Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.686
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202002165/1/A3

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aanvragen van Sloep Huren en Sloepdelen om de geldigheidsduur van hun verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd te verlengen, afgewezen. Bij brieven van 13 februari 2018 hebben Sloep Huren en Sloepdelen, onder verwijzing naar artikel 11 van de Dienstenrichtlijn, artikel 33 van de Dienstenwet en de artikelen 4.1.2, 4.3.4 en 4.4.1 van de Havenverordening Utrecht, aanvragen ingediend om de geldigheidsduur van de verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd te verlengen. Bij het besluit van 8 juni 2018 heeft het college deze aanvragen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:522
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002165/1/A3

202002344/1/R2

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Bosserheide 29" (hierna: het plan) gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt deels een nieuwe ontwikkeling mogelijk en is deels conserverend van aard. Het plangebied omvat de percelen, kadastraal bekend gemeente Bergen nrs. 342 (Bosserheide 29), 2420 en 2422 (Bosserheide 29a). De initiatiefnemer exploiteert op die locatie een bedrijf voor de stalling van onder meer campers en caravans onder de handelsnaam "Stalling 31". De initiatiefnemer wil het bedrijf uitbreiden door aan de achterzijde van de bestaande bebouwing op een oppervlakte van ongeveer 2.100 m² zogenoemde "breedkappers", kassen met een gesloten dak, op te richten. Ook wil zij de oude zogenoemde "Venlo-kassen", die een oppervlakte beslaan van ongeveer 2.000 m², vervangen door breedkappers. De voorzijde van het plangebied ligt aan de provinciale weg N271.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:416
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002344/1/R2

202002461/1/A2

Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer opgelegd. Op 25 juli 2018 heeft de Politie Eenheid Den Haag aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Een proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2018 en een mutatierapport van dezelfde datum zijn als bijlagen bij die mededeling gevoegd. Volgens deze stukken heeft [appellant] als bestuurder van een scooter gevaarzettend rijgedrag vertoond. In deze zaak gaat het om de vraag of [appellant] de bestuurder van de scooter was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:490
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002461/1/A2

202002489/1/A3

Bij besluit van 15 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Financiën besloten op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij brief van 16 januari 2019 heeft [appellant] de staatssecretaris verzocht om op grond van de Wob documenten openbaar te maken over het vaststellen van de fiscale woonplaats van belastingplichtigen. Bij het besluit van 15 maart 2019 heeft de staatssecretaris een aantal documenten geheel of gedeeltelijk openbaar gemaakt. Daarbij heeft de staatssecretaris onder meer met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wob openbaarmaking van een aantal passages in documenten geweigerd. Dit besluit heeft de minister bij het besluit op bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:494
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002489/1/A3

202002856/1/A3

Op 24 januari 2019 heeft de burgemeester van Maastricht een loods aan de [locatie] te Maastricht voor de duur van twaalf maanden gesloten. Bij besluit van 25 januari 2019 heeft de burgemeester de motivering hiervan op schrift gesteld. [appellant] is sinds april 2018 eigenaar van een loods. In augustus 2018 heeft hij de loods verhuurd. Op 24 januari 2019 heeft de politie de burgemeester er mondeling van op de hoogte gesteld dat die dag in de kelder van de loods een in werking zijnde hennepkwekerij is aangetroffen. De kwekerij bevatte volgens de politie 1.400 hennepplanten en 5.000 hennepstekken, en werd illegaal van stroom voorzien. Op grond van deze informatie heeft de burgemeester de loods op 24 januari 2019 krachtens de artikelen 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en 13b, eerste lid, van de Opiumwet voor de duur van twaalf maanden gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:486
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002856/1/A3

202002869/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht opstelplaatsen van containers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval aangewezen. Het besluit van 6 januari 2020 voorziet onder meer in de aanwijzing van een opstelplaats van containers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval nabij de percelen Everard Meijsterlaan 97 en de [locatie] te Utrecht. [appellante] woont aan de [locatie] te Utrecht en kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen. Zij stelt dat de opstelplaats de toegang tot haar garage ten onrechte blokkeert. Dit leidt volgens haar tot overmatige hinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:492
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002869/1/R1

202002911/1/R1

Bij besluit van 10 december 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan "Dijkverbetering Beesel" vastgesteld. Bij besluit van 10 maart 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg op grond van artikel 5.7, eerste lid, van de Waterwet goedkeuring verleend aan het projectplan. Dijktraject Beesel is een van de dijktrajecten langs de Maas die zijn opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei. Dit dijktraject voldoet niet aan de huidige wettelijke norm voor hoogwaterveiligheid en moet daarom versterkt worden. [appellant sub 2A] verzet zich tegen het Projectplan omdat de verhoging van de dijk ter plaatse van zijn woning leidt tot een aantasting van zijn woongenot. [appellant sub 1A] heeft momenteel nog uitzicht over de Maas vanaf de eerste verdieping van zijn woning, met name vanaf zijn dakterras. Als gevolg van het Projectplan zal dit zicht op de Maas grotendeels verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:513
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202002911/1/R1

202002943/1/A2

Bij brief van 27 september 2018 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geantwoord op een verzoek van [verzoeker] om een bestuurlijke boete op te leggen. Bij brief van 25 juli 2018 heeft [verzoeker] de inspectie verzocht om met toepassing van artikel 100 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg handhavend op te treden tegen de voormalig directeur en gz-psycholoog van het Pieter Baan Centrum en deze een bestuurlijke boete op te leggen. Volgens [verzoeker] heeft de betrokkene de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 88 van de Wet BIG geschonden door zonder zijn toestemming en medeweten conceptrapportages over hem uit het dossier van Pro Justitia naar het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle te sturen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:502
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002943/1/A2

202002970/1/R4

Bij besluit van 27 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp aan T-Mobile Netherlands B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een zendmast op het perceel Leeuwenveldseweg ter hoogte van het tankstation in Weesp, kadastrale sectie B5984, voor een maximale periode van drie jaar. Op 23 augustus 2018 heeft T-Mobile een aanvraag bij het college ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antennemast op het perceel voor een maximale periode van drie jaar. De hoogte van de antennemast bedraagt ongeveer 27 m. Het college heeft de omgevingsvergunning bij besluit van 27 november 2018 verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 1º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in verbinding met artikel 35, aanhef en onder b, van de planregels van het bestemmingsplan "Stedelijk Gebied".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:504
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002970/1/R4

202003054/1/R1

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het dagelijks bestuur de aanvraag van [appellante] voor een watervergunning voor verlaging van het waterpeil op percelen ten noorden van Wolvega afgewezen. [appellante] heeft een watervergunning aangevraagd voor de tijdelijke onderbemaling van zijn landbouwpercelen, kadastraal bekend gemeente Wolvega, sectie […], nummers, […], en aanleg van duikers en aanpassingen van duikers voor de duur van tien jaar. [appellante] wil het peil van de watergangen op de landbouwpercelen verlagen, zodat de percelen bij hevige regenval niet meer onder water komen te staan. Volgens het dagelijks bestuur zijn de gevolgen van de aangevraagde peilafwijking te groot om deze met een watervergunning te kunnen toestaan. Het dagelijks bestuur heeft de aanvraag om die reden afgewezen. [appellante] kan zich niet met deze afwijzing verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:529
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202003054/1/R1

202003098/1/R4

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-de Mierden, voor zover hier van belang, het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een deel van de bijgebouwen op het perceel [locatie 1] te Reusel, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie 1]. In 2012 is van rechtswege een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van de woonboerderij op het naastgelegen perceel in twee woningen: één op het perceel [locatie 2] en één op [locatie 1]. Volgens [appellant] staan er op het perceel meer bijgebouwen dan is toegestaan. Hij heeft het college verzocht om daartegen handhavend op te treden. Het college heeft dit verzoek afgewezen en de afwijzing na bezwaar in stand gelaten. De rechtbank heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit op bezwaar vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:498
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003098/1/R4

202003099/1/R4

Bij besluit van 20 januari 2019 heeft het college maatwerkvoorschriften gesteld voor de door Wadudu Insectencentrum V.O.F. gedreven inrichting voor het kweken van insecten op het perceel aan de Noordveen 1 te Beilen. In de kweekruimten en de verwerkingsruimte van de inrichting komt geur vrij. De lucht uit de ruimten wordt deels door mechanische, deels door natuurlijke ventilatie afgezogen en naar buiten geëmitteerd. Ook de opslag van nat substraatafval kan volgens het college aanleiding geven tot een geuremissie. Naar aanleiding van klachten over geur heeft het college bij besluit van 20 januari 2019 maatwerkvoorschriften gesteld om geurhinder naar de omgeving te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken. [appellant] woont op het bedrijventerrein aan de [locatie] en heeft daar zijn bedrijf. Zijn woning ligt in de directe nabijheid van de inrichting. Volgens hem wordt geurhinder van de insectenkwekerij onvoldoende beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:496
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202003099/1/R4

202003145/1/A3

Bij besluit van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een dwangsom van € 20.000,- bij Saartje Kinderopvang ingevorderd. Het college heeft inspecties uitgevoerd bij de Buitenschoolse Opvang Waterwin. BSO Waterwin is een onderdeel van Saartje Kinderopvang. Bij een inspectie op 24 oktober 2017 is onder andere gebleken dat de maximale grootte waaruit een groep kinderen op de buitenschoolse opvang mag bestaan, namelijk twintig in de groepen met kinderen vanaf vier jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt en dertig in de groepen met kinderen vanaf acht jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt, is overschreden. Het college heeft daarom bij besluit van 10 april 2018 een last onder dwangsom opgelegd dat zij ervoor moet zorgen dat de opvang van kinderen plaatsvindt in vaste groepen. In de leeftijdscategorie vier tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt mag de groep bestaan uit ten hoogste twintig kinderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:491
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003145/1/A3

202003147/1/A3

Bij besluit van 3 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellante] een bestuurlijke boete van € 5.000,- opgelegd. [appellante] is eigenaar van [kinderdagverblijf A]. Op 21 juli 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Utrecht bij het kinderdagverblijf een inspectie uitgevoerd. Daarvan is een inspectierapport opgesteld, dat op 23 juli 2018 is vastgesteld. In dat inspectierapport is het volgende opgenomen. In december 2017 heeft een onderzoek plaatsgevonden bij het kinderdagverblijf waarbij is geconstateerd dat niet werd voldaan aan de eis dat voldoende beroepskrachten aanwezig zijn in verhouding met het aantal kinderen. Bij de inspectie is geconstateerd dat die tekortkoming onvoldoende is hersteld. Dat blijkt volgens het inspectierapport uit aanwezigheidslijsten van week 23 tot en met week 25 uit het jaar 2018. In juni 2018 waren er in de groep Kuikens tussen 7:30 uur en 7:45 uur zes kinderen aanwezig en één beroepskracht, terwijl er twee beroepskrachten zijn vereist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:495
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003147/1/A3

202003406/1/V6

Bij besluit van 17 april 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de vennootschap een boete opgelegd van € 48.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Inspecteurs van de Inspectie SZW hebben samen met medewerkers van het Haags Economisch Interventieteam, een samenwerkingsverband tussen de Belastingdienst, de Inspectie SZW, het UWV, de nationale politie en de gemeente Den Haag, op 30 november 2017 en 25 januari 2018 controles uitgevoerd bij de vennootschap. Zij hebben geconstateerd dat in totaal vier vreemdelingen met de Georgische nationaliteit werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van de vennootschap. Deze werkzaamheden bestonden uit reparatiewerkzaamheden aan auto's en het vervangen van het cabriodak van een auto.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:527
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202003406/1/V6

202003430/1/R4

Op 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Doetinchem besloten om het bestemmingsplan "Tankstations Oostelijke Randweg en [locatie] - 2019" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van een tankstation met LPG aan de [locatie] in Doetinchem. Zij wil dit tankstation verplaatsen naar een perceel aan de Oostelijke Randweg in Doetinchem. Het college acht de verplaatsing van het tankstation met LPG wenselijk. Dit zorgt ervoor dat een risicobron uit de nabijheid van woningen aan de Wijnbergseweg verdwijnt. Daarom heeft het college een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd waarmee deze verplaatsing mogelijk wordt gemaakt. Het door het college opgestelde ontwerpbestemmingsplan heeft betrekking op de huidige locatie en op de beoogde nieuwe locatie. Volgens het college is het wenselijk dat het bestaande LPG tankstation op de huidige locatie definitief wordt verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:517
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003430/1/R4

202003540/1/A2

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad) de voor een toevoeging vastgestelde vergoeding ingetrokken. [appellant] is rechtsbijstandverlener en neemt deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. Op 28 augustus 2018 heeft [appellant] een toevoeging aangevraagd voor het maken van bezwaar tegen een door het dagelijks bestuur Werk en Inkomen Lekstroom genomen besluit tot afwijzing van een aanvraag om een (algemene) bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:488
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202003540/1/A2

202003727/1/R4

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tijdelijk zonnepark (25 jaar) met bijbehorende bouwwerken op het perceel [locatie] te Zeewolde. [vergunninghoudster] is eigenaar van het perceel. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de realisatie van een zonnepark met een oppervlakte van 45 hectare, waarvan ongeveer 36 hectare aan zonnepanelen, op en rondom de gronden van een bestaande golfbaan ten noordoosten van de provinciale weg N302 en ten zuidwesten van de recreatiewoningen behorende bij het Harderwold Villa Resort. De golfbaan bestaat op dit moment uit een baan met 18 holes en een oefenbaan met 9 holes. De golfbaan met 18 holes zal verdwijnen door de aanleg van het zonnepark. De maximale instandhoudingstermijn van het zonnepark is 25 jaar. De hoogte van de zonnepanelen bedraagt maximaal 2,5 m en rondom het terrein wordt beplanting aangelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:499
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003727/1/R4

202003864/1/R1

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heiloo onder meer de locaties H759 en H761, zoals aangegeven op de bij het besluit behorende tekening, aangewezen als clusterplaatsen voor het plaatsen van rolcontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Het bestreden besluit voorziet in de aanwijzing van een aantal clusterplaatsen voor rolcontainers. De bestreden locaties worden in het besluit van 26 mei 2020 aangeduid als H759, die uit drie verschillende clusterplaatsen bestaat, en H761. [appellant] woont op het perceel [locatie]], tegenover een van de aangewezen clusterplaatsen van locatie H759. Hij kan zich niet verenigen met de aanwijzing van deze locatie. Daarnaast kan [appellant] zich niet verenigingen met de aanwijzing van locatie H761.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:493
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003864/1/R1

202004044/1/R4

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarn aan [partij A] en [partij B] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Baarn. De woning op het perceel is in 1933 gebouwd. De woning en de aangrenzende woning van [appellant] op het perceel [locatie 2] zijn gebouwd als twee-onder-een-kapwoningen. Beide woningen zijn in 1992 op grond van de destijds geldende gemeentelijke erfgoedverordening aangewezen als gemeentelijk monument. [partij A] en [partij B] wensen de ten opzichte van de straat gelegen achterzijde van de woning uit te breiden onder meer om meer lichtinval in de woning te krijgen. Zij hebben op 13 januari 2019 voor de verbouwing van de woning een omgevingsvergunning aangevraagd. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend, omdat volgens hem de wijziging van de woning in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand en de monumentale waarden van de woning intact blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:519
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004044/1/R4

202004366/1/R1

Bij besluit van 17 juli 2019 heeft het college aan de gemeente Haarlem een omgevingsvergunning verleend voor het inrichten van de openbare ruimte van Land in Zicht voor het realiseren van 55 extra parkeerplaatsen aan onder meer de Tjalkkade te Haarlem. In de recent ontwikkelde wijk Land in Zicht in Haarlem staan aan de Botterboulevard drie woontorens met appartementencomplexen en aan de Tjalk- en Klipperkade luxe grondgebonden woningen. In de voor de bouw van de grondgebonden woningen verleende omgevingsvergunningen heeft het college als uitgangspunt gehanteerd dat de kades autoluw moeten zijn en dat er niet mag worden geparkeerd in de openbare ruimte. Daarom hebben de woningen aan de Tjalk- en Klipperkade allemaal een inpandige garage en beschikken de woningen aan de Tjalkkade ook over een oprit. [appellant] en anderen wonen aan de Tjalkkade. Zij kunnen zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning. Zij vrezen voor parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:497
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004366/1/R1

202004368/1/A2

Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorg- en huurtoeslag over 2017 voor [appellant] definitief berekend en op nihil vastgesteld en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. [appellant] heeft van de Belastingdienst/Toeslagen voorschotten zorg- en huurtoeslag over 2017 ontvangen. Bij het besluit van 10 augustus 2018, gehandhaafd bij het besluit van 3 december 2018, heeft de dienst de zorg- en huurtoeslag over 2017 voor [appellant] definitief berekend en vastgesteld op nihil, omdat het toetsingsinkomen van [appellant] van € 34.438,00 hoger is dan de inkomensgrenzen voor zorg- en huurtoeslag in 2017. Hierdoor moet hij in totaal € 5.305,00 terugbetalen. De rechtbank heeft dit standpunt van de Belastingdienst/Toeslagen gevolgd en het door [appellant] tegen het besluit van 3 december 2018 ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] is het daar niet mee eens en vecht (uitsluitend) dit oordeel in hoger beroep aan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:485
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202004368/1/A2

202004435/1/R4

Bij uitspraak van 14 augustus 2019, in zaak nr. 201810159/1/A1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het door het college tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 november 2018 in zaak nr. 18/1399 ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd, het door Stichting Volkshuisvesting Utrecht bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van het college van 23 februari 2018 vernietigd, het besluit van het college van 22 september 2016 herroepen en bepaald zelf in de zaak te voorzien. In het verzoekschrift betoogt het college dat in de uitspraak van 14 augustus 2019 een zelfstandige hogerberoepsgrond niet is beoordeeld. Deze hogerberoepsgrond ziet op de overbewoning ingevolge artikel 7.18, eerste lid, van het Bouwbesluit, die volgens het college eveneens ten grondslag lag aan de opgelegde last onder dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:503
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004435/1/R4

202004620/1/R4

Bij besluit van 24 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een veranda en erfafscheiding en het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het perceel aan de [locatie] te Lunteren. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel [locatie 1] en de daarop gelegen woning. Aan de achterzijde van de woning ligt een open agrarisch gebied. Op het perceel [locatie 1] geldt het bestemmingsplan "Agrarisch Buitengebied Ede 2012". Op 26 maart 2019 heeft [vergunninghouder] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om (deels) op de gronden achter zijn huis een veranda en een tuinmuur te mogen bouwen. Bij het besluit van 24 april 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] de gevraagde omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:520
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004620/1/R4

202005484/1/V6

Bij besluit van 13 augustus 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 250,00 wegens het niet naleven van artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering en bepaald dat zij de lening voor het volgen van een inburgeringscursus moet terugbetalen. Bij brief van 8 april 2016 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is en dat haar inburgeringstermijn op 22 maart 2016 is gestart. Bij het besluit van 4 maart 2020 heeft de minister de boete ingetrokken en bepaald dat [appellante] de lening niet hoeft terug te betalen. Volgens de minister had [appellante] recht op verlenging van de inburgeringstermijn, omdat in de bezwaarfase duidelijk is geworden dat zij een opleiding aan de Nederlandse Filmacademie volgt. Ten tijde van het besluit van 4 maart 2020 had [appellante] aan haar inburgeringsplicht voldaan. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de minister terecht het

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:528
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202005484/1/V6

202101112/1/R3 en 202101112/2/R3

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen aan de gemeente Emmen een omgevingsvergunning verleend voor de kap van 11 bomen in de Hoofdstraat te Emmen, gelegen tussen de huisnummers 77 tot en met 106. De gemeente Emmen heeft op 30 april 2020 de omgevingsvergunning voor de kap van 11 bomen aangevraagd met het oog op het vervangen van de riolering en de geplande herinrichting van de Hoofdstraat. [appellant] vindt dat de bomen beeldbepalend zijn en daarom behouden moeten blijven voor de omgeving. Bovendien zijn de bomen van betekenis voor de onder meer vogels en vleermuizen. Hij vindt dat het college de verlening van de omgevingsvergunning onvoldoende heeft gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:478
Datum uitspraak
9 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202101112/1/R3 en 202101112/2/R3

202101256/2/V2

Bij besluiten van 15 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:479
Datum uitspraak
9 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101256/2/V2

202006464/2/R1

Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk [verzoeker] gelast de activiteiten van de kebabzaak aan de [locatie] te beëindigen en beëindigd te houden op straffe van een dwangsom van € 7.500,-. [verzoeker] is eigenaar van het pand aan de [locatie] waarin op de benedenverdieping door zijn huurder tot voor kort een kebabzaak werd geëxploiteerd. Niet in geschil is dat het partycentrum dat in hetzelfde pand wordt geëxploiteerd onder de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht valt van het bestemmingsplan "Haven De Pijp-Parallelweg". Het college en [verzoeker] zijn verdeeld over de vraag of de kebabzaak ook onder de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht valt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:471
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006464/2/R1

202100046/2/R4

Bij besluit van 10 november 2020 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan [locatie] gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in het de bouw van 2 gebouwen van 23 m en 60 m hoog waarin 165 woningen kunnen worden gerealiseerd. 35% van die woningen is voor sociale huur. Het op de locatie aanwezige gebouw zal worden gesloopt ten behoeve van de woningen. Op 21 december 2020 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van die woningen. De omgevingsvergunning is nog niet verleend. De verenigingen zijn het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij hebben een verzoek om voorlopige voorziening ingediend om te voorkomen dat een omgevingsvergunning wordt verleend op basis van dit bestemmingsplan. Zij betogen dat het vaststellingsbesluit uiteindelijk in rechte geen stand zal houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:473
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202100046/2/R4

202100629/2/R1

Bij besluit van 22 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast aan de achtergevel van de [locatie A] te verwijderen en verwijderd te houden: de afvoerpijp met installatiekast, inclusief bijbehorende bevestigingsmaterialen en de restanten van de reeds verwijderde afvoerpijp (het gedeelte dat nog uit het dak steekt). Indien niet binnen de daartoe gestelde termijn aan de last is voldaan, wordt een bedrag van € 5.000,00 verbeurd. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening omdat hij wil voorkomen dat hij het dwangsombedrag van € 5.000,00 moet betalen voordat een uitspraak is gedaan in de bodemprocedure op zijn hoger beroep. Ter zitting heeft hij, refererend naar de hoger beroepsgronden die hij op 19 februari 2021 bij de Afdeling heeft ingediend, zijn verzoek onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:472
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100629/2/R1

202100881/2/V3

Bij besluit van 20 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:475
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100881/2/V3

201904164/1/V3

Bij besluit van 15 februari 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:467
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201904164/1/V3

202006207/2/V2

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:474
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006207/2/V2

202101051/2/V2

Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:476
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101051/2/V2

202003504/2/V1

Bij besluit van 10 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:466
Datum uitspraak
4 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003504/2/V1

202001061/2/R4

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente West Betuwe het bestemmingsplan "Achterstraat achter 18-22 Beesd" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om vier nieuwe woningen te realiseren met een bouwhoogte van 10 m. Het bouwvlak loopt tot aan de erfgrens. In het plangebied staat thans een bedrijfsgebouw. De initiatiefnemer [belanghebbende A] wil dat gebouw slopen om plaats te laten maken voor 4 appartementen. Inmiddels is een omgevingsvergunning aangevraagd. Op die aanvraag is nog niet beslist. [verzoeker A] en [verzoeker B] zijn het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij wonen naast het plangebied en hebben op hun perceel ook een geluidsverhuurbedrijf. Om te voorkomen dat een omgevingsvergunning wordt verleend op grond van het vastgestelde bestemmingsplan, hebben zij een verzoek ingediend om het bestemmingsplan hangende de bodemprocedure te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:426
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202001061/2/R4

202001901/1/V1

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:425
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202001901/1/V1

202004960/1/V1

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:424
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004960/1/V1

202005467/1/A2 en 202005467/4/A2

Bij besluit van 9 december 2019 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen de uitslag van het onderzoek naar de rijgeschiktheid en dat zijn rijbewijs ongeldig blijft aan [appellant] meegedeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:409
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202005467/1/A2 en 202005467/4/A2

202101229/2/V2

Bij besluit van 8 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:423
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101229/2/V2

202101402/2/V3

Bij besluit van 26 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:463
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101402/2/V3

201902555/1/R4

Bij besluit van 22 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer (oud) verleend voor een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Beers. Op 2 februari 2010 heeft [vergunninghouder] een aanvraag om een revisievergunning ingediend voor de inrichting aan de [locatie 1] te Beers. De aanvraag is meerdere keren aangevuld en het college heeft drie keer een ontwerpbesluit ter inzage gelegd alvorens de gevraagde vergunning te verlenen. De aanvraag heeft onder meer betrekking op het wijzigen van de stalsystemen in de stallen 1 en 2 en een uitbreiding van het aantal dieren. Verder maakt het perceel aan de [locatie 2] te Beers niet langer deel uit van de inrichting. [appellant] woont aan de [locatie 2] te Beers en vreest dat de door hem ervaren overlast van het in werking zijn van de inrichting door de verleende vergunning wordt vergroot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:443
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak201902555/1/R4

201903821/2/R2

Bij tussenuitspraak van 5 februari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:354, hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Wijk bij Duurstede opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 maart 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verzamelplan 2018", te herstellen, de Afdeling en [appellant] de uitkomst daarvan mede te delen en de wijziging van het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 5 maart 2019 een zorgvuldigheidsgebrek als bedoeld in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht bevat, nu het door de raad vastgestelde bouwvlak op het perceel [locatie] te Langbroek (hierna: het perceel), waar het gaat om de zijkanten ervan, niet de buitenste contouren van het bouwvlak volgt, waarvan wordt uitgegaan in het door [appellant] ingediende bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:430
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201903821/2/R2

201904571/1/R3 en 201904677/1/R3

Bij besluit van 26 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen geweigerd om aan Ahold Europe Real Estate & Construction B.V., zijnde de rechtsvoorganger van de Stichting, omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de functie van de bebouwing en het aansluitende terrein op de percelen, kadastraal bekend gemeente Groningen, sectie B, nrs. 1533, 1053 en 1829, gelegen in het winkelgebied Sontplein te Groningen met grootschalige detailhandel. De Stichting wil op de locatie, naast perifere detailhandelsvestigingen (PDV), ook grootschalige detailhandelsvestigingen (GDV) realiseren met een totale bruto vloeroppervlakte (bvo) van 20.765 m2. Verder wil de Stichting op de locatie een zelfstandig horecabedrijf met een bruto vloeroppervlakte (bvo) van ongeveer 1.000 m2 en winkelondersteunende horeca ter grootte van in totaal ongeveer 500 m2 bvo te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:457
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904571/1/R3 en 201904677/1/R3

201905323/1/R4

Bij besluit van 10 augustus 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van zijn woning op het perceel [locatie] te Utrecht door het verbouwen van de garage. [appellant] heeft een aanvraag ingediend om de aanbouw met garage naast zijn woning te verbouwen tot woonruimte. Blijkens de tekeningen bij de aanvraag worden in de aanbouw drie kamers, een wasruimte en een douche gerealiseerd. Op het perceel rust op grond van van het bestemmingsplan "Het Zand" onder meer de bestemming "Wonen - 1". [partij A] en [partij B] zijn omwonenden en hebben bezwaar gemaakt tegen de verlening van de omgevingsvergunning. Zij vrezen dat de leefbaarheid van de omgeving zal verslechteren, omdat [appellant] de met de verbouwing in de aanbouw aangebrachte kamers wil verhuren voor gebruik als onzelfstandige woonruimte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:451
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905323/1/R4

201906447/1/A3

Bij besluit van 15 maart 2018 heeft de burgemeester van Tilburg een last onder dwangsom opgelegd strekkende tot het beëindigen en beëindigd houden van de overtreding van artikel 53a, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening van Tilburg. De raad van de gemeente Tilburg heeft op 19 december 2016 artikel 53a aan de APV toegevoegd. Dit artikel heeft als doel een onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat tegen te gaan. Daartoe geeft dit artikel de burgemeester de bevoegdheid om gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen waarvoor een vergunningplicht gaat gelden omdat in of rondom deze gebouwen of door de bedrijfsmatige activiteiten de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid in de gemeente onder druk staat. Op 21 februari 2017 heeft de burgemeester besloten om de autoverhuurbranche in Tilburg aan te wijzen als vergunningplichtig. Dit aanwijzingsbesluit is op 2 juni 2017 in werking getreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:461
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906447/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201906447/1/A3

201906738/1/R3

In juli 2018 heeft [appellant] via de website van de gemeente Rotterdam een melding gedaan dat op het platte dak achter zijn appartement een derde afzuiginstallatie is geplaatst ten behoeve van de keuken van het restaurant dat onder zijn appartement is gevestigd. [appellant] heeft foto’s bij deze melding gevoegd. Op 10 september 2018 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld, aangezien hij nog geen reactie had ontvangen op zijn melding, die hij kwalificeert als een verzoek om handhaving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:446
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906738/1/R3

201906887/2/A3

Bij tussenuitspraak van 11 november 2020 heeft de Afdeling de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgedragen om binnen 8 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin onder overweging 3.17 is overwogen het besluit van 8 juni 2018 te herstellen door dat alsnog deugdelijk te motiveren, dan wel een nieuw besluit te nemen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling in overweging 3.17 overwogen dat de minister heeft erkend dat ten onrechte geen cumulatietoets is verricht voor de Nederlandse en de Belgische garnalenvisserij. De minister stelt dat er wel een cumulatietoets is verricht in het kader van de aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor garnalenvisserij in onder meer de Westerschelde door vaartuigen die onder de Belgische vlag varen. De bevindingen van die cumulatietoets zijn neergelegd in het addendum van april 2018 bij de passende beoordeling voor die aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:427
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201906887/2/A3

201906893/2/A3

Bij tussenuitspraak van 11 november 2020 heeft de Afdeling de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgedragen om binnen 8 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat daarin onder overweging 3.19 is overwogen het besluit van 8 juni 2018 te herstellen door dat alsnog deugdelijk te motiveren, dan wel een nieuw besluit te nemen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling in overweging 3.19 overwogen dat de minister heeft erkend dat ten onrechte geen cumulatietoets is verricht voor de Nederlandse en de Belgische garnalenvisserij. De minister stelt dat er wel een cumulatietoets is verricht in het kader van de aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor garnalenvisserij in onder meer de Westerschelde door vaartuigen die onder de Belgische vlag varen. De bevindingen van die cumulatietoets zijn neergelegd in het addendum van april 2018 bij de passende beoordeling voor die aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:428
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201906893/2/A3

201907122/1/R4

Bij besluit van 21 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een berging bij de woning aan de [locatie] te Vleuten. [appellant] woont sinds 2015 in de woning op het perceel. Op het perceel is in 2011 of 2012 een carport gebouwd. [appellant] heeft deze carport in 2016 verbouwd tot berging. Er zijn toen wanden geplaatst en de carport is aan de achterzijde verlengd en daarmee vergroot. Op 22 november 2017 heeft [appellant] voor de bouw van de berging een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op het perceel geldt de beheersverordening "De Meern Noord, Maximapark, Vogelenbuurt, Wittevrouwen". Volgens het college is de berging in strijd met de beheersverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:432
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907122/1/R4

201907181/1/A2

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In 2010 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan Centrum Sint-Michielsgestel 2010 vastgesteld. [appellant] was ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan op 5 november 2010 eigenaar van de gebouwen met bijbehorende percelen aan [9 locaties] te Sint-Michielsgestel. In mei 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij in de vorm van een vermindering van de waarde van de onroerende zaken heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan. Volgens [appellant] heeft de planologische verandering geleid tot een beperking van de planologische mogelijkheden van de onroerende zaken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:437
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907181/1/A2

201907888/1/A3

Bij besluit van 31 juli 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag van [appellant] om afgifte van een Nederlands paspoort voor [persoon A], niet in behandeling genomen. [persoon A] is geboren op [geboortedatum] 2002. Toen hij werd geboren, was zijn moeder gehuwd met [persoon B]. Zijn moeder en [persoon B] bezitten niet de Nederlandse nationaliteit. [appellant] heeft wel de Nederlandse nationaliteit. Hij stelt dat hij [persoon A] in de Dominicaanse Republiek heeft erkend. Ter staving hiervan heeft hij een kopie van een met de hand ingevulde geboorteakte van [persoon A] van 4 december 2002 overgelegd (hierna: de geboorteakte), waarin staat dat [appellant] zijn vader is. Volgens [appellant] heeft [persoon A] door de erkenning de Nederlandse nationaliteit verkregen. Volgens de minister bezit [persoon A] niet de Nederlandse nationaliteit. Om die reden heeft hij de aanvraag om afgifte van een paspoort voor [persoon A] niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:441
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak201907888/1/A3

201908148/1/R2

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal geweigerd aan Arbor Projecten B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een zonneweide te Heythuysen. Tegen dit besluit heeft Arbor Projecten B.V. bezwaar gemaakt. Arbor projecten B.V. is eigenaar van een terrein, bestaande uit meerdere percelen aan onder meer de wegen "Aan het Broek", "Op de Geer", "Aan de Bergen" en "Roligt" in Heythuysen. Zij was van plan om op dit terrein een golfterrein te realiseren, maar omdat dit economisch niet rendabel bleek, heeft zij gezocht naar andere investeringsmogelijkheden. Op 20 juni 2018 heeft zij een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een zonneweide op het terrein. De aangevraagde zonneweide heeft een oppervlakte van ongeveer 40 ha en bestaat uit ongeveer 167.500 zonnepanelen met de bijbehorende voorzieningen, zoals transformatorhuisjes. De zonneweide zal volgens de aanvraag 25 jaren in gebruik zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:450
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908148/1/R2

201908191/1/R3

Bij besluit van 20 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meppel aan Milieustraat Meppel B.V. een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat, voor zover hier van belang, op het perceel Hesselterlandweg 69 te Meppel binnen twee weken na dagtekening van deze brief het gebruik van de gronden over een breedte van 5 m vanuit de bouwperceelgrenzen voor opslagdoeleinden moet zijn beëindigd. Aan deze last is een dwangsom verbonden van € 10.000,00 ineens. Talen is eigenaar van Milieustraat Meppel B.V. en exploiteerde op het perceel een milieustraat. Volgens het college handelde Milieustraat Meppel B.V. in strijd met een aantal voor het bedrijf geldende regels. Het college heeft daarom meerdere lasten onder dwangsom opgelegd. Op de zitting is vastgesteld dat het geding zich in hoger beroep beperkt tot de vraag of de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat het college bevoegd was aan Milieustraat Meppel B.V. een last onder dwangsom van € 10.000,00 ineens op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:439
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908191/1/R3

201908658/2/R1

Bij tussenuitspraak van 5 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1879, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Haarlem opgedragen het geconstateerde gebrek in het besluit van 8 oktober 2019 te herstellen. In dat besluit heeft het college het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 14 juni 2019 tot vaststelling van het plaatsingsplan waarop locaties in de wijk Ter Kleefkwartier zijn aangewezen voor afvalcontainers ongegrond verklaard. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de locatie bij Jan de Braystraat 10 geschikt is voor plaatsing van de gft-container en dat de alternatieve locaties die [appellant] heeft voorgesteld minder geschikt zijn. De Afdeling is op basis van de nadere motivering van het college en de zienswijze van [appellant] tot het oordeel gekomen dat het college niet in redelijkheid voor de locatie bij Jan de Braystraat 10 heeft kunnen kiezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:429
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908658/2/R1

201908757/1/A3

Bij besluit van 11 mei 2017 heeft de burgemeester van Uithoorn een verzoek van [appellant] om een aantal documenten openbaar te maken, afgewezen. Op 28 april 2013 heeft [appellant] een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ingediend tot afgifte van een onderzoeksrapport van Deloitte Forensic & Dispute Services en alle bijbehorende correspondentie en overige stukken. Bij besluit van 6 mei 2013 heeft de burgemeester dit verzoek afgewezen. Hiertegen heeft [appellant] geen bezwaar gemaakt. Op 6 oktober 2015 heeft [appellant] weer een Wob-verzoek ingediend om dezelfde stukken te verkrijgen. Op 1 februari 2017 heeft [appellant] de burgemeester weer verzocht om afgifte van het onderzoeksrapport en alle bijbehorende correspondentie. De burgemeester heeft dit verzoek weer afgewezen met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:442
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908757/1/A3

201908807/1/R3

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Hardenberg het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening winterbed Vecht, deelgebieden Rheezermaten en Diffelen" vastgesteld. In 2007 is het programma Ruimte voor de Vecht gestart. Met dit programma wordt het Vechtdal ingericht tot een veilige, beleefbare en half natuurlijke rivier. In het tracé Hardenberg-Junne wordt ingezet op de ambitie om de Vecht om te vormen naar een halfnatuurlijke rivier. Om deze ambitie te bereiken zijn onder andere een aantal besluiten binnen de deelgebieden Rheezermaten en Karshoek-Stegeren vastgesteld. Deze besluiten zijn gecoördineerd behandeld. [appellant] en anderen wonen aan de Orionlaan, gelegen ten noorden van het gebied Rheezermaten. Zij komen op tegen het bestemmingsplan en het projectplan, voor zover deze plannen een wandelpad door de Rheezermaten en de kap van een deel van het bos in de Rheezermaten mogelijk maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:454
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908807/1/R3

201908982/1/R1

Bij besluit van 18 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Het Zwarte Fietsenplan onder dreiging van verbeurte van een dwangsom gelast om het gebruik van de winkelruimte aan de Prins Henrikkade 11 te Amsterdam ten behoeve van fietsverhuur te staken en gestaakt te houden. Het Zwarte Fietsenplan exploiteert een bedrijf dat fietsen verkoopt, repareert en verhuurt. De fietsen worden onder meer aan toeristen verhuurd. Niet in geschil is dat met de fietsverhuur ongeveer 15% van de omzet wordt behaald. Volgens het college is de verhuur van fietsen aan toeristen in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Het college heeft daarom een last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat Het Zwarte Fietsenplan de overtreding van het bestemmingsplan beëindigt en beëindigd houdt. In dit geschil staat de vraag centraal of de fietsverhuur door Het Zwarte Fietsenplan in de winkel in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Postcodegebied 1012".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:447
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908982/1/R1

202000099/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft e burgemeester van Breda het door [appellant] aangevraagde paspoort geweigerd. De burgemeester heeft de aanvraag van [appellant] ter verkrijging van een paspoort bij besluit van 5 oktober 2018 afgewezen, omdat de minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel 25, derde lid, van de Paspoortwet op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de gegevens van [appellant] heeft opgenomen in het Register Paspoortsignaleringen (hierna: het Register). De signalering is geplaatst in het Register vanwege een geconstateerde achterstand in betaling van een vordering ten bedrage van € 158.000,00.De burgemeester heeft de afwijzing van de aanvraag bij het besluit op bezwaar van 2 april 2019 gehandhaafd. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat een gegrond vermoeden bestaat dat [appellant] met een paspoort naar het buitenland zal verhuizen om zich aan zijn betalingsverplichting te onttrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:459
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202000099/1/A3

202000306/1/R4

Bij besluit van 11 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden bekendgemaakt dat aan [vergunninghouder] van rechtswege een omgevingsvergunning is gegeven voor de realisering van een woning op het perceel [locatie 1] te Dieren. [vergunninghouder] woonde op het perceel [locatie 2] in Dieren. Zij was ten tijde van de besluiten eigenaar van het daarnaast gelegen perceel [locatie 1]. Op het perceel staat vanaf ongeveer 1991 een tuinhuis. Vast staat dat voor het tuinhuis geen vergunning is verleend. [vergunninghouder] heeft het tuinhuis vanaf 2011 verhuurd aan [appellant], die het tuinhuis gebruikte als woning. Op 25 september 2017 heeft [vergunninghouder] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op het perceel. De aanvraag heeft als doel het legaliseren van het tuinhuis en om dit te mogen vergroten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:455
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000306/1/R4

202001174/1/R4

Bij besluit van 26 september 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland een volgens hem door SUEZ verbeurde dwangsom van € 10.000,00 ingevorderd. SUEZ exploiteert een inrichting aan de Waalhavenweg 50 in Rotterdam voor het op- en overslaan, sorteren en bewerken van afvalstoffen met als doel zo veel mogelijk afval geschikt te maken voor hergebruik. Bij besluit van 16 juli 2009 heeft het college aan SUEZ een revisievergunning voor de inrichting verleend. Voorschrift 5.1.1 van deze vergunning luidt: "Buiten de inrichting mag geen geur afkomstig van de inrichting waarneembaar zijn." Op 27 juli 2018 heeft DCMR geconstateerd dat SUEZ zich niet aan de nieuwe last onder dwangsom heeft gehouden. Daarom heeft het college bij het besluit van 24 september 2018 een dwangsom van € 20.000,00 ingevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:453
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001174/1/R4

202001318/1/A2

Bij besluit van 17 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen een aanvraag van MTM om een tegemoetkoming in planschade afgewezen, aan MTM een vergoeding van € 1.089,00 toegekend voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van deskundige bijstand en bepaald dat het door MTM betaalde drempelbedrag van € 300,00 aan haar wordt gerestitueerd. In geschil is of tegemoetkoming in de door MTM geleden planschade voldoende anderszins is verzekerd en of vergoeding van de door MTM gestelde overige schade in deze procedure mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:436
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001318/1/A2

202001514/1/R1

Bij besluit van 1 november 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd Larsco een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het pand aan de achterzijde van het perceel Rijnstraat 203, 205 en 211 in Amsterdam met een aanbouw voor ondersteunende horeca en een pergola met vlonder. Larsco drijft een detailhandelsonderneming "The Old Man". Deze onderneming is gevestigd aan de Rijnstraat 203, 205 en 211 in Amsterdam en richt zich op de verkoop van voornamelijk kleding voor "boardsports" met bijbehorende accessoires. Larsco wenst haar onderneming uit te breiden met ondersteunende horeca in een nieuwe aanbouw aan de achterzijde van de winkel ter vervanging van twee serres. Verder wil zij een vlonder met pergola met uitklapbare (zonne)schermen in de tuin bouwen ter verfraaiing van de tuin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:449
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001514/1/R1

202001542/1/A3

Bij besluit van 17 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. In 2005 is [appellante] haar sociale huurwoning kwijtgeraakt. Daarna heeft zij op kamers gewoond. Als gevolg van een ziekenhuisopname in 2012 is zij anderhalf jaar niet in staat geweest om te werken. Na haar herstel is zij door de economische crisis in Nederland, na een periode in de Ziektewet en enige tijd een werkeloosheidsuitkering te hebben gekregen, in de bijstand beland. Zij is in 2015 haar kamer kwijtgeraakt en sindsdien dakloos. [appellante] verblijft vanaf dat moment in opvanginstellingen en trekt sinds augustus 2016 door het hele land. Zij is ingeschreven in WoningNet per 19 juli 2008.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:448
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001542/1/A3

202001650/1/A2

Bij besluit van 22 maart 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad) een eerder aan [appellante] verleende toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand door [advocaat] met terugwerkende kracht ingetrokken. Rechtzoekenden van wie het inkomen en vermogen beneden een bepaalde grens liggen en die daarom de kosten van een advocaat niet zelf kunnen dragen, kunnen bij de raad een aanvraag indienen om een toevoeging voor door de overheid gesubsidieerde rechtsbijstand. De regels om in aanmerking te komen voor een toevoeging zijn neergelegd in de Wet op de rechtsbijstand. Daarnaast heeft de raad hiervoor beleid vastgesteld, neergelegd in zogenoemde werkinstructies. De raad heeft de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken op grond van artikel 34g, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wrb. Het financiële resultaat van de afhandeling van de zaak waarvoor de toevoeging is verleend, is volgens de raad hoger dan 50% van het heffingvrij vermogen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:460
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202001650/1/A2

202001694/1/A3

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. De burgemeester heeft het huisverbod opgelegd naar aanleiding van een melding van een geweldsincident in de woning van [appellant] en zijn partner, waarbij kinderen aanwezig waren. De burgemeester heeft het huisverbod gebaseerd op een door een medewerker van de politie ingevuld Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld van 4 maart 2020. Hij heeft aan het huisverbod ten grondslag gelegd dat vaker sprake is geweest van geweld tussen [appellant] en zijn partner. de dag van het incident, 3 maart 2020, had de partner zich naar aanleiding van een woede-uitbarsting van [appellant] buitengesloten op het balkon omdat zij vreesde voor fysiek geweld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:440
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202001694/1/A3

202002066/1/A3

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] van 10 juli 2018 om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, toegewezen en documenten openbaar gemaakt. In datzelfde besluit heeft het college op artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming gebaseerde verzoeken van [appellant] van 10 juli 2018 en 3 september 2018, afgewezen. [appellant] werkte tot maart 2017 bij de gemeente Venlo als administratief medewerker. Hij werkte op inhuurbasis via [uitzendbureau]. [appellant] heeft in deze periode verschillende meldingen gedaan van vermoedens van misstanden. Het college heeft één van deze meldingen extern laten onderzoeken door Ernst & Young (hierna: EY). Op 19 mei 2016 en 28 juli 2016 heeft [appellant] waarschuwingen gekregen wegens uitlatingen die hij heeft gedaan. Per 1 april 2017 heeft de gemeente de inhuur van [appellant] voortijdig beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:452
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002066/1/A3

202002110/2/A2

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een aanvraag van [partij A] en [partij B] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partij] is sinds 16 september 1977 eigenaar van de woning op het perceel [locatie 1] te Veghel. Hij heeft in februari 2017 een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan die aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding in juni 2015 van het bestemmingsplan Buitengebied herziening [locatie 2]-[locatie 3] het mogelijk heeft gemaakt om de afgebrande woonboerderij op het ten zuiden van de woning gelegen plangebied elders in het plangebied te herbouwen en dat dit tot waardevermindering van de woning heeft geleid. [appellant] heeft met de gemeente een overeenkomst gesloten, waarbij hij zich heeft verbonden eventuele door het college toe te kennen tegemoetkomingen in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het derde bestemmingsplan voor zijn rekening te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:431
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002110/2/A2

202002442/1/R1

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Klaprozenbuurt" vastgesteld. Het plangebied is gelegen in Amsterdam tussen de bestaande woonwijken Banne en Bloemenbuurt van Amsterdam-Noord en de ontwikkelgebieden Buiksloterham en NDSM-werf aan de Noordelijke IJ-oever. Het plangebied is nu grotendeels een extensief gebruikt bedrijventerrein. Vanwege de grote vraag naar woningen in Amsterdam heeft het gemeentebestuur van Amsterdam de ambitie uitgesproken om de stad intensief te verdichten. [appellante sub 2] en Intergamma Bouwmarkten zijn gevestigd in het plangebied. Zij vrezen dat de in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte transformatie van het gebied nadelige gevolgen zal hebben voor de bedrijfsactiviteiten. [appellant sub 1] en [appellant sub 3] en anderen wonen in woonboten aan de Buiksloterdijk en Klaprozenweg ten westen van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:438
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202002442/1/R1

202002498/1/A3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond een urgentieverklaring aan [appellant] verleend. [appellant] heeft op 23 mei 2018 een urgentieverklaring aangevraagd bij de SUWR in verband met fysieke en psychische klachten. [appellant] woont momenteel in een flatwoning op de tweede verdieping, zonder lift. Vanwege zijn klachten wil [appellant] in aanmerking komen voor een gelijkvloerse woning bereikbaar per lift of een woning op de begane grond. De GGD-arts heeft op 27 juni 2018 geadviseerd dat sprake is van een urgente situatie, waarbij het gebruik van de huidige woonruimte op medische gronden niet meer mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:444
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002498/1/A3

202002806/1/V6

Bij besluit van 5 november 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een boete opgelegd van € 6.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Het door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW op ambtsbelofte opgemaakte boeterapport van 25 september 2018 houdt in dat arbeidsinspecteurs een controle hebben uitgevoerd in de onderneming van [appellant]. Hieruit is gebleken dat twee vreemdelingen afwaswerkzaamheden hebben verricht terwijl zij niet in het bezit waren van een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid en [appellant] ook niet beschikte over een tewerkstellingsvergunning. De arbeidsinspecteurs hebben twee overtredingen geconstateerd. Dit wordt door [appellant] niet betwist. De staatssecretaris heeft de boete met 25% gematigd, omdat [appellant] de vreemdelingen in de administratie heeft verantwoord en hun loon heeft betaald conform het vereiste van het wettelijk minimumloon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:458
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002806/1/V6

202003061/1/R4

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen [appellant] op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Afvalstoffenverordening Sittard-Geleen 2016 aangewezen als inzamelaar van papier en karton, afkomstig van particuliere huishoudens. [appellant] houdt zich bezig met de inzameling van papier en karton.Het college kan op grond van artikel 3, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening 2016 een inzameldienst aanwijzen die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, is het anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders. Het college heeft bij het besluit van 14 juni 2018, dat in bezwaar in stand is gebleven, [appellant] aangewezen als andere inzamelaar voor papier en karton.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:456
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003061/1/R4

202003124/1/A3

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp een verzoek van [appellant] om zijn in de basisregistratie personen (hierna: de brp) opgenomen persoonsgegevens te wijzigen, afgewezen. [appellant] is in 2013 in de brp ingeschreven als: [naam A], geboren op [geboortedatum] 1980 te Koko (Nigeria), met onbekende nationaliteit. Deze gegevens zijn ontleend aan een op 12 juni 2013 door [appellant] bij de gemeente Landgraaf onder ede afgelegde verklaring. Bij brief van 8 november 2018 heeft [appellant] het college verzocht zijn in de brp geregistreerde gegevens te wijzigen naar: [naam B], geboren op [geboortedatum] 1972 te Benin City (Nigeria), met Nigeriaanse nationaliteit. Bij het besluit van 26 juni 2019 heeft het college het verzoek afgewezen, omdat met de overgelegde documenten niet is aangetoond dat [appellant] en [naam B] dezelfde persoon zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:435
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202003124/1/A3

202003285/1/A3

Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een bestuurlijke boete van € 20.500,00 aan [appellant] opgelegd vanwege het onttrekken van zijn woning aan de woonruimtevoorraad door deze te verhuren aan toeristen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] in Amsterdam. Toezichthouders van de gemeente hebben naar aanleiding van een anonieme melding over toeristische verhuur op 20 juni 2018 de woning bezocht. Daarbij hebben zij vier toeristen in de woning aangetroffen, die hebben verklaard dat zij de woning van 17 tot 23 juni 2018 via Airbnb huurden. Op basis van het door de toezichthouders hierover op ambtsbelofte opgestelde rapport van bevindingen van 20 juni 2018 heeft het college aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd voor het zonder vergunning onttrekken van de woning aan de woningvoorraad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:434
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003285/1/A3

202003569/1/R1

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Hoorn het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied is grotendeels gelegen in het dorp Zwaag. De gemeente Hoorn is in 1990 begonnen met het ontwikkelen van de nieuwbouwwijk "Bangert en Oosterpolder". Het plan voorziet in de actualisatie van het planologische regime voor het gebied dat globaal begrensd wordt door de lintbebouwing aan de Dorpstraat aan de noordzijde, de Noorderdracht aan de oostzijde, de woningen aan de Bangert aan de zuidzijde en De Strip aan de westzijde. Voor het plangebied golden voorheen meerdere en verouderde bestemmings- en uitwerkingsplannen. Met het voorliggende plan wordt grotendeels de bestaande planologische situatie vastgelegd. [appellant] woont aan de [locatie 1]. Aan zijn perceel is de bestemming "Wonen" toegekend, op grond waarvan één woning op het perceel is toegestaan. [appellant] kan zich niet verenigen met dit plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:433
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202003569/1/R1

202004506/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] om een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft een aanvraag ingediend ter verkrijging van een VOG. Die VOG heeft hij aangevraagd om de door hem gewenste functie van taxichauffeur te kunnen vervullen. De minister heeft bij de beoordeling van de aanvraag van [appellant], de criteria gehanteerd die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018. Daarnaast heeft de minister het specifieke screeningsprofiel ‘taxibranche; chauffeurspas’ op de aanvraag toegepast. Omdat [appellant] binnen de terugkijktermijn is voorgekomen in het JDS, heeft de minister de gegevens van [appellant] zonder tijdsbeperking uit het JDS ontvangen. Hieruit is gebleken dat [appellant] in de periode van 2001 tot en met 2011 in aanraking is gekomen met justitie vanwege drugsdelicten, diefstallen, verkeersdelicten, fraude en vermogensdelicten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:445
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202004506/1/A3

201705443/1/V3

Bij besluit van 9 juni 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:422
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201705443/1/V3

202001845/1/V3

Bij besluit van 2 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:421
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001845/1/V3

202006793/2/R3

Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wassenaar het bestemmingsplan "Wassenaar, Vreeburglaan" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in 4 woningen aan de Vreeburglaan, op de hoek met het Van Gybelanthof, in Wassenaar. Op deze locatie staat nu een loods. [verzoeker] woont naast het plangebied, op een perceel aan de Kerkstraat. Hij kan zich niet verenigen met het plan, omdat hij de maximale bouwhoogte en het bouwvolume te massaal vindt, het plan leidt tot onaanvaardbare schaduwwerking op zijn perceel, ter plaatse van de nieuwe woningen onaanvaardbare geluidhinder zal optreden vanwege spelende kinderen bij de tegenover gelegen school en omdat niet in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:419
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006793/2/R3

202100964/2/V3

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:420
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100964/2/V3

202006818/1/V1

Bij besluit van 13 september 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling is afkomstig uit Guinee en heeft een asielaanvraag ingediend. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij sinds 2018 op de hoogte is van de omstandigheid dat zijn moeder in 2012 is vermoord door zijn oom en hij bij terugkeer vreest voor zijn oom. Ter onderbouwing van zijn relaas heeft hij een overlijdensakte van zijn moeder, gedateerd [datum], overgelegd met vertaling. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, onder meer omdat de overlijdensakte volgens de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van [datum] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet echt is en hij de overlijdensakte daarom niet als nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid aanmerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:477
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006818/1/V1

202006925/2/R1

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Nieuwbouwlocatie Denneweg/Duinroosweg te Callantsoog" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van vijf grondgebonden woningen en een appartementengebouw nabij de kruising van de Denneweg en de Duinroosweg, te Callantsoog. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Wonen - Woongebouw", "Wonen", "Verkeer - Verblijfsgebied, "Groen" en "Water" toegekend. Het plangebied is momenteel in gebruik als groenstrook bestaande uit gras met een vijver in de westhoek. In de noordhoek van het plangebied bevindt zich een speelterrein en ten noordwesten en noordoosten loopt de Denneweg. Langs de zuidelijke hoek van het plangebied, aan de Duinroosweg, zijn vijftien parkeerplaatsen gesitueerd en bevindt zich het voetgangerspad Op Goeree, welke toegang verschaft tot de aan het plangebied grenzende woonblokken. Het ligt in de bedoeling dat het project wordt ontwikkeld door WoonCompagnie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:415
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202006925/2/R1

202100322/2/V2

Bij besluit van 16 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:413
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100322/2/V2

202002944/2/A2

[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 april 2020 in zaak nr. 19/3253. De Belastingdienst/Toeslagen heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:414
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002944/2/A2

202005188/2/R2

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Strijperstraat tussen [locatie 1] en [locatie 2] Leende" vastgesteld. Het plan voorziet in het realiseren van een loods ten behoeve van het ter plaatse sinds 2010 gevestigde grondgebonden sierteeltbedrijf van [partij B], die elders woont. In het voorgaande plan was sprake van een agrarische bestemming zonder bebouwingsmogelijkheden. Een aantal omwonenden betwijfelt de noodzaak van een loods van deze omvang en hoogte voor de sierteelt van [partij B], waar die nu in de open lucht plaatsvindt. Zij betogen dat de voorziene loods leidt tot aantasting van hun woon- en leefklimaat in het bijzonder in de vorm van verlies van uitzicht en privacy. Ook vrezen zij dat het landelijk karakter van de omgeving wordt aangetast en dat zichtlijnen zullen verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:407
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005188/2/R2

202006644/2/R3

Bij besluit van 30 november 2020 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "Martin Luther Kinglaan" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:408
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006644/2/R3

202100589/2/R4

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan "Lunteren, Tuin van Euterpe (Dorpstraat 35)" vastgesteld. Het plan maakt onder meer mogelijk dat achter de woning van [verzoeker] een aantal seniorenwoningen kunnen worden gerealiseerd. [verzoeker] heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat hangende de beroepsprocedure de bomen achter de woning van [verzoeker] worden gekapt en dat een omgevingsvergunning wordt verleend op grond van het vastgestelde bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:406
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100589/2/R4

202004521/1/V1

Bij besluit van 15 augustus 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:404
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004521/1/V1

202004981/1/V1

Bij besluit van 19 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:412
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004981/1/V1

202005564/1/V1

Bij besluit van 25 juli 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:464
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005564/1/V1

202100741/2/A3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat het afmeren van het motorschip, type blusboot, ‘[naam]’, langszij het droogdok van Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. aan de Steeg 2 in Heerewaarden in de vaarweg of een gedeelte daarvan, wordt beëindigd en beëindigd wordt gehouden.Het verzoek van [verzoeker] strekt tot het schorsen van de aangevallen uitspraak en van de besluiten van 24 juni 2019 en 24 september 2019 tot de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure, zodat het vaartuig langszij het droogdok van de scheepswerf afgemeerd kan blijven liggen. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft bij uitspraak de besluiten geschorst. Dat betekent dat [verzoeker] na 2 maart 2021 geconfronteerd kan worden met dwangsommen als het vaartuig op deze locatie afgemeerd blijft liggen. [verzoeker] stelt dat het niet mogelijk is het vaartuig elders nabij de scheepswerf af te meren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:354
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100741/2/A3

202100834/1/A3 en 202100834/2/A3

Bij besluit van 24 augustus 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] om een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft een VOG aangevraagd voor de functie van support engineer. De minister heeft bij de beoordeling van de aanvraag de criteria toegepast die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018. De minister heeft aan de afwijzing van de aanvraag van [appellant] ten grondslag gelegd dat uit het JDS blijkt dat hij op 28 november 2013 in eerste aanleg en op 10 juni 2014 in hoger beroep is veroordeeld voor het seksueel binnendringen van het lichaam van iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar, meermalen gepleegd, ontucht met misbruik van gezag, meermalen gepleegd, en twee gevallen van bezit en/of verspreiding van kinderpornografie, tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan twee jaar gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde zich te gedragen naar de aanwijzingen van de hulpverlenende instantie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:353
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202100834/1/A3 en 202100834/2/A3

202101269/2/V3

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:403
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101269/2/V3

202101283/2/V2

Bij besluiten van 10 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:411
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101283/2/V2

202101285/2/V3

Bij besluit van 2 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:410
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101285/2/V3

202101290/2/V2

Bij besluit van 13 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:405
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101290/2/V2

202005348/2/R2 en 202005358/2/R2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 1] in Sint-Michielsgestel. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 2] in Sint-Michielsgestel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:402
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005348/2/R2 en 202005358/2/R2

202004013/1/V2

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:344
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004013/1/V2

202004452/1/V1

Bij afzonderlijke besluiten van 26 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling nooit verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft gehad en heeft de staatssecretaris zijn aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:465
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004452/1/V1

202005408/1/V1

Bij besluit van 12 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:356
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202005408/1/V1
vorige pagina1...215216217...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon