Uitspraak 201903001/5/R3


Volledige tekst

201903001/5/R3.
Datum uitspraak: 27 oktober 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellante], wonend te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard,

appellante,

en

de raad van de gemeente Krimpenerwaard,

verweerder.

Procesverloop

Bij tussenuitspraak van 12 mei 2021 heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 maart 2019, waarbij het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard" is vastgesteld, te herstellen.

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld.

[appellante] heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, daarop een reactie gegeven.

De Afdeling heeft in het gewijzigde besluit en de gegeven reactie geen aanleiding gezien voor een nader onderzoek ter zitting. Geen van de partijen heeft binnen de gestelde termijn verklaard gebruik te willen maken van het recht om opnieuw ter zitting te worden gehoord in verband met de vervanging van staatsraad mr. J.A. Hagen door mr. A.W.M. Bijloos. De Afdeling heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1.       Het plan voorziet, onder meer, in de aanleg van natuur op gronden die nu nog in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. Met dat doel is aan de gronden van het perceel van [appellante] aan de [locatie] te Lekkerkerk (hierna: de gronden) de bestemming "Natuur" toegekend.

2.       In de tussenuitspraak onder 23 heeft de Afdeling overwogen dat de raad niet heeft gemotiveerd waarom extensief agrarische medegebruik voor de gronden van [appellante] niet mogelijk is en dat het besluit in zoverre niet deugdelijk is gemotiveerd.

3.       Gelet op wat in de tussenuitspraak is overwegen is het beroep van [appellante] tegen het besluit van 5 maart 2019 gegrond. Dit besluit, voor zover daarbij aan de gronden de bestemming "Natuur" is toegekend, dient te worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

4.       De raad heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak bij besluit van 14 juli 2021 het plan gewijzigd vastgesteld. De raad heeft daarbij aan de gronden de bestemming "Natuur - Extensief agrarisch medegebruik" toegekend.

5.       [appellante] heeft laten weten met dit besluit in te stemmen. Daarom is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb tegen het besluit van 14 juli 2021 ontstaan waarop nog moet worden beslist.

6.       De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep van [appellante] tegen het besluit van de raad van de gemeente Krimpenerwaard van 5 maart 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard gegrond;

II.       vernietigt het onder I vermelde besluit, voor zover daarbij aan de gronden van het perceel van [appellante] aan de [locatie] te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard, de bestemming "Natuur" is toegekend;

III.      veroordeelt de raad van de gemeente Krimpenerwaard tot vergoeding van bij [appellante] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 3.550,15, gedeeltelijk toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

IV.      gelast dat de raad van de gemeente Krimpenerwaard aan [appellante] het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 174,00 vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, mr. A.W.M. Bijloos en mr. P.H.A. Knol, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.M.W. van Ewijk, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2021

270-867