Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.679
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201900677/1/R3

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het "Tracébesluit N35 Nijverdal - Wierden" vastgesteld. Het tracébesluit voorziet in de opwaardering van de N35 tussen Nijverdal en Wierden tot een autoweg. Het Rijk wil de N35 opwaarderen naar een regionale stroomweg met 2x2 rijstroken, ongelijkvloerse aansluitingen en een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur op dit deel van de N35. Het tracébesluit voorziet in deze ambitie. De weg wordt verbreed van 1x2 rijstroken naar 2x2 rijstroken. Tussen km 34,6 en km 42,8 wordt de weg in noordwaartse richting verlegd. De term ‘km’ staat daarbij voor de hectometerpaalaanduiding. Appellanten wonen of zijn gevestigd in de omgeving van het deel van de N35 waarover het tracébesluit gaat. Zij richten zich in beroep tegen het tracébesluit. Een aantal appellanten heeft daarbij een verzoek om schadevergoeding ingediend

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3147
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak201900677/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201900677/1/R3

201907366/1/A2

Bij besluit van 1 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gennep een aanvraag van [appellante] om bekostiging van leerlingenvervoer voor haar dochter voor het schooljaar 2017-2018 afgewezen. [appellante] heeft voor haar [dochter] een aanvraag ingediend voor de bekostiging van leerlingenvervoer naar en van de reguliere middelbare (vmbo-)school Het Rijks in Nijmegen. Volgens het college kan de dochter van [appellante], die epileptische klachten heeft, ook regulier voortgezet onderwijs op vmbo-niveau volgen aan het dichterbij - op 800 meter van de woning van [appellante] en haar dochter - gelegen Elzendaal College. Aangezien uit het (medisch) advies van 8 november 2017 van Argonaut Advies B.V. blijkt dat de dochter van [appellante] niet beperkt is in het lopen, kan zij die school te voet bereiken, aldus het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3144
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201907366/1/A2

201907527/1/V1

Bij besluit van 7 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling heeft vanaf zijn geboorte, op [geboortedatum] te [plaats], de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit gehad. De staatssecretaris heeft bij besluit van 7 mei 2018 het Nederlanderschap van de vreemdeling ingetrokken, omdat hij onherroepelijk is veroordeeld tot vier jaren gevangenisstraf waarvan twee jaren voorwaardelijk met proeftijd wegens het met het oogmerk om moord en doodslag met een terroristisch oogmerk voor te bereiden zich gelegenheid, middelen en inlichtingen verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en wegens het opzettelijk zich vaardigheden verwerven tot het plegen van een terroristisch misdrijf. Het betreft hier terroristische misdrijven als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3046
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Terugkeerbesluit
  • uitspraakin de zaak201907527/1/V1

201907622/1/R4

Bij besluit van 9 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stadskanaal TSS gelast om te voldoen aan artikel 1.10, eerste en derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer onder oplegging van een dwangsom van € 500,00 per week met een maximum van € 2.000,00. [appellante sub 2] is eigenaar van de percelen [locatie] in Stadskanaal. Op de percelen zijn meerdere bedrijven gevestigd, waaronder TSS. TSS huurt onder meer de werkplaats van [appellante sub 2]. Het college heeft zich bij het besluit van 9 februari 2018 op het standpunt gesteld dat TSS een inrichting type B drijft waarvoor een melding moet worden gedaan en heeft TSS daarom gelast om te voldoen aan artikel 1.10, eerste en derde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer onder oplegging van een dwangsom. Zowel [appellante sub 2] als TSS zijn het daarmee niet eens. Hun vrees is dat een melding van TSS de rechtspositie van [appellante sub 2] aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3146
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907622/1/R4

201907849/1/V6

Bij besluit van 7 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] heeft vanaf zijn geboorte, op [geboortedatum] te [plaats], de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit gehad. De staatssecretaris heeft zijn Nederlanderschap ingetrokken, omdat hij onherroepelijk is veroordeeld tot vier jaren gevangenisstraf waarvan twee jaren voorwaardelijk met proeftijd wegens het met het oogmerk om moord en doodslag met een terroristisch oogmerk voor te bereiden zich gelegenheid, middelen en inlichtingen verschaffen en voorwerpen voorhanden hebben waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van het misdrijf en wegens het opzettelijk zich vaardigheden verwerven tot het plegen van een terroristisch misdrijf. Bewezen is verklaard dat [appellant] in de periode van 1 maart 2013 tot en met 3 februari 2014 is afgereisd naar Syrië.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3045
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201907849/1/V6

202000151/1/R1

Bij besluit van 21 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] een ligplaatsvergunning verleend voor het bedrijfsvaartuig "[vaartuig A]" en bijbehorende voorzieningen ten noorden van de [locatie 1] ten zuiden van de strekdam en een ontheffing voor het gedeeltelijk wonen op het bedrijfsvaartuig [vaartuig A]. Voorts heeft het college bij besluit van 21 december 2017 een vervangingsvergunning verleend voor het vervangen van het bedrijfsvaartuig [vaartuig B] door [vaartuig A]. De rechtbank heeft volgens [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] miskend dat het college [appellant A] en [appellant B] ten onrechte als belanghebbende heeft aangemerkt in de bezwarenprocedure. [vergunninghouder A] en [vergunninghouder B] betwisten dat [appellant B] eigenaar is van het schip [vaartuig C].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3139
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000151/1/R1

202001068/1/R1

Bij besluit van 28 november 2019 heeft de raad van de gemeente Dronten het bestemmingsplan "Bestemmingsplan Lidl Dronten West (D3002)" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied is gelegen in het noordwesten van de Kern Dronten, ten noorden van wijkwinkelcentrum Dronten West, tussen de Beursstraat, Koopmansbeurs en Gildepenningdreef. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de nieuwbouw van een Lidl-supermarkt met een bruto vloeroppervlakte (hierna: bvo) van 2.000 m² met op de eerste en tweede verdieping 18 appartementen aan de Hoekliedenstraat 1 t/m 35. Rondom het gebouw wordt een parkeervoorziening voor zowel de supermarkt als de appartementen aangelegd. Aldi en Ahold en anderen kunnen zich niet verenigen met deze besluiten, onder meer omdat volgens hen de vestiging van een Lidl-supermarkt in strijd is met de Retailvisie Dronten 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3141
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202001068/1/R1

202001802/1/R4

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp aan BW Stook een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfsgebouw voor een houtstookoven op het perceel Molenlaan 22 te Pijnacker-Nootdorp en het veranderen van een bestaande uitweg van het perceel naar de Molenlaan. BW Stook wil op het perceel een verbrandingsinstallatie voor biomassa realiseren voor de productie van elektriciteit en warmte. Eigenaar van het perceel is De Blokweg Combinatie B.V. die handelt onder de naam Solanahof. Solanahof is een glastuinbouwbedrijf. De kassen van Solanahof liggen in de omgeving van het perceel. Ten behoeve van BW Stook bestond het voornemen een recht van opstal te vestigen op het perceel. BW Stook heeft op 24 november 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een bedrijfspand voor een verbrandingsinstallatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3140
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001802/1/R4

202002850/1/A3

Bij besluit van 25 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring afgewezen. [appellante] woont in een maisonnette in Den Haag. De woning heeft zes kamers en bevindt zich op de eerste, tweede en derde etage. [appellante] heeft drie minderjarige kinderen, die bij haar hun hoofdverblijfplaats hebben. Verder stelt zij dat een pleegkind bij haar woont, te weten de dochter van haar zus. [appellante] wil verhuizen naar een woning zonder trappen. Zij stelt dat zij door medische problemen geen trappen kan lopen. In september 2018 heeft zij daarom een voorrangsverklaring aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3145
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002850/1/A3

202003401/1/A3

Bij besluit van 4 mei 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam een aan [appellant] opgelegd tijdelijk huisverbod verlengd tot 23 mei 2020. [appellant] is 21 jaar. Hij woont bij zijn vader (55 jaar), moeder (46 jaar) en zusje (inmiddels 7 jaar). Al enkele jaren is er ruzie en zijn er spanningen - voornamelijk tussen hem en zijn vader - als hij thuis is. In april 2017 heeft de burgemeester wegens een geweldsincident een huisverbod opgelegd aan [appellant]. Op 24 april 2020 deed zich ook een incident voor in de woning. [appellant] kreeg ruzie met zijn vader. Daarbij heeft hij een eetkamerstoel gepakt, waarmee hij dreigend naar zijn vader is toegelopen. Korte tijd later heeft hij een eetkamerstoel naar zijn vader gegooid, die daardoor lichtgewond is geraakt. Toen de vader zei dat het nu klaar was, heeft [appellant] gezegd dat het helemaal niet klaar was, dat hij een vuurwapen zou ophalen en dat zijn vader het dan zou gaan zien. Daarna heeft [appellant] de woning verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3142
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202003401/1/A3

202004030/1/A3

Bij besluit van 30 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring afgewezen. [appellante] is 52 jaar. Eind 2017 is zij van tafel en bed gescheiden. In november 2018 is de echtscheiding uitgesproken. Zij woont nog in de woning waar zij met haar toenmalige echtgenoot en met haar minderjarige zoon woonde. Deze woning is eigendom van haar ex-echtgenoot. Bij de echtscheiding is de woning aan haar ex-echtgenoot toegewezen. [appellante] woont nu in de woning op basis van een huurovereenkomst met haar ex-echtgenoot. Zij wil in een eigen woning wonen. Zij heeft een voorrangsverklaring aangevraagd om voorrang te krijgen bij de toewijzing van een huurwoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3143
Datum uitspraak
30 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202004030/1/A3

202006033/3/V3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3129
Datum uitspraak
29 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006033/3/V3

202006665/3/V3

Bij besluit van 30 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3128
Datum uitspraak
29 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006665/3/V3

202006930/2/V2

Bij besluit van 17 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3127
Datum uitspraak
29 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006930/2/V2

201906032/1/V1

Bij besluit van 12 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3130
Datum uitspraak
28 december 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201906032/1/V1

201800692/1/V1

Bij besluit van 22 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3118
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201800692/1/V1

202001999/1/V1

Bij besluit van 31 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3117
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202001999/1/V1

202002115/1/V3

Bij besluit van 4 maart 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3114
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002115/1/V3

202002889/2/R3

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Multifunctionele Accommodatie, Zwammerdam" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een multifunctionele accommodatie aan de Spoorlaan nabij de bestaande voetbalvelden van Voetbalvereniging Zwammerdam. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 7.000 m². In de huidige situatie liggen op de gronden van het plangebied een parkeerterrein, twee kunstgrasvelden en het clubhuis van de voetbalvereniging. In de multifunctionele accommodatie zullen een dorpshuis, een school, een gymzaal, een kinderopvang en een brandweerkazerne worden gevestigd. Tegen de vaststelling van het plan zijn twee beroepen ingesteld, waaronder door [verzoeker] en anderen. [verzoeker] en anderen wonen aan de ds. Bennink Boltstraat en de dr. Schreuderstraat te Zwammerdam. Deze straten liggen in de directe nabijheid van het plangebied. Deze straten liggen in de directe nabijheid van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3115
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202002889/2/R3

202006087/2/V2

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3120
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006087/2/V2

202006403/2/V3

Bij besluit van 18 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3119
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006403/2/V3

202006483/2/V2

Bij besluiten van 9 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3125
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006483/2/V2

202006927/2/V3

Bij besluit van 10 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3124
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006927/2/V3

202006935/2/V3

Bij besluit van 17 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3126
Datum uitspraak
24 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006935/2/V3

201902207/2/R2

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Cranendonck het bestemmingsplan "Kom Budel en Kom Maarheeze, herziening supermarkten en parkeren" vastgesteld. [verzoekster] heeft op 19 september 2017 een omgevings-vergunning voor realisering van een supermarkt op het perceel [locatie] te Budel (hierna: het perceel) aangevraagd. Het op deze aanvraag afwijzende besluit is bij besluit op bezwaar van 3 juli 2018 gehandhaafd. Bij uitspraak van de rechtbank van 15 januari 2019 is het besluit van 3 juli 2018 vernietigd en heeft de rechtbank bepaald dat het college een nieuw besluit dient te nemen op het bezwaar met inachtneming van de uitspraak. Het college heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het heeft tevens op 2 april 2019 een nieuw besluit genomen, waarbij de gevraagde omgevingsvergunning is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3047
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902207/2/R2

202003906/2/R2

Bij besluit van 7 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "[locatie 1] te Veghel" vastgesteld. Het bestemmingsplan ziet op het perceel [locatie 1] te Veghel, waar [bedrijf] is gevestigd. Het plan betreft een nieuwe planologische regeling voor het bedrijf, dat blijkens de plantoelichting behoefte heeft aan nieuwe bedrijfsbebouwing omdat de bestaande is verouderd en niet optimaal is gesitueerd. Ook bestaat in verband met de productie behoefte aan hogere toegestane goothoogten. [verzoekster] exploiteert een varkenshouderij aan de [locatie 2], direct naast het perceel van [bedrijf]. Het bouwvlak op het perceel van [verzoekster] waarop zich aan de zijde van het bouwbedrijf een grote varkensstal bevindt, ligt in de directe nabijheid van het bouwvlak op het perceel [locatie 1], dat in de zogenoemde buitenste schil van het bouwvlak voor 10% en in het binnenste deel van het bouwvlak voor 60% mag worden bebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3048
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003906/2/R2

202004862/2/R1

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd wegens diverse overtredingen in verband met geconstateerde (zuivere) afvalstoffen in de mestkelder op het perceel aan de [locatie] te Haaften, kadastraal bekend als: Haaften […] (hierna: het perceel) en de aanwezigheid van amfetaminen, althans drugsafval, in de grond en het grondwater op het perceel. De door [verzoeker] verzochte voorlopige voorziening heeft enkel betrekking op het besluit tot invordering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3035
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004862/2/R1

202005081/1/V2

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3060
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005081/1/V2

202005364/1/V1

De vreemdelingen hebben tegen het uitblijven van besluiten op hun aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel te verlenen beroepen ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3058
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005364/1/V1

202006241/1/R4

Bij besluit, verzonden op 25 juni 2020, heeft het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân Manege Sneek onder oplegging van een dwangsom gelast om de mest en/of het digestaat op het perceel aan de Wirdsterterp 2 in Wânswert niet te verplaatsen of zich daarvan te ontdoen. Manege Sneek is eigenaar van het perceel, waarop een woning en stallen staan. Manege Sneek heeft vanaf 1 januari 2020 het perceel verhuurd. Half februari is bekend geworden dat de huurder het perceel heeft gebruikt als drugslab. Naar aanleiding hiervan heeft het college onderzoek gedaan naar de samenstelling van de in de mestkelders aanwezige mest. Uit dit onderzoek is volgens het college gebleken dat de mest is verontreinigd met drugsresten. Omdat het college bang was dat Manege Sneek de mest in strijd met de Wet milieubeheer over het land uit zou rijden, heeft het college een preventieve last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3055
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006241/1/R4

202006466/1/V3 en 202006467/1/V3

Bij besluit van 26 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3061
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006466/1/V3 en 202006467/1/V3

202006608/2/V2

Bij besluit van 3 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3059
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006608/2/V2

201801578/3/R2

Bij besluit van 14 december 2017 heeft de raad van de gemeente Oss het bestemmingsplan "Bredeweg 13 Geffen-2017" vastgesteld. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van 2 oktober 2019 drie gebreken in het besluit van 14 december 2017 van de raad vastgesteld. In de eerste plaats is onder 4.3 in de tussenuitspraak overwogen dat uit de plantoelichting blijkt dat de raad het plan niet op juiste wijze heeft getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking als bedoeld in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om met inachtneming van overwegingen 4.3, 5.3 en 10.3 de drie gebreken in het besluit van 14 december 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bredeweg 13 Geffen-2017" te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3109
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201801578/3/R2

201804471/3/R4

Bij uitspraak van 20 mei 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1272, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Amersfoort opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 24 april 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Laan van Duurzaamheid", te herstellen. De Afdeling heeft in 15.1 van de tussenuitspraak overwogen dat de behoefte aan het tankstation niet inzichtelijk is gemaakt, zodat het bestreden besluit in zoverre niet berust op een deugdelijke motivering. In overweging 20.3 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad geen onderzoek heeft verricht naar de gevolgen van het extra verkeer vanwege de nieuwe woningen en dat het plan daarom in zoverre is vastgesteld in strijd met de bij het nemen van een besluit te betrachten zorgvuldigheid. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad bij besluit van 15 september 2020 het bestemmingsplan "Laan van Duurzaamheid" opnieuw vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3085
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201804471/3/R4

201807227/4/R2

Bij besluit van 5 juli 2018 heeft de raad van de gemeente Gemert-Bakel het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Buitengebied 2017" vastgesteld. Het plan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor het buitengebied van de gemeente Gemert-Bakel. Het plan vervangt verschillende ter plaatse geldende en voor een deel verouderde plannen en is onder meer vastgesteld naar aanleiding van de regels uit de "Verordening ruimte Noord-Brabant", vastgesteld op 8 juli 2017 en in werking getreden op 15 juli 2017. Tegen het plan zijn 25 beroepen ingesteld. Het merendeel van de beroepen richt zich tegen de planregeling voor de eigen gronden van de betreffende appellant(en). De Afdeling heeft er in dit geval niet voor gekozen om alle beroepen in één uitspraak af te doen, maar om beroepen in een aantal afzonderlijke uitspraken op te nemen. In deze uitspraak komen vijf beroepen aan de orde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3110
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807227/4/R2

201808959/1/A3

Bij besluit van 3 september 2015 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West besloten op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij uitspraak van 21 september 2018 heeft de rechtbank het daartegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard, de Staat veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan [appellant] tot een bedrag van € 500,00 wegens overschrijding van de redelijke termijn en diens verzoek om schadevergoeding voor het overige afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3075
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201808959/1/A3

201810138/1/R4

Bij besluit van 14 november 2018 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat met toepassing van artikel 34 van de Mijnbouwwet ingestemd met het door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediende gewijzigde winningsplan Westerveld. Het winningsplan Westerveld beschrijft de gaswinning uit 11 gasvelden in het Westerveld-systeem. Het gaat om de gasvelden Assen, Assen-Zuid, Een, Eleveld, Vries-Noord, Vries-Centraal, Vries-Zuid, Witten, Witterdiep, Zevenhuizen en Zevenhuizen-West. De NAM wint gas uit deze velden of wil dat in de toekomst mogelijk gaan doen. De minister moet beoordelen of er een reden is om de instemming op één of meer van die gronden te weigeren. Daarbij moet de minister onder meer beoordelen wat de gevolgen van de gaswinning zijn voor de daling van de bodem en voor de kans op een aardbeving. Bezwaarmakers voeren aan dat de minister onvoldoende aandacht heeft gehad voor het burgerperspectief en dat het draagvlak voor de gaswinning ontbreekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3092
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201810138/1/R4

201900182/1/R3

Bij besluit van 13 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ommen het wijzigingsplan "Buitengebied, wijziging De Haar 6, Witharen" vastgesteld. Dit plan voorziet in de wijziging van het bestemmingplan "Buitengebied" voor het perceel De Haar 6. Op het perceel wordt nu een trailerhandel geëxploiteerd en er worden hobbymatig paarden gehouden. Op het perceel staat ook een vrijstaande woning. De eigenaar wil op het perceel een paardenfokkerij gaan exploiteren met maximaal 25 paarden. Het beroep is ingesteld door [appellant]. Hij woont op het perceel [locatie] direct naast het plangebied en exploiteert daar een veehouderij met vrouwelijk jongvee. [appellant] vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat en voor een beperking van zijn bedrijfsactiviteiten door de komst van de paardenfokkerij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3111
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201900182/1/R3

201900659/1/A3

Bij drie afzonderlijke brieven van 29 maart 2017 heeft Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting drie verzoeken van [appellanten] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om toezending van documenten gedeeltelijk afgewezen. [appellanten] hebben bij de stichting in 2015 drie verzoeken ingediend waarin zij op grond van de Wob vragen om kennisneming van tal van documenten. Het gaat onder meer om documenten over de klachtenregeling, het managementstatuut, meldingen van misstanden, jaarverslagen, jaarrekeningen, begrotingen, goedkeuring van stukken, bekendmaking van stukken en benoemingsbesluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2963
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201900659/1/A3

201901085/1/A3

Bij besluit van 21 november 2017 heeft het gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen een verzoek van [appellant A] en [appellant B] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) om kennisneming van documenten afgewezen. [appellant A] en [appellant B] hebben bij de "Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting" een verzoek op grond van de Wob om kennisneming van documenten ingediend. De directeur-bestuurder primair onderwijs van de stichting heeft dit verzoek gedeeltelijk doorgestuurd aan het gemeenschappelijk orgaan. [appellant A] en [appellant B] hebben bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het doorgezonden gedeelte van het verzoek. Hangende dit beroep is het besluit van 21 november 2017 genomen. Hierin staat dat niet aan het verzoek tot openbaarmaking kan worden voldaan omdat de gevraagde documenten niet berusten onder het gemeenschappelijk orgaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2964
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201901085/1/A3

201901123/1/R4

Bij besluit van 26 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten aan de [maatschap] omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een varkenshouderij op het perceel [locatie] te Aalten. Het college heeft aan de [maatschap] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, het gebruiken van het perceel in strijd met het bestemmingsplan en de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, c en e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Stichting Natuur en Milieu Aalten wil uitbreiding van het bedrijf van de [maatschap] voorkomen en is om die reden in beroep gekomen tegen het besluit van het college. De rechtbank heeft overwogen dat de gemeenteraad ten onrechte heeft overwogen dat de ammoniakemissie niet toeneemt. Het college en de [maatschap] betogen dat de rechtbank ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de door gedeputeerde staten bij besluit van 7 april 2017 verleende Wnb-vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3101
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak201901123/1/R4

201902290/1/R3

Bij besluit van 13 februari 2019 heeft de raad van de gemeente De Fryske Marren besloten om het bestemmingsplan "IJsselmeer-Industriezandwinning" niet vast te stellen. Smals wil industriezand gaan produceren uit specie, dat wordt gewonnen in het IJsselmeer nabij Lemmer. De projectlocatie is ongeveer 250 ha groot en ligt bijna geheel in het Natura 2000-gebied "IJsselmeer". Voor de voorgenomen zandwinning voorziet het project onder andere in de aanleg van een kunstmatig werkeiland met bijbehorende installaties, gebouwen en overige bouwwerken in/op het IJsselmeer. Om het project planologisch mogelijk te maken heeft Smals de gemeente verzocht om een bestemmingsplan vast stellen. De raad heeft kennisgenomen van de met Smals gesloten overeenkomst, het ontwerpbestemmingsplan en de daaraan ten grondslag gelegde onderzoeken en overige stukken, de verschillende ingediende zienswijzen en de beantwoording daarvan door het college van burgemeester en wethouders.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3071
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201902290/1/R3

201902717/1/R4

Bij besluit van 30 augustus 2016 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat het besluit van 21 maart 2013 tot instemming met het winningsplan "Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen" gewijzigd en op grond van artikel 11 van dat besluit de veilige gebruiksruimte voor de periode van 1 januari 2016 tot 1 januari 2021 vastgesteld. Bij het eerdere besluit van 21 maart 2013 heeft de minister ingestemd met het winningsplan "Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen" van de NAM van 3 oktober 2011. Op grond van dit besluit mag de NAM tot 2036 aardgas winnen uit de gasvelden Nes, Moddergat, Lauwersoog-Centraal, Lauwersoog-Oost, Lauwersoog-West en Vierhuizen-Oost. Deze gasvelden liggen gedeeltelijk onder de Waddenzee binnen de kombergingsgebieden Pinkegat en Zoutkamperlaag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3029
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201902717/1/R4

201903566/1/A3

Bij brief van 17 april 2018 heeft Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting (hierna: de stichting) een verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om toezending van documenten gedeeltelijk afgewezen. [appellante] heeft op grond van de Wob verzocht om toezending van documenten over - kort gezegd - benoemingen van een aantal bestuurders door gemeenteraden of een gemeenschappelijk orgaan, volmachten die in notariële akten zijn vermeld en verleende toestemming voor wijzigingen van de statuten van de stichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3067
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201903566/1/A3

201904337/1/R3

Bij besluit van 12 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gouda het uitwerkingsplan "Supermarkt Fluwelensingel" vastgesteld. Het uitwerkingsplan is gebaseerd op het op 25 mei 2011 door de raad van de gemeente Gouda vastgestelde bestemmingsplan "Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost". In het bestemmingsplan hebben de gronden waar het om gaat de bestemming "Gemengd - Uit te werken". Deze bestemming moet worden uitgewerkt. Het plangebied van het uitwerkingsplan is gesitueerd aan de Fluwelensingel 56-59 in Gouda. Het uitwerkingsplan kent een bouwvlak waaraan de bestemming "Detailhandel" is toegekend en een bouwvlak waaraan de bestemming "Wonen" is toegekend. Aan overige gronden van het plangebied is de bestemming "Verkeer - Verblijf" toegekend. [appellant] en anderen wonen rondom het plangebied. Zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat en verkeersoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3113
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201904337/1/R3

201904771/1/V3 en 201904774/1/V3

Bij besluit van 3 juni 2019 is vreemdeling B in vreemdelingenbewaring gesteld. Bij besluit van 5 juni 2019 is vreemdeling C in vreemdelingenbewaring gesteld. Vreemdeling C komt uit Sierra Leone. De staatssecretaris heeft hem in bewaring gesteld om overdracht aan Italië overeenkomstig de Dublinverordening (nr. 604/2013; PB 2013 L 180) veilig te stellen. Vreemdeling B komt uit Algerije. Hij heeft in Nederland te kennen gegeven een asielaanvraag in te willen dienen, waarna de staatssecretaris hem in bewaring heeft gesteld om zijn identiteit vast te stellen en om gegevens te verkrijgen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag. Beide vreemdelingen hadden rechtmatig verblijf in Nederland op het moment dat zij in bewaring werden gesteld. De inbewaringstellingen van de vreemdelingen zijn inmiddels opgeheven. De procedures gaan nog over het recht op schadevergoeding bij onrechtmatige detentie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3034
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Verwijzingsuitspraak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201904771/1/V3 en 201904774/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201904771/1/V3 en 201904774/1/V3

201904877/1/A3, 201904879/1/A3 en 201904894/1/A3

Bij brief van 14 maart 2018 heeft Stichting I [appellant sub 1] medegedeeld dat zijn verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur niet in behandeling wordt genomen. Stichting II is een openbare school als bedoeld in artikel 1 van de Wpo. Stichting I is een bijzondere school als bedoeld in artikel 1 van de Wpo. Omdat Stichting I moeite had met het vinden van bestuurders, heeft Stichting II zich bereid verklaard de bestuurlijke taken van Stichting I uit te voeren. Stichting I en II verzorgen gezamenlijk onderwijs op onder andere zeventien basisscholen voor openbaar en neutraal onderwijs in de voormalige gemeenten Eemsmond, Winsum en De Marne. Als gevolg van een incident met een leerling, heeft Stichting II de zoon van [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een time-out gegeven en mocht hij op 16 november 2012 ’s middags niet op school verschijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3070
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201904877/1/A3, 201904879/1/A3 en 201904894/1/A3

201905463/1/R4

Bij besluit van 5 juni 2019 (hierna: het instemmingsbesluit) heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat krachtens artikel 34 van de Mijnbouwwet ingestemd met het door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediende winningsplan Blija. Het winningsplan voorziet in het winnen van gas uit de gasvelden Blija-Ferwerderadeel, Blija-Zuidoost en Blija-Zuid. Deze gaswinning vindt plaats vanuit de winningslocatie Blija-Ferwerderadeel-1 te Blija. Het noordelijke deel van het gasveld Blija-Ferwerderadeel bevindt zich onder (een deel van) het tot de Waddenzee behorende kombergingsgebied Borndiep. De andere gasvelden strekken zich niet uit tot onder de Waddenzee. De minister moet beoordelen of instemming met een winningsplan op één of meer van de in artikel 36, eerste lid, van de Mijnbouwwet genoemde gronden kan worden geweigerd. Daarbij dient hij onder meer te bezien wat de gevolgen van de gaswinning zijn voor de daling van de bodem en het belang van het planmatig gebruik of beheer van delfstoffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3091
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201905463/1/R4

201905522/1/R2

Bij besluit van 29 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Venlo het bestemmingsplan "Kaldenkerkerweg woonwagenlocatie" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch regime voor de woonwagenlocatie aan de Kaldenkerkerweg te Venlo. Het plan voorziet in een herinrichting van de woonwagenlocatie. Er worden 18 standplaatsen mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij om het inpassen van 15 bestaande (legale) standplaatsen en 3 feitelijk aanwezige standplaatsen die gedoogd werden. Bij de herinrichting zullen 14 woonwagens op dezelfde locaties blijven en 4 woonwagens worden verplaatst naar een andere locatie in het plangebied. Een deel van de appellanten kan zich niet verenigen met de aan en rond hun percelen toegekende bestemming, omdat die onvoldoende mogelijkheden biedt voor hun woonwensen. Een aantal bewoners komt op tegen een mogelijke verplaatsing van standplaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3102
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905522/1/R2

201906119/1/R4

Bij besluit van 17 december 2018 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan [vergunninghouder] een vergunning verleend voor het op het perceel [locatie] te Westeremden bouwen van een schuur, het aansluiten van deze schuur op nutsvoorzieningen en het slopen van een oude schuur en een aanbouw, voor zover deze activiteiten een verstoring van het archeologisch rijksmonument kunnen inhouden. [vergunninghouder] woont aan de [locatie] te Westeremden en wil een nieuwe schuur op zijn perceel bouwen. Het terrein waarop het perceel zich bevindt, is aangewezen als archeologisch rijksmonument, vanwege de wierde waarop het dorp is gebouwd en de overblijfselen van een borg. Een wierde, ook wel terp genoemd, is een kunstmatige heuvel, aangelegd in de tijd toen er geen dijken waren, om bij hoogwater een droge plek te hebben. De minister heeft de vergunning verleend, omdat de gevolgen van de activiteiten voor het archeologisch rijksmonument aanvaardbaar zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3089
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak201906119/1/R4

201906253/1/A2

Bij brief van 20 oktober 2016 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de stichting medegedeeld dat de oorspronkelijke waarde van de op twee panden gevestigde waarborghypotheken door de stichting dient te worden teruggestort. Het gaat om een bedrag van € 629.270,00. De stichting Youké Sterke Jeugd is een jeugdhulpaanbieder en heeft volgens haar statuten ten doel aan kinderen en jeugdigen van wie de biologische, psychische en/of sociale ontwikkeling verstoord is of bedreigd wordt, en aan hun (pleeg)ouders en belangrijke betrokkenen in hun sociale omgeving, zorg te (doen) bieden die gericht is op het zo evenwichtig mogelijk opgroeien en opvoeden van die kinderen en jeugdigen. De stichting was in het bezit van drie panden aan de Scheltemalaan 13, 15 en 17 in Amersfoort.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3078
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201906253/1/A2

201906361/1/A3

Bij besluit van 18 februari 2019 heeft de korpschef de verleende toestemming om [appellant] tewerk te stellen als medewerker als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus ingetrokken. Op 5 februari 2018 heeft de korpschef aan een beveiligingsorganisatie toestemming verleend om [appellant] tewerk te stellen als medewerker als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wpbr. [appellant] heeft vervolgens voor deze organisatie werkzaamheden als beveiliger verricht. Op 16 december 2018 is [appellant] bij een verkeersruzie betrokken geweest. Daarbij heeft [appellant] er volgens de korpschef blijk van gegeven rechtsregels naast zich neer te leggen waarvan de overtreding kan worden beschouwd als een tamelijk ernstige aantasting van de rechtsorde, hetgeen hem onvoldoende betrouwbaar maakt om voor een beveiligingsorganisatie of een recherchebureau werkzaamheden te verrichten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3107
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak201906361/1/A3

201906480/1/A3

Bij uitspraak van 27 juni 2018 in zaak nr. 201705158/1/A3 heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoekster] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 mei 2017 ongegrond verklaard. [verzoekster] voert aan dat deze uitspraak van de Afdeling is gebaseerd op een onjuiste toelichting ter zitting van de inspecteur-generaal over de aan het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol ten grondslag liggende berekeningsmethode voor geluidsbelasting. Die toelichting komt er volgens [verzoekster] op neer dat de toegepaste berekeningsmethode vanaf het Plan van Aanpak Schiphol en Omgeving van 1991 tot de wijziging van het LVB per 8 oktober 2008 dezelfde is geweest. Uit het document ‘Geluid luchtverkeer’ van november 1993, een bijlage bij het Integraal Milieu-effectrapport Schiphol en Omgeving 1993, waarmee [verzoekster] na de uitspraak van 27 juni 2018 bekend is geworden, blijkt volgens haar echter dat er al in 1993 veranderingen ten aanzien van het gebruikte woningbestand en de routemodellering zijn geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3072
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906480/1/A3

201906978/1/R3

Bij besluit van 31 augustus 2017 heeft het college aan Het Hoekje B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en het afwijken van bestemmingsplanregels voor de herontwikkeling van het pand aan de Tramstraat 3 te Katwijk. Het college heeft aan het Hoekje B.V. een omgevingsvergunning verleend om de herontwikkeling van het pand aan de Tramstraat 3 te Katwijk mogelijk te maken. In dit pand was voorheen discotheek Casa Cara gevestigd. Het bouwplan voorziet in het verbouwen van de begane grond van het pand ten behoeve van een horeca-inrichting, het realiseren van 2 woningen voor eenpersoonshuishoudens op de eerste verdieping en het realiseren van 4 woningen voor senioren op de eerste en tweede verdieping van het pand. [appellante] woont aan het [locatie A] te Katwijk in de nabije omgeving van het pand aan de Tramstraat 3 te Katwijk. Zij vreest met name dat het tekort aan parkeerplaatsen dat er nu al is in de omgeving van haar woning nog groter zal worden als gevolg van het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3108
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906978/1/R3

201907299/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het kindgebonden budget over 2016 voor [appellant] vastgesteld op € 1.983,00 en het teveel aan voorschot ontvangen budget teruggevorderd. [appellant] heeft in 2016 voorschotten kindgebonden budget ontvangen. Sinds eind 2015 woont hij niet meer samen met zijn ex maar alleen met zijn kinderen. Zijn ex is verhuisd naar Oekraïne en heeft zich in maart 2016 uit de Basisregistratie Personen laten schrijven. Op 15 februari 2017 heeft [appellant] een verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank ingediend. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de definitieve berekening van het kindgebonden budget voor [appellant] lager vastgesteld dan de eerder toegekende voorschotten. De dienst is hiertoe overgegaan omdat in het besluit over het voorschot de ex van [appellant] over 2016 niet als toeslagpartner is aangemerkt, terwijl dat volgens de dienst in het vaststellingsbesluit van 21 juli 2018 wel het geval was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3062
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201907299/1/A2

201907465/1/A3

Bij besluit van 23 oktober 2017 heeft de projectleider herindeling Albert Cuypmarkt van de gemeente Amsterdam namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] meegedeeld dat zijn verzoek om vergroting van zijn vaste marktplaats tijdens de herindeling van de Albert Cuypmarkt niet kan worden ingewilligd. [appellant] is vergunninghouder van de vaste marktplaats van 4 m op de Albert Cuypmarkt te Amsterdam met nummer 226 waar hij dameskleding verkoopt. De marktplaats is gelegen voor de winkel van zijn vrouw waar ook dameskleding wordt verkocht. In artikel 3.11, tweede lid, van de Marktverordening wordt bij een herindeling aan de houders van een vaste marktplaats de mogelijkheid geboden om hun marktplaats te vergroten tot een twee- of meervoudige marktplaats. Die mogelijkheid wordt gegeven op marktgedeelten waar het college dit toestaat en voordat wordt overgegaan tot het toewijzen van marktplaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3079
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907465/1/A3

201907596/1/A3

Bij besluit van 2 juni 2015 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West besloten op een verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. TCA en [appellant] zijn voor het door hen ingestelde hoger beroep griffierecht verschuldigd. Een hoger beroep wordt ingevolge artikel 8:41, vierde, vijfde en zesde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3073
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907596/1/A3

201907599/1/A2, 201907626/1/A2, 201907639/1/A2 en 201907743/1/A2

Bij uitspraak van 10 september 2019 heeft de rechtbank de door BJL tegen de besluiten van 21 november 2018, 14 mei 2018, 15 augustus 2018 en 19 juni 2018 ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en de colleges van Weert, Echt-Susteren, Maasgouw en Roermond opgedragen om binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten op de bezwaren van BJL te nemen. In deze vier hoger beroepen ligt de vraag voor of de zogenoemde 5%-afspraak van toepassing is bij de vaststelling door de colleges van de aan BJL in het kader van de Jeugdwet te verlenen subsidie voor het jaar 2016. De 5%-afspraak houdt in dat BJL het verleende subsidiebedrag ontvangt als de kosten die zij kan verantwoorden op jaarbasis blijven binnen een marge van 5% onder tot 5% boven het verleende subsidiebedrag en dat afwijkingen buiten deze marge leiden tot verstrekking van meer dan wel minder subsidie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3093
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201907599/1/A2, 201907626/1/A2, 201907639/1/A2 en 201907743/1/A2

201907600/1/A3

Bij uitspraak van 3 september 2019 heeft de rechtbank een verzoek van TCA om het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van proceskosten te veroordelen, afgewezen. TCA is voor het door haar ingestelde hoger beroep griffierecht verschuldigd. Een hoger beroep wordt ingevolge artikel 8:41, vierde, vijfde en zesde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3074
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907600/1/A3

201907678/1/R1

Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse afvalsorteerstraatjes in diverse buurten in stadsdeel Segbroek in Den Haag. Het college heeft een plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van een zogenoemd ondergrondse afvalsorteerstraatje in diverse buurten in stadsdeel Segbroek in Den Haag. De beroepen van [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] zijn gericht tegen het ondergrondse afvalsorteerstraatje aan de Koningsplein e.o. (buurt 44), aangeduid als locatie SE 11B (hierna: de locatie). Het afvalsorteerstraatje bestaat uit zes ondergrondse containers voor verschillende soorten afval, zoals glas, papier, textiel en het zogenoemde Plastic, Metalen verpakkingen en Drinkpakken-afval. Met het afvalsorteerstraatje wil het college de scheiding van afval stimuleren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3088
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201907678/1/R1

201907726/1/A3

Bij besluit van 26 april 2018 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens de voorgenomen gegevensverwerking Registratieplicht raamprostituees van de gemeente Utrecht onrechtmatig geacht en het verzoek om ontheffing voor het mogen verwerken van bijzondere persoonsgegevens afgewezen. De AP heeft zich op het standpunt gesteld dat artikel 151a van de Gemeentewet geen toereikende grondslag biedt als bedoeld in artikel 23, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wbp, op grond waarvan het verbod van gegevensverwerking kan worden doorbroken. Ook artikel 3:16 van de Apv 2010 biedt geen wettelijke grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens, omdat een Algemene plaatselijke verordening geen bijzondere wet in formele zin is. De gegevensverwerking wordt daarom onrechtmatig geacht. De burgemeester betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat artikel 151a van de Gemeentewet de voorgenomen gegevensverwerking van sekswerkers mogelijk maakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3087
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907726/1/A3

201908473/1/R3

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Staphorst aan Wij Windenergie Staphorst B.V. i.o. een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van Windpark Staphorst, voor 25 jaar voor de locatie kadastraal bekend gemeente Staphorst, sectie A, nummers 587, 588, 615 en 3006. De besloten vennootschap is daarna opgericht, waarbij de naam van de vennootschap is gewijzigd in Windpark Duurzaam Staphorst B.V. Hierna wordt Wij Windpark Staphorst i.o. ook aangeduid als Windpark Duurzaam Staphorst B.V.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3112
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908473/1/R3

201908673/1/R1

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Vechtstromen het verzoek van [appellant] om een projectplan vast te stellen om de waterloop WL00657 in Ambt Delden in de oude staat te herstellen, afgewezen. Bij brief van 16 april 2018 heeft [appellant] het dagelijks bestuur verzocht om de hiervoor genoemde waterloop, die volgens [appellant] in 1974 door de toenmalige erven [appellant] aan het dagelijks bestuur in gebruik is overgedragen, in de oorspronkelijke toestand te herstellen en daarvoor binnen twee weken een plan van aanpak vast te stellen. Het dagelijks bestuur heeft dit verzoek opgevat als een verzoek tot het vaststellen van een projectplan zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet. Dit verzoek is door het dagelijks bestuur afgewezen omdat de waterloop aan het leggerprofiel voldoet en voldoende afwatert, zodat geen aanleiding bestaat om wijzigingen in de waterloop aan te brengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3084
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak201908673/1/R1

201908761/1/A3

Bij besluit van 4 april 2016 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West besloten op een verzoek van TCA om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. TCA is voor het door haar ingestelde hoger beroep griffierecht verschuldigd. Een hoger beroep wordt ingevolge artikel 8:41, vierde, vijfde en zesde lid, gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet-ontvankelijk verklaard indien storting of bijschrijving van het griffierecht niet heeft plaatsgevonden binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling waarin de indiener van een beroepschrift is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3076
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908761/1/A3

201909307/1/R4

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Scherpenzeel het bestemmingsplan "[locatie 1]-[locatie 2]-[locatie 3]" vastgesteld. De Kolfschoterdijk is een weg door het buitengebied die ten noorden van de bebouwde kom van Scherpenzeel ligt. Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie 1]-[locatie 2]-[locatie 3]" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied omvat het huidige agrarisch bouwperceel aan de [locatie 2]-[locatie 3] en de noodwoning op het perceel [locatie 1]. Met dit plan wordt het mogelijk gemaakt om vier nieuwbouwwoningen op de locatie [locatie 1]-[locatie 2]-[locatie 3] te realiseren. De voormalige veehouderij op deze locatie, inclusief drie bestaande woningen, zal worden gesloopt. [appellant C] exploiteert een vleeskalverenbedrijf op het nabijgelegen perceel [locatie 4] en [appellant A] is eigenaar van een loonspuitbedrijf aan de [locatie 5]. Zij vrezen dat de bedrijfsvoering van [appellant C] zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3090
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201909307/1/R4

201909385/1/A2

Bij besluit van 22 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In geschil is of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de door [appellant] gestelde planschade voor zijn rekening blijft op de grond dat hij het risico dat de mogelijkheden van het oude planologische regime zouden kunnen vervallen heeft aanvaard door deze mogelijkheden niet tijdig te benutten. [appellant] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Schagerbrug. Op 13 februari 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden door de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 29 mei 2012 vastgestelde bestemmingsplan Dorpen langs de Groote Sloot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3066
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201909385/1/A2

201909388/1/A2

Bij besluit van 22 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In geschil is of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de door [appellant] gestelde planschade voor zijn rekening blijft op de grond dat hij het risico dat de mogelijkheden van het oude planologische regime zouden kunnen vervallen heeft aanvaard door deze mogelijkheden niet tijdig te benutten. [appellant] is eigenaar van de percelen aan de [locatie] te Schagerbrug. Op 12 mei 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden door de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 29 mei 2012 vastgestelde bestemmingsplan Dorpen langs de Groote Sloot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3068
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201909388/1/A2

202000020/1/R1

Bij besluit van 17 juli 2015 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan P---+ Onroerend Goed B.V. voor het verbouwen van het pand op het perceel Hoogte Kadijk 71 te Amsterdam. Puur Plus is sinds 2012 eigenaar van het pand op het perceel. Dit pand grenst aan een binnentuin met daaromheen bebouwing. Puur Plus Ontwerpers B.V. heeft op 1 april 2015 namens P---+ Onroerend Goed B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd om het pand op het perceel te splitsen in drie woningen. Ook heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd ter legalisering van de reeds aangebrachte galerij aan de achterzijde op de eerste verdieping. Op de bij de aanvraag behorende tekening is ook een dakterras aan de achterzijde op het dak van de eerste bouwlaag ingetekend. het college niet in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3086
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000020/1/R1

202000227/1/A3

Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft de burgemeester van 's-Hertogenbosch de aan [appellant] op 17 september 2009 verleende vergunningen ingetrokken en bepaald dat voor de locatie [locatie] vijf jaar geen exploitatievergunning zal worden verleend. [appellant] exploiteert sinds september 2009 het [café] aan de [locatie] te ‘s-Hertogenbosch. Hij beschikte daarvoor over een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet en een exploitatievergunning. De burgemeester heeft bij besluit van 30 oktober 2018 de DHw-vergunning en de exploitatievergunning van [appellant] ingetrokken en daarbij bepaald dat gedurende een periode van 5 jaar geen nieuwe exploitatievergunning zal worden verleend voor de desbetreffende locatie. Aan dat besluit ligt ten grondslag dat [appellant] volgens de burgemeester niet voldoet aan de voorwaarde dat hij niet in enig opzicht van slecht levensgedrag mag zijn. [appellant] betoogt dat het criterium "niet in enig opzicht van slecht levensgedrag" onverbindend verklaard dient te worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3082
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202000227/1/A3

202000416/1/R1

Bij besluit van 3 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in het stadsdeel Scheveningen in de wijk Geuzenkwartier (buurt 8) te Den Haag. Bij het bestreden besluit heeft het college, door vaststelling van het plaatsingsplan, concrete locaties in het Geuzenkwartier aangewezen waar ORAC's worden geplaatst. Onder meer wordt voorzien in de plaatsing van twee ORAC's ter hoogte van de [locatie 1], nabij de kruising met de Van Boetzelaerlaan in Den Haag (locatie 08-18A; hierna: de locatie). [appellant] is eigenaar van het hoekpand aan de [locatie 1]/[locatie 2] en woont en werkt daar. Het pand bestaat uit een woning op de verdiepingen en een bedrijfspand op de begane grond. [appellant] kan zich niet met de aanwijzing van de locatie verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3065
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000416/1/R1

202000493/1/R4

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat op verzoek van de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. het besluit van 21 maart 2013 tot instemming met het winningsplan "Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen" uit 2011, gewijzigd. Het winningsplan "Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen" uit 2011 voorziet in het winnen van gas uit de gasvoorkomens Nes, Moddergat, Lauwersoog-C, Lauwersoog-Oost, Lauwersoog-West en Vierhuizen-Oost. Bij besluit van 21 maart 2013 heeft de minister ingestemd met dit winningsplan. Dit besluit is onherroepelijk geworden met de uitspraak van de Afdeling van 30 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1766. De wijziging heeft uitsluitend betrekking op de gaswinning uit het voorkomen Vierhuizen-Oost en betreft een verlenging van de duur van die winning tot en met 31 december 2024.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3083
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202000493/1/R4

202000513/1/A3

Bij besluit van 1 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de Rederij een ligplaatsvergunning verleend voor een periode van drie jaar. Het college heeft aan de Rederij een ligplaatsvergunning verleend om met het bedrijfsvaartuig [vaartuig 1] de [vaartuig 2] ligplaats in te nemen aan de Kromme Waal tegenover 10 te Amsterdam. Omdat de ligplaatsvergunning een schaarse vergunning is, dient die volgens het college voor bepaalde tijd te worden verleend. De vergunning is verleend voor een periode van drie jaar. Daarbij is rekening gehouden met enerzijds het belang van de Rederij om gedurende deze jaren te kunnen exploiteren en anderzijds de belangen van derden zodat zij in de toekomst ook kunnen meedingen naar deze schaarse vergunning. Bij besluit op bezwaar van 1 november 2018 heeft het college de verlening van de ligplaatsvergunning voor een periode van drie jaar gehandhaafd. De Rederij betoogt dat de rechtbank ten onrechte is uitgegaan van schaarste.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3081
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000513/1/A3

202000932/3/R2

Ten aanzien van zaak nr. 202000932/1/R2, die op 23 december 2020 ter zitting zou worden behandeld, heeft staatsraad Gundelach, die deel uitmaakt van de meervoudige kamer die belast is met de behandeling van deze zaak, op 22 december 2020 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen. Staatsraad Gundelach heeft te kennen gegeven dat het advocatenkantoor waar zij tot 1 mei 2020 werkzaam is geweest, in 2017 betrokkenheid heeft gehad bij een van de partijen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3116
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Verschoning
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000932/3/R2

202000958/1/R1

Bij besluit van 3 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het plaatsingsplan vastgesteld voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in het stadsdeel Scheveningen in de wijk Geuzenkwartier (buurt 8) te Den Haag. Bij het bestreden besluit heeft het college, door vaststelling van het plaatsingsplan, concrete locaties in het Geuzenkwartier aangewezen waar ORAC's worden geplaatst. Onder meer wordt voorzien in de plaatsing van drie ORAC's ter hoogte van de [locatie 1], nabij de kruising met de Sonoystraat te Den Haag (locatie 08-03A). Bezwaarmakers wonen allen in de directe nabijheid van de locatie en kunnen zich niet met de aanwijzing van de locatie verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3069
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000958/1/R1

202001067/1/A2

Bij brief van 12 februari 2019 heeft [appellant] de rechtbank verzocht om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid te veroordelen tot vergoeding van schade die hij heeft geleden wegens een onrechtmatig besluit. Op 4 juli 2018 heeft [appellant] ten behoeve van zijn echtgenote en zijn minderjarige zoons [zoon 1] en [zoon 2] aanvragen om verlening van een terugkeervisum, als bedoeld in artikel 2w, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvragen op dezelfde dag ingewilligd. Op het terugkeervisum van [zoon 2] is per abuis een verkeerde einddatum vermeld, te weten 31 augustus 2017 in plaats van 31 augustus 2018, waardoor hij op 19 augustus 2018 is geweigerd voor de terugvlucht vanuit Turkije naar Nederland. [appellant] is met [zoon 2] in Turkije achtergebleven en heeft een inreisvisum aangevraagd. Op 23 augustus 2018 is hij met [zoon 2] naar Nederland teruggereisd. In geschil is de hoogte van de door de staatssecretaris te betalen vergoeding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3063
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001067/1/A2

202001076/1/R4

Bij besluit van 9 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan Stichting Mitros een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een gedeelte van een voormalig zorgcentrum naar 24 woningen op het perceel Eykmanlaan 72 in Utrecht. Met dit project worden woningen gerealiseerd voor jongeren: 70% voor reguliere huurders, 20% voor statushouders en 10% voor jongeren die uitstromen uit de maatschappelijke opvang. Het doel van "De Nieuwe Eyk" is dat de reguliere huurders de andere huurders begeleiden en opvangen. [appellant A] en [appellant B] zijn omwonenden van het gebouw. Zij stellen dat het project leidt tot een aantasting van hun privacy. Ook zorgt het project volgens hen voor overlast, onder meer omdat de jongeren een ander leefritme hebben en de nachtrust verstoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3096
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001076/1/R4

202001147/1/R4

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] onder dreiging van een dwangsom gelast verschillende gebreken in het pand op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] in Utrecht voor 15 september 2018 te (doen) herstellen en hersteld te (doen) houden. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Utrecht. Op 31 mei 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente een controle uitgevoerd naar aanleiding van klachten over achterstallig onderhoud. Uit die controle is gebleken dat bij het dak op het perceel [locatie 1] zink en lood is opgewaaid of deels weg is. Op het perceel [locatie 1]BS is de bitumineuze dakbedekking stuk. Volgens het college levert dit een overtreding op van artikel 3.25, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012. Om die reden heeft het college [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de overtreding te (doen) beëindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3094
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001147/1/R4

202001217/1/A3

Bij besluiten van 29 mei 2018 heeft de burgemeester van Rotterdam aan de vennootschap een exploitatievergunning, een Drank- en Horecawetvergunning en een aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten verleend. Onder de naam Sportcafé Royal Alina exploiteert de vennootschap een horecagelegenheid waarbij de mogelijkheid tot het roken van een waterpijp wordt aangeboden op het perceel de Nieuwe Binnenweg 154a (beletage) in Rotterdam. Dit perceel ligt in de wijk Het Oude Westen. Vanaf 2015 exploiteerde [gemachtigde A] in het souterrain van de Nieuwe Binnenweg 154a een horecagelegenheid met de naam Royal Alina. In verband met noodzakelijk groot onderhoud aan de fundering, is besloten deze horecagelegenheid te verhuizen van het souterrain naar de beletage. Op die manier zou de horecagelegenheid maar een korte periode hoeven te sluiten. Deze zaak gaat over de vergunningen voor de Nieuwe Binnenweg 154a (beletage).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3077
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202001217/1/A3

202001738/1/A3

Bij besluit van 7 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het verzoek van [bedrijf B] om een terrasvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag, ingewilligd. [bedrijf B] is een horecabedrijf aan het Anna Paulownaplein 9 in Den Haag. Hij heeft het college verzocht jaarlijks een zomerterras, dat wil zeggen: een terras in de periode van 1 maart tot 1 november, te mogen plaatsen. Het college heeft het verzoek ingewilligd. Uit de terrasvergunning blijkt dat het zomerterras een totale oppervlakte van 89,7 m2 heeft, verdeeld over vier delen, te weten: terras A van 15,2 m2, gelegen aan de gevel van Anna Paulownaplein 9, terras B van 25,6 m2, gelegen aan de overzijde van het pand langs de trottoirband, en terrassen C en D van 23,2 m2 onderscheidenlijk 25,7 m2, gelegen aan de overzijde van het pand op het plein. [appellant] is eigenaar van het naastgelegen pand [locatie].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3097
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001738/1/A3

202001853/1/R4

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Brummen aan Green Solar Future Brummen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zonnepark op percelen aan de Oude Zutphenseweg in Hall. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de realisatie van een zonnepark met een oppervlakte van 36 hectare, waarvan 27 hectare aan zonnepanelen, op voornamelijk landbouwgrond aan weerszijden van de Oude Zutphenseweg in Hall. De maximale instandhoudingstermijn is 30 jaar. De hoogte van de zonnepanelen bedraagt maximaal 1,5 meter en rondom het terrein wordt beplanting aangelegd en een hekwerk geplaatst. Op de locatie waar het zonnepark is voorzien, geldt het bestemmingsplan "Buitengebied 2008". De locatie heeft daarin de bestemming "Agrarisch". Het project is in strijd met het bestemmingsplan. [appellant] en anderen wonen in de nabijheid van de locatie waarop het zonnepark is voorzien. Zij hebben bezwaren tegen het zonnepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3080
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001853/1/R4

202002140/1/R1

Bij besluit van 4 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] lasten onder dwangsom opgelegd om reguliere onderhoudsgebreken en gebreken aan de elektra- en gasinstallatie aan de woning aan de [locatie A] te Amsterdam te herstellen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie A] in Amsterdam. Hij verhuurt die woning. Toezichthouders van de gemeente hebben aan deze woning reguliere onderhoudsgebreken geconstateerd tijdens een controlebezoek op 14 mei 2019. Daarnaast zijn er door door het college ingeschakelde installateur van het [installatiebedrijf] op 28 mei 2019 ook gebreken geconstateerd aan de elektra en gasinstallatie. Dit betekent volgens het college dat de woning niet voldoet aan de artikelen 1a en 1b van de Woningwet

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3103
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002140/1/R1

202002299/1/A3

Bij besluit van 17 november 2017 heeft de burgemeester van Noardeast-Fryslân regels gesteld, geldend op 18 november 2017, in verband met de Landelijke Intocht Sinterklaas in Dokkum. Op 18 november 2017 vond de LIS plaats in Dokkum. Stichting NLWB heeft op 10 november 2017 bij de burgemeester een melding gedaan van een geplande demonstratie bij de LIS. In het kader van de voorbereiding van de LIS heeft de politie Situatierapporten opgesteld. Er was in de week voorafgaand aan de LIS informatie beschikbaar gekomen dat personen naar Dokkum wilden komen om de aangekondigde demonstratie te verstoren. De burgemeester heeft daarom het besluit ‘Noodbevel Landelijke Intocht Sinterklaas Dokkum 18 november 2017’ genomen. De bezwaren van stichting NLWB en anderen tegen dit besluit heeft de burgemeester niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen belanghebbenden zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3104
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002299/1/A3

202002358/1/R1

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Elzenhagen Zuid" vastgesteld. Het plangebied is een deelgebied van het Centrum Amsterdam Noord. Het plan voorziet in de ontwikkeling van een stedelijke woonwijk met ongeveer 1800 woningen, horeca, kleinschalige bedrijvigheid, scholen, sportvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen. De raad heeft in het verweerschrift betoogd dat het beroep, voor zover ingesteld door [appellant A], [appellant C], [appellant D], [appellant E], [appellant F], [appellant G], [appellant H] en [appellant J], niet-ontvankelijk is, omdat deze personen geen dan wel geen ontvankelijke zienswijze hebben ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3105
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202002358/1/R1

202002359/1/R1

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ten behoeve van het bestemmingsplan "Elzenhagen Zuid" hogere waarden als bedoeld in artikel 10a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Het bestemmingsplan "Elzenhagen Zuid" voorziet onder meer in de ontwikkeling van een stedelijke woonwijk met ongeveer 1800 woningen, horeca, kleinschalige bedrijvigheid, scholen, sportvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen. Het besluit hogere waarden is vastgesteld in verband met de geluidbelasting vanwege de Elzenhagensingel (na maatregelen), IJdoornlaan, Nieuwe Leeuwarderweg en Metrolijn 52.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3106
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202002359/1/R1

202002425/1/A3

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deventer het verzoek van [appellant] afgewezen om zijn geregistreerde nationaliteit te wijzigen van 'onbekend' in 'staatloos'. [appellant] is op [geboortedatum] 1970 geboren in Azerbeidzjan, dat tot december 1991 deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. In 1988 is hij vertrokken uit Azerbeidzjan wegens de oorlog aldaar. Hij verbleef sindsdien in de Russische Federatie. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft [appellant] niet de Azerbeidzjaanse nationaliteit verkregen. [appellant] is sinds 2002 in Nederland. Als nationaliteit bij binnenkomst is ‘onbekend’ geregistreerd in de Basisregistratie personen omdat in 2002 niet kon worden vastgesteld of hij de Azerbeidzjaanse, Armeense of Russische nationaliteit heeft. [appellant] wil dat de registratie van zijn nationaliteit wordt gewijzigd naar ‘staatloos’ omdat inmiddels is komen vast te staan dat hij niet kan terugkeren naar Azerbeidzjan,

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3098
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002425/1/A3

202003034/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan gedurende een periode van vijf jaar, ten behoeve van de stalling van caravans in een deel van de kassen op het perceel [locatie] te Huissen. [appellant] is eigenaar van het perceel en exploiteert daar een glastuinbouwbedrijf. Een deel van de kassen op zijn perceel gebruikt hij voor het stallen van caravans. [appellant] is in samenwerking met de gemeente en andere partijen bezig met een transitie naar een meer rendabele bedrijfsvoering, met als doel om de kassen weer volledig te gaan gebruiken voor glastuinbouw. Tot die tijd heeft [appellant] naar eigen zeggen de inkomsten van de caravanstalling nodig om zijn bedrijf te kunnen voortzetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3099
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202003034/1/R4

202003037/1/R4 en 202003355/1/R4

Bij afzonderlijke besluiten van 21 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard [appellant A] en [appellant B] ieder onder oplegging van een dwangsom van € 30.000,- gelast om op hun percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Huissen het gebruik van de glastuinbouwkassen als opslag voor caravans voor 6 mei 2018 te beëindigen en beëindigd te houden. Bij afzonderlijke besluiten van 24 juli 2018 heeft het college geweigerd aan [appellant A] en [appellant B] een omgevingsvergunning te verlenen voor het tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de stalling van caravans in de kassen op hun percelen. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaren van respectievelijk de percelen [locatie 2] en [locatie 1] te Huissen en exploiteren daar ieder een eigen glastuinbouwbedrijf. Een deel van de kassen op hun percelen gebruiken zij voor het stallen van caravans.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3100
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003037/1/R4 en 202003355/1/R4

202003316/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gouda [appellant] meegedeeld dat op 18 juni 2019 bestuursdwang is toegepast en zijn fiets is verwijderd. Het college heeft op 19 juni 2019 [appellant] meegedeeld dat op 18 juni 2019 bestuursdwang is toegepast en zijn fiets is verwijderd. Het college heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd en hieraan het volgende ten grondslag gelegd. Op 18 juni 2019 heeft een toezichthouder om 13:52 uur een fiets aangetroffen op het Burgemeester Jamesplein te Gouda. Deze fiets stond geparkeerd in de zone, waarin het niet is toegestaan fietsen te plaatsen. Bovendien was de fiets vlak naast een blindengeleidenstrook geplaatst, waardoor deze gevaar kon opleveren voor gebruikers van de strook. Hierop is bestuursdwang toegepast door de fiets direct te verwijderen. De fiets is vervolgens naar een depot gebracht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3095
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003316/1/A3

202003452/1/R1

Bij besluit van 28 april 2020 heeft de raad van de gemeente Lelystad van de gemeente Lelystad het bestemmingsplan "Theaterkwartier" vastgesteld. Het bestemmingsplan geeft uitvoering aan de in 2013 opgestelde versie 3.0 van het Masterplan voor een kwaliteitsimpuls voor het centrum van Lelystad (Stadshart). Het Masterplan is een strategische visie waarin de uitgangspunten voor de ontwikkeling van het Stadshart worden geschetst voor de korte en de lange termijn. Om het centrum meer levendigheid te geven is gekozen voor het toevoegen van (onder meer) een woningbouwprogramma, horeca en detailhandel en een bioscoop. Mede met het oog op de haalbaarheid van de ontwikkeling is gekozen voor een gefaseerde aanpak. Het plangebied dat in deze procedure aan de orde is, vormt het noordelijk deel van het centrumgebied en maakt deel uit van fase 2 van het Masterplan. Het Masterplan is verder uitgewerkt in de "Ruimtelijke Envelop Theaterkwartier", die door de raad in maart 2018 is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3064
Datum uitspraak
23 december 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202003452/1/R1

202000834/1/V3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3053
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000834/1/V3

202004430/1/V2

Bij besluiten van 28 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3054
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004430/1/V2

202005944/2/R1

Bij besluit van 3 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Omelette du Fromage onder aanzegging van bestuursdwang gelast om het voeren van een mengformule in de bakkerswinkel aan de Raadhuisstraat 29 te Amsterdam te staken en gestaakt te houden. In het besluit op bezwaar van 20 augustus 2020 heeft het college deze last in stand gelaten. Het hoger beroep van Omelette du Fromage richt zich tegen de uitspraak van 29 september 2020 van de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep van Omelette du Fromage op het vertrouwensbeginsel verworpen. Omelette du Fromage heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek strekt tot schorsing van de in bezwaar gehandhaafde last onder bestuursdwang totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak, zodat zij het horecadeel in de bakkerswinkel weer kan openen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3123
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005944/2/R1

202006295/2/V3

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3051
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006295/2/V3

202006649/2/V2

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3052
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006649/2/V2

202006768/2/V1

Bij besluit van 16 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3057
Datum uitspraak
22 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006768/2/V1

201906351/1/V1

Bij besluit van 14 mei 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3042
Datum uitspraak
21 december 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906351/1/V1

201907305/1/V3

Bij besluiten van 29 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3044
Datum uitspraak
21 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907305/1/V3

201908622/1/V3

Bij besluiten van 22 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen opnieuw niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3043
Datum uitspraak
21 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908622/1/V3

202003836/1/V2

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3037
Datum uitspraak
21 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003836/1/V2

202005346/1/V3

Bij besluit van 15 september 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3028
Datum uitspraak
21 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202005346/1/V3
vorige pagina1...220221222...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon