Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.716
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201907529/1/A3

Bij besluit van 18 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer een dwangsom van € 2.500,- bij [wederpartij] ingevorderd. De politie heeft op 8 januari 2017 om 03.48 uur een melding gekregen dat bij Fietshandel Berger te Hoofddorp glasgerinkel was gehoord. De politie ging naar de opgegeven plaats en constateerde om 04:15 uur dat in de bosjes een breekijzer en zwarte handschoenen lagen. Volgens de politie behoorden deze toe aan [wederpartij] en heeft zij hem daarom aangehouden op verdenking van poging tot inbraak. Hiervan is op 8 januari 2017 een op ambtsbelofte getekend proces-verbaal opgemaakt. Bij besluit van 9 februari 2017 heeft het college vanwege deze feiten aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd. Deze last houdt in dat hij op een openbare plaats geen inbrekerswerktuigen mag vervoeren of bij zich mag hebben. Dat is verboden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening 2017 van de gemeente Haarlemmermeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2001
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907529/1/A3

201907755/1/A3

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede een verzoek van [appellant] om wijziging van zijn gegevens over het huwelijk in de basisregistratie personen afgewezen. Op 6 juni 2016 heeft [appellant] een verklaring onder ede ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente Emmen afgelegd. In die verklaring staat dat hij op 1 juni 2015 in Syrië is getrouwd met [echtgenoot]. Over de juistheid van deze verklaring bestond volgens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen geen twijfel. Bij gebrek aan andere documenten over het huwelijk heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen op basis van de verklaring onder ede in de brp ingeschreven dat [appellant] is gehuwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1988
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak201907755/1/A3

201907808/1/A3

Bij besluit van 19 maart 2019 heeft de burgemeester op grond van artikel 13b van de Opiumwet gelast om Club Rodenburg met ingang van 2 april 2019 te sluiten voor de duur van één jaar. Daarnaast heeft de burgemeester de Drank- en Horecawetvergunning van 10 januari 2013 per 2 april 2019 ingetrokken. [appellante] is eigenaar van Club Rodenburg. In het kader van opsporing van drugshandel hebben opsporingsambtenaren op 25 november 2018 een XTC-pil en 0,5 gram cocaïne gekocht van een bezoeker. Ook is een XTC-pil en 0,5 gram speed aan een opsporingsambtenaar verstrekt. Buiten de club is een persoon, die eerder binnen was, aangehouden met een tasje met 13 XTC-pillen, drie zakjes cocaïne, een flesje GHB en een potje met speed. De opsporingsambtenaren hebben deze persoon met het tasje eerder in Club Rodenburg gezien. Naar aanleiding van deze bevindingen is de bestuurlijke rapportage van 21 december 2018 opgesteld. Naar aanleiding daarvan heeft de burgemeester besloten Club Rodenburg voor één jaar te sluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1978
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201907808/1/A3

201908330/1/A3

Bij besluit van 5 november 2018 heeft de minister van Justitie en Veiligheid naar aanleiding van een verzoek van [appellant] een document gedeeltelijk openbaar gemaakt. Volgens [appellant] is hij door een telefoniste van het Ministerie van Justitie en Veiligheid op negatieve wijze te woord gestaan. Om deze reden heeft hij de minister verzocht alle schriftelijke communicatie over hem en alle interne e-mails te verstrekken om op die manier een beeld te krijgen hoe er intern op het ministerie over hem wordt gesproken. De minister heeft dit verzoek aangemerkt als een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1991
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908330/1/A3

201908373/1/A3

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming een verzoek van [appellant] om afgifte van een Verklaring omtrent het gedrag afgewezen. De minister heeft het verzoek van [appellant] afgewezen omdat in het JDS is geregistreerd dat hij binnen de terugkijktermijn van in dit geval vier jaar wordt verdacht van poging doodslag en poging zware mishandeling. Dit heeft zich voorgedaan op 24 november 2017. Daarmee is voldaan aan het objectieve criterium. Toetsing aan het subjectieve criterium geeft geen aanleiding om aan [appellant] desondanks toch een VOG af te geven. Het belang van beperking van de risico’s voor de samenleving tegen herhaling van het feit weegt zwaarder dan het belang dat [appellant] heeft bij afgifte van een VOG, aldus de minister.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1992
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201908373/1/A3

201908390/1/A2

Bij besluit van 5 september 2017 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellant] heeft op 16 november 2016 een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds. In de aanvraag is vermeld dat [appellant] slachtoffer is geworden dan wel getuige is geweest van stelselmatig huiselijk geweld en mishandelingen, als gevolg waarvan hij fysiek en psychisch letsel heeft opgelopen. De CSG heeft de aanvraag afgewezen, omdat het niet aannemelijk is dat [appellant] slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De CSG heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet over genoeg objectieve informatie beschikt om een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf aannemelijk te achten. [appellant] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2000
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908390/1/A2

201908393/1/A2

Bij besluit van 5 september 2017 heeft de de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. [appellant] heeft op 1 november 2016 een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds voor zijn dochter [persoon]. In de aanvraag is vermeld dat [persoon] slachtoffer is geworden dan wel getuige is geweest van stelselmatig huiselijk geweld, mishandelingen en zedenmisdrijven, als gevolg waarvan zij fysiek en psychisch letsel heeft opgelopen. De CSG heeft de aanvraag afgewezen, omdat het niet aannemelijk is dat [persoon] slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf, zoals bedoeld in artikel 3 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. De CSG heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet over genoeg objectieve informatie beschikt om een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf aannemelijk te achten. [appellant] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1999
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908393/1/A2

201908521/1/A2

Bij besluit van 7 november 2018 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum geweigerd de Koning William Werf in Amsterdam aan te wijzen als gemeentelijk monument. Buurtorganisatie 1018 heeft het dagelijks bestuur verzocht om de Koning William Werf aan te wijzen als gemeentelijk monument. Bij besluit van 7 november 2018 heeft het dagelijks bestuur dit geweigerd. Tegen deze weigering heeft [appellante] bezwaar gemaakt. Omdat [appellante] volgens het college geen belanghebbende is bij het besluit van 7 november 2018, heeft het college haar bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. [appellante] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1998
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak201908521/1/A2

201908623/1/A2

Bij besluit van 3 juni 2019 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten tot invordering van een volgens hem door Subliem Zorg verbeurde dwangsom van € 10.000,00. Subliem Zorg biedt ambulante ondersteuning aan cliënten uit de gemeente Amsterdam. Als zorginstelling geldt voor Subliem Zorg, op grond van de artikelen 15 en 16 van de Wet toelating zorginstellingen en artikel 9, eerste lid, van de Regeling verslaglegging WTZi, de verplichting om de Jaarverantwoording Zorg over verslagjaar 2017 vóór 1 juni 2018 te verstrekken. Omdat Subliem Zorg niet aan deze verplichting heeft voldaan, heeft de minister bij besluit van 4 september 2018 een last onder dwangsom opgelegd. Omdat Subliem Zorg niet aan de opgelegde last heeft voldaan, heeft de minister bij het besluit van 3 juni 2019 de verbeurde dwangsommen van € 10.000,00 ingevorderd. Tegen dit besluit heeft Subliem Zorg bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1997
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak201908623/1/A2

201908822/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem een verzoek van [appellante] om wijziging van haar geboortedatum in de basisregistratie personen (hierna: Brp) afgewezen. Op 29 januari 2009 heeft [appellante] zich in de Brp laten inschrijven met als geboortedatum [1976]. Daarbij heeft zij zich geïdentificeerd met een Ethiopisch paspoort dat was afgegeven op 3 november 2008. Op 25 april 2018 heeft [appellante] het college verzocht om haar in de Brp geregistreerde geboortedatum te wijzigen. Volgens haar blijkt uit een gelegaliseerde huwelijksakte, gelegaliseerde geboorteakte en een Ethiopisch paspoort dat is afgegeven op 3 april 2014, dat zij op [1980] is geboren. Ook heeft [appellante] gewezen op een uitspraak van de Ethiopische rechter van 4 augustus 2006, die zij heeft ingebracht in een eerdere procedure tot wijziging van haar geboortedatum.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1990
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak201908822/1/A3

201908882/1/A3

Bij besluit van 3 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet de kadastrale locaties Nunspeet B 3928 en een gedeelte van Nunspeet B 5064 voorlopig aangewezen als gronden waarop een voorkeursrecht van toepassing is. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet heeft op 3 juli 2018 onder meer de kadastrale locaties Nunspeet B 3928 en een gedeelte van Nunspeet B 5064, plaatselijk bekend als de [locatie 1] en [locatie 2] te Nunspeet, voorlopig aangewezen als gronden waarop het voorkeursrecht zoals bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing is. [appellant] is eigenaar van die gronden. Het voorkeursrecht houdt in dat, als [appellant] de gronden wil verkopen, de gemeente voorrang heeft om te bepalen of zij de gronden wil kopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1989
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Wet voorkeursrecht gemeenten
  • uitspraakin de zaak201908882/1/A3

201908910/1/A3

Bij besluit van 16 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant sub 2] een bestuurlijke boete van € 39.600,- opgelegd wegens het niet tijdig verstrekken van bescheiden als bedoeld in artikel 18b, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag. [appellant sub 2] heeft een restaurant aan de [locatie] in [plaats]. Op 24 september 2016 hebben arbeidsinspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid daar een controle verricht naar de naleving van de Wml en de Arbeidstijdenwet. In het restaurant hebben zij vier werkzame personen aangetroffen, [persoon A], [persoon B], [persoon C] en [persoon D]. Uit nader onderzoek is hun gebleken dat zij werknemers van [appellant sub 2] zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1982
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201908910/1/A3

201908948/1/R4

Bij besluit van 18 december 2018 heeft het college geweigerd om de door Zandpluim B.V. aangevraagde omgevingsvergunning eerste fase voor het veranderen van de inrichting op de locatie Gezandebaan 39, te Heusden, gemeente Asten, voor de activiteit milieu te verlenen. Het college heeft drie redenen aangevoerd om te weigeren de aangevraagde vergunning voor de uitbreiding van de inrichting te verlenen: - Ten eerste is de uitbreiding volgens het college in strijd met de "Verordening geurhinder en veehouderij Asten 2016", - Ten tweede voldoet de uitbreiding volgens het college niet aan de Notitie handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid; Endotoxinekader 1.0 (hierna: het Endotoxine toetsingskader) van 25 november 2016 van het Bestuurlijk Platform Omgevingsrecht en - Ten derde is de uitbreiding, zo meent het college, in strijd met artikel 7 van het Besluit emissiearme huisvesting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1979
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201908948/1/R4

201909037/1/R1

Bij besluit van 12 september 2019 heeft de raad van de gemeente Middelburg het bestemmingsplan "Veerseweg-Oost" vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid tot de bouw van maximaal 23 woningen aan de Veerseweg in Middelburg. Verder omvat het plan de gronden ten noorden van de voorziene woningen, waar een tuincentrum/hoveniersbedrijf is gelegen. Dit is in het plan als zodanig bestemd. De beroepen van [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B] en [appellanten sub 2] zijn gericht tegen de bestemmingsplanregeling voor perceel 2179, gelegen direct achter hun woningen aan de Veerseweg. Het voornemen bestaat hier 8 geschakelde woningen te bouwen. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1976
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201909037/1/R1

201909251/1/R4

Bij besluit van 31 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Putten het bestemmingsplan "Fietspad en reconstructie Zuiderstraatweg/Waterweg" vastgesteld. [appellant] verzet zich tegen het plan voor zover daarmee aan een deel van zijn perceel, te noorden van de sloot, de bestemming "Verkeer" wordt toegekend. Daartoe voert hij aan dat de aanwijzing van 330 m2 van zijn gronden disproportioneel is, omdat met een aan een zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat voor de uitvoering van het plan veel minder grond nodig is. Dat de raad in het plan ook heeft bepaald dat deze aangewezen gronden, wanneer deze niet ten behoeve van de verkeersbestemming worden gebruikt, feitelijk mogen worden gebruikt als tuin en erf, maakt dit volgens hem niet anders. De raad heeft volgens hem ook onvoldoende meegewogen dat de aangewezen gronden onderdeel uitmaken van een beschermd rijksmonument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1969
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201909251/1/R4

202000015/1/R1

Bij besluit van 1 februari 2018 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost (thans het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam en hierna te noemen: het college) aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van een extra toegang tot de benedenwoning op de locatie [locatie 1] in Amsterdam. Het bouwplan voorziet in het aanbrengen van een extra toegang in het trappenhuis op de eerste verdieping tot de benedenwoning in het pand [locatie 2] in Amsterdam. [appellanten] wonen in de bovenwoning van het pand. Zij hebben bezwaar tegen het bouwplan. Daarbij gaat het onder meer over vermindering van woongenot wegens geluidsoverlast en aantasting van privacy. Ter zitting is naar voren gekomen dat de eigendom van het pand inmiddels is overgegaan op Rembrandt Propco B.V., maar dat de benedenwoning nog wel wordt bewoond door de erven van [vergunninghouder].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1981
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000015/1/R1

202000239/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in de wijk Tanthof in Delft. [appellant] woont aan de Wezelstraat in Delft. Het besluit voorziet in de plaatsing van ORAC’s onder meer naast zijn woning (locatie CL78). [appellant] is het niet eens met de aanwijzing van die locatie. Hij vreest met name voor overlast door onjuist gebruik van de ORAC’s en voor schade aan zijn heg en de kastanjeboom door de plaatsing ervan. Volgens hem is er een betere alternatieve locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1974
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000239/1/R1

202001989/1/R1

Bij besluit van 11 februari 2020 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel het projectplan "Herinrichting beekdal Groote Beerze, traject 1" vastgesteld. Het plangebied maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Kempenland-West. De in de Groote Beerze voorkomende kwalificerende habitats, die de reden zijn geweest om het gebied als Natura 2000-gebied aan te wijzen, zijn onder andere de Blauwgraslanden en de Vochtige alluviale bossen. Deze habitats zijn vanwege de niet optimale waterhuishouding in kwaliteit achteruitgegaan. In het projectplan zijn daarom maatregelen opgenomen om het natuurlijke watersysteem in en rond de Groote Beerze te verbeteren. De maatregelen in het projectplan betreffen onder meer het aanleggen van een nieuwe loop van de Groote Beerze en het dempen van de oude loop, het aanpassen van A-watergangen en het dempen, verondiepen, danwel laten verlanden van watergangen en greppels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1977
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202001989/1/R1

202002360/1/R1

Bij besluit van 22 februari 2019 heeft het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas het projectplan "Esperloop, Geneneind" vastgesteld. Met het projectplan wordt de realisatie van 1,1 km beekontwikkeling en een ecologische verbindingszone in het projectgebied beoogd. Het projectgebied is gelegen tussen de weg Geneneind en de Neerstraat in Bakel. De inrichtingsmaatregelen bestaan uit het deels verleggen van de beekloop, het verwijderen van twee stuwen, het aanbrengen van natuurlijke elementen en het inrichten van een zone langs de beek als ecologische verbindingszone. Het dagelijks bestuur wil zo beekherstel realiseren om aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Andere doelen zijn het realiseren van een robuust en veerkrachtig watersysteem, het verbeteren van ecologisch potentieel van de Esperloop en het mogelijk maken van vismigratie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1972
Datum uitspraak
19 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202002360/1/R1

202002419/1/R1 en 202002419/2/R1

Bij het besluit van 11 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen op drie locaties van het tracé hoogspanningsverbindingen als neergelegd in het provinciaal inpassingsplan "Netuitbreiding Kop van Noord- Holland - herstelbesluit II". [appellant] woont in de nabijheid van de voorziene ondergrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding op het perceel [locatie] te Slootdorp. In de omgevingsvergunning wordt afgeweken van het in het PIP neergelegde tracé. [appellant] heeft er op gewezen dat hij als gevolg van het PIP reeds wordt geconfronteerd met een ondergrondse hoogspanningsverbinding die vlak langs de oostelijke zijde van zijn perceel loopt. Als gevolg van de wijziging van het tracé zal de kabel vlak na zijn perceel een bocht met een lus maken, waardoor deze ook aan de noordkant dicht bij zijn perceel komt te liggen, aldus [appellant]. [appellant] vreest voor de negatieve gezondheidsgevolgen van de hoogspanningsverbinding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1955
Datum uitspraak
17 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202002419/1/R1 en 202002419/2/R1

202004319/2/V2

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1961
Datum uitspraak
17 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004319/2/V2

202001811/2/R2

Bij besluit van 28 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "I Luchthaven Eindhoven e.o. (parkeergarage P5)" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1949
Datum uitspraak
14 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001811/2/R2

202003270/2/V2

Bij besluit van 21 oktober 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1950
Datum uitspraak
14 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003270/2/V2

202004426/2/V3

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1958
Datum uitspraak
14 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004426/2/V3

202004451/2/V3

Bij besluit van 9 augustus 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1959
Datum uitspraak
14 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004451/2/V3

202004473/2/V3

Bij besluit van 7 mei 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1960
Datum uitspraak
14 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004473/2/V3

202003917/2/R4

Bij besluit van 20 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest [verzoeker] onder oplegging van dwangsommen gelast om de bewoning van het perceel aan de [locatie] te Soest te staken en gestaakt te houden en de zonder omgevingsvergunning geplaatste bouwwerken op dat perceel te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1945
Datum uitspraak
13 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003917/2/R4

201807042/1/V2

Bij besluit van 11 april 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1885
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201807042/1/V2

201901408/1/V2

Bij besluit van 14 januari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1886
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201901408/1/V2

201904543/1/V3

Bij besluit van 5 november 2015 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1942
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201904543/1/V3

201905226/1/V2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1940
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905226/1/V2

201905324/1/V2

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1895
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905324/1/V2

201907211/1/V2

Bij besluit van 27 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1896
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907211/1/V2

201908386/1/V2

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1943
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908386/1/V2

201908831/1/V2

Bij besluit van 8 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1944
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908831/1/V2

202000674/1/V2

Bij besluit van 20 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1902
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000674/1/V2

202000931/1/V3

Bij besluit van 16 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1941
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000931/1/V3

202002313/2/R4

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding van de aan hem verleende omgevingsvergunning te beëindigen en beëindigd te houden. [verzoeker] beschikt over een omgevingsvergunning voor het gebruiken van een schuur voor activiteiten met een hoofdzakelijk creatief en/of educatief karakter en voor kleinschalige horeca. Het college heeft aan [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd, wegens het overtreden van deze omgevingsvergunning. Het college stelt zich hierbij op het standpunt dat uit controles van toezichthouders (op 6 oktober 2018, 30 maart 2019 en 5 april 2019) is gebleken dat in de schuur activiteiten zijn georganiseerd die in strijd zijn met de verleende omgevingsvergunning. Er is geen begunstigingstermijn bepaald, omdat [verzoeker] volgens het college direct aan de last kan voldoen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1892
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002313/2/R4

202002530/2/R2

Bij besluit van 15 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verleend voor het legaliseren van een veldschuur op het perceel [locatie] te Liessel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1905
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002530/2/R2

202002954/2/R4

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft de raad van de gemeente West Betuwe het bestemmingsplan "Herman Kuijkstraat 44-50 te Geldermalsen" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in tien appartementen en twee kantoren ter plaatse van de Herman Kuijkstraat 44-50 te Geldermalsen. Voorheen was hier een apotheek gevestigd. Het gebouw van de voormalige apotheek staat nu leeg. [belanghebbende] is de initiatiefnemer voor de sloop van de bestaande bebouwing en de realisatie van het appartementencomplex met kantoren. [verzoeker sub 2A] en [verzoeker sub 2B] vrezen voor geluidhinder afkomstig van het parkeerterrein in de vorm van dichtslaande portieren, autoradio-geluiden en spreken met stemverheffing. Verder stellen zij dat ten onrechte niet in het plan is geborgd dat de appartementen alleen door senioren zullen worden bewoond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1893
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002954/2/R4

202003642/1/A2 en 202003642/2/A2

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant] om een toevoeging afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1906
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202003642/1/A2 en 202003642/2/A2

202003890/2/V3

Bij besluit van 14 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1947
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003890/2/V3

202004016/2/V3

Bij besluit van 12 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1901
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004016/2/V3

202004148/2/V2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1939
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004148/2/V2

202004198/2/V3

Bij besluit van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1946
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004198/2/V3

201807316/1/A2

Bij besluit van 21 december 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1927
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201807316/1/A2

201807321/1/A2

Bij besluit van 21 december 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1929
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201807321/1/A2

201900361/1/R3

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de raad van de gemeente Emmen het bestemmingsplan "Buitengebied Emmen, Emmen, Nieuw-Amsterdamsestraat ('t Nije Hoff)" vastgesteld. Het plan maakt een zogeheten stadsboerderij mogelijk aan de Nieuw-Amsterdamsestraat in Emmen, aan de rand van de wijk Bargeres en ten noorden van de woonwijk Delftlanden. De stadsboerderij betreft een melkveehouderij met een omvang van ongeveer 70 melk- en kalfkoeien en 60 stuks jongvee, zo staat in de plantoelichting. Bij de veehouderij kunnen daarnaast grondgebonden agrarische activiteiten plaatsvinden en producten worden verkocht die ter plaatse worden geproduceerd. Ook voorziet het plan in horeca en educatie. [belanghebbende A] en [belanghebbende B] zijn de initiatiefnemers van het plan. [appellant A] en [appellant B] kunnen zich niet verenigen met de ontwikkeling die het plan mogelijk maakt. Zij vrezen dat de voorziene stadsboerderij leidt tot onder meer geurhinder, hinder van vliegen en gezondheidsproblemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1921
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201900361/1/R3

201900998/1/A2

Bij besluit van 9 augustus 2017 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de subsidie voor [appellant] ten behoeve van het rijksmonument "het Groot Arsenaal" te Bergen op Zoom vastgesteld op € 72.832,00. Op 1 september 2008 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor subsidie, zoals bedoeld in het Besluit rijkssubsidiering instandhouding monumenten, voor rijksmonument het Groot Arsenaal, gelegen aan de Rijtuigweg 44 te Bergen op Zoom, met monumentennummer 531079. Bij de aanvraag was het daarbij behorende instandhoudingsplan gevoegd. Bij besluit van 12 juni 2009 heeft de minister aan [appellant] ten behoeve van het rijksmonument een subsidie verleend ter hoogte van 50% van de subsidiabele kosten, te weten € 500.000,00. Dit besluit is onherroepelijk geworden. De subsidie is lager vastgesteld omdat het grootste deel van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, niet dan wel niet geheel is uitgevoerd overeenkomstig het instandhoudingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1911
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201900998/1/A2

201901887/1/R3

Bij besluit van 15 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Hengelo het bestemmingsplan Gezondheidspark, Aletta Jacobslaan" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten westen van Hengelo en wordt begrensd door de Aletta Jacobslaan aan de noordzijde en de Geerdinksweg aan de oostzijde. In het voorheen geldende plan "Gezondheidspark" hadden de gronden van het plangebied de bestemming "Wonen". Na de vaststelling en inwerkingtreding van dat bestemmingsplan is de woningbouw niet tot ontwikkeling gekomen. In het plan "Gezondheidspark, Aletta Jacobslaan" is deze ontwikkeling geschrapt. Aan deze gronden is grotendeels de bestemming "Groen" toegekend. Deze wijziging houdt verband met de omstandigheid dat er sprake is van een groot aanbod van zogenoemde harde plannen voor woningbouw in Hengelo, terwijl dit aanbod niet aansluit op de vraag. [appellant] is tegen het schrappen van de mogelijkheid tot woningbouw en tegen het toekennen van een groenbestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1923
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201901887/1/R3

201902321/2/R2

Bij tussenuitspraak van 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3599, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Rucphen opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 6 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 23 oktober 2019 kort gezegd overwogen dat in het akoestisch onderzoek ten behoeve van het besluit van 6 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Kom Rucphen, Sint Martinusstraat ongenummerd, tussen 13 en 15, niet alle relevante bedrijfsactiviteiten zijn betrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1909
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902321/2/R2

201902890/1/A2

Bij besluit van 27 september 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van [appellante] om nadeelcompensatie afgewezen. Het geschil tussen partijen gaat over de afwijzing van een verzoek om nadeelcompensatie. Nadeelcompensatie wordt desgevraagd toegekend, indien een bestuursorgaan, in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die de benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. [appellante] is sinds 14 oktober 2016 eigenaar van twee percelen te Bergen (Limburg). Op 30 januari 2018 heeft zij een verzoek om nadeelcompensatie ingediend. Aan dat verzoek heeft zij ten grondslag gelegd dat de percelen in gebruik zijn als weiland voor een paardenfokkerij, dat het weiland als gevolg van de verhoging van de grondwaterstand sinds de peilopzet van de Maas met 25 cm steeds verder onder water komt te staan en dat het weiland daardoor niet meer bruikbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1928
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201902890/1/A2

201902968/1/A2

Bij besluit van 19 januari 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen een verzoek van Waterbedrijf Groningen om nadeelcompensatie afgewezen. Bij brief van 3 november 2015 heeft Waterbedrijf Groningen bij het college een verzoek om nadeelcompensatie ingediend, waarbij het zich heeft beperkt tot de kosten van aanpassing (buitengebruikstelling) van vier waterleidingzinkers. Waterbedrijf Groningen heeft het college verzocht om een tegemoetkoming van € 62.081,00 in de kosten van ontwerp, begeleiding en uitvoering van de werkzaamheden ter hoogte van € 83.775,00. Volgens Waterbedrijf Groningen is dit, gezien de bijzondere omstandigheden van het geval, een reële compensatie voor het nadeel dat zij heeft als gevolg van de gedwongen aanpassing van vier waterleidingzinkers in verband met de werkzaamheden van de provincie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1934
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201902968/1/A2

201905220/1/A2

Bij besluiten van 13 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Medemblik aanvragen van De Vlietlanden, [appellante A] en [appellant B] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Het geschil tussen partijen gaat over de afwijzing van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade. Uit artikel 6.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening volgt dat planschade bestaat uit een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak als gevolg van een in het tweede lid vermelde oorzaak. [appellant B] is exploitant van bungalowpark De Vlietlanden aan de Droge Wijmershof 5 te Wervershoof. Op het bungalowpark staan 275 recreatiewoningen en bevinden zich daarnaast algemene voorzieningen, zoals een receptiegebouw. [appellant B] is eigenaar van het openbaar gebied van het bungalowpark en het receptiegebouw. Hij heeft het merendeel van de recreatiewoningen verkocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1933
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905220/1/A2

201905256/1/R2

Bij besluit van 20 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een dakterras op het pand op het perceel [locatie 1] te Maastricht. Het pand op de [locatie 1] wordt gebruikt voor kamergewijze verhuur. Op de eerste verdieping worden drie kamers verhuurd en op de tweede verdieping twee kamers. Aan de achterzijde van de eerste verdieping bevindt zich een dakterras. Alle bewoners van het pand hebben toegang tot dat dakterras. Naar aanleiding van klachten van omwonenden is een controle uitgevoerd waarbij is geconstateerd dat voor het dakterras geen omgevingsvergunning is verleend. De toenmalige eigenaar van het pand heeft daarop een aanvraag ingediend om een hek op het dakterras te plaatsen. [wederpartij] woont aan de [locatie 2], achter het perceel. Hij vreest overlast van het gebruik van het dakterras.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1907
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905256/1/R2

201905499/1/R4

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Rentalys B.V. en [appellant sub 1] gelast het gebruik van het adres [locatie 1] en [locatie 2] te Amsterdam als logiesgebouw/hotel onmiddellijk te (laten) staken en gestaakt te houden. Verder heeft het college in dit besluit meegedeeld dat op 29 maart 2018, na 17.00 uur, spoedeisende bestuursdwang is toegepast door de sloten van het gebouw te vervangen. [appellant sub 1] en Rentalys B.V. zijn elk voor de helft eigenaar van het gebouw. Het pand aan de [locatie 1] bestaat uit het souterrain, de zogenoemde bel-etage en de eerste verdieping en het pand aan de [locatie 2] bestaat uit de tweede en derde verdieping en de zolder. De panden delen de begane grond.Op 28 en 29 maart 2018 hebben toezichthouders van de gemeente samen met de brandweer het gebouw bezocht. Op 28 maart 2018 verbleven acht toeristen in het gebouw en op 29 maart 2018 elf toeristen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1926
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905499/1/R4

201905664/1/R1

Bij ongedateerd besluit, verzonden op 23 januari 2018, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van een kantoor- en bedrijfsfunctie naar een dienstwoning. [appellant] heeft het college verzocht een vergunning te verlenen voor het realiseren van een bedrijfswoning in zijn pand aan de [locatie] te Zandvoort. Het college heeft, gezien het in deze uitspraak opgenomen procesverloop, uiteindelijk geweigerd deze vergunning te verlenen. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de dienstwoning in strijd is met de bestemming "Bedrijventerrein" die het perceel op grond van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Nieuw Noord" heeft. Het ziet geen aanleiding om de vergunning in strijd met het plan te verlenen, omdat het gebied waarbinnen het perceel is gelegen in het plan is aangeduid als ontwikkelingsgebied voor de transformatie in een woonwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1910
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905664/1/R1

201905758/1/R1

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland de wijziging van de legger wateren 2018 vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1908
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak201905758/1/R1

201906236/1/R4

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 2 oktober 2018 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 182,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 2 oktober 2018 is aangetroffen naast een ondergrondse container in de Czarinastraat in Zaandam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan [appellante] geadresseerde enveloppe. [appellante] betwist dat de huisvuilzak van haar afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1916
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906236/1/R4

201906239/1/R4

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 30 september 2018 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 182,00, voor rekening van [appellant] komen. In het besluit van 17 oktober 2018 staat dat de toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van afval dat op 30 september 2018 is aangetroffen aan de Westzanerdijk in Zaandam. Op de foto's bij het besluit is te zien dat er naast een bovengrondse afvalcontainer een aantal pakketten gebundeld karton en één zeer grote kartonnen doos met de naam en het adres van [appellant] erop lagen. Het is niet in geschil dat [appellant] daar karton heeft neergelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1919
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906239/1/R4

201906245/1/R4

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad zijn beslissing om op 24 november 2018 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 182,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 24 november 2018 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer in de Morgensterstraat in Zaandam. [appellante] betoogt dat het college er in redelijkheid van had moeten afzien te bepalen dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor haar rekening komen. Volgens haar was het verwijderen van slechts één doos niet zodanig spoedeisend dat het college spoedeisende bestuursdwang had moeten toepassen..

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1920
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906245/1/R4

201906340/1/A3

Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd [appellante] een vergunning te verlenen voor woningvorming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1937
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906340/1/A3

201906437/1/R4

Bij besluit van 27 juni 2019 heeft de raad van de gemeente de Ronde Venen het bestemmingsplan "Prins Bernardlaan" vastgesteld. Stichting Groenwest is eigenaar van een aantal aangesloten percelen aan de Prins Bernhardlaan in Mijdrecht. Stichting Groenwest wil daar een appartementengebouw met 21 appartementen realiseren nadat de bestaande twee-onder-één-kap woningen en de vrijstaande woning ter plaatse zijn gesloopt. Om deze ontwikkeling planologisch mogelijk te maken heeft de raad het bestemmingsplan vastgesteld. Met het plan krijgen de percelen de bestemmingen "Woongebied" met bouwvlak, "Waarde-Archeologie" en "Waarde-Waterkering" vanwege de aanwezige waterkering. [appellant sub 1] is eigenaar van het perceel met woning aan de [locatie] te Mijdrecht. De achtertuin van [appellant sub 1] grenst aan het plangebied. Hij vreest dat realisatie van het appartementengebouw zal leiden tot aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1925
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201906437/1/R4

201906940/1/R4

Bij besluit van 19 december 2018, gewijzigd bij besluit van 6 mei 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen een omgevingsvergunning verleend aan Stichting Zwembad Abcoude voor het realiseren van een multifunctioneel gebouw met een zwembad, sportzaal en kantine aan het Geinplein 3 te Abcoude. Aan deze omgevingsvergunning is bij het besluit op de gemaakte bezwaren het voorschrift verbonden dat er maximaal 12 nieuwe parkeerplaatsen moeten worden aangelegd. [appellant A], [appellant B] en [appellant C] wonen in de omgeving van het perceel. Zij willen niet dat de omgevingsvergunning wordt verleend voor het multifunctionele gebouw, omdat zij overlast vrezen als gevolg van de toename van de parkeerdruk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1932
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906940/1/R4

201907292/1/A3

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht het verzoek van [appellant A] en [appellant B] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) deels ingewilligd en deels afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1936
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907292/1/A3

201907481/1/A3

Bij uitspraak van 8 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1479, heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellant A] tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 28 mei 2018 in zaak nr. 17/1595 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom van 23 januari 2017, kenmerk U17-000102, gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. [appellant] heeft het college verzocht om met toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur een rapport van Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. van 3 april 2014 openbaar te maken. Het rapport bevat de resultaten van een in opdracht van de burgemeester uitgevoerd onderzoek naar de betrokkenheid van voormalig wethouder Linssen bij de realisatie van zogenoemde ruimte voor ruimte kavels aan de Fort de Roverweg in Halsteren. Bij het besluit van 4 september 2019 heeft het college het rapport deels openbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1922
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907481/1/A3

201907647/1/R2

Bij besluit van 3 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen-Chaam het wijzigingsplan "[locatie 1], Chaam" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1935
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201907647/1/R2

201907970/1/R4

Bij besluit van 20 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een dakopbouw op de aanbouw van een woning aan de [locatie 1] te Nijmegen en voor het verplaatsen van een beluchtingsunit. [vergunninghouder] is eigenaar van de woning waarop de vergunning betrekking heeft. Die woning is 6,6 meter hoog, en heeft goothoogtes tot 5 meter. Het bouwplan bestaat uit het realiseren van een dakopbouw op de bestaande, plat afgedekte aanbouw aan de linkerzijde van de noordgevel van de woning met een goothoogte van 4,96 meter aan de oostzijde en 4,42 meter aan de westzijde. Het bouwplan is in strijd met de ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nijmegen Brakkenstein" op het perceel rustende bestemming "Wonen", omdat de goothoogte van de dakopbouw meer bedraagt dan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane 3 meter.

Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907970/1/R4

201908022/1/R4

Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 9 juli 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten een bedrag van €126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een lege kartonnen doos, die op 9 juli 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse inzamelcontainer ter hoogte van de Schoeplaan 135 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan vermeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1917
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908022/1/R4

201908766/1/R1

Bij besluit van 6 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg ingestemd met het door BK Ingenieurs te Udenhout ingediende verslag van de bodemsanering op de locatie Albionstraat 33g te Tilburg. In opdracht van [opdrachtgever] is op 18 mei 2018 door BK Ingenieurs een tijdelijke uitname van grond uitgevoerd op de locatie. De aanleiding hiervoor werd gevormd door werkzaamheden aan het riool tussen het hoofdriool in de Albionstraat en de locatie. Het besluit van 6 augustus 2018 behelst de instemming van het college met het door BK Ingenieurs ingediende evaluatierapport van 23 mei 2018. [appellant] woont op het perceel [locatie] en heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Het college heeft [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Volgens het college kan [appellant] niet worden aangemerkt als belanghebbende, omdat hij bij zijn perceel, gelet op de afstand tot de locatie, geen feitelijke gevolgen kan ondervinden van het tijdelijk uitnemen van grond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1924
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201908766/1/R1

202000076/1/R4

Bij besluit van 24 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om het laten gebruiken van de recreatiewoning aan de [locatie] te Zeewolde ten behoeve van de huisvesting van (buitenlandse) werknemers te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante B] is eigenaar van de recreatiewoning en verhuurt deze via [bedrijf A]. Naar aanleiding van een controle van een toezichthouder van de gemeente op 20 september 2018, stelt het college zich op het standpunt dat de recreatiewoning wordt gebruikt voor huisvesting van (buitenlandse) werknemers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1931
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000076/1/R4

202000344/1/R4

Bij besluit van 12 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 30 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 125,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 30 oktober 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Walravenstraat 35 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een los adreslabel met daarop haar naam en adres is aangetroffen. [appellante] betwist dat de aangetroffen huisvuilzak van haar afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1918
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000344/1/R4

202001980/1/R4

Bij besluit van 7 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 22 november 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een grote platgemaakte doos die op 22 november 2019 is aangetroffen naast een papierbak ter hoogte van de Kamperfoeliestraat 57 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos in de papierbak heeft gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1914
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001980/1/R4

202002157/1/R4

Bij besluit van 13 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schiedam zijn beslissing om op 29 april 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Schiedam 2013 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 150,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een grote doos die op 29 april 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse container ter hoogte van het Fabriplein 32 in Schiedam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de ondergrondse container heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1915
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002157/1/R4

202002163/1/R4

Bij besluit van 4 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 27 januari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 125,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 27 januari 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Catharina van Zoelenstraat 91 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een medicijndoosje is aangetroffen waarop een sticker zit met zijn adres erop. De overige gegevens op de sticker zijn doorgestreept met een zwarte stift. [appellant] betwist dat de aangetroffen huisvuilzak van hem afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1913
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002163/1/R4

202002331/1/R4

Bij besluit van 29 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 14 november 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. Bij besluit van 1 juli 2020 heeft het college het besluit van 27 februari 2020 ingetrokken en het besluit van 29 november 2019 herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1912
Datum uitspraak
12 augustus 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002331/1/R4

202004421/2/V2

Bij besluit van 17 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1938
Datum uitspraak
11 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004421/2/V2

202002631/2/R2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Goirlehet bestemmingsplan "Looienhoek 1" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een pension voor maximaal 45 honden en 20 katten op het perceel Looienhoek 1. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Riel, in het buitengebied. Het betreft een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een boerderij en bijgebouwen, waarin wordt beoogd bedrijfsmatig de honden en katten te huisvesten. [verzoeker] woont aan de [locatie], in de directe omgeving van het plangebied. Het verzoek van [verzoeker] is gericht op schorsing van het plan. Hij heeft verzocht een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat kan worden begonnen met de exploitatie van het honden- en kattenpension.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1891
Datum uitspraak
10 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002631/2/R2

202004149/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre een last onder bestuursdwang opgelegd aan [verzoekers] vanwege bodemverontreiniging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1898
Datum uitspraak
10 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202004149/1/R1

202004157/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre een last onder bestuursdwang opgelegd aan [verzoeker] vanwege bodemverontreiniging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1897
Datum uitspraak
10 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202004157/1/R1

202000960/2/R4 en 202001552/2/R4

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 27 juli 2020, heeft [verzoeker] verzocht om toepassing van artikel 8:15 van de Awb in de zaken met nrs. 202000960/1/R4 en 202001552/1/R4.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1899
Datum uitspraak
10 augustus 2020
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202000960/2/R4 en 202001552/2/R4

201909014/2/R1

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam eigenaren van [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om diverse overtredingen op het perceel [locatie] in Amsterdam ongedaan te maken. [vennoot A], [vennoot B] en [vennoot C] zijn vennoten van [appellante]. Ter plaatse van het perceel geldt het bestemmingsplan "Postcodegebied 1012", zoals dat is gewijzigd met de invoering van het paraplubestemmingsplan "Winkeldiversiteit Centrum". Het college heeft de eigenaren van [appellante] gelast om de geconstateerde strijdigheden met onder meer het Bouwbesluit 2012, artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, en het bestemmingsplan "Postcodegebied 2012" op te heffen. Aan het besluit is onder meer ten grondslag gelegd dat het pand in strijd met het bestemmingsplan als souvenirwinkel, minisupermarkt, "headshop", internetwinkel en tabakszaak wordt geëxploiteerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1890
Datum uitspraak
7 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909014/2/R1

202003535/2/V3

Bij besluit van 1 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1894
Datum uitspraak
7 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003535/2/V3

202004091/2/V3

Bij besluit van 5 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1900
Datum uitspraak
7 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004091/2/V3

202002019/2/A3

BKBD Horeca heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 5 februari 2020 in zaak nr. 19/1091. Het geding betreft een last onder bestuursdwang tot het staken van de exploitatie van het horecabedrijf Café Bruut. BKBD Horeca is exploitant van het café.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1864
Datum uitspraak
6 augustus 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002019/2/A3

201900615/1/V2

Bij besluiten van 25 april 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1844
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201900615/1/V2

201905387/1/V2

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1852
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905387/1/V2

201907032/1/V3

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1887
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907032/1/V3

201907349/1/V1

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1855
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907349/1/V1

201907455/1/V1

Bij besluit van 2 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1848
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907455/1/V1

201907763/1/V1

Bij besluiten van 23 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1850
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907763/1/V1

201908019/1/V1

Bij besluiten van 1 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1847
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908019/1/V1

201908058/1/V3

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1860
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908058/1/V3

201908095/1/V1

Bij besluit van 1 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1854
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908095/1/V1

202000051/1/V2 en 202000051/2/V2

Bij besluit van 21 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1845
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000051/1/V2 en 202000051/2/V2

202000715/1/V1

Bij besluit van 2 december 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1856
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000715/1/V1

202000881/1/V1

Bij besluiten van 18 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1849
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000881/1/V1

202001125/1/V1

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1843
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001125/1/V1

202002088/1/V1

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1888
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002088/1/V1

202002303/1/V2

Bij besluit van 23 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verblijfsrecht van de vreemdeling beëindigd en hem ongewenst verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1853
Datum uitspraak
5 augustus 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002303/1/V2
vorige pagina1...222223224...1.208volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon