het bezit van een verblijfsdocument met de aantekening 'Familielid van een burger van de Unie', ontleend aan artikel 20 van het VWEU (hierna: een Chavez-Vilchez verblijfsrecht). Zij heeft dit verblijfsdocument gekregen, omdat haar minderjarige kinderen de Nederlandse nationaliteit hebben en zij gedwongen zouden zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten als [appellante] geen verblijf in Nederland zou krijgen. [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de staatssecretaris het besluit van 18 februari 2019 ondeugdelijk heeft gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:214
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202003149/1/V6

202004105/1/R3

Bij besluit van 18 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "Voorweg 2017" vastgesteld. Het plan voorziet in een herziening van verouderde planologische regimes voor de gronden langs de Voorweg in Zoetermeer. De verouderde regimes zijn geactualiseerd en afgestemd op het rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid, waaronder de Visie Voorweg. [appellanten] zijn eigenaar van enkele percelen in het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen, onder meer omdat hierin niet is voorzien in een mogelijkheid om de door hen gewenste ontwikkelingen op hun percelen te kunnen realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:210
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004105/1/R3

202004311/1/A3

Bij drie afzonderlijke besluiten van 18 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld aan [partij A] en [partij B], beiden wonend aan [locatie 1] te Diever (hierna tezamen in enkelvoud: [partij B]), aan [partij C], wonend aan [locatie 2], en [partij D] en [partij E], beiden wonend aan [locatie 3] (hierna tezamen in enkelvoud: [partij D]), voor beperkt gebruik en voor een periode van vijf jaar ontheffing verleend voor het gebruik van het voetpad met een motorvoertuig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:209
Datum uitspraak
3 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202004311/1/A3

202000078/1/V3

Bij besluit van 26 november 2019 is de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden (hierna: het verlengingsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:198
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202000078/1/V3

202003913/1/V3

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:199
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003913/1/V3

202100156/2/V2

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:200
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100156/2/V2

202100423/2/V2

Bij besluiten van 8 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:197
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100423/2/V2

202100552/2/A3

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [wederpartij] om verlenging van een eerder aan haar verleende voorrangsverklaring afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:202
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100552/2/A3

202100654/2/V3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:201
Datum uitspraak
2 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100654/2/V3
vorige pagina1...217218219...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon