Uitspraak 202102819/1/R4


Volledige tekst

202102819/1/R4.
Datum uitspraak: 6 oktober 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant] en anderen, allen wonend te Ugchelen, gemeente Apeldoorn,

appellanten,

en

1.       de raad van de gemeente Apeldoorn,

2.       het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 11 februari 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Molecatenlaan 15 Ugchelseweg 201 Ugchelen" vastgesteld.

Bij besluit van 4 maart 2021 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor de aangevraagde activiteiten op de locaties Molecatenlaan 15 en Ugchelseweg 201 te Ugchelen.

Tegen deze besluiten hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Keivast Vastgoedontwikkeling v.o.f. heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op de zitting van 18 augustus 2021, waar namens [appellant] en anderen, [een van de appellanten], bijgestaan door mr. A.A. Robbers, advocaat te Epe, en de raad en het college, vertegenwoordigd door S. Vosselman, zijn verschenen. Verder is op de  zitting Keivast, vertegenwoordigd door mr. J. van Vulpen, advocaat te Nijmegen, bijgestaan door [gemachtigden], als partij gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       De bestreden besluiten hebben betrekking op de herontwikkeling van het dorpshart van Ugchelen. Op het perceel Ugchelseweg 201 staat een tankstation, waar ook LPG verkocht wordt. In 2019 is de gemeente met de eigenaar overeengekomen de exploitatie van het tankstation en de verkoop en opslag van LPG te beëindigen. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van negen kleinschalige patiowoningen op dit perceel. Daarvoor worden de bedrijfsgebouwen gesloopt, met uitzondering van de huidige bedrijfswoning. Het tankstation wordt verplaatst naar een andere locatie. Op het perceel Molecatenlaan 15 was voorheen de bibliotheek Coda (hierna: het Coda) gevestigd. Dit gebouw staat momenteel leeg. Het plan voorziet in de bouw van een appartementengebouw met 20 appartementen op dit perceel. Om reden van de financiële uitvoerbaarheid is gekozen voor gelijktijdige herontwikkeling van beide percelen en voor het vaststellen van één plan voor beide percelen.

De omgevingsvergunning ziet naast de oprichting van de hiervoor genoemde gebouwen onder meer op de kap van één lindeboom aan de Markendoel. Bij besluit van 6 mei 2021 heeft het college deze vergunning, waar het betreft de kap van de lindeboom, op verzoek van de vergunninghouder ingetrokken.

De bestreden besluiten zijn gecoördineerd voorbereid en bekend gemaakt met toepassing van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening. Op deze besluiten is de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) van toepassing.

2.       [appellant] en anderen wonen aan respectievelijk de Markendoel dan wel de Molecatenlaan in Ugchelen. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan tot herontwikkeling van het dorpscentrum. Zij vinden dat het plan in planologisch en stedenbouwkundig opzicht niet past in het dorpscentrum van Ugchelen en de raad bij de vaststelling daarvan onvoldoende oog heeft gehad voor de daarvoor door de gemeente vastgestelde visies.

3.       Keivast is de betrokken projectontwikkelaar en vergunninghouder.

Wettelijk kader

Artikel 1.1, eerste lid, van de Chw luidt:

"Afdeling 2 is van toepassing op:

[…]

b. bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, alsmede de voor de uitvoering van de projecten waarop die bestemmingsplannen betrekking hebben vereiste besluiten en de voor de uitvoering van maatregelen of werken als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, onderdelen b en c, vereiste besluiten, en

[…]"

Artikel 1.6a luidt:

"Na afloop van de termijn voor het instellen van beroep kunnen geen beroepsgronden meer worden aangevoerd."

Bijlage 1, categorie 3.1 van de Chw luidt:

"3.1. ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden krachtens afdeling 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan, het inpassingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied of de herstructurering van woon- en werkgebieden"

Zorgvuldigheid voorbereiding procedure

4.       [appellant] en anderen betogen dat het plan onzorgvuldig is voorbereid. Dit volgt volgens hen uit de snelheid waarmee de raad het plan wil uitvoeren met toepassing van de Chw, het integraal doorsturen van hun zienswijzen met daarin hun namen en adressen aan de ontwikkelaars en het onvoldoende betrekken van de Dorpsraad van Ugchelen bij de voorbereiding van het plan.

4.1.    Tijdens de zitting bij de Afdeling heeft Keivast terecht erop gewezen dat het plan voorziet in de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied, zodat gelet op artikel 1.1, gelezen in samenhang met bijlage 1, categorie 3.1, van de Chw, de Chw van toepassing is. Dit betekent dat kortere procedurele termijnen gelden. Toepassing van de Chw biedt geen grond voor het oordeel dat de raad door de hiermee gepaard gaande snelheid, onzorgvuldig heeft gehandeld. De raad heeft op de zitting verder nogmaals benadrukt hoe spijtig hij het vindt dat namen en adressen in de zienswijzen zijn vrijgegeven aan derden. Hiervan is melding gemaakt bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dat [appellant] en anderen zich door de gang van zaken gekrenkt voelen is begrijpelijk, maar geeft geen aanleiding voor het oordeel dat het plan zelf niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en vastgesteld. De raad heeft er in zijn verweerschrift en tijdens de zitting bij de Afdeling daarnaast terecht op gewezen dat alle argumenten in de zienswijzen door hem zijn behandeld. [appellant] en anderen hebben ook niet aangegeven welke van hun betogen niet zijn besproken. Ook de Dorpsraad van Ugchelen heeft een zienswijze ingediend, die is meegenomen bij de totstandkoming van het plan. Dat het plan uiteindelijk niet zo uitpakt zoals de Dorpsraad voor ogen had betekent echter niet dat de raad zijn visie onvoldoende betrokken heeft en het plan onzorgvuldig heeft voorbereid. In wat [appellant] en anderen aanvoeren over de snelheid van de procedure, het vrijgeven van hun namen en de wijze waarop de raad de Dorpsraad heeft betrokken, ziet de Afdeling daarom geen grond voor het oordeel dat het plan onzorgvuldig en in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht, tot stand is gekomen.

Het betoog slaagt niet.

Financiële uitvoerbaarheid

5.       [appellant] en anderen betogen dat de koppeling van de locaties aan de Ugchelseweg en de Molecatenlaan slechts is bedoeld om de verplaatsing van het tankstation financieel mogelijk te maken. Daarvoor heeft de raad het Coda volgens hen aangekocht voor een hoog bedrag. Zonder deze aankoop was het financieel niet mogelijk het plan aan de Molecatenlaan uit te voeren.

5.1.    Anders dan waarvan [appellant] en anderen kennelijk uitgaan, is het niet zo dat ontwikkelingen die geen of weinig ruimtelijke samenhang hebben daarom niet in één bestemmingsplan opgenomen mogen worden. De raad heeft voor de herontwikkeling van beide percelen één bestemmingsplan vastgesteld om reden van de financiële uitvoerbaarheid. Dat mocht de raad doen. Ook geldt dat bij een beroep tegen een bestemmingsplan een betoog over de uitvoerbaarheid van dat plan, waaronder de financieel-economische uitvoerbaarheid, alleen kan leiden tot vernietiging van het bestreden besluit indien de raad in redelijkheid had moeten inzien dat het plan om financieel-economische of andere redenen zonder meer niet uitvoerbaar is. [appellant] en anderen hebben het standpunt van de raad dat het plan juist vanwege de koppeling financieel uitvoerbaar is, niet bestreden. Gelet hierop heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat er geen redenen zijn waarom het plan niet uitvoerbaar is.

Het betoog slaagt niet.

Goede ruimtelijke ordening

6.       Vooropgesteld wordt dat [appellant] en anderen alleen gronden hebben aangevoerd ten aanzien van de locatie Molecatenlaan. Zij betogen dat de raad bij vaststelling van dat deel van het plan onvoldoende rekening heeft gehouden met de visie voor het gebied zoals omschreven in het "Dik Apeldoorns Stadskookboek" en de "Visie Dorpscentrum Ugchelen". De locatie aan de Molecatenlaan is volgens hen totaal niet geschikt voor een omvangrijk appartementencomplex. De raad heeft voor de inpassing ten onrechte slechts in de richting van de Molecatenlaan gekeken. Dit complex wijkt door zijn hoogte en massiviteit echter dusdanig af van de woningen aan de Markendoel, die vooral uit laagbouw bestaan, dat het complex het dorpse karakter van Ugchelen teniet doet. Waar de raad op andere plekken in de gemeente plannen maakt voor meer groen en het verwijderen van auto's uit het straatbeeld, worden op de beoogde bouwlocatie langs de openbare weg echter bomen gekapt. In het plan is niet vastgelegd dat er meer groen moet komen en hoe hieraan invulling moet worden gegeven. Volgens [appellant] en anderen heeft de raad het plan gezien al het voorgaande in strijd met een goede ruimtelijke ordening vastgesteld.

6.1.    Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

6.2.    Het "Dik Apeldoorns Stadskookboek" vermeldt als volgt:

"Stadse stedenbouw op dorpse schaal

In de uitbreidingsplannen van de jaren zestig en zeventig werd gekozen voor behoud van een dorps karakter. Dat betekende onder meer dat buurtjes die tussen de oude linten en de beken werden gebouwd, onderdelen van de rijke historie zoals molencomplexen, houtwallen en brinkjes opnamen. Door slim gebruik te maken van het landschappelijke decor is het groen altijd dichtbij gebleven. In Ugchelen is het daarom niet nodig om overal langs de wegen bomen te planten of groen toe te voegen ter compensatie van iets dat verloren is gegaan. Op plekken met volwassen bomen of bosranden in de achtergrond is het hier en daar ook mogelijk om grotere gebouwen te bouwen, zonder dat het uit de toon valt of het beeld te stads wordt."

6.3.    De "Visie Dorpscentrum Ugchelen", vastgesteld op 23 april 2020, vermeldt als volgt:

"Aspect centrumvoorzieningen

Concentratie van de bebouwing met voorzieningen aan de Ugchelseweg en de Molecatenlaan maakt het dorpscentrum meer ‘zichtbaar’. Bebouwing kan op deze plek wat stedelijker zijn met op de uiteinden ruimtelijke accenten.

Naast bebouwing is ook een gevarieerd aanbod van centrumvoorzieningen, zoals detailhandel, horeca én wonen een must voor een aantrekkelijk dorpshart.

Parkeren zal zo veel mogelijk in parkeerhoven worden opgelost. Langs de straten is er meer ruimte voor de voetganger."

en

"Visie Stedenbouw

- Het is zaak om de bestaande kwaliteiten in de toekomst te behouden en waar nodig te versterken. Nieuwe ontwikkelingen dienen op de bestaande structuur te worden aangesloten. Uitgangspunt daarbij is dat de maat, schaal en architectuur zich naadloos voegen in de bestaande context.

- Bij nieuwe functies die een grotere maat en schaal hebben is het de opgave om met ruimtelijke en architectonische middelen de nieuwbouw zodanig passend in de context te voegen dat deze niet als dissoneert in het dorpse beeld."

6.4.    De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat de voorziene bebouwing aan de Molecatenlaan 15 wat betreft het bouwvolume passend is voor de dorpskern van Ugchelen. Het perceel Molecatenlaan 15 ligt in bestemmingsplan "Bouwhof/De Heeze" uit 2009. Dat plan kent een maximale bouw- en goothoogte van 6 meter. In de verbeelding is voor het perceel aan de Molecatenlaan 15 een maximale bouwhoogte toegekend van 4 meter. Dit is daarmee lager dan wat op grond van het plan "Bouwhof/De Heeze" in de omgeving van het voorliggende plan reeds is toegestaan. Het voorziene gebouw wordt ook binnen het bouwvlak gebouwd. Dit gebouw is dan wel iets hoger dan het Coda, maar neemt niet meer ruimte in binnen het bouwvlak. De raad heeft zich verder in redelijkheid op het standpunt gesteld dat vergelijkbare bebouwing reeds in de dorpskern van Ugchelen aanwezig is. Dat de bebouwing aan de Markendoel minder stedelijk is laat onverlet dat de raad terecht erop heeft gewezen dat in de visie voor de dorpskern staat dat bebouwing aan de Molecatenlaan juist stedelijker mag zijn. De raad heeft zich in redelijkheid op het standpunt gesteld dat het plan daarbij aansluit. In de plantoelichting staat onder "Groenbeleid" daarnaast vermeld dat het plan is getoetst aan het door de gemeenteraad vastgestelde groenplan en dat het plan de bestaande groenstructuur niet aantast. Over het betoog van [appellant] en anderen dat er meer groen moet komen en dat dit vastgelegd moest worden in de planregels, heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat het om een postzegelplan gaat en hij daarom geen reden ziet om peen uitgebreid klimaatplan op te stellen. Een en ander neemt volgens hem niet weg dat er uiteindelijk meer groen toegevoegd zal worden. De raad kiest er echter voor dit via de omgevingsvergunning te regelen. In wat [appellant] en anderen betogen ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat de raad in redelijkheid geen ruimtelijke noodzaak heeft gezien om een voorwaardelijke verplichting in het plan op te nemen over het toevoegen van meer groen. De raad heeft er verder op gewezen dat voor dit plan 27 parkeerplaatsen zullen worden gerealiseerd, waarvan er 7 openbaar zijn. 20 parkeerplaatsen zijn voorzien binnen het bouwvlak aan de achterkant van het voorziene gebouw. 6 van de openbare parkeerplaatsen bevinden zich aan de voorkant van dat gebouw en één aan de zijkant. Het betoog van [appellant] en anderen dat het door de omvang van het plan voor toekomstige bewoners onmogelijk is om op eigen terrein te parkeren wordt daarom niet gevolgd. Gezien al het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft gesteld dat het plan een goede ruimtelijke ordening oplevert.

6.5.    De betogen falen.

De omgevingsvergunning

7.       Tijdens de zitting bij de Afdeling hebben [appellant] en anderen te kennen gegeven dat, nu de omgevingsvergunning voor de kap van de linde aan de Markendoel is ingetrokken, zij die beroepsgrond niet meer handhaven. Wel hebben zij daarnaast hun zorgen geuit over de ligging en bereikbaarheid van de parkeerplaatsen die de omgevingsvergunning mogelijk maakt. Zij zijn van mening dat het voor omwonenden niet aantrekkelijk zal zijn van de eigen parkeerplaatsen gebruik te maken, zodat zij zullen uitwijken naar omliggende openbare parkeerplaatsen. Dit zal leiden tot onder meer extra parkeerdruk en verkeersbewegingen, in welk verband [appellant] en anderen vrezen voor de veiligheid van hun (schoolgaande) kinderen. Bij bekendmaking van het besluit heeft het college gewezen op de toepasselijkheid van de Chw en vermeld dat dit betekent dat de belanghebbende na afloop van de beroepstermijn geen nieuwe gronden meer kan aanvoeren. De Afdeling stelt vast dat voornoemde gronden niet zijn opgenomen in het beroepschrift maar pas op de zitting bij de Afdeling en dus na afloop van de beroepstermijn naar voren zijn gebracht. Deze gronden blijven derhalve op grond van artikel 1.6a van de Chw buiten beschouwing.

Conclusie

8.       Het beroep is ongegrond.

9.       Het college en de raad hoeven geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.T. Annen, griffier.

w.g. De Moor-van Vugt
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Annen

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 6 oktober 2021

765