Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.689
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202201271/1/R1 en 202201271/2/R1

Bij besluit van 18 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland het wijzigingsplan "Veerweg 159-173 Kamperland" vastgesteld. Het plan voorziet in de wijziging van het toegestane woningtype door de aanduiding "gestapeld" aan de gronden aan de Oosthavendijk in Kamperland, ten oosten van Veerweg 157, toe te kennen. Het college heeft het plan vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 20.6.1 van de regels van het bestemmingplan "Bebouwde kom Kamperland 2016". In het moederplan was aan de gronden de bestemming "Wonen" toegekend, met onder meer de aanduidingen "recreatie", "aaneengebouwd" en "gestapeld". Aan de op de verbeelding opgenomen aanduiding "gestapeld" komt echter geen betekenis toe, omdat deze niet is doorvertaald in de planregels van het moederplan. Gestapelde bouw is op deze locatie daarom niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1165
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202201271/1/R1 en 202201271/2/R1

202201359/2/R1

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland een aantal locaties, waaronder de locatie CJ-2 nabij de Lookwatering 2, aangewezen als aanbiedlocatie voor het plaatsen van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Het besluit van 8 februari 2022 voorziet in de aanwijzing van een aantal aanbiedlocaties voor het plaatsen van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Onder meer is voorzien in de plaatsing van minicontainers op de locatie CJ-2 nabij het perceel aan de Lookwatering 2 in Den Hoorn. [verzoekers] wonen aan de [locatie] en kunnen zich niet met de plaatsing van containers op de aangewezen locatie CJ-2 verenigen. Zij vrezen voor gevolgen voor de verkeersveiligheid door het gebruik daarvan. Zij willen de huidige aanbiedlocatie op eigen terrein daarom behouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1163
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202201359/2/R1

202201864/2/V3

Bij besluit van 16 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1180
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201864/2/V3

202201866/2/V2

Bij besluit van 1 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1179
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201866/2/V2

202202269/1/V2 en 202202269/2/V2

Bij besluit van 17 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1181
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202269/1/V2 en 202202269/2/V2

202103996/1/V3

Bij besluit van 25 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1174
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103996/1/V3

202104068/1/V1

Bij besluit van 15 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van die vergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1173
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104068/1/V1

202104285/1/V3

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1172
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104285/1/V3

202104652/1/V3

Bij besluit van 16 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1171
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104652/1/V3

202107275/1/V3

Bij besluit van 9 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1175
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107275/1/V3

202200408/1/V3

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1167
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200408/1/V3

202201545/2/V3

Bij besluit van 4 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1168
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201545/2/V3

202201832/1/V2 en 202201832/2/V2

Bij besluiten van 11 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1166
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201832/1/V2 en 202201832/2/V2

202201952/2/V2

Bij besluit van 18 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1170
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201952/2/V2

202202010/2/V2

Bij besluit van 19 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1176
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202010/2/V2

202202022/1/V3

Bij besluit van 15 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1169
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202022/1/V3

202202070/1/V3 en 202202070/2/V3

Bij besluit van 25 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1164
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202070/1/V3 en 202202070/2/V3

202202216/2/V3

Bij besluit van 22 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1178
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202216/2/V3

202202217/1/V3

Bij besluit van 11 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1162
Datum uitspraak
21 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202202217/1/V3

202007144/1/V1

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken met ingang van 3 oktober 2016, een aanvraag om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetene of een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen, een aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de aan hem verleende verblijfsvergunning afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1120
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202007144/1/V1

202107790/1/V1

Bij besluit van 2 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1123
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107790/1/V1

202200222/1/R2 en 202200222/2//R2

Bij besluit van 16 november 2021 heeft de raad van de gemeente Zundert het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte, Vagevuurstraat ong. tussen [locatie 1] en [locatie 2] te Klein Zundert" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een zogenoemde ruimte-voor-ruimte woning op een locatie gelegen aan de Vagevuurstraat ongenummerd (tussen [locatie 1] en [locatie 2]) te Klein Zundert. Deze locatie bestaat uit een perceel, thans in gebruik als grasland en een perceel, met daarop een klein bos. In het plan is aan het graslandperceel de bestemming "Wonen" toegekend, met aan weerszijden de bestemming "Groen - Landschapselement". Aan een deel van de gronden met de bestemming "Wonen" is een aanduiding voor een bouwvlak toegekend en de aanduiding "maatvoering maximum volume: 1000 m³". Aan het bosperceel is de bestemming "Bos" toegekend, bestemd voor onder meer het in stand houden van het bos. [verzoeker] is eigenaar van het perceel met woning gelegen aan de [locatie 1] te Klein Zundert.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1130
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202200222/1/R2 en 202200222/2//R2

202201621/1/V1

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1129
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201621/1/V1

202002366/1/R2

Bij besluit van 29 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Parc Zaarderheiken" vastgesteld. Het plan maakt onder meer een 18-holes golfbaan met bijbehorende voorzieningen mogelijk. Aan de gronden waarop de golfbaan is voorzien, is de bestemming "Recreatie - Natuur - golfbaan" toegekend. Deze gronden hebben een oppervlakte van ongeveer 75 ha, waarvan ongeveer 24 ha is bestemd voor intensieve functies van de golfbaan, zoals holes, driving range, parkeren en een clubhuis. De overige gronden met deze bestemming worden ingericht als nieuwe natuur en landschap. Het plangebied heeft een omvang van ongeveer 270 ha. Naast de gronden die zijn bestemd voor de golfbaan is een oppervlakte van ongeveer 150 ha bestemd als "Natuur". De gronden met deze bestemming worden eveneens ingericht als nieuwe natuur en landschap. Verder voorziet het plan in enkele andere functies.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1150
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002366/1/R2

202002530/1/R2

Bij besluit van 15 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een veldschuur op het perceel aan de [locatie] te Liessel. Op het perceel staat een veldschuur die in 1956 zonder een vergunning is gebouwd. [vergunninghouder] en zijn echtgenote, die hoogbejaard zijn, wonen sinds 1992 in het gebouw. In het voorheen geldende bestemmingsplan was het gebouw bestemd als een noodwoning. De raad van de gemeente Deurne heeft naderhand het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. Daarin is voor het gebruik dat [vergunninghouder] en zijn echtgenote van de veldschuur maken persoonsgebonden overgangsrecht opgenomen. Dat betekent dat zij de veldschuur legaal bewonen. Voor de veldschuur is echter nooit een bouwvergunning verleend. Om die reden heeft [wederpartij], die op het perceel daarnaast woont, aan het college om handhaving gevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1152
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002530/1/R2

202003079/1/A2

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montfoort een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Montfoort en het naast de woning gelegen terrein en de bijbehorende vletsloot. Hij heeft bij brief van 20 december 2017 een aanvraag ingediend om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 11 maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2012 (hierna: het bestemmingsplan 2012). Aan deze aanvraag is ten grondslag gelegd dat, voor zover hier van belang, het onder het nieuwe planologische regime niet meer is toegestaan om een deel van de vletsloot als ligplaats voor woonschepen te gebruiken en dit tot een waardevermindering van de onroerende zaken heeft geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1148
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003079/1/A2

202005490/1/R2

Bij besluit van 16 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxtel de bij besluit van 27 juni 2013 aan [appellant] verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen ingetrokken voor zover deze gaat over de bouw van een nieuwe stal op de [locatie] te Liempde. [appellant] heeft op het perceel een varkenshouderij. Hij wil op het perceel een nieuwe stal (hierna: stal 7) bouwen om de varkenshouderij uit te breiden. Bij besluit van 27 juni 2013 heeft het college aan [appellant] een vergunning verleend voor de bouw van stal 7. Die stal is niet gebouwd. [partij] woont op ongeveer 28 m afstand van de vergunde stal 7. Hij heeft in 2015 het college verzocht om de vergunning in te trekken. Het college heeft dit verzoek bij besluit van 14 juni 2016 afgewezen. Volgens het college was het door [appellant] destijds voldoende aannemelijk gemaakt dat op korte termijn zou worden gestart met de bouwwerkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1154
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005490/1/R2

202005754/1/A3

Bij besluit van 30 oktober 2019 heeft de burgemeester van Heilo CMC en Hells Angels Motorcycle North West bevolen het terrein en het pand op het perceel Kanaalweg 11A in Heiloo uiterlijk op 12 november 2019 om 10.00 uur voor onbepaalde tijd te sluiten en gesloten te houden. Daarbij heeft de burgemeester medegedeeld dat als CMC en/of HAMC NW niet aan het bevel voldoet, de burgemeester op 12 november 2019 zelf zal overgaan tot sluiting van het terrein en het pand. CMC is een motorclub. Zij gebruikte het pand op het terrein aan de [locatie] in Heiloo als clubhuis. Uit een bestuurlijke rapportage van de Politie eenheid Noord-Holland van 10 september 2019 volgt volgens de burgemeester dat CMC onderdeel is van HAMC NW en dat de grond en het clubhuis aan de [locatie] in Heiloo worden gebruikt door HAMC NW. Dit standpunt wordt volgens de burgemeester ondersteund door een gespreksverslag van 17 februari 2016 dat plaatsvond tussen de Driehoek Alkmaar en CMC.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1136
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005754/1/A3

202006583/1/R4

Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [locatie 1] in Oosterbeek. Het college heeft bij besluit van 22 juni 2017 aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een vrijstaande woning op de locatie [locatie 1] in Oosterbeek. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de activiteiten het (ver)bouwen van een bouwwerk en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. [wederpartij] is eigenaar van het perceel [locatie 2]. Op 27 december 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht handhavend op te treden ten aanzien van het perceel [locatie 1] wegens het bouwen van een bouwwerk zonder omgevingsvergunning, het handelen in strijd met het bestemmingsplan en het vellen van bomen zonder omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1144
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006583/1/R4

202006599/1/R4

Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "De [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om vier vrijstaande woningen te realiseren op het perceel [locatie 1] en de tuin van de reeds bestaande woning op het perceel [locatie 2] te verruimen. De planlocatie is een voormalige intensieve veehouderij (konijnenfokkerij). Het perceel [locatie 2] valt ook onder de planlocatie. De huidige eigenaar van het perceel [locatie 1], Talis, zal de vier vrijstaande woningen realiseren en een deel van de grond verkopen aan de eigenaren van de [locatie 2], ten behoeve van de verruiming van de tuin van die woning. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 3], welk perceel grenst aan de planlocatie. [appellant] woont zelf niet op het perceel [locatie 3], maar dat perceel wordt wel bewoond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1155
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006599/1/R4

202006645/1/R3

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan [wederpartij] voor het plaatsen van een dakkapel aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie] in Den Haag. Op 6 februari 2019 heeft [wederpartij] een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, voor het plaatsen van een dakkapel op het achterdakvlak van de woning. Uit de bij de aanvraag behorende bouwtekeningen blijkt dat deze vergunning is gevraagd voor het plaatsen van deze dakkapel op het nog gave dakvlak boven de al op dit achterdakvlak van de woning aanwezige dakkapel. Aldus wordt in het achterdakvlak voorzien in twee boven elkaar gelegen dakkapellen. Het college heeft bij besluit van 21 maart 2019 de aanvraag afgewezen omdat het bouwwerk niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, zoals neergelegd in de welstandsnota "Den Haag 2017".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1139
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006645/1/R3

202100104/1/R2

Bij besluit van 29 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor bouwen en gebruik in strijd met het bestemmingsplan van de begane grond van het pand aan de [locatie 1] te Eindhoven. [verguninghoudster] is de eigenaresse van het pand aan de [locatie 1] te Eindhoven. Op 29 november 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor bouwen en het gebruik in strijd met het bestemmingsplan op de begane grond van het pand. De gronden hebben voor een deel de bestemming "Maatschappelijk" en voor een deel een woonbestemming. De daar gevestigde tandartsenpraktijk zal vervangen worden door vijf wooneenheden. [appellant] woont op [locatie 2] te Eindhoven, schuin tegenover het pand op [locatie 1]. Hij vreest dat de woningen zijn woon- en leefklimaat nadelig zullen beïnvloeden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1158
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100104/1/R2

202100265/1/R4

[appellante] heeft op 11 januari 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een nieuw besluit op bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Renkum naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 29 oktober 2020 in zaak nr. AWB 18/3521. Bij besluit van 22 juni 2017 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning op het perceel [locatie] in Oosterbeek. Bij besluit van 16 mei 2018 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 29 oktober 2020 heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het door [appellante] tegen het besluit van 16 mei 2018 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het college opgedragen binnen acht weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar van [appellante] te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1143
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100265/1/R4

202100498/1/A3

Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein een verbeurde dwangsom ingevorderd ter hoogte van € 5.000,00. Bij besluit van 14 juni 2019 heeft de burgemeester een verbeurde dwangsom ingevorderd van € 5.000,00 vanwege nog een overtreding. Bij besluiten van 12 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein opnieuw het door [partij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de hoogte van de in te vorderen verbeurde dwangsommen lager vastgesteld. Bij besluit van 1 juni 2017 heeft de burgemeester aan [partij] een last onder dwangsom opgelegd wegens een overtreding van het verbod uit artikel 2:44, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening om op een openbare plaats inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1145
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100498/1/A3

202101957/1/A2

Bij besluit van 15 november 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [appellante] op huurtoeslag over 2018 definitief vastgesteld op € 1.246,00 en € 2.840,00 aan teveel betaalde voorschotten van haar teruggevorderd. [appellante] huurde in 2018 samen met haar partner een woning aan de [locatie] te Spijkenisse. In de periode van 1 januari 2018 tot en met 17 juli 2018 stond, voor zover thans van belang, ook haar dochter, [naam dochter], op dat adres ingeschreven. Bij besluit van 28 december 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen aan [appellante] een voorschot huurtoeslag over 2018 toegekend van € 4.045,00. Daarbij is de dienst uitgegaan van een gezamenlijk toetsingsinkomen van € 18.907,00. De rechtbank heeft geoordeeld dat de dienst het recht op huurtoeslag van [appellante] over 2018 correct heeft vastgesteld. Wel heeft zij de dienst veroordeeld in de door [appellante] gemaakte proceskosten, omdat de dienst de motivering van het besluit van 6 april 2020 in verweer nog heeft aangepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1137
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202101957/1/A2

202102461/1/R1

Bij besluit van 4 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Wijdemeren het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. [partij A] is de eigenaar van het perceel [locatie 1] te Loosdrecht waar hij een restaurant exploiteert onder de handelsnaam [bedrijf]. (hierna: [bedrijf]). [partij A] woont boven het restaurant. Het voorliggende bestemmingsplan betreft de gronden ten zuiden van het restaurant die bij [partij A] in gebruik zijn als tuin. In het vorige bestemmingsplan "Tussen de Dijken", dat de raad op 20 december 2012 heeft vastgesteld, was aan deze gronden de bestemming "Natuur" toegekend. Op gronden met die bestemming mochten alleen gebouwen ten behoeve van het behoud, herstel en/of ontwikkeling van natuurlijke en/of landschappelijke waarden gebouwd worden. In het voorliggende bestemmingsplan is aan deze gronden nog steeds de bestemming "Natuur" toegekend, maar aan een deel daarvan is ook de functieaanduiding "tuin" toegekend met daarbinnen twee bouwaanduidingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1159
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202102461/1/R1

202102593/1/A3

Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft de staatssecretaris (thans: de minister) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 11.250,00 vanwege een overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet. [appellante] is een restaurant aan de [locatie] in [plaats]. Op 11 februari 2019 hebben drie inspecteurs een inspectie gedaan bij het restaurant om te controleren of de Atw wordt nageleefd. De inspectie zag op de periode 7 januari tot en met 3 februari 2019. De inspecteurs hebben van hun bevindingen op ambtsbelofte en ambtseed een boeterapport van 13 juni 2019 opgemaakt. In het boeterapport staat vermeld dat bij een controle op 11 februari 2019 negen werknemers aan het werk waren in het restaurant, zowel in de keuken als in de bediening. De inspecteurs hebben vragen gesteld aan enkele werknemers en aan [bestuurder] van [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1146
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202102593/1/A3

202102958/1/A3

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft Normec Certification B.V een aan [bedrijf] verleend certificaat voor asbestverwijdering voorwaardelijk geschorst voor de duur van 90 dagen en haar een formele waarschuwing gegeven. [bedrijf] is gespecialiseerd in het verwijderen van asbest. Op 25 maart 2019 voerde [bedrijf] werkzaamheden uit op de [locatie] te Grave. Zij was bezig met voorbereidingswerkzaamheden voor het verwijderen van asbest, waaronder het opbouwen van een containment. Een containment zorgt ervoor dat een ruimte waarin asbest zich bevindt wordt afgeschermd, zodat het asbest niet buiten de afgesloten ruimte kan komen. [bedrijf] was nog niet begonnen met het daadwerkelijk verwijderen van het asbest. Normec heeft die dag een audit op de locatie uitgevoerd waarbij afwijkingen van de geldende voorschriften zouden zijn geconstateerd. Volgens Normec werden de werkzaamheden niet uitgevoerd overeenkomstig de risicoklasse en werkwijze die zijn vastgelegd in het asbestinventarisatierapport en het werkplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1149
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202102958/1/A3

202103388/1/A2

Bij besluit van 10 juli 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een voor een toevoeging vastgestelde vergoeding aan [wederpartij] ingetrokken. [wederpartij] heeft in zijn hoedanigheid als advocaat [persoon] bijgestaan in twee bezwaarprocedures bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De eerste procedure betrof de intrekking met terugwerkende kracht van een verleende verblijfsvergunning regulier onder de beperking "uitwisseling" (au pair). Voor deze procedure heeft de raad een toevoeging met het kenmerk 3KD0386 verstrekt. De tweede procedure betrof de afwijzing van een aanvraag tot wijziging van de beperking "uitwisseling" naar de beperking "verblijf bij partner". Voor deze procedure heeft de raad een toevoeging verstrekt met het kenmerk 3KD9447. Beide toevoegingen zijn verstrekt in het kader van het High Trust-programma.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1142
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202103388/1/A2

202103447/1/A2

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aan [appellant] verleende toevoeging tussentijds beëindigd. De raad heeft bij besluit van 15 augustus 2019 een toevoeging verleend voor een procedure over de ontruiming van de door [appellant] bewoonde huurwoning en de hiervoor verschuldigde eigen bijdrage vastgesteld op € 145,00. Op verzoek van de advocaat van [appellant] heeft de raad de verleende toevoeging bij het besluit van 3 oktober 2019 tussentijds beëindigd omdat [appellant] de wettelijk verplichte eigen bijdrage niet heeft betaald. De rechtbank heeft overwogen dat, omdat de raad het bedrag van de eigen bijdrage aan Vink heeft betaald, ervan uit moet worden gegaan dat Vink de eigen bijdrage niet meer op [appellant] zal verhalen. [appellant] heeft daarom geen belang meer bij de inhoudelijke beoordeling van de vraag of de raad in redelijkheid de verleende toevoeging tussentijds heeft kunnen beëindigen, aldus de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1147
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202103447/1/A2

202103631/1/R1

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Middelburg op zijn aanvraag van 19 januari 2021 om het bestemmingsplan "Mortiere" te herzien voor het perceel [locatie] te Middelburg. [appellant] is eigenaar van het perceel waaraan in het bestemmingsplan "Mortiere" deels de bestemming "Wonen" en deels de bestemming "Tuin" is toegekend. De woning van [appellant] ligt binnen het bouwvlak en aan het bouwvlak is ook de bouwaanduiding "vrijstaand" toegekend. Op het perceel is op grond van artikel 15.2.1 van de planregels één woning toegestaan. [appellant] heeft bij de raad een aanvraag ingediend om het bestemmingsplan "Mortiere" voor het perceel te herzien, zodat daar 40 woningen kunnen worden gebouwd. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag heeft [appellant] beroep ingesteld. De raad heeft bij besluit van 7 juli 2021 de aanvraag van [appellant] afgewezen, omdat hij onder meer het aantal van 40 woningen te veel vindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1160
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202103631/1/R1

202104238/1/R1

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] heeft verzocht om handhavend op te treden tegen bebouwing op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] in Heesselt. [appellant] woont aan de [locatie 3]. Volgens de minister staat de op 18 juli 2002 aan [partij] verleende vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken toe dat op de aanwezige verhoging onder andere zonder beperking bouwwerken aanwezig zijn en dat daarom het bouwen van nieuwe bouwwerken niet in strijd is met deze vergunning. Hij heeft het verzoek daarom afgewezen. [appellant] stelt dat [partij] na 18 juli 2002 meer dan 200 m2 aan bebouwing heeft bijgebouwd en dat de in 2002 verleende vergunning niet toestaat dat zonder nadere vergunning meer bebouwing wordt gerealiseerd dan de bebouwing die op het moment van het verlenen van die vergunning aanwezig was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1156
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104238/1/R1

202104470/1/A2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dantumadiel afwijzend beslist op een e-mailbericht van de Stichting van 9 april 2019 met als onderwerp "Aanvraag subsidie beschikking". Deze zaak gaat over subsidie voor de bouw van een dorpshuis met een jeugdruimte in Feanwâlden, een dorp in de gemeente Dantumadiel. De gemeenteraad heeft in zijn raadsvergaderingen van 22 april 2014, 28 november 2017 en 26 maart 2019 daarover besluiten genomen. Bij e-mailbericht van 9 april 2019 met als onderwerp "Aanvraag subsidie beschikking" heeft de Stichting het college verzocht om de in de eerdere raadsvergaderingen toegezegde subsidie beschikbaar te stellen. Daarbij is vermeld dat het de subsidie betreft voor de jeugdkelder van € 83.000,00, vastgesteld op 26 maart 2019, en voor de realisatie van een dorpshuis van € 990.000,00, vastgesteld op 28 november 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1151
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202104470/1/A2

202104840/1/R4 en 202104841/1/R4

Bij besluit van 15 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zutphen hogere waarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Kattenhavestraat". Het plan voorziet in de mogelijkheid om vier nieuwe stadswoningen te bouwen op een onbebouwd hoekperceel aan de Kattenhavestraat in Zutphen. Het perceel fungeert sinds 1984 als tijdelijke parkeerplaats. De woning van [appellant], aan de IJsselkade, grenst aan het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1157
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202104840/1/R4 en 202104841/1/R4

202105520/1/R4

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Barneveld het bestemmingsplan "Oostbroek I" vastgesteld. De gemeente Barneveld wil een nieuwe woonwijk ontwikkelen aan de oostzijde van de kern Kootwijkerbroek en heeft daarvoor plan "Oostbroek I" vastgesteld. Dit plan maakt het mogelijk hier een woonwijk te realiseren van 104-106 woningen. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Kerkweg, aan de zuidzijde door de Essenerweg. Aan de westzijde ligt de kern Kootwijkerbroek en aan de oostzijde vormt agrarisch gebied de grens. Het plangebied is momenteel onbebouwd en bestemd voor agrarische doeleinden. [appellante] exploiteert een brandstoffenhandel aan de [locatie 1]. Aan [appellante] is in 2008 een milieuvergunning verleend voor onder meer de opslag en het verhandelen van vluchtige brandstoffen. Deze stoffen worden door haar geleverd aan bedrijven en, in mindere mate, aan particulieren. Zij vreest dat het plan zal leiden tot een belemmering voor haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1153
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202105520/1/R4

202105842/1/A2

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van [appellante] afgewezen. In 2019 heeft de raad aan [appellante] een lichte advies toevoeging, met het kenmerk 5DN8205 verstrekt voor het indienen van een beroep wegens niet tijdig beslissen, omdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid geen besluit had genomen op haar aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel. Bij uitspraak van 13 juni 2019 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen alsnog een besluit te nemen. Vervolgens heeft de raad aan [appellante] een toevoeging met kenmerk 5DP6852 verleend voor het instellen van beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van 15 oktober 2019 tot afwijzing van haar asielaanvraag. Bij uitspraak van 5 december 2019 heeft de rechtbank dit beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit op de asielaanvraag te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1141
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105842/1/A2

202105915/1/A3

Bij besluit van 13 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] is een alleenstaande moeder met twee minderjarige kinderen van nu 16 en 9 jaar. Ten tijde van haar aanvraag om een urgentieverklaring en ten tijde van de afwijzing daarvan woonde zij met de kinderen in bij haar moeder. Inmiddels verblijven zij in een noodopvang voor gezinnen. Het college heeft de aanvraag op grond van artikel 2.6.5., eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en paragraaf 3 van hoofdstuk 1 van de Nadere regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 afgewezen. Volgens het college is geen sprake van een urgent huisvestingsprobleem omdat [appellante] met haar kinderen bij haar moeder woonde en zij niet dakloos dreigden te worden. Zij heeft ook niet al het mogelijke gedaan om haar huisvestingsprobleem te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1134
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105915/1/A3

202105968/1/R1

Bij besluit van 28 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerde ter uitvoering van het op dat moment nog vast te stellen projectplan "Verbetering IJsseldijk Apeldoorns Kanaal" een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de bestaande damwand door een diepere damwand op de IJsseldijk/het Apeldoorns Kanaal tussen de Kloosterbrug en De Belt. Bij besluit van 3 mei 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hattem ter uitvoering van het projectplan een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van damwanden op een locatie binnen het dijksegment dat wordt aangeduid als nr. 4, en voor het handelen in strijd met regels voor de ruimtelijke ordening vanwege het verleggen van de "Vrijwaringszone dijk" over delen van het dijktraject. De primaire waterkering van de IJssel tussen Wapenveld en Hattem (dijktraject 52-4, hierna: het dijktraject) is voor een deel gelegen langs het Apeldoorns Kanaal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1161
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202105968/1/R1

202106013/1/A3

Bij besluit van 12 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] en haar twee minderjarige kinderen wonen in een appartement met twee slaapkamers. De kinderen delen een slaapkamer. [appellante] wil een woning met een extra slaapkamer omdat haar zoon gedragsproblemen heeft en snel overprikkeld is en een eigen slaapkamer nodig heeft. Daarom heeft ze een urgentieverklaring op medische gronden aangevraagd. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat het probleem kan worden opgelost door het appartement zo te gebruiken of anders in te delen, dat in ieder geval de zoon een eigen slaapkamer heeft. [appellante] voldoet volgens het college niet aan een van de voorwaarden om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen, dat zij er alles aan heeft gedaan om het woonprobleem op te lossen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1135
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202106013/1/A3

202106334/1/R2

Bij uitspraak van 26 augustus 2021 heeft de rechtbank onder meer het door [appellant] ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. Bij uitspraak van 23 april 2020, zaak nr. 20/672, heeft de rechtbank het college opgedragen om binnen twee weken alsnog een besluit te nemen op het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden. Bij besluit van 30 april 2020 heeft het college het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] heeft kort daarop beroep ingesteld tegen het door het college, beweerdelijk, niet tijdig gevolg geven aan de uitspraak van de rechtbank van 23 april 2020. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het besluit van 30 april 2020 is verzonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1138
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106334/1/R2

202107111/1/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Vlas en Graan - Stadhuisplein, deelgebied 1" gewijzigd vastgesteld. Bij besluit van 30 september 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een zwembad in Veghel. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de bouw van een zwembad aan het Stadhuisplein in Veghel, nabij de Aa. Het zwembad dient ter vervanging van het huidige zwembad dat ten noorden van het plangebied ligt. Het plan voorziet in het nieuwe zwembad door de bestemming "Sport" met functieaanduiding "zwembad" voor een deel van de gronden. De andere delen van de gronden binnen het plangebied hebben de bestemmingen "Groen", "Water" en "Verkeer". [appellant] en anderen vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit, vooral door de samenhang van de bestreden besluiten met plannen voor een supermarkt naast het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1140
Datum uitspraak
20 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107111/1/R2

202103578/1/V3

Bij besluit van 4 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1114
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103578/1/V3

202105626/2/V2

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd de vreemdelingen een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1121
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105626/2/V2

202107098/2/V2

Bij besluit van 1 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1122
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107098/2/V2

202107975/1/V3

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1125
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107975/1/V3

202200955/1/A2 en 202200955/2/A2

Bij besluit van 22 november 2021 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellante] een onderzoek naar haar alcoholgebruik opgelegd en hangende de uitkomst van dat onderzoek de geldigheid van haar rijbewijs geschorst. De politie, Eenheid Limburg, heeft het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 medegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [appellante] niet langer beschikt over de geschiktheid om een motorrijtuig te besturen, omdat zij op 7 november 2021 onder invloed van meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol een bromfiets (scooter) heeft bestuurd. Het gaat in deze zaak in de eerste plaats om de vraag of het CBR er terecht van is uitgegaan dat [appellante] onder invloed van alcohol een scooter heeft bestuurd. Volgens [appellante] heeft zij niet op de scooter gereden, maar heeft zij met de scooter aan de hand op het fietspad gelopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1117
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202200955/1/A2 en 202200955/2/A2

202201700/1/V3 en 202201700/2/V3

Bij besluit van 20 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1128
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201700/1/V3 en 202201700/2/V3

202201878/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1127
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201878/1/V3

202201879/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1126
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201879/1/V3

202202349/2/V2

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1133
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202349/2/V2

202202350/2/V2

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1132
Datum uitspraak
19 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202350/2/V2

202100804/1/V3

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1119
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100804/1/V3

202102686/1/V1

Bij besluit van 18 juni 2020 heeft het COa een aanvraag van de vreemdeling om opvang en verstrekkingen krachtens de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva 2005) afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1118
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Hoger beroep
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202102686/1/V1

202102759/1/V1

Bij besluiten van 26 maart 2020 heeft de minister van Buitenlandse Zaken aanvragen om de vreemdelingen een visum voor kort verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1116
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102759/1/V1

202104060/1/V1

Bij besluit van 17 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunningen regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1112
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104060/1/V1

202200684/2/R4

Bij besluit van 13 december 2021 heeft de raad van de gemeente Hattem het bestemmingsplan "Woonzorgzone, Hattem" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt de bouw mogelijk van drie appartementengebouwen, een woonzorgcomplex en een integraal kind centrum (hierna: ikc). Het plangebied ligt tussen de Geldersedijk en de Hollewand in Hattem, ten noordwesten van het historische stadscentrum. Het Natura 2000-gebied de Rijntakken ligt op een afstand van ongeveer 15 meter van het plangebied. [verzoeker] en anderen verzoeken om schorsing van het plan. Zij vrezen onder meer voor een ernstige aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van de in het plan opgenomen mogelijkheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1110
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202200684/2/R4

202201128/2/R3

Bij besluit van 30 november 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Mûnetilleterrein Damwâld" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op een locatie ten zuiden van de Foarwei in de bebouwde kom van het dorp Damwâld, het zogenoemde Mûnetilleterrein. Met het plan is beoogd dit terrein te herontwikkelen naar een inbreidingslocatie voor woningbouw. Ook voorziet het plan in een nieuw gezondheidscentrum. [verzoekster] woont aan de Foarwei, direct naast het plangebied. Zij kan zich niet verenigen met de situering van het bouwvlak van het gezondheidscentrum op de gronden met de bestemming "Maatschappelijk - Gezondheidscentrum". Zij vind de afstand tussen het bouwvlak en haar woonperceel te kort en vreest dat de komst van het gezondheidscentrum leidt tot een aantasting van haar woon- en leefklimaat, in het bijzonder een aantasting van haar privacy en uitzicht en een verlies aan bezonning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1102
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202201128/2/R3

202201505/2/A3 en 202201505/1/A3

Bij brief van 29 juli 2021 heeft de burgemeester van Nijmegen het handhavingsverzoek van [verzoeker] afgewezen. [verzoeker] heeft bij de burgemeester een verzoek tot handhaving ingediend over het terras bij de inrichting [bedrijf] aan de [locatie] in Nijmegen. [verzoeker] ervaart onder meer hinder van de situering van het terras en de plaatsing van parasols en een overkapping. Bij brief van 29 juli 2021 heeft de burgemeester het verzoek afgewezen, omdat bij een controle door toezichthouders geen overtredingen zijn geconstateerd. Bij besluit op bezwaar van 23 november 2021 heeft de burgemeester het bezwaar gegrond verklaard. Volgens de burgemeester had hij het handhavingsverzoek niet moeten afwijzen, maar niet-ontvankelijk moeten verklaren, omdat [verzoeker] geen belanghebbende is bij het handhavingsverzoek. De burgemeester heeft hieraan ten grondslag gelegd dat [verzoeker] niet in de onmiddellijke omgeving van het terras woont.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1099
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201505/2/A3 en 202201505/1/A3

202201751/2/V2

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1111
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201751/2/V2

202202312/2/V2

Bij besluit van 27 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1124
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202312/2/V2

202005140/2/A3

Bij faxbericht, bij de Raad van State ingekomen op 1 april 2022, hebben [verzoekers] verzocht om wraking van staatsraad mr. C.J. Borman (hierna: de staatsraad) als lid van de Afdeling bestuursrechtspraak, belast met de behandeling van de zaak nr. 202005140/1/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1113
Datum uitspraak
15 april 2022
  • Wraking
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005140/2/A3

202102664/1/V2

Bij besluit van 28 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1100
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102664/1/V2

202108095/2/R2

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Sittard-Geleen het bestemmingsplan "Unilocatie Grevenbicht-Obbicht" vastgesteld. Het plan bestaat uit drie plandelen. Eén van de plandelen voorziet in de realisering van een zogenoemd integraal kindcentrum met een centrale sportvoorziening op gronden gelegen tussen de kernen Grevenbicht en Obbicht. Het IKC omvat een basisschool, een peuterspeelzaal, mogelijkheden voor buitenschoolse opvang en een gymzaal. De centrale sportvoorziening bestaat uit voetbal- en tennisvelden met bijbehorende kantine en kleedkamervoorzieningen. De twee andere plandelen, gelegen binnen de bebouwde kom van Grevenbicht, respectievelijk Obbicht, voorzien in een nieuwe invulling voor de huidige twee sportlocaties in Grevenbicht en Obbicht. [verzoeker] woont aan de [locatie], direct naast het plandeel waarop het IKC met sportvoorziening is voorzien. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1095
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202108095/2/R2

202108209/1/R2 en 202108209/2/R2

Bij het besluit van 4 november 2021 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Herontwikkeling gemeentehuis Schijndel" vastgesteld. Het voorliggende plan voorziet in de herontwikkeling van een bestaand kantoorpand dat behoorde tot het voormalige gemeentehuis van Schijndel in maximaal 16 appartementen en een horecafunctie. Verder is in dit plan op de hoek van de Vicaris van Alphenstraat en de Markt ten behoeve van deze appartementen in een trappenhuis en een lift voorzien. [verzoeker] woont ten noorden van het plangebied op het perceel aan de [locatie]. Hij vreest dat door de verwezenlijking van het voorliggende plan zijn woon- en leefklimaat op een onaanvaardbare wijze zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1103
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202108209/1/R2 en 202108209/2/R2

202201651/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1106
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201651/1/V3

202201719/2/R4

Het hoger beroep van [verzoeker] richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 8 februari 2022, zaaknummer 20/3746. In deze uitspraak heeft de rechtbank het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van 18 mei 2020 ongegrond verklaard. Bij dit besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een rijksmonument en voor het plaatsen van toiletten en een bergruimte in de Dorpskerk aan de Dorpsstraat 51 in Rheden. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat het besluit van 18 mei 2020 wordt geschorst totdat op zijn hoger beroep is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1131
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202201719/2/R4

202201738/1/V3

Bij besluit van 28 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1108
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202201738/1/V3

202201849/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1104
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201849/1/V3

202201851/1/V3

Bij besluit van 28 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1105
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201851/1/V3

202201852/3/A3

Bij besluit van 10 december 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [wederpartij] voor een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [wederpartij] is rij-instructeur en dient in dat verband te beschikken over een VOG. De VOG heeft [wederpartij] aangevraagd omdat zijn WRM-bevoegdheidspas op 30 maart 2022 verloopt en hij een nieuwe bevoegdheidspas moet aanvragen met een geldigheidsduur van vijf jaar. De minister heeft bij besluit van 10 december 2021 geweigerd [wederpartij] een VOG te verlenen en deze weigering in besluit op bezwaar gehandhaafd. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat in de justitiële gegevens vermeld staat dat [wederpartij] wordt verdacht van het seksueel binnendringen van het lichaam van een persoon beneden de 16 jaar (artikel 245 in verbinding gelezen met artikel 248, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht) en ontucht met misbruik van gezag (artikel 249, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1097
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202201852/3/A3

202201914/2/V2

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1107
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201914/2/V2

202202003/1/V3

Bij besluit van 28 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1101
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202003/1/V3

202100119/3/R2

Deze conclusie gaat over de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2]. De beroepen zijn gericht tegen het besluit van 24 november 2020 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel (hierna: het college) waarbij het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 5" (hierna: veegplan 5) is vastgesteld. De beroepen zijn op grond van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van rechtswege ook gericht tegen het besluit van het college van 26 april 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 7" (hierna: veegplan 7) en het besluit van het college van 11 januari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Herziening [locatie]" (hierna: het reparatieplan).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1109
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Conclusie
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202100119/3/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202100119/3/R2

202107550/3/R2

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 april 2022, hebben [verzoekers] verzocht om wraking van staatsraden mr. N. Verheij, als voorzitter, en mr. J. Gundelach en mr. J.H. van Breda, als leden van de meervoudige kamer, belast met de behandeling van de zaak nr. 202107550/1/R2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1115
Datum uitspraak
14 april 2022
  • Wraking
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202107550/3/R2

202002503/1/V2

Bij besluit van 29 maart 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1052
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002503/1/V2

202101916/1/V2

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1053
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101916/1/V2

202200693/1/V3

Bij besluit van 4 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1051
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200693/1/V3

202202215/2/V2

Bij besluit van 20 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1054
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202215/2/V2

202202226/2/V2

Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1098
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202226/2/V2

202202260/2/V3

Bij besluiten van 24 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1096
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202260/2/V3

201804031/5/R1

Bij besluit van 21 februari 2018 heeft de raad van de gemeente Texel het bestemmingsplan "Oudeschild, uitbreiding bedrijventerrein" vastgesteld. In de tussenuitspraak van 15 januari 2020 is - voor zover voor de beroepen van [appellant sub 1], Natuur & Milieufederatie Noord-Holland en [appellant sub 3] van belang - onder 14.3 naar aanleiding van de beroepen van [appellant sub 1] en Natuur & Milieufederatie Noord-Holland overwogen dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan geen onaanvaardbare geur- en geluidhinder met zich zal brengen. De Afdeling is tot dat oordeel gekomen omdat de raad alleen de gevolgen van een bierbrouwerij met een jaarproductie van maximaal 350.000 hectoliter bier heeft beoordeeld, terwijl het plan ook een bierbrouwerij van een grotere omvang toelaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1082
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201804031/5/R1

201906981/4/R3

Bij tussenuitspraak van 31 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:657, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Kaag en Braassem opgedragen om binnen 20 weken na verzending van die tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen onder 7.5 en 9.3 daarin is overwogen de gebreken in het besluit van de raad van de gemeente Kaag en Braassem van 15 juli 2019, waarbij het bestemmingsplan "De Kolk Oud Ade" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 7.4 overwogen dat de afstand tussen de uiterste situering van de in het plangebied voorziene woningen en de grens van het agrarische bouwvlak van het agrarische bedrijf van [appellant] ongeveer 30 m bedraagt en dat in zoverre niet is voldaan aan de in de Geurverordening Giessenlanden bepaalde afstandsnorm van 50 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1078
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906981/4/R3

201907707/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de door de stichting ontvangen bijzondere bekostiging voor basisschool Groenhorst vanwege de samenvoeging van de basisscholen Kinderland en Groenhorst (na samenvoeging: Het Kompas) gewijzigd vastgesteld en een bedrag van € 132.273,67 teruggevorderd van de stichting. Het bevoegd gezag van een basisschool die is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen kan gedurende zes jaar in aanmerking komen voor bijzondere bekostiging door de minister. De aanspraak van de stichting op bekostiging vanwege samenvoeging is volgens de minister vervallen, omdat op de fusiedatum 1 augustus 2015 geen enkele leerling van de op te heffen school Kinderland naar de beoogde fusieschool Groenhorst is overgegaan. Om te kunnen spreken van een samenvoeging moet volgens de minister een substantieel deel van de leerlingen overgaan van de op te heffen school naar de fusieschool.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1064
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201907707/1/A2

201908828/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de door de stichting ontvangen bijzondere bekostiging voor basisschool De Schoener vanwege de samenvoeging van de basisscholen 't Meetje en De Schoener gewijzigd vastgesteld en een bedrag van € 325.891,77 teruggevorderd van de stichting. Het bevoegd gezag van een basisschool die is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen kan gedurende zes jaar in aanmerking komen voor bijzondere bekostiging door de minister. De aanspraak van de stichting op bekostiging vanwege samenvoeging is volgens de minister vervallen, omdat op 1 augustus 2015 geen enkele leerling van de op te heffen school ‘t Meetje naar de beoogde fusieschool De Schoener is overgegaan. Om te kunnen spreken van een samenvoeging moet volgens de minister een substantieel deel van de leerlingen overgaan van de op te heffen school naar de fusieschool.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1065
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201908828/1/A2

202001403/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, nu: de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de door de stichting ontvangen reguliere en bijzondere bekostiging voor basisschool De Troubadour vanwege de samenvoeging van de basisscholen De Gorzen en De Troubadour gewijzigd vastgesteld en een bedrag van € 676.966,86 teruggevorderd van de stichting. Openbare en bijzondere basisscholen worden door het Rijk bekostigd. Het bevoegd gezag van een basisschool die is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen kan naast de reguliere bekostiging gedurende zes jaar in aanmerking komen voor bijzondere bekostiging. De aanspraak van de stichting op bekostiging vanwege samenvoeging is volgens de minister vervallen, omdat op 1 augustus 2015 geen enkele leerling van de op te heffen school De Gorzen naar de beoogde fusieschool De Troubadour is overgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1063
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202001403/1/A2

202003035/1/A2

Bij afzonderlijke besluiten van 8 januari 2018 heeft de raad van de raad voor rechtsbijstand de eerder vastgestelde vergoedingen voor door [appellant] verleende rechtsbijstand aan [cliënt] op grond van de toevoegingen met kenmerk 1HE5701 en 1HF3994 ingetrokken. [appellant] was ten tijde van belang advocaat en nam deel aan het High Trust-programma, variant steekproefcontrole, van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaand aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1072
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202003035/1/A2

202003245/1/A3

Bij vier afzonderlijke besluiten van 17 juli 2018, kenmerken 071704063/05, 071704065/05, 071704066/05 en 071704067/05, heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellante] boetes opgelegd van elk € 4.400,- wegens overtredingen van artikel 2.4:4, eerste lid, aanhef en onder f, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer. [appellante], gevestigd aan [locatie], oefent een transportbedrijf uit. Op dit perceel is ook [zusterbedrijf] gevestigd. [zusterbedrijf] is door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: RDW) erkend om controleapparaten te installeren en te onderzoeken. Op 22 juli 2017 hebben de Nationale Politie en de Inspectie Leefomgeving & Transport (hierna: de ILT) op het perceel een controle uitgevoerd. Bij vier vrachtwagens, met de kentekens [...], [...], [...] en [...], werd een onderzoek naar de juiste werking van de tachograafinstallaties ingesteld. In elk van deze vrachtwagens was een digitale tachograaf, een controlemiddel als bedoeld in het Arbeidstijdenbesluit vervoer, geïnstalleerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1060
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003245/1/A3

202003359/1/R4

Bij besluit van 3 april 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg aan RMS Venlo B.V. (hierna: RMS) een vergunning op grond van de Waterwet verleend voor het lozen van afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam de Gekkengraaf. RMS is voornemens om aan de Horsterweg (ongenummerd) te Grubbenvorst een bioraffinage-installatie te realiseren. In de inrichting wordt mest afkomstig van veehouderijen samen met een aantal andere organische materialen (bermgras en vaste mest) vergist en verwerkt tot duurzame energie (groen gas/CO2), organische meststoffen en ‘schoon‘ water. RMS heeft op 23 december 2016 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het oprichten en in werking hebben van de bioraffinage-installatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1067
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202003359/1/R4

202005274/1/A3

Bij besluit van 2 juli 2015 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] om een nationaal paspoort buiten behandeling gesteld. De minister heeft bij het besluit van 2 juli 2015 de aanvraag van [appellante] om een nationaal paspoort buiten behandeling gesteld omdat zij van rechtswege de Nederlandse nationaliteit zou hebben verloren. De minister heeft [appellante] in de gelegenheid gesteld om nadere informatie te verstrekken over de gevolgen van het verlies van het Nederlanderschap die van belang zijn in het licht van het evenredigheidsbeginsel uit het oogpunt van het Unierecht. [appellante] heeft nadere informatie verstrekt. De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft desgevraagd een advies uitgebracht. Daarin is geconcludeerd dat het verlies van het Unieburgerschap van [appellante] evenredig is geweest. De minister heeft het advies bij het besluit van 10 september 2020 overgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1074
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202005274/1/A3

202005655/1/R4

Bij besluit van 31 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem ten aanzien van het perceel Klein Dochterense Schooldijk 4 te Lochem de handhaving met betrekking tot het verwijderen van het vrijstaande bijgebouw de "Lotus Bubble" met bijbehorende saunaton en het gebruik van de "Dreamtime Bubble" aangehouden en [wederpartij] onder oplegging van een dwangsom gelast het gebruik van de parkeerplaats te beëindigen en beëindigd te houden en de puinverharding te verwijderen en verwijderd te houden. [wederpartij] exploiteert op het perceel Klein Dochterense Schooldijk 4 te Lochem een bed & breakfast. De bed & breakfast bestaat uit meerdere verblijven, zogeheten "bubbles". [bezwaarmaker] is eigenaar van een naastgelegen perceel. Hij heeft het college verzocht handhavend op te treden met betrekking tot diverse bouwwerken van de bed & breakfast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1058
Datum uitspraak
13 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005655/1/R4
vorige pagina1...168169170...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon