Uitspraak 202200766/2/R4


Volledige tekst

202200766/2/R4.
Datum uitspraak: 25 april 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen onder meer:

[verzoeker], wonend te Lent, gemeente Nijmegen,

en

de raad van de gemeente Nijmegen,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 december 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Bij besluit van 9 maart 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord-2 (herstelbesluit lichtmasten)" vastgesteld.

[verzoeker] heeft nadere stukken ingediend.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 april 2022, waar [verzoeker], vergezeld van [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. H.A.M. Selten, vergezeld van E.P.Q. Leijenaar en drs. M.J.F. van Gerwen, zijn verschenen.

Overwegingen

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

De besluiten

2.       Het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord" voorziet onder meer het realiseren van maximaal 650 nieuwe woningen. In het plangebied bevinden zich nu onder meer woningen en agrarische gronden. [verzoeker] woont in het noorden van het plangebied, aan de [locatie]. Hij vreest dat het plan leidt tot aantasting van zijn woon- en leefklimaat. Gelet op wat hij ter zitting naar voren heeft gebracht staat in het kader van dit verzoek om voorlopige voorziening centraal het aantal woningen dat het plan mogelijk maakt, de bouwhoogte van die woningen en het behoud van de groenstructuur.

3.       Bij het besluit van 9 maart 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord-2 (herstelbesluit lichtmasten)" vastgesteld. Daarmee heeft de raad een verwijzingsfout in de planregels over de lichtmasten hersteld. Voor het overige heeft het plan dezelfde inhoud als het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord." Het besluit van 9 maart 2022 wordt gelet op artikel 8:81, vierde lid, in samenhang gelezen met artikel 6:19 van de Awb van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding.

Aangezien beide bestemmingsplannen identiek zijn op de punten die [verzoeker] bestrijdt, ziet wat hierna wordt overwogen op beide plannen.

Spoedeisend belang

4.       De voorzieningenrechter is van oordeel dat [verzoeker] een spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek, omdat de raad ter zitting heeft aangegeven dat naar verwachting de komende tijd aanvragen om omgevingsvergunning zullen worden ingediend voor bouwactiviteiten die met het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

Het aantal woningen

5.       [verzoeker] betoogt dat het plan te veel nieuwe woningen mogelijk maakt in het deelgebied Keimate, namelijk 45 bovenop de 18 bestaande woningen. Volgens hem is dit in strijd met het Beeldkwaliteitplan Vossenpels Noord (hierna: het BKP), waarin staat dat het kleinschalige karakter van de zogenoemde Nieuwe Buurtschappen is benadrukt.

5.1.    Ingevolge artikel 11.2.2, onder A, onder a, van de planregels mogen er op de gronden met bestemming "Woongebied" maximaal 650 nieuwe woningen worden gebouwd. Dit geldt voor het gehele plangebied; voor de verschillende deelgebieden, zoals Keimate, zijn geen aantallen genoemd.

Op de planverbeelding heeft het deelgebied Keimate twee vlakken met bestemming "Woongebied". Het grootste deel daarvan heeft de aanduiding "Overige zone - 2" (in de planregels aangeduid als "Nieuwe Buurtschappen"). In artikel 11.2.2, onder A en B van de planregels staan bouwregels voor de gronden met bestemming "Woongebied" en onder D zijn voor de aanduiding "Overige zone - 2" (Nieuwe Buurtschappen) specifieke bouwregels opgenomen over de toegelaten woningtypes.

Ter zitting heeft de raad toegelicht dat in het Stikstofrapport Vossenpels Noord van Pouderoyen Tonnaer van 4 december 2020 is uitgegaan van 45 nieuwe woningen in het deelgebied Keimate. Dit is volgens de raad de maximale invulling van de mogelijkheden die het plan biedt.

5.2.    Het BKP geeft een omschrijving van de gewenste sfeer, karakteristiek en uitstraling voor het plangebied. De algemene ambitie is een groenstedelijk woonmilieu met een landelijke uitstraling en een dichtheid van gemiddeld 25 woningen per hectare, aldus het BKP. Eén van de bebouwingsvormen die in het BKP is genoemd zijn de Nieuwe Buurtschappen. Deze zijn als volgt omschreven:

"Het karakter van de Nieuwe Buurtschappen sluit aan op de bestaande buurtschappen in de Vossenpels. Dat betekent: kleine clusters woningen in het landschap, een losse, organisch gegroeide kavelstructuur, een variatie aan woningen met een beperkte goot- en kaphoogte. Gemene deler van de buurtschappen is de kleinschalige sfeer."

5.3.    De voorzieningenrechter ziet in wat [verzoeker] aanvoert geen aanleiding voor de conclusie dat het plan vanwege het aantal woningen dat mogelijk wordt gemaakt in strijd is met het BKP. Zoals de raad heeft toegelicht en [verzoeker] niet heeft bestreden, leidt het maximale aantal woningen op de gronden in Keimate met bestemming "Woongebied" niet tot overschrijding van het uitgangspunt in het BKP van gemiddeld 25 woningen per hectare. Verder heeft de raad ter zitting toegelicht dat de kleinschalige sfeer zoals beschreven in het BKP tot uiting komt in de bouwregels. De raad wijst er in dat verband op dat de planregels er bijvoorbeeld aan in de weg staan dat lange rijen met woningen mogen worden gebouwd. In plaats daarvan zijn clusters van woningen toegestaan, aldus de raad.

Gelet op deze toelichting ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om vanwege het aantal woningen in het plangebied een voorlopige voorziening te treffen.

De bouwhoogte

6.       [verzoeker] betoogt dat de maximaal toegestane bouwhoogte van de woningen op de gronden in Keimate met bestemming "Woongebied" te hoog is. Ter zitting heeft hij meegedeeld dat het hem niet zozeer gaat om de op grond van het plan toegestane bouwhoogte van maximaal 11 m, maar om de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid voor een bouwhoogte tot 12,5 m. [verzoeker] betoogt dat deze hoogte niet past bij de bouwhoogte van de bestaande woningen (7 tot 9 m) en in strijd is met het BKP. Daarin staat namelijk dat de woningen een beperkte goot- en kaphoogte hebben, aldus [verzoeker].

6.1.    Ingevolge artikel 11.4, aanhef en onder e, van de planregels, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken van de maximale bouwhoogte, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12,5 m en de afwijking niet leidt tot een onevenredige aantasting van het stedenbouwkundige beeld zoals vastgelegd in het BKP.

6.2.    Deze binnenplanse afwijkingsbevoegdheid kan worden toegepast voor alle gronden met bestemming "Woongebied", ook die in Keimate met de aanduiding "overige zone - 2" (Nieuwe Buurtschappen). Met het opnemen van de afwijkingsbevoegdheid in artikel 11.4, aanhef en onder e, van de planregels, moet het bouwen van woningen met een hoogte van 12,5 m in beginsel planologisch aanvaardbaar worden geacht. Dit brengt met zich dat de raad al bij de vaststelling van het plan moet hebben afgewogen of de situatie die kan ontstaan door de toepassing van deze bevoegdheid planologisch aanvaardbaar is.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat de raad zo’n afweging heeft gemaakt. De raad heeft niet gemotiveerd hoe een bouwhoogte van 12,5 m zich verhoudt tot de uitgangspunten in het BKP, waarin staat dat de woningen in de Nieuwe Buurtschappen een beperkte goot- en kaphoogte hebben en dat het karakter aansluit bij de bestaande buurtschappen in het gebied. De voorzieningenrechter wijst er in dat verband op dat de bestaande woningen in Keimate 7 tot 9 m hoog mogen zijn. Verder heeft de raad ter zitting meegedeeld dat hij het niet aannemelijk acht dat in Keimate gebruik zal worden gemaakt van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. De voorzieningenrechter leidt hieruit af dat de raad zelf ook in twijfel trekt of een bouwhoogte van woningen in Keimate van 12,5 m in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.

De voorzieningenrechter ziet daarom aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening de vaststellingsbesluiten te schorsen voor zover de afwijkingsbevoegdheid in artikel 11.4, aanhef en onder e, van de planregels betrekking heeft op de gronden in het deelgebied Keimate.

De groenstructuur

7.       [verzoeker] betoogt dat het plan ten onrechte niet voorziet in behoud van het bestaande groen. Het gaat hem in het bijzonder om het zogenoemde bosje van Tielens, ten oosten van het perceel aan de [locatie]. Weliswaar staat in het BKP dat een robuuste groenstructuur wordt aangelegd en dat het streven is om aanwezige waardevolle groenstructuren te behouden, maar dit had volgens [verzoeker] (ook) in het plan moeten worden gewaarborgd. Het plan verzekert echter niet dat het bosje van Tielens wordt gehandhaafd, en ook niet dat er op andere plekken in het plangebied een robuuste groenstructuur wordt gerealiseerd, aldus [verzoeker].

7.1.    In het BKP wordt het beoogde groene karakter van het gebied benadrukt. Het is de bedoeling dat er een robuust groen raamwerk wordt gerealiseerd als begrenzing van de bouwvelden. Verder is vermeld dat bestaande groengebieden waar mogelijk worden geïntegreerd in het ontwerp. In dat verband is de locatie van het bosje van Tielens aangewezen als "ankerpunt", wat inhoudt dat ernaar wordt gestreefd om het te behouden. Ook in de plantoelichting is vermeld dat het gebied een groen karakter moet krijgen.

7.2.    De voorzieningenrechter is van oordeel dat de hiervoor vermelde groene ambities onvoldoende zijn gewaarborgd in het bestemmingsplan. Het grootste deel van het plangebied, en ook het huidige bosje van Tielens, heeft de bestemming "Woongebied". Weliswaar zijn die gronden volgens artikel 11.1, aanhef en onder d, van de planregels mede bestemd voor structurele groenverbindingen, maar daarmee is nog niet gewaarborgd dat die groenverbindingen daadwerkelijk worden gerealiseerd in plaats van - bijvoorbeeld - woningen.

Verder heeft de raad ter zitting meegedeeld dat hij ernaar streeft om het bosje van Tielens als groen ankerpunt te handhaven. De grond moet echter worden gesaneerd en pas na nader onderzoek kan worden bezien of de bomen daarvoor moeten worden gerooid. Als de bomen moeten worden gerooid, zullen er bomen worden herplant, aldus de raad. Verder is het volgens de raad niet de bedoeling dat er woningen worden gerealiseerd ter plaatse van het bosje van Tielens. De voorzieningenrechter stelt echter vast dat het plan niet in de weg staat aan het realiseren van woningen op die locatie. Gelet daarop ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de vaststellingsbesluiten te schorsen, voor zover zij betrekking hebben op die gronden.

Slotoverweging

8.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Nijmegen van 22 december 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord" en het besluit van de raad van 9 maart 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord-2 (herstelbesluit lichtmasten)", voor zover

a. de afwijkingsbevoegdheid in artikel 11.4, onder e, van de planregels betrekking heeft op de gronden in het deelgebied Keimate (het gebied langs de straten Keimate, Zandsepad en Pelseland te Nijmegen);

b. het plandeel met de bestemming "Woongebied", voor zover deze is toegekend aan het zogenoemde bosje van Tielens (de groenstructuur ten oosten van het perceel [locatie] te Nijmegen);

II.       gelast dat de raad van de gemeente Nijmegen aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.V. Veldwijk, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 25 april 2022

912