Uitspraak 202200923/2/R2


Volledige tekst

202200923/2/R2.
Datum beslissing: 30 augustus 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen:

1.       [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],

2.       [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te Tilburg,

3.       [appellant sub 3], gevestigd te Tilburg, en anderen,

4.       [appellant sub 4], wonend te Tilburg,

5.       [appellant sub 5], wonend te Tilburg,

6.       Stichting Brabantse Milieufederatie (hierna: BMF), gevestigd te Tilburg, en anderen,

7.       [appellant sub 7], wonend te Tilburg,

8.       Bewonersvereniging Buitengebied Zuidwest-Tilburg, gevestigd te Tilburg,

9.       [appellant sub 9A] en [appellant sub 9B] (hierna tezamen en in enkelvoud [appellant sub 9], beiden wonend te Tilburg,

10.     Stichting Reeshof aan Zet, gevestigd te Tilburg,

11.     [appellant sub 11], wonend te Tilburg,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Tilburg,

verweerder.

Procesverloop

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 15 november 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan  "Werklandschap Wijkevoort 2020" en het exploitatieplan "Werklandschap Wijkevoort, fase 1, 2021".

De raad heeft de vertrouwelijke versie van een aantal stukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

Het betreft de koopovereenkomst en vijf bijlagen daarbij voor het perceel Prinsenhoef 2 en de koopovereenkomst voor het perceel Vosheining 6. De raad heeft deze stukken overgelegd om aan te tonen dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor externe saldering in het kader van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb).

Overwegingen

1.       De raad heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de koopovereenkomsten kennis zal nemen. Volgens de raad geven de overeenkomsten inzicht in de onderhandelingsstrategie van de gemeente Tilburg inzake de verwerving van gronden, omdat daaruit kan worden afgeleid hoe zij zich opstelt tijdens onderhandelingen en onder welke voorwaarden zij bereid is gronden aan te kopen. Als deze informatie voor iedereen openbaar is, zouden derden hun onderhandelingspositie ten opzichte van de gemeente kunnen afstemmen op de gemeente gemaakte kosten- en prijsberaming inzake de aankoop en verwerving van gronden. Volgens de raad is dit risico reëel, omdat de gemeente nog gronden wenst te verwerven met het oog op de gewenste ontwikkeling van Wijkevoort. De raad wijst er daarbij op dat zij in onderhandeling is met een aantal appellanten, [appellant sub 1], [appellant sub 7], [appellant sub 5] en [appellant sub 9] over de aankoop van hun gronden.

2.       Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.

3.       Wat betreft de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2 en de bijlagen daarbij wijst de Afdeling het verzoek af voor deze gedeelten:

- de tekst onder de kop IN AANMERKING NEMENDE tot de kop VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT. In deze tekst staat de aanleiding voor de koopovereenkomst;

- artikel 13 dat over de overdracht van de stikstofemissieruimte gaat;

- bijlage 1 die aankooptekeningen van het perceel bevat;

- bijlage 2 die een luchtfoto van het perceel bevat;

- bijlage 3 die een aanvraag voor een vergunning op grond van de Hinderwet bevat en de verleende vergunning bevat;

- bijlage 4 die een overzicht van de gemeente bevat over de status van de vergunning en het aantal dieren dat op grond van deze vergunning mag worden gehouden;

Wat betreft de koopovereenkomst voor het perceel Vosheining 6 wijst de Afdeling het verzoek af voor deze gedeelten:

- de tekst onder de kop IN AANMERKING NEMENDE tot de kop VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT. In deze tekst staat de aanleiding voor de koopovereenkomst;

- artikel 5, derde lid, dat informatie bevat over de doeleinden waarvoor de gemeente het perceel wil gebruiken;

- artikel 8, eerste en tweede lid, dat afspraken bevat over de feitelijke levering van het perceel en voortgezet gebruik;

De Afdeling is van oordeel dat de belangen die gemoeid zijn met beperkte kennisneming voor deze gedeelten minder zwaar wegen dan het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie. Deze gedeelten bevatten geen informatie die de onderhandelingspositie van de gemeente in andere gevallen kan schaden. Deze gedeelten bevatten echter wel informatie die relevant is voor onder meer het beroep van BMF en anderen. Onder meer BMF en anderen hebben aangevoerd dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor externe saldering in het kader van de Wnb.

4.       De Afdeling wijst het verzoek toe voor de overige gedeelten van de koopovereenkomsten en bijlage 5 bij de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2. Deze gedeelten bevatten wel informatie die de onderhandelingspositie van de gemeente in andere gevallen kan schaden en/of persoonsgegevens, maar geen relevante informatie voor de beroepen van appellanten.

5.       De Afdeling bepaalt dat de koopovereenkomst en de bijlagen daarbij voor het perceel Prinsenhoef 2 en de koopovereenkomst voor het perceel Vosheining 6 worden teruggezonden aan de raad. De Afdeling zal aan de raad verzoeken versies van deze koopovereenkomsten waarin de gedeelten waarvoor het verzoek om geheimhouding is afgewezen niet zijn weggelakt aan de Afdeling en de andere partijen te sturen. De Afdeling zal ook aan de raad verzoeken bijlagen 1 tot en met 4 bij de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2 aan de Afdeling en de andere partijen te sturen. De Afdeling zal de raad tot slot verzoeken de ongeschoonde versies van de koopovereenkomsten en bijlage 5 bij de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2, waarvan uitsluitend de Afdeling kennis mag nemen, weer in te zenden.

6.       Indien de raad geen gehoor geeft aan de in dictumonderdelen III. en IV. aangeduide verzoeken kan de Afdeling daaraan gevolgen verbinden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        wijst het verzoek af:

a. wat betreft de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2 en de bijlagen daarbij voor:

- de tekst onder de kop IN AANMERKING NEMENDE tot de kop VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT;

- artikel 13;

- bijlagen 1 tot en met 4;

b. wat betreft de koopovereenkomst voor het perceel Vosheining 6 voor:

- de tekst onder de kop IN AANMERKING NEMENDE tot de kop VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT;

- artikel 5, derde lid;

- artikel 8, eerste en tweede lid;

II.       wijst het verzoek voor het overige toe;

III.      verzoekt de raad van de gemeente Tilburg om binnen 14 dagen na vandaag aan de Afdeling en de andere partijen toe te sturen:

- versies van deze koopovereenkomsten waarin de gedeelten waarvoor het verzoek om geheimhouding is afgewezen niet zijn weggelakt;

- bijlagen 1 tot en met 4 bij de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2;

IV.      verzoekt de raad van de gemeente Tilburg om binnen 14 dagen na vandaag de ongeschoonde versies van de koopovereenkomsten en bijlage 5 bij de koopovereenkomst voor het perceel Prinsenhoef 2 aan de Afdeling toe te sturen;

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.

w.g. Daalder
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer

w.g. Van Driel Kluit
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 30 augustus 2022

703