Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.519
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202105270/2/V3

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1996
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105270/2/V3

201904957/2/R3

Bij tussenuitspraak van 10 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:259, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Oldambt opgedragen binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 8 augustus 2018 te herstellen. Bij besluit van 8 augustus 2018 heeft het college met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3˚ van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aan Melkveebedrijf de Waarhoek een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren/legaliseren van een folie-mestbassin inclusief het plaatsen van een hekwerk op het perceel achter Hoofdweg 22 ’t Waar. De Vereniging is opgekomen tegen het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning, omdat het besluit volgens de Vereniging niet op de juiste inhoudelijke gronden is genomen. Daarbij is het besluitvormingsproces onzorgvuldig uitgevoerd, aldus de Vereniging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2035
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904957/2/R3

201905145/1/R2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Woon-werkgebied Elsendorp" vastgesteld. Het plangebied ligt in de gemeente Gemert-Bakel ten noorden van het dorp Elsendorp. Aan de Keizersberg 12 in Elsendorp was in het verleden een varkenshouderij gevestigd. Dit bedrijf is inmiddels beëindigd en de gemeente is eigenaar geworden van de gronden van deze veehouderij met een oppervlakte van ongeveer 5 ha. De gronden liggen braak. In de plantoelichting staat dat de gemeente voornemens is de gronden uit te geven als woonkavels gecombineerd met bedrijvigheid van milieucategorie 1 of 2. Om dit mogelijk te maken is het bestemmingsplan waarom het in deze zaak gaat, vastgesteld. In de planregels van dit plan is het totaal aantal woningen binnen het plangebied begrensd op 19. Op het perceel [locatie 1] is een nertsenvoederfabriek gevestigd en op het perceel [locatie 2] werd ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan een nertsenfokkerij uitgeoefend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2005
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201905145/1/R2

201906716/1/A3

Bij besluit van 13 september 2017 heeft de burgemeester van Utrecht aan [vergunninghouder] een exploitatievergunning verleend voor exploitatie van een hotel aan de [locatie 1] te Utrecht. Bij het besluit van 13 november 2017 heeft de burgemeester aan [vergunninghouder] een exploitatievergunning verleend voor exploitatie van een hotel aan de [locatie 1]. Het gaat om een hotel met zes kamers, gelegen op de eerste en tweede verdieping van het betrokken pand. Bij het besluit van 10 december 2018 heeft de burgemeester de verlening van de vergunning gehandhaafd, onder toevoeging van het eerder abusievelijk weggelaten [locatie 2] aan het adres op de vergunning. Het pand waarin het hotel is gevestigd heeft twee huisnummers. [appellant] heeft aangevoerd dat hij ten onrechte geen gelegenheid heeft gehad om inzage in de processtukken te krijgen. [appellant] heeft aangevoerd dat de exploitatie van het hotel zal leiden tot een ontoelaatbare nadelige beïnvloeding van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2008
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201906716/1/A3

201906731/1/R4

Bij besluit van 15 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingplan bouwen in en wijzigen van een monumentaal pand om een kleinschalig hotel te realiseren op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Utrecht. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd en gekregen voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen in en wijzigen van een monumentaal pand om een kleinschalig hotel te realiseren. Het pand bestaat uit een woning met bed-and-breakfast, waar zes hotelkamers in worden gerealiseerd. Het pand staat in het gebied waar - ten tijde van belang - het bestemmingsplan "Binnenstad" (hierna: het bestemmingsplan) gold en heeft daarin de enkelbestemming "Wonen". Tussen partijen is niet in geschil dat het realiseren van een kleinschalig hotel ter plaatse in strijd is met artikel 26 van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2012
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906731/1/R4

201907171/1/A2

Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo een verzoek om nadeelcompensatie van appellant A en appellant B afgewezen. [appellant A] en [appellant B] waren eigenaren van [bedrijf], gevestigd in een deel van het complex ‘Havenpassage’ gelegen aan de [locatie] te Almelo. Op 27 december 2017 hebben zij bij het college een verzoek om nadeelcompensatie ingediend wegens omzetderving als gevolg van (weg)werkzaamheden in het kader van de herontwikkeling van het centrum. Het college heeft het verzoek om nadeelcompensatie voorgelegd aan een onafhankelijke schadebeoordelingscommissie gevormd door het adviesbureau ‘Thorbecke’ in Zwolle. In het definitieve advies van 15 juni 2018 heeft Thorbecke geadviseerd dat de schade die [appellant A] en [appellant B] stellen te hebben geleden in beginsel kan voortvloeien uit de werkzaamheden van februari 2016 tot en met maart 2017 ter uitvoering van het Binnenstadplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1988
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907171/1/A2

201908179/1/A2

Bij besluit van 21 augustus 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de aan [appellante] toegekende voorschotten zorgtoeslag en huurtoeslag over het jaar 2018 herzien en vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan [appellante] voor 2018 voorschotten zorgtoeslag en huurtoeslag verstrekt. Bij besluit van 21 augustus 2018, gehandhaafd bij besluit van 16 november 2018, heeft de Belastingdienst/Toeslagen deze voorschotten herzien, omdat [persoon] volgens hem van januari tot en met november 2018 als toeslagpartner van [appellante] moet worden aangemerkt, zodat het inkomen van [persoon] betrokken dient te worden bij de berekening van de toeslagen waarop [appellante] aanspraak maakt. In zijn eerdere voorschotbeschikkingen had de Belastingdienst/Toeslagen geen rekening gehouden met het inkomen van [persoon].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2004
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201908179/1/A2

201908756/1/R2

Op 19 december 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan B’s Holding B.V. medegedeeld dat op 5 juli 2016 een omgevingsvergunning van rechtswege is verleend voor het gebruik van een terrein aan de Beatrixstraat in Domburg als parkeerterrein voor maximaal 20 auto’s voor een periode van vijf jaren. Het parkeerterrein zal worden gebruikt als parkeervoorziening bij het reeds bestaande appartementenhotel van de B.V. aan de Herenstraat in Domburg. [appellant] woont aan de Weverijstraat. Zijn huis ligt in de buurt van de Beatrixstraat. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de parkeerhinder vanwege het appartementenhotel, ten behoeve waarvan de omgevingsvergunning voor het parkeerterrein is verleend, niet wordt opgelost na de bouw van het vitaliteitshotel met een ondergrondse parkeergarage aan de Schelpweg. Onzeker is of die parkeergarage daadwerkelijk zal worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2011
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908756/1/R2

201908760/5/A3

Bij tussenuitspraak van 30 juni 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1392, heeft de Afdeling de minister voor Rechtsbescherming opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 30 november 2018, zoals dat bij brief van 30 oktober 2020 nader is gemotiveerd, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat de minister de schriftelijke verklaring van het kind van 10 juli 2019, dat hij de in geding zijnde geslachtsnaamswijziging niet wenst, bij de nadere motivering van 30 oktober 2020 had kunnen en moeten betrekken. Niet is onderzocht of deze verklaring alsnog aanleiding moet geven voor twijfel of de geslachtsnaamswijziging in het belang van het kind moet worden geacht. [appellante] heeft bij brief van 23 augustus 2021 een zienswijze tegen het nader gemotiveerde besluit ingediend. Zij voert aan dat het kind niet op een zorgvuldige en deskundige wijze is gehoord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2028
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908760/5/A3

202000045/1/R4

Bij besluit van 23 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn geweigerd aan [partij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van een uitweg op het perceel [locatie 1] te Apeldoorn. [partij] heeft op 24 maart 2018 een aanvraag ingediend voor het veranderen van de in- en uitrit op het perceel. Op dat moment was de in- en uitrit al veranderd overeenkomstig de aanvraag. Uit de aanvraag volgt dat de woning is gerenoveerd en ook de tuin en de oprit aan vernieuwing toe waren. De stoeptegels zijn vervangen door grind overeenkomstig de tekening van de tuinarchitect. De oprit is verbreedt tot 9 m en daarmee geschikt gemaakt voor drie auto’s in plaats van één. Met het aanleggen van het grind op eigen grond is ook een deel van de gemeentegrond voorzien van grind. Sinds 1 mei 2020 is de woning in eigendom overgegaan op [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2000
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000045/1/R4

202002644/1/R4

Bij besluit van 2 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [wederpartij], onder aanzegging van bestuursdwang, gelast om de keldermuur in het pand aan de [locatie 1] te Utrecht vóór 10 januari 2018 te (laten) stutten en gestut te (laten) houden. [wederpartij] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1] te Utrecht. Het college heeft op 20 december 2017 een inspectie in het pand uitgevoerd en vanwege de constateringen van de inspecteurs de last onder bestuursdwang en de lasten onder dwangsom opgelegd. Het college heeft aan de last onder bestuursdwang ten grondslag gelegd dat twee inspecteurs op 20 december 2017 hebben geconstateerd dat de keldermuur van [locatie 1], grenzend aan [locatie 2], ernstige uitbuigingen vertoont, waardoor de stabiliteit van de muur onvoldoende is gewaarborgd. De muur is op een aantal plaatsen provisorisch gestut, maar de manier waarop de muur is gestut is onvoldoende om op termijn een veilige situatie te behouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2027
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002644/1/R4

202002766/1/R4

Bij besluit van 25 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de bebouwing op het perceel [locatie] te Wieringerwerf, voor het huisvesten van arbeidsmigranten. Het perceel ligt op een bedrijventerrein. [appellante] wil op het perceel aanwezige bebouwing als permanent logiesverblijf voor de tijdelijke huisvesting van maximaal 40 arbeidsmigranten gebruiken. [appellante] wil het logiesverblijf in gebruik laten nemen door seizoenarbeiders voor de duur van hun tijdelijke dienstverband, maximaal 6 maanden, in Nederland. Voor het perceel geldt het bestemmingsplan "Wieringerwerf" (hierna: het bestemmingsplan). Op grond van dit plan rust op het perceel de bestemming "Bedrijventerrein". Niet in geschil is dat het gebruik van de bebouwing op het perceel voor het huisvesten van arbeidsmigranten in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2001
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002766/1/R4

202003216/1/A2

Bij besluit van 31 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellant] over 2017 definitief vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de huurtoeslag van [appellant] over 2017 definitief vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft het inkomen van [persoon] betrokken bij de berekening van de huurtoeslag waarop [appellant] aanspraak maakt, omdat volgens de Belastingdienst/Toeslagen [persoon] voor het jaar 2017 als toeslagpartner van [appellant] moet worden aangemerkt. Bij besluit van 18 maart 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard en een deel van de nabetaling van de uitkering van [persoon] buiten beschouwing gelaten bij de berekening van de huurtoeslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2002
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202003216/1/A2

202003348/1/A2

Bij besluit van 8 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldambt een parkeerterrein bij het Emergobos en een parkeerterrein bij het Midwolderbos afgesloten. Het college heeft het parkeerterrein bij het Midwolderbos, gelegen aan de Hora Siccamaweg te Midwolda, gemeente Oldambt, afgesloten omdat het niet langer nodig is daar te parkeren. De aan de Hora Siccamaweg gelegen Midwolderplas heeft namelijk zijn recreatieve functie verloren aan het Oldambtmeer. De ondergrond van dit parkeerterrein is in eigendom van Stichting Het Groninger Landschap. Deze stichting heeft niet deel willen nemen aan deze procedure. Stichting Platform Keelbos heeft bezwaar tegen het afsluiten van deze parkeerterreinen, omdat deze volgens haar met het daar rondom gelegen bos deel uitmaken van een zogenaamde homo-ontmoetingsplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2018
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003348/1/A2

202003351/1/A2

Bij brief van 14 december 2018 heeft het college naar aanleiding van een handhavingsverzoek van de Stichting te kennen gegeven dat het niet bevoegd is handhavend op te treden tegen het door Staatsbosbeheer tussen zonsondergang en zonsopkomst afsluiten van een aantal parkeerterreinen bij recreatiegebied De Kibbelkoele te Coevorden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2031
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003351/1/A2

202003608/1/A2

[appellant] heeft de rechtbank op 11 oktober 2017 op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb verzocht om vergoeding van materiële en immateriële schade als gevolg van een onrechtmatige uitzetting naar Pakistan. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1987 en heeft de Pakistaanse nationaliteit. Hij behoort tot de Ahmadi-minderheid. [appellant] stelt materiële en immateriële schade (in totaal € 56.286,80, te vermeerderen met wettelijke rente) te hebben geleden als gevolg van de onrechtmatige uitzetting naar Islamabad (Pakistan) op 18 februari 2015. [appellant] stelt in Pakistan te zijn aangevallen door een groep moslimfundamentalisten, waardoor hij in het ziekenhuis is beland. Daarna is hij twee maanden ondergedoken. Begin mei 2015 heeft hij Pakistan verlaten en is via Iran, Turkije, Griekenland en de Balkanroute naar Duitsland gereisd. In september 2015 is hij in Duitsland aangekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2023
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003608/1/A2

202003646/1/A3

Bij brief van 1 oktober 2019 heeft [appellante] het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam verzocht een besluit te nemen over de verplaatsing van haar [woonboot]. In 2009 en 2010 zijn ligplaatsvergunningen verleend voor drie woonboten in de Westlandgracht in Amsterdam. Een van deze woonboten was de [woonboot]. Na een gerechtelijke procedure zijn de voor deze plek verleende ligplaatsvergunningen herroepen. De gemeente heeft de eigenaren van de woonboten toegezegd dat de gemeente aan hen een alternatieve ligplaats zal aanbieden onder gunstige voorwaarden en dat de kosten van de verplaatsing voor rekening van de gemeente komen. Na het overlijden van [persoon] heeft [appellante] de [woonboot] in 2016 gekocht van de erven van [persoon]. Tegenover [appellante] heeft de gemeente het standpunt ingenomen dat de gemeente geen verplichtingen heeft een andere ligplaats aan te bieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2025
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003646/1/A3

202004240/1/R1

Bij besluit van 15 augustus 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de door [appellant] gevraagde watervergunning voor het slopen en bouwen van een woning op het perceel [locatie] te Heerewaarden, aan de linkeroever van de Waal in de gemeente Maasdriel, geweigerd. [appellant] heeft de minister op 22 januari 2019 verzocht om een vergunning als bedoeld in artikel 6.5, aanhef en onder c, van de Waterwet, in samenhang gelezen met artikel 6.12 van het Waterbesluit, voor het slopen en herbouwen van een woning op het perceel [locatie] te Heerewaarden, omdat handelingen worden verricht in het rijkswaterstaatswerk de Waal en in de waterkering. [appellant] wil qua oppervlakte en volume een grotere woning realiseren dan waarvoor op 31 januari 2013 een watervergunning is verleend. De huidige woning heeft een oppervlakte van 194,32 m² en een volume van 813,05 m³ en ligt in het rivierbed van de Waal en op 300 m afstand buiten de primaire waterkering de Heerewaardense Afsluitdijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2024
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202004240/1/R1

202004400/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Paraplu-omgevingsplan, 1e tranche" vastgesteld. Met het paraplu-omgevingsplan worden enkele aanpassingen aangebracht in de geldende bestemmingsplannen in de gemeente Schagen. Dit plan heeft een doorwerking op alle vastgestelde bestemmingsplannen voor de gehele gemeente. Het doel van het paraplu-omgevingsplan is de harmonisering van algemene bepalingen, definities en de wijze van meten in de geldende bestemmingsplannen, vooruitlopend op de Omgevingswet. Verder worden met het paraplu-omgevingsplan beleidswijzigingen in de geldende bestemmingsplannen verwerkt en omissies in die geldende bestemmingsplannen gerepareerd. Het paraplu-omgevingsplan is een plan met een zogeheten verbrede reikwijdte zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet en artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2006
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004400/1/R1

202004602/1/A2

Bij besluit van 9 februari 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de voorschotten zorgtoeslag over 2017 van [appellante] herzien en vastgesteld op nihil en de voorschotten kindgebonden budget over 2017 van [appellante] herzien en vastgesteld op € 325,00. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan [appellante] voor 2017 voorschotten zorgtoeslag en kindgebonden budget verstrekt. Deze voorschotten heeft de Belastingdienst/Toeslagen herzien, omdat [echtgenoot] volgens hem voor het jaar 2017 als toeslagpartner van [appellante] moet worden aangemerkt, zodat het inkomen van [echtgenoot] betrokken dient te worden bij de berekening van de toeslagen waarop [appellante] aanspraak heeft. In zijn eerdere voorschotbeschikkingen had de Belastingdienst/Toeslagen geen rekening gehouden met het inkomen van [echtgenoot].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2003
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202004602/1/A2

202004702/1/R1

Bij besluit van 11 december 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan [appellante], voor zover nu van belang, een last onder dwangsom opgelegd wegens de opslag van houtzaagsel met drijfmest op het perceel [locatie] in Hulten. Bij wijzigingsbesluiten van 31 december 2019, 11 maart 2020 respectievelijk 31 maart 2020 heeft het college de begunstigingstermijn verlengd tot 1 februari 2020, 1 april 2020 respectievelijk 15 mei 2020. Op 29 november 2019 hebben toezichthouders van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant een controle uitgevoerd op het perceel. Daarbij is geconstateerd dat er houtzaagsel met drijfmest is opgeslagen onder een folie en dat uittredend vocht vanuit deze opslag rondom in plassen op de onbeschermde bodem is terechtgekomen. Volgens het college is dit in strijd met artikel 13 van de Wet bodembescherming en artikel 10.1, eerste lid, en artikel 10.2, eerste lid, van de Wet milieubeheer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2032
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004702/1/R1

202004862/1/R1

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft het college [appellant] lasten onder dwangsom opgelegd wegens diverse overtredingen in verband met geconstateerde (zuivere) afvalstoffen in de mestkelder op het perceel aan de [locatie] te Haaften en de aanwezigheid van amfetaminen, althans drugsafval, in de grond en het grondwater op het perceel. Op 18 juni 2019 is er een drugslaboratorium aangetroffen op het perceel. Naar aanleiding van de constatering van de aanwezigheid van het drugslaboratorium heeft ATKB B.V. in opdracht van [appellant] een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel naar de kwaliteit van de bodem/het grondwater en van de mest in de mestkelder. De bevindingen van het onderzoek zijn neergelegd in het rapport "Verkennend bodemonderzoek [locatie] te Haaften" van 20 september 2019. Naar aanleiding van dit rapport heeft het college vastgesteld dat vanwege de vermenging van de mest met - kort gezegd - drugsafval, sprake is van een (zuivere) afvalstof.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1998
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004862/1/R1

202005359/1/A2

Bij besluit van 17 januari 2019 heeft de CSG een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellant] heeft een uitkering uit het schadefonds aangevraagd wegens een lichamelijke mishandeling. Bij het besluit van 17 januari 2019 heeft de CSG die aanvraag afgewezen, omdat het lichamelijk letsel niet als ernstig kon worden aangemerkt en het psychisch letsel niet met objectieve informatie was gestaafd. Bij het besluit van 25 oktober 2019 heeft de CSG een uitkering uit letselcategorie 2 toegekend, omdat uit een brief van een psycholoog van 28 mei 2019 is gebleken dat [appellant] als gevolg van de mishandeling inmiddels onder behandeling was voor een depressieve stoornis en PTSS-klachten. [appellant] heeft tegen dat besluit beroep ingesteld, omdat hij recht meent te hebben op een uitkering uit letselcategorie 3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2014
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202005359/1/A2

202005480/1/R1

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Langedijk zijn beslissing van eerder die dag tot toepassing van zeer spoedeisende bestuursdwang vanwege het niet in werking zijn van de brandmeld- en ontruimingsinstallatie in het pand van [appellante], op schrift gesteld. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van de spoedeisende bestuursdwang voor rekening komen van [appellante]. In het pand exploiteert [appellante] onder meer sport- en recreatievoorzieningen. Op 4 december 2018 is bij een controle in het pand door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat de vereiste brandmeld- en ontruimingsinstallatie niet in werking was. Bij herhaalde controles door de toezichthouder op 5 en 6 december 2018 was de installatie evenmin in werking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2030
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005480/1/R1

202005562/1/R3

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede aan Coöperatie Enschede Energie een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan realiseren van zonnevelden voor een termijn van maximaal 25 jaar op de locaties Kromhofsweg 10, Allemansveldweg 150 en Hölterhofweg 270 te Enschede en voor het kappen van een eik ten behoeve van de realisatie van het zonneveld aan de Kromhofsweg. Op 13 augustus 2018 heeft Coöperatie Enschede Energie een omgevingsvergunning fase 1 aangevraagd voor het realiseren van zonnevelden voor een termijn van maximaal 25 jaar op de locaties Kromhofsweg 10, ook wel genaamd zonneveld A, Allemansveldweg 150, ook wel genaamd zonneveld B, en Hölterhofweg 270, ook wel genaamd zonneveld C, te Enschede. Fase 1 heeft betrekking op de activiteit het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2007
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005562/1/R3

202005675/1/A2

Bij besluit van 22 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop aan [appellant A] een tegemoetkoming in planschade van € 5.700,00 toegekend. [appellant A], [appellant B], [appellant C] en [appellant D] zijn eigenaren van woningen aan de [vier locaties] in Nieuwveen. Zij hebben het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade. Zij betogen schade te lijden als gevolg van de inwerkingtreding op 6 november 2013 van het bestemmingsplan "De Verwondering" waarmee ten zuiden van hun woningen, gescheiden door een weg, water en groen, een woonwijk met maximaal 150 woningen mogelijk is gemaakt op voormalige agrarische gronden. Met de besluiten van 22 augustus 2018 heeft het college aan [appellant A] en anderen een tegemoetkoming in planschade toegekend. Aan deze besluiten heeft het college een advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken van juli 2018 ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2021
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005675/1/A2

202006083/1/R4

Bij besluit van 11 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] gelast het gebruik van het perceel [locatie] te Utrecht (hierna: het perceel) in strijd met het bestemmingsplan per 15 april 2019 te (laten) staken en gestaakt te (laten) houden. Daarnaast heeft het college [appellant] gelast per 15 april 2019 de in en aan het pand op dat perceel geconstateerde gebreken te (laten) herstellen en hersteld te (laten) houden. [appellant] was eigenaar van het perceel. Het pand op dat perceel bestaat uit meerdere verdiepingen. Op de zitting bij de Afdeling heeft [appellant] verklaard dat het pand op 1 juni 2021 is verkocht en geleverd aan een rechtsopvolger. Dit pand was op dat moment voor de helft leegstaand. [appellant] verhuurde hierin werkruimtes aan tientallen personen en bedrijven met verschillende doeleinden. Zo waren hierin kappers en kledingverhuurbedrijven gevestigd, maar ook allerlei kunstnijverheidsbedrijven en een koeriersbedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2010
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202006083/1/R4

202006121/1/A3

Bij besluit van 11 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag voor een overtreding op 7 februari 2018 in een pand op het adres [locatie 1] te Den Haag aan [appellant] een last onder dwangsom van € 10.000,00 opgelegd. Op 7 februari 2018 zijn in de woning op het adres [locatie 1] twee prostituees aangetroffen. Zij hebben verklaard de woning via internet voor enkele dagen te hebben gehuurd. De woning is eigendom van [appellant]. Het college heeft aan [appellant] een last onder dwangsom van € 10.000,00 opgelegd wegens gebruik van de woning in strijd met het bestemmingsplan. Het gebruik van de woning voor prostitutie en voor logies is een overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, gelezen in verbinding met de artikelen 18.1 en 23 van het bestemmingsplan. Op 12 juni 2018 zijn in de woning op het adres [locatie 2] twee prostituees aangetroffen. Zij hebben verklaard de woning via internet voor enkele dagen te hebben gehuurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2029
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006121/1/A3

202006245/1/R3

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Hellendoorn het bestemmingsplan "Dorpsstraat 19 te Hellendoorn" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op een perceel aan de Dorpsstraat 19-19a te Hellendoorn. Op dit perceel was voorheen een apotheek gevestigd. [bedrijf] wil hier een appartementengebouw met acht appartementen realiseren. Het bestemmingsplan voorziet hierin door aan het perceel de bestemming "Wonen - 3" en een bouwvlak toe te kennen. Op grond van artikel 3.1 van de planregels zijn de voor "Wonen - 3" aangewezen gronden bestemd voor wonen, in de vorm van appartementen met bergingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en verkeers- en verblijfsvoorzieningen. Op grond van artikel 3.2.1, onder a, van de planregels mogen de appartementen en bergingen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. [appellant] woont aan de [locatie] te Hellendoorn op ongeveer 35 m afstand van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2009
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202006245/1/R3

