Uitspraak 202203128/2/V1


Volledige tekst

202203128/2/V1.
Datum uitspraak: 22 juni 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:

het Centraal Orgaan opvang asielzoekers,

verzoeker,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's­-Hertogenbosch, van 21 april 2022 in zaak nr. 21/1878 in het geding tussen:

[de vreemdeling]

en

het COa.

Procesverloop

Bij besluit van 24 maart 2021 heeft het COa een aanvraag van de vreemdeling om vergoeding van buitengewone kosten afgewezen.

Bij tussenuitspraak van 9 februari 2022 heeft de rechtbank het COa in de gelegenheid gesteld om een aan dat besluit klevend gebrek te herstellen.

Bij besluit van 28 februari 2022 heeft het COa het besluit van 24 maart 2021 ingetrokken en de aanvraag opnieuw afgewezen.

Bij uitspraak van 21 april 2022 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris een nieuw besluit op de aanvraag neemt met inachtneming van de uitspraak.

Tegen deze uitspraak heeft het COa hoger beroep ingesteld. Ook heeft het de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De vreemdeling heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Overwegingen

1.       Het COa verzoekt de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening te treffen dat het de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op zijn hoger beroep heeft beslist.

2.       Gelet op wat is aangevoerd, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom en gelet op de belangen die het COa en de vreemdeling naar voren hebben gebracht, treft hij een voorlopige voorziening.

3.       Het COa hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E. de Groot, griffier.

w.g. Bijloos
voorzieningenrechter

w.g. De Groot

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 22 juni 2022

210