Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.679
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202000628/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Helder aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van de bedrijfswoning naar een plattelandswoning en het boeten van netten in de garage/berging en het uithangen van de netten op het erf op het perceel [locatie 1] te Julianadorp. [vergunninghouder] is eigenaar van de voormalig agrarische bedrijfswoning op het perceel [locatie 1]. Niet in geschil is dat de woning van [vergunninghouder] de voormalige bedrijfswoning is van het agrarisch bedrijf dat werd geëxploiteerd op het perceel [locatie 2]. Voor beide percelen geldt op grond van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2011" de bestemming "Agrarisch". Bewoning van de bedrijfswoning op het perceel [locatie 1] door derden is op grond van dit bestemmingsplan niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor het boeten van netten in de garage/berging en het uithangen van netten op het erf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:92
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202000628/1/R1

202001214/1/V6

Bij besluit van 22 januari 2014 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] verblijft sinds 21 januari 1999 in Nederland. Op 9 november 2004 heeft hij een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Het verzoek is ingewilligd in september 2006. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap ingetrokken, omdat hij in de toelatings- en naturalisatieprocedure heeft gezwegen over zijn rol bij de gebeurtenissen in Rwanda voorafgaand aan en tijdens de genocide in 1994, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat die informatie relevant was voor het verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:115
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202001214/1/V6
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202001214/1/V6

202002305/1/A3

Bij besluit van 9 april 2018 heeft de korpschef van de politie het verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie van [appellante] ingetrokken. Eerder heeft de korpschef aan [appellante] een wapenverlof verleend. De korpschef heeft het wapenverlof voor het laatst verlengd op 22 mei 2017 met een geldigheidsduur tot en met 31 mei 2018. Bij besluit van 9 april 2018 heeft de korpschef op grond van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder a en b, van de Wet wapens en munitie (hierna: de Wwm) en paragraaf 1.2 van Deel B van de Circulaire wapens en munitie 2016 (nu: Circulaire wapens en munitie 2018; hierna: de Cwm) het wapenverlof van [appellante] ingetrokken. De korpschef stelt in de eerste plaats dat [appellante] onjuiste gegevens heeft verstrekt die hebben geleid tot verlenging van het wapenverlof. Zij heeft op het aanvraagformulier C5 van 21 mei 2017 niet vermeld dat zij antidepressiva gebruikte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:97
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202002305/1/A3

202002432/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer beslist op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 5 oktober 2018 heeft het college beslist op het Wob-verzoek van [appellant]. Het college heeft naar aanleiding van de punten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 11 uit het Wob-verzoek documenten gevonden die zien op een bouwstopverzoek van de [partner] van [appellant]. Met uitzondering van de persoonsgegevens heeft het college deze documenten openbaar gemaakt. Ten aanzien van punt 3 beschikt het college niet over documenten en ten aanzien van punt 9 en 10 heeft het college meegedeeld dat de desbetreffende documenten al openbaar zijn gemaakt. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zijn Wob-verzoek ten onrechte te beperkt heeft opgevat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:98
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002432/1/A3

202002671/1/A3

Bij besluit van 26 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een aanvraag van [partij] om verlening van een urgentieverklaring ingewilligd. Het college heeft het daartegen door [appellante] gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Per 1 januari 2018 huurde [partij] een kamer bij [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:96
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002671/1/A3

202002715/1/R4

Bij besluit van 10 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest aan Stichting Portaal een omgevingsvergunning verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan tijdelijk gebruiken van een woning als wijkkantoor ten behoeve van een woningbouwvereniging op het perceel van Angerenstraat 28 te Soesterberg. [appellant] woonde ten tijde van de vergunningverlening op het adres [locatie], boven de woning waarvoor de vergunning is verleend voor het gebruik als wijkkantoor. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet heeft betaald. De rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat hij niet voldoet aan de norm voor betalingsonmacht. [appellant] betwist dat. Het college stelt dat [appellant] geen belang heeft bij een uitspraak op zijn hoger beroep (procesbelang), omdat hij op 7 juni 2019 is verhuisd naar Almere.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:103
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002715/1/R4

202002719/1/R2

Bij uitspraak van 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:117, heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 juni 2018 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem van 18 december 2017 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd. [appellant] woont permanent op het recreatieterrein aan de [locatie] in Arnhem en heeft daarvoor een persoons- en objectgebonden omgevingsvergunning. Hij stelt dat de toename van het aantal personen dat permanent illegaal op het recreatieterrein woont negatieve gevolgen heeft voor zijn woongenot. Daarom heeft hij het college verzocht om daartegen handhavend op te treden. Het college heeft het verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:106
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002719/1/R2

201907604/1/V3

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:89
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907604/1/V3

202002134/1/V2

Bij besluit van 24 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:90
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002134/1/V2

202006452/2/R4

Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân opnieuw aan Mestverwerking Fryslân B.V. een omgevingsvergunning (revisievergunning) verleend voor het veranderen en het in werking hebben na die verandering van haar inrichting aan de Broekloane 21 in Wâlterswâld. Mestverwerking Fryslân exploiteert een mestverwerkingsbedrijf aan de Broekloane 21 in Wâlterswâld. Bij de op 22 oktober 2020 verleende revisievergunning is onder meer het wijzigen van de verwerkingsmethode, het vergroten van de verwerkingscapaciteit en het plaatsen van een combi-luchtwasser vergund. Bij de op die datum verleende veranderingsvergunning is onder meer het wijzigen van de opslag van mest en het aanpassen van de verwerkingsruimte vergund. De besluiten van 22 oktober 2020 zijn genomen ter uitvoering van de uitspraak van de Afdeling van 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2159.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:85
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202006452/2/R4

202006481/2/R1

Bij besluit van 19 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer [wederpartij] gelast om binnen twee weken het gebruik van de woning aan de [locatie] in Aalsmeer als logiesvoorziening te staken en gestaakt te houden en het gebruik van de woning in overeenstemming te brengen met het geldende bestemmingsplan, onder oplegging van een dwangsom van € 30.000,00 ineens. [wederpartij] was ten tijde van belang eigenaar van de woning aan de [locatie]. Het college heeft geconstateerd dat deze woning werd gebruikt voor het bieden van logies/huisvesting aan tenminste zeven personen. Dit gebruik was in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nieuw Oosteinde". Aan het perceel Willem Alexanderstraat 86 is in dit bestemmingsplan de bestemming "Wonen - 1" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:79
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006481/2/R1

202006792/2/V2

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:82
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006792/2/V2

201902124/4/A3

Bij uitspraak van 7 mei 2020, in zaak nr. 201902124/3/A3, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak na vereenvoudigde behandeling zich deels onbevoegd verklaard om van het hoger beroep van [opposant A] en [opposant B] kennis te nemen en het hoger beroep voor het overige ongegrond verklaard. De uitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:84
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201902124/4/A3

202004390/1/V3

Bij besluit van 7 juni 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:76
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004390/1/V3

202006219/2/R4

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Zeebuurt - De Harder 2020" vastgesteld. Bouwmarkt Harderwijk exploiteert een Gamma bouwmarkt aan de Deventerweg 3 in Harderwijk. Bouwmarkt Harderwijk II exploiteert een Karwei bouwmarkt aan de Zuiderbreedte 17 in Harderwijk. [appellante] is eigenaar van de panden waarin de Gamma en Karwei zijn gevestigd en is mede-eigenaar van Bouwmarkt Harderwijk en Bouwmarkt Harderwijk II. In Harderwijk zijn nu drie bouwmarkten gevestigd, te weten een Gamma, een Karwei en een Praxis. [appellante] e.a. hebben de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht het bestemmingsplan te schorsen. [appellante] e.a. hebben toegelicht dat zij met dit verzoek willen voorkomen dat Praxis hangende de bodemprocedure verhuist van de Verkeersweg 3 naar het plangebied, omdat dan de mogelijkheid bestaat dat een andere bouwmarkt zich aan de Verkeersweg 3 zal vestigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:72
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006219/2/R4

202006703/2/V2

Bij besluit van 13 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:74
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006703/2/V2

202006787/2/V1

Bij besluit van 29 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:75
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006787/2/V1

202007005/2/V3

Bij besluiten van 13 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:73
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007005/2/V3

202007143/2/V3

Bij besluit van 12 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:81
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007143/2/V3

201806529/1/V1

Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd voor de duur van twee jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:68
Datum uitspraak
14 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201806529/1/V1

202002672/2/R2

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaren, thans gemeente Oisterwijk het "Uitwerkingsplan Gildepad (2018)" vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de uitwerkingsbevoegdheid die is opgenomen in het bestemmingsplan "Kom Haaren", dat bij besluit van 18 april 2013 is vastgesteld. Aan de gronden is de bestemming "Wonen - Uit te werken" toegekend. Het plan voorziet in de bouw van drie woningen aan het Gildepad in het centrum van Haaren. [verzoekster] is exploitant van een autoshowroom en een garagebedrijf met een autowasstraat aan het [locatie], tegenover de locatie waar de woningen zijn gepland. Hij vreest door de woningbouw op korte afstand van zijn bedrijf in zijn bedrijfsvoering te zullen worden belemmerd en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:24
Datum uitspraak
14 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002672/2/R2

202006350/2/V3

Bij besluit van 12 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:26
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006350/2/V3

202006675/1/V3

Bij besluit van 6 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:25
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006675/1/V3

202006952/2/A3

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft de burgemeester onder aanzegging van bestuursdwang [verzoekers] gelast de woning op het adres [locatie] te Kerkrade te sluiten voor de duur van 20 weken. Aan de last tot sluiting van de woning heeft de burgemeester ten grondslag gelegd dat de politie op 5 november 2019 in de woning een onderzoek heeft ingesteld. In een verborgen ruimte op de begane grond heeft de politie 7.508,40 gram hasj aangetroffen. Op zolder heeft de politie op een kast een 'BB-Gun Walter P99', een 'Reck Double Action 9mm' alarmpistool en een vlindermes aangetroffen. Volgens de burgemeester is sprake van een ernstig geval als bedoeld in het Damoclesbeleid gemeente Kerkrade. Weliswaar behoorde de gevonden hasj toe aan de schoonzoon van [verzoekers], maar het is niet aannemelijk dat zij niet wisten dat hij de hasj in hun woning had verstopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:20
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006952/2/A3

202007007/2/V2

Bij besluit van 13 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen haar een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:27
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007007/2/V2

201900845/1/R2

Bij besluit van 19 november 2018 heeft het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas het projectplan "Projectplan Waterwet Leegveld" vastgesteld. Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedkeuring verleend aan dat besluit. Deze zaak gaat over het projectgebied Leegveld in Deurne, dat wordt gevormd door de Deurnsche Peel, inclusief de Liesselse Peel, en een deel van het binnen het Natuur Netwerk Brabant gelegen gebied ten westen en zuiden daarvan. Een groot deel van het projectgebied maakt onderdeel uit van het Natura 2000-gebied "Deurnsche Peel & Mariapeel". In geschil zijn twee besluiten: het goedkeuringsbesluit van het college, waarmee het besluit tot vaststelling van het "Projectplan Waterwet Leegveld" is goedgekeurd, en het besluit tot vaststelling van het inpassingsplan "PAS Leegveld, Deurne" door provinciale staten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:45
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Inpassingsplan
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201900845/1/R2

201902192/1/R3

Bij besluit van 22 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Zwijndrecht het bestemmingsplan "1e herziening Groote Lindt, geluidverkaveling" vastgesteld. Het plangebied ligt aan de zuidkant van Zwijndrecht en omvat het buitendijks gelegen bedrijventerrein Groote Lindt en een deel van de Oude Maas. Het bedrijventerrein Groote Lindt vormt samen met bedrijventerrein Dordt-West in Dordrecht één industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh). Om dit industrieterrein ligt een geluidzone. Voor beide delen van dit industrieterrein is in 2014 een bestemmingsplan vastgesteld. In het bestemmingsplan "Zeehavens Dordrecht", vastgesteld op 26 november 2014, is voor het terrein Dordt-West een regeling opgenomen voor de geluidruimteverdeling. In het bestemmingsplan "Groote Lindt", vastgesteld op 4 februari 2014, ontbrak een soortgelijke regeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:66
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201902192/1/R3

201903907/1/A3

Bij besluit van 6 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de aanvraag van [appellant] om een urgentieverklaring afgewezen. Sinds 9 mei 2016 woont [appellant] in de benedenwoning aan de [locatie] in Utrecht. Daarvoor woonde hij in een appartement op de achtste etage. Hij heeft de benedenwoning gevonden en aanvaard nadat hij op grond van een medisch advies in aanmerking was gekomen voor een urgentieverklaring. Bij die verklaring was een benedenwoning als zoekprofiel toegekend. [appellant] is bij Altrecht, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, onder behandeling wegens ernstige psychische klachten. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat hij niet aan de voorwaarden van artikel 2.5.1 van de Huisvestingsverordening voor een urgentieverklaring voldoet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:42
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201903907/1/A3

201904609/1/R1

Bij besluit van 6 mei 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht een beschikking genomen als bedoeld in de artikelen 29 en 37 van de Wet bodembescherming - een zogenoemde beschikking ernst en spoed - voor de locatie van de voormalige oefenplaats van de brandweer op de voormalige vliegbasis Soesterberg. De locatie betreft de voormalige vliegbasis Soesterberg en is sinds 2009 in eigendom van de provincie Utrecht. Daarvoor werd deze gebruikt door Defensie. In verband met de koop van deze locatie is ter plaatse bodemonderzoek uitgevoerd. Toen is niet gekeken naar perfluoroctaansulfonaat (PFOS). In december 2017 heeft de provincie op de locatie nader onderzoek laten verrichten naar mogelijke verontreiniging. De staatssecretaris van Defensie vreest voor financiële gevolgen en heeft daarom beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:37
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201904609/1/R1

201904826/1/R2

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden aan T&W Bouw B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het toevoegen van een bouwbedrijf aan een bestaand bedrijf en het bouwen van een kantoor, werkplaats en opslagruimte, op het perceel Zeelandsedijk 24 te Volkel. T&W Bouw B.V. exploiteert een bouwbedrijf, gevestigd aan de Nieuwe Udenseweg 4, 6 en 8 te Volkel, gericht op nieuwbouw, verbouw en renovatie. Zij is tevens eigenaar van een perceel gelegen aan de Zeelandsedijk 24 te Volkel, waar haar bedrijf verhuuractiviteiten uitoefent. Zij is voornemens om op het laatstgenoemde perceel een groot deel van de aanwezige bedrijfsbebouwing te slopen en één nieuw bedrijfsgebouw op te richten, met daarin ruimte voor een kantoor, een werkplaats en opslag voor haar bedrijf. Met het oog hierop heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:64
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904826/1/R2

201906303/1/R2

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Nieuweweg 79 e.o. Siebengewald" vastgesteld. Het plan maakt maximaal 11 woningen mogelijk ter plaatse van de percelen op de hoek Nieuweweg - Verlengde Boterdijk, waar voorheen een restaurant c.q. zalencentrum met een bedrijfswoning en vier half-vrijstaande woningen aanwezig waren. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie], grenzend aan het plangebied, en vreest dat door het plan zijn woon- en leefklimaat zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:50
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201906303/1/R2

201906316/1/R1

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland aan [boomkwekerij] een vergunning als bedoeld in de Waterwet verleend De vergunning betreft de kern- en beschermingszone van een "overige watergang" in de Gouwepolder, ter plaatse van [locatie] te Boskoop. [naam eigenaar] is eigenaar van een boomkwekerij. Het perceel waarop deze boomkwekerij wordt geëxploiteerd, wordt doorsneden door een sloot. Om de beide helften met elkaar te verbinden, wordt gebruik gemaakt van een brug. [boomkwekerij] wil de sloot dempen om zijn bedrijfsvoering efficiënter te maken. [appellante sub 1] en de stichting hebben hiertegen bezwaar omdat zij met hun boten gebruik maken van de sloot. Het gaat hierbij onderscheidenlijk om boten die worden gebruikt voor het transport van materiaal en om rondvaartboten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:58
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201906316/1/R1

201906483/1/R3

In het besluit van 25 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Molenaarsgraaf [locatie 1]" vastgesteld. Op het perceel [locatie 1] in Molenaarsgraaf is een melkveehouderij en het zuivelmachinebedrijf [belanghebbende] gevestigd. Het zuivelmachinebedrijf is als nevenactiviteit bij de melkveehouderij gestart, maar is uitgegroeid tot een volwaardig en zelfstandig bedrijf. Om de verkoopbaarheid van de melkveehouderij te vergroten en een toekomstbestendige situatie te creëren voor beide bedrijven, beoogt de raad met het plan de bedrijven planologisch los te maken. De raad heeft niet beoogd een uitbreiding van de melkveehouderij of het zuivelmachinebedrijf mogelijk te maken. [appellant] heeft een agrarisch bedrijf aan de [locatie 2] in Molenaarsgraaf gekocht en is eigenaar van het perceel kadastraal bekend als D 684 gelegen aan de Kweldamweg in Molenaarsgraaf. Hij kan zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:63
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906483/1/R3

201906623/1/R2

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Best het bestemmingsplan "Aarlesche Erven" vastgesteld. Het plan maakt bij recht en door middel van uit te werken woonbestemmingen een woonwijk met maximaal 880 woningen mogelijk op voormalige agrarische gronden in het buurtschap Aarle ten noordwesten van Best. Het plangebied wordt begrensd door agrarische gronden in het noorden, de Broekstraat in het oosten, de Aarleseweg in het westen en de Kapelweg in het zuiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:51
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201906623/1/R2

201906912/1/R3

In het besluit van 16 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "West Ringdijk naast 41" vastgesteld. Met het plan maakt de raad de bouw van een woning op een perceel ten noordoosten van de [locatie 1] in Moordrecht mogelijk op verzoek van de eigenaren van het perceel, [belanghebbende A] en [belanghebbende B]. [appellant] en anderen wonen in woningen aan de [locatie 2] en [locatie 3] en in woonschepen aan de [locatie 4] en [locatie 5] in Moordrecht, nabij het plangebied. Zij vrezen aantasting van hun woon- en leefklimaat vanwege de bouw van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:31
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906912/1/R3

201907224/1/R3

Bij besluit van 19 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede geweigerd [appellante] een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakopbouw op de woning aan de [locatie] in Enschede te verlenen. [appellante] heeft op 24 augustus 2018, om een al bestaande situatie te legaliseren, een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een dakkapel op de woning aan de [locatie] in Enschede. Het college heeft geweigerd die vergunning te verlenen. Volgens [appellante] eindigde de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag op 18 oktober 2018. Dus was het college volgens haar op 19 oktober 2018 niet meer bevoegd een besluit te nemen en is de gevraagde vergunning van rechtswege aan haar verleend. In hoger beroep is alleen de vraag aan de orde of de rechtbank terecht heeft overwogen dat de termijn voor het nemen van een beslissing is gestart op de dag na ontvangst van de aanvraag en dus pas op 19 oktober 2018 eindigde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:55
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907224/1/R3

201907378/1/R3

Bij besluit van 16 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van één eik op het perceel [locatie] te Markelo. [appellante] is eigenaar van het perceel. Hierop staan nabij het huis acht eiken die ruim 65 jaar geleden zijn geplant door haar ouders. [appellante] is dus eigenaar van de eiken en daarmee ook verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. Door de jaren heen vallen er steeds meer takken naar beneden, waardoor zij vreest dat de eiken zullen omvallen. Ook veroorzaken deze bomen volgens haar vochtproblemen in het huis, ongewenste schaduw en zitten er nesten in van de eikenprocessierups. In hoger beroep is de vraag aan de orde of de rechtbank terecht tot het oordeel is gekomen dat het college in beroep alsnog voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de problemen die [appellante] ondervindt, een andere oorzaak hebben dan de aanwezigheid van de eiken en er geen reëel gevaar bestaat dat deze zullen omvallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:57
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak201907378/1/R3

201908178/1/A2

Bij besluit van 4 juni 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellante] om een toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. [appellante] heeft een aanvraag om een toevoeging voor rechtsbijstand ingediend in verband met het voeren van verweer in hoger beroep in een verbintenisrechtelijk geschil met haar ex-partner. De raad heeft de aanvraag van [appellante] om een toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen omdat het vastgestelde vermogen van [appellante] in 2016 de wettelijk vastgestelde financiële grenzen overschrijdt. Daarbij heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat hij, wat betreft de inkomens- en vermogensgegevens, dient uit te gaan van de gegevens die hij ontvangt van de Belastingdienst. Volgens de raad volgt uit de artikelen 1 en 34 van de Wet op de rechtsbijstand een zogenoemde afnameplicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:34
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201908178/1/A2

201908392/1/R3

In het besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Noordwijk het bestemmingsplan "Zee, Strand en Duin, 1e herziening" vastgesteld. MIM is eigenaar van het perceel aan de Northgodreef 200 te Noordwijk. Op dit perceel bevond zich eerder een manege met bijbehorende (dienst)woning. Deze zijn echter afgebrand en het perceel is op last van de gemeente in juni 2019 gesaneerd. MIM wil op dit perceel een woning herbouwen. Aan de orde is de vraag of op grond van de in het bestemmingsplan aan de gronden van het perceel toegekende bestemming uitsluitend een dienstwoning mocht worden toegestaan of dat de raad, gelet op de in het vorige bestemmingsplan "Zee, Stand en Duin" van 27 juni 2013 aan de gronden toegekende bestemming, op de gronden tevens een ruimere woonfunctie als woning voor gewoon gebruik had moeten toestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:56
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908392/1/R3

201908435/1/R1

Bij besluit van 11 april 2019, gepubliceerd op 23 april 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem locaties vastgesteld voor de plaatsing van afvalcontainers in de Hyacintenlaan te Haarlem en afvalcontainers als inzamelvoorziening bestemd voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aangewezen. In het plaatsingsplan "Aanwijzingsbesluit locaties afvalcontainers Duinwijk" zijn concrete locaties aangewezen voor de plaatsing van afvalcontainers ten behoeve van bewoners van 22 bovenwoningen in de Hyacintenlaan. Dit besluit strekt niet alleen tot aanwijzing van locaties, maar ook tot aanwijzing van (bovengrondse) afvalcontainers als inzamelvoorziening bestemd voor het aanbieden van afval. [appellant] en anderen betogen dat de procedure die heeft geleid tot het aanwijzingsbesluit onzorgvuldig is verlopen. Zij voeren aan dat in dat besluit ten onrechte is vermeld dat het tot stand is gekomen nadat de bewoners schriftelijk zijn geïnformeerd en een inloopbijeenkomst is gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:39
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908435/1/R1

202000321/1/R3

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser aan Kronos Solar Projects een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van een zonnepark op percelen aan de Drielandweg in Overdinkel, kadastraal bekend als LSR00, sectie Q, nummers 1291, 1344 en 1374 in afwijking van het bestemmingsplan. Kronos Solar Projects wil vanaf de Drielandsteen in noordelijke richting tussen de Drielandweg en de landsgrens met Duitsland, op de percelen een zonnepark realiseren. De gronden waarop de zonnepanelen met een hoogte van 2 m zullen worden geplaatst, hebben een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 21 ha. [appellant] en anderen wonen aan de [locatie A] en [locatie B] in Overdinkel. Zij stellen dat de aanwezigheid van het zonnepark nadelige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat zal hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:36
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000321/1/R3

202000351/1/R4

Bij besluit van 6 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op die dag spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld en daarbij meegedeeld de kosten daarvan op [appellante] te verhalen. Op 5 oktober 2019 heeft [appellante] bezwaar gemaakt tegen het door het college op 6 augustus 2019 genomen besluit. Bij besluit van 30 december 2019 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat het bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat het bezwaarschrift niet binnen de daarvoor geldende termijn is ingediend en de door [appellante] aangedragen redenen volgens hem geen aanleiding vormen om de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar te achten. [appellante] is het niet eens met dit besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:60
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000351/1/R4

202000449/1/A3

Bij besluit van 24 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00 wegens het niet deugdelijk registreren van rij- en rusttijden van de chauffeurs [chauffeur 1] en [chauffeur 2]. Het totale boetebedrag van € 136.400,00 is gemaximeerd tot € 20.500,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:38
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000449/1/A3

202000669/1/A2

Bij besluit van 28 november 2018, aangevuld bij besluit van 26 maart 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (lees: de burgemeester van Amsterdam; hierna: de burgemeester) het aan [wederpartij] afgegeven rijbewijs ongeldig verklaard.

Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000669/1/A2

202000670/1/A2

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (lees: de burgemeester van Amsterdam; hierna: de burgemeester) de aanvraag van [wederpartij] om afgifte van een rijbewijs afgewezen. Op 28 november 2018 heeft [wederpartij] een rijbewijs aangevraagd. Bij besluit van dezelfde dag heeft de burgemeester deze aanvraag afgewezen, omdat [wederpartij] niet rechtmatig in Nederland verblijft. De burgemeester heeft het besluit van 28 november 2018 gehandhaafd bij besluit van 8 mei 2019. Aan het besluit van 8 mei 2019 heeft de burgemeester een advies van de bezwaarcommissie van 8 mei 2019 ten grondslag gelegd. De commissie wijst erop dat ingevolge artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder a tot en met d en l, van de Vreemdelingenwet 2000 is vereist om een rijbewijs te kunnen krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:48
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000670/1/A2

202000673/1/A2

Bij besluit van 29 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (lees: de burgemeester van Amsterdam; hierna: de burgemeester) de aanvraag van [appellant sub 2] om afgifte van een rijbewijs afgewezen. Op 29 november 2018 heeft [appellant sub 2] een rijbewijs aangevraagd. Bij besluit van dezelfde dag heeft de burgemeester deze aanvraag afgewezen, omdat [appellant sub 2] niet rechtmatig in Nederland verblijft. De burgemeester heeft het besluit van 29 november 2018 gehandhaafd bij besluit van 9 mei 2019. Aan het besluit van 9 mei 2019 heeft de burgemeester een advies van de bezwaarcommissie van 9 mei 2019 ten grondslag gelegd. De commissie wijst erop dat ingevolge artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder a tot en met d en l van de Vreemdelingenwet 2000 is vereist om een rijbewijs te kunnen krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:49
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000673/1/A2

202001087/1/A3

Bij besluit van 19 september 2018 heeft de korpschef van politie met spoed de jachtakte en het verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie van [appellant] ingetrokken. Eerder heeft de korpschef aan [appellant] van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 een jachtakte en een wapenverlof verleend. [appellant] was lid van de schietvereniging [naam schietvereniging].De korpschef heeft met spoed de jachtakte en het wapenverlof van [appellant] ingetrokken, omdat het voorhanden hebben van wapens of munitie hem niet langer kan worden toevertrouwd. De korpschef heeft daaraan ten grondslag gelegd dat uit het vuurwapenvergunningensysteem is gebleken dat er opvallend veel wapenmutaties op de jachtakte en het wapenverlof van [appellant] hebben plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:44
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202001087/1/A3

202001097/1/A3

Bij besluit van 19 september 2018 heeft korpschef van politie met spoed de jachtakte en het verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie van [appellant] ingetrokken. Eerder heeft de korpschef aan [appellant] van 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 een jachtakte en een wapenverlof verleend. [appellant] was lid van de [schietvereniging]. De korpschef heeft met spoed de jachtakte en het wapenverlof van [appellant] ingetrokken, omdat het voorhanden hebben van wapens of munitie hem niet langer kan worden toevertrouwd. De korpschef heeft daaraan ten grondslag gelegd dat uit het vuurwapenvergunningensysteem is gebleken dat er opvallend veel wapenmutaties op de jachtakte en het wapenverlof van [appellant] hebben plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:43
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202001097/1/A3

202001379/1/A3

Bij besluit van 12 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, als rechtsopvolger van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Centrum bestuur aan Amstel Hospitality Group een last onder dwangsom opgelegd vanwege het in strijd met de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 en het bestemmingsplan ‘Zuidelijke binnenstad’ commercieel uitstallen van fietsen in de openbare ruimte aan de Weteringschans 253 te Amsterdam. Een toezichthouder van de gemeente heeft op 14 en 20 maart 2017 geconstateerd dat op het adres van het Canal Hotel tegen de gevel van het hotel vier respectievelijk twee fietsen op het trottoir stonden en dat die fietsen met een ketting waren vastgemaakt aan het hekwerk voor het raam van het hotel. Deze fietsen waren voorzien van een sticker met daarop een nummer. Van de bevindingen heeft de toezichthouder twee constateringsrapporten opgemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:53
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001379/1/A3

202001433/1/V6

Bij besluit van 6 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek om [appellant] het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 2013 en is op 11 september 2013 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning onder de beperking 'verblijf als familie- of gezinslid bij vader', geldig tot 11 september 2018. Op 11 oktober 2018 is om verlenging gevraagd van de aan [appellant] verleende verblijfsvergunning. Deze vergunning is op dezelfde dag verleend, onder de beperking 'verblijf als familie- of gezinslid bij moeder', geldig tot 11 oktober 2023. Niet in geschil is dat daardoor een verblijfsgat is ontstaan van 11 september 2018 tot 11 oktober 2018. De staatssecretaris heeft het verzoek om medeverlening van het Nederlanderschap afgewezen, omdat [appellant] niet vanaf het moment van indiening van het verzoek op 4 april 2018 tot en met het moment van de beslissing op het verzoek op 6 februari 2019 in het bezit is geweest van een verblijfsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:61
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202001433/1/V6

202001469/1/A3

Bij beslissing van 27 september 2018 heeft de Inspecteur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus een verzoek van [appellant] om informatie afgewezen. In zijn brief van 31 augustus 2018 heeft [appellant] het volgende verzoek gedaan: "[Hierbij] wil ik […] informatie opvragen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur […] en de Wet Waardering Onroerende Zaken […] betreffende locatie [locatie 1] en [locatie 2], [plaats]. Betreffende WOZ-objecten bestaan uit bedrijfsverzamelgebouwen welke opgedeeld zijn in afzonderlijke bergingstallingsruimten, verder bergingen. De heffingsambtenaar heeft het verzoek aangemerkt als verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:54
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001469/1/A3

202001852/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hilversum de aanvraag van [appellant] om woningurgentie afgewezen. Op 15 januari 2019 heeft [appellant] een aanvraag gedaan om woningurgentie. Op het aanvraagformulier heeft hij vermeld dat hij in een dak- en nachtopvang voor daklozen verblijft. Hij heeft lichamelijke klachten als gevolg van een auto-ongeluk.Bij het besluit van 27 februari 2019 heeft het college de aanvraag afgewezen onder overneming van het advies van het Regionaal Urgentiebureau. In het advies staat dat [appellant] niet aan de voorwaarden voor woningurgentie voldoet. Het tijdelijk verblijf in de noodopvang vormt niet een zeer ernstige noodsituatie. Zijn lichamelijke klachten komen niet voort uit dat verblijf. Tegen dit besluit heeft [appellant] bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:40
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001852/1/A3

202001893/1/A3

Bij besluit van 14 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam een verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk ingewilligd en stukken gedeeltelijk openbaar gemaakt. Het college heeft op 20 oktober 2004 een bouwvergunning verleend aan vennootschap onder firma Humanitascomplex Bergsingel voor het oprichten van het zogenoemde Bergsingelcomplex dat is gelegen tussen de Bergsingel, de Gordelweg, de Voorburgstraat en de Berkelselaan te Rotterdam. [appellante] heeft in haar verzoek van 30 juni 2017 op grond van de Wob verzocht om "alle rapporten, waaronder het rapport luchtkwaliteit, die onderdeel uitmaken van of aan de bouwvergunning […] ten grondslag liggen".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:32
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001893/1/A3

202002304/1/A3

Bij besluit van 13 oktober 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd als bedoeld in de Wet tijdelijk huisverbod. [appellant] woonde met zijn echtgenote en hun minderjarige zoon in de woning aan [locatie] in Amsterdam. Zij hebben huwelijksproblemen waarbij over en weer sprake is van fysiek en verbaal geweld. De echtgenote heeft een echtscheiding aangevraagd. Op 13 oktober 2019 heeft in de woning een incident plaatsgevonden. De politie heeft [appellant] daarbij aangehouden wegens huiselijk geweld tegen zijn echtgenote. De echtgenote heeft tegen [appellant] aangifte gedaan wegens mishandeling en bedreiging. Volgens de burgemeester blijkt uit dit incident en de voorgeschiedenis van het echtpaar dat de aanwezigheid van [appellant] in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van zijn echtgenote of dat een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:52
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202002304/1/A3

202002473/1/A3

Bij brief van 3 oktober 2018 heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam beslist op een verzoek van [appellant sub 2] van 26 september 2018 om informatie over een naheffingsaanslag. Bij brief van 12 december 2018 heeft de heffingsambtenaar beslist op een verzoek van [appellant sub 2] van 4 december 2018 om nadere informatie over de naheffingsaanslag. De heffingsambtenaar heeft aan [appellant sub 2] een naheffingsaanslag opgelegd omdat hij voor het parkeren van zijn auto op 8 september 2018 geen of te weinig parkeerbelasting had betaald. Tegen dit besluit heeft [appellant sub 2] bezwaar gemaakt en tegelijkertijd heeft hij verzocht om de onderliggende stukken van de opgelegde naheffingsaanslag. Bij beslissing 1 heeft de heffingsambtenaar gereageerd op het verzoek om de onderliggende stukken te verkrijgen en heeft hij aan [appellant sub 2] documenten verstrekt, bestaande uit de zogenoemde verwerkingshistorie en vier situatiefoto’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:46
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002473/1/A3

202002523/1/R1

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Goes het bestemmingsplan "Gasthuis Goes" vastgesteld. Het plangebied ligt aan de noordoostzijde van Goes. Het plan voorziet in het vervangen van het bestaande Gasthuis door een nieuw verzorgingstehuis en 132 zorggerelateerde huur- en koopappartementen voor zelfstandig wonende ouderen. Het Gasthuis is een verzorgingshuis met aangrenzend appartementen. [appellant] en andere wonen in het wooncomplex aan de [locatie] te Goes. Dit wooncomplex ligt ten noordwesten van het plangebied, op ongeveer 50 m afstand van het dichtstbijzijnde deel van het plangebied waar bebouwing is voorzien. [appellant] en andere kunnen zich niet met het plan verenigen, aangezien zij onder meer vrezen voor een aantasting van uitzicht en privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:41
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202002523/1/R1

202002569/1/A3

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn [appellanten] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik van het pand op de [locatie] te Apeldoorn voor kamerverhuur te beëindigen en beëindigd te houden. Stichting Karo was van 2007 tot 2016 eigenaar van het pand op de [locatie] te Apeldoorn. Van die stichting waren [appellant A] en een compagnon de bestuurders. Sinds 2016 zijn [appellanten] eigenaar van het pand op de [locatie]. Bij brief van 31 oktober 2017 heeft het college, naar aanleiding van een overleg tussen [appellant A], [appellant B] en het college, aangekondigd dat een last onder dwangsom zal worden opgelegd omdat [appellanten] niet beschikken over een vergunning op grond van artikel 5.47 van de Algemene plaatselijke verordening 2014 om het pand op de [locatie] te mogen exploiteren als kamerverhuurpand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:62
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002569/1/A3

202002713/1/R1

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan geweigerd om [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een beschoeiing op het perceel [locatie] te Oostzaan. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Oostzaan. Bij besluit van 6 oktober 2016 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een watervergunning verleend aan [appellant] om een gedeelte van 59 m2 van het perceel te ontgraven en vervolgens een stuk van 29 meter bij 2 meter aan de slootzijde te dempen. Vervolgens heeft [appellant] op 6 december 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een woning met overschrijding van het bouwvlak en de daarbij behorende inrichting van het perceel. Op 10 april 2018 heeft het college, na positief advies van de welstandscommissie, met toepassing van een zogenoemde binnenplanse afwijking, die vergunning verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:33
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002713/1/R1

202002837/1/A3

Bij besluit van 13 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente [overledene] met ingang van 22 augustus 2018 ambtshalve uitgeschreven als ingezetene uit de basisregistratie personen. [overledene] stond in de brp ingeschreven met het adres [locatie] in Markelo. Op 28 mei 2018 heeft het college de op dit adres aanwezige recreatiewoning en bijgebouwen laten verwijderen. [overledene] heeft bij het college geen aangifte gedaan van een nieuw adres. Het college heeft ambtshalve in de brp geregistreerd dat het adres van [overledene] onbekend is. Dit houdt in dat hij niet langer als ingezetene in de brp is geregistreerd. Later is [overledene] ingeschreven in de brp met een adres in Almere. Op de zitting van de Afdeling is meegedeeld dat [overledene] in september 2020 is overleden. [appellante], de echtgenote van [overledene], heeft laten weten dat zij als erfgename de procedure wil voortzetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:59
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002837/1/A3

202002967/1/R4

Bij besluit van 25 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de bedrijfswoning op het perceel aan de [locatie] in Kring van Dorth. [vergunninghouder] woont op het perceel en heeft een omgevingsvergunning gevraagd om de boerderij waarin hij woont te kunnen verbouwen. De verbouwing is met name inpandig. Aan de buitenkant verandert een gedeelte van de rechterzijgevel. Het college heeft bij besluit van 25 april 2018 aan [vergunninghouder] op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de gevraagde omgevingsvergunning verleend. [appellant A] en [appellant B] wonen in de omgeving van het perceel. Zij zijn het niet eens met de vergunningverlening, met name omdat zij vrezen voor meer verkeershinder. Het college heeft bij besluit van 19 september 2018 hun bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:35
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002967/1/R4

202003208/1/A3

Bij besluit van 8 april 2019 heeft de korpschef van politie de door het [bedrijf] gevraagde toestemming om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten geweigerd. Een particuliere beveiligingsorganisatie heeft toestemming van de korpschef nodig om iemand voor het bedrijf te laten werken. Het [bedrijf] in Barendrecht heeft deze toestemming gevraagd voor [appellant]. De korpschef heeft geweigerd om de toestemming te verlenen en heeft deze weigering in bezwaar gehandhaafd, omdat de betrouwbaarheid en integriteit van [appellant] niet boven iedere twijfel verheven zijn. De korpschef heeft hieraan ten grondslag gelegd dat [appellant] op 1 augustus 2018 een strafbeschikking van € 150,- voor het plegen van een misdrijf, te weten het bezit van munitie in strijd met artikel 26 van de Wet wapens en munitie, heeft aanvaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:30
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202003208/1/A3

202004979/1/A2

Bij uitspraak van 15 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1067, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Limburg van 24 juli 2019 in zaak nr. 18/2992 vernietigd, het door MET bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 30 oktober 2018 vernietigd en de minister van Infrastructuur en Waterstaat opgedragen om een nieuw besluit te nemen. MET verzorgt spoedtransporten en regulier vervoer voor medici en medisch materiaal. De voertuigen van MET zijn uitgerust met optische en geluidssignalen (hierna: voorrangssignalen). MET heeft de minister gevraagd om haar aan de lijst toe te voegen met instanties die bevoegd zijn om voorrangssignalen te voeren. De minister heeft dit geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:67
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202004979/1/A2

202007135/1/A2

Bij besluit van 28 december 2020 heeft het centraal stembureau het verzoek van de politieke groepering OPRECHT tot opneming van een logo in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op grond van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang gelezen met artikel 3, eerste lid, van de Tijdelijke experimentenregeling stembiljetten voor kiezers buiten Nederland, buiten behandeling gelaten. Op 3 december 2020 heeft OPRECHT een verzoek ingediend om een logo op te nemen in het register van aanduidingen voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer. Het centraal stembureau heeft OPRECHT op 10 december 2020 bericht dat het verzoek eerst in behandeling kan worden genomen als aan alle vereisten daarvoor is voldaan. OPRECHT is erop gewezen dat het door haar ingediende logo, en specifiek het bijgevoegde formaat 3, te breed was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:65
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202007135/1/A2

202006905/2/V3

Bij besluit van 23 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:28
Datum uitspraak
12 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006905/2/V3

201902678/5/R3

Bij brief van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarderadeel in reactie op een daartoe strekkend verzoek van SNFLS van 15 december 2017 geweigerd om over te gaan tot het publiceren van de volgens SNFLS van rechtswege verleende omgevingsvergunning op haar aanvraag om een omgevingsvergunning voor de aanleg van rails op het voormalige spoortracé Jelsum-Stiens en tot het vaststellen van (de hoogte van) een dwangsom. Bij besluit van 22 maart 2018 heeft het college het door SNFLS daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:22
Datum uitspraak
12 januari 2021
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902678/5/R3

201908074/5/R3

[opposanten] en anderen hebben verzet gedaan tegen de uitspraak van 16 april 2020, in zaken nrs. 201908074/3/R3 en 201908074/4/R3, waarin de Afdeling na vereenvoudigde behandeling hun beroepen tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen van 27 augustus 2019 tot vaststelling van hogere waarden als bedoeld in artikel 83 en de artikelen 110a t/m 110h van de Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan "Tubbergen, De Esch" ongegrond heeft verklaard. [opposanten] en anderen betogen in verzet dat de Afdeling in plaats van op 30 april 2020 een beslissing op hun beroep te nemen de beslissing daarover had moeten aanhouden, omdat de raad van de gemeente Tubbergen in de bestemmingsplanzaak nog een nader besluit moest nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:21
Datum uitspraak
12 januari 2021
  • Verzet
  • RO - Geluid
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908074/5/R3

202000002/3/R3

Bij uitspraak van 15 april 2020, in zaak nr. 202000002/2/R3, heeft de Afdeling zich na vereenvoudigde behandeling onbevoegd verklaard kennis te nemen van het hoger beroep van GVM tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 9 december 2019, in zaak nr. 19/3959, in het geding tussen de Vereniging van Eigenaren Suder Burd en anderen en het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. In haar uitspraak van 15 april 2020 heeft de Afdeling zich op grond van artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder d, van de Awb onbevoegd verklaard kennis te nemen van het hoger beroep van GVM tegen de uitspraak van 9 december 2019. Deze uitspraak heeft, anders dan GVM stelt, uitsluitend betrekking op de besluiten van het college van 16 november 2018, kenmerk 11029204, en 2 juli 2019, ten aanzien waarvan het verzoek om voorlopige voorziening is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:23
Datum uitspraak
12 januari 2021
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202000002/3/R3

202006879/2/V3

Bij besluit van 9 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:18
Datum uitspraak
11 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006879/2/V3

202100139/2/V2

Bij besluit van 21 februari 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:19
Datum uitspraak
11 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100139/2/V2

202100151/2/V2

Bij besluit van 7 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:29
Datum uitspraak
11 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100151/2/V2

201903204/1/V1

Bij besluit van 9 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:15
Datum uitspraak
8 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201903204/1/V1

202006459/1/V3

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:17
Datum uitspraak
8 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006459/1/V3

202001803/1/V3

Bij besluit van 24 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:13
Datum uitspraak
7 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001803/1/V3

202006568/2/V3

Bij besluiten van 9 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:16
Datum uitspraak
7 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006568/2/V3

202004068/1/V2

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:4
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004068/1/V2

201908317/1/R1

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Gooise Meren het bestemmingsplan "Oud Valkeveen e.o. 2019" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het speelpark Oud Valkeveen. Het speelpark ligt op korte afstand van het Natura 2000-gebied Eemmeer & Gooimeer Zuidoever en het gebied Gooise Noordflank, dat onderdeel is van het Natuurnetwerk Nederland. Voor het Natura 2000-gebied zijn geen stikstofgevoelige habitattypen of leefgebieden aangewezen. Het speelpark richt zich op kinderen in de basisschoolleeftijd. Het heeft onder meer een grote buitenspeeltuin, een binnenspeeltuin, een strand, diverse horecavoorzieningen en een theater. Volgens de raad zijn de planregels en de plansystematiek van de geldende plannen verouderd en bieden ze niet meer voldoende basis om een goede ruimtelijke ordening te kunnen verzekeren. Oud Valkeveen, de eigenares van het speelpark, is het niet eens met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:7
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908317/1/R1

201908619/1/R4

Bij besluit van 14 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo onder meer het verzoek van [appellante] afgewezen om handhavend op te treden tegen [partij] voor overtredingen van artikel 2.1, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op de percelen met de kadastrale aanduiding gemeente Ermelo, sectie E, nrs. 3054, 3389 en 3390. [appellante] exploiteert een recreatiepark op het perceel [locatie] te Ermelo. Dat perceel grenst aan het eveneens aan de Haspel gelegen bedrijfsterrein van [partij]. De percelen 3054, 3389 en 3390 behoren tot dat bedrijfsterrein waar [partij] een pallet- en timmerfabriek exploiteert. Ter plaatse van dat bedrijfsterrein geldt het bestemmingsplan "Tonselse Veld 1987". Het bedrijfsterrein van [partij] grenst aan het Natura 2000-gebied Veluwe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:10
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908619/1/R4

202001311/1/A3

Bij besluit van 9 mei 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam aan Holland Casino een exploitatievergunning verleend voor horeca-activiteiten in het speelcasino aan de La Guardiaweg 63 in Amsterdam. Holland Casino heeft een 24-uurs openstelling voor de horeca-activiteiten in haar speelcasino aangevraagd. De burgemeester heeft echter een vergunning verleend voor een openstelling voor de horeca-faciliteiten tussen 07.00 en 03.00 uur. Holland Casino betoogt primair dat de rechtbank heeft miskend dat uit de Wet op de kansspelen blijkt dat die wet voor haar speelcasino inclusief de horeca-activiteiten een uitputtende regeling geeft, zodat er geen ruimte is om de horeca-activiteiten binnen het speelcasino via een exploitatievergunningplicht in de Algemeen Plaatselijke Verordening 2008 te reguleren. Ook uit de APV zelf volgt volgens Holland Casino dat zij, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, geen exploitatievergunning nodig heeft voor de horeca-activiteit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:9
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001311/1/A3

202001415/1/A3

Bij besluit van 14 maart 2019 heeft de kansspelautoriteit de aanvraag van Whowillbenext om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen afgewezen. Whowillbenext heeft een aanvraag ingediend om via een website en via een app een niet-incidenteel, meerjarig poolspel te mogen organiseren. Gebruikers kunnen aan besloten spellen deelnemen, maar ook aan de Whowillbenext WK-pool. De spellen van Whowillbenext beperken zich tot de grote sporttoernooien en -evenementen, zoals het EK- en WK-voetbal, de grote wielerrondes en de grandslam tennistoernooien. Het poolspel bestaat uit drie onderdelen: het beantwoorden van een aantal benaderingsvragen, het voorspellen van het toernooiverloop en het voorspellen van de uitslagen van de individuele wedstrijden. De kansspelautoriteit heeft de aanvraag van Whowillbenext afgewezen. Volgens de kansspelautoriteit moet het poolspel grotendeels worden aangemerkt als een sportprijsvraag als bedoeld in artikel 15 van de Wok.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:12
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202001415/1/A3

202001792/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem aan Stichting Onderdak twee lasten onder dwangsom opgelegd om de geconstateerde overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel aan de Bronbeeklaan 66 in Arnhem te beëindigen en beëindigd houden en het verboden gebruik niet te herhalen of uit te breiden. Stichting Onderdak biedt op verschillende locaties onderdak met overnachting en begeleiding aan personen met gedrags- of verslavingsproblemen die sociaal-maatschappelijk ernstig in de knel zitten. Ten tijde van belang huurde Stichting Onderdak een deel van een gebouw op het perceel waar zij verblijf met overnachting en begeleiding bood aan zeven uit detentie afkomstige personen op grond van een voor elk van de cliënten met de Dienst Justitiële Inrichtingen gesloten plaatsingsovereenkomst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:8
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001792/1/R4

202002445/1/R1

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Hulst het bestemmingsplan "Absdaalseweg 1, Hulst" vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding van het hotel van de initiatiefnemer mogelijk op het perceel Absdaalseweg 1 te Hulst, op de hoek van de Absdaalseweg en de Van der Maelstedeweg. De uitbreiding bestaat uit een herontwikkeling van een kleinschalig hotel met 16 kamers met brasserie naar een hotel met 81 kamers en bijbehorende faciliteiten. Initiatiefnemer beschikt op het nabijgelegen perceel Van der Maelstedeweg 4 over een hotel met 26 kamers, dat niet in het plan zijn opgenomen. Het plan beoogt het voorziene hotelgebouw wat de bouwhoogten betreft in te passen in de bestaande bebouwing in de omgeving van het plangebied. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] in het appartementencomplex Veste Bruneel, dat grenst aan het plangebied. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] in het appartementencomplex Reynaertshof, dat zich in de omgeving van het plangebied bevindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:11
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202002445/1/R1

202002947/1/A2

Bij besluit van 3 februari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de aanvraag van [appellante] voor vergoeding van de eigen bijdrage voor kinderopvang over 2016 afgewezen. Het college heeft geweigerd de eigen bijdrage over de eerste maanden van 2016 voor de opvang van haar kinderen aan [appellante] te vergoeden omdat zij zich naar buiten toe niet gedraagt als gescheiden levend van haar ex-echtgenoot, tevens de vader van haar kinderen (hierna: de ex). Zij is daarom geen alleenstaande moeder, aldus het college. Volgens [appellante] is zij wel een alleenstaande moeder die gescheiden leeft van haar ex. Daarom heeft zij recht op vergoeding van de eigen bijdrage voor de opvang over de eerste maanden van 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:5
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202002947/1/A2

202003196/1/A2

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de de directie van de Dienst Wegverkeer de keuringsbevoegdheid van [appellant] voor het uitvoeren van algemene periodieke keuringen voor de categorie voertuigen tot en met 3500 kg voor twaalf weken ingetrokken. [appellant] exploiteert het [bedrijf]. Dit bedrijf is erkend als APK keuringsplaats. Aan [appellant] zelf is de keuringsbevoegdheid toegekend. Op 12 september 2019 heeft de RDW in het kader van de uitvoering van het toezicht op de keuringsbevoegdheid APK een steekproefherkeuring uitgevoerd op het voertuig met kenteken […]. Daarbij is vastgesteld dat het voertuig op drie punten niet aan de APK keuringseisen voldeed. Twee banden vertoonden uitstulpingen en de remslang was beschadigd. [appellant] heeft op grond daarvan drie keer 1,6 strafpunten toegekend gekregen, resulterend in een totaal van 4,8 strafpunten. De steekproefcontoleur heeft geconstateerd dat [appellant] hiermee de maximale toegestane cusumstand van 10 punten heeft overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:6
Datum uitspraak
6 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003196/1/A2

202007039/2/V2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:3
Datum uitspraak
5 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007039/2/V2

202100003/2/V2

Bij besluit van 10 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2
Datum uitspraak
5 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100003/2/V2

202006932/2/A3

Bij uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 11 december 2020 is het beroep gericht tegen het besluit van de burgemeester van Waadhoeke van 21 oktober 2020 gegrond verklaard, is dit besluit deels vernietigd en is de duur van de sluiting bepaald op 6 maanden. Het geding betreft het sluiten van een pand wegens overtreding van de Opiumwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:83
Datum uitspraak
5 januari 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006932/2/A3

202007115/1/A2

Bij besluit van 28 december 2020 heeft het centraal stembureau op verzoek van de politieke groepering EVERT! de aanduiding ‘EVERT!’ ingeschreven in het register ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:14
Datum uitspraak
5 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202007115/1/A2

202006935/3/V3

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1
Datum uitspraak
4 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006935/3/V3

202003451/2/R2

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "De Mortel Zuidrand" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een aantal zogenoemde ‘woon-werk percelen’ in een gemengd gebied ten zuiden van De Mortel. [verzoekster] exploiteert een bedrijf in kunststofproducten aangrenzend aan het plangebied. [verzoekster] richt zich tegen de plandelen met de bestemming "Gemengd - 1", voor zover die voorzien in de oprichting van bedrijfswoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3132
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003451/2/R2

202003708/2/V2

Bij besluit van 3 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3136
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003708/2/V2

202004317/2/R2

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "I Philipsdorp 2013 (Langdonkenstraat)" vastgesteld. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de bouw van dertien woningen en een parkeervoorziening, met een gemeenschappelijke binnentuin. Het plangebied betreft een in de huidige situatie braakliggend terrein tussen de Hubertastraat, Langdonkenstraat en de Draaiboomstraat. Verzoekers wonen aan de Draaiboomstraat, in de directe omgeving van het plangebied. Stichting Draaipunt zet zich in voor het behoud van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Verzoekers richten zich tegen de bestreden besluiten. Zij hebben verzocht ter zake een voorlopige voorziening te treffen om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3131
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004317/2/R2

202006631/2/V2

Bij besluiten van 1 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3148
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006631/2/V2

202006858/2/V2

Bij besluit van 10 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3149
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006858/2/V2

202007055/2/V2

Bij besluit van 18 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3135
Datum uitspraak
31 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007055/2/V2

202004900/2/R4

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Eemnes het bestemmingsplan "Laarderweg 70" vastgesteld. Het plan kent aan het perceel Laarderweg 70 de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" toe. Op het perceel staan momenteel een bedrijfswoning met een showroom voor auto’s. Het plan maakt het mogelijk om op het perceel een appartementencomplex te bouwen. Het gebouw mag maximaal 11 m hoog worden en ruimte bieden aan maximaal 14 appartementen. Bij besluit van 30 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eemnes aan [bedrijf A] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een appartementencomplex op het perceel. [verzoekster] woont naast het perceel en is het niet eens met het vastgestelde plan, omdat zij vreest voor overlast en aantasting van haar woon- en leefklimaat. Zij is daarom tegen het plan opgekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3121
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202004900/2/R4

202005343/2/R2

Bij besluit van 19 september 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg de op 6 oktober 2016 aan [wederpartij] verleende vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 ingetrokken. Op gronden in eigendom van [wederpartij] aan de [locatie] te Nuth bevindt zich een melkveehouderijbedrijf dat tot in ieder geval 2013 werd geëxploiteerd door een [pachter]. [wederpartij] heeft op 25 juni 2015 bij het college een aanvraag ingevolge de artikelen 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 ingediend voor het wijzigen en exploiteren van het betrokken melkveehouderijbedrijf. Deze vergunning is hem bij besluit van 6 oktober 2016 verleend. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 19 september 2017 heeft het college deze vergunning ingetrokken. De zaak gaat over het besluit tot intrekking van deze vergunning, waaraan het college de artikelen 5.4, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet natuurbescherming ten grondslag heeft gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3056
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202005343/2/R2

202005987/2/R1

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Hoek Lageweg-Zandpad Poortvliet" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van Poortvliet, op de hoek van de Lageweg en de Postweg. Dit perceel is kadastraal bekend als gemeente Poortvliet, sectie O, nummer 810 en heeft een oppervlakte van ongeveer 20.000 m². [partij] heeft het perceel in gebruik als fruitboomgaard. [verzoekster] en anderen wonen in de nabijheid van het plangebied. Zij vrezen dat het plan zal leiden tot een aantasting van het vrije uitzicht vanuit hun woningen. [verzoekster] en anderen verzoeken om bij wijze van voorlopige voorziening het plan te schorsen om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding daarvan te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3133
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202005987/2/R1

202006247/2/V1

Bij besluit van 4 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3134
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006247/2/V1

202006579/1/R1

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waterland besloten om over te gaan tot invordering van de door [verzoeker] verbeurde dwangsom van € 50.000,00. Verder heeft het college [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om de in het besluit genoemde milieuovertredingen op het perceel [locatie] te Katwoude te voorkomen en daarmee beëindigd te houden. [verzoeker] exploiteert een veehouderij op het perceel [locatie] te Katwoude. Zijn [vader] heeft deze eenmanszaak op 1 april 2019 aan hem overgedragen. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 29 november 2017 heeft het college [vader] onder oplegging van een dwangsom onder meer gelast om een wal die was ontstaan door de opslag van materialen op zijn perceel te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3137
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006579/1/R1

201805270/5/R3

Bij tussenuitspraak van 26 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1990, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak de gebreken aan het besluit van 5 juli 2018 te herstellen. In de tussenuitspraak van 26 juni 2019 heeft de Afdeling overwogen dat het besluit van 5 juli 2018 is genomen in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Zij heeft het college opgedragen: - te beoordelen of de aanvraag om omgevingsvergunning eerste fase van [partij] in overeenstemming is met de stalderingsregeling, nadat het [partij] in de gelegenheid heeft gesteld om een stalderingsbewijs over te leggen; - te beoordelen of de aanvraag van [partij] in overeenstemming is met de BZV 2.0; - te bezien of aanleiding bestaat voor een nieuwe beoordeling van cumulatieve geurbelasting en deze beoordeling zo nodig opnieuw te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3138
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201805270/5/R3
vorige pagina1...219220221...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon