Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.686
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202005543/1/V2

Bij besluit van 13 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:345
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005543/1/V2

202005804/1/V2

Bij besluit van 24 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:346
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005804/1/V2

202005898/1/V2

Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:347
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005898/1/V2

202006633/2/V2

Bij besluit van 3 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:358
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006633/2/V2

202007080/2/V3

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:355
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202007080/2/V3

202100804/2/V3

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:359
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100804/2/V3

202101271/2/V2

Bij besluit van 11 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:401
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101271/2/V2

201709331/1/R3

Bij besluit van 25 september 2017 heeft de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer het bestemmingsplan "Klaas Nieboerweg, bedrijventerreinen Foxhol" vastgesteld. Het plan voorziet in een regeling voor het woongebied van de Klaas Nieboerweg te Foxhol, het W.A. Scholtenterrein nabij Foxhol inclusief het deel W.A. Scholtenweg, het bedrijventerrein op het schiereiland ten noorden van Foxhol en het zogenoemde ‘Fikkers-terrein’, ten noordoosten van Foxhol. Avebe is exploitante van een bedrijf op het W.A. Scholtenterrein en is eigenaar van braakliggende en braakkomende gronden ter plaatse. Avebe vreest als gevolg van het plan, met name doordat volgens Avebe haar geluidruimte wordt beperkt, te worden belemmerd in haar ontwikkelingsmogelijkheden en haar mogelijkheden om de braakliggende en braakkomende gronden te verkopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:396
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201709331/1/R3

201800156/1/R2

Bij besluit van 9 november 2017 heeft de raad van de gemeente Veere het bestemmingsplan "3e herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. Het plan is de derde herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied". Het plan vervangt een deel van de eerder geldende planregels, bestemmingen en aanduidingen en moet worden gelezen in samenhang met het oorspronkelijke bestemmingsplan "Buitengebied" en de eerste en tweede herziening daarvan. Met het herstelbesluit heeft de raad het plan gedeeltelijk gewijzigd. Een van de wijzigingen is dat de quota voor het aantal toegestane standplaatsen op kleinschalige kampeerterreinen en voor het aantal toegestane kleinschalige kampeerterreinen zijn verwijderd uit de wijzigingsregels in enkele planregels en dat de plantoelichting op dit punt is aangepast. Daarnaast zijn voor twee scoutingterreinen nadere regels toegevoegd en is de verbeelding daarvoor gedeeltelijk gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:369
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201800156/1/R2

201805998/2/R2

Bij besluit van 7 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Gemengd gebied" vastgesteld. Over de beroepen van [appellant sub 3], [appellant sub 1], [appellant sub 4], [appellante sub 7] en anderen en [appellante sub 5] heeft de Afdeling onder 7 van de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 7 juni 2018 voor zover het betreft de vaststelling van de definitie van "bedrijf" in artikel 1.20 van de planregels niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en is vastgesteld. De Afdeling heeft hierover overwogen dat de raad zich in het verweerschrift op het standpunt heeft gesteld dat de definitie van bedrijf in artikel 1.20 van de planregels niet juist is geformuleerd en dat in zoverre sprake is van een omissie in het plan. De raad heeft zich in zoverre op een ander standpunt gesteld dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:394
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201805998/2/R2

201901065/1/R2

Bij besluit van 21 december 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen aan Waddenwind B.V. een vergunning verleend op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor het oprichten en in werking hebben van 21 windturbines op Windpark Oostpolder en de verwijdering van tien bestaande windturbines, waarvan negen aan de Kwelderweg en één aan de Oostpolderweg. De Oostpolder is een landbouwgebied dat grenst aan de zuidzijde van het bestaande haven- en industriegebied Eemshaven. Het gebied beslaat een oppervlakte van circa 620 ha. De nieuwe windturbines hebben een ashoogte van minimaal 135 m en maximaal 166 m, een rotordiameter van minimaal 125 m en maximaal 145 m, een tiphoogte van minimaal 198 m en maximaal 239 m en een vermogen per windturbine van ongeveer 4,5 MW. De vergunning is verleend voor de periode tot uiterlijk 30 november 2047.

Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201901065/1/R2

201901141/1/R2

In het besluit van 5 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) het beheerplan "Groote Peel, Deurnsche Peel & Mariapeel" vastgesteld. Het beheerplan "Groote Peel, Deurnsche Peel & Mariapeel" heeft betrekking op de Natura 2000-gebieden "Groote Peel" en "Deurnsche Peel en Mariapeel". De gebieden liggen gedeeltelijk in Noord-Brabant en gedeeltelijk in Limburg. De Groote Peel is samen met de Deurnsche Peel en Mariapeel de zuidelijkste representant van de vlakke subatlantische hoogvenen, die elders en ook in de Peelregio door afgraving, ontginning en verveningen grotendeels zijn verdwenen. De Groote Peel wordt gekenmerkt door een complex van horsten en slenken. Het gebied kent daardoor een grote landschappelijke afwisseling van open vochtige en droge heideterreinen, pijpestrootjessavannen, struwelen en bosjes en moerassige laagten met veenputten en plaatselijk bossen en natte heide.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:361
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201901141/1/R2

201903153/1/A3

Op 17 januari 2016 heeft [appellant] het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze verzocht de dwangsom vast te stellen die het heeft verbeurd door niet tijdig te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 juni 2015, LEE 15/872. In deze zaak gaat het inhoudelijk om de vaststelling van de verbeurde dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een besluit op een Wob-verzoek van [appellant] van 28 augustus 2014. De rechtbank Noord-Nederland had namelijk in de uitspraak van 5 juni 2015 het beroep wegens niet-tijdig beslissen op dat verzoek gegrond verklaard. Zij had het college opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 4.200,00. Vast staat dat het college niet tijdig aan deze opdracht heeft voldaan en een dwangsom heeft verbeurd. Partijen verschillen van mening over de hoogte van de dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:362
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903153/1/A3

201903212/1/A2

Bij besluit van 1 mei 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een nadeelcompensatie van € 15.900,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2016, toegekend. Bij besluit van 21 maart 2011 heeft de minister krachtens artikel 15, eerste lid, van de Tracéwet het tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere vastgesteld. Bij besluit van 14 september 2011 heeft de minister krachtens artikel 15b, eerste lid, van de Tracéwet het tracébesluit gewijzigd. Het tracébesluit is opnieuw gewijzigd bij besluit van 23 september 2014. [appellant] was vanaf 1 november 1990 eigenaar van perceel [locatie] te [plaats], gemeente Gooise Meren. Op het perceel staat een woning met bijgebouwen. [appellant] heeft het perceel inmiddels verkocht. [appellant] heeft verzocht om compensatie van schade ten gevolge van de tracébesluiten, omdat hierdoor volgens hem de waarde van zijn perceel is gedaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:377
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903212/1/A2

201904885/1/R3

Op 21 november 2018 hebben [appellant A] en anderen het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo verzocht handhavend op te treden op de percelen Garmpoleiland [locatie 1] tot en met [locatie 2] te Eelderwolde. Ze willen dat het college handhavend optreedt tegen het in strijd met het bestemmingsplan realiseren van grondkeringen, terrassen en bomen op een strook van 3 meter van de tuinen aan de percelen. Het college heeft bij brief van 4 december 2018 de ontvangst van het handhavingsverzoek bevestigd. Daarnaast heeft het college in deze brief vermeld dat [appellant A] en anderen uiterlijk 30 juni 2019 een besluit op het handhavingsverzoek kunnen verwachten. Op 18 januari 2019 heeft [appellant A] het college in gebreke gesteld, omdat het college nog geen besluit op het handhavingsverzoek had genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:393
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak201904885/1/R3

