Uitspraak 202100532/1/R1


Volledige tekst

202100532/1/R1.
Datum uitspraak: 17 november 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Coöperatief Young Creatives U.A., gevestigd te Amsterdam,

appellante,

en

het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost van Amsterdam,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 november 2020 heeft het dagelijks bestuur de afvalinzamellocaties ter plaatse van de Strandeilandlaan te IJburg gewijzigd.

Tegen dit besluit heeft Coöperatief Young Creatives beroep ingesteld.

Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 oktober 2021, waar het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. D.R. van Ee en ing. C. van Bergen Henegouw, is verschenen.

Overwegingen

1.       Bij het besluit zijn diverse afvalinzamellocaties in het zogeheten Young Creatives-gebied te Amsterdam, waar de Strandeilandlaan deel van uitmaakt, gewijzigd. In deze procedure is uitsluitend de locatie met het nummer A10 aan de Strandeilandlaan aan de orde. Bij besluit van 19 maart 2019 was op deze locatie voorzien in een ondergrondse container voor restafval en in een ondergrondse container voor glas. Het nu voorliggende besluit voorziet in een derde container op deze locatie. Die container is bedoeld voor groente en fruit.

2.       Artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) luidt:

"1. Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

[...]".

Artikel 6:6 van de Awb luidt: "Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:

a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of

[...]".

3.       In artikel 12, eerste lid, van haar statuten is bepaald dat de coöperatie wordt vertegenwoordigd door het bestuur, alsmede - indien het bestuur uit twee bestuurders bestaat - door twee bestuurders gezamenlijk. In het tweede lid is bepaald dat het bestuur functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid kan aanstellen.

Uit het overgelegde uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat het bestuur bestaat uit een voorzitter, een penningmeester en een lid. Zij hebben een gezamenlijke bevoegdheid met de andere bestuurders.

Het beroep is enkel ondertekend door [penningmeester]. Daarmee is niet voldaan aan de eis die artikel 12, eerste lid, van de statuten stelt aan de vertegenwoordiging van de coöperatie. De coöperatie heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat [penningmeester] zelfstandig bevoegd is om beroep in te stellen.

4.       Het voorgaande brengt de Afdeling tot de slotsom dat het beroep niet is ondertekend door een daartoe bevoegde persoon. De Afdeling ziet daarom aanleiding met toepassing van artikel 6:6, onder a, van de Awb het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

5.       Het dagelijks bestuur hoeft de proceskosten niet te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

w.g. Van Helvoort
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2021

361