202006274/1/V6

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellante] voorafgaande aan het verzoek van 30 november 2017 niet onafgebroken toelating en hoofdverblijf had in Aruba. Uit het Bericht Omtrent Toelating en het besluit van 3 februari 2017 van de Departamento di Integracion, Maneho y Admision di Stranheronan, de organisatie belast met het uitvoeren van het Arubaanse vreemdelingenbeleid, volgt dat zij van 6 november 2016 tot 2 juni 2017 geen geldige verblijfsvergunning had. Hierdoor is in die periode een verblijfsgat ontstaan en dus voldoet zij niet aan het vereiste neergelegd in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 24 juli 2019 vernietigd, omdat de staatssecretaris het besluit onzorgvuldig heeft voorbereid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2034
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202006274/1/V6

202006542/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2019 heeft het CBR aan [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. Het CBR heeft [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd, meer in het bijzonder een onderzoek naar zijn alcoholgebruik, en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst, omdat hij volgens een mededeling van de politie, eenheid Den Haag, van 19 maart 2019 in de afgelopen vijf jaar minstens drie keer is aangehouden op verdenking van alcoholgebruik als bestuurder van een motorrijtuig. Hierdoor bestaat het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de geschiktheid, vereist voor het besturen van een motorrijtuig. De rechtbank heeft overwogen dat uit de enkele vermelding van de vrijspraken in het Justitieel Documentatiesysteem niet valt af te leiden dat de feiten en omstandigheden die in de stukken van de politie zijn beschreven onjuist zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2020
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006542/1/A2

202006736/1/A2

Bij besluit van 24 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerkkenbaar gemaakt een oplaadpaal voor elektrische voertuigen te plaatsen en een parkeervak in gebruik te geven op de Droogdok ter hoogte van nummer 4 te Ridderkerk, uitsluitend voor het opladen van elektrische voertuigen door het plaatsen van het verkeersbord E04 met onderbord "opladen elektrische voertuigen" en het aanbrengen van een wit kruis op het parkeervak. De aanleiding voor het nemen van het verkeersbesluit is een aanvraag van Allego, een bedrijf dat in samenspraak met gemeenten voorziet in laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer, namens een bewoner van de Kraanbaan 5 te Ridderkerk voor een oplaadpunt voor diens toenmalige elektrische auto. De aanvraag zag op de [locatie], maar in het verkeersbesluit is besloten het oplaadpunt enkele parkeervakken verderop de plaatsen omdat anders een bewoner van de Kraanbaan 2 direct zicht zou hebben op de laadpaal en het verkeersbord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2022
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006736/1/A2

202006741/1/A2

Bij besluit van 4 mei 2020 heeft de Belastingdienst/Toeslagen bepaald dat [appellante] voor de berekeningen kinderopvangtoeslag, kindgebonden budget en zorgtoeslag over 2017 en 2018 vanaf 12 januari 2017 een toeslagpartner heeft en dat de desbetreffende voorschotten lager zullen worden vastgesteld. [appellante] heeft in 2017 en 2018 voorschotten zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag ontvangen. In deze zaak staat de vraag centraal of [appellante] vanaf 12 januari 2017 tot 28 juni 2018 een toeslagpartner had. Zo ja, dan heeft dit gevolgen voor de hoogte van deze voorschotten. Vanaf 12 januari 2017 tot 28 juni 2018 stonden [appellante] en haar [echtgenoot] niet op hetzelfde adres in de Basisregistratie personen ingeschreven. In de periode daarvoor en daarna wel. Op 15 januari 2017 heeft [appellante] een wijzigingsformulier bij de Belastingdienst/Toeslagen ingediend waarop staat dat [appellante] en [echtgenoot] vanaf 12 januari 2017 van tafel en bed zijn gescheiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2016
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202006741/1/A2

202006778/1/A3

Bij besluiten van 5 juni 2019 heeft de burgemeester van Zoetermeer de aanvragen van HKS om evenementenvergunningen voor twee handboogschietwedstrijden ingewilligd en evenementenvergunningen en ontheffingen in de zin van artikel 4, derde lid, van de Zondagswet verleend. HKS is een handboogschietvereniging in Zoetermeer. HKS heeft bij de burgemeester evenementenvergunningen aangevraagd om twee handboogschietwedstrijden, de 'Veldronde Lakota Trophy" op 30 juni 2019 en 'Westerparkronde (3D)' op 14 juli 2019, te houden in het Westerpark in Zoetermeer. De burgemeester heeft de aanvragen bij besluiten van 5 juni 2019 ingewilligd en daarnaast ontheffingen verleend in de zin van artikel 4, derde lid, van de Zondagswet. HKS heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 5 juni 2019. Volgens HKS zijn de wedstrijden geen openbare vermakelijkheid in de zin van artikel 4 van de Zondagswet, reden waarom geen ontheffing nodig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2026
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006778/1/A3

202006913/2/V6

[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 november 2020 in zaken nrs. 19/6972 en 19/8438. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: de AIVD) heeft na toepassing van artikel 8:45, eerste en tweede lid, van de Awb een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1990
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006913/2/V6

202100188/1/R2

Bij besluit van 27 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenburg aan de Geul aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning aan de [locatie] te Schin op Geul. Op 7 mei 2019 heeft [vergunninghouder] een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een vrijstaande woning op het perceel aan de [locatie]. Op het perceel rust ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Kernen 2010" de bestemming "Wonen". Daarnaast geldt ter plaatse het bestemmingsplan "Kernen 2010, 1e herziening", waarin voor zover van belang planregels ten aanzien van de bestemming "Wonen" zijn gewijzigd. Het bouwplan is in strijd met deze bestemmingsplannen, omdat de woning aan de westelijke zijde op minder dan de vereiste 1,5 m afstand van het aangrenzende braakliggende perceel wordt voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2013
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100188/1/R2

202100628/1/A2

Bij besluit van 10 februari 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard vanaf 17 februari 2020. Bij besluit van 12 juli 2019 heeft het CBR [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst, omdat hij volgens een mededeling van de politie, Landelijke Eenheid, van 9 juni 2019 op die dag een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen, andere dan alcohol, te weten lachgas. Hierdoor bestaat het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de geschiktheid, vereist voor het besturen van een motorrijtuig. Het onderzoek is op 26 oktober 2019 uitgevoerd door een psychiater en een arts. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een onderzoeksrapport dat aan het CBR is toegestuurd. In het rapport is geconcludeerd dat op basis van alle relevante gegevens de psychiatrische diagnose drugmisbruik in ruime zin kan worden gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2019
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100628/1/A2

202100738/1/R4

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Neder-Betuwe het bestemmingsplan "Tankstation en TOP De Vaalt, Echteld" vastgesteld. Bij besluit van 21 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe aan Shell Nederland Verkoopmaatschappij B.V. een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de oprichting en exploitatie van een onbemand tankstation voor de aflevering van benzine, diesel, Ad-Blue, Gas tot Liquid en Liquefied Natural Gas aan motorvoertuigen, ter plaatse van Medelsestraat 3 in Echteld. Het bestemmingsplan voorziet in een tankstation op het adres Medelsestraat 3 te Echteld. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend aan Shell voor de oprichting en exploitatie van het tankstation. Het tankstation geeft de mogelijkheid voor onder meer het tanken van LNG. Behalve het tanken zal er een kleinschalige horecavoorziening komen met een bruto vloeroppervlakte van circa 260 m².

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2015
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100738/1/R4

202100848/1/R3

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Meppel het bestemmingsplan "Meppel-Nieuwveense Landen 2020" vastgesteld. [appellant sub 1] woont in het plangebied aan de [locatie 1] te Meppel. Hij is eigenaar van de naast elkaar gelegen percelen met de kadastrale aanduidingen [locatie 2] en [locatie 3]. Op het perceel [locatie 2] staat zijn woning met een voortuin en een achtertuin. Het perceel [locatie 3] bestaat uit alleen tuin. Hij keert zich tegen de in het plan aan de strook grond achter het perceel [locatie 3] toegekende bestemming "Gemengd-Voorzieningen" met de functieaanduiding "zorginstelling". [bedrijf] heeft een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van een zogeheten Gastenhuis op die grond. [appellant sub 1] brengt naar voren dat zich strijd voordoet met de rechtszekerheid omdat niet duidelijk is wat onder zorgwoningen, die ter plaatse van de functieaanduiding "zorginstelling" kunnen worden gerealiseerd, moet worden verstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2017
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202100848/1/R3

202101185/1/A2

Bij uitspraak van 16 december 2020, in zaak nr. 202004364/1/A2, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het hoger beroep van [verzoekster] tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 juli 2020 in zaak nr. 19/1910 ongegrond verklaard en de uitspraak bevestigd. Bij raadsbesluit van 19 maart 2013 is het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. [verzoekster] was ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan op 19 juli 2013 mede-eigenaar van de woning aan de [locatie] te De Lutte. Op 16 maart 2018 heeft zij het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade, bestaande uit een waardevermindering van de woning, die zij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan, waarbij de bebouwingsmogelijkheden van een ten noordwesten van de woning gelegen gebied zijn verruimd. [verzoekster] vraagt om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 16 december 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1999
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Herziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202101185/1/A2

202101785/1/R4

Bij besluit van 26 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Operaplein" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van het winkelcentrum Operaplein. Op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan Amersfoort Zuid en Kattenbroek" waren op deze locatie detailhandel mogelijk en enkele voorzieningen, met op de verdiepingen 8 sociale huurwoningen. Het nieuwe plan voorziet in een appartementengebouw met op de begane grond met name detailhandel met een oppervlakte van maximaal 1500 m², en op de verdiepingen 60 woningen, waarvan minimaal 33% sociale huurwoningen. De VvE betoogt dat er geen woningen zouden moeten worden toegevoegd op deze locatie, omdat er al sprake is van een probleemwijk en een toename van het aantal bewoners in dit kleine gebied leidt tot een verdere toename van de problemen in de wijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2033
Datum uitspraak
8 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202101785/1/R4

202104519/1/V1

Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1989
Datum uitspraak
6 september 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104519/1/V1

202105097/2/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht onder meer locatie RE384 ter hoogte van IJsvogel 17 in Maarssen aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [verzoeker A] en [verzoeker B] wonen op het adres [locatie 1]. [verzoeker C] woont op het adres [locatie 2]. Vlakbij hun woningen, aan de achterzijde, is een locatie aangewezen voor de plaatsing van een ORAC. [verzoekers] zijn het niet eens met de aanwijzing van die locatie en wijzen op een alternatieve locatie in de nabije omgeving voor de woning IJsvogel 23 waar de ORAC volgens hen beter geplaatst zou kunnen worden. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om het besluit van 15 juni 2021 te schorsen totdat er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1984
Datum uitspraak
6 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105097/2/R1

202105419/2/V2

Bij besluit van 24 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1986
Datum uitspraak
3 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105419/2/V2

202005205/2/V6 en 202005206/2/V1

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 augustus 2020 in zaken nrs. 20/1382 en 20/1325.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1985
Datum uitspraak
3 september 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005205/2/V6 en 202005206/2/V1

202005210/1/V2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1980
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005210/1/V2

202100285/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1982
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100285/1/V2

202101920/1/V2

Bij besluit van 8 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1983
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101920/1/V2

202104043/2/R4

Bij besluit van 19 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beuningen geweigerd handhavend op te treden tegen het gebruik van een garage op het perceel [locatie A] voor een poppentheater en de opslag van hout, bouwmaterialen en klinkers in de tuin. Op het perceel lagen ten tijde van het besluit van 19 september 2019 een stapel boomstammen, losse boomstammen die worden gebruikt voor het houden van geiten, een stapel stenen en bouwmateriaal met daarop golfplaten. [wederpartij] woont op het nabijgelegen perceel Tempelstraat 10 en heeft het college, onder meer, verzocht hiertegen handhavend op te treden. [verzoeker] heeft een verzoek om voorlopige voorziening ingediend om te voorkomen dat hij in afwachting van de behandeling van de hoofdzaak dwangsommen verbeurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1975
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104043/2/R4

202104554/3/A3

Bij drie afzonderlijke deelbesluiten van 6 juni, 1 juli en 23 juli 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van MOB deels ingewilligd en deels afgewezen. Deze verzoeken strekten tot openbaarmaking van gegevens over alle agrarische bedrijven waarvoor een melding in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (hierna: PAS) is ingediend bij alle bevoegde gezagen vanaf 1 juli 2015 tot 13 januari 2019 en tot openbaarmaking van gegevens over alle niet-agrarische bedrijven waarvoor zo’n melding is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1945
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202104554/3/A3

202104802/2/R4

Bij besluit van 24 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Nunspeet het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nunspeet" vastgesteld. De gemeente Nunspeet is voornemens een kleinschalig bedrijventerrein te realiseren ten zuiden van de kern Elspeet. Het bestemmingsplan maakt deze transformatie planologisch mogelijk. Het plangebied wordt ontsloten op de Uddelerweg ten zuiden van de aanwezige supermarkt. Het plangebied omvat agrarische gronden gelegen tussen de Uddelerweg aan de westzijde en de Heetkamp aan de zuid- en oostzijde. Verder zijn onderdeel van het plangebied het perceel Diepeweg 20 te Elspeet en het agrarische bedrijf aan de Apeldoornseweg 80 te Elspeet. Dit bestaande agrarische bedrijf wordt beëindigd en de aanwezige agrarische bebouwing wordt gesaneerd. Partijen houdt, onder andere, verdeeld of de met het plan voorziene ontwikkelingen leiden tot een aantasting van het essentiële leefgebied van de dassen uit de dassenburcht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1974
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202104802/2/R4

202104878/1/V3

Bij besluiten van 29 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit), een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2045
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202104878/1/V3

202105198/2/V2

Bij besluit van 23 juni 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1981
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105198/2/V2

202105240/2/V2

Bij besluit van 20 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1979
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105240/2/V2

202105265/2/A3

Bij besluit van 1 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam een verzoek van [verzoekster] om haar in te schrijven in de Basisregistratie Personen op het adres [locatie A] te Rotterdam, buiten behandeling gesteld. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat het college haar, in afwachting van de uitspraak op het door haar ingestelde hoger beroep, conform haar verzoek op het adres [locatie A] te Rotterdam moet inschrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1973
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202105265/2/A3

202105272/2/V2

Bij besluit van 9 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1978
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105272/2/V2

202105301/2/V2

Bij besluit van 18 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1977
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105301/2/V2

202105595/2/R4

Bij besluit van 3 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel aan [verzoeker] gelast om vijf overtredingen op zijn perceel aan de [locatie] te Vessem te beëindigen en beëindigd te houden. De rechtbank heeft in de uitspraak van 6 augustus 2021 de zogenoemde begunstigingstermijn die voor de lasten 1, 2 en 3 geldt verlengd tot drie weken na de verzending van deze uitspraak. Gezien de datum van de verzending van de uitspraak (9 augustus 2021) is de begunstigingstermijn afgelopen op 30 augustus 2021. Met het voor de afloop van de begunstigingstermijn, op 29 augustus 2021, bij de Afdeling ingekomen verzoek beoogt [verzoeker] te bewerkstelligen dat de begunstigingstermijn wordt verlengd, zodat door hem hangende de procedure bij de Afdeling geen dwangsommen in verband met de lasten worden verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1972
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105595/2/R4

202104261/2/R4

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 20 april 2021 van de rechtbank Midden­Nederland, waarbij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Blaricum van 15 augustus 2019 is vernietigd en het college is opgedragen om binnen 6 weken na verzending van die uitspraak een nieuw besluit te nemen. Het college van burgemeester en wethouders van Blaricum heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat het college van burgemeester en wethouders van Blaricum geen nieuw besluit hoeft te nemen totdat op zijn hoger beroep is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1995
Datum uitspraak
2 september 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202104261/2/R4

202006984/1/V1

Bij besluit van 28 oktober 2020 (hierna: het besluit) heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een opvolgende aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1948
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006984/1/V1

202103666/2/R4

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan MVC een nieuwe tijdelijke vergunning verleend voor het gebruik van het perceel Ringkade 35 te Utrecht als modelvliegclub voor de periode tot 1 december 2021. Op grond van deze vergunning mogen de leden van MVC vliegen met modelvliegtuigen, maar alleen binnen een bepaalde vliegcirkel. In de eerder aan MVC verleende tijdelijke omgevingsvergunning van 28 juli 2014 was als voorschrift opgenomen dat ten minste op een hoogte van 20 meter boven andere percelen moet worden gevlogen. De rechtbank heeft overwogen dat weliswaar geen minimum vlieghoogte is voorgeschreven in de wet, maar indien een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt verleend, wel sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1937
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202103666/2/R4

202105209/2/V3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1936
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105209/2/V3

202105283/2/V2

Bij besluit van 5 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1949
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105283/2/V2

202105650/2/V2

Bij besluiten van 14 augustus 2020 en 1 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1976
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105650/2/V2

201807760/5/R3

Bij tussenuitspraak van 24 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4440, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Steenwijkerland opgedragen om gebreken te herstellen in het besluit van 19 juni 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Giethoorn-uitbreiding hotel de Harmonie". De raad heeft bij besluit van 21 april 2020 het plan gewijzigd. Het college heeft bij besluit van 8 mei 2020 de omgevingsvergunning van 13 augustus 2018 voor de uitbreiding van hotel De Harmonie gewijzigd voor zover het betreft de activiteit bouwen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat de raad het plan wat betreft de gevolgen voor het verkeer en het parkeren niet zorgvuldig heeft vastgesteld. Ook is geoordeeld dat de raad onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat is verzekerd dat het plan de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet zal aantasten en dat het plan in zoverre is vastgesteld in strijd met artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1969
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201807760/5/R3

201809125/4/R1

Bij tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1014, heeft de Afdeling de raad van de gemeente West Betuwe opgedragen om binnen 20 weken na de verzending daarvan het gebrek in het besluit van 23 april 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Brede school en woningen, Spijk" te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad het bestemmingsplan bij besluit van 29 september 2020 gewijzigd vastgesteld. De tussenuitspraak is gedaan naar aanleiding van het beroep van [appellant]. De Afdeling heeft daarin, onder 12.6, vastgesteld dat [appellant] op zijn perceel [locatie] mogelijkheden heeft om binnen het kader van bijlage II van het Bor, vergunningvrij een mantelzorgwoning in zijn achtertuin te bouwen en daar binnen het kader van het plan "Spijk", dat is vastgesteld op 4 december 2008, een bijgebouw te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1970
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201809125/4/R1

201905853/1/A2

Bij besluit van 25 oktober 2010 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu aan [appellante] € 83.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2008, toegekend voor waardevermindering van haar bedrijf als gevolg van de inwerkingtreding van de Beleidslijn Ruimte voor de Rivier. De minister heeft geweigerd aan [appellante] een vergoeding toe te kennen voor inkomensschade. Bij uitspraak van 21 juni 2019 heeft de rechtbank vastgesteld dat alleen de vergoeding voor inkomensschade in geschil is. [appellante] exploiteert op diverse locaties in en rondom Baarlo en Kessel varkenshouderijen. In de loop der jaren is het aantal bedrijven uitgebreid met een nieuwe locatie aan de A67 en een locatie in Duitsland. [appellante] stelt dat zij als gevolg van de weigering van de Wbr-vergunning haar uitbreidingsplannen niet heeft kunnen realiseren. Omdat de beoogde biggenstal niet doorging, zag zij zich genoodzaakt een extra locatie te verwerven om de biggen te kunnen opfokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1950
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905853/1/A2

201907590/1/R3

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Madurodam" vastgesteld. Met het plan wordt voorzien in de gedeeltelijke in- en uitbreiding van het attractiepark Madurodam. Het plan biedt verruiming van de planologische bouwmogelijkheden met 4.000 m2, tot in totaal 12.500 m2. Het bestemmingsplan voorziet in het aan het bestaande attractiepark grenzende gebied de Scheveningse Bosjes in een uitbreiding met een oppervlakte van 0,6 ha. Naast de gronden voor het attractiepark omvat het plangebied ook een gebied van ongeveer 1 ha tussen de keerlus naast het George Maduroplein, het Hubertusviaduct en de Koninginnegracht. Op deze gronden is de compensatie voorzien voor de bomen die als gevolg van de uitbreiding van Madurodam in een deel van de Scheveningse Bosjes moeten worden gekapt. Appellanten vrezen als gevolg van het plan voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat en de natuur- en landschapswaarden in en om het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1971
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907590/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907590/1/R3

201908316/1/R1

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Velsen het bestemmingsplan "Brederoodseweg 41" vastgesteld. Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen omgevingsvergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de bouw van twee woningen op het perceel Brederoodseweg 41. Het plan biedt het juridisch-planologisch kader voor de bouw van drie woningen op het perceel, waar voorheen een glastuinbouwbedrijf was gevestigd. Het perceel is in eigendom van [bedrijf] en anderen, die de woningen willen realiseren. Het plangebied wordt begrensd door het tennispark Brederode aan de zuidkant, de Brederoodseweg en het verlengde daarvan aan de westkant en een sloot aan de noord- en oostkant. Bijna direct ten westen van het plangebied ligt de Ruïne van Brederode. Dit is een rijksmonument. Het college heeft voor de bouw van twee woningen een omgevingsvergunning verleend aan [bedrijf].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1956
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908316/1/R1

202000755/1/R2 en 202000837/1/R2

Bij besluit van 18 december 2019 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Vensteeg 1" vastgesteld. Bij besluit van 19 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert hogere waarden zoals bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Vensteeg 1". Het plan voorziet op initiatief van [initiatiefnemers] in een ruimte-voor-ruimtewoning op het perceel Vensteeg 1 te Weert. Het plangebied ligt aan de westkant van de Vensteeg en de noordkant van de Gebleektesteeg in het buitengebied van de gemeente Weert. [appellant sub 1], en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen in de omgeving van het plangebied en zij vrezen dat als gevolg van het voorliggende plan hun woon- en leefklimaat op onaanvaardbare wijze zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1967
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202000755/1/R2 en 202000837/1/R2

202001503/1/V1, 202005113/3/V1 en 202102273/1/V1

De vreemdelingen hebben ieder in Nederland een verzoek om internationale bescherming ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft in de eerste twee zaken Italië en in de derde zaak Roemenië verantwoordelijk gehouden voor de behandeling van deze verzoeken. Italië heeft het overnameverzoek in zaak nr. 202001503/1/V1 en het terugnameverzoek in zaak nr. 202005113/3/V1 stilzwijgend geaccepteerd. In zaak nr. 202102273/1/V1 heeft Roemenië het terugnameverzoek geaccepteerd. Gelet hierop heeft de staatssecretaris de verzoeken om internationale bescherming niet in behandeling genomen. De rechtbanken hebben in verschillende uitspraken de besluiten van de staatssecretaris, om de verzoeken om internationale bescherming niet in behandeling te nemen, vernietigd. Reden voor het vernietigen van de besluiten in twee van deze uitspraken was gelegen in motiveringsgebreken van de staatssecretaris in de besluitvorming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1929
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Verwijzingsuitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001503/1/V1, 202005113/3/V1 en 202102273/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202001503/1/V1, 202005113/3/V1 en 202102273/1/V1

202002079/1/R2

Bij besluit van 5 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Weert geweigerd het bestemmingsplan "Mollenakkersteeg 1" vast te stellen. Ruimte voor Ruimte Limburg Beheer B.V. en anderen hebben aan het college van burgemeester en wethouders van Weert verzocht om medewerking te verlenen aan het realiseren van een zogeheten ruimte-voor-ruimtewoning op het perceel Mollenakkersteeg 1.Het college heeft de gemeenteraad voorgesteld het ontwerpplan vast te stellen. De raad hecht echter meer belang aan versterking van het landschap nabij het bestaande natuurgebied en de recreatieve functie in de standsrandzone dan aan de bouw van een woning op deze locatie en heeft bij het besluit van 5 februari 2020 geweigerd het bestemmingsplan vast te stellen. Ruimte voor Ruimte Limburg Beheer B.V. en anderen zijn van mening dat het belang van natuur en landschap zich niet verzet tegen de beoogde ruimte-voor-ruimtewoning en dat het initiatief niet in strijd is met het gemeentelijk beleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1968
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002079/1/R2

202002505/1/R2

Bij besluit van 23 november 2017 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd aan [appellant] om het scheermesprikkeldraad ter hoogte van [woonschip 1] en [woonschip 2] te Warmond te (laten) verwijderen en verwijderd te houden. Op 13 april 2017 heeft [partij] het college verzocht om handhavend op te treden tegen het door [appellant] geplaatste scheermesprikkeldraad ter hoogte van haar [woonschip 1]. De toezichthouder van het college heeft tijdens een naar aanleiding daarvan uitgevoerde controle op 15 juni 2017 geconstateerd dat door [appellant] scheermesprikkeldraad is geplaatst ter hoogte van [woonschip 1] en [woonschip 2]. Nadat de toezichthouder van het college tijdens controles op 3 april 2018, 11 april 2018, 9 mei 2018 en 6 juni 2018 heeft geconstateerd dat het scheermesprikkeldraad bij [woonschip 1] en [woonschip 2] niet was verwijderd, is het college overgegaan tot invordering van verbeurde dwangsommen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1951
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002505/1/R2

202002509/1/R1

Bij besluit van 2 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Heiloo het bestemmingsplan en het exploitatieplan "Zandzoom 2019" vastgesteld. Het gebied Zandzoom ten zuiden van de kern Heiloo is een vrij open en groen ingericht gebied. Het bestaat uit lintbebouwing te midden van weilanden, wat kleinschalige bedrijvigheid en wat clusters van woningen. Het plan transformeert dit tot een nieuwe woonwijk 'Zandzoom' met 1.285 nieuwe woningen. Meerdere appellanten betogen dat het plan onvoldoende garanties biedt voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in de vorm van openheid, groen, privacy en uitzicht. Deze betogen hebben betrekking op het globale karakter van het bestemmingsplan, waarbij het plan moet worden uitgewerkt in verkavelingsplannen. Het betreft een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Meerdere appellanten betogen dat de gevolgen van het plan voor het verkeer onvoldoende zijn onderzocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1960
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202002509/1/R1

202002541/1/R2

Bij besluit van 6 mei 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming verleend aan SVP Productie B.V. voor het oprichten van een biowarmtecentrale aan de Visserijweg 51 in Purmerend. SVP levert stadsverwarming aan de bewoners en bedrijven van Purmerend vanaf drie productie-installaties, te weten de biowarmtecentrale "De Purmer" aan Contact 1a en twee gasgestookte hulpwarmtecentrales aan de Waterlandlaan 111 en Verbindingsweg 1 in Purmerend. Om meer warmte te kunnen leveren aan het stadsverwarmingsnet van Purmerend, beoogt SVP de nieuwe centrale op het bedrijventerrein "Baanstee Noord" aan de Visserijweg 51 in Purmerend op te richten en in gebruik te nemen. De centrale zal gebruik maken van een stookinstallatie gestookt op schone houtsnippers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1938
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202002541/1/R2

202002542/1/R2

Bij besluit van 23 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend een omgevingsvergunning verleend aan SVP Productie B.V. voor het project tot oprichting van een biowarmtecentrale op het bedrijventerrein "Baanstee Noord" in Purmerend. SVP levert stadsverwarming aan de bewoners en bedrijven van Purmerend vanaf drie productie-installaties, namelijk via biowarmtecentrale "De Purmer" aan Contact 1a en twee gasgestookte hulpwarmtecentrales aan de Waterlandlaan 111 en Verbindingsweg 1 in Purmerend. SVP wil meer warmte kunnen leveren via het stadsverwarmingsnet van Purmerend. De centrale zal onder meer bestaan uit een ontvangstruimte, een opslagruimte voor houtsnippers (hierna: de bunker), een ketelhuis, een schoorsteen en een waterbuffertank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1939
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002542/1/R2

202003806/1/R3

Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Aa en Hunze het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Grolloo, Lienstukken-Zuid" vastgesteld. Het plan voorziet in een nieuw woongebied voor 10 woningen aan de zuidrand van het dorp Grolloo, aansluitend aan de bestaande straat Lienstukken. Het terrein is volgens de plantoelichting nu in gebruik als agrarische cultuurgrond. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen wonen allen aan de Lienstukken en de Schoonloërstraat in Grolloo, ten noorden en oosten van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan, omdat zij vrezen dat dit in de toekomst zal leiden tot meer woningbouw aan de rand van Grolloo. Zij stellen dat de woningbouw leidt tot een onaanvaardbare aantasting van het open landschap en het dorpsaanzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1953
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202003806/1/R3

202004038/1/R3

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eemsdelta aan [appellant sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bijgebouw op het perceel [locatie 1] te Westeremden. [appellant sub 1] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Westeremden en het kadastrale perceel 1477. Dit perceel is gelegen achter de woning van [appellant sub 1] en de woningen aan de [locatie 2] en [locatie 3]. Op 18 juli 2018 heeft [appellant sub 1] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bijgebouw met een oppervlakte van 80 m² op het perceel. Het college heeft bij besluit van 17 oktober 2018 de omgevingsvergunning verleend. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] te Westeremden. Hij is het onder meer niet eens met de ligging en de omvang van het bijgebouw en vindt in dat verband dat het college nadere eisen had moeten stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1965
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004038/1/R3

202004135/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2020 heeft de burgemeester van Sluis [appellante sub 1] opnieuw een exploitatievergunning voor onbepaalde tijd verleend voor ondersteunende horeca-activiteiten ten behoeve van klanten van de winkel op het adres [locatie] te Breskens, met inbegrip van een terras met een oppervlakte van 30 m2. [appellante sub 1] exploiteert onder de naam [bedrijf A] een winkel, waarin onder meer strand-, cadeau- en woondecoratieartikelen worden verkocht. [appellante sub 2] exploiteert schuin tegenover de winkel van [appellante sub 1] onder de naam [bedrijf B] een pannenkoekenhuis met twee terrassen. [appellante sub 1] heeft de burgemeester verzocht om een vergunning voor een openbare inrichting, met inbegrip van een terras. De burgemeester heeft een exploitatievergunning verleend voor een winkel met ondersteunende horeca-activiteiten ten behoeve van klanten van de winkel, met inbegrip van een terras met een oppervlakte van 30 m2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1954
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Drank en horeca
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202004135/1/A3

202004807/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellante] over 2017 definitief berekend en vastgesteld op € 1.062,00 en het te veel betaalde voorschot van € 2.342,00 teruggevorderd. [appellante] heeft over 2017 en 2018 voorschotten huurtoeslag ontvangen voor haar huurwoning in Dordrecht. Zij huurt deze woning van de woningcorporatie Woonbron. Bij besluit van 21 juli 2018 is de huurtoeslag over 2017 definitief berekend. Bij besluit van 5 februari 2021 is de huurtoeslag over 2018 ook definitief berekend en vastgesteld op € 445,00. [appellante] en de Belastingdienst/Toeslagen verschillen van mening over de bij de berekening van de huurtoeslag toe te passen rekenhuur over de periode 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1963
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202004807/1/A2

202004888/1/A3

Bij besluit van 1 maart 2019 heeft de burgemeester van burgemeester en wethouders (lees: de burgemeester) van Rijssen-Holten geweigerd om [appellante] een exploitatievergunning en een Drank- en Horecawetvergunning te verlenen. [appellante] heeft met het oog op haar voornemen een horecabedrijf op te richten aan de [locatie] te Rijssen op 14 mei 2018 een exploitatievergunning en een Drank- en Horecawetvergunning aangevraagd bij de burgemeester. De burgemeester heeft het Landelijk Bureau Bibob om advies gevraagd. Het Bureau heeft in zijn rapport van 28 november 2018 geconcludeerd dat sprake was van een ernstig gevaar dat de aangevraagde vergunningen mede zouden worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. Aan deze gevaarsconclusie heeft het Bureau ten grondslag gelegd dat [bedrijf A], waarvan de broer van [appellante] indirect enig aandeelhouder en bestuurder is, in 2016 structureel heeft gehandeld in strijd met de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1964
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202004888/1/A3

202004892/1/R1

Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer besloten tot invordering van een volgens hem door [appellant A] verbeurde dwangsom van € 1.500,00. Het college heeft [appellant A] bij besluit van 28 februari 2019 drie lasten onder dwangsom opgelegd. Het college heeft haar gelast om op het perceel [locatie A] te [plaats] uiterlijk op 28 april 2019 een betonnen bloembak en een hekwerk links naast die bloembak geheel te verwijderen en verwijderd te houden. Verder heeft het college haar gelast een hekwerk met een hoogte van 196 cm en een breedte van 365 cm, dat rechts van de bloembak is gerealiseerd, geheel te verwijderen en verwijderd te houden of te verlagen naar een hoogte van maximaal 1 m. Aan de laatste last is een dwangsom verbonden van € 1.500,00 ineens. [appellant A] en [appellant B] hebben geen rechtsmiddelen aangewend tegen de lasten onder dwangsom. [appellant A] heeft aan de eerste twee lasten voldaan, maar niet tijdig aan de derde last.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1962
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004892/1/R1

202005715/1/A2

Bij besluit van 23 september 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen [appellante] laten weten dat uit de door haar overgelegde stukken onvoldoende is gebleken dat [persoon] haar onderhuurder is, zodat zijn inkomen blijft meetellen bij de berekening van haar recht op huurtoeslag en dit recht over 2019 niet wordt aangepast. [appellante] huurt een woonruimte aan de [locatie] te [plaats]. Sinds 17 augustus 2017 staat ook [persoon] op dit adres ingeschreven in de Basisregistratie Personen. Bij de berekening van het recht op huurtoeslag van [appellante] over 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen [persoon] als haar medebewoner aangemerkt. Volgens [appellante] is dit onjuist en is [persoon] haar onderhuurder. Ter staving van dit standpunt heeft zij op 5 september 2019 een afschrift van de huurovereenkomst tussen haar en [persoon] overgelegd, evenals twee betaalbewijzen waaruit betaling door [persoon] blijkt. De huurovereenkomst is op 30 augustus 2019 door beiden ondertekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1959
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202005715/1/A2

202005923/1/A3

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand een verzoek van [appellant B] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. In het verleden had [appellant B] vaak te kampen met diefstal van goederen uit geparkeerde opleggers van vrachtwagens. Daarom is volgens [appellant B] in 1998 na overleg met de toenmalige wethouders die over ruimtelijke ordening gingen een erfafscheidingsmuur geplaatst. Later is die erfafscheidingsmuur verhoogd. Op 18 mei 2018 heeft [appellant B] op grond van de Wob het college verzocht informatie openbaar te maken die betrekking heeft op een aanvraag voor een bouwvergunning om de erfafscheidingsmuur te verhogen, bekend onder nummer 20035076. [appellant B] stelt dat hij die aanvraag heeft ingediend. Het college heeft het verzoek op 28 mei 2018 niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gevraagde documenten al openbaar zijn gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1966
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005923/1/A3

202006040/1/A2

Bij besluit van 19 april 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in schade die ganzen hebben toegebracht aan door hem gepachte gronden afgewezen. [appellant] exploiteert een melkveebedrijf en pacht hiervoor gronden van in totaal 120 hectare van de Staat der Nederlanden. [appellant] heeft het college bij formulier van 11 april 2019 verzocht hem tegemoet te komen in schade die ganzen hebben toegebracht aan de gronden die hij pacht. Het college heeft aan zijn besluitvorming het volgende ten grondslag gelegd. Het college kent geen tegemoetkoming in zogenoemde faunaschade toe als de schade is toegebracht aan gronden die in erfpacht of pacht zijn gegeven en waarvoor beperkingen in het landbouwkundig gebruik gelden of beperkingen ten aanzien van het bestrijden van schadeveroorzakende diersoorten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1955
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202006040/1/A2

202006131/1/V6

Bij besluit van 13 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 16.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen en besloten tot openbaarmaking van inspectiegegevens. De inspectie SZW heeft een onderzoek ingesteld naar de naleving van de Wav in het kader van een pilotproject genaamd 'Erkende Referenten'. Dit project houdt in dat de inspectie SZW samen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: de IND) onderzoek doet naar de gehele bedrijfsvoering van werkgevers van kennismigranten. Op 13 maart 2018 heeft de Inspectie SZW informatie van de IND ontvangen waaruit bleek dat twee vreemdelingen, van Chinese nationaliteit, als kennismigranten werkzaam waren bij [appellante]. De minister heeft de aan [appellante] opgelegde boete van € 16.000,00 in het besluit teruggebracht naar € 8.000,00, omdat [appellante] voor [vreemdeling A] heeft voldaan aan het looncriterium.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1958
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202006131/1/V6

202006168/1/R4

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast een houten erfafscheiding op het perceel [locatie A] in Loosdrecht aan te passen tot een hoogte van 1 m en aangepast te houden, of te verwijderen en verwijderd te houden. Naar aanleiding van een verzoek om handhaving heeft het college een controle van het perceel uitgevoerd. Uit die controle is gebleken dat [appellante] op het perceel een erfafscheiding heeft geplaatst met een maximale hoogte van 2 m. Niet in geschil is dat de erfafscheiding in strijd is met het bestemmingsplan "Loosdrecht landelijk gebied noordoost - 2012", omdat de bouwhoogte van erfafscheidingen ten hoogste 1 m mag bedragen. Ook is niet in geschil dat [appellante] door het plaatsen van de erfafscheiding in strijd heeft gehandeld met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1961
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006168/1/R4

202006183/1/V6

Bij besluit van 23 november 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [wederpartij] een boete opgelegd van € 8.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen en besloten tot openbaarmaking van inspectiegegevens. De inspectie SZW heeft op 3 mei 2018 een onderzoek ingesteld naar de onderneming [naam bedrijf A] van [wederpartij] in het kader van een pilotproject genaamd 'Erkende Referenten'. Dit project houdt in dat de inspectie SZW samen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: de IND) onderzoek doet naar de gehele bedrijfsvoering van werkgevers van kennismigranten. Uit een administratief onderzoek is gebleken dat drie kennismigranten arbeid hadden verricht voor [bedrijf A]. De minister heeft het boetenormbedrag van € 4.000,00 met 100% verhoogd tot € 8.000,00, omdat sprake is van recidive als bedoeld in artikel 19d, tweede lid, van de Wav.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1957
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202006183/1/V6

202006203/1/R3

Bij besluit van 23 september 2020 heeft de raad van de gemeente Nissewaard het bestemmingsplan "Heenvliet Zuid" vastgesteld. Met het plan beoogt de raad de vrijgekomen gronden van de voetbalverenigingen v.v. P.F.C. en H.V.V. Bernisse, gelegen tussen de Groene Kruisweg en de Gouwershoeck, te herontwikkelen en daarmee ruimte te creëren voor detailhandel, het Medische Centrum Heenvliet en een parkeerterrein. [appellant] woont aan de [locatie] in Heenvliet, tegenover het plangebied. [appellant] vreest dat als gevolg van het plan bomen zullen verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1952
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006203/1/R3

202100566/1/A2

Bij besluit van 4 december 2019 heeft het CBR aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. Op 29 november 2019 is aan het CBR een schriftelijke mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid en/of lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Deze mededeling is gebaseerd op een op ambtseed opgemaakt proces-verbaal van snelheid van de politie, eenheid Noord-Holland, van 17 november 2019. Volgens dat proces-verbaal heeft verbalisant geconstateerd dat [appellant] op die dag om 23:28 uur als bestuurder van een personenauto binnen de bebouwde kom de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 70 km/h heeft overschreden met 51 km/h.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1877
Datum uitspraak
1 september 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100566/1/A2

201808210/1/V2

Bij besluit van 27 juli 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1946
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201808210/1/V2

201904296/1/V2

Bij besluit van 23 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1940
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201904296/1/V2

201908246/1/V2

Bij besluit van 11 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1947
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908246/1/V2

202105153/2/V2

Bij besluit van 8 april 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1944
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105153/2/V2

202105163/2/V2

Bij besluit van 22 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1943
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105163/2/V2

202105217/2/V2

Bij besluit van 22 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1941
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105217/2/V2

202105441/2/V2

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1942
Datum uitspraak
31 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105441/2/V2

202100664/1/V3

Bij besluiten van 11 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en haar in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1987
Datum uitspraak
30 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100664/1/V3

202104156/1/R3 en 202104156/2/R3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Smallingerland het bestemmingsplan "Nijega - Kommisjewei - Transportonderneming" vastgesteld. [bedrijf] is een eenmanszaak die met een vrachtwagencombinatie bijzondere transporten uitvoert. Het bedrijf is momenteel gevestigd in het bebouwingslint langs de Kommisjewei te Nijega. [bedrijf] heeft de raad gevraagd om het bestemmingsplan te herzien, zodat het bedrijf kan worden verplaatst naar een perceel verderop aan de Kommisjewei. Dit perceel ligt vanuit het lint gezien achter een knik in de Kommisjewei, in het buitengebied dat grenst aan het dorp Nijega. [appellant] woont in het voormalige tolhuis aan de [locatie] op korte afstand van het perceel. Hij is het er niet mee eens dat de raad de bedrijfsverplaatsing naar het perceel mogelijk heeft gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1925
Datum uitspraak
30 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202104156/1/R3 en 202104156/2/R3

202105139/3/V1

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1933
Datum uitspraak
30 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105139/3/V1
vorige pagina1...188189190...1.206volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon