Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202001884/1/R1

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van decontaminatie-units op het perceel [locatie 1] te De Kwakel afgewezen. [partij] woont op het perceel. [appellante] woont op het aangrenzende perceel [locatie 2]. appellante] heeft op 13 oktober 2017 het college verzocht handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van mobiele deco-units op het perceel, omdat het volgens haar op grond van het bestemmingsplan ter plaatse niet is toegestaan deco-units te plaatsen en zij er overlast van ondervindt. Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college het besluit van 19 december 2017 tot afwijzing van het handhavingsverzoek gehandhaafd. Het college acht zich niet bevoegd handhavend op te treden tegen het parkeren en stallen van de deco-units op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:383
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001884/1/R1

202002107/1/R1

Bij besluit van 27 september 2019 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Recycling Tiel B.V. een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 15, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit. Op 6 november 2018 heeft de Omgevingsdienst Regio Arnhem bij de Inspectie Leefomgeving en Transport melding gedaan in de vorm van een zogenoemd bodemsignaal van een mogelijke overtreding door Recyling Tiel B.V. van het Besluit bodemkwaliteit op de locatie Panovenweg 21 te Tiel. Door de toezichthouders van de ILT is naar aanleiding van een controle op de locatie het rapport "Bodemsignaal, Mogelijke overtreding: samenvoegen grond of baggerspecie in de zin van artikel 4.3.2 van de Regeling bodemkwaliteit door Recycling Tiel B.V." van 8 april 2019 opgemaakt, waarin is geconstateerd dat voldoende is komen vast te staan dat op de locatie verschillende partijen grond zijn samengevoegd, zonder te beschikken over de vereiste erkenning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:367
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202002107/1/R1

202002187/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 1 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant A] en [appellant B] gezamenlijk een bestuurlijke boete van € 20.500,00 en een last onder dwangsom opgelegd. [appellanten] zijn eigenaar van de woning aan de [locatie]. Naar aanleiding van een melding van woonfraude met betrekking tot de woning, die veelvuldig aan toeristen zou worden verhuurd, hebben toezichthouders van de gemeente de woning in augustus 2018 bezocht. Daarbij zijn twee toeristen in de woning aangetroffen. Vastgesteld werd dat een kamer in de woning via Airbnb aan toeristen werd verhuurd. De toeristen deelden de woonkamer, keuken en badkamer met de vier bewoners van de woning, die twee kamers in de woning onderhuurden. Het college heeft geconcludeerd dat de woning hotelmatig wordt gebruikt en aan [appellant A] en [appellant B] de boete opgelegd wegens het in strijd met artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:363
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002187/1/A3

202002206/1/R4

In het besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Oude Zwolseweg naast [nummer] Wenum Wiesel" vastgesteld. Daarbij is aan het perceel de bestemming "Wonen-2" toegekend. Het plan voorziet in de realisatie van een woning op een onbebouwd perceel, gelegen tussen de percelen [locatie A] en [locatie B] Wenum Wiesel. Het plangebied wordt begrensd door woningen en ontsloten op de Oude Zwolseweg. [appellante] woont direct naast het plangebied op het perceel [locatie A]. Zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat, met name voor aantasting van haar privacy en uitzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:378
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002206/1/R4

202002272/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [wederpartij] een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd. [wederpartij] huurt de woning aan de [locatie] in Amsterdam en staat op dat adres ingeschreven in de basisregistratie personen. Hij heeft bij de gemeente een melding gedaan van het exploiteren van een bed & breakfast in de woning. Naar aanleiding van een melding van vermoedelijke woonfraude hebben toezichthouders van de gemeente in juli 2018 een onaangekondigd huisbezoek aan de woning gebracht. Zij hebben twee Engelse en twee Duitse toeristen in de woning aangetroffen. De Engelse toeristen hebben verklaard dat ze via Airbnb een kamer in de woning hadden gehuurd van 15 tot en met 19 juli 2018. Toilet, badkamer en keuken werden met de andere toeristen in de woning gedeeld. Het college heeft op grond van deze bevindingen geconcludeerd dat sprake is van hotelmatig gebruik van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:365
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002272/1/A3

202002313/1/R4

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van de aan hem verleende omgevingsvergunning te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft in september 2015 aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een schuur voor kleinschalige horeca op het perceel [locatie] in Beltrum. Het college heeft aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van deze vergunning. Het college stelt zich hierbij op het standpunt dat uit controles van toezichthouders op 6 oktober 2018, 30 maart 2019 en 5 april 2019 is gebleken dat in de schuur activiteiten hebben plaatsgevonden die in strijd zijn met de vergunning. [appellant] stelt daarentegen dat geen overtreding is begaan. Ook beroept hij zich op het gelijkheidsbeginsel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:376
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002313/1/R4

202002443/1/R1

Bij besluit van 12 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beemster aan Soru Beheer B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van een handelsreclame op de gevel van het pand aan de Vredenburghweg 2 in Zuidoostbeemster. Soru Beheer heeft op 13 november 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanbrengen van een handelsreclame, bestaande uit verlichte doosletters "Groene Aggregaat" op het dak van het pand. De Welstandscommissie Beemster heeft deze aanvraag voorzien van een negatief advies, tenzij de aanvraag wordt aangepast. Het college heeft aanvankelijk aan Soru Beheer een omgevingsvergunning verleend. Aan dit besluit heeft het college ten grondslag gelegd dat bij toetsing van het bouwplan aan de in artikel 2.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgenomen en voor dit bouwplan toepasselijke weigeringsgronden is gebleken dat het bouwplan in overeenstemming is met de redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:371
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002443/1/R1

202002512/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een achteraanbouw van drie bouwlagen en drie dakterrassen aan de achterzijde van het gebouw aan de [locatie] in Amsterdam. Bij besluit van 2 februari 2015 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vernieuwen van de fundering van het gebouw. Een achteraanbouw was onderdeel van dit gebouw. Bij de uitvoering van de werkzaamheden aan de fundering is de achteraanbouw verwijderd, omdat deze volgens [appellant] zwak en onvoldoende stabiel bleek te zijn. Vervolgens heeft [appellant] op 12 mei 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het vernieuwen van de achteraanbouw. Op de bij de aanvraag behorende tekening zijn ook drie dakterrassen ingetekend aan de achterzijde van het gebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:372
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002512/1/R1

202002613/1/R4

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Oldebroek van 5 maart 2020, waarbij het bestemmingsplan "Buitengebied, Zonnepark Heidehoeksweg" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:418
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002613/1/R4

202002699/1/R4

Bij besluit, verzonden op 25 april 2018, heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van diverse bouwwerken, waaronder een afdakje op palen. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de Hooglandseweg, ongenummerd, in Braamt. Op dit perceel staan verschillende bouwwerken, waaronder een afdakje op palen. Om dit afdakje te legaliseren heeft [appellant] aan het college een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gevraagd. Bij het primaire besluit dat is verzonden op 25 april 2018 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Naar aanleiding van bezwaren van omwonenden heeft het college vervolgens bij het besluit op bezwaar van 13 november 2018 alsnog geweigerd om in zoverre de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:379
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002699/1/R4

202002796/1/R1

Bij besluit van 21 december 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Wetterskip Fryslân aan [vergunninghoudster] een watervergunning verleend voor het aanbrengen van beplanting in de beschermingszone van een hoofdwatergang, het plaatsen, hebben en onderhouden van een beschoeiing in een hoofdwatergang en het verbreden van een watergang ter compensatie van een toename van verhard oppervlak. Op 14 maart 2018 heeft [vergunninghoudster] een watervergunning aangevraagd voor het aanbrengen van een beplantingsstrook op een groenstrook tussen de loods en de Fiskerfeart. Dit in verband met de verleende omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders van Waadhoeke aan [vergunninghoudster] voor het bouwen van een nieuwe bedrijfsloods op het perceel [locatie] in Tzummarum waarbij de verplichting is opgelegd om een beplantingsstrook aan te brengen. De groenstrook is eigendom van [vergunninghoudster] en ligt in de 5 m brede beschermingszone van een hoofdwatergang van het waterschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:373
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202002796/1/R1

202002822/1/R4

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het aanplanten van bomen, hagen en struweel op de agrarische percelen langs de Geelkerkenkamp, Benedendorpseweg en Van der Toulon van der Koogweg in Oosterbeek. Het college heeft aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het aanplanten van 9 loofbomen, 4 fruitbomen, een struweel en een gebiedseigen haag op de percelen. De Vereniging is bang dat door die aanplant afbreuk wordt gedaan aan het landschap dat zich volgens haar kenmerkt door zijn openheid en zichtlijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:388
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002822/1/R4

202002912/1/V6

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] heeft de Ghanese nationaliteit en heeft sinds 9 september 2013 een verblijfsdocument met de aantekening 'Familielid van een burger van de Unie', ontleend aan artikel 20 van het VWEU (een Chavez-Vilchez verblijfsrecht). Zij heeft dit verblijfsdocument gekregen, omdat haar zoon de Nederlandse nationaliteit heeft, hij minderjarig was en hij gedwongen zou zijn het grondgebied van de Europese Unie te verlaten als [appellante] geen verblijf in Nederland zou krijgen. De staatssecretaris heeft zich op het standpunt gesteld dat dit verblijfsrecht een tijdelijk karakter heeft. Daarom bestaan bedenkingen tegen haar verblijf in Nederland voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:395
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202002912/1/V6

202003096/1/R4

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Zaltbommel het bestemmingsplan "Zaltbommel, Maatschappelijke zone Waluwe III Reparatieplan" vastgesteld. Het plan houdt een herziening in van het bestemmingsplan "Zaltbommel, Maatschappelijke Zone Waluwe III". Dat plan maakte de realisatie van een sportcomplex met zwembad en school mogelijk op de in geding zijnde gronden. Vast staat dat het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel bij besluit van 11 maart 2020 een - thans onherroepelijke - omgevingsvergunning heeft verleend voor de realisatie van het sportcomplex met zwembad, alsmede voor de horecavoorziening. Het plan dat wordt bestreden voorziet in de planologische inpassing van het vergunde sportcomplex met zwembad en de vergunde horecagelegenheid. Stichting Veiliger Zaltbommel kan zich niet verenigen met het plan vanwege de gevolgen ervan voor de zogenoemde externe veiligheid van personen die zich bij de verwezenlijking van het plan in het plangebied bevinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:366
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003096/1/R4

202003104/1/R1

Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Beleggingsmaatschappij Klaprozenweg Amsterdam (BKA) B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een combinatiegebouw met 72 huurwoningen en kantoor-, bedrijfs- en bijeenkomstruimtes, met bijbehorende nevenfuncties, op het terrein op de hoek Hulstweg en Vlierweg (kavel BSH06) in Amsterdam. Het college heeft aan BKA een omgevingsvergunning verleend. Op 30 augustus 2019 heeft [appellant] het college langs digitale weg verzocht om de vergunningsstukken. Op 8 september 2019 heeft [appellant] een online klachtformulier ingediend bij het college, omdat hij de gevraagde stukken nog niet had ontvangen. Op 7 oktober 2019 ontving [appellant] van het college een "link" naar de stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:381
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003104/1/R1

202003640/1/A2

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is sinds 2017 eigenaar van de woning aan de [locatie] te [plaats]. De woning is gebouwd in 1900 en bevindt zich boven het Groningenveld, in het gebied waar zich als gevolg van gaswinning bodemdaling en aardbevingen voordoen. Op 15 maart 2018 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij het Centrum Veilig Wonen. De schade is omschreven als scheuren in de gevel. Bij het besluit van 14 augustus 2019 heeft de minister een schadevergoeding toegekend voor een aantal schades en geen schadevergoeding toegekend voor de overige schades, omdat die schades volgens de minister niet het gevolg zijn van de gaswinning in Groningen. Op 19 maart 2018 is met het Besluit Mijnbouwschade Groningen van 1 februari 2018 de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:374
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003640/1/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003640/1/A2

202004015/1/R1

Bij besluit van 8 juni 2020 (hierna: het aanwijzingsbesluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort de Evenaar, containerlocatie 33590, aangewezen voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] bewoont een appartement op het adres [locatie] te Amersfoort. De aangewezen locatie voor twee ORAC’s bevindt zich voor de oostelijke entree van het appartementencomplex. De containers zijn al geplaatst. De naast deze ORAC’s gerealiseerde papier- en kartoncontainer maakt geen onderdeel uit van het aanwijzingsbesluit. [appellant] kan zich niet verenigen met het besluit, omdat hij niet betrokken is geweest bij de procedure tot het aanwijzen van de locatie. Ook acht hij de aangewezen locatie niet geschikt en meent hij dat er alternatieve locaties zijn die geschikter zijn om te worden aangewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:364
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004015/1/R1

202004874/1/R3

[appellante] heeft naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 12 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4500, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Westerkwartier omtrent vaststelling van een door [appellante] verzochte aanpassing van het op 16 maart 2016 door de raad van de gemeente Leek vastgestelde bestemmingsplan "Bedrijventerrein Leek en Oldebert" voor haar perceel [locatie] te Leek. [appellante] heeft de raad van de gemeente Leek bij brieven van 30 juli 2018 en 21 september 2018 verzocht het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Leek en Oldebert" voor haar perceel [locatie] te wijzigen. Omdat de raad niet binnen twee weken nadat hij in gebreke was gesteld alsnog had beslist omtrent vaststelling van het bestemmingsplan, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 12 augustus 2019 het daartegen gerichte beroep van [appellante] gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:398
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202004874/1/R3

202005896/1/R4

Bij besluit van 29 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend ter legalisering van een reeds bestaande berging op het perceel [locatie 1]. Bij besluit van 29 maart 2017 heeft het college omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een bestaand bijgebouw van 2,40 m hoog, 2,60 m breed en 3,60 m breed op het perceel [locatie 1]. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] gelegen schuin achter dit perceel. Vanuit zijn woning heeft hij zicht op het bij besluit van 29 maart 2017 vergunde bijgebouw. Het bijgebouw staat in de zijtuin van het perceel van [vergunninghouder] tegen de perceelsgrens van het perceel van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:375
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005896/1/R4

202006503/1/V3

Bij besluit van 21 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:352
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006503/1/V3

202100655/2/V2

Bij besluiten van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:351
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100655/2/V2

202100978/2/V3

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:350
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100978/2/V3

202101232/2/V3

Bij besluit van 11 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:357
Datum uitspraak
23 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101232/2/V3

202004839/1/V2

Bij besluit van 27 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:349
Datum uitspraak
22 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004839/1/V2

201908075/1/R1

Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van de gemeente Rijssen-Holten van 26 september 2019, waarbij het bestemmingsplan "Wonen Holten – [locatie]" is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:400
Datum uitspraak
22 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908075/1/R1

202005409/1/R2 en 202005409/2/R2

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Roosendaal het bestemmingsplan "Thorbeckelaan 237" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van één woning op de locatie Thorbeckelaan 237 te Roosendaal. In het voorgaande bestemmingsplan was aan de gronden een agrarische bestemming toegekend en ontbrak een bouwvlak. Het plangebied maakt deel uit van het buurtschap Rietgoor bestaande uit lintbebouwing met woningen langs de Thorbeckelaan. Het buurtschap betreft een voormalig agrarisch buurtschap dat door de in 1990 ontwikkelde naastgelegen woonwijk Tolberg aan de rand van de bebouwde kom van Roosendaal is komen te liggen. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen aan de rand van de woonwijk Tolberg aan de [locatie 1] en de [locatie 2] te Roosendaal. Tussen hun gronden en het plangebied ligt een groenstrook en zij hebben vanuit hun woningen en tuinen zicht op het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:342
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005409/1/R2 en 202005409/2/R2

202007023/2/R1

Bij besluit van 21 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om de uitbouw op het perceel [locatie] te Amsterdam te verwijderen en verwijderd te houden. De last behelst dat binnen een termijn van zes weken na verzending van het besluit van 21 februari 2018 de uitbouw verwijderd dient te worden. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 10.000,00 ineens. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat een deel van de uitbouw, ter grootte van 5,7 m2, op meer dan 4 m van het oorspronkelijke hoofdgebouw staat en daarom niet op grond van artikel 2, aanhef, derde lid, onder a, van bijlage II van het Bor vergunningvrij kon worden gebouwd. [verzoeker] heeft gesteld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de uitbouw deels buiten de vergunningvrije zone in het achtererfgebied is gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:341
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007023/2/R1

202100052/2/V3

Bij besluit van 1 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:340
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100052/2/V3

202100307/2/V3

Bij besluiten van 3 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:348
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100307/2/V3

202003005/2/R1 en 202003006/2/R1

Tijdens de zitting op 26 januari 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena (de voorzitter) en mr. E.J. Daalder (de rapporteur) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaken nrs. 202003005/1/R1 en 202003006/1/R1. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat als gevolg van de gang van zaken ter zitting van 26 januari 2021 de staatsraden bij hem de indruk hebben gewekt partijdig en vooringenomen te zijn. [verzoeker] voert hierover aan dat hij zich ter zitting niet serieus genomen voelde. Uit de opmerking van de rapporteur dat het hier om een burenruzie gaat en uit het feit dat hij het college als objectief betitelde, blijkt volgens [verzoeker] dat de rapporteur het voorliggende probleem niet heeft onderkend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:343
Datum uitspraak
19 februari 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202003005/2/R1 en 202003006/2/R1

202100173/1/V3

Bij besluit van 23 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:338
Datum uitspraak
18 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100173/1/V3

202100625/3/V3

Bij besluiten van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdeling om haar en haar minderjarige kind een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:337
Datum uitspraak
18 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100625/3/V3

202100026/2/R4

Bij besluit van 29 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "[locatie], Wijchen" gewijzigd vastgesteld. Dit plan maakt de bouw van vier levensloopbestendige woningen mogelijk, alsmede de bouw van een vrijstaande woning ter vervanging van een bestaande woonboerderij. Het plangebied bestaat uit een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met gedeeltelijk een woonbestemming en bijbehorende agrarische gronden in de vorm van weiland. Het oppervlak van het plangebied is ongeveer 9.640 m². [partij] is eigenaar van de desbetreffende gronden. Binnen een aantal maanden zal een omgevingsvergunning voor de bouw van de woningen worden aangevraagd. [verzoeker] en anderen wonen tegenover het plangebied. Zij vrezen dat de realisering van de woningen tegenover hun percelen zal leiden tot een verlies van hun uitzicht en onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:306
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100026/2/R4

202100431/2/R4

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Lorentzstraat 17a" gewijzigd vastgesteld. Voor het perceel - voorheen bekend als Lorentzstraat 17a - in de wijk Leusderkwartier is een initiatief ingediend voor de bouw van 17 woningen. Het gaat om de voormalige bedrijfslocatie van [wegenbouwer A], later [naam] wegenbouw/Dura Vermeer. Het perceel maakt deel uit van een terrein met een bedrijfsbestemming, die wordt omsloten door voornamelijk woningen aan de Lorentzstraat, Arnhemseweg, Everard Meysterweg en Woestijgerweg. Het bouwen van de woningen is niet in overeenstemming met de bedrijfsbestemming die het perceel heeft in het bestemmingsplan "Amersfoort Zuid en Kattenbroek". Om dit initiatief desondanks mogelijk te maken, is voor het perceel een bestemmingsplan opgesteld. Verder is in het kader van de coördinatieregeling een omgevingsvergunning aangevraagd en verleend voor onder meer het bouwen van 17 woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:314
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202100431/2/R4

202100869/2/V3

Bij besluit van 30 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:313
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100869/2/V3

201804397/2/R3

Bij uitspraak onderscheidenlijk tussenuitspraak van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:450 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Krimpenerwaard opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 24 april 2018, waarbij het bestemmingsplan "Landelijk gebied, voormalige gemeente Nederlek" is vastgesteld, te herstellen. [appellant] kon zich in zijn beroep tegen het besluit van 24 april 2018 niet verenigen met het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden" en de aanduiding "bijgebouwen", voor het perceel aan de [locatie] te Lekkerkerk. Hij betoogde dat de bij het besluit van 24 april 2018 toegekende bouwaanduiding te beperkend was voor zijn activiteiten, het houden van schapen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:317
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201804397/2/R3

201906592/1/R3

Bij besluit van 17 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop Free Heart Vastgoed B.V., Free Heart B.V. en [appellant] onder oplegging van dwangsommen gelast om vijf gestelde overtredingen van artikel 2.3, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld te beëindigen en beëindigd te houden. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning die het college op 30 november 2016 had verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:289
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906592/1/R3

201906593/1/R3

Bij besluit van 19 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop Free Heart Vastgoed B.V., Free Heart B.V. en [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om verschillende gestelde overtredingen van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en b, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld te beëindigen en beëindigd te houden. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:326
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906593/1/R3

201906697/1/R2

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Abdij Lilbosch/LIVAR - Experience Centre" vastgesteld. De Abdij Lilbosch wil volgens de plantoelichting haar veehouderijactiviteiten rondom het Limburgse kloostervarken (Livar-varken) op een passende wijze laten bestemmen, deze activiteiten uitbreiden en hieraan een totaalconcept rondom het Livar-varken verbinden. Op de locatie van een voormalige manege aan de Zandweg 10 nabij het abdijcomplex zal hiertoe een zogeheten "Livar Experience Centre" worden gerealiseerd. Daar worden de varkenshouderijactiviteiten gecombineerd met een bezoekerscentrum, vleesatelier en een slachterij. [appellant sub 1] is gevestigd en wonend aan de [locatie 1]. Volgens haar voorziet het plan ten onrechte in de nieuwvestiging van een intensieve veehouderij. Zij vreest voor aantasting van haar woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:333
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201906697/1/R2

201907769/1/R4

Bij besluit van 7 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen een verzoek van [overledene] om handhavend op te treden tegen de zonder vergunning opgerichte gebouwen op het perceel Keijenbergseweg 10-12 te Wageningen afgewezen. Het college heeft afgezien van handhavend optreden, omdat het van mening was dat ten tijde van het nemen van het besluit van 1 augustus 2018 concreet zicht op legalisering bestond. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak overwogen dat ten tijde van het nemen van het besluit van 1 augustus 2018 geen concreet zicht op legalisering bestond en heeft dat besluit daarom deels vernietigd. De rechtbank heeft echter aanleiding gezien de rechtsgevolgen van dat besluit in stand te laten, omdat het college bij besluit van 12 december 2018 een omgevingsvergunning heeft verleend voor het legaliseren van een deel van het asielzoekerscentrum, zodat geen sprake meer was van een overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:332
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907769/1/R4

201907770/2/R4

Bij besluit van 12 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen aan het Centraal Orgaan opvang asielzoekers een omgevingsvergunning verleend voor het legaliseren van een deel van het asielzoekerscentrum op het perceel Keijenbergseweg 10-12 te Wageningen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat het bouwplan voldoet aan de criteria 3, 4, 12 en 13 van artikel 4 van de Welstandsnota Wageningen 2010. In het herstelbesluit van 9 december 2020 heeft het college zich onder verwijzing naar het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 16 november 2020 op het standpunt gesteld dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. Het college is echter van oordeel dat de omgevingsvergunning niettemin moet worden verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:291
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907770/2/R4

201909204/1/R2

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een kringloopwinkel in een pand aan de Ekkersrijt 3104a te Son en Breugel. De rechtbank heeft het door Camtronics B.V. daartegen ingestelde beroep wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Camtronics B.V. betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Zij voert aan dat in de brief, waarbij het besluit op bezwaar aan haar bekend is gemaakt, weliswaar melding wordt gemaakt van de mogelijkheid van beroep, maar dat de termijn waarbinnen dat dient te geschieden ontbreekt, zodat in strijd met artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht een rechtsmiddelenclausule ontbreekt. Zij werd pas na afloop van de beroepstermijn bijstaan door een professioneel rechtsbijstandsverlener, aldus Camtronics B.V.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:331
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201909204/1/R2

202000723/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [wederpartij] een bestuurlijke boete van € 20.500,- opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Op 17 mei 2018 heeft de Inspectie een boeterapport opgemaakt. In dit rapport staat dat [vennoot A] 22 dagen vervoerwerkzaamheden heeft verricht met het motorvoertuig met het kenteken [A] zonder dat daarvan een deugdelijke registratie is gevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:318
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000723/1/A3

202000726/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [B] en [A] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de tien overtredingen bedraagt € 44.000,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:321
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000726/1/A3

202000727/1/A3

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van onderscheidenlijk [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de 27 overtredingen bedraagt € 118.800,-.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:319
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000727/1/A3

202001082/1/R3

Bij besluit van 27 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop verzoeken van [partij] en anderen om handhavend op te treden tegen verschillende gestelde overtredingen op het perceel nabij de Meije 300 te Zegveld, en om intrekking van de omgevingsvergunning van 24 februari 2015 voor een beeldentuin op dit perceel, afgewezen. Free Heart exploiteert op het perceel de buitenplaats "De Blauwe Meije". Deze buitenplaats ligt deels op grondgebied van de gemeente Nieuwkoop en deels op grondgebied van de gemeente Woerden. Het Nieuwkoopse deel van de buitenplaats ligt aan weerszijden van de rivier de Meije en biedt onder meer ruimte aan een beeldentuin. Voor deze beeldentuin en zes parkeerplaatsen heeft het college op 24 februari 2015 omgevingsvergunning verleend. Ten tijde van het handhavingsbesluit beschikte Free Heart bovendien over een omgevingsvergunning die het college op 30 november 2016 had verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:325
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001082/1/R3

202001611/1/R1

Bij besluit van 17 november 2015 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden een watervergunning verleend voor het afkoppelen van een verhard oppervlak, het vervangen van twee duikers en het aanbrengen van drie duikers op de locatie Leijenstraat in Reusel, tussen Lensheuvel en de beek de Reusel. Het college heeft het dagelijks bestuur op 31 augustus 2015 verzocht om een watervergunning voor het afkoppelen van een verhard oppervlak van 16.000 m² - gemeentelijk openbaar perceel - van het gemengde rioolstelsel aan de Lensheuvel in Reusel. Dit is een methode om riooloverstortingen te verminderen, waarbij wordt voorkomen dat hemelwater in het gemengde rioolstelsel terecht komt. Het hemelwater dat afkomstig is van dit oppervlak zal via een leiding worden geloosd op de Reusel, een A-watergang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:316
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202001611/1/R1

202001714/1/R4

Bij uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3251, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 juni 2018 bevestigd. Verder heeft de Afdeling het beroep van Windesheim tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerde van 27 september 2018 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd, voor zover daarbij is geweigerd om handhavend op te treden tegen het gebruiken van gronden van de camping met de dubbelbestemming "Waterstaatsdoeleinden". Windesheim is eigenaresse van het perceel [locatie] te Wapenveld. Zij verpacht het perceel aan [huurder], die op het perceel een camping exploiteert. Op het perceel bevindt zich een aantal stacaravans. Windesheim stelt zich op het standpunt dat het gebruik van de gronden met de dubbelbestemming "Waterstaatdoeleinden" voor stacaravans in strijd is met het bestemmingsplan en heeft het college verzocht daartegen handhavend op te treden. Het college heeft geweigerd dat te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:324
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202001714/1/R4

202001716/1/R2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Gilze en Rijen het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte Laarspad" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 64 woningen, waarvan 34 zogeheten ruimte-voor-ruimte kavels, ten zuiden van de Hoevenaarsstraat in Gilze. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] op een afstand van ongeveer 125 m ten zuidwesten van het plangebied. Hoeve de Lakenvelder en Vexpro zijn gevestigd aan de Horst 26 op een afstand van ongeveer 50 m ten zuiden van het plangebied. Zij vrezen dat de identiteit van het buurtschap de Horst zal worden aangetast en dat het plangebied via het buurtschap de Horst ontsloten zal worden. [appellant sub 4] woont aan de [locatie 2] op een afstand van ongeveer 100 m ten noordoosten van het plangebied. Hij vreest overlast te ondervinden door het bouwverkeer ten behoeve van de realisatie van de woningen binnen het plan en het bestemmingsverkeer voor de toekomstige woningen in het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:335
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001716/1/R2

202001871/1/A3

Bij besluit van 6 juni 2018 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit (hierna: de Ksa) aan [appellante A] en [appellante B] een bestuurlijke boete van onderscheidenlijk € 210.000,- en € 200.000,- opgelegd wegens overtreding van de Wet op de kansspelen. De Ksa heeft naar aanleiding van meldingen over de reclameactiviteiten op de website www.[appellante] onderzocht of de Wok is overtreden. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 8 februari 2018. Vastgesteld is dat [appellante] de aanbieder is van de online kansspelen op die website. In het boeterapport is vermeld dat op de [website] aan de in Nederland woonachtige consument gelegenheid wordt gegeven om mee te dingen naar prijzen of premies waarbij de aanwijzing van winnaars plaatsvindt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen. Dat is in ieder geval gebeurd in de periode vanaf 14 juni 2017 tot en met 22 oktober 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:315
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202001871/1/A3

202002653/1/R4

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest [appellant sub 1] onder aanzegging van een dwangsom gelast om het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoning(en) op het perceel aan de [locatie 1] te Soesterberg te staken en gestaakt te houden. Het perceel, waarvan [appellant sub 1] sinds 2015 eigenaar is, is door Jachthuis vanaf die tijd geëxploiteerd. Op het perceel staan recreatiewoningen. Jachthuis heeft de recreatiewoningen verhuurd aan onder meer personen die afkomstig zijn uit het buitenland en in Nederland werk hebben. [partij A] en [partij B] wonen in de buurt van het perceel aan de [locatie 2]. [partij C] woont aan de [locatie 3]. Buurtgroep BASje is een groep bewoners van woningen aan de Amersfoortsestraat. Het college stelt zich op het standpunt dat het verblijf van de arbeidsmigranten in de recreatiewoningen niet-recreatief is en dat het gebruik in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Landelijk gebied".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:327
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002653/1/R4

202002655/1/R1

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Hulst besloten het bestemmingsplan "Frederik Hendrikstraat ong., Lamswaarde" niet vast te stellen. Het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan is gelegen aan de Frederik Hendrikstraat te Lamswaarde. De Frederik Hendrikstraat vormt een verbindingsweg tussen de kern van Lamswaarde ten oosten van het plangebied en de provinciale weg N689 ten westen van het plangebied, gelegen aan het dorp Kuitaart. Het bestemmingsplan om de vaststelling waarvan door [appellante] is verzocht, voorziet in de wijziging van de bestemming "Agrarisch" naar de bestemming "Wonen" met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van wonen - landhuis’, waarbij 50% van het perceel moet bestaan uit opgaand hout. Het plan is gebaseerd op de toepassing van de ruimte-voor-ruimteregeling in de Omgevingsverordening Zeeland 2018 van de Provincie Zeeland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:330
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202002655/1/R1

202002731/1/A3

Bij besluit van 7 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Van 2014 tot 2017 heeft [appellant] begeleid gewoond op basis van een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg. In december 2017 is hij naar Colombia geëmigreerd om bij zijn moeder te gaan wonen. In maart 2018 is hij weer teruggekomen naar Nederland. [appellant] verbleef bij een kennis en vroeg een urgentieverklaring aan omdat die kennis hem niet langer onderdak kon bieden. Ter zitting bij de rechtbank is gebleken dat [appellant] inmiddels weer begeleid woont. Hij heeft een minderjarige zoon uit een eerdere relatie. Die zoon woont bij de moeder. [appellant] is nu getrouwd met een vrouw uit Chili, die een dochter heeft. Hij wilt zijn vrouw en haar dochter naar Nederland halen. Volgens het college kan het woonprobleem van [appellant] niet of in onvoldoende mate worden opgelost door een urgentieverklaring.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:328
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002731/1/A3

202002853/1/R1

Bij besluit van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Texel aan [vergunninghouder], handelend onder de naam [bedrijf], een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een bedrijfsschuur op het perceel [locatie 1] te Oosterend. Omdat een deel van het dak van deze schuur een plat dak betreft en dit op grond van de planregels van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied Texel 2013" niet is toegestaan, is eveneens vergunning verleend voor het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan. Het bedrijf van [vergunninghouder] ligt aan de [locatie 2]/[locatie 1]. [appellant] woont op het perceel [locatie 3] te Oosterend en is eigenaar van het perceel [locatie 4], welk perceel direct tegenover de nieuw te bouwen bedrijfsschuur ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:320
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002853/1/R1

202003272/1/A3

Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00. Op 16 april 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam in verband met een controle op de naleving van onder andere de Huisvestingswet 2014 de woning op het adres [locatie 1] in Amsterdam bezocht. Daarbij zijn twee toeristen in de woning aangetroffen. Deze hebben verklaard dat ze via Airbnb de woning voor tien nachten hadden geboekt. De toeristen huurden de gehele woning. In de woning zijn geen persoonlijke spullen aangetroffen die op duurzame bewoning door een hoofdbewoner wijzen. Het college heeft geconcludeerd dat de woning hotelmatig wordt gebruikt en aan [appellante] de boete opgelegd wegens het in strijd met artikel 21, aanhef en onder a, van de Hw zonder de vereiste vergunning onttrekken van de woning aan de bestemming tot bewoning. Ten tijde van de constatering van deze overtreding was zij huurder van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:323
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003272/1/A3

202003278/1/A3

Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] drie bestuurlijke boetes, ten bedrage van elk € 20.500,00, opgelegd. Op 16 april 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam in verband met een controle op de naleving van onder andere de Huisvestingswet 2014 de woningen op het adres [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Amsterdam bezocht. Daarbij zijn toeristen in de woningen aangetroffen. De toeristen hadden de woningen via Airbnb geboekt en huurden deze geheel. In de woningen zijn geen persoonlijke spullen aangetroffen die op duurzame bewoning door een hoofdbewoner wijzen. De toeristen hebben verklaard dat zij bij aankomst bij de door hen gehuurde woning door [appellant] zijn opgevangen, die hun de huissleutel heeft overhandigd en een telefoonnummer heeft achtergelaten. De toezichthouders hebben via het telefoonnummer contact met [appellant] opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:322
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003278/1/A3

202003541/1/R4

Bij besluit van 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen twee parkeerstroken en een weg in een groensingel op het perceel Oude Benderseweg 11 te Ruinen afgewezen. Landclub exploiteert een vakantiepark met een camping op het perceel. Op het perceel staan diverse bouwwerken. [appellant] woont aan de [locatie] te Ruinen en heeft vanuit zijn woning zicht op het vakantiepark. Op het terrein van Landclub zijn een weg en bijbehorende parkeerstroken aangebracht. Op 4 mei 2020 heeft [appellant] het college een ingebrekestelling gestuurd, omdat het volgens hem niet tijdig opnieuw heeft beslist op zijn bezwaar. Het college heeft [appellant] op 14 mei 2020 geïnformeerd over het handhavingstraject. Bij besluit van 20 mei 2020 heeft het college Landclub gelast om voor 14 mei 2021 de wegverharding op het perceel, waarmee de weg en parkeerstroken worden bedoeld, te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:334
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003541/1/R4

202003885/1/R4

Bij besluit van 25 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Lochem het bestemmingsplan "Partiële herziening Lochem-West, Sportpark de Elze vastgesteld". Het bestemmingsplan voorziet in een mogelijkheid dat op de gronden van het Sportpark De Elze wordt geparkeerd, in de "berm" naast de toegangsweg van de ijsbaan in het noordoostelijke deel van het terrein. Daartoe zijn aan de desbetreffende gronden met de bestemming "Sport", onderscheidenlijk de aanduidingen "overige zone - parkeren 1" en "overige zone - parkeren 2" toegekend. [appellant] en anderen zijn bewoners van de [locaties], ten oosten van de gronden met de hiervoor genoemde aanduidingen. Het beroep van [appellant] en anderen is gericht tegen de plandelen "overige zone - parkeren 1" en "overige zone - parkeren 2". De kortste afstand tussen het perceel van [appellant] en anderen "overige zone - parkeren 1" bedraagt ongeveer 77 meter. De kortste afstand van [appellant] en anderen tot "overige-zone - parkeren 2" bedraagt ongeveer 43 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:329
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003885/1/R4

202004036/1/V3

Bij besluit van 1 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds 19 maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen naar Nederland willen reizen. De vreemdeling komt uit Barbados. Zij valt niet onder een van de uitzonderingscategorieën en Barbados staat niet op de lijst met derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven. De vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor de volksgezondheid beschouwd. Daarom is haar de toegang tot Nederland geweigerd. Deze zaak gaat over de vraag of de vrijheidsontnemende maatregel die is gebaseerd op de toegangsweigering, nog langer gerechtvaardigd is te achten als de vreemdeling na de geldende quarantaineperiode geen klachten heeft die wijzen op corona.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:285
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004036/1/V3

202004786/1/V3

Bij besluit van 29 juli 2020 is de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd. Bij besluit van dezelfde datum is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. Om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds 19 maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen naar Nederland willen reizen. De vreemdeling heeft de Nicaraguaanse nationaliteit. Hij verbleef in Panama en vanuit daar is hij naar Nederland gekomen. De vreemdeling valt niet onder een van de uitzonderingscategorieën en Panama staat niet op de lijst met derde landen waarvoor het inreisverbod geleidelijk wordt opgeheven. De vreemdeling wordt gelet hierop als een gevaar voor de volksgezondheid beschouwd. Daarom is hem de toegang tot Nederland geweigerd. Omdat er op korte termijn geen terugvlucht naar Panama beschikbaar was, is aan hem ook een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:286
Datum uitspraak
17 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004786/1/V3

202004422/1/V3

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:309
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004422/1/V3

202005433/1/R3 en 202005433/2/R3

Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Lisse het bestemmingsplan "Visserkade" vastgesteld. Het plan voorziet in een wijziging van het planologisch regime voor de botenloods met de drie aangrenzende woningen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Lisse. Aan deze botenloods en de drie woningen was in het voorheen geldende bestemmingsplan "Meerzicht" een bedrijfsbestemming toegekend. Voor de drie woningen wordt in het aan de orde zijnde bestemmingsplan "Visserkade" het huidige gebruik vastgelegd door het toekennen van de bestemming "Wonen". Aan de naastgelegen botenloods is ook de bestemming "Wonen" toegekend om ter plaatse de bouw van een nieuwe woning mogelijk te maken. Verder ziet het plan op een nabijgelegen parkje aan de Grevelingstraat, waaraan de bestemming "Groen" is toegekend. [appellant] woont aan de [locatie 1]. Hij richt zich in beroep tegen de bouwmogelijkheden die het plan biedt voor zijn woning en de woningen van zijn buren aan de [locatie 2] en [locatie 3].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:305
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202005433/1/R3 en 202005433/2/R3

202006169/2/R2

Bij besluit van 6 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente ’s-Hertogenbosch het bestemmingsplan "Theater aan de Parade 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het Theater aan de Parade. De aanleiding voor het nieuwe bestemmingsplan is blijkens de plantoelichting dat het bestaande theater technisch en kwalitatief verouderd is en grote investeringen benodigd zouden zijn om het te laten voldoen aan de eisen van de komende tijd. Het nieuwe bestemmingsplan ziet op de bestaande locatie van het Theater aan de Parade. Daarnaast is voor de verbouw van het theater een omgevingsvergunning verleend, die ziet op de activiteiten bouwen, met het bestemmingsplan strijdig gebruik, het slopen van een bouwwerk in een beschermd stadsgezicht, het uitvoeren van een werk en een uitweg maken, hebben of veranderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:307
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006169/2/R2

202100477/1/V2 en 202100477/2/V2

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:310
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100477/1/V2 en 202100477/2/V2

202100521/2/V2

Bij besluit van 25 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:308
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100521/2/V2

202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2, 202100959/1/A2 en 202100974/1/A2

Op 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer op 17 maart 2021. Daarbij heeft het centraal stembureau de lijst Vrij en Sociaal Nederland ingediend door [appellant sub 4A], geldig verklaard in kieskringen 1, 2, 8, 9, 10 en 12 en de "blanco lijst met als eerste kandidaat [appellant sub 5]" (hierna: de blanco lijst), ingediend door [appellant sub 5], geldig verklaard in kieskringen 3, 4, 6, 7, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19. Op de dag van de kandidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer, 1 februari 2021, zijn twee kandidatenlijsten met de aanduiding "Vrij en Sociaal Nederland" ingeleverd bij het centraal stembureau.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:312
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100860/1/A2, 202100938/1/A2, 202100950/1/A2, 202100957/1/A2, 202100959/1/A2 en 202100974/1/A2

202101007/1/A2

Op 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer op 17 maart 2021. Daarbij heeft het centraal stembureau de lijst Vrij en Sociaal Nederland ingediend door [partij A], geldig verklaard in kieskringen 1, 2, 8, 9, 10 en 12 en de "blanco lijst met als eerste kandidaat [partij B].", ingediend door [partij B], geldig verklaard in kieskringen 3, 4, 6, 7, 11, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:311
Datum uitspraak
16 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202101007/1/A2

202100153/2/R1

Bij besluit van 13 februari 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Vechtstromen de legger gewijzigd. Bij besluit van 9 april 2018 heeft het dagelijks bestuur het besluit van 13 februari 2018 vervangen door een gelijkluidend besluit. Het dagelijks bestuur heeft hierbij besloten om watergangen, die zijn aangewezen op de bij het besluit behorende kaart, van de onderhoudslegger af te voeren per 1 januari 2021. Het dagelijks bestuur heeft daarbij verder met toepassing van artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet de kadastraal eigenaar van deze watergangen aangewezen als onderhoudsplichtige van de watergang tot het moment van afvoeren van de legger. Zes van deze watergangen liggen op percelen die [wederpartij] pacht van stichting Twickel, die eigenaar is van de watergangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:296
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202100153/2/R1

202100347/2/V3

Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:299
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100347/2/V3

202100952/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen ongeldig verklaard. Aan het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat bij de kandidatenlijst van EVERT! in alle kieskringen onvoldoende geldige verklaringen van ondersteuning zijn ingeleverd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:301
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100952/1/A2

202100956/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau besloten over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. [appellante] geeft aan dat het besluit van het centraal stembureau van 5 februari 2021 bij haar vragen heeft opgeroepen. Zij betoogt, in de kern samengevat, dat voor haar, en meer in het algemeen voor zwakkere groepen in de samenleving, niet duidelijk is waar de partijen met lijstnummers 14 - 37 voor staan. Zij kent de partijen met de lijstnummers 1 - 13, maar mist informatie over de achtergrond van een aantal nieuwe politieke groeperingen, die in de laatstgehouden verkiezing geen zetel hebben behaald. Zij vindt het de taak van het centraal stembureau om aan de kiezers informatie te verstrekken over de personen achter en de standpunten van deze politieke groeperingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:300
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100956/1/A2

202100975/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau de kandidatenlijst van Trots op Nederland in de kieskringen 5, 13, 14, 15, 16, 17 en 20 ongeldig verklaard en de kandidaten van Wetten, J.S. (Jimro) (m), en van Poppelen, G.Q. (Glenn) (m), van die kandidatenlijst geschrapt. Op 1 februari 2021 - de dag van de kandidaatstelling, als bedoeld in artikel H 1, eerste lid, van de Kieswet, voor de komende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal - is de kandidatenlijst van Trots op Nederland ingeleverd bij het centraal stembureau. Het centraal stembureau heeft op 2 februari 2021 de door Trots op Nederland op de dag van de kandidaatstelling ingediende stukken onderzocht. Daarbij is vastgesteld dat Trots op Nederland uitsluitend voor de kieskringen 9 en 10 voldoende geldige verklaringen van ondersteuning bij de kandidatenlijst heeft ingeleverd en de verklaringen van instemming van de kandidaten 22, Van Poppelen, en 27, Van Wetten, ontbreken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:304
Datum uitspraak
15 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100975/1/A2

202004595/1/V3

Bij besluit van 23 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 de Vw 2000 te bepalen dat haar uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:292
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004595/1/V3

202005733/1/V3

Bij besluit van 20 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat de vreemdeling wordt overgedragen aan Oostenrijk (hierna: het overdrachtsbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:293
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005733/1/V3

202006531/2/R3

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland besloten de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening ertoe strekkende dat de verbeelding ten aanzien van het gehele plangebied en de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 van de planregels geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "Vliethaven", zoals dat door de raad bij besluit van 22 september 2020 is vastgesteld. Het bestemmingsplan "Vliethaven" voorziet in maximaal 79 woningen op de locatie van een deels leegstaand bedrijventerrein dat grenst aan de Vliet aan de noordoostelijke rand van Leidschendam. De stichting en anderen zijn de eigenaren van de percelen waarop in het plan de realisatie van de woningen is voorzien en ook de ontwikkelaar van die woningen. Het hele plan is getroffen door de reactieve aanwijzing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:290
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006531/2/R3

202100243/2/V2

Bij besluit van 16 september 2019, nader aangevuld op 28 januari 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:294
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100243/2/V2

202100654/3/V3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:295
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100654/3/V3

202100965/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 van de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering VVD geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat M. Rutte is gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:303
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100965/1/A2

202100971/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de kandidatenlijst van JEZUS LEEFT in de kieskringen 10, 12, 19 en 20 ongeldig verklaard. Tegen dit besluit heeft JEZUS LEEFT beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:297
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100971/1/A2

202100992/1/A2

Het beroep van [appellant] richt zich tegen het besluit van 5 februari 2021 heeft het centraal stembureau waarbij, voor zover thans van belang, de kandidatenlijst van de politieke groepering ChristenUnie geldig is verklaard en de daarop vermelde kandidaat G.M. Segers is gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:302
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202100992/1/A2

202101011/2/A3

[appellante] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Justitie en Veiligheid van 21 januari 2021. [appellante] komt op tegen de beslissing van de centrale overheid van 21 januari 2021 om een avondklok in te stellen ten behoeve van de bestrijding van covid-19.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:336
Datum uitspraak
12 februari 2021
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Andere zaken - Overige
  • uitspraakin de zaak202101011/2/A3

202004225/1/V3

Bij besluit van 30 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. Dit besluit is op 22 juni 2020 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:288
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004225/1/V3

202004596/1/V2

Bij besluit van 31 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:287
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004596/1/V2

202005234/2/R1

Bij besluit van 20 augustus 2018 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard het verzoek van [verzoeker] om preventief handhavend op te treden tegen het hoogheemraadschap vanwege het voornemen om van een peilscheiding op zijn gronden op te hogen zonder projectplan, afgewezen. [verzoeker] woont op het perceel [locatie] in [woonplaats]. Dit perceel ligt naast de Vliet. Het hoogheemraadschap wenst de peilscheiding ter plaatse met 40 cm op te hogen. Het hoogheemraadschap heeft aangegeven dat het [verzoeker] op de hoogte heeft gesteld dat op 11 februari 2021 op het perceel een situatieopname wordt gemaakt en dat op 15 februari 2021 de werkzaamheden zullen beginnen. [verzoeker] stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. Hij stelt dat de ophoging onomkeerbare gevolgen heeft, omdat de ophoging inklinking van de bodem tot gevolg heeft, waardoor een houten gebouw in de nabijheid van de Vliet zal verzakken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:283
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202005234/2/R1

202006030/1/R3 en 202006030/2/R3

Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Emmen het bestemmingsplan "Emmer-Compascuum, woningen Kloosterweg" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van twee vrijstaande woningen mogelijk op het voormalige kloosterterrein aan de Kloosterweg in Emmer-Compascuum. Omdat het kloosterterrein deels voor andere doeleinden wordt gebruikt, is er een kleinere ruimtevraag op het kloosterterrein en kan het plangebied, bestaande uit een braakliggend grasveld, voor de realisatie van twee vrijstaande woningen worden benut, zo staat in de plantoelichting. [appellanten] wonen recht tegenover het plangebied aan de Kloosterweg. Zij hebben op dit moment nog vrij uitzicht op een stuk onbebouwde grond met volgens hen historische waarde. Zij achten het plan te kolossaal en kunnen zich daarmee, gezien onder meer de effecten op hun woon- en leefomgeving, niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:284
Datum uitspraak
11 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202006030/1/R3 en 202006030/2/R3

202006045/2/R1

Bij besluit van 15 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Middelburg het plan "Veersepoort 5 Middelburg" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 109 woningen op het perceel tussen de Nassaulaan-Dillenburglaan en de wijk Veersepoort. Het betreft de laatste fase van het woongebied Veersepoort. Daartoe zijn aan de gronden de bestemmingen "Wonen", "Verkeer" en "Groen" toegekend. Het sportcomplex en de atletiekbaan ter plaatse worden ten behoeve van het plan verwijderd. In het vorige plan was aan het grootste deel van de gronden de bestemming "Sportieve recreatie" toegekend. [verzoeker] woont aan [locatie] en kan zich als omwonende niet met het plan verenigen. Hij vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat door de bouwhoogte van de voorziene woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:248
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202006045/2/R1

202006687/1/R1

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd om diverse overtredingen op de percelen die kadastraal bekend zijn als Waalwijk, sectie L, nummers 736 en 737, en Capelle, sectie N, nummer 983 te beëindigen en beëindigd te houden. De provincie Noord-Brabant is sinds 2018 eigenaar van de percelen. [verzoeker] had tot 15 mei 2020 het gebruiksrecht op deze percelen en heeft naar hij stelt ongeveer 250 m³ compost (zuiveringsslib, een restproduct uit een waterzuiveringsbassin) ter plaatse opgebracht. Toezichthouders hebben op 12 mei 2020 op de percelen een controle uitgevoerd om de kwaliteit van het toegepaste materiaal te onderzoeken. Op grond van constateringen zoals opgenomen in het inspectierapport van 12 mei 2020 en de resultaten uit het rapport "verkennend bodemonderzoek" van 15 juli 2020 is geconcludeerd dat op de percelen verontreinigde grond is toegepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:245
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006687/1/R1

202100285/2/V2

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:246
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100285/2/V2

202100343/2/V2

Bij besluit van 3 maart 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:247
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100343/2/V2

201808944/1/R1

Bij besluit van 19 september 2018 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "De Pijp 2018" vastgesteld. Het bestemmingsplan "De Pijp 2018" heeft voornamelijk als doel om het bestemmingsplan "De Pijp 2005" te actualiseren. Het bestemmingsplan dat bij het 6:19-besluit is vastgesteld, omvat hetzelfde plangebied als het plan "De Pijp 2018" met correcties voor enkele percelen. In de inleidende planregels van het 6:19-besluit is bepaald dat voor zover de planregels niet zijn gewijzigd, alle planregels die in het bestemmingsplan "De Pijp 2018" zijn vastgesteld van kracht blijven. In dit plan is verder aan diverse percelen de bestemming "Waarde - Cultuurhistorie 1" of "Waarde - Cultuurhistorie 2" toegekend. Comité Oude Pijp en anderen kunnen zich niet verenigen met de aanduiding "horeca van categorie 4" die is toegekend aan het perceel Van Woustraat 74A, waar Thai Food een eetcafé exploiteerde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:281
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201808944/1/R1

201904957/1/R3

Bij besluit van 8 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldambt aan Melkveebedrijf de Waarhoek een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren/legaliseren van een folie-mestbassin, inclusief het plaatsen van een hekwerk, op het perceel achter Hoofdweg 22 te ’t Waar. Vereniging Dorpsbelangen Nieuw-Scheemda en 't Waar is opgekomen tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning, omdat het besluit volgens de Vereniging niet op de juiste inhoudelijke gronden is genomen. Daarbij is het besluitvormingsproces onzorgvuldig uitgevoerd, aldus de Vereniging. De rechtbank heeft het beroep van de Vereniging niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Vereniging niet is aan te merken als belanghebbende bij het besluit. De Vereniging kan zich hier niet mee verenigen en heeft hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:259
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904957/1/R3

201905298/1/R4

Bij besluit van 15 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van twee stallen, het handelen in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied 2010" en het veranderen en het in werking hebben van een inrichting op het perceel [locatie] te Agelo. [appellante sub 2] fokt en houdt varkens op het perceel. Op 14 augustus 2017 zijn twee varkensstallen op het perceel volledig door brand verwoest. Op 12 maart 2018 heeft [appellante sub 2] een omgevingsvergunning aangevraagd voor de herbouw van de twee verwoeste stallen. De nieuwe stallen worden verder uit elkaar gebouwd dan de oorspronkelijk stallen om het risico van brandoverslag te verkleinen. Mob en anderen betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het nabij het perceel gelegen gebouw van de hondendressuurvereniging geen geurgevoelig object is als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:277
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905298/1/R4

201905910/1/R2

Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Horst aan de Maas het bestemmingsplan "De Hees 10, Sevenum" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de bouw van een woning op het perceel De Hees 10 te Sevenum mogelijk. In het plan is aan het zuidelijke deel van het perceel een woonbestemming toegekend. Tevens is, aan het zuidoostelijke deel van het perceel, een bouwvlak toegekend. Aan het noordelijke deel van het perceel is een agrarische bestemming toegekend. [appellant] exploiteert een fruitteeltbedrijf, op een afstand van 25 m tot aan het plangebied, op het perceel [locatie]. Daarnaast exploiteert hij een boomgaard, in de directe nabijheid van het plangebied. Deze boomgaard is gelegen ten noorden en ten westen van het plangebied. Hij vreest een beperking van zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:276
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905910/1/R2

201906690/2/A2

Bij tussenuitspraak van 1 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1541, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Berkelland opgedragen binnen acht weken na verzending van de tussenuitspraak en met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen, de gebreken in het besluit van 15 november 2018 te herstellen door een nieuw besluit op het door [appellant] gemaakte bezwaar te nemen en dit besluit aan [appellant] en de Afdeling te zenden. Het college heeft bij het besluit van 1 maart 2018, gehandhaafd bij het besluit op bezwaar van 15 november 2018, een strook, gelegen aan de Nieuwstraat in Eibergen, aangewezen als parkeerplaatsen ten behoeve van twee, in het gezondheidscentrum op de hoek van de Nieuwstraat en de J.W. Hagemanstraat gevestigde, huisartsen. De aangewezen strook werd voorheen gebruikt voor laden en lossen. [appellant] is eigenaar van panden aan de J.W. Hagemanstraat en is het niet eens met dit verkeersbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:267
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201906690/2/A2

201906818/1/R3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Ameland het bestemmingsplan "De Hagen" vastgesteld. Het plan voorziet in het realiseren van ongeveer 24 parkeerplaatsen bij een bestaand parkeerterrein bij een supermarkt in Hollum. Om die uitbreiding mogelijk te maken moeten vier bestaande woningen worden gesloopt. De uitbreiding van het parkeerterrein is in een eerder door de raad vastgesteld plan voorzien. Het besluit waarbij dat plan is vastgesteld, is door de Afdeling vernietigd in de uitspraak van 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1063, nadat geen gevolg was gegeven aan de opdracht in de tussenuitspraak van 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2892. [appellant] en anderen wonen of hebben eigendommen in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met de uitbreiding van de parkeerplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:280
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201906818/1/R3

201907694/1/R1

Bij besluit van 15 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde besloten tot invordering van de door [appellante] verbeurde dwangsom van € 25.000,00. [appellante] is eigenaar van de recreatiewoning aan de [locatie] in Zeewolde. Op grond van het bestemmingsplan "Recreatieterrein Horsterwold 2012" rust op het perceel de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie". Zij heeft voor het beheer en de verhuur daarvan een overeenkomst gesloten met het bedrijf Madiba Verhuur. Bij besluit van 16 mei 2017 heeft het college [appellante] onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00 ineens gelast om het (laten) gebruiken van de recreatiewoning aan de [locatie] ten behoeve van niet-recreatief gebruik uiterlijk 1 december 2017 te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft aan het besluit van 15 november 2018 ten grondslag gelegd dat tijdens een controle is vastgesteld dat vijf personen aanwezig waren in de recreatiewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:275
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907694/1/R1

201908003/1/A2

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het Participatiefonds een verzoek van Stichting Orion om vergoeding van de uitkeringskosten die voortvloeien uit de beëindiging van het dienstverband van [persoon], afgewezen. Stichting Orion is het bevoegd gezag van scholen in het openbaar speciaal onderwijs. [persoon] is op 19 december 2015 in dienst gekomen bij Stichting Orion met een tijdelijke aanstelling in de functie van leraar. Deze aanstelling liep van rechtswege af op 31 juli 2016. Stichting Orion heeft gedurende het dienstverband van [persoon] geconstateerd dat zij niet geschikt is voor het werken in het Voortgezet Speciaal Onderwijs, de doelgroep van Stichting Orion. Daarom is besloten het dienstverband niet voort te zetten. [persoon] is bij brief van 21 juni 2016 op grond van het Reglement Participatiefonds voor het primair onderwijs schooljaar 2016-2017, versie 2 (hierna: het Reglement) het aanbod gedaan voor externe ondersteuning bij het vinden van een nieuwe werkplek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:252
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201908003/1/A2

201908237/1/R1

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel besloten over te gaan tot invordering van een dwangsom ter grootte van € 3.600,00. Bij besluit van 14 december 2017 heeft het dagelijks bestuur een last onder dwangsom opgelegd wegens het overtreden van artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Waterwet. Volgens het dagelijks bestuur is deze bepaling overtreden doordat verontreinigd afvalwater vanaf het terrein van de vleesstierenhouderij aan de [locatie] te Vessem via een geul afvloeit in een kavelsloot en vervolgens in de Kleine Beerze. Het dagelijks bestuur is tot invordering overgegaan omdat bij controles naar voren is gekomen dat opnieuw een lozing van verontreinigd afvalwater plaatsvond en volgens het dagelijks bestuur dus niet aan de last is voldaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:271
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908237/1/R1

201908400/1/R3

Bij besluit van 5 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westvoorne [appellant] onder oplegging van een last onder dwangsom gelast om het op de percelen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Rockanje aanwezige aantal wooneenheden terug te brengen van vier naar drie. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1]/[locatie 2] (Westvoorne B 1035). Die woning is onderdeel van een twee-onder-één-kap waarvan ook [locatie 3] (Westvoorne B 1034) deel uitmaakt. Eigenaar van [locatie 3] is [broer] van appellant. In de woning van appellant ([locatie 1]/[locatie 2]) is één deur dichtgemaakt met een gipsplaat, zodat er twee wooneenheden zijn ontstaan. Het college heeft de last onder dwangsom opgelegd omdat het heeft geconstateerd dat er in totaal vier woningen aan de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] aanwezig zijn. Dat is volgens het college in strijd met de geldende beheersverordening "Landelijk Gebied Westvoorne".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:258
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908400/1/R3

201909005/1/A2

Bij besluit van 6 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht aan [appellante] in totaal elf bestuurlijke boetes opgelegd voor geconstateerde overtredingen van de beroepskracht-kindratio bij buitenschoolse opvang [naam opvang]. [appellante] is houder van een aantal kinderopvanglocaties in Utrecht, waaronder BSO [naam opvang]. Op 18 september 2017 heeft de toezichthouder GGD Utrecht een nader onderzoek uitgevoerd bij deze BSO. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een inspectierapport van 21 november 2017. Op basis van dit rapport heeft het college aan [appellante] bestuurlijke boetes opgelegd ter hoogte van € 55.000,00, omdat er in de periode van augustus 2017 tot en met september 2017 bij BSO [naam opvang] elf keer te weinig beroepskrachten werden ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen per basisgroep. Op veel van deze dagen is een vrijwilliger ingezet waar een beroepskracht nodig was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:272
Datum uitspraak
10 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201909005/1/A2
vorige pagina1...201202203...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon