Uitspraak 202002474/3/R3


Volledige tekst

202002474/3/R3.
Datum uitspraak: 3 november 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1.       Gasunie Transport Services B.V. (hierna: Gasunie), gevestigd te Groningen,

2.       [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] (hierna: [appellanten sub 2]), wonend te Vierpolders, gemeente Brielle,

3.       [appellant sub 3], wonend te Brielle,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Brielle,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 28 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:913, heeft de Afdeling de raad opgedragen om enkele gebreken te herstellen in het besluit van 28 januari 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Brielle". De tussenuitspraak is aangehecht.

Bij besluit van 6 juli 2021 heeft de raad het plan gewijzigd.

Gasunie heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze naar voren gebracht.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1.       In de tussenuitspraak is overwogen dat de beroepen van Gasunie, [appellant sub 3] en [appellanten sub 2] gebreken in het besluit van 28 januari 2020 aan het licht hebben gebracht. Deze beroepen tegen dit besluit zijn daarom gegrond.

Het besluit van 28 januari 2020 moet worden vernietigd wegens strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel voor zover daarbij niet:

- de aanduiding "veiligheidszone - risicocontour" is toegekend op 15 m vanaf de gevel van het gasverdeelstation nabij de Kerkweg 10b in Vierpolders;

- artikel 88 van de regels van toepassing is verklaard op het perceel naast de [locatie 1] in Vierpolders;

- de aanduiding "paardenstalling" is toegekend aan het perceel [locatie 2] in Brielle.

2.       In de tussenuitspraak is de raad opgedragen de gebreken te herstellen door:

a. alsnog de aanduiding "veiligheidszone - risicocontour" vast te stellen op 15 m vanaf de gevel van het gasverdeelstation nabij de Kerkweg 10b in Vierpolders;

b. het plan op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) zo aan te passen dat artikel 88 van de regels van toepassing is op het perceel naast de [locatie 1] in Vierpolders;

c. de aanduiding "paardenhouderij" op de verbeelding op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) wat betreft het perceel [locatie 2] in Brielle te vervangen door de aanduiding "paardenstalling";

d. in plaats van b en c het plan op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) te vervangen door een verwijzing naar de aparte website die voor het plan is gemaakt.

3.       De raad heeft in het besluit van 6 juli 2021 de aanduiding "veiligheidszone - risicocontour" voor het gasverdeelstation gewijzigd. Ook heeft de raad het plan op de landelijke voorziening (ruimtelijkeplannen.nl) vervangen door een verwijzing naar de aparte website.

4.       Gasunie schrijft in haar zienswijze dat de raad in het besluit van 6 juli 2021 heeft voldaan aan opdracht a in de tussenuitspraak. Dit betekent dat volledig aan het beroep van Gasunie tegemoet is gekomen. Het beroep van Gasunie heeft daarom niet van rechtswege mede betrekking op het besluit van 6 juli 2021.

5.       Het besluit van 6 juli 2021 komt niet volledig tegemoet aan de beroepen van [appellanten sub 2] en [appellant sub 3]. Daarom hebben deze beroepen wel van rechtswege mede betrekking op dit besluit. [appellanten sub 2] en [appellant sub 3] hebben naar aanleiding van dit besluit geen zienswijzen ingediend. Dit betekent dat zij geen beroepsgronden tegen het nadere besluit hebben aangevoerd. De van rechtswege ontstane beroepen tegen het besluit van 6 juli 2021 zijn ongegrond.

6.       Het voorgaande betekent dat de raad met het besluit van 6 juli 2021 de gebreken in het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Brielle" heeft hersteld. Dit plan blijft daarom, zoals gewijzigd, in stand.

7.       De raad moet de proceskosten van [appellanten sub 2] en [appellant sub 3] vergoeden.

De raad hoeft aan Gasunie geen proceskosten te vergoeden.

De Afdeling willigt het verzoek om vergoeding van proceskosten van de derde-belanghebbende [maatschap] niet in. Het plan blijft immers, zoals gewijzigd, in stand en er is niet gebleken van bijzondere omstandigheden die desondanks aanleiding geven voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart gegrond de beroepen van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], [appellant sub 3] en Gasunie Transport Services B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Brielle van 28 januari 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Brielle";

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Brielle van 28 januari 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Brielle" voor zover daarbij niet:

- de aanduiding "veiligheidszone - risicocontour" is toegekend op 15 m vanaf de gevel van het gasverdeelstation nabij de Kerkweg 10b in Vierpolders;

- artikel 88 van de regels van toepassing is verklaard op het perceel naast de [locatie 1] in Vierpolders;

- de aanduiding "paardenstalling" is toegekend aan het perceel [locatie 2] in Brielle;

III.      verklaart ongegrond de beroepen van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] en [appellant sub 3] tegen het besluit van de raad van de gemeente Brielle van 6 juli 2021 tot wijziging van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied Brielle";

IV.      veroordeelt de raad van de gemeente Brielle tot vergoeding van bij appellanten in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van:

a.       € 1.496,00 aan [appellant sub 3], geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

b.       € 1.496,00 aan [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de raad aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

V.       gelast dat de raad van de gemeente Brielle aan de hierna vermelde appellanten het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht vergoedt ten bedrage van:

a.       € 354,00 aan Gasunie Transport Services B.V;

b.       € 178,00 aan [appellant sub 3];

c.       € 178,00 aan [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de raad aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. G.T.J.M. Jurgens, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2021

717