Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.754
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201905633/1/R4

Bij besluit van 21 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van de bestaande bedrijfswoning op het perceel de [locatie] in de Meern als een woning. [appellant] is mede-eigenaar van een bedrijfspand. Dit pand ligt ten opzichte van de Pastoor Boelenslaan achter de woningen op de percelen nummers 6 en 8. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘De Meern Zuid’ rust op het perceel de bestemming ‘Wonen’ met de aanduiding ‘Lintbebouwing’. [appellant] heeft op 30 september 2017 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend. Het college heeft zich bij het besluit van 26 september 2018 op het standpunt gesteld dat het op grond van het bestemmingsplan is toegestaan om het pand te gebruiken voor wonen en dus voor dat gebruik een omgevingsvergunning niet is vereist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1820
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905633/1/R4

201905695/1/R2

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht aan Coop Supermarkten B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een Coop supermarkt op het perceel Sint Pieterstraat 72 in Maastricht. Coop Supermarkten heeft op 9 januari 2018 een aanvraag ingediend voor het vestigen van een Coop supermarkt met een winkelvloeroppervlak van 500 m² op de begane grond en in de kelder het perceel. In het besluit van 24 april 2018 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Daarbij heeft het zich op het standpunt gesteld dat de aanvraag niet in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1836
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905695/1/R2

201905773/1/R1

Bij besluit van 20 april 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn [appellant A] en [appellant B] gelast zo spoedig mogelijk doch uiterlijk 1 juli 2016 het gebruik van de woning op het perceel [locatie] te Beekbergen voor bedrijfsmatige exploitatie als vakantiewoning te beëindigen en beëindigd te houden. Bij uitspraak van 12 juni 2017 heeft de rechtbank het door [appellant A] en [appellant B] tegen het besluit van 1 september 2016 ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard voor zover ingediend door [appellant B], het beroep van [appellant A] tegen het besluit van 1 september 2016 gegrond verklaard, het besluit van 1 september 2016 vernietigd, het besluit van 20 april 2016 herroepen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak van de rechtbank is door de Afdeling bij uitspraak van 26 september 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3125, vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1833
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905773/1/R1

201905926/1/A3

Bij besluit van 17 oktober 2017 heeft de burgemeester van Leiden een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen [persoon] afgewezen. Op 15 augustus 2017 heeft [appellant] de burgemeester verzocht op grond van artikel 151d van de Gemeentewet handhavend op te treden tegen de volgens hem ernstige en herhaaldelijke hinder vanuit de woning van [persoon]. [appellant] heeft in zijn verzoek te kennen gegeven dat deze overlast onder meer bestond uit verbouwingswerkzaamheden aan de woning en de daaruit voortvloeiende geluidsoverlast. De burgemeester heeft het verzoek van [appellant] afgewezen, omdat hij de door [appellant] ervaren overlast niet beschouwt als ernstige en herhaaldelijke hinder als bedoeld in artikel 2.79, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening 2015. Daarbij heeft de burgemeester verwezen naar het rapport van de toezichthouder van 20 februari 2017 over de controles die hij op 27 december 2016 en 17 februari 2017 heeft verricht van de woning van [persoon].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1814
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905926/1/A3

201906104/1/R4

Boskalis is voornemens om vanaf begin 2020 tot en met eind 2035 op de projectlocatie zand en grind te winnen. Bij besluit van 2 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beuningen aan Boskalis Nederland B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van de gronden op de locatie Nieuwe Pieckelaan ongenummerd te Beuningen, voor zand- en grindwinning en een klasseerinstallatie met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen. Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college aan Boskalis een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor zand- en grindwinning en een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van diverse bouwwerken op de projectlocatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1830
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906104/1/R4

201906240/1/A3

Bij besluit van 21 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk ingewilligd. Op 13 juli 2017 heeft [appellant] een Wob-verzoek ingediend. Het verzoek luidt als volgt: "In het kader van de werkzaamheden en bestemmingsplanwijzigingen die u heeft voorgesteld verzoek ik u mij de relevante informatie en documenten te verstrekken voor […] de bestemmingsplanwijziging en verkoop van de kavel[s] in Park Meerland (Meerhoven) aan Waterfront ongenummerd. Tevens verzoek ik u om de relevante documenten en communicatie met de horeca ondernemers over de vestiging van deze onderneming op deze locatie te verstrekken." Bij besluit, verzonden op 6 maart 2018, heeft het college het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1821
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906240/1/A3

201906876/1/R2

Bij besluit van 19 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 8 bomen op de locatie [locatie 1] te [plaats]. [vergunninghouder] wil de huidige ontsluiting van zijn perceel verleggen naar een locatie waarvoor het nodig is houtgewas te vellen en te rooien aan de Tilburgse baan. Hij heeft hiervoor een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo, aangevraagd en deze is bij besluit van 19 januari 2018 verleend. Voor 6 bomen die worden gekapt en ook betrokken waren in de aanvraag, is aangegeven dat geen omgevingsvergunning is vereist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1813
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak201906876/1/R2

201907591/1/A2

Bij besluit van 21 september 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2018 voor [appellant] herzien naar € 104,00. [appellant] heeft in 2018 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Op 1 februari 2018 is [appellant] verhuisd. Bij het besluit van 21 september 2018, gehandhaafd bij het besluit van 17 december 2018, heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2018 berekend op een lager bedrag. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan zijn besluitvorming ten grondslag gelegd dat [appellant] per 1 februari 2018 niet meer voor huurtoeslag in aanmerking kwam omdat de rekenhuur van de nieuwe woning hoger is dan de voor hem, gelet op zijn leeftijd van toepassing zijnde maximale huurgrens. [appellant] werd in 2018 22 jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1810
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201907591/1/A2

201907689/1/R4

Bij besluit van 13 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug een bedrag van € 12.796,69 voor de kosten voor de toepassing van bestuursdwang op [appellant] verhaald. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] te Leersum. Bij besluit van 8 juni 2016 heeft het college aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd strekkende tot het verwijderen van materialen en bouwwerken van het perceel. Met de besluiten op bezwaar van 20 januari 2017 en 28 september 2017 heeft het college dat besluit in stand gelaten. In de hiervoor genoemde besluiten is nader gespecificeerd om welke materialen en bouwwerken het gaat. De rechtbank Midden-Nederland heeft bij uitspraak van 27 november 2017 in zaak nr. UTR 17/882, de last onder bestuursdwang in stand gelaten, behoudens de in het besluit van 20 januari 2017 gestelde begunstigingstermijn. Op 19 juni 2018 is feitelijk bestuursdwang toegepast namens het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1829
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907689/1/R4

201907920/1/A3

Bij besluit van 12 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen de aanvraag van [wederpartij] voor een vergunning voor het omgezet houden van een zelfstandige woning in drie onzelfstandige woonruimten ten behoeve van kamerbewoning afgewezen. [wederpartij] is eigenaar van een appartement aan de [locatie] in Groningen. Sinds 2003 verhuurt hij drie kamers aan drie personen in het appartement. De gemeente heeft beoogd om per 1 juli 2015 het (omzetten en) omgezet houden van een zelfstandige woning in drie of meer onzelfstandige woonruimten vergunningplichtig te stellen. Pandeigenaren zoals [wederpartij] die al drie of meer onzelfstandige woonruimten verhuurden konden daarom tot 1 juli 2017 onder het overgangsrecht een vergunning aanvragen en verkrijgen. [wederpartij] heeft op 2 mei 2018 bij het college een vergunning onder toepassing van het overgangsrecht aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1819
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907920/1/A3

201907921/1/A3

Bij besluit van 8 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen de aanvraag van [wederpartij] voor een vergunning voor het omgezet houden van een zelfstandige woning in drie onzelfstandige woonruimten ten behoeve van kamerbewoning afgewezen. [wederpartij] is sinds 2013 eigenaar van de woning aan de [locatie] in Groningen. Hij verhuurt sinds die tijd drie kamers aan drie personen in zijn woning. De gemeente heeft beoogd om per 1 juli 2015 het (omzetten en) omgezet houden van een zelfstandige woning in drie of meer onzelfstandige woonruimten vergunningplichtig te stellen. Pandeigenaren zoals [wederpartij], die al drie of meer onzelfstandige woonruimten verhuurden, konden tot 1 juli 2017 onder het overgangsrecht een vergunning aanvragen en verkrijgen. [wederpartij] heeft op 13 november 2017 bij het college een vergunning onder toepassing van het overgangsrecht aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1772
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907921/1/A3

201907987/1/A3

Bij brief van 25 april 2018 heeft [appellant], contactpersoon en vertegenwoordiger van de actiegroep ‘Geen 4 mei voor mij’, de burgemeester van Amsterdam bericht dat hij voornemens is op 4 mei 2018 van 20.00 uur tot 20:02 uur, op de Dam in Amsterdam, tijdens de Nationale Dodenherdenking, een lawaaidemonstratie te houden. In een begeleidend schrijven bij deze kennisgeving heeft [appellant] toegelicht dat hij dit doet uit protest tegen de wijze waarop de Nationale Herdenking plaatsvindt. [appellant] is het er niet mee eens dat sinds 1961 ook Nederlandse militairen worden herdacht die sinds de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Bij besluit van 29 april 2018 heeft de burgemeester [appellant] medegedeeld dat zijn voornemen een strafbaar feit oplevert en dat de door hem aangekondigde actie niet wordt geduld. Bij besluit van 1 mei 2018 heeft de burgemeester [appellant] een gebiedsverbod opgelegd voor de binnenstad van Amsterdam, op 4 mei 2018 tussen 18:00 en 22:00 uur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1835
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907987/1/A3

201908722/1/A3

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam geweigerd een exploitatievergunning, een drank- en horecavergunning en een vergunning voor twee kansspelautomaten te verlenen aan [appellante]. [appellante], een vennootschap onder firma, is een horecabedrijf waarvan [gemachtigde A] en [gemachtigde B] de vennoten zijn. Haja Horeca Exploitatie B.V. was de rechtsvoorganger van [appellante]. Op 17 november 2014 heeft de burgemeester aan Haja Horeca Exploitatie een exploitatievergunning verleend. [gemachtigde A] en [gemachtigde B] waren destijds leidinggevenden bij Haja Horeca Exploitatie. Op 29 juni 2016 heeft [appellante] aanvragen ingediend voor een exploitatievergunning, een DHW-vergunning en een vergunning voor twee kansspelautomaten. Gedurende de behandeling van de aanvragen hebben de vennoten het horecabedrijf voorlopig mogen exploiteren. De burgemeester heeft geweigerd de gevraagde vergunningen te verlenen, omdat er ernstige overtredingen in het horecabedrijf hebben plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1812
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201908722/1/A3

201908787/1/A3

Bij besluit van 2 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen de aanvraag van [wederpartij] voor een vergunning voor het omgezet houden van een zelfstandige woning in drie onzelfstandige woonruimten ten behoeve van kamerbewoning afgewezen. [wederpartij] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Groningen. Hij verhuurt sinds 2007 drie kamers aan drie personen in de woning. De gemeente heeft beoogd om per 1 juli 2015 het (omzetten en) omgezet houden van een zelfstandige woning in drie of meer onzelfstandige woonruimten vergunningplichtig te stellen. Pandeigenaren zoals [wederpartij] die al drie of meer onzelfstandige woonruimten verhuurden konden daarom tot 1 juli 2017 onder het overgangsrecht een vergunning aanvragen en verkrijgen. [wederpartij] heeft eind februari 2016 per gewone post een aanvraagformulier voor een vergunning voor zijn woning aan de [locatie] bij de gemeente ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1818
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908787/1/A3

201908795/1/R3 en 201908960/1

Bij besluit van 28 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen aan Energiepark Pottendijk BV een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een windpark met 14 windturbines aan de Woldweg in het gebied Pottendijk. Energiepark Pottendijk is voornemens om op de projectlocatie voor de duur van 16 jaar een windpark te realiseren dat bestaat uit 14 windturbines, bijbehorende kraanopstelplaatsen en een inkoopstation. Zij heeft daartoe een omgevingsvergunning aangevraagd voor de activiteiten bouwen, het uitvoeren van een werk of werkzaamheden, het afwijken van het bestemmingsplan en het oprichten van een inrichting en het uitvoeren van een werk of werkzaamheden als bedoeld in de Wabo. Zes dorpsverenigingen in de omgeving van de projectlocatie vrezen dat het windpark de leefomgeving nadelig zal beïnvloeden en tot verschillende veiligheidsrisico's leidt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1811
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908795/1/R3 en 201908960/1

202001073/1/R4

Bij besluit van 29 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 27 augustus 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 27 augustus 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Heiloostraat 664 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1828
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001073/1/R4

202001369/1/R4

Bij besluit van 24 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 6 november 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 6 november 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de Haringkade 159 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de doos in de papiercontainer heeft gedaan. Hij stelt dat de containers overvol waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1824
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001369/1/R4

202001405/1/R4

Bij besluit van 1 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam zijn beslissing om op 16 maart 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Schiedam 2013 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 150,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die volgens het controlerapport bij het besluit van 1 april 2019, op 16 maart 2019 is aangetroffen op de openbare weg ter hoogte van de Vijgensteeg 3 in Schiedam. Volgens het besluit van 13 februari 2020 is de huisvuilzak aangetroffen naast een aangewezen inzamelvoorziening ter hoogte van de Vijgensteeg 3 in Schiedam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1825
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001405/1/R4

202001540/1/R4

Bij besluit van 26 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 september 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos met oud papier die op 11 september 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Spilstraat 2 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar adres herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een bruine verzendenvelop, voorzien van een adreslabel met daarop de [naam] en het adres van [appellante]. [appellante] betwist dat de aangetroffen doos van haar afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1826
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001540/1/R4

202001555/1/R4

Bij besluit van 23 oktober 2019 met kenmerk 3568844 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 18 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een kartonnen verzendenvelop, door het college aangeduid als 'doos', en een huisvuilzak die op 18 oktober 2019 tegelijkertijd zijn aangetroffen naast twee naastgelegen ondergrondse restafvalcontainers ter hoogte van de 2e Jerichostraat 2A in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de verzendenvelop en de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op de verzendsticker op de verzendenvelop staan en omdat in de huisvuilzak een tot hem herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een pakbon waarop zijn naam en adres staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1827
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001555/1/R4

202001642/1/R4

Bij besluit van 16 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 10 januari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak met oud papier die op 10 januari 2020 is aangetroffen in de vulopening van een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van het Willebrordusplein 7C in Rotterdam. De huisvuilzak blokkeerde de vulopening van de papiercontainer waardoor deze niet meer gebruikt kon worden. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan haar geadresseerde brief. [appellante] betwist in haar beroepschrift dat de aangetroffen huisvuilzak van haar afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1822
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001642/1/R4

202001879/1/R1

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarn vijf locaties aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers. Het bestreden besluit voorziet in de aanwijzing van vijf locaties voor ORAC’s. De locaties worden in het bestreden besluit aangeduid als GT29 (De Aak), SM91 (Oosterstraat), WS46 (Wijkamplaan), XT13 (Meeuwenweide) en HD13 (De Schoener). Naar aanleiding van de ingebrachte zienswijzen op het ontwerpplan van 10 september 2019 heeft het college tot de definitieve aanwijzing van deze locaties voor de ORAC’s besloten. [appellant] woont op het perceel [locatie 1], [appellant A] op het perceel [locatie 2] en [appellant B] op het perceel [locatie 3]. Zij kunnen zich niet met het besluit verenigen, voor zover het ziet op de ten opzichte van het ontwerpbesluit gewijzigde locatie RJ34 aan de Bremstraat naar de locatie SM91 ter hoogte van de hoek Wijkamplaan/Oosterstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1771
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001879/1/R1

202002385/1/R1

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar locaties aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers, waaronder de locatie nabij de Beethovensingel, Kalmanstraat en Leharkade te Alkmaar. Het bestreden besluit voorziet in de aanwijzing van een locatie voor een orac voor bewoners van de Beethovensingel, de Kalmanstraat en de Leharkade te Alkmaar. De locatie wordt in het bestreden besluit aangeduid als WE131R. [appellant] en anderen wonen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3], nabij de aangewezen locatie voor de orac. Zij kunnen zich niet verenigen met de aanwijzing van deze locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1778
Datum uitspraak
29 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002385/1/R1

201908283/2/A3, 201908297/2/A3 en 201908319/2/A3

Tijdens de zitting op 6 juli 2020 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. E. Steendijk (hierna: de staatsraad) belast met de behandeling van zaken nrs. 201908283/1/A3, 201908297/1/A3 en 201908319/1/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1788
Datum uitspraak
27 juli 2020
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908283/2/A3, 201908297/2/A3 en 201908319/2/A3

202002245/2/R3

Bij afzonderlijke besluiten van 22 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen zowel [verzoeker A] als [verzoeker B] onder oplegging van een dwangsom gelast om de gestelde strijdigheden met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Groningen op te heffen door het gebruik als studio te staken en gestaakt te houden en door de situatie op de percelen in de oude staat te herstellen en alsnog een sloopmelding voor uitgevoerde sloopwerkzaamheden in te dienen. [verzoeker A] en [verzoeker B] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat de volgens het college verbeurde dwangsommen niet worden ingevorderd voordat is beslist op hun hoger beroep. Volgens hen heeft invordering voor hen zware financiële consequenties en onomkeerbare gevolgen en weegt het belang van het college bij onmiddellijke invordering daar niet tegen op.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1776
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002245/2/R3

202002420/2/V2

Bij besluit van 6 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1783
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002420/2/V2

202003084/2/R1

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest op grond van artikel 10:23, eerste lid, van de Wet Milieubeheer, en artikelen 15, derde lid, 16, derde lid, 17, tweede lid, en 20 van de Afvalstoffenverordening Uitgeest een aantal locaties als clusterplaats voor rolcontainers aangewezen, waaronder locatie U620 in de nabijheid van de woning van [verzoekster], te weten [locatie] te Uitgeest. Locatie U620 maakt onderdeel uit van een groter plan waarbij honderden clusterplaatsen in de gemeente zijn aangewezen. In het ontwerp van het plan was voor locatie U620 voorzien in 10 plaatsen voor rolcontainers op de openbare weg voor de gevel van de woning van [verzoekster] die is gelegen aan de Langebuurt. Naar aanleiding van de zienswijze van [verzoekster] is de locatie gesplitst en is voorzien in 6 containerplaatsen op het parkeervak voor Langebuurt 38 en 6 containerplaatsen op de openbare weg gedeeltelijk voor de gevel van de woning van [verzoekster].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1780
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003084/2/R1

202003342/1/R1

Bij besluit van 12 maart 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland Ducor gelast de overtreding op het terrein van artikel 3.32 van het Activiteitenbesluit, artikel 13 van de Wet Bodembescherming en artikel 10.1 van de Wet milieubeheer, door het nemen van onvoldoende maatregelen om te voorkomen dat granulaatkorrels buiten de inrichting terecht kunnen komen, te beëindigen en beëindigd te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 15.000,00 per keer dat wordt geconstateerd dat niet aan de last is voldaan met een maximum van € 45.000,00. Daarbij is aangegeven dat per week maximaal één constatering kan plaatsvinden. Ducor houdt zich met name bezig met de productie van niet-giftige en recycleerbare producten op basis van polypropyleen, waaronder zogenaamde granulaatkorrels (kleine plastic korrels). Deze granulaatkorrels kunnen onder meer worden gebruikt voor hoogwaardige verpakkingsmaterialen en medische applicaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1779
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Dwangsom en beroep
  • uitspraakin de zaak202003342/1/R1

202003532/2/V2

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1792
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003532/2/V2

202003849/2/V2

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1791
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003849/2/V2

202003928/2/V3

Bij besluit van 10 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1785
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003928/2/V3

202000150/1/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Laren van 27 november 2019, waarbij het bestemmingsplan "Centrum Laren 2018" (hierna: het bestemmingsplan) is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1800
Datum uitspraak
24 juli 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202000150/1/R1

202002780/2/R2

Bij besluit van 11 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Woongebieden 2019" vastgesteld. [verzoeker sub 1] en anderen kunnen zich niet verenigen met het plan, voor zover bij een gewijzigde vaststelling aan het perceel IJzerenmanweg 15, dat de bestemming "Cultuur en ontspanning" heeft, gedeeltelijk de aanduiding "horeca van categorie 1" is toegekend. Hiermee wordt bij het openluchttheater De Lichtenberg een horecavoorziening mogelijk gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1774
Datum uitspraak
23 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002780/2/R2

202003108/2/R4

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht besloten de raad van de gemeente Lopik een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, op onderdelen van het op 18 februari 2020 door de raad gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan "[locatie 1]/[locatie 2] en [locatie 3]/[locatie 4]" van de gemeente Lopik. Het plan voorziet in de verplaatsing van de [bedrijf A] ([locatie 5]/[locatie 3]) en [bedrijf B] ([locatie 6]) naar het perceel [locatie 1]/[locatie 7] en [locatie 2]. De bebouwing op het perceel zal worden vernieuwd of gemoderniseerd. Voor de voormelde bedrijven en het reeds ter plaatse gevestigde tuincentrum zal nieuwbouw plaatsvinden. De woningen op de percelen, bestemd als burgerwoning, zullen worden gesloopt en herbouwd als bedrijfswoningen. [verzoeker] is eigenaar van het grootste deel van de gronden aan de [locatie 1]/[locatie 2] en eigenaar van het op het perceel reeds gevestigde tuincentrum.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1773
Datum uitspraak
23 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202003108/2/R4

202004036/3/V3

Bij besluit van 1 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1781
Datum uitspraak
23 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004036/3/V3

201906423/2/R4

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 31 juli 2019 in zaak nr. 18/2909.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1718
Datum uitspraak
23 juli 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906423/2/R4

201805655/1/V2

Bij besluit van 12 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1716
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201805655/1/V2

201907917/1/V3

Bij besluit van 17 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en de aanvragen van de vreemdeling om wijziging van de haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1715
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201907917/1/V3

202000203/1/V2

Bij besluit van 14 januari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1702
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000203/1/V2

202000240/1/V2

Bij besluit van 10 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1706
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000240/1/V2

202001907/1/V2

Bij besluit van 17 december 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1705
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202001907/1/V2

202002527/1/R4 en 202002527/2/R4

Bij besluit van 28 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rhenen aan [appellant] onder oplegging van een dwangsom onder meer gelast de op het perceel [locatie] te Elst zonder omgevingsvergunning gebouwde schuur met aanbouw, te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel van [appellant] staat een schuur met aanbouw. Volgens het college is de schuur zonder omgevingsvergunning gebouwd en is de schuur in strijd met de ter plaatse geldende bestemming "Agrarisch", omdat het perceel geen bouwvlak heeft. Bij besluit van 28 augustus 2019 heeft het college daarom aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1628
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002527/1/R4 en 202002527/2/R4

202002571/2/V2

Bij besluit van 2 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1714
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002571/2/V2

202002758/2/V2

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1713
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002758/2/V2

202002792/1/V2

Bij besluit van 10 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1700
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002792/1/V2

202002874/2/V2

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1710
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002874/2/V2

202002897/2/V3

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1720
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002897/2/V3

202003013/1/V2

Bij besluit van 11 januari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1698
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003013/1/V2

202003197/2/V3

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1721
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003197/2/V3

202003268/2/V3

Bij besluit van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1722
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003268/2/V3

202003343/2/V2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1711
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003343/2/V2

202003397/2/V2

Bij besluiten van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1723
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003397/2/V2

202003445/2/V3

Bij besluit van 13 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1701
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003445/2/V3

202003462/2/V2

Bij besluiten van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1709
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003462/2/V2

202003485/1/A3 en 202003485/2/A3

Bij besluit van 10 januari 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming een verzoek van [appellant] om verlening van een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. [appellant] was werkzaam als taxichauffeur. Hij heeft op 1 november 2019 verzocht om afgifte van een VOG voor de aanvraag van een chauffeurskaart. Besluitvorming. De minister heeft bij de beoordeling van de aanvraag van [appellant] de criteria gehanteerd die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018 (Stcrt. 2017, 68620). Daarnaast heeft de minister het Screeningsprofiel "taxibranche; chauffeurskaart" van toepassing verklaard. De minister heeft de aanvraag van [appellant] op grond van artikel 35, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1629
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202003485/1/A3 en 202003485/2/A3

202003525/1/V3

Bij besluit van 4 juni 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1688
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202003525/1/V3

202003546/2/V2

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1708
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003546/2/V2

202003574/2/V2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1724
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003574/2/V2

202003583/2/V3

Bij besluit van 1 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1704
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003583/2/V3

202003685/2/V3

Bij besluit van 27 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1699
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003685/2/V3

202003691/2/V3

Bij besluiten van 30 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1703
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003691/2/V3

202003723/2/V3

Bij besluit van 18 mei 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1726
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003723/2/V3

202003730/2/R4

Bij besluit van 20 april 2017 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, thans: de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Sims Recycling Solutions Coöperatief B.A. en Sims Recycling Solutions onder oplegging van een dwangsom gelast zich te onthouden van verwerkingshandelingen aan afgedankte elektrische en elektronische apparatuur met een Cathode Ray Tube die niet als passend kunnen worden gekwalificeerd in de zin van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. In haar uitspraak van 22 januari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:208) heeft de Afdeling geoordeeld dat de werkwijze van Mirec B.V., waarbij hele CRT-apparaten worden geshredderd, geen passende verwerking is als bedoeld in artikel 11 van de Regeling. De Afdeling heeft het besluit van 31 augustus 2017 vernietigd, waarop het college op 12 juni 2020 een nieuw besluit op bezwaar genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1717
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003730/2/R4

202003768/2/V3

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1728
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003768/2/V3

202003794/2/V2

Bij besluit van 21 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1727
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003794/2/V2

202003813/2/V3

Bij besluit van 25 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1725
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003813/2/V3

202003820/1/V3

Bij besluit van 12 mei 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1707
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202003820/1/V3

202003828/2/V3

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1770
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003828/2/V3

202003976/2/V2

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1775
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003976/2/V2

202004036/2/V3

Bij besluit van 1 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1782
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004036/2/V3

201809102/1/R2

Bij besluit van 28 september 2018 hebben provinciale staten van Noord-Brabant het inpassingsplan "Windenergie A16" vastgesteld. Het plan maakt de realisatie van 28 windturbines mogelijk in een zone langs de rijksweg A16 over een lengte van ongeveer 28 kilometer. De windturbines zijn verdeeld over vier locaties: bij knooppunt Klaverpolder voorziet het plan in de gemeente Moerdijk in 3 en in de gemeente Drimmelen in 6 windturbines (gezamenlijk aangeduid als A-1 t/m A-9), in de gemeente Breda voorziet het plan bij knooppunt Zonzeel in 8 windturbines (aangeduid als B1 t/m B-8) en bij knooppunt Galder in 3 windturbines (aangeduid als D-1 t/m D- 3) en ter hoogte van het bedrijventerrein Hazeldonk voorziet het plan in de gemeente Zundert in 8 windturbines (aangeduid als E-1 t/m E-8). Ter uitvoering van het plan zijn meerdere omgevingsvergunningen verleend voor de bouw en het in werking hebben van windturbines. De windturbines zullen verschillende exploitanten worden geëxploiteerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1769
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak201809102/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809102/1/R2

201809147/1/R4

Bij besluit van 19 juni 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Houten [appellant] omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een boomgaard op het perceel [locatie] (t.o. huisnummers [locatie 1] t/m [locatie 2]) in 't Goy. Bij uitspraak van 2 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2780, heeft de Afdeling geoordeeld dat de geconstateerde strijdigheid met het bestemmingsplan tot gevolg heeft dat de aanvraag om omgevingsvergunning ook betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in de Wabo. Ingevolge artikel 2.11, tweede lid, van de Wabo had het college dus ook moeten beoordelen of voor het gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo vergunning kon worden verleend. Naar aanleiding van voormelde uitspraak van de Afdeling heeft het college [appellant] op 15 februari 2016 verzocht om een ruimtelijke onderbouwing, voorzien van een locatiespecifiek onderzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1733
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201809147/1/R4

201900968/1/R4

Bij besluit van 17 november 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem aan Equipe een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van een gedeelte van het bedrijfspand aan de [locatie 1] te Gorinchem als medische kliniek. [appellant sub 1] is eigenaar van het bedrijfspand aan de [locatie 1]. Equipe huurt een gedeelte van dit pand en heeft op 10 oktober 2016 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruiken daarvan als medische kliniek, waarin poliklinische behandelingen en dagopnames zullen plaatsvinden. Volgens de aanvraag zal de kliniek hoofdzakelijk gebruikt worden voor consulten, controles, kleine ingrepen en therapie en zullen in de kliniek geen overnachtingen plaatsvinden. Voorheen was dit gedeelte van het bedrijfspand in gebruik als kantoor. [partij] was tot 31 januari 2020 eigenaar van het naastgelegen bedrijfspand, waarin een bedrijfswoning aanwezig is, aan de [locatie 2]. Op 31 januari 2020 heeft zij het pand verkocht aan haar rechtsopvolger De Rotonde & Co.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1742
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201900968/1/R4

201902357/1/R2

Bij besluit van 21 november 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel [appellant] onder oplegging van een last onder bestuursdwang gelast om de recreatiewoning, het afdak en de berging aan de [locatie] te Handel te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van de recreatiewoning op het perceel dat ligt op recreatiepark De Rooye Asch. Aan de recreatiewoning waarover de last onder bestuursdwang gaat, is een afdak gebouwd met daaronder een berging. De recreatiewoning heeft een totale oppervlakte van ongeveer 80 m2, het afdak is 35 m2 en de berging is 15,6 m2. Het college heeft [appellant] onder oplegging van een last onder bestuursdwang gelast om de recreatiewoning, het afdak en de berging te verwijderen en verwijderd te houden, omdat sprake is van overtreding van de artikelen 2.1, eerste lid, onder a en c, en 2.3a, eerste lid, van de Wabo.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1752
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902357/1/R2

201902409/1/R2

Bij besluit van 7 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad [appellante] gelast te voorkomen dat er een (overdekte) vrijmarkt plaatsvindt in het bedrijfspand aan de [locatie 1] in Veghel. [appellante] is eigenaar van het pand op het perceel, waar in het verleden een bouwmarkt was gevestigd. Ingevolge het geldende bestemmingsplan "Veghel-West, herstelplan [locatie 1] en [locatie 2]" rust op het perceel de bestemming "Bedrijf" en de aanduiding "specifieke vorm van detailhandel-bouwmarkt". Binnen deze bestemming is alleen detailhandel in de vorm van een bouwmarkt en productiegebonden detailhandel toegestaan. Op 6 en 7 oktober 2017 hebben toezichthouders van de gemeente een controle uitgevoerd op het perceel. Bij de controle op 7 oktober 2017 is gebleken dat in het pand een vrijmarkt plaatsvond. Het gebruik van het pand voor detailhandel in de vorm van een vrijmarkt is volgens het college in strijd met het bestemmingsplan. Voor dit gebruik is geen vergunning verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1751
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902409/1/R2

201902546/1/A1

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen opnieuw aan [appellant sub 1] de door hem gevraagde omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het uitbreiden van de varkenshouderij op het perceel [locatie 1] te Est. [appellant sub 1] is de exploitant van de varkenshouderij aan de [locatie 1]. Op 1 juli 2014 heeft hij een omgevingsvergunning eerste fase aangevraagd voor het veranderen van de inrichting. Nadat de gevraagde vergunning eerder is verleend, maar vervolgens is vernietigd door de rechtbank, heeft het college bij het besluit van 8 juni 2018 de gevraagde vergunning opnieuw verleend. Bij deze vergunning is onder meer het oprichten van een nieuwe stal, het aanbrengen van luchtwassers op twee bestaande stallen en een toename van het aantal varkens vergund. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2], op ongeveer 110 m afstand van de inrichting. Hij ondervindt geur- en geluidhinder van de varkenshouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1741
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201902546/1/A1

201902744/1/R3

Bij besluit van 13 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Opsterland geweigerd aan Vermilion omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een mijnbouwlocatie voor het uitvoeren van een proefboring op een perceel nabij De Ripen 19 te Nij Beets. Vermilion wil een proefboring op het perceel uitvoeren om zo de mogelijke aanwezigheid van gas vast te stellen. Vermilion heeft het college verzocht een omgevingsvergunning te verlenen voor het ontwikkelen van de locatie ten behoeve van het uitvoeren van een exploratieboring. De aanvraag omvat het bouwen van twee in het maaiveld verzonken betonnen boorkelders, twee betonnen boorfundaties, een hemelwaterput en een hek en het aanleggen van een toegangsweg. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat het gebruiken van de gronden voor het uitvoeren van een proefboring in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1765
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201902744/1/R3

201903087/1/R3

Bij besluit van 28 februari 2019 heeft de raad van de gemeente De Wolden het bestemmingsplan "Dunningen 4e fase, de Wijk" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten zuidoosten van de kern De Wijk en wordt begrensd door de Haalweidigerweg aan de zuidzijde en de Woert aan de westzijde. Met het plan beoogt de raad de vierde fase van de nieuwbouwwijk Dunningen te realiseren. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen wonen in de directe nabijheid van het plangebied en verzetten zich tegen het plan "Dunningen 4e fase, de Wijk". Zij zijn het er niet mee eens dat de gronden van het plangebied worden ontwikkeld als woningbouwlocatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1766
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201903087/1/R3

201903422/1/R4

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat krachtens artikel 34 van de Mijnbouwwet ingestemd met het door Vermilion Energy Netherlands B.V. ingediende winningsplan Slootdorp. Het gasveld Slootdorp ligt in de gemeente Hollands Kroon. Uit dit gasveld wordt sinds 1977 gas gewonnen. Appellanten wonen rond het gasveld. Het winningsplan waarmee thans is ingestemd houdt, kort weergegeven, een actualisering van het tot dan toe geldende winningsplan in. In het winningsplan wordt verwacht dat tot en met 2025 maximaal 564 miljoen Nm3 gas zal worden gewonnen. Daarbij is opgemerkt dat het gedrag van de putten moeilijk te voorspellen is, zodat dat einddatum van de gaswinning onzeker is. De minister heeft op 21 maart 2019 bepaald dat de in het winningsplan genoemde hoeveelheid gas van 564 miljoen Nm3 in de periode tot en met 31 december 2027 mag worden gewonnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1750
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201903422/1/R4

201903952/1/R3

Bij besluit van 17 april 2020 heeft de raad van de gemeente Groningen besloten het bestemmingsplan "Buitengebied Haren" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van een stuk grond gelegen tussen Groningen en Haren. Op deze grond wil [appellant] woningen bouwen, maar de huidige agrarische bestemming staat dat niet toe. Naar aanleiding van het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied Haren", dat op 26 mei 2016 ter inzage is gelegd en waarin de agrarische bestemming werd gehandhaafd, heeft [appellant] een zienswijze ingediend met het verzoek het perceel te bestemmen voor wonen en de bouw van circa 40 woningen toe te staan. In 2018 had de raad echter nog geen besluit genomen over de vaststelling van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1761
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201903952/1/R3

201905227/1/R3

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [locatie] in Wijhe. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangevraagd voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend, omdat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan "Wijhendaalseweg ongenummerd" en er ook geen andere weigeringsgronden bestaan. De rechtbank heeft overwogen dat het college gehouden was de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, omdat zich geen van de in artikel 2.10, eerste lid, van de Wabo genoemde weigeringsgronden voordoen. [appellant B], die naast het perceel woont, en [appellant A] zijn het daar niet mee eens en hebben hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1736
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905227/1/R3

201905332/1/R3

Bij besluit van 9 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Wonen Rijssen, Opbroek Noord" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten oosten van de kern Rijssen en wordt begrensd door de Witmoesdijk aan de noordzijde en de Wethouder H.H. Korteboslaan aan de westzijde. Met het plan wordt het mogelijk om de gronden van het plangebied te ontwikkelen tot een woningbouwlocatie. [appellante sub 1] en anderen zijn gevestigd aan de [locatie 1] te Rijssen. Zij oefenen op gronden op de westelijke zijde van het plangebied en op gronden ten noorden van het plangebied een plantenkwekerij uit. [appellante sub 2] is eigenaar van de gronden aan de [locatie 2] te Rijssen en heeft deze gronden in gebruik voor zijn autoschadebedrijf. [appellante sub 1] en anderen en [appellante sub 2] hebben beroep ingesteld tegen het plan, omdat zij vrezen dat zij in hun bedrijfsvoering zullen worden beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1768
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201905332/1/R3

201905409/1/R1

Bij besluit van 28 februari 2019 heeft het dagelijks bestuur van Avri de locatie G211R ter hoogte van het perceel Dr. A. Kuyperweg 16 in Beesd aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] woont aan de [locatie] in Beesd, op korte afstand van de locatie G211R, en kan zich niet met de plaatsing van de orac op deze locatie verenigen. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat door het gebruik en het legen van de orac.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1729
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201905409/1/R1

201905420/1/R3

Bij besluit van 27 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een berging/schuilhut en het aanleggen van een beukenhaag op het perceel, gelegen ten zuiden van [locatie], te Reeuwijk. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een berging/schuilhut op het perceel. Het perceel is gelegen aan de Reeuwijkse Plassen en bestaat voor een gedeelte uit een eiland. Op grond van het geldende bestemmingsplan "Plassengebied" rust op het perceel de bestemming "Natuur - Extensieve recreatie". Niet in geschil is dat het verlenen van de omgevingsvergunning in strijd is met het bestemmingsplan, aangezien uitsluitend bestaande bebouwing is toegestaan. Het college heeft de omgevingsvergunning met toepassing van de Wabo en de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsmogelijkheid verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1748
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905420/1/R3

201905496/1/R3

Bij besluit van 24 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een aanbouw aan de achterzijde van de woning aan de [locatie] in Den Haag. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een aanbouw op de begane grond aan de achterzijde van de benedenwoning op het perceel. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Benoordenhout" rust op het perceel de bestemming "Wonen-1". Niet in geschil is dat het bouwplan in strijd is met de bouwregels van het bestemmingsplan. Om die reden heeft het college de omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2˚, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 1, van bijlage II, van het Besluit omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1744
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905496/1/R3

201905572/1/R1

Bij besluit van 22 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder aan [vergunninghouder] voor een termijn van tien jaar een omgevingsvergunning verleend voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan ten behoeve van de huisvesting van maximaal zes arbeidsmigranten in de woning op het perceel [locatie] te Ens. [appellant] woont naast de woning. Hij verzet zich tegen de verleende omgevingsvergunning omdat hij vreest voor overlast. Hij voert aan dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorwaarden niet toereikend zijn om een adequaat woon- en leefklimaat voor omwonenden te garanderen. Volgens hem wijst de praktijk uit dat er regelmatig meer dan zes personen in de woning aanwezig zijn en dat de bewoners geluidsoverlast veroorzaken tot in de late avonduren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1739
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905572/1/R1

201905574/1/R1

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland ingestemd met het evaluatieverslag van 17 juli 2018 van fase 2A van de bodemsanering die is uitgevoerd op de locatie Voordenpark te Zaltbommel. In het besluit heeft het college onder meer overwogen dat in het evaluatieverslag voor het vervolg van de grondwatersanering wordt voorgesteld om te stoppen met de sulfaatinjectie en dat door middel van jaarlijkse monitoring in de periode van 2018 tot 2024 zal worden getoetst of blijvend wordt voldaan aan de saneringsdoelstelling, te weten het bereiken van een stabiele eindsituatie. Verder heeft het college vermeld dat de grondwateronttrekkingen van Sachem niet meer als een actieve saneringsmaatregel in de periode van 2018 tot 2024 worden beschouwd. Het kan volgens het college echter wel als onderdeel van een terugvalscenario worden ingezet bij ongewenste verspreiding van benzeen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1740
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201905574/1/R1

201905767/1/A3

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant sub 2] een last onder bestuursdwang opgelegd op grond van artikel 13b van de Opiumwet strekkende tot sluiting van de woning aan de [locatie] te Rotterdam voor de duur van zes maanden. Bij een actie preventief fouilleren in de Zwartewaalstraat is de [neef] van [appellant sub 2] op 23 augustus 2018 staande gehouden. In de auto van de neef zijn 26 ponypacks cocaïne (in totaal 11,7 g) aangetroffen. Dit vormde voor de politie aanleiding de woning van [appellant sub 2] te doorzoeken, omdat de neef daar woonde. Bij de doorzoeking van de woning zijn zeven XTC-pillen (in totaal 3,5 g MDMA) aangetroffen, alsmede latex handschoenen, een grammenweegschaal, een gasbrander en een ploertendoder. In een bestuurlijke rapportage van 27 augustus 2018 heeft de politie, eenheid Rotterdam, de burgemeester verzocht te onderzoeken of hij handhavend wil optreden op grond van artikel 13b van de Opiumwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1755
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak201905767/1/A3

201906946/1/R1

Bij besluit van 29 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verhogen van het dak, het uitbreiden van de woning aan de achter- en rechterzijde en het plaatsen van een overdekte buitenopslag op het perceel [locatie 1] te Badhoevedorp. Het bouwplan gaat over de legalisering van aangebrachte wijzigingen en uitbreidingen aan de vrijstaande woning op het perceel. Het college heeft aan de besluitvorming ten grondslag gelegd dat de uitbreiding van de woning in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Badhoevedorp Lijnden-Oost", omdat daarmee het maximaal toegestane bebouwd oppervlak buiten het bouwvlak van 60 m² zal worden overschreden. [appellante] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] in een eveneens vrijstaande woning. Zij verzet zich tegen de verleende omgevingsvergunning,

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1737
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906946/1/R1

201907077/1/A3

Bij besluit van 25 november 2016 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een bestuurlijke boete van € 21.600,- opgelegd. Op 4 maart 2016 heeft een bedrijfsongeval plaatsgevonden bij [appellante], waarbij pallets op het slachtoffer zijn gevallen. Daarbij heeft hij verwondingen opgelopen waardoor hij naar het ziekenhuis moest. Daar bleek dat hij twee gebroken ruggenwervels had. Aan zijn verwondingen is hij geopereerd, waarbij in zijn onderrug vier schroeven en twee stangetjes zijn geplaatst. Naar aanleiding van dit ongeval is een arbeidsinspecteur van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 7 maart 2016 bij [appellante] langsgegaan. Zijn bevindingen heeft hij opgenomen in een boeterapport van 13 juni 2016. De staatssecretaris heeft daaruit geconcludeerd dat [appellante] artikel 16, tiende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, gelezen in verbinding met artikel 3.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, heeft overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1757
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201907077/1/A3

201907198/1/R4

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bunnik aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bestaande bedrijfswoning naar twee bedrijfswoningen aan de [locatie] te Werkhoven. Aan de [locatie] in Werkhoven is een agrarisch bedrijf gevestigd. [appellant sub 2] wil hier een tweede bedrijfswoning realiseren, omdat dit vanwege de omvang van het bedrijf volgens hem noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan staat een tweede bedrijfswoning niet toe. Het college van burgemeester en wethouders van Bunnik heeft de omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan verleend met toepassing van de Wabo. Het college van gedeputeerde staten van Utrecht heeft bij de rechtbank beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat de verlening van de omgevingsvergunning volgens hem in strijd is met de "Provinciale Ruimtelijke Verordening".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1760
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907198/1/R4

201907250/1/R2

Bij besluit van 20 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel [appellanten] onder oplegging van lasten onder bestuursdwang en dwangsom gelast om meerdere bouwwerken te verwijderen en verwijderd te houden, omdat sprake is van overtreding van de artikelen 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. [appellanten] zijn sinds 1999 eigenaar van het perceel met de bebouwing waarover het handhavingsbesluit gaat. Zij gebruiken het perceel om recreatief paarden te houden. Op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 2011" heeft het perceel de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschap" en de dubbelbestemmingen "Waarde - Attentiegebied EHS", "Waarde - Kleinschalig cultuurlandschap" en "Waarde - Leefgebied soorten van kleinschalig cultuurlandschap". Op grond van het vorige bestemmingsplan "Buitengebied 1994" was het perceel bestemd als "Agrarisch gebied". De grond waarop het jachthuisje staat, had de bestemming "Woondoeleinden".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1759
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907250/1/R2

201907427/1/R2

Bij besluit van 21 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld [appellant] gelast om de opslag te verwijderen en verwijderd te houden die is gelegen op het (verhoogde) trottoir langs de [locatie] te Simpelveld. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 500,00 per geconstateerde overtreding tot een maximum van € 5.000,00. [appellant] woont aan [locatie]. Op het (verhoogde) trottoir langs het perceel heeft [appellant] een aantal privéspullen opgeslagen gehad. De handhavingsbesluiten waar dit hoger beroep over gaat, zijn tegen deze opslag gericht. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze opslag door het college terecht is aangemerkt als strijdig met de bestemming "Verkeer" van het op die plaats geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2016".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1756
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907427/1/R2

201907558/1/A3

Bij besluit van 26 juni 2018 heeft de burgemeester van Rotterdam een aanvraag van Gamestate om een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet voor het uitoefenen van een horecabedrijf in de door haar geëxploiteerde arcadehal op het adres Cor Kieboomplein 109 te Rotterdam afgewezen. Gamestate exploiteert een arcadehal met kermisautomaten en behendigheidsautomaten. Omdat Gamestate ook alcoholhoudende dranken wil verstrekken aan de bezoekers van de arcadehal, heeft zij een vergunning voor het uitoefenen van een horecabedrijf aangevraagd. Volgens de burgemeester staat de wet niet toe dat een vergunning wordt verleend voor een horecabedrijf waarin kermisautomaten aanwezig zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat dit standpunt onjuist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1763
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201907558/1/A3

201907605/1/A3

Bij besluit van 29 september 2017 heeft het dagelijks bestuur FlickBike een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat zij alle deelfietsen die door haar te huur worden aangeboden op of aan de weg, binnen drie weken uit de openbare ruimte dient te verwijderen en verwijderd te houden. FlickBike is een bedrijf dat deelfietsen verhuurt. Deze deelfietsen staan in de openbare ruimte gestald. Via een app op de smartphone kan een huurder een beschikbare fiets vinden en die vervolgens huren. Als de huurder op zijn bestemming is, kan hij de deelfiets achterlaten in de openbare ruimte en kan hij de huur via de app beëindigen. De deelfiets is dan beschikbaar voor een volgende huurder. Aan de oplegging van de last heeft het dagelijks bestuur ten grondslag gelegd dat het op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening verboden is op of aan de weg of het openbaar water tegen betaling diensten aan te bieden of te verlenen voor een werkzaamheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1767
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907605/1/A3

201907807/1/A3

Bij besluit van 23 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg op verzoek van [appellante] stukken openbaar gemaakt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. [appellante] is voormalig exploitante van het café El Diablo in Geertruidenberg. Voorafgaand aan een artikel over het café in de krant BN DeStem op 8 maart 2017 is er in februari en maart 2017 contact geweest tussen de journalist en de gemeente. [appellante] heeft het college verzocht om een afschrift van alle op de kwestie betrekking hebbende stukken. Het college heeft stukken verstrekt die hierop zien. Uit de stukken blijkt dat de journalist op 6 maart 2017 nadere vragen aan de gemeente heeft gesteld. Volgens het college zijn geen documenten aangetroffen met antwoorden op die vragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1745
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907807/1/A3

201907989/1/R4

Bij besluit van 18 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland het verzoek van [appellant] om een wijzigingsplan vast te stellen afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om het bestemmingsplan "Buitengebied" uit 1995 ter hoogte van de Broedersweg in Beltrum te wijzigen door op dit perceel een nieuw agrarisch bouwblok te bestemmen waarmee de vestiging van een nieuw grondgebonden niet-veehouderijbedrijf mogelijk wordt gemaakt. Het is de bedoeling dat een neef van [appellant] daar zacht fruit gaat telen. Het college heeft besloten geen medewerking te verlenen aan het vaststellen van het wijzigingsplan, omdat volgens het college niet aan de wijzigingsvoorwaarden uit de planvoorschriften van het bestemmingsplan is voldaan. Bij besluit van 30 juli 2019 heeft het college het door [appellant] tegen dit besluit gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 18 januari 2019 in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1734
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201907989/1/R4

201908033/1/A2

Bij besluit van 12 maart 2018 heeft de raad voor rechtsbijstand Amsterdam een aanvraag om een toevoeging van [appellant] afgewezen. [appellant] heeft op 5 december 2017 bij de raad een aanvraag om een toevoeging ingediend voor rechtsbijstand bij aansprakelijkstelling van het Centrum Indicatiestelling Zorg voor het afgeven van een verkeerde indicatie en het nemen van onrechtmatige besluiten ten aanzien van zijn stiefdochter. Bij besluit van 12 maart 2018 heeft de raad de aanvraag om een toevoeging van [appellant] op grond van artikel 12, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wet op de rechtsbijstand afgewezen, omdat hij op dat moment geen advocaat nodig had.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1747
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201908033/1/A2

201908046/1/R2

Bij besluit van 17 september 2019 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "[locatie] te Helden" vastgesteld. Het plan voorziet in short-stay huisvesting van maximaal 32 tijdelijke arbeidskrachten in de op het perceel [locatie] te Helden aanwezige bedrijfsbebouwing (loods). Huisvesting van nog 4 arbeidskrachten in de op het perceel aanwezige bedrijfswoning was reeds planologisch mogelijk en is geen onderwerp van geschil. [partij] is een ondernemer, die via [holding] een agrarisch bedrijf exploiteert, op meerdere locaties. Op het perceel [locatie] worden in de daar aanwezige kas asperges geteeld en in de volle grond blauwe bessen. [appellant] woont in de nabijheid van het perceel. Hij komt op tegen het plan, voor zover daarin de short-stay huisvesting van de in totaal 32 tijdelijke arbeidskrachten mogelijk is gemaakt. Hij vreest voor een toename van overlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1764
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201908046/1/R2

201908169/1/A3

Bij besluit van 17 september 2018 heeft de burgemeester van Utrecht een aanvraag van [appellant] voor het verkrijgen van een drank- en horecavergunning en een exploitatievergunning voor [café] in Utrecht buiten behandeling gesteld. Naar aanleiding van de aanvraag van [appellant] heeft de burgemeester besloten om een onderzoek in te stellen omdat er onduidelijkheid bestond over onder meer de financiering van de onderneming. De burgemeester heeft besloten om het Landelijk Bureau Bibob om advies te vragen. Het LBB heeft in dat kader informatie gevraagd aan [appellant]. Hij had deze informatie uiterlijk 31 augustus 2018 moeten aanleveren. De burgemeester heeft de aanvraag van [appellant] buiten behandeling gesteld omdat hij de door het LBB gevraagde informatie niet tijdig heeft verstrekt. Hierdoor was een volledig onderzoek niet mogelijk en kon de aanvraag van [appellant] niet worden beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1762
Datum uitspraak
22 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak201908169/1/A3
vorige pagina1...224225226...1.208volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon