Uitspraak 202103297/2/R3


Volledige tekst

202103297/2/R3.
Datum uitspraak: 18 november 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) in het geding tussen:

[verzoeker], wonend te De Zilk, gemeente Noordwijk, en anderen,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Noordwijk,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Zilkerbinnenweg 14 eo" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.

[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 november 2021, waar [verzoeker], vergezeld door [verzoeker A], en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.I.V. Mekel, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting [partij A] en [partij B], bijgestaan door mr. A.K. Koornneef, als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.       Het bestemmingsplan maakt in het bollenteeltgebied van De Zilk een burgerwoning nabij Zilkerbinnenweg 14 mogelijk ten behoeve van een initiatief van [partij]. Verder is het nabijgelegen bouwvlak, waarbinnen op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 2015" bedrijfsbebouwing ten behoeve van bollenteelt mag worden opgericht, verkleind met een oppervlakte van ongeveer 4.000 m2.

[verzoeker] en anderen zijn eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. Zij zijn het niet eens met het mogelijk maken van de burgerwoning in het bollenteeltgebied en hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat in de bodemprocedure uitspraak is gedaan op hun beroep.

Spoed

3.       Artikel 8:81, eerste lid, van de Awb bepaalt dat de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

3.1.    Het bestemmingsplan is op 27 mei 2021 in werking getreden. Op 27 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk van [partij] een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van de mogelijk gemaakte woning ontvangen. Het college heeft nog niet op die aanvraag beslist, maar is gebonden aan een beslistermijn en zal die aanvraag moeten toetsen aan het geldende bestemmingsplan. Dat betekent dat [verzoeker] en anderen een spoedeisend belang hebben bij schorsing van het bestemmingsplan.

Ter zitting heeft de raad meegedeeld dat wanneer de omgevingsvergunning wordt verleend en daartegen bezwaar wordt gemaakt, het college van burgemeester en wethouders zal wachten met het nemen van een beslissing op dat bezwaar totdat in de bodemprocedure uitspraak is gedaan op het beroep tegen het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter ziet hierin geen aanleiding voor het oordeel dat [verzoeker] en anderen geen spoedeisend belang hebben bij het treffen van een voorlopige voorziening. Bij verlening van de omgevingsvergunning zal [partij] een titel hebben om te bouwen, ook wanneer [verzoeker] en anderen daartegen bezwaar maken. Van [verzoeker] en anderen kan niet worden gevergd dat zij dat moment afwachten alvorens zij met een verzoek tot schorsing van de omgevingsvergunning alsnog trachten te voorkomen dat [partij] gebruik maakt van de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.

Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek

4.       [verzoeker] en anderen betogen in beroep dat niet is voldaan aan de voorwaarden in de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (hierna: de ISG) waaronder een burgerwoning in dit deel van het bollenteeltgebied kan worden toegestaan.

4.1.    Artikel 6.17 van de Omgevingsverordening van de provincie Zuid-Holland (voorheen: artikel 2.1.7 van de Verordening Ruimte 2014) luidt:

"1. Een bestemmingsplan voor gronden binnen het bollenteeltgebied, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 11 in bijlage II, laat primair bollenteeltbedrijven, bestaande gemengde bollenteelt- en glastuinbouwbedrijven en bestaande stekbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen.

[…]

4. Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, kan ook voorzien in greenportwoningen en 'ruimte voor ruimte' woningen als bedoeld in de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek.

[…]."

4.2.    De ISG is een gezamenlijke structuurvisie van de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen en geldt voor het buitengebied van deze gemeenten. De ISG bevat een zelfbindend ruimtelijk ontwikkelingskader, gericht op herstructurering en revitalisering van de Greenport Duin- en Bollenstreek in samenhang met verbetering van de natuurlijke, landschappelijke en recreatieve kwaliteiten. De raad van Noordwijk heeft de ISG vastgesteld op 16 juni 2016.

In paragraaf 5.4 staat dat in de ISG een landschapsperspectief is gepresenteerd om een goede balans te scheppen tussen bedrijfsbelang en woningbouw versus de landschappelijke kwaliteit. Dit perspectief maakt onderscheid tussen twee gebiedscategorieën met elk twee subcategorieën:

1. Een gebiedscategorie waar nieuwe bebouwing in beginsel mogelijk is. Voorwaarde  is dat de bebouwing bijdraagt aan het beleid van schaalvergroting, sanering en uitbreiding van greenportgerelateerde agrarische bebouwing met aanleg van beplanting en verbetering van de beeldkwaliteit:

a. Een subcategorie waar nieuwe bebouwing in beginsel op locatie mogelijk is.

b. Een subcategorie waar nieuwe bebouwing in beginsel op locatie mogelijk is, onder  de voorwaarde dat openheid en zichtlijnen behouden blijven.

2. Een categorie waar nieuwe bebouwing in beginsel niet mogelijk is, tenzij de bebouwing bijdraagt aan de herstructurerings- c.q. saneringsopgave en dan uitsluitend onder nader te stellen strenge voorwaarden:

a. Een subcategorie waar de openheid actief dient te worden vergroot  (wegnemen verrommeling door slopen van bestaande bebouwing).

b.  Een subcategorie waar sprake is van behoud van openheid met verbetering van landschappelijke kwaliteit, groen en open weidekarakter.

In paragraaf 5.4 is verder vermeld dat in het Meerjarenprogramma van de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij ter verwezenlijking hiervan concrete herstructureringsprojecten zijn opgenomen. De financiering van deze projecten vindt plaats uit of middels het herstructureringsfonds. Het fonds wordt uitsluitend en alleen gevoed door de afdrachten uit projecten met greenportwoningen. Met behulp van deze afdrachten is het fonds in staat om geldkostende c.q. verlieslatende herstructureringsprojecten ten behoeve van de gemeenschap uit te (doen) voeren.

In paragraaf 5.5 staat dat de zes gemeenten ten behoeve van de uitvoering c.q. verwezenlijking van de doelstelling van de ISG het gezamenlijke ‘herstructureringsbedrijf’, genaamd Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM), hebben opgericht. GOM dient de herstructurering van het buitengebied en de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen en kwaliteitsverbetering ten uitvoer te brengen. De verantwoordelijkheid voor een gebiedsgewijze aanpak ligt bij GOM.

4.3.    Niet in geschil is dat de mogelijk gemaakte woning kan worden aangemerkt als greenportwoning als bedoeld in de ISG. Op de landschapsperspectiefkaart op blz. 38 van de ISG heeft het gebied waarbinnen het plangebied is gelegen onder meer de aanduiding "Openheid actief vergroten". Dit betekent dat de strengste (sub)categorie van toepassing is, die inhoudt dat nieuwe bebouwing slechts mogelijk is als de bebouwing bijdraagt aan de herstructurerings- c.q. saneringsopgave en de openheid actief wordt vergroot door het slopen van bestaande bebouwing.

In de plantoelichting staat dat het bestemmingsplan volgens de raad in overeenstemming is met de ISG. Daarin is uiteengezet waarom volgens de raad met de planregeling, waarbij is voorzien in een landschappelijk inpassingsplan voor de woning, geen aantasting van de openheid en zichtlijnen plaatsvindt. De voorzieningenrechter overweegt dat deze passage in de plantoelichting betrekking heeft op een andere aanduiding die het gebied in de ISG heeft, te weten "Behoud en versterken doorkijken vensters". Daarmee is niet gemotiveerd dat de openheid actief wordt vergroot door het wegnemen van verrommeling door het slopen van bestaande bebouwing. In de plantoelichting is niet gemotiveerd waarom het bestemmingsplan volgens de raad ook in zoverre in overeenstemming met de ISG is.

4.4.    Op de zitting heeft de raad desgevraagd naar voren gebracht dat de verkleining van het bouwvlak in het bestemmingsplan ziet op een onbebouwd deel, en dus niet in het bestemmingsplan is opgenomen met het oog op het actief vergroten van de openheid door sloop van bestaande bebouwing. Het laten slopen van bestaande bebouwing hoort volgens hem tot de taak van de GOM. De raad heeft uiteengezet dat de GOM tegen betaling grond uitgeeft waarop greenportwoningen, zoals de in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte woning, kunnen worden gerealiseerd. Die betaling wordt door de GOM mede ingezet voor het doel om bestaande bebouwing te laten slopen. Zo heeft ook [partij] als initiatiefnemer van de woning een betaling aan de GOM gedaan die de GOM voor dit doel inzet. De raad heeft naar voren gebracht dat de GOM jaarlijks verslag uitbrengt aan de raden van de zes betrokken gemeenten, maar dat de raad geen inzicht heeft in de wijze waarop de GOM de betaling van [partij] in dit specifieke geval inzet. Volgens de raad hoeft het ook niet te gaan om sloop van bebouwing in de directe nabijheid van de op te richten woning, maar kan de GOM de betaling ook gebruiken om elders in het greenportgebied herstructureringsprojecten uit te voeren. Ook heeft de raad desgevraagd meegedeeld dat de GOM daarbij geen verschillende normen hanteert, afhankelijk van de subcategorie van het gebied waarbinnen een greenportwoning mogelijk wordt gemaakt. De ligging in de subcategorie "Openheid actief vergroten" betekent volgens de raad slechts dat strengere eisen worden gesteld aan de ruimtelijke inpassing van die greenportwoning.

4.5.    De vraag of de raad hiermee op juiste wijze rekening heeft gehouden met de ligging van het plangebied in de subcategorie "Openheid actief vergroten" in de ISG, leent zich niet voor beantwoording in deze voorlopige voorzieningenprocedure. Dit dient in de bodemprocedure te worden onderzocht. De voorzieningenrechter zal daarom niet nader op deze beroepsgrond en andere beroepsgronden ingaan, maar zal aan de hand van een belangenafweging op het verzoek beslissen.

4.6.    De voorzieningenrechter overweegt dat uit de ISG volgt dat in het plangebied belang wordt gehecht aan de openheid van het gebied en dat het mogelijk maken van een nieuwe woning slechts onder in de ISG als streng aangeduide voorwaarden kan worden toegestaan. Het bouwen van de mogelijk gemaakte woning voordat in de bodemprocedure een oordeel over het bestemmingsplan is gegeven, kan leiden tot een doorkruising van die doelstelling om de openheid actief te vergroten. De voorzieningenrechter is verder niet gebleken van belangen van [partij] bij de oprichting van de woning die maken dat een oordeel over het bestemmingsplan in de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter ziet dan ook aanleiding om het verzoek toe te wijzen en het bestemmingsplan te schorsen.

Conclusie

5.       Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 16 maart 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Zilkerbinnenweg 14 eo";

II.       gelast dat de raad van de gemeente Noordwijk aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.N. Witsen, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen. De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 18 november 2021

727