201905128/1/A3

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft de staatssecretaris een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om afschriften van vijftig documenten die betrekking hebben op de vuurwerkramp in Enschede gedeeltelijk afgewezen. [appellant] doet in zijn hoedanigheid als journalist onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede van 13 mei 2000. Hij heeft in zijn verzoek van 29 maart 2018 verzocht om een afschrift van vijftig stukken die in het jaar 2000 en daarna zijn opgesteld door het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De vijftig documenten heeft hij overgenomen uit de literatuurlijst van het proefschrift van T.F.M. Woeltjes, "Teamwork in het beleidsdepartement, De kwaliteit van beleidsontwikkeling in een groep", dat zij op 25 juni 2010 in het openbaar heeft verdedigd. In hoofdstuk 4 van het proefschrift is (met name) ingegaan op het groepsproces en de kwaliteit van beleidsontwikkeling rondom het thema vuurwerk voor en na de vuurwerkramp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:399
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905128/1/A3

201905827/1/R1

Bij besluit van 28 december 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost aan [appellant sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen en vergroten van de voormalige Christus Koningkerk op de locatie James Wattstraat 56/58 in Amsterdam en het gebruik daarvan als hotel, theater met zaalverhuur en café met terras. De Christus Koningkerk is gebouwd in 1955 en is een gemeentelijk monument. Het bouwplan voorziet in een grote zaal met bijbehorende ruimtes voor theater en zalenverhuur, een grand café met bijbehorende ruimtes en terras en een driesterrenhotel met 77 kamers. De centrale ruimte op de begane grond van de kerk zal fungeren als grote zaal voor het theater. Ook worden door middel van een inpandige staalconstructie twee extra verdiepingen in de centrale ruimte van de kerk geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:386
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905827/1/R1

201905830/1/A3

Bij besluit van 13 november 2017 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellant sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.500,00. Op 10 februari 2017 heeft bij [appellant sub 2] een arbeidsongeval plaatsgevonden waarbij bij een sinds 23 januari 2017 door [appellant sub 2] via een uitzendbureau ingehuurde werknemer een bedframe op het onderbeen is gevallen. Op het been van het slachtoffer is een zwelling ter grootte van een ei ontstaan. Op 15 februari 2017 heeft hij het letsel aan zijn teammanager laten zien. Deze heeft het slachtoffer aangeraden naar een dokter te gaan. Het slachtoffer heeft zich op 15 februari 2017 ziekgemeld. Hierna heeft hij niet meer voor [appellant sub 2] gewerkt. Op 15 maart 2017 is hij voor de duur van zes dagen in het ziekenhuis opgenomen. Bij de Inspectie SZW is op 16 maart 2017 door een derde melding gemaakt van het arbeidsongeval en de ziekenhuisopname.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:380
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201905830/1/A3

201906490/1/R3

Bij besluit van 18 juli 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen De 4 Elementen onder oplegging van een dwangsom gelast de overtreding op het perceel Groningerstreek 34B te Stroobos te beëindigen en beëindigd te houden. De 4 Elementen is gevestigd op de percelen Groningerstreek 34 en 35. Op deze percelen exploiteert zij een camping, een passantenhaven en een woon-, werk en- leervoorziening voor mensen vanaf 18 jaar met afstand tot de arbeidsmarkt. Volgens het college verricht De 4 Elementen in het multifunctionele gebouw horeca-activiteiten ten behoeve van andere personen dan gasten van de naastgelegen camping en cliënten van de sociale werkvoorziening. Het college stelt zich op het standpunt dat De 4 Elementen hierdoor handelt in strijd met het bestemmingsplan "Gerkesklooster - Stroobos". Het heeft besloten hiertegen handhavend op te treden. De 4 Elementen is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:360
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906490/1/R3

201906770/2/R1

Bij tussenuitspraak van 2 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2117, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gooise Meren opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 3 juli 2019 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat binnen de bestemming "Tuin" geen inrit of toegangsweg is toegestaan. De bedoeling van de raad was om wel een inrit en/of toegangsweg toe te staan binnen de bestemming "Tuin". Artikel 3, lid 3.1, van de planregels maakt dit echter niet mogelijk. De Afdeling acht het besluit op dit punt onzorgvuldig voorbereid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:389
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906770/2/R1

201906773/1/R4

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bladel [appellante], onder oplegging van een dwangsom, gelast om de geluidgrenswaarden uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet meer te overtreden. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 3.000,00 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 9.000,00. [appellante] is gelegen aan de [locatie] te Bladel. Het college heeft in 2014 verschillende geluidmetingen verricht en [appellante] op 24 juni 2014 in verband daarmee een voornemen tot oplegging van een last onder dwangsom toegezonden. Ook op 19 januari 2017 heeft het college aan [appellante] een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom wegens het overtreden van de geldende geluidgrenswaarden toegezonden. Beide keren heeft het college uiteindelijk geen last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:397
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak201906773/1/R4

201909343/1/R4

Bij besluit van 25 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst aan Centre4Moods een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een vrijstaande vergaderruimte aan De Zanden 47A in Teuge. De vergaderruimte is inmiddels grotendeels gerealiseerd, behalve de dakbedekking, en wordt geëxploiteerd onder de naam "De Vergaderfabriek". Het gebouw staat op het voorerf van het ontbijthotel "De Slaapfabriek" en is, met uitzondering van het dak, ter plekke door een 3D-printer opgetrokken in beton. Volgens Centre4Moods is "De Vergaderfabriek" het eerste commerciële 3D-betongeprinte gebouw van Europa. [appellant sub 2] woont aan de overkant van de straat en verzet zich tegen de bouw en het gebruik van de vergaderruimte. Hij vreest overlast van het gebruik van "De Vergaderfabriek", met name doordat bezoekers volgens hem op de openbare weg voor zijn perceel zullen parkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:370
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909343/1/R4

202000046/1/R1

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere het verzoek van de stichting om handhavend op te treden tegen het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de woning en het bijgebouw op het perceel Schelpweg 22 te Domburg (hierna: het perceel) voor bed & breakfast activiteiten afgewezen. De stichting komt op voor de bewonersbelangen in de kom Domburg. Het perceel is gelegen in de kom Domburg. De stichting heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning en het bijgebouw op het perceel voor bed & breakfast activiteiten. Dit gebruik is volgens haar in strijd met de aan deze gronden toegekende bestemming "Wonen" als bedoeld in het bestemmingsplan "Kom Domburg", dat is vastgesteld op 15 december 2011. Het college heeft zich in het besluit van 15 augustus 2018 op het standpunt gesteld dat het gebruik van het perceel in overeenstemming is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:384
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000046/1/R1

202000071/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft de burgemeester van Waddinxveen een aanvraag van [appellant sub 2] om verlening van een exploitatievergunning afgewezen. [appellant sub 2] heeft de burgemeester op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Waddinxveen 2009 verzocht om een vergunning te verlenen voor de exploitatie van [lunchroom]. Bij die aanvraag heeft zij een Verklaring Omtrent het Gedrag gevoegd en heeft zij een vragenformulier op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur moeten invullen. Dat formulier heeft zij in mei 2018 ingevuld en ondertekend. Daarbij heeft zij verklaard dat formulier naar waarheid te hebben ingevuld. Tot het moment dat op de aanvraag was besloten, mocht [appellant sub 2] van de burgemeester bij wijze van coulance de lunchroom exploiteren. De burgemeester heeft de aanvraag voor een exploitatievergunning afgewezen, omdat [appellant sub 2] volgens hem in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:392
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202000071/1/A3

202000497/1/A3

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de burgemeester van Waalwijk onder aanzegging van bestuursdwang het erf inclusief woonwagen en opstallen aan [locatie] te Waalwijk gesloten voor de duur van drie maanden krachtens artikel 13b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Opiumwet. Op 9 april 2019 heeft de politie het perceel aan de [locatie] te Waalwijk gecontroleerd. Daar is in een schuur een met houten schotten afgeschermde ruimte van 4,59 vierkante meter aangetroffen. In de ruimte zijn verschillende voorwerpen gevonden waarvan de politie het vermoeden heeft dat deze waren bestemd voor een hennepkwekerij. Het gaat om een schakelbord, een slakkenhuis, een koolstoffilter en zwart folie met hennepresten. Verder is in de woonwagen op het perceel een elektriciteitsmeter aangetroffen waarmee gefraudeerd werd, wat volgens de politie brandgevaar opleverde. De burgemeester heeft het perceel gesloten voor drie maanden naar aanleiding van wat de politie heeft geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:368
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000497/1/A3

202000767/1/A3

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de Stichting Autoriteit Financiële Markten het verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. De AFM heeft in 2013 vastgesteld dat verschillende banken bij het adviseren over en het aangaan van rentederivaten de belangen van MKB-klanten onvoldoende in acht hebben genomen. Vervolgens bleken eind 2015 de herbeoordelingen door de banken ook onder de maat. Op advies van de AFM is daarom begin 2016 de zogenoemde Derivatencommissie, bestaande uit drie deskundigen, aangesteld om een herstelkader overeen te komen met de banken. De Derivatencommissie heeft vervolgens het "Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB" vastgesteld. In het Uniform Herstelkader is opgenomen dat de deelnemende banken een coulancevergoeding aanbieden aan de MKB-klanten die binnen het bereik van het Herstelkader vallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:391
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000767/1/A3

202001225/1/R1

Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "Grote Beer Oostburg (Bunker)" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de Grote Beer te Oostburg. Het omvat een bomenrijk perceel met een in de jaren ‘60 van de vorige eeuw gebouwde ondergrondse atoombunker met een omvang van ongeveer 400 m². De initiatiefnemer van het plan, [partij], is voornemens om bovenop de locatie van de atoombunker een woning te realiseren. Voorliggend plan maakt dit mogelijk.[appellanten sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen, aangezien zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat en de bestaande groenstructuur in hun woonwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:385
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202001225/1/R1

202001329/1/A3

Bij besluit van 22 juni 2018 heeft de burgemeester van Heerlen gelast de woning aan de [locatie] te Hoensbroek voor een periode van zes maanden te sluiten. [appellant sub 2A] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Hoensbroek. Naar aanleiding van een melding door buurtbewoners heeft de politie op 30 mei 2018 een bezoek gebracht aan de woning. Niemand was aanwezig in de woning. In een slaapkamer op de eerste etage van de woning is een hennepkwekerij aangetroffen bestaande uit onder meer 165 planten in een henneptent, zes assimilatielampen, zes armaturen en knipbenodigdheden. Van de bevindingen is op ambtseed een rapportage opgemaakt. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de woning op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet voor zes maanden te sluiten, conform het Handhavingsbeleid drugs- en overige (woon)overlast van 15 mei 2017. De woning was gesloten van 19 juli 2018 tot 19 januari 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:390
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001329/1/A3

202001660/1/R1

Bij besluit van 26 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn het verzoek van [appellant] en anderen om handhavend op te treden tegen bed & breakfast activiteiten in de woning op het perceel [locatie] te De Kwakel (hierna: de locatie) afgewezen. [partij] is eigenaar van de locatie waarop onder meer een vrijstaande woning is gelegen. [appellant] en anderen wonen in de nabijheid van de locatie en hebben bij brief van 8 augustus 2018 het college verzocht om handhaving. Volgens hen wordt in de woning in strijd met het geldende bestemmingsplan een bed & breakfast geëxploiteerd zonder dat [partij] beschikt over een omgevingsvergunning. Het college heeft zich in het besluit van 21 maart 2019 op het standpunt gesteld dat het gebruik van de woning in overeenstemming is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:382
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001660/1/R1

202001884/1/R1

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van decontaminatie-units op het perceel [locatie 1] te De Kwakel afgewezen. [partij] woont op het perceel. [appellante] woont op het aangrenzende perceel [locatie 2]. appellante] heeft op 13 oktober 2017 het college verzocht handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van mobiele deco-units op het perceel, omdat het volgens haar op grond van het bestemmingsplan ter plaatse niet is toegestaan deco-units te plaatsen en zij er overlast van ondervindt. Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college het besluit van 19 december 2017 tot afwijzing van het handhavingsverzoek gehandhaafd. Het college acht zich niet bevoegd handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van de deco-units op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:383
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001884/1/R1

202002107/1/R1

Bij besluit van 27 september 2019 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Recycling Tiel B.V. een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 15, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit. Op 6 november 2018 heeft de Omgevingsdienst Regio Arnhem bij de Inspectie Leefomgeving en Transport melding gedaan in de vorm van een zogenoemd bodemsignaal van een mogelijke overtreding door Recyling Tiel B.V. van het Besluit bodemkwaliteit op de locatie Panovenweg 21 te Tiel. Door de toezichthouders van de ILT is naar aanleiding van een controle op de locatie het rapport "Bodemsignaal, Mogelijke overtreding: samenvoegen grond of baggerspecie in de zin van artikel 4.3.2 van de Regeling bodemkwaliteit door Recycling Tiel B.V." van 8 april 2019 opgemaakt, waarin is geconstateerd dat voldoende is komen vast te staan dat op de locatie verschillende partijen grond zijn samengevoegd, zonder te beschikken over de vereiste erkenning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:367
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202002107/1/R1

202002187/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 1 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant A] en [appellant B] gezamenlijk een bestuurlijke boete van € 20.500,00 en een last onder dwangsom opgelegd. [appellanten] zijn eigenaar van de woning aan de [locatie]. Naar aanleiding van een melding van woonfraude met betrekking tot de woning, die veelvuldig aan toeristen zou worden verhuurd, hebben toezichthouders van de gemeente de woning in augustus 2018 bezocht. Daarbij zijn twee toeristen in de woning aangetroffen. Vastgesteld werd dat een kamer in de woning via Airbnb aan toeristen werd verhuurd. De toeristen deelden de woonkamer, keuken en badkamer met de vier bewoners van de woning, die twee kamers in de woning onderhuurden. Het college heeft geconcludeerd dat de woning hotelmatig wordt gebruikt en aan [appellant A] en [appellant B] de boete opgelegd wegens het in strijd met artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:363
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002187/1/A3

202002206/1/R4

In het besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Oude Zwolseweg naast [nummer] Wenum Wiesel" vastgesteld. Daarbij is aan het perceel de bestemming "Wonen-2" toegekend. Het plan voorziet in de realisatie van een woning op een onbebouwd perceel, gelegen tussen de percelen [locatie A] en [locatie B] Wenum Wiesel. Het plangebied wordt begrensd door woningen en ontsloten op de Oude Zwolseweg. [appellante] woont direct naast het plangebied op het perceel [locatie A]. Zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat, met name voor aantasting van haar privacy en uitzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:378
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002206/1/R4

202002272/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [wederpartij] een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd. [wederpartij] huurt de woning aan de [locatie] in Amsterdam en staat op dat adres ingeschreven in de basisregistratie personen. Hij heeft bij de gemeente een melding gedaan van het exploiteren van een bed & breakfast in de woning. Naar aanleiding van een melding van vermoedelijke woonfraude hebben toezichthouders van de gemeente in juli 2018 een onaangekondigd huisbezoek aan de woning gebracht. Zij hebben twee Engelse en twee Duitse toeristen in de woning aangetroffen. De Engelse toeristen hebben verklaard dat ze via Airbnb een kamer in de woning hadden gehuurd van 15 tot en met 19 juli 2018. Toilet, badkamer en keuken werden met de andere toeristen in de woning gedeeld. Het college heeft op grond van deze bevindingen geconcludeerd dat sprake is van hotelmatig gebruik van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:365
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002272/1/A3

202002313/1/R4

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van de aan hem verleende omgevingsvergunning te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft in september 2015 aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een schuur voor kleinschalige horeca op het perceel [locatie] in Beltrum. Het college heeft aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van deze vergunning. Het college stelt zich hierbij op het standpunt dat uit controles van toezichthouders op 6 oktober 2018, 30 maart 2019 en 5 april 2019 is gebleken dat in de schuur activiteiten hebben plaatsgevonden die in strijd zijn met de vergunning. [appellant] stelt daarentegen dat geen overtreding is begaan. Ook beroept hij zich op het gelijkheidsbeginsel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:376
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002313/1/R4

202002443/1/R1

Bij besluit van 12 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beemster aan Soru Beheer B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van een handelsreclame op de gevel van het pand aan de Vredenburghweg 2 in Zuidoostbeemster. Soru Beheer heeft op 13 november 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanbrengen van een handelsreclame, bestaande uit verlichte doosletters "Groene Aggregaat" op het dak van het pand. De Welstandscommissie Beemster heeft deze aanvraag voorzien van een negatief advies, tenzij de aanvraag wordt aangepast. Het college heeft aanvankelijk aan Soru Beheer een omgevingsvergunning verleend. Aan dit besluit heeft het college ten grondslag gelegd dat bij toetsing van het bouwplan aan de in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgenomen en voor dit bouwplan toepasselijke weigeringsgronden is gebleken dat het bouwplan in overeenstemming is met de redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:371
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002443/1/R1

202002512/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een achteraanbouw van drie bouwlagen en drie dakterrassen aan de achterzijde van het gebouw aan de [locatie] in Amsterdam. Bij besluit van 2 februari 2015 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vernieuwen van de fundering van het gebouw. Een achteraanbouw was onderdeel van dit gebouw. Bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de fundering is de achteraanbouw verwijderd, omdat deze volgens [appellant] zwak en onvoldoende stabiel bleek te zijn. Vervolgens heeft [appellant] op 12 mei 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vernieuwen van de achteraanbouw. Op de bij de aanvraag behorende tekening zijn ook drie dakterrassen ingetekend aan de achterzijde van het gebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:372
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002512/1/R1

202002613/1/R4

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Oldebroek van 5 maart 2020, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied, Zonnepark Heidehoeksweg" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:418
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002613/1/R4

202002699/1/R4

Bij besluit, verzonden op 25 april 2018, heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van diverse bouwwerken, waaronder een afdakje op palen. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de Hooglandseweg, ongenummerd, in Braamt. Op dit perceel staan verschillende bouwwerken, waaronder een afdakje op palen. Om dit afdakje te legaliseren heeft [appellant] aan het college een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gevraagd. Bij het primaire besluit dat is verzonden op 25 april 2018 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Naar aanleiding van bezwaren van omwonenden heeft het college vervolgens bij het besluit op bezwaar van 13 november 2018 alsnog geweigerd om in zoverre de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:379
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002699/1/R4

202002796/1/R1

Bij besluit van 21 december 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Wetterskip Fryslân aan [vergunninghoudster] een watervergunning verleend voor het aanbrengen van beplanting in de beschermingszone van een hoofdwatergang, het plaatsen, hebben en onderhouden van een beschoeiing in een hoofdwatergang en het verbreden van een watergang ter compensatie van een toename van verhard oppervlak. Op 14 maart 2018 heeft [vergunninghoudster] een watervergunning aangevraagd voor het aanbrengen van een beplantingsstrook op een groenstrook tussen de loods en de Fiskerfeart. Dit in verband met de verleende omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke aan [vergunninghoudster] voor het bouwen van een nieuwe bedrijfsloods op het perceel [locatie] in Tzummarum waarbij de verplichting is opgelegd om een beplantingsstrook aan te brengen. De groenstrook is eigendom van [vergunninghoudster] en ligt in de 5 m brede beschermingszone van een hoofdwatergang van het waterschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:373
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202002796/1/R1

202002822/1/R4

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het aanplanten van bomen, hagen en struweel op de agrarische percelen langs de Geelkerkenkamp, Benedendorpseweg en Van der Toulon van der Koogweg in Oosterbeek. Het college heeft aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het aanplanten van 9 loofbomen, 4 fruitbomen, een struweel en een gebiedseigen haag op de percelen. De Vereniging is bang dat door die aanplant afbreuk wordt gedaan aan het landschap dat zich volgens haar kenmerkt door zijn openheid en zichtlijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:388
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002822/1/R4

202002912/1/V6

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] heeft de Ghanese nationaliteit en heeft sinds 9 september 2013 een verblijfsdocument met de aantekening 'Familielid van een burger van de Unie', ontleend aan artikel 20 van het VWEU (een Chavez-Vilchez verblijfsrecht). Zij heeft dit verblijfsdocument gekregen, omdat haar zoon de Nederlandse nationaliteit heeft, hij minderjarig was en hij gedwongen zou zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten als [appellante] geen verblijf in Nederland zou krijgen. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verblijfsrecht een tijdelijk karakter heeft. Daarom bestaan bedenkingen tegen haar verblijf in Nederland voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:395
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202002912/1/V6

202003096/1/R4

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Zaltbommel het bestemmingsplan "Zaltbommel, Maatschappelijke zone Waluwe III Reparatieplan" vastgesteld. Het plan houdt een herziening in van het bestemmingsplan "Zaltbommel, Maatschappelijke Zone Waluwe III". Dat plan maakte de realisatie van een sportcomplex met zwembad en school mogelijk op de in geding zijnde gronden. Vast staat dat het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel bij besluit van 11 maart 2020 een - thans onherroepelijke - omgevingsvergunning heeft verleend voor de realisatie van het sportcomplex met zwembad, alsmede voor de horecavoorziening. Het plan dat wordt bestreden voorziet in de planologische inpassing van het vergunde sportcomplex met zwembad en de vergunde horecagelegenheid. Stichting Veiliger Zaltbommel kan zich niet verenigen met het plan vanwege de gevolgen ervan voor de zogenoemde externe veiligheid van personen die zich bij de verwezenlijking van het plan in het plangebied bevinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:366
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003096/1/R4

202003104/1/R1

Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Beleggingsmaatschappij Klaprozenweg Amsterdam (BKA) B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een combinatiegebouw met 72 huurwoningen en kantoor-, bedrijfs- en bijeenkomstruimtes, met bijbehorende nevenfuncties, op het terrein op de hoek Hulstweg en Vlierweg (kavel BSH06) in Amsterdam. Het college heeft aan BKA een omgevingsvergunning verleend. Op 30 augustus 2019 heeft [appellant] het college langs digitale weg verzocht om de vergunningsstukken. Op 8 september 2019 heeft [appellant] een online klachtformulier ingediend bij het college, omdat hij de gevraagde stukken nog niet had ontvangen. Op 7 oktober 2019 ontving [appellant] van het college een "link" naar de stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:381
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003104/1/R1

202003640/1/A2

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 2017 eigenaar van de woning aan de [locatie] te [plaats]. De woning is gebouwd in 1900 en bevindt zich boven het Groningenveld, in het gebied waar zich als gevolg van gaswinning bodemdaling en aardbevingen voordoen. Op 15 maart 2018 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij het Centrum Veilig Wonen. De schade is omschreven als scheuren in de gevel. Bij het besluit van 14 augustus 2019 heeft de minister een schadevergoeding toegekend voor een aantal schades en geen schadevergoeding toegekend voor de overige schades, omdat die schades volgens de minister niet het gevolg zijn van de gaswinning in Groningen. Op 19 maart 2018 is met het Besluit Mijnbouwschade Groningen van 1 februari 2018 de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:374
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003640/1/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003640/1/A2

202004015/1/R1

Bij besluit van 8 juni 2020 (hierna: het aanwijzingsbesluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort de Evenaar, containerlocatie 33590, aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] bewoont een appartement op het adres [locatie] te Amersfoort. De aangewezen locatie voor twee ORAC’s bevindt zich voor de oostelijke entree van het appartementencomplex. De containers zijn al geplaatst. De naast deze ORAC’s gerealiseerde papier- en kartoncontainer maakt geen onderdeel uit van het aanwijzingsbesluit. [appellant] kan zich niet verenigen met het besluit, omdat hij niet betrokken is geweest bij de procedure tot het aanwijzen van de locatie. Ook acht hij de aangewezen locatie niet geschikt en meent hij dat er alternatieve locaties zijn die geschikter zijn om te worden aangewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:364
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004015/1/R1

202004874/1/R3

[appellante] heeft naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 12 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4500, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Westerkwartier omtrent vaststelling van een door [appellante] verzochte aanpassing van het op 16 maart 2016 door de raad van de gemeente Leek vastgestelde bestemmingsplan "Bedrijventerrein Leek en Oldebert" voor haar perceel [locatie] te Leek. [appellante] heeft de raad van de gemeente Leek bij brieven van 30 juli 2018 en 21 september 2018 verzocht het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Leek en Oldebert" voor haar perceel [locatie] te wijzigen. Omdat de raad niet binnen twee weken nadat hij in gebreke was gesteld alsnog had beslist omtrent vaststelling van het bestemmingsplan, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 12 augustus 2019 het daartegen gerichte beroep van [appellante] gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:398
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202004874/1/R3

202005896/1/R4

Bij besluit van 29 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend ter legalisering van een reeds bestaande berging op het perceel [locatie 1]. Bij besluit van 29 maart 2017 heeft het college omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een bestaand bijgebouw van 2,40 m hoog, 2,60 m breed en 3,60 m breed op het perceel [locatie 1]. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] gelegen schuin achter dit perceel. Vanuit zijn woning heeft hij zicht op het bij besluit van 29 maart 2017 vergunde bijgebouw. Het bijgebouw staat in de zijtuin van het perceel van [vergunninghouder] tegen de perceelsgrens van het perceel van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:375
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005896/1/R4

202006503/1/V3

Bij besluit van 21 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:352
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006503/1/V3

202100655/2/V2

Bij besluiten van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:351
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100655/2/V2

202100978/2/V3

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:350
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100978/2/V3

202101232/2/V3

Bij besluit van 11 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:357
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101232/2/V3

202004839/1/V2

Bij besluit van 27 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:349
Datum uitspraak
22 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004839/1/V2

201908075/1/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Rijssen-Holten van 26 september 2019, waarbij het bestemmingsplan "Wonen Holten – [locatie]" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:400
Datum uitspraak
22 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908075/1/R1

202005409/1/R2 en 202005409/2/R2

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Roosendaal het bestemmingsplan "Thorbeckelaan 237" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van één woning op de locatie Thorbeckelaan 237 te Roosendaal. In het voorgaande bestemmingsplan was aan de gronden een agrarische bestemming toegekend en ontbrak een bouwvlak. Het plangebied maakt deel uit van het buurtschap Rietgoor bestaande uit lintbebouwing met woningen langs de Thorbeckelaan. Het buurtschap betreft een voormalig agrarisch buurtschap dat door de in 1990 ontwikkelde naastgelegen woonwijk Tolberg aan de rand van de bebouwde kom van Roosendaal is komen te liggen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan de rand van de woonwijk Tolberg aan de [locatie 1] en de [locatie 2] te Roosendaal. Tussen hun gronden en het plangebied ligt een groenstrook en zij hebben vanuit hun woningen en tuinen zicht op het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:342
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005409/1/R2 en 202005409/2/R2

202007023/2/R1

Bij besluit van 21 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om de uitbouw op het perceel [locatie] te Amsterdam te verwijderen en verwijderd te houden. De last behelst dat binnen een termijn van zes weken na verzending van het besluit van 21 februari 2018 de uitbouw verwijderd dient te worden. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 10.000,00 ineens. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat een deel van de uitbouw, ter grootte van 5,7 m2, op meer dan 4 m van het oorspronkelijke hoofdgebouw staat en daarom niet op grond van artikel 2, aanhef, derde lid, onder a, van bijlage II van het Bor vergunningvrij kon worden gebouwd. [verzoeker] heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de uitbouw deels buiten de vergunningvrije zone in het achtererfgebied is gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:341
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007023/2/R1

202100052/2/V3

Bij besluit van 1 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:340
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100052/2/V3

202100307/2/V3

Bij besluiten van 3 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:348
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100307/2/V3

202003005/2/R1 en 202003006/2/R1

Tijdens de zitting op 26 januari 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena (de voorzitter) en mr. E.J. Daalder (de rapporteur) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202003005/1/R1 en 202003006/1/R1. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat als gevolg van de gang van zaken ter zitting van 26 januari 2021 de staatsraden bij hem de indruk hebben gewekt partijdig en vooringenomen te zijn. [verzoeker] voert hierover aan dat hij zich ter zitting niet serieus genomen voelde. Uit de opmerking van de rapporteur dat het hier om een burenruzie gaat en uit het feit dat hij het college als objectief betitelde, blijkt volgens [verzoeker] dat de rapporteur het voorliggende probleem niet heeft onderkend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:343
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202003005/2/R1 en 202003006/2/R1

202100173/1/V3

Bij besluit van 23 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:338
Datum uitspraak
18 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100173/1/V3

202100625/3/V3

Bij besluiten van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdeling om haar en haar minderjarige kind een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:337
Datum uitspraak
18 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100625/3/V3

202100026/2/R4

Bij besluit van 29 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "[locatie], Wijchen" gewijzigd vastgesteld. Dit plan maakt de bouw van vier levensloopbestendige woningen mogelijk, alsmede de bouw van een vrijstaande woning ter vervanging van een bestaande woonboerderij. Het plangebied bestaat uit een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met gedeeltelijk een woonbestemming en bijbehorende agrarische gronden in de vorm van weiland. Het oppervlak van het plangebied is ongeveer 9.640 m². [partij] is eigenaar van de desbetreffende gronden. Binnen een aantal maanden zal een omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen worden aangevraagd. [verzoeker] en anderen wonen tegenover het plangebied. Zij vrezen dat de realisering van de woningen tegenover hun percelen zal leiden tot een verlies van hun uitzicht en onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:306
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100026/2/R4

202100431/2/R4

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Lorentzstraat 17a" gewijzigd vastgesteld. Voor het perceel - voorheen bekend als Lorentzstraat 17a - in de wijk Leusderkwartier is een initiatief ingediend voor de bouw van 17 woningen. Het gaat om de voormalige bedrijfslocatie van [wegenbouwer A], later [naam] wegenbouw/Dura Vermeer. Het perceel maakt deel uit van een terrein met een bedrijfsbestemming, die wordt omsloten door voornamelijk woningen aan de Lorentzstraat, Arnhemseweg, Everard Meysterweg en Woestijgerweg. Het bouwen van de woningen is niet in overeenstemming met de bedrijfsbestemming die het perceel heeft in het bestemmingsplan "Amersfoort Zuid en Kattenbroek". Om dit initiatief desondanks mogelijk te maken, is voor het perceel een bestemmingsplan opgesteld. Verder is in het kader van de coördinatieregeling een omgevingsvergunning aangevraagd en verleend voor onder meer het bouwen van 17 woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:314
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202100431/2/R4

