Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.667
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201907887/1/A3

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1543
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201907887/1/A3

201908281/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2016 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van [appellant] om kennisneming van bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: de AIVD) aanwezige gegevens over opnames die zijn gemaakt in een pand aan de Antheunisstraat te Den Haag van leden van de zogenoemde Hofstadgroep (hierna: de Hofstadtaps) afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1522
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908281/1/A3

201908454/1/R1

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Middelburg het bestemmingsplan "Studentenhuisvesting Kanaalweg" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet op het perceel Kanaalweg 2-18 in studentenhuisvesting met een maximum bouwhoogte van 27,5 m. Het plan beoogt te voorzien in 119 appartementen (117 tweekamerappartementen voor maximaal 2 personen en 2 eenpersoonsappartementen). Het plangebied ligt tussen de Kanaalweg, de Schroeweg, het station en de spoorlijn Middelburg-Vlissingen. Woongoed is initiatiefnemer van de voorziene ontwikkeling. De omgevingsvergunning is verleend aan Woongoed en ziet op het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de studentenhuisvesting. Verder heeft het college hogere geluidgrenswaarden vastgesteld voor het gebouw. [appellant] en anderen wonen circa 65 m tot 75 m ten zuiden van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning, omdat zij onder meer vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1521
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201908454/1/R1

201908703/1/R1

Bij besluit van 19 september 2019 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Woontoren Fibonacci" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een woontoren (Fibonacci) met maximaal 243 woningen op het perceel op de hoek van Panamalaan en Cruquiuskade in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam (stadsdeel Oost). [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] wonen onderscheidenlijk aan het [locatie 1] en [locatie 2] in Amsterdam. Zij wonen in het Sporenbooggebouw van het Funenpark dat ten westen van het plangebied ligt. [appellant sub 1], [appellanten sub 2] vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat door onder meer een verlies van bezonning, privacy en vrij uitzicht vanwege de bouwhoogte van de woontoren Fibonacci. VORM is initiatiefnemer van het plan en wenst de woontoren Fibonacci te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1525
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908703/1/R1

201908867/1/R4

Bij besluit van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor een hekwerk op het perceel Stobbenakker 36 in Twello. [appellant] heeft op zijn perceel een hekwerk opgericht in de vorm van een dubbelstaafmat, met een hoogte van 2 m, in een beukenhaag. Het hekwerk dient als afscheiding en is gerealiseerd aan de achterzijde van de woning, rondom het perceel. Ter gedeeltelijke legalisering van het hekwerk heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Schaker Twello, geconsolideerde versie". De woning van [appellant] staat op het deel van het perceel met de bestemming "Wonen - 1".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1524
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201908867/1/R4

201908940/1/V2

Bij besluit van 14 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken, de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1503
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201908940/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201908940/1/V2

202000560/1/R1

Bij besluit van 17 september 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Flevoland besloten goedkeuring te verlenen aan een projectplan als bedoeld in artikel 2.13, tweede lid, van de Omgevingsverordening Flevoland. De Omgevingsverordening Flevoland bepaalt dat een bestemmingsplan binnen twee jaar na goedkeuring van een projectplan door gedeputeerde staten, conform dat projectplan uitsluitend voorziet in nieuwe windmolens binnen bepaalde gebieden. Het projectplan betreft in dit geval windturbines aan de Hoge Vaart, tussen Ketelhaven en de Hanzelijn, en aan de Hondtocht, tussen de Hanzeweg en de Hanzelijn. Windkoepel Groen zal deze turbines exploiteren. [appellante] en anderen betogen dat het college het projectplan niet had mogen goedkeuren. Zij stellen dat het projectplan niet voldoet aan de eisen die in de Omgevingsverordening Flevoland hieraan zijn gesteld. Zo is onder meer geen eerlijke mogelijkheid tot participatie geboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1540
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202000560/1/R1

202000662/1/A3

Bij besluit van 25 april 2018 heeft de burgemeester van Eindhoven op grond van artikel 2:40a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven bevolen dat de door de V.O.F. geëxploiteerde [bedrijf] op het adres [locatie] in Eindhoven twee weken sluit, met ingang van de dag dat daarop een openbare bekendmaking wordt aangebracht. Voorafgaand aan het sluitingsbevel heeft de burgemeester de V.O.F. bij brief van 29 januari 2018, verzonden op 30 januari 2018, een waarschuwing gegeven wegens een geweldsincident dat op 10 december 2017 plaatsvond direct bij [bedrijf].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1527
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000662/1/A3

201904129/1/V3

Bij besluit van 3 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1509
Datum uitspraak
30 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201904129/1/V3

201909272/2/R3

Bij besluit van 26 november 2019 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het bestemmingsplan "Verzamelplan Zuidplas 2019" vastgesteld. Het plan heeft volgens de plantoelichting betrekking op een aantal locaties in de gemeente Zuidplas. Het voorziet in enkele beperkte, nieuwe ontwikkelingen. Tevens corrigeert het plan verschillende geldende bestemmingsplannen. Met het plan is beoogd een actueel en correct beeld te geven van de huidige functies. Het plan biedt daarmee een actueel kader waaraan aanvragen voor een omgevingsvergunning kunnen worden getoetst. [verzoeker] is eigenaar van het perceel [locatie] te Moerkapelle. Op dit perceel en de percelen Rottedijk 2, 6, 10, 12 en 14 staan molens. [verzoeker] voert aan dat het ontwerp van het plan voorzag in een reparatie van de planologische mogelijkheden op die percelen, in die zin dat de bouwmogelijkheden voor woningbouw rondom de molens worden weggenomen. Volgens [verzoeker] is deze reparatie ten onrechte niet in het vastgestelde plan opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1508
Datum uitspraak
30 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201909272/2/R3

202002924/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1515
Datum uitspraak
30 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002924/2/V2

201908500/1/V6

Bij besluit van 10 oktober 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00 wegens het niet naleven van artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1614
Datum uitspraak
30 juni 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201908500/1/V6

201908558/3/R4

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Barneveld het bestemmingsplan "Asselseweg II - partiële herziening Buitengebied 2012" vastgesteld. De partiële herziening voorziet in het herstellen van een aanduiding voor een paardensportevenemententerrein en het opnemen van een aanduiding voor een overloopparkeerterrein aan de Asselseweg te Kootwijk. Het bedrijfsperceel wordt geëxploiteerd door [belanghebbende]. [verzoeker] en anderen zijn omwonenden van het perceel. Het bestemmingsplan is inmiddels in werking getreden. Voor zover [verzoeker] en anderen hebben verzocht om schorsing van de partiële herziening, willen zij met hun verzoek voorkomen dat [belanghebbende] de gebruiksmogelijkheden van de partiële herziening benut voordat op hun beroep is beslist. Daartoe hebben zij in de eerste plaats gewezen op beplantingswerkzaamheden die ten tijde van de indiening van het verzoek op het perceel plaatsvonden, volgens hen ter uitvoering van een bij de partiële herziening behorend inrichtingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1502
Datum uitspraak
29 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201908558/3/R4

202002823/1/R1

Bij besluit van 22 april 2020 hebben de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een door de gemeente West Maas en Waal, de raad van die gemeente en het college van burgemeester en wethouders van die gemeente ingediend verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen wegens vermoedelijke overtreding van onder meer het Besluit bodemkwaliteit (hierna: het Bbk) ten aanzien van het storten van granuliet in het gebied "Over de Maas", afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1506
Datum uitspraak
29 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002823/1/R1

201907808/2/A3

Bronko B.V. heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 oktober 2019 in zaak nr. 19/3423.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1507
Datum uitspraak
26 juni 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907808/2/A3

202002555/2/R4

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Nijmegen het bestemmingsplan "Nijmegen West - 8 (hoek Energieweg-Wolfskuilseweg)" (hierna: het nieuwe bestemmingsplan) vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan betreft een partiële herziening, die gedeeltelijk in de plaats treedt van het op 6 maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Nijmegen West". Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Wolfskuilseweg en wordt aan de westzijde begrensd door de Energieweg. De panden aan de Energieweg 25, Wolfskuilseweg 279/437 en Wolfskuilseweg 275/277 liggen in het plangebied. In het nieuwe bestemmingsplan is aan het grootste gedeelte van het plangebied de bestemming "Gemengd" toegekend. In zoverre komt het plan overeen met het bestemmingsplan "Nijmegen West". In afwijking van het bestemmingsplan "Nijmegen West" is in het plan de functie 'wonen' uitgesloten voor de panden aan Energieweg 25, Wolfskuilseweg 279/437 en Wolfskuilseweg 275/277.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1453
Datum uitspraak
25 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002555/2/R4

201908603/2/A2

Bij brief van 23 oktober 2019 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de raad van de gemeente Westland medegedeeld dat goedkeuring is verleend aan het plan van scholen 2020-2023, met daarin opgenomen de islamitische school van Yunus Emre.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1512
Datum uitspraak
25 juni 2020
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201908603/2/A2

201900091/1/V3

Bij besluit van 6 juni 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat haar uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1448
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201900091/1/V3

201902208/2/R2

Bij besluit van 28 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan "Spoorzone, 7e herziening (Besterdring 235)" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1444
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902208/2/R2

201903526/1/V3

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft de staatssecretaris de verzoeken van de vreemdeling om terug te komen op het besluit hem uit te zetten naar Rwanda en hem te compenseren voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van de vreemdelingendetentie voorafgaand aan de uitzetting, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1449
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201903526/1/V3

201905774/1/V1

Bij besluit van 9 april 2018 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1451
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905774/1/V1

201905811/1/V3

Bij brief van 16 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van de Griekse autoriteiten om de asielaanvraag van de vreemdeling over te nemen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1450
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905811/1/V3

201907524/1/V2

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1447
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907524/1/V2

201908874/1/V2

Bij besluit van 25 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1446
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908874/1/V2

201908957/1/V3

Bij besluit van 1 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1437
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201908957/1/V3

202000029/1/V2

Bij besluit van 13 september 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1443
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000029/1/V2

202000122/1/V1

Bij besluit van 1 november 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1454
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000122/1/V1

202001818/2/V3

Bij besluit van 21 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1452
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001818/2/V3

201202328/2/A3

Bij verwijzingsuitspraak van 2 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1148, heeft de Afdeling het Hof van Justitie van de Europese Unie verzocht antwoord te geven op door haar gestelde vragen, de behandeling van het hoger beroep geschorst en iedere verdere beslissing aangehouden. Deze zaak gaat over financiële sancties, waaronder het bevriezen van tegoeden, die de minister aan [appellant] heeft opgelegd, omdat hij volgens de minister betrokken was bij terroristische activiteiten. Volgens de minister speelde [appellant] een actieve rol binnen de organisatie "Liberation Tigers of Tamil Eelam", vooral door het inzamelen van geld voor de LTTE. De LTTE heeft een gewapende strijd gevoerd, gericht op het vestigen van een zelfstandige staat voor de etnische Tamilminderheid op Sri Lanka. De sancties waren onder meer gebaseerd op het feit dat de LTTE is geplaatst op een Europese lijst van terroristische organisaties en personen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1468
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201202328/2/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201202328/2/A3

201601403/1/R4

Bij uitspraak van 14 januari 2016 heeft de voorzieningenrechter een door Le Clochard ingesteld beroep gegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1469
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201601403/1/R4

201707150/1/A2

Bij besluit van 14 december 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn de inkomsten en uitgaven van het openbaar onderwijs in de periode 2001-2005 vastgesteld en de doorbetalingsverplichting op grond van de overschrijdingsregeling aan het bijzonder basisonderwijs vastgesteld op een bedrag van € 57.529,71. Het geschil heeft betrekking op de zogenoemde overschrijdingsregeling, die is opgenomen in de artikelen 142 tot en met 147 van de Wet op het primair onderwijs. Deze regeling houdt in, dat een gemeente die meer uitgaven doet voor personeel en materiële instandhouding van openbare basisscholen dan aan rijksbijdragen is ontvangen, een naar rato gelijke overschrijdingsuitkering moet doen aan bijzondere scholen om bevoordeling van openbare scholen te voorkomen. Daartoe wordt het verschil tussen de uitgaven van de openbare basisscholen voor personeel en materiële instandhouding en de ontvangsten uit de Rijkskas voor deze scholen bepaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1496
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201707150/1/A2

201707152/1/A2

Bij besluit van 17 december 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stadskanaal de uitgaven en inkomsten van het openbaar basisonderwijs over de periode 2006-2007 vastgesteld en de hoogte van het overschrijdingspercentage over die periode op nihil vastgesteld. Het geschil heeft betrekking op de zogenoemde overschrijdingsregeling, die is opgenomen in de artikelen 142 tot en met 147 van de Wpo. Deze regeling houdt in dat een gemeente die meer uitgaven doet voor personeel en de materiële instandhouding van openbare basisscholen dan aan rijksbijdragen is ontvangen, een naar rato gelijke overschrijdingsuitkering moet doen aan bijzondere scholen om bevoordeling van openbare scholen te voorkomen. Daartoe wordt het verschil tussen de uitgaven van de openbare basisscholen voor personeel en materiële instandhouding en de ontvangsten uit de Rijkskas voor deze scholen bepaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1497
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201707152/1/A2

201801377/3/R3

Bij tussenuitspraak van 9 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3406, heeft de Afdeling de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 14 december 2017 tot vaststelling van het inpassingsplan "Noord-West 380 kV EOS-VVL" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 14 december 2017, voor zover het betreft artikel 14, lid 14.1, aanhef en onder b, van de planregels in samenhang met het als bijlage 2 bij de planregels opgenomen Landschapsplan, is genomen in strijd met de rechtszekerheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1495
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak201801377/3/R3

201809004/1/R3

Het windpark De Drentse Monden en Oostermoer ligt grotendeels op het grondgebied van de gemeente Aa en Hunze en de gemeente Borger-Odoorn en bestaat uit 45 windturbines die staan verspreid over vier deelparken. Bij gecoördineerde besluitvorming heeft de minister van EZK bij de besluiten van 22 september 2016 het inpassingsplan "Windpark De Drentse Monden en Oostermoer" vastgesteld en een vergunning verleend op grond van de Wabo voor de bouw van de windturbines van het windpark. In deze procedure ligt fase 3 van de besluitvorming van het windpark ter beoordeling. In fase 3 zijn 18 uitvoeringsbesluiten genomen die betrekking hebben op vergunningen voor diverse activiteiten, waaronder de realisatie van inkoopstations, de aanleg van kabels en wegen en het vellen van houtopstand. Tevens zijn provinciale ontheffingen verleend voor het leggen van kabels, zijn waterwetvergunningen verleend, en een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1480
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201809004/1/R3

201810047/1/R1 en 201903528/1/R1

Bij besluit van 27 september 2018 heeft de raad van de gemeente Alkmaar het bestemmingsplan "Aanpassing N243 gemeente Alkmaar" vastgesteld. De provincie Noord-Holland is het project "Trajectbenadering N243" gestart. Dit project richt zich op de herinrichting van de N243 met het doel om deze weg veiliger te maken en het verkeer beter te laten doorstromen. De weg krijgt overal een breedte van 7.05 m, bermverharding en geleiderails ter afscherming van de langs de weg gelegen vaart. Verder worden enkele kruispunten vervangen door rotondes. De N243 is een gebiedsontsluitingsweg, die loopt door de gemeenten Alkmaar, Beemster en Koggenland. De weg ligt voor het grootste gedeelte buiten de bebouwde kom, waar een maximale snelheid van 80 km/h geldt. Plan I en plan II maken de herinrichting van de N243 in onderscheidenlijk Alkmaar en Beemster planologisch mogelijk. De appellanten wonen in de nabijheid van de N243. Zij vrezen voor geluidsoverlast en stellen verder dat de verkeersveiligheid op de N243 in het geding is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1498
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201810047/1/R1 en 201903528/1/R1

201900886/1/A2

Bij besluit van 20 juli 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2015 definitief vastgesteld op nihil. Bij het besluit van 11 oktober 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de eerder definitief vastgestelde kinderopvangtoeslag van [appellante] over 2015 herzien vastgesteld op € 15.949,00. [appellante] heeft de Afdeling verzocht de Belastingdienst/Toeslagen te veroordelen in de door haar gemaakte proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1479
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201900886/1/A2

201902208/1/R2

Bij besluit van 28 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan "Spoorzone, 7e herziening (Besterdring 235)" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 150 appartementen op het perceel aan de Besterdring 235, waar momenteel het "Blauwe Gebouw" staat. Het plangebied wordt begrensd door de Besterdring in het oosten, de Burgemeester Brokxlaan in het zuiden en de Wagenstraat in het westen. Het plangebied grenst direct ten noorden aan de achtertuinen van verschillende woningen aan de Lange Nieuwstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1438
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902208/1/R2

201902209/1/R2

Bij besluit van 4 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand [appellant] onder het opleggen van dwangsommen gelast om uiterlijk 16 oktober 2017 het plafond in de horecagelegenheid op het perceel [locatie] in Kaatsheuvel in overeenstemming te brengen met de wettelijke bepalingen omtrent brandwerendheid en tevens om de woonvoorzieningen op de begane grond, de overkappingen naast en achter de horecagelegenheid, de trap met tussenvloer, de duiventil en de dakkapel, die zonder daartoe vereiste omgevingsvergunning zijn gebouwd, te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van de bouwwerken op het perceel waaronder het pand. In het pand bevinden zich twee woningen en een horecagelegenheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1483
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902209/1/R2

201904273/1/A3

Bij onderscheiden besluiten van 15 augustus 2017 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aanvragen van [appellant] om een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. De twee aanvragen van [appellant] voor een VOG zijn bij onderscheiden besluiten van 15 augustus 2017 afgewezen. [appellant] heeft daartegen bezwaar gemaakt. Volgens de minister zijn de bezwaarschriften buiten de daartoe gestelde termijn ingediend. De minister heeft deze termijnoverschrijding verschoonbaar geacht en de door [appellant] tegen deze afwijzingen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1455
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201904273/1/A3

201904437/1/V6

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft aan [appellante] met ingang van 21 december 2011, geldig tot 21 december 2016, een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking gezinshereniging bij haar [vader] verleend. Vervolgens heeft [appellante] op 30 november 2016 verzocht om verlenging van deze verblijfsvergunning. De staatssecretaris heeft bij besluit van 27 maart 2017 de verblijfvergunning verlengd met ingang van 21 maart 2017. Bij brief van 14 november 2018 heeft de staatssecretaris [appellante] geïnformeerd over zijn voornemen om haar verblijfsvergunning in te trekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1460
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201904437/1/V6

201904548/1/R1

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het dagelijks bestuur van Avri locatie T037R, ter hoogte van het perceel Zonnedauw 164, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] woont aan de [locatie] te Tiel. Zijn woning bevindt zich op ongeveer 12 m afstand van locatie T037R. [appellant] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Hij vreest voor overlast en stelt een alternatieve locatie voor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1470
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201904548/1/R1

201904596/1/A3

Bij besluit van 29 juni 2017 heeft de kansspelautoriteit aan Sportech Racing B.V., thans: ZEbetting & Gaming Nederland B.V. vergunning tot het organiseren van de totalisator bedoeld in artikel 23 van de Wet op de kansspelen verleend. Ingevolge artikel 24 van de Wok kan de kansspelautoriteit aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid vergunning verlenen tot het organiseren van een totalisator. Deze vergunning werd sinds 1998 onderhands aan ZEbetting verleend. Op 15 november 2016 heeft de kansspelautoriteit aangekondigd een transparante gunningsprocedure uit te schrijven voor de verlening van de totalisatorvergunning voor de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2022. Op 29 november 2016 heeft de kansspelautoriteit de aanvang van de gunningsprocedure op haar website bekendgemaakt. Daarbij zijn de kansspelorganisaties in de gelegenheid gesteld om naar de vergunning mee te dingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1456
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904596/1/A3

201904597/1/A3

Bij besluit van 29 juni 2017 heeft de kansspelautoriteit aan Sportech Racing B.V., thans: ZEbetting & Gaming Nederland B.V. vergunning tot het organiseren van de totalisator bedoeld in artikel 23 van de Wet op de kansspelen verleend. Ingevolge de Wok kan de kansspelautoriteit aan één rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid vergunning verlenen tot het organiseren van een totalisator. Deze vergunning werd sinds 1998 onderhands aan ZEbetting verleend. Op 15 november 2016 heeft de kansspelautoriteit aangekondigd een transparante gunningsprocedure uit te schrijven voor de verlening van de totalisatorvergunning voor de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2022. Op 29 november 2016 heeft de kansspelautoriteit de aanvang van de gunningsprocedure op haar website bekendgemaakt. Daarbij zijn de kansspelorganisaties in de gelegenheid gesteld om naar de vergunning mee te dingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1458
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904597/1/A3

201904608/1/A3

Bij besluit van 11 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. [appellant] heeft bij brief van 23 mei 2018 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 11 april 2018, maar daarbij niet de gronden van het bezwaar vermeld. In de brief heeft hij het college gevraagd om op grond van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht een termijn te stellen waarbinnen hij de gronden van het bezwaar mocht indienen. Het college heeft vervolgens bij brief van 6 juni 2018 [appellant] in de gelegenheid gesteld het verzuim, het ontbreken van de gronden van het bezwaar, te herstellen binnen twee weken na verzenddatum van de brief, te weten uiterlijk 20 juni 2018. [appellant] heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt. Daarom heeft het college bij besluit van 15 augustus 2018 het door [appellant] gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1472
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904608/1/A3

201904632/1/R1

Bij besluit van 24 maart 2016 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Zuid aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten en veranderen van de kelder en de begane grond en het vernieuwen van de fundering van de gebouwen [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Amsterdam. [appellante] exploiteert in de gebouwen [locatie 2] en [locatie 3] en in de kelder, begane grond en eerste verdieping van het naastgelegen gebouw [locatie 1] een hotel met de naam "[hotel A]", voorheen bekend als "[hotel B]". Het hotel heeft nu 42 kamers en het bouwplan voorziet in een uitbreiding met 9 kamers door het vergroten en veranderen van de kelder en de begane grond en het vernieuwen van de fundering van de drie gebouwen. Het bouwplan zal leiden tot een volledige onderkeldering van de drie gebouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1473
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904632/1/R1

201904710/1/A3

Bij besluit van 20 april 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam de aanvraag van [appellante] voor een exploitatievergunning voor een terras bij [horeca-inrichting], gevestigd aan het [locatie] te Amsterdam, afgewezen. [appellante] exploiteert sinds november 2017 de [horeca-inrichting]. Omwonenden van [horeca-inrichting] hebben zienswijzen aangaande de door [appellante] aangevraagde terrasvergunning ingediend. Zij zijn tegen de komst van een terras, onder meer uit vrees voor geluidsoverlast. Ook stellen zij dat er veel overlast door geparkeerde fietsen van bezoekers van [horeca-inrichting] is. Daarom zijn ter plaatse waar [appellante] het terras wenst te exploiteren fietsnietjes geplaatst. De burgemeester heeft aan het besluit op bezwaar ten grondslag gelegd dat de stoep voor de horeca-inrichting niet breed genoeg is voor een terras direct grenzend aan de gevel. Een terras aan de overzijde van de weg is niet mogelijk vanwege de daar aanwezige woonboten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1457
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201904710/1/A3

201904723/1/R1

Bij besluit van 17 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem [appellant], onder oplegging van een last onder dwangsom, gelast om de bewoning van het bedrijfspand op het perceel [locatie 1] te Haarlem te beëindigen en beëindigd te houden. Het bedrijfspand aan de [locatie 1] is onderdeel van een complex (met de nummers [locatie 2], [locatie 1] en [locatie 3]). Voor de bouw van het complex is op 6 januari 1970 vergunning verleend. In 1995 is [appellant] eigenaar geworden van het complex. Het bedrijf van [appellant] ([bloemengroothandel]) was in dit complex gevestigd van 7 september 1995 tot de beëindiging van de onderneming op 6 februari 2015, zo blijkt uit een uittreksel van het handelsregister. [locatie 2] is door [appellant] verkocht in 1997 en omvat de linkerzijde van het complex. De rechterzijde van het complex heeft de nummers [locatie 1] en [locatie 3], waarbij [locatie 1] ziet op de ruimte op de eerste verdieping die wordt gebruikt als woonruimte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1478
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904723/1/R1

201904788/1/R2

Bij besluit van 22 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaand bijgebouw voor een kinderdagverblijf als nevenactiviteit op het perceel [locatie 1] te Valkenswaard. Het bouwplan voorziet in het realiseren van een kinderdagverblijf in een vrijstaand bijgebouw waar voorheen een varkensstal was gevestigd. Vergunninghouder wil in het kinderdagverblijf dagopvang bieden voor maximaal 32 kinderen in de leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar. De kinderopvang vindt plaats op de begane grond en op de eerste verdieping van het bijgebouw, dat bestaat uit 368 m² bruto vloeroppervlak. In het gebouw zal tevens een stalling voor landbouwhuisdieren met een hooi- en stro-opslag worden gerealiseerd. [appellant] woont tegenover het perceel op het perceel [locatie 2]. Hij vreest dat de realisering van het bouwplan zijn woon- en leefomgeving zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1481
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904788/1/R2

201904791/1/V6

Bij besluit van 24 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om zijn kinderen [kind 1] en [kind 2] het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. In het verzoek heeft [appellant] voor zichzelf en voor zijn kinderen [kind 1], [kind 2] en [kind 3] het Nederlanderschap aangevraagd. De staatssecretaris heeft besloten [appellant] en [kind 3] voor te dragen voor (mede)verlening van het Nederlanderschap, maar [kind 1] en [kind 2] niet in aanmerking laten komen voor medeverlening van het Nederlanderschap. De reden daarvoor is dat zij na indiening van het verzoek niet onafgebroken toelating voor onbepaalde tijd en hoofdverblijf hadden in Nederland. Zij hadden van 28 januari 2018 tot 1 februari 2018 namelijk geen geldige verblijfsvergunning, zodat in die periode een verblijfsgat is ontstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1459
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201904791/1/V6

201905164/1/R2

Bij besluit van 19 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere de vennootschap onder oplegging van een dwangsom gelast om uiterlijk met ingang van 30 januari 2018 alle kampeermiddelen, waaronder ook wordt verstaan vlonders en palen die deel uitmaken van de kampeermiddelen, van het kampeerterrein aan de [locatie] te Meliskerke te verwijderen en verwijderd te houden. Het college heeft voor dit kampeerterrein een kampeervergunning verleend aan de vennootschap voor de jaarlijkse periode van 1 maart tot en met 15 november (het kampeerseizoen). Buiten het kampeerseizoen moeten alle kampeermiddelen, met uitzondering van de vaste kampeermiddelen, volledig verwijderd zijn. Door de 12 kampeermiddelen niet volledig van het kampeerterrein te verwijderen buiten het kampeerseizoen, heeft de vennootschap volgens het college gehandeld in strijd met artikel 3 van de Verordening inzake het kamperen buiten reguliere kampeerterreinen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1494
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905164/1/R2

201905165/1/R2

Bij besluit van 24 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere geweigerd om aan de vennootschap een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 18 vlonders op het kleinschalig kampeerterrein aan de [locatie] te Meliskerke. De vennootschap exploiteert een kleinschalig kampeerterrein op het perceel. Op 19 november 2015 heeft [appellant B] namens de vennootschap een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van 18 vlonders met elk een oppervlakte van 59 m2 op het kampeerterrein ingediend. Bij besluit van 13 januari 2016 heeft het college geweigerd om de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen. Op 8 september 2017 heeft [belanghebbende] namens de vennootschap opnieuw een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van 18 vlonders met elk een oppervlakte van 59 m2 op het kampeerterrein ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1493
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905165/1/R2

201905460/1/A3

Bij brief van 19 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Financiën een informatieverzoek van [appellante] afgewezen. Bij besluit van 21 september 2017 is de huurtoeslag van [appellante] over het jaar 2017 op nihil vastgesteld. Hiertegen heeft [appellante] bezwaar gemaakt. Tijdens de op 23 april 2018 gehouden hoorzitting over dit bezwaar heeft [appellante] een brief met een informatieverzoek ingediend. De staatssecretaris heeft dit verzoek afgewezen, omdat de gevraagde informatie geen bestuurlijke aangelegenheid betreft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1476
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905460/1/A3

201905515/1/R4

Bij besluit van 24 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 3 september 2018 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op maandag 3 september 2018 is aangetroffen naast een ondergrondse container ter hoogte van de Harderwijkstraat 302 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en haar toenmalige adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1487
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201905515/1/R4

201905543/1/R1

Bij besluit van 16 januari 2019 heeft het dagelijks bestuur van Avri locatie T022R ter hoogte van het perceel [locatie] te Tiel aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellante] woont aan de [locatie] te Tiel. Haar woning bevindt zich op ongeveer 14 m afstand van locatie T022R. [appellante] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat als gevolg van de aanwezigheid van de orac.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1475
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201905543/1/R1

201905793/1/V6

Bij besluit van 27 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om naturalisatie afgewezen. Het verzoek om medenaturalisatie van haar vijf minderjarige kinderen is eveneens afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen omdat de identiteit en nationaliteit van [appellante] niet zijn komen vast te staan met de door haar overgelegde documenten. Bureau Documenten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft op verzoek van de staatssecretaris onderzoek verricht naar de door [appellante] overgelegde documenten. Bij verklaring van onderzoek van 20 april 2017 heeft TOED over het paspoort van [appellante] met afgiftedatum 7 oktober 2013 geconcludeerd dat het document frauduleus is verkregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1461
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201905793/1/V6

201906042/1/R1

Bij besluit van 23 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen geweigerd aan [persoon], de rechtsvoorganger van [appellant], een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van het erf achter het perceel [locatie 1] als erf bij het perceel [locatie 2] in Bergen. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 2] en het deel van het perceel [locatie 1] met de bestemming "Erf". [belanghebbende A] en [belanghebbende B] wonen in het pand op het perceel [locatie 1] en verzetten zich tegen het door [appellant] gewenste gebruik van de gronden met de bestemming "Erf".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1482
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906042/1/R1

201906044/1/R1

Bij besluit van 4 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen geweigerd aan [persoon], de rechtsvoorganger van [appellant], een omgevingsvergunning te verlenen voor het (gedeeltelijk) slopen van een bestaand gebouw en het oprichten van een nieuw bedrijfs(bij)gebouw op het perceel [locatie 1] ten behoeve van het perceel [locatie 2] in Bergen. De achterzijde van het perceel [locatie 1] grenst aan de achterzijde van het perceel [locatie 2]. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 2] en van de grond waarop hij het bedrijfsbijgebouw wil realiseren. De grond op het perceel [locatie 1] heeft volgens de plankaart van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bergen Centrum" de bestemming "Erf" met subbestemming "bed" (dit staat voor "bedrijfserf detailhandel"). Het pand op het perceel [locatie 1] is niet in zijn eigendom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1477
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906044/1/R1

201906155/1/R1

Bij besluit van 24 januari 2019 heeft het dagelijks bestuurvan Avri locatie Z030R, ter hoogte van het perceel [locatie] te Zaltbommel, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellante] woont aan de [locatie] te Zaltbommel, op ongeveer 9,5 m afstand tot locatie Z030R. [appellante] kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen, aangezien zij vreest voor aantasting van haar woon- en leefklimaat als gevolg van de aanwezigheid van de orac.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1474
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906155/1/R1

201906254/1/R4

Bij besluit van 17 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 23 april 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 23 april 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Van Kinsbergenstraat 85c in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1486
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906254/1/R4

201906400/1/R4

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 2 mei 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 2 mei 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Menninckstraat 100 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot zijn adres herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een plastic verzendzak, voorzien van een adreslabel met daarop de [naam] en het adres van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1491
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906400/1/R4

201906669/1/R1

Bij besluit van 29 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht locaties voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in De Meern aangewezen. Het besluit voorziet onder meer in de aanwijzing van een locatie voor een ORAC nabij het perceel [locatie] te Utrecht. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 5. [appellante] woont aan de [locatie] en kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1464
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906669/1/R1

201906670/1/A2

Bij besluit van 20 februari 2017 heeft de CSG een aanvraag van [wederpartij] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldmisdrijven afgewezen. Op 30 juni 2016 heeft [wederpartij] een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds. In de aanvraag is vermeld dat zij in de periode 2007 tot en met 2010 slachtoffer is geworden van mensenhandel en gedwongen prostitutie. De CSG heeft de aanvraag afgewezen. Aan de afwijzing heeft de CSG ten grondslag gelegd dat er onvoldoende objectieve informatie is om aannemelijk te achten dat [wederpartij] het slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldmisdrijf als bedoeld in artikel 3 van de Wet schadefonds geweldmisdrijven. Tegen deze afwijzing heeft [wederpartij] eerst bezwaar en later beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1462
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201906670/1/A2

201906737/1/R1

Bij besluit van 24 januari 2019 heeft het dagelijks bestuur van Avri locatie W025R, ter hoogte van het perceel Viaductstraat 41 te Wamel, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Het geschil gaat over de plaatsing van een orac ter hoogte van de Viaductstraat 41 te Wamel (locatie W025R). [appellant] woont aan de [locatie], op ongeveer 20 m afstand van de locatie. Hij kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen, aangezien hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat als gevolg van de aanwezigheid van de orac.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1471
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906737/1/R1

201906905/1/R4

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt omgevingsvergunning verleend aan Residence Vinkenplein B.V. voor het realiseren van een gebouw met commerciële ruimten op de begane grond, 30 woningen op de verdiepingen en een ondergrondse parkeerkelder op een locatie aan het Vinkenplein/Melchiorlaan/Vinkenlaan in Bilthoven. Op 19 oktober 2017 heeft Residence Vinkenplein B.V. hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd. Het perceel heeft gelet op het geldende bestemmingsplan "Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven" deels de bestemming "Centrum-1" en deels de bestemming "Horeca". Hart VOOR Bilthoven is een coalitie van verschillende bewonersverenigingen- en organisaties in en om het centrum van Bilthoven en heeft in beroep aangevoerd dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan omdat de goothoogte de in de planregels voorgeschreven hoogte overschrijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1465
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906905/1/R4

201907125/1/R2

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een watervergunning verleend voor het brengen van stoffen ten gevolge van het gebruik van vislood met waarschijnlijk loodverlies tot gevolg in de Westerschelde en de Oosterschelde. [appellant] is sportvisser. In zijn aanvraag staat dat [appellant] vist met klapankerlood van 160 gram of meer, waarbij hij verwacht 4 tot 24 kilo lood per jaar te verliezen. Bij besluit van 29 juni is de gevraagde vergunning, als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet, verleend. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden ter voorkoming van het brengen van stoffen in de Westerschelde en Oosterschelde en het verstrekken van informatie ten behoeve van de invulling van de minimalisatieverplichting. [appellant] kan zich niet met het besluit verenigen, omdat daarin niets is vermeld over de beste beschikbare technieken voor het vissen met een klapankergewicht dat het water niet schaadt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1463
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201907125/1/R2

201907431/1/R4

Bij besluit van 5 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe aan [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast binnen vier weken de caravan, als afgebeeld in het controlerapport van 3 januari 2019, van het perceel te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel is een kleinschalige woonwagenlocatie gesitueerd. [appellante] heeft de caravan achter de woonwagen van haar moeder geplaatst. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan. Het perceel heeft de enkelbestemming "Wonen-Dorpsbebouwing 1", de functieaanduiding "woonwagenstandplaats" en de aanduiding "maximum aantal wooneenheden: 3". De caravan is de vierde wooneenheid op het perceel. Het college heeft [appellante] aangemerkt als overtreder van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo en haar gelast haar caravan van het perceel te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1484
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907431/1/R4

201908198/1/A3 en 201908199/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan [vergunninghouder] vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op het Oranjeplein te Veere van 1 mei tot en met 31 oktober 2017. Het college heeft [vergunninghouder] hiermee toegestaan dagelijks standplaats in te nemen en vanuit zijn kraam niet alleen vis en ijs te verkopen, maar ook frisdranken en frites. Aan [vergunninghouder] is meegedeeld dat hij bij brief van 12 januari 2015 reeds is geïnformeerd over de toekomstvisie Veere Anno en de gevolgen daarvan voor zijn standplaats. In die brief was vermeld dat hij vanaf 2017 geen standplaats op het Oranjeplein meer kon innemen in verband met de herontwikkeling van het plein. Nu er in 2017 en 2018 echter nog geen werkzaamheden aan het Oranjeplein werden uitgevoerd, kon hij die jaren toch nog een standplaats innemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1467
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908198/1/A3 en 201908199/1/A3

201908288/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer in de Tuinstraat, naast nr. 9, in Zaandam. [appellante] woont in de [locatie] in Zaandam. Het besluit voorziet in de plaatsing van een ORAC in de nabijheid van haar woning. [appellante] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Zij vreest dat de ORAC op de aangewezen plaats voor veel overlast zal zorgen en er zijn volgens haar betere alternatieven in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1492
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908288/1/R1

201908676/1/R2

Op 26 september 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Het Broek 20" vastgesteld. Het plangebied omvat de gronden aan Het Broek 20 in Valkenswaard. Het plan regelt de inpassing van een in 2005 verleende vergunning voor een bedrijfswoning en een veldschuur door toekenning van twee bouwvlakken die op grond van de plansystematiek samen één bouwvlak vormen. Daarnaast maakt het plan de uitoefening van een vollegrondsteeltbedrijf mogelijk. De gronden liggen, uitgezonderd de plaats waar de bedrijfswoning en de veldschuur zijn voorzien, in een waterbergingsgebied dat rondom de rivier de Dommel ligt. [appellant] en anderen wonen in Dommelen, ten westen en zuidwesten van het plangebied en het waterbergingsgebied. [appellant] en [appellant A], één van de mede-indieners van het beroep, zijn eigenaar van verschillende percelen in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1466
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201908676/1/R2

202000278/1/V2

Bij besluit van 14 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling, afkomstig uit Iran, heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij vreest voor vervolging door de Iraanse autoriteiten vanwege rapteksten en poëzie die hij heeft geschreven waarin hij kritisch is op de islam en het Iraanse regime. Volgens de vreemdeling zouden de autoriteiten in 2018 een inval hebben gedaan in zijn ouderlijk huis en daarbij zijn laptop en al zijn teksten in beslag hebben genomen. Deze uitspraak gaat over de vraag of de rechtbank het standpunt van de staatssecretaris over de geloofwaardigheid van dit asielrelaas op de juiste wijze heeft getoetst en of de staatssecretaris het asielrelaas overeenkomstig zijn eigen beleid in de Vc 2000 en Werkinstructie 2014/10 heeft onderzocht en beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1499
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000278/1/V2

202001130/1/R4

Bij besluit van 28 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 16 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op woensdag 16 oktober 2019, een dag na de inzameldag, is aangetroffen op straat ter hoogte van de Laan 3M in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar adres herleidbaar poststuk is aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1489
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001130/1/R4

202001279/1/R4

Bij besluit van 9 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 26 november 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doosje dat op 26 november 2019 is aangetroffen naast een papiercontainer ter hoogte van de Volendamlaan 660 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] het doosje verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op het doosje staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1488
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001279/1/R4

202001281/1/R4

Bij besluit van 18 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 4 november 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 4 november 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Roggeveenstraat 178 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1485
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001281/1/R4

202001630/1/R4

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 160,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 11 oktober 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Chicagostraat 40 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan haar geadresseerde brief.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1490
Datum uitspraak
24 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001630/1/R4

202003075/1/V3

Bij besluit van 22 april 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1445
Datum uitspraak
22 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202003075/1/V3

202001973/2/V2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1439
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001973/2/V2

202002653/2/R4

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest [verzoeker] gelast om het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het perceel aan de [locatie] in Soesterberg voor niet-recreatief verblijf te staken. [verzoeker] is eigenaar van het perceel. Op het perceel staan recreatiewoningen, die worden geëxploiteerd door Jachthuis Exploitatie B.V. De recreatiewoningen worden met name gebruikt door arbeidsmigranten die tijdelijk in Nederland verblijven. Het college stelt zich op het standpunt dat dit gebruik in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Landelijk Gebied", omdat dat bestemmingsplan ter plaatse alleen verblijf voor recreatieve doeleinden toestaat. Het college heeft daarom [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om dit gebruik te beëindigen. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht om de besluiten van 12 december 2019 en 17 juni 2019 te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1433
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002653/2/R4

202002809/2/V2

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1441
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002809/2/V2

202002816/2/V2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1442
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002816/2/V2

202003223/2/V2

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1435
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003223/2/V2

202003356/2/V3

Bij besluiten van 26 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1440
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003356/2/V3

202003386/2/V2

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1434
Datum uitspraak
19 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003386/2/V2

202002906/1/A3 en 202002906/2/A3

Bij besluit van 23 december 2019 heeft de burgemeester van Deventer de sluiting van de door [appellant] gehuurde woning op het adres [locatie] in Deventer bevolen voor een periode van zes maanden, ingaande op 13 januari 2020 om 10.00 uur en eindigende op 13 juli 2020 om 10.00 uur. Op 2 oktober 2019 heeft de politie in de door [appellant] van de stichting gehuurde woning onder meer ruim 600 gram drugs, verpakkingsmateriaal voor drugs, vier weegschalen en een vuurwapen aangetroffen. Ongeveer driekwart van de aangetroffen drugs zijn harddrugs. Tegenover de politie heeft [appellant] verklaard dat hij begin 2019 was begonnen met het dealen van harddrugs, dat meerdere soorten drugs in zijn woning aanwezig waren en dat hij zich veelvuldig bezighield met handel in onder andere verdovende middelen. De politie heeft dit met informatierapporten van 12 november 2019 en 6 januari 2020 aan de burgemeester meegedeeld. Naar aanleiding hiervan heeft de burgemeester de woning voor een periode van zes maanden gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1432
Datum uitspraak
18 juni 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002906/1/A3 en 202002906/2/A3

202003120/1/V2 en 202003120/2/V2

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1436
Datum uitspraak
18 juni 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003120/1/V2 en 202003120/2/V2

201801185/1/V3

Bij besluit van 2 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1387
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201801185/1/V3

201903002/1/V1

Bij besluit van 20 oktober 2017 heeft de minister van Veiligheid en Justitie aanvragen van referent om zijn gestelde zussen (hierna: de vreemdelingen) een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1388
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201903002/1/V1

201903359/1/V2

Bij besluit van 23 juni 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1383
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201903359/1/V2

201904465/1/V2

Bij besluit van 2 mei 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1385
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201904465/1/V2

201905023/1/V2

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1389
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905023/1/V2

201905185/1/V1

Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1384
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201905185/1/V1

201907216/1/V1

Bij besluit van 20 april 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1386
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907216/1/V1

201908562/1/V3

Bij besluit van 21 november 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1377
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201908562/1/V3

202001878/1/V1

Bij besluit van 26 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1429
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001878/1/V1

202002276/1/V3

Bij besluit van 24 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1382
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002276/1/V3

201609291/2/A2

Bij besluit van 19 januari 2015 heeft de voormalige minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de nabijheid van de A73-Zuid gelegen vrijstaande woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1398
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201609291/2/A2

201800466/3/A2

Bij tussenuitspraak van 27 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:939, (hierna: de eerste tussenuitspraak) heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk opgedragen om binnen tien weken na verzending daarvan met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen de gebreken in het besluit van 13 juni 2017 te herstellen door een nieuw besluit te nemen. [appellant] is eigenaar van de percelen [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] in Waalwijk. De percelen [locatie 1] en [locatie 2] grenzen aan de achterzijde aan de Winterdijk. [appellant] heeft op 8 september 2015 een verzoek om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Hij stelt schade te hebben geleden als gevolg van het op 22 oktober 2009 (de peildatum) in werking getreden bestemmingsplan "Centrumgebied Waalwijk".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1401
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201800466/3/A2

201808569/3/R3

Bij tussenuitspraak van 11 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4187, heeft de Afdeling de raad opgedragen binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken te herstellen in het besluit van de raad van de gemeente Kaag en Braassem van 10 september 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herenweg 14b, Rijnsaterwoude". In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 10 september 2018 in strijd is met artikel 2.2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Verordening ruimte 2014, omdat het plan niet voldoet aan de richtpunten over het behoud van doorzichten zoals deze zijn omschreven in de kwaliteitskaart als bedoeld in dat artikel. De Afdeling heeft daarbij gewezen op de planregeling voor bijgebouwen die er toe kan leiden dat de doorzichten naar het achterliggende landschap niet behouden blijven. Daarnaast heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit in strijd is met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1413
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201808569/3/R3

201902445/1/A3

Bij besluit van 1 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd om [appellant] een standplaatsvergunning te verlenen. [appellant] verkoopt onder de naam ‘[aanvrager]’ ijs en dranken vanuit een mobiele verkoopwagen. Bij besluiten van 6 september 2016 en 17 mei 2017 heeft het college aan [appellant] vergunningen verleend om van 1 mei 2016 tot en met 31 december 2016 onderscheidenlijk van 12 mei 2017 tot en met 1 oktober 2017 dagelijks standplaats 2 met zijn verkoopwagen in te mogen nemen. Op 24 maart 2018 heeft [appellant] een aanvraag ingediend om met ingang van 1 april 2018 voor de duur van 5 jaren in de periode van 1 april tot en met 31 september dagelijks standplaats in het Rivierpark te mogen innemen voor de verkoop van ijs en dranken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1421
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201902445/1/A3

201902836/1/R2

Bij besluit van 14 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Laarbeek het bestemmingsplan "[locatie 1]-[locatie 2], Mariahout" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een bestemmingswijziging voor het perceel [locatie 1]-[locatie 2] te Mariahout. Op het perceel was een intensieve veehouderij gevestigd, met twee bedrijfswoningen en bijbehorende bedrijfsgebouwen. De initiatiefnemer wenst het agrarisch bedrijf in een andere vorm voort te zetten. Daartoe is het ingevolge het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied" geldende bestemmingsvlak "Agrarisch-Agrarisch bedrijf" verkleind en is de aanduiding "intensieve veehouderij" vervallen. Onderdeel van de bestemmingswijziging is verder dat de westelijk gelegen bedrijfswoning [locatie 1] feitelijk en planologisch van het agrarisch bedrijf wordt afgesplitst en wordt bestemd voor "Wonen".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1426
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902836/1/R2

201903324/1/A1

Bij besluit van 13 december 2017 hebben Provinciale Staten de kaart Wet ammoniak en veehouderij van Drenthe gewijzigd. Op de kaart Wav worden voor verzuring gevoelige gebieden die liggen in de Ecologische Hoofdstructuur als zeer kwetsbaar aangewezen. Daarnaast wordt een zogenoemde bufferzone van 250 m rondom de kwetsbare gebieden gehanteerd. Gelet op artikel 4 van de Wet ammoniak en veehouderij mag er geen omgevingsvergunning voor het oprichten van een veehouderij worden verleend, als die veehouderij ligt binnen de als zeer kwetsbaar aangewezen gebieden en/of de bufferzone. Provinciale Staten hebben de kaart Wav zo gewijzigd, dat het perceel tussen de woonwijk Bargeres in Emmen en het Noordbargerbos niet langer in de bufferzone ligt. Deze wijziging leidt ertoe dat de kaart Wav geen belemmering meer vormt voor het oprichten van een veehouderij op dat perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1424
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak201903324/1/A1
vorige pagina1...236237238...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon