Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.767
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202001527/1/A2

Bij verkeersbesluit van 8 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam besloten éénrichtingsverkeer in te voeren op het noordelijke deel van de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam onder meer door het plaatsen van verkeersborden. Bij het verkeersbesluit van 8 februari 2018 heeft het college besloten éénrichtingsverkeer in te voeren van noord naar zuid op het noordelijke deel van de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Daardoor is het rijden op de Nieuwezijds Voorburgwal richting het noorden niet meer mogelijk. In het besluit is vermeld dat de Nieuwezijds Voorburgwal is opgenomen in de Uitvoeringsagenda Mobiliteit als toekomstige fiets- en wandelboulevard en dat er meer ruimte voor fietsers en voetgangers ontstaat door de straat meer autoluw te maken. [appellant] woont aan de [locatie]. Dat ligt in de omgeving van de Nieuwezijds Voorburgwal. Hij vreest voor overlast door toenemend sluipverkeer in de Langestraat als gevolg van het verkeersbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2556
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202001527/1/A2

202001533/1/R3

Bij besluit van 10 december 2019 heeft de raad van de gemeente Wierden het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, herziening Achteresweg 4" vastgesteld en voorts besloten om geen exploitatieplan vast te stellen. Op het perceel aan de Achteresweg 4 te Enter bevindt zich een voormalig agrarisch erf. Volgens paragraaf 1.1 van de plantoelichting wordt in het kader van de rood voor rood-regeling in totaal 5.980 m² aan voormalige agrarische bebouwing op het perceel gesloopt. Ter compensatie van de sloop mogen zeven woningen met bijgebouw worden gebouwd. Het plan voorziet in zes woningen en volgens de plantoelichting zal één van de zeven compensatiewoningen op een nader te bepalen locatie worden gerealiseerd. De voormalige bedrijfswoning heeft een woonbestemming gekregen. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het bouwen van vijf woningen op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2554
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202001533/1/R3

202001750/1/R2

Bij besluit van 6 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van het recreatieverblijf op het perceel [locatie] in Heel voor permanente bewoning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van het recreatieverblijf op het perceel. Naar aanleiding van een controle van de persoonsgegevens van [appellant] in de Basisregistratie personen (hierna: BRP), de kentekenregistratie bij de Rijksdienst voor Wegverkeer en het nachtregister van het recreatiepark heeft het college geconcludeerd dat [appellant] het recreatieverblijf permanent bewoont. Dit is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Heel Panheel". Om aan de last te voldoen moet [appellant] volgens dit besluit een feitelijk en reëel hoofverblijf elders betrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2591
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001750/1/R2

202002207/1/R3

Bij besluit van 1 juli 2019 heeft het college [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om, voor zover van belang, de zeecontainers aan de voorzijde van het perceel de [locatie] in Zevenhuizen te (laten) verwijderen en verwijderd te (laten) houden. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] in Zevenhuizen. [appellant] verhuurt vanuit zijn onderneming [bedrijf A] op dit perceel zeecontainers aan [bedrijf B], het bedrijf van zijn zoon. [bedrijf B] verhuurt op haar beurt de zeecontainers aan particulieren en bedrijven. Het perceel ligt in het plangebied van het bestemmingplan "Herziening Zuidplaspolder 1". Het perceel bestaat uit twee kadastrale percelen. Op het voorste gedeelte van het perceel, dat kadastraal wordt aangeduid met het nummer 854, rust de bestemming "Bedrijf". Op het achterste gedeelte van het perceel, dat kadastraal wordt aangeduid met het nummer 1067, rust de bestemming "Agrarisch".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2580
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002207/1/R3

202003720/1/A2

Bij uitspraak van 25 mei 2020 heeft de rechtbank een verzoek van [appellant] om schadevergoeding op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb afgewezen. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. [appellant] is bij besluit van 6 maart 2017 door het CBR rijongeschikt verklaard voor het besturen van motorrijtuigen in de categorieën B en BE omdat bij een keuring is vastgesteld dat sprake is van ADHD met onvoldoende ziekte-inzicht en onvoldoende therapietrouw. Naar aanleiding hiervan heeft [appellant] verzocht om een herkeuring. Op 28 april 2017 is deze keuring uitgevoerd door psychiater drs. A.I. Douma. Volgens Douma vormt de vastgestelde ADHD bij [appellant] geen belemmering voor zijn rijgeschiktheid, maar omdat bij het uitgevoerde urineonderzoek is vastgesteld dat hij cocaïne heeft gebruikt, adviseert Douma om [appellant] niet rijgeschikt te verklaren. Daarbij merkt Douma op dat het drugsgebruik door hem en zijn moeder wordt ontkend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2584
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003720/1/A2

202004445/1/R4

Bij besluit van 11 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Wageningen het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Kennisecosysteem" vastgesteld. Het parapluplan heeft betrekking op een deel van de campus van Wageningen University & Research. In het plangebied gelden vier verschillende bestemmingsplannen. Het gaat om: - bestemmingsplan "Wageningen Campus", - bestemmingsplan "De Goor, eerste fase", - bestemmingsplan "3e kwadrant Business Strip" en - bestemmingsplan "2e Kwadrant Business Strip". Het parapluplan voorziet erin dat, op de gronden met de daartoe strekkende aanduidingen, ook kennisintensieve bedrijven en instellingen worden toegestaan in de milieucategorieën 3.1 en 3.2 van de nieuwe Staat van bedrijfsactiviteiten. [appellante] woont aan de [locatie] in Wageningen, ten westen van het plangebied. Zij kan zich niet verenigen met het parapluplan. Zij is bang dat zij nadelige gevolgen zal ondervinden van de bedrijven die op de campus mogen worden gevestigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2590
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202004445/1/R4

202004556/3/R1

Bij tussenuitspraak van 28 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1662, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Den Haag opgedragen om binnen zes weken na verzending van die tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 14 juli 2020, voor zover het college daarin de locatie 87B-57A heeft aangewezen voor de plaatsing van twee ondergrondse restafvalcontainers (hierna: orac’s), te herstellen, dan wel een ander besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en de uitkomst aan de Afdeling en partijen mede te delen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid om het door [appellant] voorgestelde alternatief, een parkeerplaats voor een groenstrook aan de Wezelrade, aan te wijzen als locatie voor de plaatsing van de twee orac’s. Het college had niet onderbouwd dat de takken van een boom bij deze locatie een reële belemmering vormen voor de leegwagen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2589
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004556/3/R1

202004571/1/A3

Bij besluit van 25 september 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam besloten op een verzoek van [appellant sub 2] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. In de jaren 2000-2005 zijn in de gemeente Rotterdam hekwerken geplaatst om criminaliteit tegen te gaan. De hekken zijn geplaatst door de toenmalige deelgemeente Charlois. Volgens [appellant sub 2] heeft de gemeente Rotterdam daarmee een inbreuk gemaakt op zijn eigendomsrecht, omdat een hekwerk op zijn terrein staat. Hij heeft de gemeente Rotterdam in een brief van 6 januari 2016 gesommeerd de hekwerken te verwijderen. In verband met een civielrechtelijk geschil tussen de gemeente en [appellant sub 2], heeft hij het college met een Wob-verzoek gevraagd informatie openbaar te maken over hekwerken die zijn geplaatst tussen het jaar 2000 en 2005 op een aantal locaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2596
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004571/1/A3

202004641/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om een vergunning voor alternatief personenvervoer afgewezen. [appellant] werkt sinds 1 april 2005 als fietstaxichauffeur in Amsterdam. Het college heeft voor de periode van 1 april 2016 tot 1 april 2019 op grond van artikel 2.51 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 voor het laatst aan hem een vergunning verleend voor het aanbieden van alternatief personenvervoer op en aan de openbare weg. Deze vergunning verviel van rechtswege na afloop van de geldigheidsduur. Het college heeft in zijn vergadering van 27 maart 2018 besloten om in te stemmen met de voorgenomen beleidswijziging om geen vergunningen meer uit te geven voor het aanbieden van alternatief personenvervoer op of aan de openbare weg met fietstaxi’s, tuktuks en paardenkoetsen. Daarmee beoogt het college de drukte en overlast in de Amsterdamse binnenstad te verminderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2565
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202004641/1/A3

202004660/1/R2

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Eijsden-Margraten het bestemmingsplan "[locatie] Sint Geertruid" vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding van het [recreatiebedrijf] aan de [locatie] te Sint Geertruid mogelijk. De bestemming wordt voor een deel van de gronden gewijzigd van "Agrarisch-bedrijf" naar "Recreatie-verblijfsrecreatie". Het plan voorziet daarnaast onder meer in een toename van het toegestane aantal kampeerplaatsen, de aanleg van een beweegtuin en de bouw van acht kamers met logies. Een verzoek tot vaststelling van het plan is ingediend door [partij], de exploitant van het bedrijf. De maatschap exploiteert een grondgebonden agrarisch bedrijf in de nabijheid van het recreatiebedrijf, onder meer op een perceel dat grenst aan het plangebied. De maatschap kan zich niet met het plan verenigen, omdat zij vreest dat haar bedrijfsvoering wordt belemmerd doordat meer recreatieactiviteiten kunnen plaatsvinden binnen de spuitzone van haar bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2560
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202004660/1/R2

202005193/1/R4

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Nunspeet het bestemmingsplan Buitengebied 2019 vastgesteld. Het plan ziet op het buitengebied van de gemeente Nunspeet. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] kunnen zich niet verenigen met bepaalde planregels. [appellant sub 2] komt in beroep op tegen de vaststelling van het plan voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch" aan de in Elspeet. Hij betoogt dat ten onrechte onder 3.5.5 van de planregels de afwijkingsbevoegdheid is opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de gebruiksregels voor de bestemming "Agrarisch", zodat het gebruik en de bouw van 1 paardenbak voor eigen hobbymatig gebruik buiten het bestemmingsvlak mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2576
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005193/1/R4

202005209/1/A3

Bij uitspraak van 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3629, heeft de Afdeling het door [appellante] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 januari 2019 ingestelde hoger beroep gegrond verklaard. De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van de burgemeester van Amsterdam van 13 juni 2018 vernietigd, voor zover de burgemeester heeft nagelaten te beoordelen of aan de vennootschap een vergunning zou zijn verleend, indien het onrechtmatige besluit van 3 november 2017 niet zou zijn genomen. Op 17 augustus 2020 heeft de burgemeester een nieuw besluit genomen. De burgemeester heeft aan dit besluit ten grondslag gelegd dat de vennootschap de onderneming op een wijze exploiteert dat nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid kunnen ontstaan, omdat de vennootschap onvoldoende inzicht in haar onderneming heeft en zich niet bewust is van haar verantwoordelijkheid voor, en het belang bij, een transparante bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2586
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005209/1/A3

202005220/1/A2

Bij besluit van 22 juli 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam de aanvraag van [appellant] om afgifte van een rijbewijs afgewezen. [appellant] heeft op 22 juli 2019 een rijbewijs aangevraagd. Bij besluit van dezelfde dag heeft de burgmeester deze aanvraag afgewezen, omdat [appellant] niet rechtmatig in Nederland verblijft. De commissie heeft vastgesteld dat [appellant] de Turkse nationaliteit heeft. Gelet op artikel 111, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 kan aan hem een rijbewijs worden afgegeven als hij rechtmatig verblijf heeft op grond van artikel 8, aanhef en onder l, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierin is bepaald dat een vreemdeling uitsluitend rechtmatig verblijf in Nederland heeft als hij verblijfsrecht ontleent aan Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de associatie tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Turkije (hierna: Besluit nr. 1/80).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2557
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202005220/1/A2

202005230/1/A3

Bij besluit van 4 september 2020 heeft de burgemeester van Vlaardingen aan [appellant] een huisverbod opgelegd. De burgemeester heeft met toepassing van de Wet tijdelijk huisverbod aan [appellant] een huisverbod van tien dagen opgelegd. [appellant] woonde toen met [vrouw] en haar dertienjarige zoon in een woning in Vlaardingen. Aan het besluit is ten grondslag gelegd dat op 3 september 2020 een incident in de woning heeft plaatsgevonden waarbij [appellant] geweld heeft gebruikt en waarbij hij de vrouw en haar zoon heeft bedreigd met mishandeling als zij niet naar hem zouden luisteren of als ze bij hem weg zouden proberen te komen. De burgemeester heeft geoordeeld dat de aanwezigheid van [appellant] in de woning een ernstig en onmiddellijk gevaar opleverde voor de veiligheid van de vrouw en haar zoon, althans dat een ernstig vermoeden van dit gevaar bestond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2555
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202005230/1/A3

202005604/1/R4

Bij besluit van 22 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Putten [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het in strijd met het bestemmingsplan laten gebruiken van het perceel [locatie 1] tot en met [locatie 2] te Putten (hierna: het perceel) voor permanente bewoning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar en verhuurder van het perceel. Hij verhuurt kavels op het perceel voor recreatief verblijf. Toezichthouders van het college hebben controles verricht op het perceel op 29 januari en 19 maart 2019. Tijdens deze controles zijn een tweetal huurders aangetroffen, [persoon A] op kavel [locatie 3] en [persoon B] op kavel [locatie 4]. [persoon A] heeft verklaard alleen doordeweeks te wonen in de recreatiewoning, vanwege haar werk in Barneveld. Zij verklaarde tevens in de Basis Registratie Personen ingeschreven te staan op het adres van haar vader. [persoon B] heeft verklaard te wonen in de recreatiewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2574
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005604/1/R4

202005652/1/R4

Bij besluit van 8 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen het wijzigingsplan "[locatie 1], Wijchen" vastgesteld. [appellant] exploiteert op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Wijchen een agrarisch bedrijf voor akkerbouw, loon- en grondverzet en houdt paarden en rundvee. [partij] is eigenaar en bewoner van de woning [locatie 1]. Op deze percelen zijn twee woningen aanwezig die in het bestemmingsplan "Buitengebied en herziening 2014" zijn aangewezen als bedrijfswoningen. In het wijzigingsplan wordt de functieaanduiding "bedrijfswoning" voor de woning [locatie 1] veranderd in die van "plattelandswoning". [appellant] is bevreesd dat die wijziging van bedrijfswoning naar plattelandswoning leidt tot een belemmering van zijn bedrijfsactiviteiten. Sommige bedrijfsactiviteiten, zoals het stallen van vee, vinden op zeer korte afstand van de woning [locatie 1] plaats. Verder wijst hij erop dat [partij] van plan is om de woning binnen afzienbare tijd te verkopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2579
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005652/1/R4

202005716/1/A3

Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo het verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur toegewezen en documenten openbaar gemaakt. [appellant] heeft het college onder verwijzing naar de Wob en de Archiefwet verzocht om een afschrift van de op 18 november 2008 door notaris E.R. Willems getekende verklaring van verjaring van eigendom van de gemeente betreffende een perceel aan de Haven Noordzijde te Almelo, een afschrift van de daarbij horende brief van 29 september 2008 en afschriften van alle op de verklaring van eigendom en de brief van 29 september 2008 betrekking hebbende informatiedragers. Het college heeft het verzoek bij besluit van 23 mei 2019 toegewezen en elf documenten openbaar gemaakt. [appellant] heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt, omdat het college volgens hem heeft nagelaten alle op de verklaring van eigendom en de brief van 29 september 2008 betrekking hebbende informatiedragers openbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2561
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005716/1/A3

202005886/1/R3

Bij besluit van 17 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk [appellant] gelast om binnen twee maanden na de verzenddatum van dit besluit het recreatieverblijf (inclusief vloer), de berging (inclusief vloer), de steiger en de brug op zijn perceel aan de Lecksdijk in Reeuwijk te verwijderen en verwijderd te houden onder verbeurte van dwangsommen. Het college heeft voor het recreatieverblijf een dwangsom van € 3.000,00 ineens opgelegd, voor de berging een dwangsom van € 2.000,00 ineens, voor de steiger een dwangsom van € 1.500,00 ineens en voor de brug een dwangsom van € 1.500,00 ineens. Nadat het bestemmingsplan "Plassengebied" in werking was getreden, is het college gestart met het uitvoeren van controles of de aanwezige bebouwing op natuurpercelen binnen het plangebied voldoet aan de regels van dit bestemmingsplan en of voor deze bebouwing een omgevingsvergunning is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2600
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005886/1/R3

202006137/1/R2

Bij besluit van 7 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer de aanvraag van [appellante 1A] om een omgevingsvergunning voor het oprichten van een schuilgelegenheid voor dieren op het perceel [locatie] te Holthees geweigerd. Op 19 september 2019 heeft [appellante 1A] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een schuilgelegenheid voor paarden naast de intensieve varkenshouderij aan de [locatie]. Bij besluit van 7 oktober 2019 heeft het college geweigerd om hiervoor een omgevingsvergunning te verlenen. Daartoe heeft het college gesteld dat het bouwplan in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2018", omdat de schuilgelegenheid buiten het aangegeven bouwvlak wordt gebouwd. Het college is niet bereid om hiervoor een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik te verlenen. Volgens het college ligt het perceel [locatie] niet in de kernrandzone.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2588
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006137/1/R2

202006525/1/V6

Bij besluit van 16 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] is geboren op [geboortedatum] 1977 en heeft bij Koninklijk Besluit van 3 december 2014 de Nederlandse nationaliteit verkregen, onder de voorwaarde dat hij afstand van zijn Soedanese nationaliteit doet. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken krachtens artikel 15, eerste lid, aanhef en onder d, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat hij niet al het mogelijke heeft gedaan om de Soedanese nationaliteit te verliezen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder b, van de RWN. Verder heeft de staatssecretaris zich op het standpunt gesteld dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat van hem niet langer mag worden verlangd dat hij afstand zal doen van zijn Soedanese nationaliteit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2564
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202006525/1/V6

202006806/1/A3

Op 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gennep de emigratie van [appellant] in de basisregistratie personen verwerkt. Op 23 mei 2019 heeft het college, via de website van de gemeente, een aangifte van emigratie ontvangen die met gebruikmaking van een DigiD op naam van [appellant] is ingediend. In de aangifte is een Braziliaans adres opgegeven als nieuw verblijfadres. Het college heeft de aangifte verwerkt in de brp en een bevestiging van de uitschrijving aan [appellant] op het Braziliaanse adres gestuurd. [appellant] is het niet eens met de uitschrijving en wil ingeschreven blijven op een adres in Gennep. Daarom heeft [appellant] tegen de uitschrijving, die op 28 mei 2019 is verwerkt, bezwaar gemaakt. Het college heeft het door [appellant] gemaakte bezwaar bij besluit van 2 september 2019 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2575
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202006806/1/A3

202007070/1/R2

Bij e-mail van 7 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende [appellant] op de hoogte gesteld van een wijziging van de wijze van communicatie tussen de gemeente Heeze-Leende en [appellant]. Bij uitspraak van 23 november 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft [appellant] bij e-mail van 7 april 2020 op de hoogte gesteld van een wijziging van de wijze van communicatie tussen de gemeente en [appellant]. De reden hiervoor is dat de gemeente heeft gemerkt dat de toonzetting van [appellant] door de jaren heen grimmiger is geworden. Het lukt hierdoor niet meer om respectvol en werkbaar contact in stand te houden. In de e-mail is te kennen gegeven dat het college [appellant] niet in zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden zal beperken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2562
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202007070/1/R2

202007075/1/A3

Bij besluit van 15 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [appellante] een boete opgelegd wegens overtreding van de Huisvestingswet. Het college heeft aan [appellante] een boete opgelegd van € 16.000, omdat zij de Huisvestingswet zou hebben overtreden. Daartegen is bezwaar gemaakt door [bezwaarmakers], naar zij stelden namens [appellante]. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard mocht worden. Het was haar, als leek, niet duidelijk dat zij ook van [bedrijf A] een uittreksel uit het handelsregister had moeten overleggen. [gemachtigde] is in persoon op een hoorzitting in bezwaar van een andere zaak verschenen en heeft daar zijn bevoegdheid om te handelen bevestigd. Het was dus bij het college bekend dat hij bevoegd was namens [appellante] te handelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2567
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202007075/1/A3

202007108/1/R4

Bij besluit van 26 november 2020 heeft de raad het bestemmingsplan Partiële herziening 2020, 1e ronde Agrarisch Buitengebied en Natuurgebied Veluwe gemeente Ede, vastgesteld. Het beroep richt zich tegen het plandeel dat betrekking heeft op het perceel [locatie 1] in Harskamp. [appellant] is eigenaar van dat perceel en woont daar ook. In het plan is een nieuw bestemmingsvlak "Wonen" voor het perceel vastgesteld, naar aanleiding van een in 2012 aan [appellant] verleende omgevingsvergunning om in afwijking van het toenmalige bestemmingplan op het perceel een woning en bijgebouw te bouwen. [appellant] kan zich niet verenigen met de omvang van het woonvlak, zoals dat nu in het plan is vastgesteld. Om een op het perceel staande loods onder dit woonvlak te laten vallen, zou het woonvlak op het perceel groter moeten zijn. Het is voor [appellant] van belang dat de loods onder het woonvlak valt, omdat deze zonder vergunning gebouwde loods dan mogelijk op de huidige locatie kan worden toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2573
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202007108/1/R4

202007154/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft de korpschef van politie het verzoek van [appellante] om kennisneming van politiegegevens toegewezen en een overzicht van alle registraties en meldingen gestuurd. [appellante] heeft de korpschef verzocht om inzage in en verstrekking van door de politie verwerkte persoonsgegevens van haar en haar twee zoons. De korpschef heeft haar een overzicht gestuurd. Op 3 oktober 2019 heeft [appellante] op het politiebureau inzage gekregen in haar betreffende registraties. Daarbij zijn haar een aantal gegevens onthouden. Dit zijn de namen van verbalisanten en gegevens die herleidbaar kunnen zijn naar derden. [appellante] vindt dat de korpschef van te veel gegevens inzage heeft onthouden. De registraties hebben met name betrekking op problemen van haar kinderen op hun school en de meeste betrokken personen zullen al bekend zijn bij haar. Ook is het overzicht niet compleet. Er moeten volgens haar meer registraties zijn waarbij haar persoonsgegevens zijn verwerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2568
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202007154/1/A3

202007160/1/A3

Bij besluit van 11 januari 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam aan Gollem een exploitatievergunning verleend. Bij besluit van 11 juli 2019 heeft de burgemeester het door Gollem daartegen gemaakte bezwaar deels gegrond verklaard, drie vergunningvoorschriften geschrapt en het bezwaar van Gollem voor het overige ongegrond verklaard. Gollem exploiteert sinds juli 2018 biercafé ‘Gollem aan het water’ in het pand aan het Entrepotdok 64 in Amsterdam. In juli 2018 heeft Gollem een exploitatievergunning aangevraagd voor een horecabedrijf met een terras aan de gevel en een maatwerkterras aan het water. Volgens de omwonenden is sprake van een onaanvaardbare druk op het woon- en leefklimaat. De burgemeester heeft de exploitatievergunning verleend, maar daar voorschriften aan verbonden. Gollem mag het horecabedrijf met terras exploiteren, maar de burgemeester heeft de openingstijd van het terras beperkt tot 23.00 uur in de avond ter bescherming van het woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2594
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202007160/1/A3

202100033/1/A3

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR) de aan [appellante] verleende urgentieverklaring ingetrokken. [appellante] heeft van de SUWR een urgentieverklaring gekregen op basis van de urgentiegrond medische noodzaak. De eerste fase liep van 5 juli 2019 tot 5 oktober 2019. [appellante] heeft in deze periode nul keer gereageerd op een woning, terwijl er in die periode acht of negen woningen zijn aangeboden die pasten binnen het zoekprofiel. Daarom heeft de SUWR de urgentieverklaring ingetrokken. Dit besluit heeft ze in bezwaar gehandhaafd. Hoewel ze begrip heeft voor de omstandigheden waarin [appellante] verkeerde, namelijk twee overlijdensgevallen in die periode in de familie en niet met een computer overweg kunnen, is ze van mening dat niet kan worden aangenomen dat zij de gehele urgentieperiode niet in staat was om op de juiste wijze gebruik te maken van de urgentieverklaring of hulp van derden in te roepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2569
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100033/1/A3

202100070/1/R1, 202100087/1/R1 en 202100099/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college onder meer een locatie aan de Esdoornstraat te Utrecht aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. De orac zal vlak bij de kruising van de Esdoornstraat met de Violenstraat worden geplaatst, in een parkeervak naast de woning van [appellant sub 3]. [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 1] en [appellant sub 2] woonde op het perceel [locatie 2]. Deze percelen liggen tegenover de locatie voor de orac. [appellant sub 3] woont op de hoek van de Esdoornstraat en de Violenstraat, op het perceel [locatie 3]. [appellant sub 1] betoogt dat de locatie niet overeenstemt met het uitgangspunt van het college dat bij voorkeur een orac niet op een parkeerplek wordt geplaatst. Hij wijst erop dat de orac in een 9,5 m lange parkeerstrook zal worden geplaatst en dat na de plaatsing slechts 5,8 m aan parkeerplaats zal overblijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2583
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100070/1/R1, 202100087/1/R1 en 202100099/1/R1

202100204/1/A3

Bij besluit van 20 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het verzoek van [appellant] om inlichtingen uit de basisregistratie personen afgewezen. [appellant] heeft op 11 april en 7 mei 2019 het college gevraagd of het kan bevestigen dat drie met naam genoemde personen op het adres [locatie 1] in Den Haag staan ingeschreven in de brp en of een ander met naam genoemd persoon op het adres [locatie 2] in Den Haag staat ingeschreven in de brp. Het college heeft deze informatie niet verstrekt. Het verzoek van [appellant] voldoet volgens het college niet aan de voorwaarden voor verstrekking van gegevens uit de brp aan derden zoals bedoeld in de artikelen 3.6 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen. Het gebruik van de door hem gevraagde gegevens is niet voorgeschreven in een algemeen verbindend voorschrift. Ook heeft hij geen voorafgaande schriftelijke toestemming overgelegd van de ingeschrevenen over wie de gegevens zijn gevraagd.

Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100204/1/A3

202100216/1/R1

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer een aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning te verlenen buiten behandeling gelaten. [appellant] heeft op 15 juli 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanbrengen van oeverbescherming met stortstenen langs de oostelijke strekdam van zijn perceel [locatie] te Kudelstaart. Bij brief van 25 juli 2019 heeft het college de ontvangst van de aanvraag voor de activiteit bouwen bevestigd en meegedeeld dat de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag. In de brief is vermeld welke gegevens nog nodig zijn. [appellant] is daarbij in de gelegenheid gesteld om deze gegevens alsnog binnen 28 dagen aan te leveren. Vervolgens heeft [appellant] aanvullende gegevens ingediend. Het college heeft de aanvraag buiten behandeling gelaten en dat besluit in bezwaar gehandhaafd, omdat de overgelegde stukken volgens het college onvoldoende zijn om de aanvraag te beoordelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2563
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100216/1/R1

202100529/1/R1

Bij besluit van 22 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon geweigerd om aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van een bestaande schuur op het perceel [locatie 1] te Nieuwe Niedorp. [wederpartij] is eigenaar van het perceel [locatie 2], waarop ook zijn woning staat. Verder is hij eigenaar van het perceel [locatie 1] en de daarop gelegen schuur. Het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Buitengebied voormalige gemeente Niedorp" kent aan de gronden waarop de schuur staat de bestemming "Agrarisch met waarden" en de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" toe. [wederpartij] wil de schuur herstellen ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik voor de opslag van hooi, stro en voer voor schapen en kippen en voor het onderbrengen van de dieren. Op 30 maart 2020 heeft [wederpartij] een aanvraag ingediend voor het herstellen van de schuur door de slechte delen te vervangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2577
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100529/1/R1

202100532/1/R1

Bij besluit van 15 november 2020 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost van Amsterdam de afvalinzamellocaties ter plaatse van de Strandeilandlaan te IJburg gewijzigd. Bij het besluit zijn diverse afvalinzamellocaties in het zogeheten Young Creatives-gebied te Amsterdam, waar de Strandeilandlaan deel van uitmaakt, gewijzigd. In deze procedure is uitsluitend de locatie met het nummer A10 aan de Strandeilandlaan aan de orde. Bij besluit van 19 maart 2019 was op deze locatie voorzien in een ondergrondse container voor restafval en in een ondergrondse container voor glas. Het nu voorliggende besluit voorziet in een derde container op deze locatie. Die container is bedoeld voor groente en fruit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2597
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100532/1/R1

202100644/1/A2

Bij besluit van 17 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de nieuw aangelegde langzaamverkeersverbinding op de Botlekbrug na openstelling in beide richtingen door middel van het plaatsen van verkeersborden G12a aangewezen als fiets-/bromfietspad. De Botlekbrug is een hefbrug voor weg- en spoorverkeer over de Oude Maas in het Rotterdamse havengebied. Tot 12 juli 2015 kon het landbouwverkeer gebruik maken van de oude Botlekbrug. Vanaf 12 juli 2015 is de oude Botlekbrug gesloten en moet landbouwverkeer omrijden. In november 2015 is een nieuwe Botlekbrug in gebruik genomen voor het snelverkeer. Vervolgens is voor het spoorverkeer een nieuwe verbinding gerealiseerd en tevens voor langzaam verkeer, de zogeheten langzaamverkeersverbinding. Als gevolg van het verkeersbesluit mag (land)bouwverkeer niet over de lvv op de Botlekbrug rijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2585
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100644/1/A2

202101287/1/V6

Bij besluit van 1 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft [appellant] het Nederlanderschap geweigerd omdat zij niet ten minste vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan haar verzoek toelating en hoofdverblijf in het Koninkrijk der Nederlanden heeft gehad, als bedoeld in artikel 8, aanhef en eerste lid, onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap. [appellant] is met ingang van 12 oktober 2013 in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, onder de beperking ‘verblijf als familie- of gezinslid', met een geldigheidsduur tot 12 oktober 2018. Deze verblijfsvergunning is bij besluit van 1 oktober 2014 met terugwerkende kracht ingetrokken per 31 maart 2014. Met ingang van 2 oktober 2014 is [appellant] in het bezit gesteld van een reguliere verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2571
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202101287/1/V6

202101590/1/A3

Bij besluit van 9 januari 2020 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond de in oktober 2019 verleende urgentieverklaring ingetrokken. [appellante] heeft van de SUWR op 1 oktober 2019 een urgentieverklaring gekregen. Met de urgentieverklaring kon [appellante] op zoek naar een woning met het volgende zoekprofiel: bovenwoning, flatwoning zonder lift of maisonnettewoning, in de regio Rotterdam, met 0 tot 2 slaapkamers en een maximale huur van € 607,46. [appellante] heeft bij de SUWR aangegeven dat haar voorkeur uitgaat naar subregio Hart van Rotterdam. De voorkeurssubregio is onderdeel van het zoekprofiel. Ingevolge artikel 4.2 uit bijlage I van de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2015 is de duur van de urgentieverklaring in twee fasen verdeeld. In de eerste fase, die drie maanden duurt, moet de houder ten minste drie keer reageren op een woning die past binnen het zoekprofiel. Na de eerste fase start automatisch de tweede fase.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2572
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101590/1/A3

202101709/1/R4

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe. handhavend op te treden tegen een hekwerk op het perceel van Norel Ruimtecreatie VIII B.V. aan de Dellenweg 1 in Epe. [appellante] heeft het college op 17 juni 2019 verzocht om handhavend op te treden tegen het op het perceel van Norel Ruimtecreatie VIII geplaatste hekwerk. Dit hekwerk is zonder omgevingsvergunning op het perceel geplaatst aan de zijde van de Spoorlaan. [appellante] woont aan de overkant van het perceel op het perceel [locatie]. Het college heeft bij besluit van 18 juli 2019 geweigerd handhavend op te treden tegen het bouwen van het hekwerk zonder omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, omdat voor een erfafscheiding tot een hoogte van 2,00 m geen omgevingsvergunning is vereist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2582
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101709/1/R4

202101818/1/A2.

Bij besluit van 20 september 2019 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media het Overzicht financiële beschikkingen aan de stichting toegezonden waarmee de bedragen van de bekostiging per onderwijsinstelling en per onderwerp zijn bekendgemaakt. De minister heeft bij het besluit van 22 januari 2020 het door de stichting gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet verschoonbaar te laat is ingediend. De minister heeft zich daartoe op het standpunt gesteld dat het besluit van 20 september 2019 door toezending per post aan de stichting is bekendgemaakt, zodat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is begonnen op 21 september 2019 en is geëindigd op 1 november 2019. De stichting heeft het bezwaarschrift op 1 november 2019 aangetekend verzonden naar een onjuist adres. Op 2 november 2019 heeft de stichting het verzonden poststuk retour ontvangen, omdat de ontvangst ervan is geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2592
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202101818/1/A2.

202101843/1/V6

Bij besluiten van 31 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de verzoeken van [appellanten] om hun het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. Aan [appellanten] zijn verblijfsvergunningen verleend in het kader van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet. Zij stellen afkomstig te zijn uit Sierra Leone. De staatssecretaris heeft de verzoeken afgewezen, omdat er twijfel bestaat over de identiteit en nationaliteit van [appellanten]. De reden daarvoor is dat [appellanten] geen gelegaliseerde geboorteakten en buitenlandse reisdocumenten hebben overgelegd. Bovendien volgt uit twee rapporten taalanalyse van 9 augustus 2019 dat de beide ouders eenduidig te herleiden zijn tot de spraakgemeenschap binnen Guinee en dus niet Sierra Leone. Tot slot hebben [appellanten] volgens de staatssecretaris niet aannemelijk gemaakt dat zij in bewijsnood verkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2566
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202101843/1/V6

202102357/1/R4

Bij besluit van 15 november 2016 heeft het college aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd ten aanzien van het gebruik van een loods op het perceel [locatie] te Gendt. Tegen dat besluit heeft [appellant] bezwaar gemaakt. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college opnieuw beslist op het bezwaar van [appellant]. Daarbij heeft het college de last onder bestuursdwang ingetrokken en aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om het met het bestemmingsplan strijdig gebruik van de loods te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Gendt. Op het perceel staat een loods. [appellant] kan zich niet verenigen met het besluit van 26 november 2019. Het college heeft dat besluit genomen naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 2 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3320. In die uitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het college op onjuiste gronden tot intrekking van de last onder bestuursdwang van 15 november 2016 was gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2581
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202102357/1/R4

202102618/1/R4

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde aan Sunvest Ontwikkeling B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tijdelijk zonnepark (25 jaar) met bijhorende en recreatieve bouwwerken op het perceel Groenewoudseweg 99 in Zeewolde. Sunvest wil een zonnepark met bijbehorende recreatieve bouwwerken realiseren aan de Groenewoudseweg 99 in Zeewolde. Het zonnepark heeft een omvang van ongeveer 7,6 ha, waarvan 4,6 ha zal worden gebruik voor het plaatsen van zonnepanelen. Op ongeveer 3,5 km afstand van het zonnepark, aan de Juttepeerlaan in Zeewolde, komt een militaire zendinstallatie. Het antennepark zal gebruikt worden voor (korte golf-)radioverbindingen met schepen en militaire eenheden in missiegebieden. De staatssecretaris vreest dat het zonnepark zal leiden tot ongewenste verstoring en beïnvloeding van de zendkwaliteit van het antennepark. Ook vreest hij dat het antennepark het zonnepark zal verstoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2578
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102618/1/R4

202103145/1/R1

Bij besluit van 18 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk aan [appellant] twee lasten onder dwangsom opgelegd wegens overtredingen van het Besluit Bodemkwaliteit en artikel 13 van de Wet bodembescherming op drie percelen aan de Winterdijk in Sprang-Capelle. [appellant] heeft de drie percelen aan de provincie Noord-Brabant verkocht. Hij had tot 15 mei 2020 het recht om de percelen te gebruiken voor landbouwdoeleinden. Op 12 mei 2020 hebben toezichthouders van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant de percelen bezocht. Aanleiding daarvoor waren meldingen van bezorgde buurtbewoners over vermeende mesttransporten naar de percelen. De toezichthouders hebben op de percelen een grijze, vettige grond of steekvast slib aangetroffen. Het college stelt zich op het standpunt dat het grijze materiaal verontreinigde grond is en dat die grond in mei 2020 in opdracht van [appellant] op de percelen is toegepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2559
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202103145/1/R1

201906143/1/V2

Bij besluiten van 28 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2544
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201906143/1/V2

202004756/1/V2

Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2543
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004756/1/V2

202006863/1/V2

Bij besluit van 27 november 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2538
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006863/1/V2

202104226/2/R2

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Eindhoven het bestemmingsplan "II Bedrijventerrein De Hurk-Croy (reparatie)" vastgesteld. In het plan zijn de bestemmingen "Groen" en "Water" toegekend aan gronden ter plaatse van de Waldeck Pyrmontstraat in Eindhoven. Op die locatie zijn woonschepen afgemeerd in het Eindhovens Afwateringskanaal dat dwars door het bedrijventerrein "De Hurk" loopt. Met het plan is het bestaand legaal gebruik van deze ligplaatsen voor woonschepen onder het algemeen overgangsrecht gebracht. Het plan strekt ertoe om te voldoen aan de opdracht uit de uitspraak van de Afdeling van 26 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:621, over het bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Hurk-Croy 2017". In die uitspraak heeft de Afdeling dat bestemmingsplan, voor zover dat ging over de ligplaatsen voor woonschepen aan de Waldeck Pyrmontstraat, vernietigd. [verzoekers] behoren tot de woonbootbewoners, die sinds jaar en dag op die locatie ligplaats innemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2541
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202104226/2/R2

202106674/2/V2

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft en geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2537
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106674/2/V2

202107117/2/V2

Bij besluit van 27 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2535
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107117/2/V2

202107133/2/V2

Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2551
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107133/2/V2

202101048/4/R2

VDL Nedcar heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening getroffen in de uitspraak van 14 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2303 op te heffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2539
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202101048/4/R2

202105628/5/R1

Tijdens de zitting op 16 november 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. J.E.M. Polak (hierna: de staatsraad) als voorzieningenrechter belast met de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in de zaak nr. 202105628/4/R1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2547
Datum uitspraak
16 november 2021
  • Wraking
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak202105628/5/R1

202000162/1/V3

Bij besluit van 12 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2534
Datum uitspraak
15 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202000162/1/V3

202005727/2/V3

Bij besluit van 23 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2595
Datum uitspraak
15 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005727/2/V3

202105269/2/A3

Bij besluit van 30 april 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid VBe NL en De Unie dispensatie verleend van het besluit van dezelfde datum tot algemeen verbindend verklaren van de cao Particuliere Beveiliging. De minister heeft de cao Particuliere Beveiliging op 30 april 2019 algemeen verbindend verklaard tot 4 mei 2021 (Stcrt. 3 mei 2019, nr. 4229). Deze cao is gesloten door de NVB enerzijds en FNV e.a. anderzijds. In het dispensatiebesluit van 30 april 2019 heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat de specifieke bedrijfskenmerken van de ondernemingen die lid zijn van VBe NL op essentiële punten verschillen van de bedrijfskenmerken van de ondernemingen die vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. De ondernemingen die lid zijn van VBe NL voeren namelijk gecombineerde werkzaamheden uit. Naast reguliere beveiliging houden zij zich ook bezig met evenementen- en horecabeveiliging, crowdmanagement, basishulpverlening en het inzetten van verkeersregelaars en voetbalstewards.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2531
Datum uitspraak
15 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202105269/2/A3

202106690/2/V3

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2532
Datum uitspraak
15 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106690/2/V3

202107109/2/V2

Bij besluit van 5 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2536
Datum uitspraak
15 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107109/2/V2

202100307/1/V3

Bij besluiten van 3 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld. Bij uitspraak van 15 januari 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2530
Datum uitspraak
12 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100307/1/V3

202104778/1/V1

Bij besluit van 4 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2612
Datum uitspraak
12 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104778/1/V1

202106406/2/V3

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2529
Datum uitspraak
12 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106406/2/V3

202106645/2/V2

Bij besluit van 7 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2527
Datum uitspraak
12 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106645/2/V2

202002119/2/R4

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 oktober 2021 heeft [verzoekster] verzocht om wraking van staatsraad mr. R. Uylenburg als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202002119/1/R4. Aan het verzoek om wraking van de staatsraad heeft [verzoekster] ten grondslag gelegd dat als gevolg van de gang van zaken ter zitting van 25 oktober 2021 de staatsraad bij haar de indruk van vooringenomenheid heeft gewekt. [verzoekster] heeft hierover aangevoerd dat de bespreking van het hoger beroep van [verzoekster] ter zitting beperkt is gebleven tot een bespreking van haar procesbelang vanwege haar verhuizing. Volgens [verzoekster] is haar verhuizing evenwel niet relevant in het licht van het Verdrag van Aarhus, omdat op grond van het Verdrag van Aarhus aan eenieder inspraak had moeten worden geboden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2533
Datum uitspraak
12 november 2021
  • Wraking
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202002119/2/R4

202007103/1/V3

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 28 december 2020 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2603
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202007103/1/V3

202104187/2/R1

Bij besluit van 20 mei 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland vastgesteld dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging op de locatie Blekersveld te Overveen, kadastraal bekend gemeente Bloemendaal, sectie E, nummers 2039 en 2047, vastgesteld dat spoedige sanering niet noodzakelijk is en ingestemd met een door de gemeente Bloemendaal ten aanzien daarvan ingediend saneringsplan. De gemeente Bloemendaal is van plan om de nu braakliggende locatie te herontwikkelen ten behoeve van woningbouw. Omdat de locatie sterk verontreinigd is met PAK en PCB in de grond, moet de bodem worden gesaneerd alvorens daar woningbouw kan worden gerealiseerd. De locatie ligt tussen de westelijke Randweg van Haarlem en een woonwijk en vormt een groene buffer tussen de woningen en de weg. De Stichting Blekersveldgroen komt op voor de belangen van de bewoners van het huidige Blekersveld en de Dompvloedslaan en verzet zich tegen de sanering van de locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2521
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202104187/2/R1

202104317/2/R2

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de raad van de gemeente Veldhoven het bestemmingsplan "Zilverackers, Kransackerdorp" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de westzijde van Veldhoven. Het plan wordt begrensd door de weg "Sondervick", gelegen aan de oostzijde. Aan de westzijde van het plan is de weg "Zilverbaan" gelegen. Het plan voorziet in de bouw van 820 woningen in meerdere woongebieden (door partijen aangeduid als "gehuchten") rond het reeds in aanbouw zijnde en buiten het plangebied vallende woongebied "Huysackers". De wegen "Eindhovensebaan/Antwerpsebaan" en "Roskam" verbinden de Sondervick met de Zilverbaan. De 820 woningen maken onderdeel uit van het nieuwbouwproject "Zilverackers". [verzoeker] en anderen wonen aan de Sondervick dan wel in de directe nabijheid van die weg. Zij vrezen dat door de komst van de nieuwe woningen de verkeersintensiteit op de Sondervick zal gaan toenemen en dat dit leidt tot onaanvaardbare verkeersoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2520
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202104317/2/R2

202105906/2/R4

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Ontwikkeling Leerbroek" vastgesteld. Het plangebied ligt ten oosten van de kern van Leerbroek en bestaat uit het voormalige agrarische perceel Recht van ter Leede 40-40a en het ten oosten daarvan gelegen (bedrijfs)perceel Recht van ter Leede 38a. Op het perceel nr. 40-40a was voorheen een melkveehouderij gevestigd, maar deze is verplaatst. Het plan voorziet in de herontwikkeling van deze gronden en maakt de bouw mogelijk van een basisschool en 30 woningen. Daarnaast worden de twee bestaande agrarische bedrijfswoningen op het perceel behouden en bestemd als burgerwoning. Op het naastgelegen perceel nr. 38a voorziet het plan in een burgerwoning. [verzoekster] woont op het perceel [locatie], ten zuidwesten van het plangebied, op een afstand van ongeveer 60 m van zowel de voorziene school als de woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2519
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202105906/2/R4

202106304/2/V3

Bij besluiten van 17 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen haar uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2528
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106304/2/V3

202106384/2/V3

Bij besluit van 27 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2525
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106384/2/V3

202106747/2/V2.

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2523
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106747/2/V2.

202106824/2/V2

Bij besluit van 11 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2522
Datum uitspraak
11 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106824/2/V2

202100275/1/V3

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2466
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100275/1/V3

202101791/1/V2

Bij besluit van 25 september 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om opheffing van zijn ongewenstverklaring afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2515
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101791/1/V2

202103035/2/A2

Bij besluit van 19 april 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek van [verzoeker] om vergoeding van schade afgewezen. Bij besluit van 20 november 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 6 mei 2021 heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2455
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103035/2/A2

202104898/1/V2

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2517
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104898/1/V2

202105686/2/R4

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen en parkeren van de gemeente Vijfheerenlanden" vastgesteld. Het plan is een zogenoemd "paraplubestemmingsplan" voor het grondgebied van de gehele gemeente, dat de van kracht zijnde bestemmingsplannen wijzigt of aanvult. In het plan is aan de gronden van het plangebied de aanduiding "Overige zone - wonen en parkeren" toegekend. Het plan heeft betrekking op de onderwerpen "wonen" en "parkeren". [verzoekster] woont aan de [locatie] in Lexmond. Voor haar gronden is het bestemmingsplan "Buitengebied Zederik" van kracht, vastgesteld door de raad bij besluit van 29 juni 2015. De gronden van haar perceel zijn in het bestemmingsplan uit 2015 bestemd voor "Wonen". Het bestreden besluit werkt dus aanvullend op het bestemmingsplan uit 2015. [verzoekster] heeft beroep ingesteld, omdat zij vreest dat het plan nadelige gevolgen heeft voor de gebruiksmogelijkheden van haar eigen perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2477
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202105686/2/R4

202106666/2/V2

Bij besluit van 6 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2524
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106666/2/V2

202106821/2/V3

Bij besluit van 7 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2518
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106821/2/V3

201903497/1/R4

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Buitengebied-West" vastgesteld. Met het plan wordt een actualisatie beoogd van het juridisch-planologisch kader voor het westelijke deel van het buitengebied van de gemeente De Ronde Venen. Voor het grootste deel van het plangebied gold voorheen het bestemmingsplan "Buitengebied De Ronde Venen". De planologische regeling van dat bestemmingsplan is nadien materieel bezien voortgezet onder de "Beheersverordening buitengebied", vastgesteld door de raad bij besluit van 28 september 2017. Bij besluit van 2 april 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht de raad een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening die ertoe strekt dat een aantal planregels geen deel blijven uitmaken van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2484
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201903497/1/R4

201904297/1/R4

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Buitengebied-West" vastgesteld. Met het plan wordt een actualisatie beoogd van het juridisch-planologische kader voor het westelijke deel van het buitengebied van de gemeente. Het college van gedeputeerde staten heeft de reactieve aanwijzing gegeven, omdat volgens hem artikel 3, lid 3.7.3, onder e (bestemming "Agrarisch") en 4, lid 4.7.3, onder e (bestemming "Agrarisch met waarden - Natuurwaarden), van de planregels in strijd zijn met artikel 2.1, derde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Provincie Utrecht 2013 (herijking 2016), vastgesteld door provinciale staten bij besluit van 12 december 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2465
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201904297/1/R4

201907478/1/A3

Bij besluit van 7 april 2015 heeft het College bescherming persoonsgegevens (thans: de AP) een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens afgewezen. [appellant] heeft de AP verzocht om een onderzoek in te stellen naar de verwerking van persoonsgegevens door de NS. In verzoeken van 21 februari 2015 en 24 november 2016 heeft hij, kort samengevat, verzocht om te onderzoeken of: I. de verwerking van reisgegevens van een reiziger die in bezit is van een voordeelurenabonnement noodzakelijk is; II. de verwerking van persoonsgegevens, waaronder reisgegevens, voor de regeling ‘Geld terug bij vertraging’ (hierna: GTBV-regeling) noodzakelijk is bij een OV-chipkaart, en of III. de verwerking van persoonsgegevens bij een anonieme OV-chipkaart noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2509
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201907478/1/A3

201907483/1/A3

Bij besluit van 19 oktober 2017 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens afgewezen. [appellant] heeft de AP op 14 februari 2017 verzocht om handhavend op te treden tegen de NS, omdat de NS volgens hem in strijd met de Wbp persoonsgegevens verwerkt. Hij heeft een Traject Vrij-abonnement waarmee hij onbeperkt kan reizen op een vast traject en waarmee hij in de daluren 40% korting krijgt op andere trajecten. Hij is verplicht om in en uit te checken, waardoor zijn reisgegevens bij de NS bekend worden. Dit is volgens hem niet noodzakelijk, omdat hij al beschikt over een geldig vervoerbewijs. Verder heeft hij aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij niet anoniem grote bedragen op zijn anonieme OV-chipkaart kan laden, omdat de mogelijkheid om de anonieme OV-chipkaart met contant geld op te laden beperkt is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2508
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201907483/1/A3

201907488/1/A3

Bij besluit van 19 maart 2018 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden afgewezen. [appellant] heeft de AP verzocht om handhavend op te treden tegen de NS, omdat de NS volgens hem persoonsgegevens verwerkt in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp). De NS en Trans Link Systems B.V. (hierna: TLS) verwerken volgens [appellant] persoonsgegevens zonder verwerkingsdoel of verwerkingsgrondslag. Zo bestaat voor de verplichting om in en uit te checken geen grondslag als een reiziger in bezit is van een Altijd Vrij-abonnement, waarmee de reisrechten al zijn afbetaald. In- en uitcheckgegevens worden dan ten onrechte verwerkt. Ook verwerkt de NS ten onrechte persoonsgegevens als zij de OV-chipkaart controleert en worden stations onrechtmatig afgesloten met poortjes, zodat altijd bij het betreden van een station persoonsgegevens worden verwerkt, aldus [appellant]. De AP heeft het verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2510
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201907488/1/A3

201908438/1/R4

Bij besluit van 20 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân aan Giliam omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van een akkerbouw-, vleeskuiken- en dorsbedrijf op de percelen Nesserlaan 2 en 3 en Hanialaan ongenummerd te Pingjum. Bij aanvraag van 14 oktober 2013 heeft [vergunninghoudster] omgevingsvergunning gevraagd voor het veranderen van de inrichting aan de [locatie 1] en 3 en [locatie 3] te Pingjum, omdat door de jaren heen binnen de inrichting kleine wijzigingen zijn opgetreden waarvoor verschillende vergunningaanvragen en meldingen zijn gedaan. De aanvraag is op verzoek van het college gedaan en dient om de vergunningsituatie overzichtelijk en actueel te maken. Het college heeft de gevraagde vergunning verleend. [appellant sub 1] woont op het naastgelegen perceel en ervaart overlast van het in werking zijn van de inrichting. Hij heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 20 december 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2460
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908438/1/R4

201908441/1/R4

Bij besluiten van 26 oktober 2017 en 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân vijf handhavingsverzoeken van [appellant] met betrekking tot de inrichting aan de [locatie 1] en [locatie 2] en [locatie 3] te Pingjum, afgewezen. Aan de [locatie 1] en [locatie 2] en [locatie 3] te Pingjum ligt het akkerbouw-, vleeskuiken- en dorsbedrijf van [vergunninghoudster]. [appellant] is een omwonende en heeft het college bij brieven van 30 november 2016, 20 maart 2017, 25 mei 2017, 16 augustus 2017 en 16 november 2017 om handhavend optreden verzocht, omdat hij stof-, geur- en geluidhinder ervaart ten gevolge van het in werking zijn van de inrichting. [appellant] vreest voor de gevolgen voor zijn gezondheid en die van zijn gezin. Het college heeft naar aanleiding van de verzoeken van [appellant] op 31 mei 2017 en 17 oktober 2017 controles uitgevoerd bij de inrichting. Tijdens deze controles zijn geen overtredingen met betrekking tot geluid, geur en stof geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2513
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908441/1/R4

201909089/1/R2

Bij besluit van 3 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dronten aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van haar inrichting aan de [locatie 1] - [locatie 2] in Dronten. [vergunninghoudster] is een bedrijf op het gebied van grond-, weg- en waterbouw met verschillende vestigingen. Aan de [locatie 1] - [locatie 2], op het bedrijventerrein Dronten Noord, exploiteert zij een inrichting waar zij voornamelijk puin, asfalt en grond op- en overslaat dat afkomstig is van de infrastructurele werken die zij uitvoert. [vergunninghoudster] heeft op 14 september 2016 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van deze inrichting. De voornaamste veranderingen zijn de uitbreiding en de herinrichting van het terrein van de inrichting, waarbij de opstelplaats voor de mobiele puinbreker wordt verplaatst van de [locatie 2] naar de [locatie 1].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2500
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909089/1/R2

202001625/1/A3

Bij besluit van 7 april 2015 heeft het College bescherming persoonsgegevens (thans: de AP) een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens afgewezen. [appellant] wil met contant geld in de bus een kaartje kunnen kopen. Sinds 1 juli 2018 kan dat niet meer en kan hij alleen met pinpas of credit card in de bus een kaartje aanschaffen. Hij vindt deze maatregel in strijd met zijn recht op privéleven. Daarom heeft hij bij de AP het verzoek ingediend om met toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (EU) 2016/679 de afschaffing van contante betaling in bussen door lokale en regionale vervoerders te onderzoeken en daartegen handhavend op te treden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2511
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202001625/1/A3

202001629/1/A3

Bij besluit van 12 november 2018 heeft de AP het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de Nederlandse Spoorwegen afgewezen. [appellant] vindt dat de NS ten onrechte zijn persoonsgegevens nodig zegt te hebben voor een aantal handelingen. Hij heeft daarom de AP verzocht om met toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (EU) 2016/679 handhavend op te treden tegen de NS. Het gaat in deze zaak om de volgende handelingen: I. de uitbetaling van het aanwezige saldo op een anonieme OV-chipkaart; II. de verplichte identificatie bij de aanschaf van vervoersbewijzen aan de balie voor alle internationale treinreizen binnen de EU; III. het in rekening brengen van servicekosten bij het opladen/opwaarderen van een anonieme OV-chipkaart met contant geld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2514
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202001629/1/A3

202003113/1/R4

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Oldebroek het bestemmingsplan "Buitengebied, Heidehoek" vastgesteld. Het plan biedt het juridisch-planologisch kader om op het zuidwestelijke deel van het voormalige recreatiepark Heidehoek 38 logiesverblijven voor maximaal 150 personen en centrale voorzieningen ten behoeve van de logiesverblijven te realiseren. De raad beoogt hiermee te voorzien in tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten. De gronden zijn eigendom van Heidehoek B.V. De logiesverblijven zullen worden geëxploiteerd door HAM Nederland B.V. Op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2007" had het recreatiepark de bestemming "Recreatie - 5". Op dit moment staan er 48 recreatiechalets in het plangebied. Het is de bedoeling dat elf daarvan worden verwijderd en de overige chalets worden gebruikt als logiesverblijf. [appellanten] wonen en exploiteren een bed & breakfast (hierna: B&B) aan de [locatie] te Wezep, ongeveer 200 m ten noorden van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2486
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003113/1/R4

202003975/1/R2

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Peel en Maas het bestemmingsplan "Poorterweg 119-121 Koningslust" vastgesteld. Het plan wijzigt de bestemming van een deel van de gronden op Poorterweg 121 van een agrarische bestemming naar een niet-agrarische bedrijfsbestemming. Het bouwvlak wordt vergroot om de bestaande bebouwing geheel te omvatten en om twee nieuwe overkappingen voor caravanstallingen mogelijk te maken. De bedrijfswoning op hetzelfde adres krijgt een woonbestemming. De woning op het adres Poorterweg 119 blijft als bedrijfswoning verbonden aan het bedrijf. [appellant] woont op [locatie], in de nabijheid van het plangebied. Hij verzet zich tegen het plan, omdat een deel van de gronden in het plangebied volgens hem een natuurbestemming moet krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2493
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202003975/1/R2

202004678/1/R3

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland het wijzigingsplan "Casembrootlaan kavel 9 te Poeldijk" (hierna: het wijzigingsplan) vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2488
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004678/1/R3

202005867/1/R4

Bij besluit van 3 september 2020 heeft de raad van de gemeente Brummen het bestemmingsplan "Eerbeek" gewijzigd vastgesteld. Met het plan "Eerbeek" wil de raad verschillende ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken voor onder meer de kern van Eerbeek, zoals de herontwikkeling van en de transformatie naar woningbouw. De geldende bestemmingsplannen, die soms al lang geleden zijn vastgesteld, bieden geen adequaat kader meer en zijn aan vernieuwing toe. Herziening daarvan is nodig om de ontwikkelingen mogelijk te maken. Twee van deze geldende plannen zijn het plan "Wilhelminapark - Palisiumpark" van 25 oktober 2012 en het plan "Partiële hervaststelling bestemmingsplan Wilhelminapark - Palisiumpark" van 27 juni 2013. De raad heeft bij besluit van 15 maart 2018 een eerdere versie van het plan "Eerbeek" vastgesteld, waartegen [appellant] in beroep is gekomen. [appellant] is eigenaar van en woont op het perceel [locatie] in Eerbeek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2490
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005867/1/R4

202006129/1/A3

Bij besluit van 23 oktober 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. [appellant] woont samen met zijn vrouw in Rotterdam. Op 22 oktober 2020 heeft zij tegenover de politie verklaard dat [appellant] haar die dag thuis heeft uitgescholden en geschopt. Zij is het huis uit gevlucht naar een vriendin en heeft de politie gebeld. Ze zei dat ze erg bang is voor [appellant] en dat ze al maanden door hem wordt mishandeld. Ze heeft een blauwe plek op haar scheenbeen laten zien van een mishandeling van de week daarvoor. Ze heeft aangifte gedaan van bedreiging en mishandeling. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat het vermoeden bestaat dat de aanwezigheid van [appellant] in de woning een gevaar oplevert voor de veiligheid van de vrouw, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod. Daarom heeft hij aan [appellant] een huisverbod opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2498
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202006129/1/A3

202006200/1/R3

Bij besluit van 16 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een overkappende tent van zeildoek in een aluminium frame op het perceel [locatie], te Indijk. [wederpartij] is eigenaresse van het perceel [locatie], te Indijk. Op het perceel staat de recreatiewoning van [wederpartij]. In de insteekhaven op het perceel ligt haar boot. [wederpartij] wil een overkapping plaatsen ter bescherming van deze boot. Daarom heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een overkappende tent, bestaande uit een zeildoek en gespannen over een aluminium frame. De rechtbank heeft overwogen dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het niet in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning wil verlenen. Volgens de rechtbank heeft het college het besluit ten onrechte gemotiveerd door te verwijzen naar het beleid dat betrekking heeft op recreatiewoningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2491
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202006200/1/R3

202006213/1/A3

Bij besluit van 16 januari 2017 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 9.000,00. Bij besluit van 25 juni 2019 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met sloopwerkzaamheden. Op 12 mei 2016 is anoniem gemeld dat op de tweede verdieping van een pand in Leeuwarden een asbesthoudend plafond kapot was getrokken door werknemers van [appellante], waarna de werknemers de sloopwerkzaamheden voortzetten. Op de grond gevallen stukken zouden in een asbestzak zijn gestopt en aanwezigen deden volgens de melder alsof er niets was gebeurd. Naar aanleiding van de anonieme melding heeft een arbeidsinspecteur op 13 mei 2016 een bezoek gebracht aan de locatie. Zijn bevindingen heeft de inspecteur neergelegd in een op ambtsbelofte opgemaakt boeterapport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2496
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006213/1/A3

202006614/1/A3

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. Bij besluit van 18 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft op 3 juni 2020 een urgentieverklaring aangevraagd. Zij woonde toen met twee jonge kinderen in een tijdelijk gehuurde woning en was in verwachting van een derde kind. Omdat zij de woning na afloop van de huurovereenkomst moest verlaten is een ontruimingsprocedure in gang gezet. Het college heeft de urgentieverklaring geweigerd omdat [appellante] niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor urgentie. Na de ongegrondverklaring van het beroep daartegen door de rechtbank is de huurwoning op dezelfde dag ontruimd. Sindsdien hebben [appellante] en haar kinderen geen eigen woning. Zij verblijven via de GGD in een noodopvang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2497
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006614/1/A3

202006697/1/R3

Bij besluit van 28 oktober 2020 hebben provinciale staten van Gelderland het inpassingsplan "Fietspad N832" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk dat een vrijliggend tweerichtingenfietspad wordt aangelegd langs de provinciale weg N832, vanaf het kruispunt met de Bernseweg (N831) tot aan het kruispunt met de Uilecotenweg in de gemeente Maasdriel. In de huidige situatie zijn het auto- en fietsverkeer op dit weggedeelte niet gescheiden. Daarnaast maakt het plan de verbreding mogelijk van het bestaande vrijliggend fietspad tussen de Uilecotenweg en de Molenstraat. Dit bestaande fietspad ligt ten oosten van de N832, deels in de gemeente Maasdriel en deels in de gemeente Zaltbommel. Provinciale staten willen met het plan de verkeersveiligheid verbeteren. [appellante] betoogt dat provinciale staten de noodzaak van het in het plan voorziene fietspad niet deugdelijk hebben gemotiveerd. Het gehanteerde verkeersmodel laat volgens [appellante] alleen een mogelijke toename van auto’s zien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2485
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006697/1/R3

202007147/1/R2

Bij besluit van 11 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venlo het college aan Next Level LocVenlo 3 B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van het reeds opgerichte distributiecentrum aan de James Tobinstraat 4a en 4b te Venlo. De vergunning gaat over een gevelwijziging, de aanbouw van een techniekruimte en een wijziging van de kantoorplattegrond op de eerste verdieping van het distributiecentrum van LocVenlo 3 aan de James Tobinstraat 4a en 4b. Voor de oprichting van het distributiecentrum was eerder, op 28 september 2018, een omgevingsvergunning verleend. [appellant] woont in de nabijheid van het distributiecentrum en verzet zich tegen de wijzigingsvergunning. De rechtbank heeft geoordeeld dat de betogen van [appellant] geen betrekking hebben op de wijzigingen die zijn vergund, maar op de eerder verleende omgevingsvergunning voor oprichting van het distributiecentrum. Daarom kunnen zijn bezwaren geen doel treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2489
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202007147/1/R2

202100123/1/R3

Bij besluit van 28 februari 2019, kenmerk 2019/0056954, heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan Jalo Biopellets B.V. een omgevingsvergunning tweede fase verleend voor het bouwen van een inrichting voor het vervaardigen van biopellets op het perceel Darwin 17 in Almelo. Jalo Biopellets wil op het perceel een inrichting oprichten waarbinnen van snoeihout en ander afvalhout pellets worden gemaakt. Het college heeft hiervoor aan Jalo Biopellets een omgevingsvergunning verleend. Dit betreft een zogenoemde revisievergunning, die inmiddels onherroepelijk is geworden. De tweede fase, waarop deze procedure betrekking heeft, ziet op het bouwen van een inrichting voor het vervaardigen van biopellets op het perceel. Stichting Dorpsbelangen Bornerbroek en anderen vinden de gebouwen van de vergunde inrichting te hoog. Zij menen dat een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing ontbreekt. Volgens Stichting Dorpsbelangen Bornerbroek en anderen heeft geen zorgvuldige afweging plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2494
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100123/1/R3

202100523/1/R1

Bij besluit van 1 december 2020 heeft de raad van de gemeente Beemster het bestemmingsplan "Jisperweg 28-30 Westbeemster" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op de percelen [locatie 1] die liggen in het buitengebied van de gemeente Beemster. Op het perceel [locatie 2] exploiteert initiatiefnemer het loon- en verhuurbedrijf "De West". Dit is een loon- en verhuurbedrijf dat zich toelegt op agrarisch loonwerk en op cultuurtechnische en grond-, weg- en waterbouwwerkzaamheden. De werkzaamheden bestaan onder meer uit het oogsten van gras en mais, baggerwerkzaamheden in de polder, bouwen van dammen en bermonderhoud langs polderwegen/dorpswegen. De West wenst het bedrijf aan de achterzijde uit te breiden door het bouwen van een werktuigenberging. Daarnaast is De West voornemens een kapschuur op te richten die moet gaan dienen als was- en tankplaats, welke zich nu nog aan de voorzijde van het bedrijfsperceel bevindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2507
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202100523/1/R1

202100627/1/R1

Bij besluit van 27 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verbouwen van het pand op het perceel [locatie] te Haarlem en het wijzigen van het gebruik van een bedrijf met kantoorruimte naar een bedrijf met bedrijfswoning. [appellant] is eigenaar van het bedrijfspand op het perceel. Op 30 april 2019 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van het pand en het wijzigen van het gebruik naar een bedrijf met bedrijfswoning. Op 5 juli 2019 heeft [appellant] wederom een aanvraag ingediend voor het verbouwen en het wijzigen van het gebruik naar een bedrijf met bedrijfswoning. Op 27 augustus 2019 heeft het college de aanvraag afgewezen met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht onder verwijzing naar het besluit van 25 juni 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2483
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100627/1/R1

202100773/1/R3

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de raad van de gemeente Nissewaard het bestemmingsplan "Heer & Meester West De Haven 2019" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich in de kern Hekelingen en wordt begrensd door de Lede aan de noordzijde en door de Schuddebeursdijk aan de zuidzijde. Op grond van de voorheen geldende beheersverordening "Heer & Meester West", vastgesteld op 12 juli 2013, konden binnen het plangebied 36 woningen worden gebouwd. Het bestemmingsplan voorziet ten opzichte van de voorheen geldende beheersverordening in 10 extra woningen en een gewijzigde stedenbouwkundige opzet. Ook voorziet het bestemmingsplan in een weg ter plaatse van een strook grond, waaraan in het vorige bestemmingsplan "Hekelingen" de bestemming "Agrarisch - 2" was toegekend. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in het plangebied. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 1] en [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2] te Hekelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2512
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100773/1/R3

202101006/1/R1

Bij besluit van 5 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer [appellant sub 1] gelast om de woning en garage op het adres [locatie] in Lisserbroek te verwijderen en verwijderd te houden, uiterlijk op 30 juni 2020, onder dreiging van verbeurte van een dwangsom van € 15.000,00 ineens. [appellant sub 1] woont sinds 30 december 1970 in de woning op het perceel [locatie] te Lisserbroek (hierna: het perceel). Het bestemmingsplan "Lisserbroek", zoals vastgesteld op 24 juli 2013 (hierna: het bestemmingsplan), kent aan de gronden van het perceel de bestemming "Agrarisch" toe en de gebiedsaanduiding "Geluidzone - gezoneerd industrieterrein". Op 7 mei 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente een inspectie uitgevoerd op het perceel en is geconstateerd dat de woning is gebouwd zonder de daartoe vereiste bouwvergunning of omgevingsvergunning. In verband daarmee heeft het college op 17 mei 2018 [appellant sub 1] verzocht een aanvraag in te dienen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2504
Datum uitspraak
10 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101006/1/R1
vorige pagina1...195196197...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon