Uitspraak 201809457/2/R3


Volledige tekst

201809457/2/R3.
Datum uitspraak: 27 oktober 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie, Afdeling Bellingwedde, (thans: IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie, Afdeling Westerwolde-Oldambt) gevestigd te Bellingwedde (thans: Westerwolde),

appellante,

en

de raad van de gemeente Westerwolde,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:947, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 3 oktober 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Tweekarspelenweg 3 Blijham" te herstellen, de Afdeling en IVN de uitkomst daarvan mede te delen en een eventueel gewijzigd besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

De raad heeft bij brief van 25 september 2020 aan de Afdeling medegedeeld dat hij de gebreken in het besluit van 3 oktober 2018 heeft hersteld door het plan bij besluit van 16 september 2020 opnieuw ongewijzigd vast te stellen en daaraan alsnog een passende beoordeling ten grondslag te leggen.

IVN heeft een zienswijze over dit besluit naar voren gebracht.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: StAB) heeft desgevraagd een deskundigenbericht uitgebracht.

Bij brief van 1 juni 2021 heeft de Afdeling medegedeeld de zaak aan te houden in verband met het schriftelijke verzoek hiertoe van de raad met de aankondiging dat hij  het voornemen heeft om het bestemmingsplan "Buitengebied Tweekarspelenweg 3 Blijham" in te trekken op verzoek van de [initiatiefnemer].

De raad heeft bij brief van 19 augustus 2021 aan de Afdeling medegedeeld dat hij bij besluit van 30 juni 2021 het bestemmingsplan "Buitengebied Tweekarspelenweg 3 Blijham" heeft ingetrokken.

IVN en [initiatiefnemer] zijn in de gelegenheid gesteld een zienswijze over dit besluit naar voren te brengen.

De Afdeling heeft, met gebruikmaking van de in artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder c en d, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) neergelegde bevoegdheid, bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.

Overwegingen

De tussenuitspraak

1.       De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 1 april 2020 onder 8.4 overwogen dat dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 2.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb), omdat door het ontbreken van een passende beoordeling niet de zekerheid is verkregen dat het plan de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebied niet zal aantasten.

2.       Gelet op wat in 8.4 van de tussenuitspraak is overwogen, is het beroep van IVN tegen het besluit van 3 oktober 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Tweekarspelenweg 3 Blijham" gegrond. Dat besluit moet worden vernietigd vanwege strijd met artikel 2.8, eerste lid, van de Wnb.

Besluiten van 16 september 2020 en 30 juni 2021

3.       Na de tussenuitspraak heeft de raad het bestemmingsplan "Tweekarspelenweg 3 Blijham" bij besluit van 16 september 2020 opnieuw ongewijzigd vastgesteld en daaraan alsnog een passende beoordeling ten grondslag gelegd. Vervolgens heeft de raad op 30 juni 2021 het besluit genomen om het bestemmingsplan "Tweekarspelenweg 3 Blijham" in te trekken. Met het intrekkingsbesluit zijn de rechtsgevolgen van het besluit van 16 september 2020 ongedaan gemaakt. De Afdeling zal nu beoordelen of er tegen de besluiten van 16 september 2021 beroepen van rechtswege zijn ontstaan.

4.       Het beroep heeft op grond van artikel 6:19 van de Awb van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.

5.       Bij brief van 20 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders namens de raad medegedeeld dat [initiatiefnemer] de raad heeft verzocht om het bestemmingsplan "Tweekarspelenweg 3 Blijham" voor zijn gronden in te trekken. Nu het bestemmingsplan is ingetrokken op verzoek van de eigenaar van het agrarisch bouwperceel zelf, is voor hem geen beroep van rechtswege ontstaan, omdat hij daarbij geen belang heeft.

6.       De Afdeling overweegt dat IVN geen belang heeft bij een beroep dat betrekking heeft op het besluit van 30 juni 2021 waarbij het bestemmingsplan is ingetrokken, omdat met het intrekkingsbesluit geheel tegemoet is gekomen aan het beroep van IVN. Tegen dit besluit is dus geen beroep van rechtswege ontstaan van IVN waarop nog moet worden beslist.

7.       IVN heeft in haar zienswijze tegen het herstelbesluit van 16 september 2020 wel gronden naar voren gebracht die waren gericht tegen dat herstelbesluit. De rechtsgevolgen van het herstelbesluit van 16 september 2020 zijn echter ongedaan gemaakt door het intrekkingsbesluit van 30 juni 2021. Gelet hierop heeft IVN geen belang bij beoordeling van het besluit van 16 september 2020, zodat ook tegen dit besluit geen beroep van rechtswege van IVN is ontstaan waarop nog moet worden beslist.

Proceskosten

8.       De raad moet de proceskosten van IVN vergoeden.

9.       Ten aanzien van de door IVN gestelde reiskosten voor het bijwonen van de zitting op 9 maart 2020 is de Afdeling van oordeel dat IVN aannemelijk heeft gemaakt dat het reizen met het openbaar vervoer voor haar onvoldoende mogelijk was. Voor de door de vertegenwoordigers van IVN gemaakte reiskosten voor het bijwonen van de zitting hanteert de Afdeling een kilometervergoeding van € 0,28 per kilometer, gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onder d, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 11, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003. Blijkens de toelichting op het door IVN ingevulde proceskostenformulier zijn de vertegenwoordigers van IVN vanuit Jipsinghuizen naar Den Haag gereisd. Zij hebben dus in totaal 522 km gereisd voor de heen- en terugweg. Het te vergoeden bedrag bedraagt gelet op het voorgaande € 146,16.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep gegrond;

II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Westerwolde van 3 oktober 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Tweekarspelenweg 3 Blijham";

III.      veroordeelt de raad van de gemeente Westerwolde tot vergoeding van bij IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie, Afdeling Bellingwedde, in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 146,16 (zegge: honderdzesenveertig euro en zestien cent);

IV.      gelast dat de raad van de gemeente Westerwolde aan IVN, Vereniging voor Natuur- en Milieueducatie, Afdeling Bellingwedde, het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzitter, en mr. B.J. Schueler en mr. C.C.W. Lange, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2021

646