202100869/2/V3

Bij besluit van 30 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:313
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100869/2/V3

201804397/2/R3

Bij uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:450 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Krimpenerwaard opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 24 april 2018, waarbij het bestemmingsplan "Landelijk gebied, voormalige gemeente Nederlek" is vastgesteld, te herstellen. [appellant] kon zich in zijn beroep tegen het besluit van 24 april 2018 niet verenigen met het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden" en de aanduiding "bijgebouwen", voor het perceel aan de [locatie] te Lekkerkerk. Hij betoogde dat de bij het besluit van 24 april 2018 toegekende bouwaanduiding te beperkend was voor zijn activiteiten, het houden van schapen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:317
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201804397/2/R3

201906592/1/R3

Bij besluit van 17 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop Free Heart Vastgoed B.V., Free Heart B.V. en [appellant] onder oplegging van dwangsommen gelast om vijf gestelde overtredingen van artikel 2.3, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld te beëindigen en beëindigd te houden. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning die het college op 30 november 2016 had verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:289
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906592/1/R3

201906593/1/R3

Bij besluit van 19 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop Free Heart Vastgoed B.V., Free Heart B.V. en [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om verschillende gestelde overtredingen van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en b, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld te beëindigen en beëindigd te houden. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:326
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906593/1/R3

201906697/1/R2

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Abdij Lilbosch/LIVAR - Experience Centre" vastgesteld. De Abdij Lilbosch wil volgens de plantoelichting haar veehouderijactiviteiten rondom het Limburgse kloostervarken (Livar-varken) op een passende wijze laten bestemmen, deze activiteiten uitbreiden en hieraan een totaalconcept rondom het Livar-varken verbinden. Op de locatie van een voormalige manege aan de Zandweg 10 nabij het abdijcomplex zal hiertoe een zogeheten "Livar Experience Centre" worden gerealiseerd. Daar worden de varkenshouderijactiviteiten gecombineerd met een bezoekerscentrum, vleesatelier en een slachterij. [appellant sub 1] is gevestigd en wonend aan de [locatie 1]. Volgens haar voorziet het plan ten onrechte in de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij. Zij vreest voor aantasting van haar woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:333
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201906697/1/R2

201907769/1/R4

Bij besluit van 7 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen een verzoek van [overledene] om handhavend op te treden tegen de zonder vergunning opgerichte gebouwen op het perceel Keijenbergseweg 10-12 te Wageningen afgewezen. Het college heeft afgezien van handhavend optreden, omdat het van mening was dat ten tijde van het nemen van het besluit van 1 augustus 2018 concreet zicht op legalisering bestond. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak overwogen dat ten tijde van het nemen van het besluit van 1 augustus 2018 geen concreet zicht op legalisering bestond en heeft dat besluit daarom deels vernietigd. De rechtbank heeft echter aanleiding gezien de rechtsgevolgen van dat besluit in stand te laten, omdat het college bij besluit van 12 december 2018 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het legaliseren van een deel van het asielzoekerscentrum, zodat geen sprake meer was van een overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:332
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907769/1/R4

201907770/2/R4

Bij besluit van 12 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een deel van het asielzoekerscentrum op het perceel Keijenbergseweg 10-12 te Wageningen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat het bouwplan voldoet aan de criteria 3, 4, 12 en 13 van artikel 4 van de Welstandsnota Wageningen 2010. In het herstelbesluit van 9 december 2020 heeft het college zich onder verwijzing naar het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 16 november 2020 op het standpunt gesteld dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het college is echter van oordeel dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:291
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907770/2/R4

201909204/1/R2

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een kringloopwinkel in een pand aan de Ekkersrijt 3104a te Son en Breugel. De rechtbank heeft het door Camtronics B.V. daartegen ingestelde beroep wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Camtronics B.V. betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Zij voert aan dat in de brief, waarbij het besluit op bezwaar aan haar bekend is gemaakt, weliswaar melding wordt gemaakt van de mogelijkheid van beroep, maar dat de termijn waarbinnen dat dient te geschieden ontbreekt, zodat in strijd met artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht een rechtsmiddelenclausule ontbreekt. Zij werd pas na afloop van de beroepstermijn bijstaan door een professioneel rechtsbijstandsverlener, aldus Camtronics B.V.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:331
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201909204/1/R2

202000723/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [wederpartij] een bestuurlijke boete van € 20.500,- opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Op 17 mei 2018 heeft de Inspectie een boeterapport opgemaakt. In dit rapport staat dat [vennoot A] 22 dagen vervoerwerkzaamheden heeft verricht met het motorvoertuig met het kenteken [A] zonder dat daarvan een deugdelijke registratie is gevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:318
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000723/1/A3

202000726/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [B] en [A] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de tien overtredingen bedraagt € 44.000,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:321
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000726/1/A3

202000727/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van onderscheidenlijk [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de 27 overtredingen bedraagt € 118.800,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:319
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000727/1/A3

202001082/1/R3

Bij besluit van 27 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop verzoeken van [partij] en anderen om handhavend op te treden tegen verschillende gestelde overtredingen op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld, en om intrekking van de omgevingsvergunning van 24 februari 2015 voor een beeldentuin op dit perceel, afgewezen. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning die het college op 30 november 2016 had verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:325
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001082/1/R3

202001611/1/R1

Bij besluit van 17 november 2015 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden een watervergunning verleend voor het afkoppelen van een verhard oppervlak, het vervangen van twee duikers en het aanbrengen van drie duikers op de locatie Leijenstraat in Reusel, tussen Lensheuvel en de beek de Reusel. Het college heeft het dagelijks bestuur op 31 augustus 2015 verzocht om een watervergunning voor het afkoppelen van een verhard oppervlak van 16.000 m² - gemeentelijk openbaar perceel - van het gemengde rioolstelsel aan de Lensheuvel in Reusel. Dit is een methode om riooloverstortingen te verminderen, waarbij wordt voorkomen dat hemelwater in het gemengde rioolstelsel terecht komt. Het hemelwater dat afkomstig is van dit oppervlak zal via een leiding worden geloosd op de Reusel, een A-watergang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:316
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202001611/1/R1

202001714/1/R4

Bij uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3251, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 juni 2018 bevestigd. Verder heeft de Afdeling het beroep van Windesheim tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerde van 27 september 2018 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, voor zover daarbij is geweigerd om handhavend op te treden tegen het gebruiken van gronden van de camping met de dubbelbestemming "Waterstaatsdoeleinden". Windesheim is eigenaresse van het perceel [locatie] te Wapenveld. Zij verpacht het perceel aan [huurder], die op het perceel een camping exploiteert. Op het perceel bevindt zich een aantal stacaravans. Windesheim stelt zich op het standpunt dat het gebruik van de gronden met de dubbelbestemming "Waterstaatdoeleinden" voor stacaravans in strijd is met het bestemmingsplan en heeft het college verzocht daartegen handhavend op te treden. Het college heeft geweigerd dat te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:324
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202001714/1/R4

202001716/1/R2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Gilze en Rijen het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte Laarspad" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 64 woningen, waarvan 34 zogeheten ruimte-voor-ruimte kavels, ten zuiden van de Hoevenaarsstraat in Gilze. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] op een afstand van ongeveer 125 m ten zuidwesten van het plangebied. Hoeve de Lakenvelder en Vexpro zijn gevestigd aan de Horst 26 op een afstand van ongeveer 50 m ten zuiden van het plangebied. Zij vrezen dat de identiteit van het buurtschap de Horst zal worden aangetast en dat het plangebied via het buurtschap de Horst ontsloten zal worden. [appellant sub 4] woont aan de [locatie 2] op een afstand van ongeveer 100 m ten noordoosten van het plangebied. Hij vreest overlast te ondervinden door het bouwverkeer ten behoeve van de realisatie van de woningen binnen het plan en het bestemmingsverkeer voor de toekomstige woningen in het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:335
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001716/1/R2

202001871/1/A3

Bij besluit van 6 juni 2018 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit (hierna: de Ksa) aan [appellante A] en [appellante B] een bestuurlijke boete van onderscheidenlijk € 210.000,- en € 200.000,- opgelegd wegens overtreding van de Wet op de kansspelen. De Ksa heeft naar aanleiding van meldingen over de reclameactiviteiten op de website www.[appellante] onderzocht of de Wok is overtreden. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 8 februari 2018. Vastgesteld is dat [appellante] de aanbieder is van de online kansspelen op die website. In het boeterapport is vermeld dat op de [website] aan de in Nederland woonachtige consument gelegenheid wordt gegeven om mee te dingen naar prijzen of premies waarbij de aanwijzing van winnaars plaatsvindt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen. Dat is in ieder geval gebeurd in de periode vanaf 14 juni 2017 tot en met 22 oktober 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:315
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202001871/1/A3

202002653/1/R4

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest [appellant sub 1] onder aanzegging van een dwangsom gelast om het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoning(en) op het perceel aan de [locatie 1] te Soesterberg te staken en gestaakt te houden. Het perceel, waarvan [appellant sub 1] sinds 2015 eigenaar is, is door Jachthuis vanaf die tijd geëxploiteerd. Op het perceel staan recreatiewoningen. Jachthuis heeft de recreatiewoningen verhuurd aan onder meer personen die afkomstig zijn uit het buitenland en in Nederland werk hebben. [partij A] en [partij B] wonen in de buurt van het perceel aan de [locatie 2]. [partij C] woont aan de [locatie 3]. Buurtgroep BASje is een groep bewoners van woningen aan de Amersfoortsestraat. Het college stelt zich op het standpunt dat het verblijf van de arbeidsmigranten in de recreatiewoningen niet-recreatief is en dat het gebruik in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Landelijk gebied".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:327
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002653/1/R4

202002655/1/R1

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Hulst besloten het bestemmingsplan "Frederik Hendrikstraat ong., Lamswaarde" niet vast te stellen. Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan is gelegen aan de Frederik Hendrikstraat te Lamswaarde. De Frederik Hendrikstraat vormt een verbindingsweg tussen de kern van Lamswaarde ten oosten van het plangebied en de provinciale weg N689 ten westen van het plangebied, gelegen aan het dorp Kuitaart. Het bestemmingsplan om de vaststelling waarvan door [appellante] is verzocht, voorziet in de wijziging van de bestemming "Agrarisch" naar de bestemming "Wonen" met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van wonen - landhuis’, waarbij 50% van het perceel moet bestaan uit opgaand hout. Het plan is gebaseerd op de toepassing van de ruimte-voor-ruimteregeling in de Omgevingsverordening Zeeland 2018 van de Provincie Zeeland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:330
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202002655/1/R1

202002731/1/A3

Bij besluit van 7 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Van 2014 tot 2017 heeft [appellant] begeleid gewoond op basis van een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg. In december 2017 is hij naar Colombia geëmigreerd om bij zijn moeder te gaan wonen. In maart 2018 is hij weer teruggekomen naar Nederland. [appellant] verbleef bij een kennis en vroeg een urgentieverklaring aan omdat die kennis hem niet langer onderdak kon bieden. Ter zitting bij de rechtbank is gebleken dat [appellant] inmiddels weer begeleid woont. Hij heeft een minderjarige zoon uit een eerdere relatie. Die zoon woont bij de moeder. [appellant] is nu getrouwd met een vrouw uit Chili, die een dochter heeft. Hij wilt zijn vrouw en haar dochter naar Nederland halen. Volgens het college kan het woonprobleem van [appellant] niet of in onvoldoende mate worden opgelost door een urgentieverklaring.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:328
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002731/1/A3

202002853/1/R1

Bij besluit van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [vergunninghouder], handelend onder de naam [bedrijf], een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een bedrijfsschuur op het perceel [locatie 1] te Oosterend. Omdat een deel van het dak van deze schuur een plat dak betreft en dit op grond van de planregels van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Texel 2013" niet is toegestaan, is eveneens vergunning verleend voor het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan. Het bedrijf van [vergunninghouder] ligt aan de [locatie 2]/[locatie 1]. [appellant] woont op het perceel [locatie 3] te Oosterend en is eigenaar van het perceel [locatie 4], welk perceel direct tegenover de nieuw te bouwen bedrijfsschuur ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:320
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002853/1/R1

202003272/1/A3

Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00. Op 16 april 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam in verband met een controle op de naleving van onder andere de Huisvestingswet 2014 de woning op het adres [locatie 1] in Amsterdam bezocht. Daarbij zijn twee toeristen in de woning aangetroffen. Deze hebben verklaard dat ze via Airbnb de woning voor tien nachten hadden geboekt. De toeristen huurden de gehele woning. In de woning zijn geen persoonlijke spullen aangetroffen die op duurzame bewoning door een hoofdbewoner wijzen. Het college heeft geconcludeerd dat de woning hotelmatig wordt gebruikt en aan [appellante] de boete opgelegd wegens het in strijd met artikel 21, aanhef en onder a, van de Hw zonder de vereiste vergunning onttrekken van de woning aan de bestemming tot bewoning. Ten tijde van de constatering van deze overtreding was zij huurder van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:323
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003272/1/A3

202003278/1/A3

Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] drie bestuurlijke boetes, ten bedrage van elk € 20.500,00, opgelegd. Op 16 april 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam in verband met een controle op de naleving van onder andere de Huisvestingswet 2014 de woningen op het adres [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Amsterdam bezocht. Daarbij zijn toeristen in de woningen aangetroffen. De toeristen hadden de woningen via Airbnb geboekt en huurden deze geheel. In de woningen zijn geen persoonlijke spullen aangetroffen die op duurzame bewoning door een hoofdbewoner wijzen. De toeristen hebben verklaard dat zij bij aankomst bij de door hen gehuurde woning door [appellant] zijn opgevangen, die hun de huissleutel heeft overhandigd en een telefoonnummer heeft achtergelaten. De toezichthouders hebben via het telefoonnummer contact met [appellant] opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:322
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003278/1/A3

202003541/1/R4

Bij besluit van 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen twee parkeerstroken en een weg in een groensingel op het perceel Oude Benderseweg 11 te Ruinen afgewezen. Landclub exploiteert een vakantiepark met een camping op het perceel. Op het perceel staan diverse bouwwerken. [appellant] woont aan de [locatie] te Ruinen en heeft vanuit zijn woning zicht op het vakantiepark. Op het terrein van Landclub zijn een weg en bijbehorende parkeerstroken aangebracht. Op 4 mei 2020 heeft [appellant] het college een ingebrekestelling gestuurd, omdat het volgens hem niet tijdig opnieuw heeft beslist op zijn bezwaar. Het college heeft [appellant] op 14 mei 2020 geïnformeerd over het handhavingstraject. Bij besluit van 20 mei 2020 heeft het college Landclub gelast om voor 14 mei 2021 de wegverharding op het perceel, waarmee de weg en parkeerstroken worden bedoeld, te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:334
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003541/1/R4

202003885/1/R4

Bij besluit van 25 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Lochem het bestemmingsplan "Partiële herziening Lochem-West, Sportpark de Elze vastgesteld". Het bestemmingsplan voorziet in een mogelijkheid dat op de gronden van het Sportpark De Elze wordt geparkeerd, in de "berm" naast de toegangsweg van de ijsbaan in het noordoostelijke deel van het terrein. Daartoe zijn aan de desbetreffende gronden met de bestemming "Sport", onderscheidenlijk de aanduidingen "overige zone - parkeren 1" en "overige zone - parkeren 2" toegekend. [appellant] en anderen zijn bewoners van de [locaties], ten oosten van de gronden met de hiervoor genoemde aanduidingen. Het beroep van [appellant] en anderen is gericht tegen de plandelen "overige zone - parkeren 1" en "overige zone - parkeren 2". De kortste afstand tussen het perceel van [appellant] en anderen "overige zone - parkeren 1" bedraagt ongeveer 77 meter. De kortste afstand van [appellant] en anderen tot "overige-zone - parkeren 2" bedraagt ongeveer 43 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:329
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003885/1/R4

202004036/1/V3

Bij besluit van 1 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds 19 maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen naar Nederland willen reizen. De vreemdeling komt uit Barbados. Zij valt niet onder een van de uitzonderingscategorieën en Barbados staat niet op de lijst met derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven. De vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor de volksgezondheid beschouwd. Daarom is haar de toegang tot Nederland geweigerd. Deze zaak gaat over de vraag of de vrijheidsontnemende maatregel die is gebaseerd op de toegangsweigering, nog langer gerechtvaardigd is te achten als de vreemdeling na de geldende quarantaineperiode geen klachten heeft die wijzen op corona.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:285
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004036/1/V3

202004786/1/V3

Bij besluit van 29 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds 19 maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen naar Nederland willen reizen. De vreemdeling heeft de Nicaraguaanse nationaliteit. Hij verbleef in Panama en vanuit daar is hij naar Nederland gekomen. De vreemdeling valt niet onder een van de uitzonderingscategorieën en Panama staat niet op de lijst met derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven. De vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor de volksgezondheid beschouwd. Daarom is hem de toegang tot Nederland geweigerd. Omdat er op korte termijn geen terugvlucht naar Panama beschikbaar was, is aan hem ook een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:286
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004786/1/V3

202004422/1/V3

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:309
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004422/1/V3

202005433/1/R3 en 202005433/2/R3

Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Lisse het bestemmingsplan "Visserkade" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van het planologisch regime voor de botenloods met de drie aangrenzende woningen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Lisse. Aan deze botenloods en de drie woningen was in het voorheen geldende bestemmingsplan "Meerzicht" een bedrijfsbestemming toegekend. Voor de drie woningen wordt in het aan de orde zijnde bestemmingsplan "Visserkade" het huidige gebruik vastgelegd door het toekennen van de bestemming "Wonen". Aan de naastgelegen botenloods is ook de bestemming "Wonen" toegekend om ter plaatse de bouw van een nieuwe woning mogelijk te maken. Verder ziet het plan op een nabijgelegen parkje aan de Grevelingstraat, waaraan de bestemming "Groen" is toegekend. [appellant] woont aan de [locatie 1]. Hij richt zich in beroep tegen de bouwmogelijkheden die het plan biedt voor zijn woning en de woningen van zijn buren aan de [locatie 2] en [locatie 3].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:305
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202005433/1/R3 en 202005433/2/R3

202006169/2/R2

Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente ’s-Hertogenbosch het bestemmingsplan "Theater aan de Parade 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het Theater aan de Parade. De aanleiding voor het nieuwe bestemmingsplan is blijkens de plantoelichting dat het bestaande theater technisch en kwalitatief verouderd is en grote investeringen benodigd zouden zijn om het te laten voldoen aan de eisen van de komende tijd. Het nieuwe bestemmingsplan ziet op de bestaande locatie van het Theater aan de Parade. Daarnaast is voor de verbouw van het theater een omgevingsvergunning verleend, die ziet op de activiteiten bouwen, met het bestemmingsplan strijdig gebruik, het slopen van een bouwwerk in een beschermd stadsgezicht, het uitvoeren van een werk en een uitweg maken, hebben of veranderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:307
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006169/2/R2

202100477/1/V2 en 202100477/2/V2

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:310
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100477/1/V2 en 202100477/2/V2

202100521/2/V2

Bij besluit van 25 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:308
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100521/2/V2

202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2, 202100959/1/A2 en 202100974/1/A2

Op 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer op 17 maart 2021. Daarbij heeft het centraal stembureau de lijst Vrij en Sociaal Nederland ingediend door [appellant sub 4A], geldig verklaard in kieskringen 1, 2, 8, 9, 10 en 12 en de "blanco lijst met als eerste kandidaat [appellant sub 5]" (hierna: de blanco lijst), ingediend door [appellant sub 5], geldig verklaard in kieskringen 3, 4, 6, 7, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19. Op de dag van de kandidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer, 1 februari 2021, zijn twee kandidatenlijsten met de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" ingeleverd bij het centraal stembureau.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:312
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2, 202100959/1/A2 en 202100974/1/A2

202101007/1/A2

Op 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer op 17 maart 2021. Daarbij heeft het centraal stembureau de lijst Vrij en Sociaal Nederland ingediend door [partij A], geldig verklaard in kieskringen 1, 2, 8, 9, 10 en 12 en de "blanco lijst met als eerste kandidaat [partij B].", ingediend door [partij B], geldig verklaard in kieskringen 3, 4, 6, 7, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:311
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202101007/1/A2

202100153/2/R1

Bij besluit van 13 februari 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Vechtstromen de legger gewijzigd. Bij besluit van 9 april 2018 heeft het dagelijks bestuur het besluit van 13 februari 2018 vervangen door een gelijkluidend besluit. Het dagelijks bestuur heeft hierbij besloten om watergangen, die zijn aangewezen op de bij het besluit behorende kaart, van de onderhoudslegger af te voeren per 1 januari 2021. Het dagelijks bestuur heeft daarbij verder met toepassing van artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet de kadastraal eigenaar van deze watergangen aangewezen als onderhoudsplichtige van de watergang tot het moment van afvoeren van de legger. Zes van deze watergangen liggen op percelen die [wederpartij] pacht van stichting Twickel, die eigenaar is van de watergangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:296
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202100153/2/R1

202100347/2/V3

Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:299
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100347/2/V3

202100952/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen ongeldig verklaard. Aan het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat bij de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen onvoldoende geldige verklaringen van ondersteuning zijn ingeleverd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:301
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100952/1/A2

202100956/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. [appellante] geeft aan dat het besluit van het centraal stembureau van 5 februari 2021 bij haar vragen heeft opgeroepen. Zij betoogt, in de kern samengevat, dat voor haar, en meer in het algemeen voor zwakkere groepen in de samenleving, niet duidelijk is waar de partijen met lijstnummers 14 - 37 voor staan. Zij kent de partijen met de lijstnummers 1 - 13, maar mist informatie over de achtergrond van een aantal nieuwe politieke groeperingen, die in de laatstgehouden verkiezing geen zetel hebben behaald. Zij vindt het de taak van het centraal stembureau om aan de kiezers informatie te verstrekken over de personen achter en de standpunten van deze politieke groeperingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:300
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100956/1/A2
vorige pagina1...216217218...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon