Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202003089/1/R4

Bij besluit van 17 september 2018 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan Trustan voor het verbouwen van een bovenwoning tot twee appartementen op het perceel Willem van Noortstraat 77 in Utrecht. Trustan is eigenaar van de bovenwoning op het perceel. Zij heeft op 25 mei 2018 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het verbouwen van de bovenwoning tot twee zelfstandige appartementen.Volgens het college wordt niet voldaan aan de fysieke leefbaarheidseis uit zijn beleid. Daarom heeft het college bij besluit van 17 september 2018 geweigerd de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen aan Trustan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:677
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003089/1/R4

202003539/1/R1 en 202003605/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht locaties voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in de wijk West aangewezen. Bij brief van 14 oktober 2019 heeft het college de bewoners van de wijk West onder meer medegedeeld dat het voornemens is de locatie [locatie 1] aan te wijzen als locatie voor een ORAC. De bewoners zijn in de gelegenheid gesteld zienswijzen tegen de voorgenomen locatie naar voren te brengen. Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college medegedeeld dat het besloten heeft de voorgenomen locatie te wijzigen in de locatie op de Robert Schumannstraat tegenover [locatie 2]. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 18. Zowel [appellanten sub 1] als [appellant sub 2] wonen bij de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen omdat zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat wordt aangetast door het realiseren van de ORAC.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:687
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003539/1/R1 en 202003605/1/R1

202003560/1/A3

Bij besluit van 21 augustus 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam de aan Babylon Lounge verleende exploitatievergunning en Drank- en Horecawetvergunning voor de inrichting Babylon Lounge aan de Delftsestraat 16 te Rotterdam ingetrokken. Aan de intrekking van de exploitatie- en DHW-vergunning heeft de burgemeester een Bibob advies van 19 november 2018 en een aanvullend advies van het Landelijk Bureau Bibob ten grondslag gelegd. Uit deze adviezen volgt dat er ernstig gevaar bestaat dat de vergunningen van Babylon Lounge mede zullen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten en dat een ernstig gevaar bestaat dat de verleende vergunningen mede zullen worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. De burgemeester stelt daarentegen dat [persoon A] de feitelijke eigenaar is. Hij heeft destijds € 110.000,00 in Mystic Lounge geïnvesteerd maar dat bewust buiten de boeken gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:661
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Drank en horeca
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202003560/1/A3

202003602/1/R3

In het besluit van 7 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Buitengebied Holten, uitbreiding Camping de Holterberg" vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding mogelijk van camping De Holterberg in Holten. Het voornemen is om de camping uit te breiden met per saldo 55 overnachtingsplekken. Aan de westkant, aansluitend aan de bestaande camping, is bijna 3 ha grond ter beschikking voor deze uitbreiding. Ook voorziet het plan in een actuele planologisch-juridische regeling voor het reeds bestaande deel van de camping. [appellant] en anderen wonen in de nabije omgeving van de camping. Zij vrezen dat de uitbreiding van de camping zal leiden tot, onder andere, de aantasting van het essenlandschap en tot geluidsoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:685
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202003602/1/R3

202003634/1/R3

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de raad van de gemeente Westerkwartier het bestemmingsplan ¨Grijpskerk uitbreiding oost¨ vastgesteld. Met het plan wordt voorzien in de realisatie van 25 halfvrijstaande en vrijstaande woningen gelegen tussen de bestaande bebouwing aan de Groningerstraatweg aan de noordzijde, de Bindervoetpolder (N388) aan de oost- en zuidzijde en een wandel- en fietspad en de daaraan grenzende woningen aan de westzijde. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen op een afstand van ongeveer 15 m van het plangebied en hebben direct zicht op de in het plangebied voorziene woningen. [appellant sub 1] vreest dat als gevolg van het plan woningen met een te hoge gootlijn worden gerealiseerd, hetgeen volgens hem niet passend is in het heersende straatbeeld. [appellant sub 2] vreest als gevolg van het plan voor een verslechterd woon- en leefklimaat als gevolg van verminderd uitzicht, schaduwhinder en geluidhinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:655
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202003634/1/R3

202003637/1/R3

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerkwartier een besluit tot vaststelling van hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder genomen voor 13 toekomstige woningen in verband met de uitbreiding van de kern Grijpskerk in oostelijke richting. Het besluit is genomen met het oog op de vaststelling van het bestemmingsplan ¨Grijpskerk uitbreiding oost¨ door de raad van de gemeente Westerkwartier op 22 april 2020 (hierna: het bestemmingsplan). Met dat plan wordt voorzien in de realisatie van 25 vrijstaande en halfvrijstaande woningen gelegen tussen de bestaande bebouwing aan de Groningerstraatweg aan de noordzijde, de Bindervoetpolder (N388) aan de oost- en zuidzijde en een wandel- en fietspad en de daaraan grenzende woningen aan de westzijde. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 15 m tot het plangebied en kan zich niet verenigen met de daarin mogelijk gemaakte woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:656
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202003637/1/R3

202003926/1/V6

Bij besluit van 11 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] heeft op 11 juni 2015 een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Hij beschikte op dat moment over een verblijfsvergunning regulier onder de beperking 'verblijf bij [partner A]'. Het verzoek is ingewilligd bij Koninklijk Besluit van 8 februari 2016. Op 19 maart 2017 heeft [appellant] een mvv-aanvraag ingediend voor zijn partner [partner B]. Verzoeker heeft in deze mvv-aanvraag toegelicht dat hij sinds 28 november 2011 een liefdesrelatie met haar heeft en dat hij op 16 april 2012 om haar hand heeft gevraagd. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken, omdat hij bij het indienen van het verzoek niet had gemeld dat hij sinds 28 november 2011 een liefdesrelatie onderhield met [partner B]. Indien [appellant] dit wel had gemeld zou hij het Nederlanderschap niet hebben verkregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:684
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202003926/1/V6

202004053/1/V6

Bij brief van 19 juni 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 december 2019 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 9.315,74 en hij moet maandelijks € 77,63 betalen. Bij brief van 17 april 2015 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij inburgeringsplichtig is, dat zijn inburgeringstermijn op 23 februari 2015 is gestart en hij vóór 22 maart 2018 aan deze plicht moet hebben voldaan. De minister heeft de inburgeringstermijn ambtshalve verlengd tot en met 10 januari 2019. Bij besluit van 12 maart 2019 heeft de minister [appellant] een boete opgelegd van € 250,00 en bepaald dat hij de lening die hij bij de Dienst Uitvoering Onderwijs heeft afgesloten moet terugbetalen, omdat hij niet op tijd is ingeburgerd. Daarbij heeft de minister aangegeven dat [appellant] met het terugbetalen pas begint wanneer hij klaar is met inburgeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:682
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004053/1/V6

202004125/1/A2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] vanaf 4 juni 2019 ongeldig verklaard. De Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur van de politie heeft het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 meegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën A, B en E te besturen. Aan de mededeling ligt ten grondslag dat [appellant] volgens het door verbalisanten op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 21 november 2018 op 1 augustus 2018 een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen. Daarom heeft het CBR [appellant] bij besluit van 28 november 2018 een onderzoek naar de geschiktheid, als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de Wvw 1994, opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:678
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202004125/1/A2

202004134/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht locaties voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in de wijk West aangewezen. Het besluit van 6 januari 2020 voorziet onder meer in de aanwijzing van een locatie voor een ORAC nabij het perceel [locatie 1] te Utrecht. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 87. Het beroep is ingesteld door [appellant], [appellant B] en [appellant A]. [appellant] en [appellant B] wonen op het perceel [locatie 1], [appellant A] woont op het perceel [locatie 2]. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen omdat zij vrezen dat door de komst van de ORAC hun woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid wordt aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:689
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004134/1/R1

202004216/1/R1

Bij brief van 2 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan Beachmij en anderen medegedeeld dat hun verzoek om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 50 seizoensgebonden strandslaaphuisjes op het strand van Koudekerke, gemeente Veere, buiten behandeling is gesteld. Beachmij en anderen huren van de Stichting Strandexploitatie Veere (hierna: de SSV) 94 strandgedeelten gelegen in de nabijheid van de strandpaviljoens Kaapduin en Vloed te Koudekerke ten behoeve van het verhuren van evenzoveel stranddaghuisjes met een omvang van circa 4 m2. Op 14 december 2018 hebben Beachmij en anderen verzocht een omgevingsvergunning te verlenen met het oog op het vervangen van de stranddaghuisjes door 50 strandslaaphuisjes met een omvang van circa 40 m2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:663
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004216/1/R1

202004290/1/V6

Bij besluit van 27 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN) afgewezen, omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar oplevert voor de openbare orde. Hiertoe heeft de staatssecretaris redengevend geacht dat ten tijde van de besluiten van 27 augustus 2018 en 18 december 2018 drie strafzaken wegens misdrijven tegen hem openstonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:683
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202004290/1/V6

202004624/1/R1 en 202004626/1/R1

Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Houthavenkade" vastgesteld. Het plan voorziet in een de transformatie van een bedrijventerrein naar een woonwijk met maximaal 710 woningen, commerciële ruimtes en maatschappelijke voorzieningen. Ten oosten van het plangebied ligt de Oude Haven, aan de Voorzaan. Aan de west- en zuidzijde ligt de N203. Aan de noordzijde ligt de Russische buurt. [partij A] en [partij B] zullen de transformatie uitvoeren, in twee fases. In de eerste fase zullen de noordelijke gronden worden ontwikkeld, in de tweede fase de zuidelijke. Engie is op het zuidelijk deel van het te transformeren bedrijventerrein gevestigd. [appellante sub 2], [appellante sub 3] en Exter zijn gevestigd op nabijgelegen gezoneerde industrieterrein "Westerspoor", dat op ongeveer 100 m ten zuidwesten van het plangebied ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:672
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004624/1/R1 en 202004626/1/R1

202005934/2/V3

Bij besluit van 5 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:650
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005934/2/V3

202006787/1/V1

Bij besluit van 29 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:753
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006787/1/V1

202101991/2/V3

Bij besluit van 23 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:3041
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101991/2/V3

202005594/2/R2

De stichting heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 1 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2201
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005594/2/R2

202100063/2/R3

Bij besluit van 23 september 2020 hebben provinciale staten van Overijssel het inpassingsplan "Dinkeldal Zuid" vastgesteld. Het inpassingsplan heeft betrekking op het zuidelijke gebiedsdeel Dinkeldal van het Natura 2000-gebied "Dinkelland". Dit betreft het bovenstroomse deel van het Dinkeldal met een aantal zijbeken tussen de Duitse grens en de Ellermansbrug dat ongeveer 100 ha beslaat. Voor het plangebied zijn diverse maatregelen nodig om de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied te behalen. Deze maatregelen omvatten onder meer het dempen van een bestaand gedeelte van De Dinkel en het graven van een vervangend gedeelte van de stroomgeul. [verzoeker] heeft verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening tegen het inpassingsplan. Dit verzoek is met name gericht op het voorkomen van onherstelbare schade als gevolg van het dempen van een bestaand gedeelte van De Dinkel en het graven van een vervangend gedeelte van de stroomgeul.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:648
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202100063/2/R3

202100268/3/V3

De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 18 december 2020 in zaak nr. NL20.9861. De minister van Buitenlandse Zaken heeft, op verzoek van de Afdeling krachtens artikel 8:45 van de Awb, de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1991
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100268/3/V3

202101006/2/R1

Bij besluit van 5 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer aan [appellant A] een last onder dwangsom opgelegd om de woning en de garage op het perceel [locatie] te Lisserbroek te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel van [appellant A] wordt door [v.o.f.] een agrarisch telersbedrijf geëxploiteerd. [appellant A] is samen met zijn zoon vennoot van de voornoemde v.o.f. Op het perceel is daarnaast een (bedrijfs-)woning en garage aanwezig, namelijk op het adres [locatie]. [appellant A] is bewoner en eigenaar hiervan. De last behelst dat de woning en garage verwijderd dienen te worden. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 15.000,00 ineens. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat de woning en de garage van [appellant A] zonder omgevingsvergunning voor bouwen zijn gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:647
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101006/2/R1

202100474/2/V2

Bij besluit van 8 juni 2020 staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:646
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100474/2/V2

202101857/2/V1

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1040
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101857/2/V1

202101887/2/V2

Bij besluit van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:649
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101887/2/V2

202006438/1/V1

Bij besluit van 2 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:651
Datum uitspraak
25 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006438/1/V1

201906831/1/V3

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen buiten behandeling gesteld en een aanvraag om haar kind een mvv te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:645
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906831/1/V3

202003349/1/V1

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:609
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003349/1/V1

202004818/1/V2

Bij besluit van 1 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:608
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004818/1/V2

202005618/2/V2

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:643
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005618/2/V2

202006593/2/R2

Bij besluit van 1 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten Oostappen gelast om alle bewoning door arbeidsmigranten - of verblijf van arbeidsmigranten anders dan voor recreatie - van de recreatieverblijven op Vakantiepark Prinsenmeer te beëindigen en beëindigd te houden. Als niet binnen de gestelde termijn aan de last is voldaan wordt een dwangsom verbeurd. De zaak gaat over het vakantiepark Prinsenmeer in Ommel, gemeente Asten. De last onder dwangsom is opgelegd om de bewoning van het vakantiepark door arbeidsmigranten te beëindigen. Het staat vast dat de bewoning door arbeidsmigranten in strijd is met het geldende bestemmingsplan "Ommel, recreatiepark Prinsenmeer 2017", zodat het college bevoegd was hiertegen handhavend op te treden. Volgens Oostappen bestaan er echter bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhavend optreden behoort te worden afgezien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:606
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006593/2/R2

202006942/1/V3

Bij besluit van 1 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:644
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006942/1/V3

202100146/1/V3

Bij besluit van 3 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van deze vergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:607
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202100146/1/V3

201900107/3/R3

Bij tussenuitspraak van 8 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1601, (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Delfzijl opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van 1 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Spijk - Oostpolderweg 11-13" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 11.4 overwogen dat de raad het bestemmingsplan "Spijk - Oostpolderweg 11-13", voor zover het betreft de voorziene bed & breakfast van 25 m² op het perceel met kadastraal perceelnummer sectie H nr. 35 (hierna: het tussengelegen perceel), niet kenbaar heeft getoetst aan hetgeen in titel 2.3 van de Omgevingsverordening is bepaald over zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Gelet hierop heeft de raad het plan in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht niet deugdelijk gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:623
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201900107/3/R3

201903084/1/R2

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan parkeren" gewijzigd vastgesteld. Het paraplubestemmingsplan voorziet in een uniforme regeling voor de toetsing van omgevingsvergunningen aan de parkeernormen voor de hele gemeente Meierijstad. [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A] en anderen wonen in het noorden van het plangebied. Zij vrezen dat het overgangsrecht van artikel 8.3 van de planregels ertoe leidt dat er bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een hotel aan de Noordkade in Veghel niet hoeft te worden getoetst aan de nieuwe parkeernorm van 1 parkeerplaats per hotelkamer uit de "Nota Parkeernormen Meierijstad 2018" maar aan de oude norm van 0.72 parkeerplaats per hotelkamer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:632
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903084/1/R2

201903836/1/R4

Bij besluit van 25 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aantal maatwerkvoorschriften vastgesteld voor de inrichting van [appellante] op het perceel [locatie] in Helmond. [appellante] exploiteert op het perceel een inrichting voor het op- en overslaan en bewerken van meststoffen. Zij beschikt over een op 5 december 2014 door het college verleende omgevingsvergunning voor de productie van mestkorrels met een capaciteit van 60.000 ton per jaar. Volgens het college is gebleken dat deze activiteit leidt tot geurhinder die een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Het heeft hierin aanleiding gezien om op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer maatwerkvoorschriften vast te stellen. [appellante] stelt zich op het standpunt dat het college de maatwerkvoorschriften niet had mogen vaststellen. [partij] woont in de wijk "Brouwhuis" die ten noorden van de inrichting is gelegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:621
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201903836/1/R4

201904287/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft de raad van Súdwest-Fryslân besloten om het bestemmingsplan "Hemelum, De Soal 4" niet vast te stellen. Hemelumer Hoeve B.V. wil haar kernfokbedrijf aan De Soal 4 te Hemelum uitbreiden met twee nieuwe varkensstallen en activiteiten op het gebied van mestverwerking en voerbereiding. Hiervoor is een bouwvlak nodig van 2,0 ha, waarvan 1,5 ha voor de varkenshouderij en 0,5 ha voor mestverwerking en voerbereiding. De bedoeling is dat rondom het bouwperceel wordt voorzien in een beplantingsstrook ter inpassing van de bedrijfsbebouwing. Hemelumer Hoeve B.V. vindt dat het weigeringsbesluit van de raad onzorgvuldig is voorbereid en niet berust op een deugdelijke motivering. Volgens haar had het plan moeten worden vastgesteld en had het college dienovereenkomstig een omgevingsvergunning moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:619
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201904287/1/R3

201906436/1/A3

Bij besluit van 2 november 2016 heeft de burgemeester van Achtkarspelen aan De 4 Elementen een vergunning verleend voor het exploiteren van horecabedrijf 'De 4 Elementen' aan de Groningerstreek 34 in Stroobos. Aan de herroeping van de bij besluit van 2 november 2016 verleende exploitatievergunning heeft de burgemeester ten grondslag gelegd dat het bestemmingsplan alleen horeca-activiteiten toestaat die ten dienste staan van de camping. De beoogde exploitatie is in strijd met het bestemmingsplan. Dit blijkt uit het feit dat het horecabedrijf in het verleden structureel is geëxploiteerd als een volwaardig horecabedrijf. Er zijn structureel klanten toegelaten van buiten de camping en in advertenties is het horecabedrijf ook gepresenteerd als volwaardig horecabedrijf. Het college heeft De 4 Elementen in verband hiermee ook een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:614
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201906436/1/A3

201906518/1/R1

Bij besluit van 19 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghoudster] omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de indeling en het vergroten van het gebouw [locatie 2] te Amsterdam, met behoud van de bestemming daarvan tot 6 woningen. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een achteraanbouw, een zijaanbouw, dakterras met dakopbouw, balkons, terras op de achteraanbouw, het verlagen van de borstweringen van de kozijnen in de voorgevel en het realiseren van een buitentrap naar het terras op de eerste verdieping. [appellant sub 1] en anderen zijn bewoners/eigenaren van omliggende woningen en vrezen als gevolg van het bouwplan een verslechtering van hun woon- en leefklimaat en een aantasting van hun woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:635
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906518/1/R1

201907159/1/R3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het handelen in strijd met het bestemmingsplan te (laten) staken en gestaakt te houden door de bedrijfsactiviteiten van ‘[bedrijf]’ op het perceel [locatie] in Aadorp te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] exploiteert sinds januari 2017 een cateringbedrijf onder de naam ‘[bedrijf]’ in een door haar gehuurde loods op het perceel. De loods fungeert ook als kantine voor de lokale biljart- en dartvereniging en als keuken voor privédoeleinden. Op het perceel staat ook een woning. Omdat tijdens controles op 19 september 2017, 16 november 2017 en 7 en 8 december 2017 is geconstateerd dat ter plaatse maaltijden in een professionele keuken worden bereid en dat deze maaltijden met de auto worden bezorgd bij de klant, heeft het college besloten om in het besluit van 6 juli 2018 een last onder dwangsom aan [appellant] op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:615
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907159/1/R3

201907163/1/R3

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft voor maximaal 40 tiny houses aan de Vulcanusweg 295-305 hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld vanwege het spoorweglawaai afkomstig van de spoorlijn Delft-Schiedam en het wegverkeerslawaai afkomstig van de Kruithuisweg (N470). Het plan biedt de mogelijkheid om tijdelijk tiny houses te realiseren aan de Vulcanusweg 295-305 te Delft. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 7.900 m². Het project heeft volgens de plantoelichting een experimenteel karakter en dient ertoe om een experimentele vorm van wonen te benutten voor het vergaren van kennis die relevant kan zijn voor toekomstige woonvormen. Daarom is aan het plangebied een voorlopige gemengde bestemming toegekend. Onder deze bestemming zijn naast een woonfunctie ook andere functies toegestaan. De bestemming is in het plan voorzien voor een periode van 10 jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:639
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907163/1/R3

201907623/1/R3

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" vastgesteld. De raad vindt het wenselijk om het op 1 oktober 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder" op onderdelen te herzien. Dit omdat volgens de raad de in dat plan opgenomen planregels binnen de bestemming "Bedrijf" niet duidelijk blijken te zijn. Het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" is vastgesteld om die regels te verduidelijken, zodat explicieter uit de tekst blijkt dat binnen de bestemming "Bedrijf" alleen bedrijven zijn toegestaan en geen functies zoals horeca, detailhandel, recreatie, sport of maatschappelijk. [appellant sub 1] richt zich tegen de weigering van de raad om aan zijn percelen een dubbelbestemming "Wonen-Kantoren" toe te kennen. Hij wenst dat de combinatie wonen en werken wordt mogelijk gemaakt in zijn kantoorvilla’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:641
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907623/1/R3

201908318/1/R3

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat hij uiterlijk 1 november 2018 het tuinhuisje op de percelen M1063 en M739 in Tilligte moet verwijderen en verwijderd houden. Op 19 maart 2018 is een controle uitgevoerd op het perceel aan de [locatie 1] in Tilligte met onder meer als doel te onderzoeken hoe de schuur eruitziet en waar deze in de achtertuin staat. In het controlerapport van 21 maart 2018 staat dat het schuurtje in de achtertuin, links achter de woning staat. De afmetingen van het schuurtje zijn 1,85 x 2,3 x 2,45 m (lxbxh). De afstand tussen de achtergevel van de woning en het schuurtje is ongeveer 4,55 m. Naar aanleiding van de controle heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, omdat het tuinhuisje in afwijking van de verleende vrijstelling niet binnen 4 m van de achtergevel van de woning en niet op perceel M744 maar op de percelen M1063 en M739 is gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:628
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908318/1/R3

201908430/1/R4

Bij uitspraak van 13 november 2019, in zaak nr. 201904448/1/A1 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 april 2019 in zaak nr. 19/452 bevestigd. Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht heeft aan haar verzoek om herziening en vervallenverklaring ten grondslag gelegd dat de uitspraak van 13 november 2019 op een onjuiste feitelijke grondslag berust. Volgens SSLU heeft de Afdeling niet onderkend dat de gevolgen van energieopwekking zich uitsluitend zullen voordoen in de regio Utrecht en niet daarbuiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:624
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Herziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908430/1/R4

201909227/1/A3

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam de niet-publiektoegankelijke inrichting [bedrijf] aan de [locatie] met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd gesloten. [wederpartij] was eigenaar en enig aandeelhouder van [bedrijf] dat gevestigd was in het in eigendom van [wederpartij] zijnde bedrijfspand aan de [locatie] in Amsterdam. Op 14 augustus 2018 is vanaf de openbare weg met een automatisch vuurwapen van het kaliber AK47 enige tientallen keren op het bedrijfspand geschoten. De politie heeft bij onderzoek aan de achterzijde van het bedrijfspand, eveneens aan de openbare weg, een op scherp staande handgranaat aangetroffen. De burgemeester heeft naar aanleiding hiervan het bedrijfspand per direct voor onbepaalde tijd gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:631
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909227/1/A3

201909410/1/A3

Bij besluit van 11 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om afgifte van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft op 8 januari 2018 een urgentieverklaring aangevraagd. Hieraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij in 2016 is gescheiden en dat hij sindsdien dakloos is. Verder heeft hij aan zijn aanvraag ten grondslag gelegd dat hij schulden heeft, en dat hij lijdt aan depressie, een hernia en levercirrose. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft het college ten grondslag gelegd dat [appellant] vanaf 30 augustus 2018 een beschikking heeft in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op grond hiervan heeft hij recht op maatschappelijke opvang, zorg, hulp en andere ondersteuning vanuit de WMO.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:616
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909410/1/A3

202000762/1/R4

Bij besluit van 3 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist geweigerd de op 6 augustus 2014 aan [vergunninghouder] verleende omgevingsvergunning voor een zwembad op het perceel [locatie 1] in Bosch en Duin in te trekken en het verzoek om handhavend optreden tegen het gebouw met daarin een pomp voor onttrekking van grondwater afgewezen. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie 2] in Bosch en Duin. Dit perceel grenst aan het perceel van [vergunninghouder] aan de [locatie 1]. Op het perceel van [vergunninghouder] is zeker tientallen jaren een zwembad aanwezig. Het zwembad ligt op korte afstand van het perceel van [appellant]. Op het perceel van [vergunninghouder] staat bij het zwembad een pomphuis. Daarin wordt grondwater opgepompt voor het zwembad.In december 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat het college terecht heeft geweigerd de omgevingsvergunning in te trekken en op goede gronden heeft geweigerd om te handhaven. [appellant] is het niet eens met deze uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:617
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000762/1/R4

202001136/1/R4

Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad van de gemeente Veenendaal het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" vastgesteld. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het plan "Woongebieden 2018" vastgesteld. Dit plan kent aan het perceel van [appellant A] aan de [locatie] de bestemming "Wonen" toe en regelt dat op het perceel geen tweede woning mag worden gebouwd. [appellant A] wil op het perceel graag een tweede woning bouwen. Hij is daarom tegen dit plan opgekomen. Bij uitspraak van 4 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3042, heeft de Afdeling overwogen dat voor zover het plan niet voorziet in een tweede woning op het perceel aan de [locatie], het plan niet berust op een zorgvuldige belangenafweging. De Afdeling heeft het plan daarom in zoverre vernietigd en de raad opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad vervolgens het plan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:622
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202001136/1/R4

202001702/1/R1

Bij besluit van 13 december 2016 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan Sachem Europe B.V. een watervergunning verleend voor een grondwateronttrekking ter plaatse van het Van Voordenpark 15 te Zaltbommel. Sachem exploiteert daar een chemisch bedrijf. De grond en het grondwater ter plaatse en in de omgeving van de locatie zijn als gevolg van het productieproces in het verleden en een brand verontreinigd geraakt met benzeen. Het bedrijfsterrein moet worden gesaneerd. In februari 2013 heeft Sachem een aanvraag ingediend voor het voortzetten van een grondwateronttrekking voor sanering ter plaatse van het bedrijfsterrein. Bij besluit van 13 december 2016 is een vergunning op grond van de Waterwet verleend voor grondwateronttrekking van 1.800.000 m3 per jaar voor de periode tot 1 juli 2018, met een maximum van 450.000 m3 per kwartaal, en maximaal 1.000.000 m3 per jaar voor de periode van 1 juli 2018 tot 1 juli 2023. Stichting Veiliger Zaltbommel vindt de wijze van sanering niet doelmatig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:634
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202001702/1/R1

202002122/1/A3

Bij besluit van 15 mei 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om zijn geslachtsnaam te wijzigen afgewezen. [appellant] heeft de minister verzocht om zijn geslachtsnaam te wijzigen in [appellant] [naam 1]. Volgens [appellant] is het laatste gedeelte van zijn volledige naam ‘[naam 1]’ weggevallen bij zijn naturalisatie op 4 juni 2015. Met zijn huidige naam ondervindt [appellant] problemen en hij stelt dat hij hierdoor ernstig wordt belemmerd in zijn maatschappelijk functioneren. Als voorbeelden heeft [appellant] erop gewezen dat hem de toegang tot Turkije is geweigerd omdat zijn naam ongeloofwaardig voorkwam en bestellingen die hij online plaatst niet of verlaat worden geleverd omdat zijn naam op een zwarte lijst staat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:640
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002122/1/A3

202002638/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een bestuurlijke boete van € 41.000,00 aan [appellante] opgelegd voor het zonder vergunning onttrekken van zijn woningen aan de bestemming tot bewoning. [appellante] is eigenaar van de woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Amsterdam. Op 13 augustus 2018 hebben toezichthouders van de gemeente de woningen gecontroleerd. Bij de toezichthouders is vanwege het aantreffen van een sleutelkastje het vermoeden van toeristische verhuur ontstaan. De toezichthouders hebben daarom nader onderzoek ingesteld en hebben de woningen op 30 augustus 2018 nogmaals gecontroleerd. Hun bevindingen hebben zij vastgelegd in de op ambtsbelofte opgemaakte rapporten van bevindingen van 31 augustus en 3 september 2018. Op beide adressen stond niemand in de Basisregistratie Personen ingeschreven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:630
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002638/1/A3

202002654/1/R1

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan het Ingenieursbureau Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van twee platanen aan de Westerkade in Amsterdam. In verband met de egalisering van de bestrating aan de Westerkade, heeft het Ingenieursbureau Amsterdam een omgevingsvergunning aangevraagd voor de kap van twee platanen tegenover Westerkade 9 en 10 in Amsterdam. Met het besluit van 19 augustus 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van die twee platanen. Aan de omgevingsvergunning is de voorwaarde verbonden dat twee platanen op de plaats van de te kappen bomen worden herplant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:613
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202002654/1/R1

202002728/1/R4

Bij uitspraak van 1 april 2020, in zaak nr. 201903780/1/A1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 9 april 2019 bevestigd, waarbij de rechtbank beroepen van onder meer [verzoeker A] en [verzoeker B] ongegrond heeft verklaard. Die beroepen waren gericht tegen het besluit van 10 juli 2018 van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de verlening van een omgevingsvergunning aan KPN voor het plaatsen van een zendmast op het perceel Wateren 15 te Wateren, in bezwaar in stand is gelaten. [verzoeker A] en [verzoeker B] hebben, met verwijzing naar verschillende stukken aangevoerd dat de Afdeling ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat de blootstellingslimieten van het ICNIRP hadden mogen worden gehanteerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:627
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Herziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002728/1/R4

202002867/1/R4

Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het (ver)plaatsen van een buitenunit met een warmtepomp op het perceel [locatie 1] te Amersfoort. De verleende vergunning is een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en onder a en c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De vergunning gaat over het plaatsen van een warmtepomp op het erf van het perceel [locatie 1] te Amersfoort. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2], naast het perceel van [appellant sub 2]. De afstand tussen zijn woning en de warmtepomp is ongeveer 17 m. Hij vreest voor geluidhinder van het in werking zijn van de warmtepomp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:633
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002867/1/R4

202003200/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Asten het bestemmingsplan "Ommel Kloosterstraat 8 2019" vastgesteld. Het plan is vastgesteld om de beoogde ontwikkeling van een particuliere initiatiefnemer mogelijk te maken op percelen aan de Kloosterstraat 8, Kloosterstraat ongenummerd en Kloosterstraat 12 te Ommel, met een gezamenlijke oppervlakte van ruim 7.000 m². De initiatiefnemer beoogt de bestaande langgevelboerderij aan de Kloosterstraat 8 te splitsen in twee woningen en maximaal twintig woningen te bouwen op de achterliggende gronden, die nu in gebruik zijn als tuin en schapenweide. Verder is een ontsluiting van het plangebied voorzien tussen de woningen aan de Kloosterstraat 10 en 12. De vennootschap exploiteert aan de [locatie] in Ommel een varkenshouderij. Omdat de geurnorm bij de beoogde woningen van het plangebied wordt overschreden, vreest zij voor beperking van haar bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden door het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:620
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003200/1/R2

202003439/1/R2

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaren, thans: Oisterwijk aan Boomkwekerij De Kant B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het uitoefenen van nevenactiviteiten met paard en wagen aan de Mgr. Berkvensstraat 6a te Haaren. De Kant wil aan de Mgr. Berkvensstraat 6a te Haaren men-gerelateerde activiteiten als nevenactiviteiten aanbieden. Zij beoogt daarnaast een bedrijfsgebouw op het perceel deels te gebruiken voor het stallen van paarden, rijtuigen en hooi. [appellant] woont aan de [locatie] te Haaren. Zijn achtertuin grenst aan het perceel van De Kant. Hij kan zich niet verenigen met de verlening van de omgevingsvergunning voor de men-gerelateerde activiteiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:612
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202003439/1/R2

202003649/1/A3

Bij besluit van 12 september 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam aanvragen van Sara's Boutique om verlening van exploitatievergunningen voor de exploitatie van pannenkoekenrestaurants aan de Raadhuisstraat 6 en de Vijzelstraat 103 te Amsterdam afgewezen. Op 18 april 2019 heeft [gemachtigde] namens Sara's Boutique aanvragen ingediend om verlening van exploitatievergunningen. De burgemeester heeft deze aanvragen krachtens artikel 3.11, tweede lid, van de APV afgewezen, omdat naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horecabedrijven, de openbare orde of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de horecabedrijven. Hierbij heeft de burgemeester gewezen op zijn besluit van 23 december 2016 waarbij hij aan [gemachtigde] verleende vergunningen heeft ingetrokken dan wel verlening van vergunningen heeft geweigerd. Volgens de burgemeester is sindsdien relatief weinig tijd verstreken. De burgemeester heeft de afwijzing van de aanvragen in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:625
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003649/1/A3

202003751/1/A3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] heeft op 27 februari 2019 een aanvraag om een voorrangsverklaring ingediend. Uit de toelichting bij de aanvraag volgt dat [appellante] ernstig psychisch en lichamelijk is mishandeld door haar partner en dat het acute woonprobleem is ontstaan doordat zij door haar partner uit de woning, die op zijn naam staat, is gezet. [appellante] is daardoor dakloos geworden. Daarnaast kampt zij met gezondheidsklachten, waaronder diabetes en een verhoogde bloeddruk. Ook is zij geopereerd aan haar voet, waardoor zij slecht ter been is. [appellante] wil dicht bij haar kinderen wonen in de Schilderswijk of Transvaal te Den Haag, omdat zij afhankelijk is van de mantelzorg die zij krijgt van haar kinderen, aldus [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:611
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003751/1/A3

202004003/1/R2

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Heusden het bestemmingsplan "Steenenburg" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt een Hightech-campus mogelijk met daarop een medisch research- en ontwikkelingscentrum in combinatie met daaraan gerelateerde bedrijvigheid. Ook voorziet het plan in de bouw van maximaal 226 woningen. [appellante] exploiteert ten noorden van het plangebied een bedrijf in vloeibare en gecomprimeerde gassen en vloeistoffen ten behoeve van medisch gebruik, industrie en recreatie. Het gaat om een groothandel, een gasvulbedrijf, en op- en overslag van gasflessen en een groothandel in gasgerelateerde producten, zoals gasflessen en drukhouders.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:629
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004003/1/R2

202004301/1/R1

Bij besluit van 15 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wormerland aan Cargill B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bestaande dakopbouw, het milieuneutraal veranderen van de inrichting en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan voor het bedrijfspand aan de Eenhoornweg 12 te Wormer. Cargill is een voedingsmiddelenproductiebedrijf en verwerkt cacaomassa tot cacaoboter, cacaopoeder en cacaokoek. De aanvraag van Cargill ziet op het bouwen van een bouwwerk, het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan en het milieuneutraal veranderen van de inrichting. Het milieuneutraal veranderen betreft het plaatsen van een nieuwe verpakkingslijn en het vervangen van het prepareeradditief. Voor het plaatsen van de verpakkingslijn moet ook de hoogte van de huidige dakopbouw worden vergroot. [appellant] kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:636
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004301/1/R1

202004345/1/R4

Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland geweigerd aan Nedcool B.V. omgevingsvergunning te verlenen voor een voetpad met zonnepanelen in een veldopstelling op de kadastrale percelen 84, 2711 en 2712. Nedcool B.V. exploiteert op het perceel Provincialeweg 40 te Velddriel een bedrijf in gekoelde opslag voor producten zoals fruit, plantgoed, aardappelen en grondstoffen voor levensmiddelen (hierna: koelbedrijf). Nedcool B.V. wil graag haar bedrijf verder verduurzamen en wil daarom zonnepanelen in een veldopstelling met een oppervlakte van 1,8 hectare aan de overzijde van haar bedrijf op het perceel realiseren. Het bedrijf heeft al enkele zonnepanelen maar wil ook in het kader van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid meer zonnepanelen. Naast de zonnepanelen wil zij een toegangsweg naar de zonnepanelen en een ondergrondse kabel aanleggen naar haar bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:610
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004345/1/R4

202004358/1/R1

Bij besluit van 30 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Koggenland [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruiken van het recreatieverblijf op het perceel [locatie 1] te Berkhout voor permanente bewoning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante] was ten tijde van het besluit eigenaar van het recreatieverblijf. Toezichthouders hebben meteen nadat [appellante] in maart 2018 het recreatieverblijf had gekocht op verschillende momenten in totaal 18 controles uitgevoerd bij het recreatieverblijf. Naar aanleiding van deze controles heeft het college geconcludeerd dat [appellante] het recreatieverblijf permanent bewoonde, wat in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Landelijk Gebied". Het college heeft na afloop van de begunstigingstermijn gecontroleerd of aan de last is voldaan. Uit de controles is volgens het college gebleken dat [appellante] het recreatieverblijf laat gebruiken voor permanente bewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:626
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004358/1/R1

202004413/1/R2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit ‘bouwen’ krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het uitbreiden van de eerste verdieping van de woning aan de [locatie 1] te Vught. Deze zaak gaat over de woning van [vergunninghouder] en [belanghebbende] aan de [locatie 1] in Vught. [vergunninghouder] en [belanghebbende] willen de eerste verdieping van hun woning uitbreiden. Volgens de bouwtekeningen wordt de goothoogte van de verdieping 5,60 meter en de nokhoogte 9,42 meter. [appellant] is eigenaar van het aangrenzende perceel. Op dat perceel staat de woning waar [appellant] woont, met [locatie 2], en de zorgwoning waar de ouders van [appellant] wonen, met [locatie 3]. [appellant] kan zich niet verenigen met de uitbreiding van de woning van zijn buren. Volgens [appellant] maakt de uitbreiding een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:618
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004413/1/R2

202004436/1/R3

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Wonen Rijssen, herontwikkeling RV-terrein" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het terrein van voetbalvereniging Rijssen Vooruit, gelegen aan de Stokmansveldweg 1 te Rijssen. Deze voetbalvereniging maakt vanwege een fusie met een andere voetbalvereniging geen gebruik meer van dat terrein, waardoor de gronden op deze locatie vrijkomen. Volgens de plantoelichting wil [partij], de initiatiefnemer van het voorliggende plan, die gronden herontwikkelen tot een woningbouwlocatie met bijbehorende infrastructurele voorzieningen. Het plan voorziet in deze ontwikkeling en maakt de bouw van maximaal 21 woningen mogelijk, waarvan 11 vrijstaande en 10 twee-onder-een-kapwoningen. [appellanten] wonen in de nabijheid van plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:637
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202004436/1/R3

202005340/1/R1

Bij uitspraak van 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1221, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Enkhuizen opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak met inachtneming van wat daarin is overwogen een besluit te nemen inhoudende de vaststelling van een uitwerkings- of bestemmingsplan of de afwijzing van de aanvraag van 21 september 2018. Het bestemmingsplan Gommerwijk West-West voorziet met artikel 6 van de planvoorschriften in een uitwerkingsplicht van de bestemming "Wonen-uit te werken" waarmee kan worden voorzien in maximaal 700 woningen op onder meer de gronden van [appellant] en anderen aan de westkant van Enkhuizen. Met de toekenning van de uit te werken bestemming is het agrarisch bedrijf van [appellant] en anderen onder het algemene overgangsrecht gebracht en geldt op grond van artikel 6, lid 6.3, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan op de gronden van [appellant] en anderen een bouwverbod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:638
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202005340/1/R1

202006170/2/R2

Bij afzonderlijke brieven van 8 februari 2021 en 13 maart 2021, ingekomen bij de Raad van State op 9 februari 2021 en 16 maart 2021, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. E.A. Minderhoud, mr. E. Helder en mr. A. ten Veen, als leden van de meervoudige kamer die belast was met het vooronderzoek in de zaak met nummer 202006170/1/R2. Verder heeft hij verzocht om wraking van mr. W.D.M. van Diepenbeek, als lid van de enkelvoudige kamer belast met de behandeling van de zaak met nummer 202006170/1/R2. Ook heeft hij verzocht om wraking van de leden van de wrakingskamer. [verzoeker] heeft aan het verzoek om wraking van de leden van de vooronderzoekskamer, samengevat weergegeven, ten grondslag gelegd dat hij niet is geïnformeerd over de naam van de staatsraad die zijn zaak zal gaan behandelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:653
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Wraking
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006170/2/R2

202006117/1/V3

Bij besluit van 12 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:605
Datum uitspraak
23 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006117/1/V3

202003317/2/R1

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Uithoorn het bestemmingsplan "Vuurlijn 78" vastgesteld. De raad heeft bij besluit van 26 maart 2020 het bestemmingsplan "Vuurlijn 78" vastgesteld. Met dit bestemmingsplan wordt het juridisch-planologisch mogelijk gemaakt om op het perceel Vuurlijn 78 te De Kwakel een dagrecreatiebedrijf te vestigen in combinatie met (avond)horeca en nachtverblijf. Op het perceel Vuurlijn 78 bevinden zich onder meer een bedrijfswoning, een voormalige paardenstal en schuren die in het verleden gebruikt zijn voor het stallen van landbouwvoertuigen. De schuren worden momenteel verbouwd tot horeca-inrichting. Tegen het besluit van 26 maart 2020 heeft [verzoeker A] beroep ingesteld. Hij woont op het naastgelegen perceel [locatie] ten oosten van het plangebied en vreest dat de uitvoering van het plan zal leiden tot onevenredige aantasting van zijn woon- en leefklimaat, in het bijzonder in de vorm van geluidhinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:601
Datum uitspraak
22 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202003317/2/R1

201909051/4/A3

Ten aanzien van zaak nr. 201909051/3/A3, die op 24 maart 2021 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Borman, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van de zaak, op 19 maart 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:604
Datum uitspraak
22 maart 2021
  • Verschoning
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909051/4/A3

202000888/1/V3

Bij besluit van 4 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:603
Datum uitspraak
19 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000888/1/V3

202100953/2/R4

Bij besluit van 16 december 2020 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "Wegensteunpunt Zevenaar" vastgesteld. Het plangebied ligt aan de A12 op de locatie van de voormalige grenspost Bergh in de gemeente Zevenaar. Nadat de grenspostfunctie in 1993 is komen te vervallen, is de locatie gebuikt als verzorgingsplaats zonder voorzieningen voor met name vrachtwagens. Het bestemmingsplan maakt mogelijk dat binnen de bestaande bestemming "Verkeer" een wegensteunpunt met bijbehorende bebouwing wordt gerealiseerd. Dit wegensteunpunt dient ter vervanging van het bestaande wegensteunpunt aan de Nieuwe Steeg 6 in Zevenaar dat door technische veroudering en een te geringe capaciteit niet langer voldoet. Bij winterse weersomstandigheden worden strooiwagens bij het wegensteunpunt gevuld met strooizout. Deze werkzaamheden vinden ook ‘s nachts plaats. [verzoeker] woont aan de [locatie] in Beek, gemeente Montferland. [verzoeker] vreest voor geluidsoverlast in de nacht als gevolg van de werkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:599
Datum uitspraak
19 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100953/2/R4

202101798/2/V2

Bij besluit van 20 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:602
Datum uitspraak
19 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101798/2/V2

202005809/1/V2

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:600
Datum uitspraak
18 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005809/1/V2

201909386/1/V2

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:595
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201909386/1/V2

202003739/1/V1

Bij besluit van 8 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:598
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003739/1/V1

202003740/1/V1

Bij besluit van 8 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:596
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003740/1/V1

202005348/3/R2 en 202005358/3/R2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghoudster A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 1] in Sint-Michielsgestel. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college aan [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 2] in Sint-Michielsgestel. [verzoeker] woont in de woning [locatie 3] op ongeveer 58 meter afstand ten noordoosten van de locatie [locatie 1]. De locatie [locatie 2] ligt ten westen van de locatie [locatie 1]. Op verzoek van [verzoeker] is bij uitspraak van 25 februari 2021 een zodanige voorlopige voorziening getroffen dat de bouw moest worden stopgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:548
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005348/3/R2 en 202005358/3/R2

202006380/2/R2

Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drimmelen aan Zonnepark De Bergen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van zonnepark "De Bergen" in Terheijden, gemeente Drimmelen, voor de duur van 25 jaar. Het zonnepark bestaat uit een veldopstelling van zonnepanelen en bijbehorende werken met een oppervlakte van circa 9,5 hectare. De rechtbank heeft verder overwogen dat niet kan worden uitgesloten dat het college bij de beoordeling van de aanvraag voor een omgevingsvergunning van Zonnepark De Bergen B.V. een onjuiste beoordelingsmaatstaf heeft aangelegd en bovendien niet duidelijk is welke beoordelingsmaatstaf het college in het algemeen voor aanvragen van omgevingsvergunningen voor zonneparken hanteert. Daarbij heeft de rechtbank de motivering van de weigeringen van de aanvragen van NaGa Solar B.V. betrokken. Zonnepark De Bergen B.V. stelt een spoedeisend belang te hebben bij schorsing van de aangevallen uitspraak hangende het hoger beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:550
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006380/2/R2

202100377/1/R3 en 202100377/2/R3

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Ridderkerk het bestemmingsplan "Waalboskwartier" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van vier woningen aan het perceel aan de Langeweg in de gemeente Ridderkerk, nabij het perceel aan [locatie 1]. Het perceel is eigendom van [partij].[appellant] woont aan het perceel [locatie 1], naast het plangebied. Hij is het niet eens met de bouw van de vier woningen op deze plek en heeft daartoe verschillende gronden aangevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:549
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100377/1/R3 en 202100377/2/R3

202100984/2/V3

Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:597
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100984/2/V3

201805632/1/A1

Bij besluiten van 31 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal aan Biomineralen B.V. omgevingsvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor de vervaardiging van biomineralen op het perceel aan de Potendreef tegenover nummer 2-4 te Roosendaal. Ook is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een productiebedrijf voor de vervaardiging van biomineralen op het perceel. Per jaar zal maximaal 150.000 ton van buiten de inrichting afkomstige dikke fractie van dierlijke mest door verwarming worden gedroogd, gehygiëniseerd en gepelletiseerd, waarmee op jaarbasis ongeveer 50.000 ton strooibare mineraalkorrels als eindproduct ontstaat. Bij de productie zal gebruik worden gemaakt van restwarmte, afkomstig van de bestaande, naastgelegen afvalverbrandingsinstallatie van SITA. Het perceel bevindt zich in de omgeving van de woningen van [appellanten]. Zij zijn het er niet mee eens dat deze vergunningen zijn verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:575
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201805632/1/A1

201807685/1/R2

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Haaren het bestemmingsplan "Herziening Buitengebied Berktweg 4, 6, 8" vastgesteld. Het bestemmingsplan is vastgesteld met het doel om Greenport Haaren mogelijk te maken. Greenport Haaren is een agrarisch technisch hulpbedrijf in de vorm van een logistiek centrum dat het transport aan moet sturen van agrarische producten. In het plan is voor een deel van de gronden de agrarische bestemming in stand gelaten en aan een ander deel van de gronden de bestemming "Bedrijf" toegekend. Ook heeft een deel van de gronden een groenbestemming gekregen, waarmee wordt beoogd het logistieke centrum een landelijke inpassing te geven. Het plangebied ligt in het buitengebied van Haaren naast de N65. Voorheen was in het plangebied een boomkwekerij gevestigd. Posthuis en anderen, [appellant sub 3] en [appellant sub 2] verzetten zich tegen het plan om meerdere redenen, waaronder de vrees voor een verkeersonveilige situatie ten gevolge van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:565
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807685/1/R2

201902698/2/R3

Bij tussenuitspraak van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:943, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Noordenveld opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 6 februari 2019 te herstellen. In de tussenuitspraak is onder 4.2 overwogen dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de geluidbelasting die met het bestreden plan bij de recreatiewoning van [appellant] kan worden ondervonden, naar de huidige inzichten vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is. De raad heeft naar het oordeel van de Afdeling niet toereikend gemotiveerd waarom een afstand van 10 m tussen de voorziene zorginstelling en het perceel met de recreatiewoning voldoende is om geluidhinder bij die woning tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:579
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201902698/2/R3

201903671/1/A2

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellant] een schadevergoeding van € 32.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, en een vergoeding van € 5.132,82 voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van juridische bijstand toegekend. [appellant] is sinds 4 april 2012 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Muiderberg. De woning ligt in de nabijheid van de A1. [appellant] heeft de minister verzocht om vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. Het Tracébesluit 2014 voorziet onder meer in de aanleg van een nieuwe spoorbrug over de A1 op een afstand van ongeveer 230 m van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:580
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903671/1/A2

201905823/1/R1

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasgouw het bestemmingsplan "Schippersdock Wessem" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een jachthaven met bijbehorende voorzieningen op het adres Schippersveld 3 in Wessem. De bedrijfsbestemming voor dit perceel maakt een bedrijfsverzamelgebouw voor kleinschalige en aan de watersport gerelateerde servicebedrijven mogelijk, evenals een jachthaven met ligplaatsen en horeca en maximaal vier evenementen per jaar, met maximaal 1.000 bezoekers per evenement en voor maximaal vijf aaneengesloten dagen, inclusief opbouw en afbouw SchippersDock is de exploitante van de jachthaven. Filcom is een zandveredelingsbedrijf in Papendrecht en een vestiging naast het plangebied heeft, aan de Maasdijk 5. Filcom is het niet eens met het plan, omdat zij vreest dat de jachthaven haar bedrijfsvoering zal beperken. Voor het plangebied was voorheen het bestemmingsplan "Land van Thorn", vastgesteld op 22 mei 2014, van toepassing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:585
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905823/1/R1

201905866/1/R4

Bij besluit van 20 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden een omgevingsvergunning onder voorschriften aan [appellante sub 1] verleend voor het veranderen van een melkrundveehouderij op de percelen [locatie 1], [locatie 2]/[locatie 3] en [locatie 4] in Ruinerwold. [appellante sub 1] heeft op 26 mei 2015 een omgevingsvergunning gevraagd voor het veranderen van een melkrundveehouderij. De aangevraagde verandering bestaat er onder meer uit dat de veehouderij op het perceel [locatie 1] aan het bestaande bedrijf van [appellante sub 1] wordt toegevoegd. Hierdoor ontstaat één inrichting op de percelen [locatie 1], [locatie 2]/[locatie 3] en [locatie 4] in Ruinerwold (hierna: de percelen). Daarnaast voorziet de aanvraag in enkele interne wijzigingen en in het vergroten en het verplaatsen van de bestaande kuilvoer opslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:573
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905866/1/R4

201905907/1/R4

Bij besluit van 28 juli 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat geweigerd aan Fastned B.V. een vergunning te verlenen voor het realiseren van aanvullende voorzieningen bij een energielaadpunt voor motorvoertuigen op de verzorgingsplaats Velder aan de rijksweg A2 te Liempde, gemeente Boxtel. Bij besluit van 25 juni 2019 heeft de minister een besluit op bezwaar genomen, waarbij de gevraagde vergunning alsnog is verleend. Fastned ontwikkelt en exploiteert energielaadpunten voor elektrische motorvoertuigen langs snelwegen. Deze laadpunten worden ook wel snellaadstations of oplaadstations genoemd. Een van die laadpunten ligt op de verzorgingsplaats Velder aan de rijksweg A2. Voor het exploiteren van dat laadpunt is op 7 mei 2014 een vergunning als bedoeld in de Wbr aan Fastned verleend. Die vergunning loopt af in 2029. Op 24 april 2015 heeft Fastned een vergunning gevraagd voor het uitbreiden van het energielaadpunt met een aantal aanvullende voorzieningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:589
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905907/1/R4

201905938/1/A2

Bij besluit van 22 december 2016 heeft het dagelijks bestuur van Samenwerkingsverband Noord-Nederland een verleningsbeschikking voor [wederpartij] op grond van de Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 ingetrokken en het verleende voorschot van € 73.180,00 teruggevorderd. In de Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 (hierna: IPR 2008) staat dat stuwende ondernemingen die zich gaan vestigen in bepaalde gebieden van Noord-Nederland worden gesteund. De regeling subsidieert in beperkte mate ook uitbreidingsprojecten. Er kan in dat kader een subsidie worden aangevraagd voor onder meer investeringen in bedrijfsgebouwen, duurzame bedrijfsuitrusting en immateriële activa. Naar aanleiding van het door [wederpartij] tegen het besluit gemaakte bezwaar, heeft de externe commissie voor de bezwaarschriften in juni 2017 aan het dagelijks bestuur advies uitgebracht. In het advies staat dat het oprichten van een nieuw bedrijf genaamd SP&S niet kan worden gezien als een vestigingsproject.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:567
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201905938/1/A2

201907085/1/A2

Bij besluit van 26 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland de aan de stichting Expertisecentrum Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling verleende boekjaarsubsidie vastgesteld op € 2.143.000,00 en het te veel betaalde voorschot van € 207.000,00 teruggevorderd. De stichting is een ondersteuningsinstelling op de beleidsterreinen maatschappelijke participatie en jeugd. Bij brief van 28 december 2017 heeft de stichting een aanvraag tot subsidievaststelling van de boekjaarsubsidie ingediend. Zij heeft onder meer een halfjaarverslag 2017 van december 2017 en een verantwoording van november 2017 bijgevoegd. In het halfjaarverslag 2017 is een voorziening leegstaand pand van € 207.000,00 opgenomen. De stichting heeft dit toegelicht. Zij is op 1 juli 2008 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van tien jaar. Door de beëindiging van de subsidierelatie is er een krimp in het aantal medewerkers. De gehuurde kantoorruimte is daarom te groot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:587
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201907085/1/A2

201907258/1/R3

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het richten van de bestaande woning en het uitbreiden van het woonhuis op het perceel [locatie 1] te Zwartsluis. [vergunninghouder] woont op het perceel [locatie 1], [appellant A] en [appellant B] wonen op het naastgelegen perceel [locatie 2]. De woning van [vergunninghouder] bestaat uit drie delen die aan elkaar zijn gebouwd en onderling verbonden zijn. Deel A bestaat uit twee verdiepingen met daarop een kap. De nok van de kap loopt evenwijdig aan de weg. Deel B bevindt zich hierachter en bestaat uit twee verdiepingen inclusief kap. De nokrichting van deze kap staat haaks op de weg. Naast deel B bevindt zich deel C, bestaande uit een verdieping met een lage kap. De nok van deel C staat ook haaks op de weg. [vergunninghouder] heeft op 5 mei 2018 een vergunning aangevraagd voor het richten (rechtzetten) en vergroten van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:581
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201907258/1/R3

201907328/1/R4

Bij besluit van 7 februari 2017, gewijzigd bij besluit van 22 mei 2017, heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze, naar aanleiding van een daartoe door [appellant] ingediend handhavingsverzoek, [vergunninghoudster] gelast om drie overtredingen op het perceel [locatie 1] te Nistelrode te beëindigen en beëindigd te houden. [vergunninghoudster] exploiteert een varkenshouderij op het perceel. Het betreft een inrichting type C en [vergunninghoudster] beschikt over een omgevingsvergunning voor het in werking hebben van die inrichting. [appellant] woont op het naastgelegen perceel [locatie 2] waar hij een pluimveehouderij exploiteert. Bij brief van 28 juli 2016 heeft [appellant] het college verzocht tegen [vergunninghoudster] handhavend op te treden wegens het ontbreken van een opslagsilo voor spuiwater, een slecht werkende chemische luchtwasser en losse stukken asbest op een dak op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:568
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907328/1/R4

201907972/1/R4

Bij brief van 3 augustus 2018 heeft het college aan Kinderopvang Blooming Kids bekendgemaakt dat een omgevingsvergunning van rechtswege is verleend voor het verbouwen van de kantoorruimte naar een kinderdagverblijf op de begane grond van het pand Ruyterstraat 4 te Huizen. Het geschil gaat over een van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ten behoeve van de realisering van een kinderdagverblijf aan de Ruyterstraat 4 te Huizen. [appellanten] wonen aan de [locatie]. De achterzijde van hun tuin grenst aan het perceel Ruyterstraat 4. Zij zijn bevreesd voor overlast van het kinderdagverblijf. Tussen partijen is in geschil of het realiseren van het kinderdagverblijf in overeenstemming is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Kom West 2007".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:583
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907972/1/R4

201908114/1/R2

Bij besluit van 27 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal aan [vergunninghouder] opnieuw een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van enkele bouwwerken ten behoeve van een dierenweide op het perceel locatie 1] te Oldenzaal. Met het besluit heeft het college gevolg gegeven aan de uitspraak van de Afdeling van 28 augustus 2019 in zaak nr. 201807707/1/A1 (ECLI:NL:RVS:2019:2852). In die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat uit de artikelen 3.1 en 3.2.1 van de regels van het bestemmingsplan "Terrein Hogt", in onderlinge samenhang bezien, volgt dat voor zover het gaat om gebouwen, op de dierenweide slechts schuilhokken en nachtverblijven zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:560
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908114/1/R2

201908298/1/A3

Bij besluit van 11 oktober 2018 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een aanvraag van [appellant] om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft de minister op 5 juli 2018 verzocht hem een VOG af te geven voor de aanvraag van een chauffeurskaart bij Kiwa Register B.V. Bij de beoordeling van het verzoek heeft de minister gebruik gemaakt van de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018, waarin is bepaald dat als de aanvrager voorkomt in het Justitieel Documentatie Systeem de minister aan de hand van een objectief en een subjectief criterium bekijkt of de afgifte van een VOG gerechtvaardigd is. Bij het objectieve criterium bekijkt de minister of de in het JDS opgenomen feiten, indien herhaald en gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie, taak of bezigheid waarvoor de VOG is aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:563
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201908298/1/A3

201908328/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college het verzoek van Rode Waterparel B.V. om een uitwerkingsplan vast te stellen afgewezen. Bij brief van 20 december 2018 heeft Rode Waterparel het college verzocht een uitwerkingsplan vast te stellen voor het perceel Tweede Tochtweg 127 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Ingevolge het bestemmingsplan ¨Rode Waterparel¨ zijn aan dat perceel onder meer de bestemming ¨Gemengd - Uit te werken¨ en de bestemming ¨Woongebied - Uit te werken¨ toegekend. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat dit volgens het college niet voldoet aan de uitwerkingsregels die staan opgenomen in artikel 11.3.1, onder b, en artikel 12.3.1, onder a en b, van de planregels. Het plangebied van het bestemmingsplan ¨Rode Waterparel¨ maakt onderdeel uit van het bovenregionale ontwikkelgebied Zuidplaspolder. Dit gebied is in de Nota ruimte aangewezen als uitbreidingsruimte van de zuidvleugel van de Randstad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:594
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908328/1/R3

201908586/1/R3

Bij besluit van 10 januari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân vijf verbeurde dwangsommen (in totaal € 23.000,00) ingevorderd vanwege de aanwezigheid van zwerfvuil, de opslag van A-hout in strijd met de omgevingsvergunning en de opslag van materialen in strijd met de plattegrondtekening behorende bij deze vergunning. Hieraan lagen lasten onder dwangsom ten grondslag die zijn opgelegd bij besluiten van 27 juni 2016, 20 april 2017 en 1 juni 2017. [appellante] exploiteert een recyclingbedrijf op het perceel [locatie] in [plaats], waar diverse klassen afvalhout tot grondstof voor de spaanplaatindustrie of energieopwekking worden verwerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:584
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908586/1/R3

201908739/1/R1

Bij besluit van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tiel de werkzaamheden van [bedrijf] met betrekking tot het toepassen van grond op het perceel [locatie] te Tiel stilgelegd. [appellant] wil op het perceel woningbouw ontwikkelen. Omdat op deze locatie sprake is van ernstige bodemverontreiniging is er in het kader van de sanering daarvan voorzien in het aanbrengen van een leeflaag van grond met een dikte van 1 m. Daartoe is [bedrijf] in opdracht van [appellant] overgegaan. Het college heeft de werkzaamheden stilgelegd en een last onder dwangsom opgelegd, omdat [bedrijf] grond heeft aangebracht die bodemvreemd materiaal (glas en puin) en asbestverdacht materiaal bevatte. De grond kwam niet overeen met de grond uit de partijkeuringen die behoorden bij de geaccepteerde melding Besluit bodemkwaliteit. Het college heeft de bezwaren van [bedrijf] tegen de daarop betrekking hebbende besluiten gegrond verklaard en deze besluiten herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:590
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201908739/1/R1

201908914/1/A2

Bij besluit van 24 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lelystad een aanvraag van [appellant sub 2] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In 1997 heeft [appellant sub 2] een tussen de Binnenhavenweg en de Wortmantocht te Lelystad gelegen terrein met een oppervlakte van ongeveer 87.456 m² gekocht. Het terrein is onderdeel van een gebied dat bekend staat als De Groene Velden. Op 2 december 2015 heeft [appellant sub 2] het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 14 mei 2013 vastgestelde bestemmingsplan De Groene Velden, partiële herziene vaststelling artikel 5. In het nieuwe bestemmingsplan is onder meer bepaald dat een bouwperceel op het terrein een minimale omvang van 5.000 m² heeft. Onder het aan de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan voorafgaande planologische regime van het bestemmingsplan De Groene Velden was geen beperking aan de omvang gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:554
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908914/1/A2

201908978/1/R1

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard het bestemmingsplan "Camping de Kreek" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de camping de Kreek aan de Zinkweg in Oud-Beijerland. Het plangebied omvat het gehele terrein van de camping. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en "Agrarisch met waarden" toegekend. Met het plan mogen op de camping maximaal 61 standplaatsen voor stacaravans aanwezig zijn en voor recreatieve doeleinden worden gebruikt. Tevens is een kampeerwinkel alsmede 300 m² aan gebouwen toegestaan ten dienste van de camping en is aan de bedrijfswoning op het terrein een woonbestemming toegekend. Verder is voor de bewoners van tien al dan niet gekoppelde stacaravans een persoonsgebonden overgangsregeling getroffen. Als gevolg van deze regeling mag permanente bewoning van deze stacaravans op in de planregels nader genoemde standplaatsen op de camping worden voortgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:576
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908978/1/R1

201909044/1/R3

Bij besluit van 19 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân afwijzend beslist op het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een op het perceel [locatie A] in Dokkum geplaatste schutting. [appellant] heeft het college op 9 juli 2018 verzocht om handhavend op te treden tegen de op het perceel geplaatste schutting evenwijdig aan de inrit van zijn woning. Op 17 juli 2018 is een controle uitgevoerd. Tijdens de controle is geconstateerd dat het voorste gedeelte van de schutting (voor de voorgevelrooilijn) vanaf de weg ongeveer 1 m hoog is. Het laatste gedeelte (voor de voorgevelrooilijn) is schuinoplopend en ongeveer 2 m hoog. Naar aanleiding van de controle heeft het college besloten niet handhavend op te treden, omdat handhavend optreden gelet op de omstandigheden in dit geval niet evenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:574
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909044/1/R3

202000033/1/A2

Bij besluit van 31 december 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer het verzoek van [appellante] om de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken [...] vervallen te verklaren, afgewezen. In het kentekenregister staat het voertuig met het kenteken [...] op naam van [appellante] geregistreerd. Het voertuig is door [appellante] verkocht en geleverd aan [bedrijf]. De overschrijving van het kenteken op naam van [bedrijf] is echter niet gelukt. [appellante] heeft gesteld veel pogingen te hebben ondernomen om het kenteken alsnog over te schrijven op naam van de nieuwe eigenaar. Omdat zij niet over de adresgegevens van [bedrijf] beschikt, is dit niet succesvol geweest. [appellante] heeft daarom de RDW verzocht de tenaamstelling van het voertuig vervallen te verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:572
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000033/1/A2

202000089/1/A2

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) het verzoek van [appellant] om de tenaamstelling van de auto met het kenteken [...] met terugwerkende kracht vervallen te verklaren, afgewezen. [appellant] heeft bij brief van 30 juli 2018 de RDW verzocht om de tenaamstelling van twee auto’s, waarvan er één met het kenteken [...], met terugwerkende kracht vanaf januari 2018 vervallen te verklaren. Hij heeft in zijn verzoek naar voren gebracht dat een goede kennis hem in januari 2018 heeft gevraagd of hij voor één week twee auto’s op zijn naam wilde zetten. Daarna heeft hij niks meer van die kennis gehoord. De auto’s zijn niet van [appellant] en hij gebruikt die ook niet. Hij heeft geen rijbewijs. [appellant] heeft ook naar voren gebracht dat hij post krijgt over de wegenbelasting en dat hij boetes ontvangt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:555
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000089/1/A2
vorige pagina1...198199200...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon