Uitspraak 202106055/1/R3


Volledige tekst

202106055/1/R3.
Datum uitspraak: 25 januari 2023

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Manitoba Beheer B.V. (hierna: Manitoba), gevestigd te Vriezenveen,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 6 augustus 2021 in zaak nr. 20/1106 in het geding tussen:

Manitoba

en

het college van burgemeester en wethouders van Twenterand.

Procesverloop

Bij besluit van 5 november 2019 heeft het college aan Aldi Ommen B.V., tegenwoordig Aldi Deventer B.V. (hierna: Aldi), een omgevingsvergunning verleend voor de nieuwbouw van een supermarkt op een perceel zonder huisnummer, gelegen aan het Westeinde, achter het perceel aan het Westeinde 34, te Vriezenveen.

Bij besluit van 21 april 2020 heeft het college het door Manitoba daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 6 augustus 2021 heeft de rechtbank het door Manitoba  daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Manitoba hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 24 oktober 2022, waar Manitoba, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door mr. L.J. Gerritsen, advocaat te Nijmegen, zijn verschenen. Ook is op de zitting Aldi, vertegenwoordigd door mr. J.A. Mohuddy, advocaat te Breda, gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Aldi exploiteert momenteel een supermarkt in een pand aan het Westeinde 31 te Vriezenveen. Aldi heeft plannen om de supermarkt te verplaatsen naar een ander perceel in Vriezenveen en heeft daarom een omgevingsvergunning aangevraagd om een nieuwe supermarkt te kunnen bouwen.

Het college heeft de omgevingsvergunning verleend voor de activiteit bouwen. Daarnaast heeft het college het bouwplan getoetst aan de voor de gronden geldende bestemmingsplannen "Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied" en "Facetplan Parkeren Twenterand". Omdat het bouwplan volgens het college op een aantal punten in strijd was met deze bestemmingsplannen, heeft het college de vergunning ook verleend voor de activiteit gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan.

2.       Manitoba is eigenaar van het pand op de percelen Manitobaplein 2-5 te Vriezenveen. In het verleden is deze locatie in beeld geweest als mogelijke nieuwbouwlocatie voor Aldi, maar deze plannen zijn niet doorgegaan. Het pand staat momenteel leeg. Manitoba kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning, omdat zij meent dat in het verleden ten onrechte geen planologische toestemming is verleend voor de verhuizing van Aldi naar het Manitobaplein 2-5. Daarbij vreest Manitoba dat haar pand leeg zal blijven staan.

3.       Het college heeft het door Manitoba gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Volgens het college is Manitoba geen belanghebbende bij het besluit van 5 november 2019. De rechtbank heeft het door Manitoba hiertegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft hiertoe overwogen dat Manitoba geen belanghebbende is en dat het college het bezwaar van Manitoba daarom terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Manitoba kan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep

Belanghebbende?

4.       Manitoba betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij geen belanghebbende is bij het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning. Manitoba voert aan dat zij in 2011 het Manitobaplein 2-5 heeft gekocht, zodat deze locatie aan Aldi kon worden verhuurd en de nieuwe supermarkt op die locatie kon worden gebouwd. De rechtbank heeft volgens Manitoba onvoldoende in haar oordeel betrokken dat de gemeente ook afspraken heeft gemaakt met Manitoba over de verhuur van het Manitobaplein 2-5 aan Aldi. Verder voert Manitoba aan dat zij vreest dat zij met structurele leegstand van haar pand zal kampen doordat Aldi de nieuwe supermarkt op een andere locatie mag bouwen. In dit kader wijst Manitoba op de ladder voor duurzame verstedelijking, die de rechtbank volgens haar ten onrechte niet heeft genoemd in de uitspraak. Ook voert Manitoba aan dat zij een directe concurrent is van Aldi. Tot slot wijst Manitoba erop dat haar eigendomsrechten door het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning worden aangetast.

4.1.    In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Uit artikel 8:1, gelezen in samenhang met artikel 7:1 van de Awb volgt dat een belanghebbende tegen een besluit bezwaar kan maken en vervolgens tegen het besluit op bezwaar beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, is belanghebbende.

4.2.    De Afdeling stelt vast dat het belang van Manitoba in deze procedure voortvloeit uit haar concurrentiepositie als vastgoedeigenaar. Manitoba kan zich immers met name niet vinden in het besluit van 5 november 2019, omdat zij vreest dat hierdoor haar pand aan het Manitobaplein 2-5 leeg zal blijven te staan. Hierover overweegt de Afdeling het volgende. Het concurrentiebelang van een vastgoedeigenaar kan rechtstreeks bij een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrokken zijn, als deze vastgoedeigenaar zich toelegt op de verhuur van winkelruimten in hetzelfde verzorgingsgebied en marktsegment als dat waarbinnen de vergunde bedrijvigheid is voorzien. Maar wanneer sprake is van een leegstaand multifunctioneel pand, heeft de vastgoedeigenaar alleen een rechtstreeks belang als sprake is van bijkomende omstandigheden waaruit blijkt dat zijn belang rechtstreeks door het besluit wordt geraakt. Van een multifunctioneel pand is sprake wanneer op grond van het ter plaatse van dit pand geldende bestemmingsplan in het pand uiteenlopende activiteiten zijn toegestaan.

4.3.    De Afdeling stelt vast dat het pand van Manitoba jarenlang leeg staat. De gronden waarop dit pand staat, vallen binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied". Op de verbeelding van dit plan zijn deze gronden aangewezen voor de bestemming "Gemengd" met daarbij, voor zover van belang, de aanduiding "detailhandel" en de aanduiding "specifieke vorm van wonen - nieuwbouwlocatie". Op grond van artikel 8.1 van de regels van het bestemmingsplan "Vriezenveen lintbebouwing en centrumgebied" mogen deze gronden voor verschillende activiteiten worden gebruikt, zoals onder meer detailhandel, woningen en kantoren. Dit betekent dat in het pand van Manitoba uiteenlopende activiteiten zijn toegestaan en het een multifunctioneel pand betreft. Gelet op wat onder 4.2 is overwogen, betekent dit dat het belang van Manitoba alleen rechtstreeks betrokken kan zijn bij de verleende omgevingsvergunning als sprake is van bijkomende omstandigheden. Deze bijkomende omstandigheden kunnen naar het oordeel van de Afdeling niet worden gevonden in de voorgeschiedenis die Manitoba heeft met Aldi. De Afdeling begrijpt dat Manitoba zich, gelet op deze voorgeschiedenis, betrokken voelt bij de aan Aldi verleende omgevingsvergunning. Hoewel het niet in geschil is dat het Manitobaplein 2-5 te Vriezenveen in het verleden in beeld is geweest als potentiële nieuwe locatie voor Aldi, is deze voorgeschiedenis naar het oordeel van de Afdeling te lang geleden om daar in deze procedure een rechtstreeks belang aan te kunnen ontlenen. De Afdeling weegt hier mee dat Aldi op de zitting heeft toegelicht dat het Manitobaplein 2-5 te Vriezenveen al langere tijd niet meer bij haar in beeld is als potentiële locatie. Op dat terrein is geen ruimte voor parkeren op het maaiveld en bovendien speelt mee dat Aldi een grotere winkel wil dan mogelijk is op het Manitobaplein. Uit de stukken is verder niet gebleken dat sprake is van andere bijkomende omstandigheden op grond waarvan Manitoba een rechtstreeks belang zou kunnen hebben bij de verleende omgevingsvergunning.

Naar het oordeel van de Afdeling heeft de rechtbank terecht overwogen dat Manitoba niet rechtstreeks in haar belang wordt geraakt door het besluit van 5 september 2019. Dit betekent dat de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat Manitoba geen belanghebbende is bij dit besluit. Naar het oordeel van de Afdeling is de rechtbank hierom ook terecht niet ingegaan op de inhoudelijke gronden die Manitoba heeft aangevoerd tegen de verleende omgevingsvergunning, zoals de vraag of bij het verlenen van de omgevingsvergunning rekening had moeten worden gehouden met de ladder voor duurzame verstedelijking.

Het betoog slaagt niet.

Conclusie

5.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

6.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. G.T.J.M. Jurgens, voorzitter, en mr. W. den Ouden en mr. H.J.M. Besselink, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Bosma, griffier.

w.g. Jurgens
voorzitter

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2023

572-952