Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202001756/1/V6

Bij uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3847, heeft de Afdeling het door [appellante] ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 18 juli 2018 in zaak nr. 17/3816 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd voor zover daarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van de staatssecretaris van 22 september 2017 in stand zijn gelaten, en de uitspraak voor het overige bevestigd. De minister heeft het verzoek van [appellante] om kwijtschelding van de bij de Dienst Uitvoering Onderwijs afgesloten lening van € 8.875,28 afgewezen, omdat zij geen rechtmatig verblijf heeft op basis van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd en zij niet verblijft bij een houder van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde of onbepaalde tijd, als bedoeld in artikel 4.1a, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 4.13, derde lid, van het Besluit inburgering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2880
Datum uitspraak
2 december 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202001756/1/V6

202002318/1/V6

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. [appellante], met de Afghaanse nationaliteit, verblijft bij haar minderjarige kinderen met de Nederlandse nationaliteit. [appellante] heeft sinds 16 augustus 2012 een verblijfsdocument met de aantekening 'Familielid van een burger van de Unie', ontleend aan artikel 20 van het VWEU. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat [appellante] geen duurzaam verblijfsrecht heeft in de zin van de Verblijfsrichtlijn en er daarom bedenkingen bestaan tegen haar verblijf in Nederland voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN). [appellante] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de staatssecretaris zijn verweerschrift korter dan tien dagen voor de zitting heeft ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2876
Datum uitspraak
2 december 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202002318/1/V6

202002533/1/R2

Bij afzonderlijke besluiten van 19 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Simpelveld aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het verblijfsobject aan de [locatie 1] te Bocholtz te beëindigen en beëindigd te houden en de in strijd met de omgevingsvergunning gerealiseerde bouwwerken en/of bouwonderdelen bij/van dit object te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant A] is eigenaar en bewoner van het perceel aan de [locatie 2] te Bocholtz. Bij besluit van 9 april 2014 heeft het college een door [appellant B] gevraagde omgevingsvergunning voor splitsing van de woning op het perceel in twee zelfstandige wooneenheden geweigerd. Dit besluit is in rechte onaantastbaar geworden. Aan de geschakelde berging is bij besluit van 21 januari 2019 door het college het huisnummer [locatie 1] toegekend. Dit object wordt bewoond door [appellant B] en zijn echtgenote, de ouders van [appellant A].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2871
Datum uitspraak
2 december 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002533/1/R2

202004427/3/R1

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Reimerswaal het bestemmingsplan ‘’Klooster van Rilland’’ vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3153
Datum uitspraak
2 december 2020
  • Vereenvoudigde behandeling
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202004427/3/R1

202004346/1/V1

Bij besluit van 19 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2828
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004346/1/V1

202004741/1/V3

Bij besluit van 8 augustus 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2829
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202004741/1/V3

202005218/1/V1

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en bepaald dat hij aan de vreemdeling een dwangsom heeft verbeurd van € 1.400,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2831
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005218/1/V1

202005251/1/V1

Bij besluit van 3 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, ingewilligd en bepaald dat hij aan de vreemdeling geen dwangsom heeft verbeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2830
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005251/1/V1

202005970/1/V3 en 202005970/2/V3

Bij besluiten van 13 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2832
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005970/1/V3 en 202005970/2/V3

202006365/2/V2

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2838
Datum uitspraak
1 december 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006365/2/V2

201909051/2/A3

Bij uitspraak van 25 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3254, heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoekster] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 24 januari 2019 in zaak nr. 18/2511 ongegrond verklaard. [verzoekster] stelt zich in haar verzoek om herziening op het standpunt dat degenen die het besluit van 18 mei 2018 hebben ondertekend, op grond van de destijds geldende regelgeving niet bevoegd waren dit namens de raad te doen, en dat zij hierop is gestuit door het voorstel voor het raadsbesluit van 26 september 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3152
Datum uitspraak
30 november 2020
  • Herziening
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909051/2/A3

202001753/1/V3

Bij besluit van 9 november 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2823
Datum uitspraak
27 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202001753/1/V3

202002734/1/V6

Bij besluit van 19 augustus 2013 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek om [appellant] het Nederlanderschap te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2825
Datum uitspraak
26 november 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202002734/1/V6

202004723/1/V3

Bij besluit van 10 augustus 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2795
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202004723/1/V3

202004723/2/V3

Bij besluit van 10 augustus 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2794
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202004723/2/V3

202005065/2/R3, 202005082/2/R3 en 202005095/2/R3

Bij besluit van 28 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk aan Boskalis een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk verleggen van de huidige N206 (westzijde) voor de RijnlandRoute, bestaande uit: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan en het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan is bepaald. Het provinciaal inpassingsplan ziet op het tracé van de nieuwe N206. Om deze te kunnen verwezenlijken is het volgens het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk om de huidige N206 Ir. G. Tjalmaweg te Valkenburg tijdelijk te verleggen, parallel aan de N206 gedurende de aanlegperiode van de nieuwe N206. Daartoe heeft het college van burgemeester en wethouders omgevingsvergunningen verleend. Bezwaarmakers vrezen voor aantasting van het woon- en leefklimaat, aantasting van beschermde diersoorten, aantasting van de externe veiligheid en stikstofdepositie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2790
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202005065/2/R3, 202005082/2/R3 en 202005095/2/R3

202005804/2/V2

Bij besluit van 24 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2793
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005804/2/V2

201704925/2/V2, 201704935/2/V2, 201704940/2/V2 en 201704941/2/V2

Bij verwijzingsuitspraak van 9 mei 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1503, heeft de Afdeling het Hof van Justitie verzocht bij wege van prejudiciële beslissing uitspraak te doen op de gestelde vraag over de uitleg van de Schengengrenscode (PB 2016, L 77). De Afdeling heeft daarbij de behandeling van de hoger beroepen geschorst tot het Hof uitspraak heeft gedaan en iedere verdere beslissing aangehouden. Op verschillende data in januari, februari en maart 2016 meldden de vreemdelingen zich alleen of in kleinere of grotere groepen bij een grensdoorlaatpost in de haven van Rotterdam. Zij maakten steeds kenbaar als zeelieden te zullen aanmonsteren op een in de haven gelegen zeeschip. Zij vroegen de Zeehavenpolitie Rotterdam, de instantie die in de Rotterdamse haven is belast met het grenstoezicht, om uitreisstempels in hun paspoorten aan te brengen. De ZHP weigerde dit in alle gevallen, omdat niet duidelijk werd gemaakt wanneer het betrokken zeeschip de haven van Rotterdam zou verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2818
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201704925/2/V2, 201704935/2/V2, 201704940/2/V2 en 201704941/2/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201704925/2/V2, 201704935/2/V2, 201704940/2/V2 en 201704941/2/V2

201804258/1/R2 en 201903742/1/R2

Bij besluit van 6 maart 2018 heeft de raad van de gemeente Eersel het bestemmingsplan "Buitengebied 2017" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een planologisch juridische regeling voor het buitengebied van de gemeente Eersel. In dat bestemmingsplan is het bestemmingsplan "Buitengebied" geheel herzien en zijn de regels van de provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant verwerkt. Daarnaast zijn er ongeveer 40 onherroepelijke omgevingsvergunningen, wijzigingsplannen en bestemmingsplannen voor particuliere initiatieven verwerkt. Het bestemmingsplan "Buitengebied 2017" is op 3 juli 2018 deels gewijzigd en opnieuw integraal vastgesteld onder dezelfde naam. In het op 29 januari 2019 vastgestelde plan "Buitengebied 2017, eerste herziening" is nog een extra aantal particuliere initiatieven verwerkt en zijn geconstateerde incorrectheden uit het plan "Buitengebied 2017" hersteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2820
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201804258/1/R2 en 201903742/1/R2

201809188/1/R2

Bij besluit van 28 september 2018 hebben Provinciale staten van Noord-Brabant het inpassingsplan "N629 Oosterhout - Dongen" vastgesteld. Het inpassingsplan voorziet in de ontwikkeling van een nieuwe provinciale weg N629 die de gemeenten Oosterhout en Dongen met elkaar verbindt. De nieuwe N629 zal ook worden aangesloten op de rijksweg A27, maar dat is geen onderdeel van dit inpassingsplan en zal in een andere fase worden gerealiseerd. De nieuwe weg heeft tot doel de verkeersproblemen op de bestaande N629, de Westerlaan en Duiventorenbaan op te lossen en de bereikbaarheid van het bedrijventerrein "Everdenberg-Oost" te verbeteren. [appellant sub 1], [appellant sub 6] en [appellant sub 7] en anderen wonen in de omgeving van de aan te leggen weg en exploiteren daar ook agrarische bedrijven. Zij vrezen dat het inpassingsplan leidt tot een onaanvaardbare aantasting van hun bedrijfsbelangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2810
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809188/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809188/1/R2

201809490/1/R3

Bij besluit van 27 september 2018 heeft de raad van de gemeente Teylingen het bestemmingsplan "Recreatiepark Watertuin" vastgesteld. Het plangebied ligt tussen de kernen Leiderdorp en Oude Ade. Aan de oostzijde wordt het plangebied begrensd door de Leidseweg. Het plangebied bevat de gronden van het recreatiepark Watertuin en heeft een totale oppervlakte van ongeveer 6 ha. Volgens paragraaf 1.1 van de plantoelichting dateert het recreatiepark Watertuin van begin jaren '70 uit de vorige eeuw en bestaat het uit 68 recreatiewoningen, een jachthaven en een dienstwoning. Het bestemmingsplan "Recreatiepark Watertuin" voorziet in een actualisering van het juridisch-planologisch kader voor recreatiepark Watertuin. [appellanten] betogen dat ten onrechte niet een woonbestemming aan hun recreatiewoningen is toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2814
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201809490/1/R3

201900285/1/A2 en 201900287/1/A2

Bij besluit van 18 juli 2017 heeft SWV een aanvraag van de Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio om een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs voor de zoon van [appellante], [zoon], ingewilligd en die verklaring afgegeven voor de periode 18 juli 2017 tot en met 31 juli 2019. Deze zaken gaan over de vraag of regulier basisonderwijs dan wel speciaal basisonderwijs passend is voor [zoon]. [zoon] heeft een gemiddelde intelligentie, maar loopt met rekenen, lezen en spelling erg achter op de rest van zijn klas. Volgens [appellante] kon de reguliere basisschool OBS de Campherbeek in de onderwijsbehoefte van [zoon] blijven voorzien, zij het met de juiste begeleiding. Volgens SZW en OOZ heeft OBS de Campherbeek alles gedaan wat redelijkerwijs van de school kon worden gevergd, maar bleven zijn leerprestaties te ver achter. Het is volgens hen in het belang van [zoon] dat hij naar een school voor speciaal basisonderwijs gaat, waar hij onderwijs op maat kan krijgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2822
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201900285/1/A2 en 201900287/1/A2

201902193/1/R4

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen [appellant], onder aanzegging van bestuursdwang, gelast om de rookontwikkeling veroorzaakt door de brand binnen de inrichting aan de [locatie] te Stadskanaal, te voorkomen, beperken en ongedaan te maken. Binnen de inrichting is op 27 november 2017 brand uitgebroken. Nadat de brandweer de brand onder controle had, heeft het college aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd. [appellant] bestrijdt dat de brandweer de brand onder controle had en is het niet eens met de opgelegde last onder bestuursdwang en de begunstigingstermijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2808
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902193/1/R4

201902194/1/R4

Bij besluit van 12 januari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen [appellant], onder aanzegging van bestuursdwang, gelast om een partij grof bedrijfsafval afkomstig van een bult die in brand heeft gestaan, binnen twee weken af te voeren uit de inrichting van [appellant] aan de [locatie] te Stadskanaal naar een erkend verwerker. Ook heeft het college [appellant] gelast om geen afvalstoffen meer binnen de inrichting te accepteren zolang onvoldoende is geborgd dat nieuw geaccepteerd afval het aanwezige afvalwater niet verontreinigt en dat nieuw geaccepteerd afval opgeslagen wordt op een vloer die voldoet aan de eisen. Op 27 november 2017 heeft binnen de inrichting van [appellant] een brand gewoed. Daarbij stond een partij binnen de inrichting opgeslagen afval, bestaande uit grof afval en bedrijfsafval, in brand. [appellant] stelt dat niet vaststaat dat sprake is van een causaal verband tussen het ongewoon voorval, te weten de brand, en de nadelige gevolgen voor het milieu.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2802
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902194/1/R4

201903009/1/R4

Bij besluit van 28 maart 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel aan [appellante B] een omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend voor het wijzigen van een varkenshouderij naar een geitenhouderij aan de [locatie 1] te Rossum. [appellante B] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van de varkenshouderij naar een geitenhouderij met 1900 geiten. Het bedrijf van [appellante B] ligt in een buitengebied. In de omgeving van het bedrijf zijn binnen een straal van ongeveer 2 km 13 andere veehouderijen gevestigd. De dichtstbijzijnde veehouderij is gelegen op een afstand van 140 m. In de directe omgeving zijn ook 12 woningen gelegen. [partij] woont op het naastgelegen perceel [locatie 2] te Rossum. [partij] ervaart veel geuroverlast van de verschillende bedrijven in de omgeving en is bang dat die overlast toeneemt door de komst van een geitenhouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2819
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak201903009/1/R4

201906234/1/R3

Bij besluit van 15 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden geweigerd [appellant sub 2] een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de recreatiewoning op het perceel [locatie] te Grou in afwijking van het bestemmingsplan. [appellant sub 2] heeft een recreatiewoning op het perceel [locatie] te Grou. De recreatiewoning heeft een oppervlakte van 99 m². [appellant sub 2] heeft een aanvraag ingediend om de recreatiewoning met 33 m² uit te breiden. Hiervan valt 21 m² binnen de bouwmogelijkheden van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Grou". Voor de overige 12 m² doet [appellant sub 2] een beroep op de binnenplanse afwijkingsregels. Het college heeft geweigerd om een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de recreatiewoning in afwijking van het bestemmingsplan. Volgens het college is de verzochte uitbreiding in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2811
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906234/1/R3

201906271/1/A3

Bij besluit van 13 maart 2018 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [moeder], de moeder van [zoon], om een geslachtsnaamswijziging ingewilligd. [moeder] heeft de minister op grond van het Besluit geslachtsnaamswijziging gevraagd om de geslachtsnaam van [zoon] te wijzigen van ‘[naam appellant]’ in ‘[naam moeder]’. Haar ex-partner [appellant], vader van [zoon], is onherroepelijk veroordeeld wegens een tegen haar begaan misdrijf. De minister heeft de aanvraag van [moeder] op grond van artikel 6 (oud) van het Besluit toegewezen. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de gedragslijn, opgenomen in de bij artikel 6 van het Besluit behorende Bijsluiter psychische hinder niet kennelijk onredelijk of in strijd met de wet is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2815
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906271/1/A3

201906771/1/R1

Bij besluit van 29 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland naar aanleiding van een melding van de provincie Zuid-Holland vastgesteld dat de locatie Loswal 88 te Maassluis een geval van ernstige verontreiniging betreft, maar dat spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wet bodembescherming niet noodzakelijk is. De locatie is in 1928 tot 1930 opgespoten met baggerspecie. Binnen de grenzen van de loswal zijn in de periode van 1962 tot 1975 de woonwijken Vogelbuurt en de Burgemeesterswijk gebouwd. Uit bodemonderzoeken die sinds de jaren ‘90 zijn uitgevoerd, blijkt dat door verschillende ophogingen voor en tijdens de bouw een grillig verontreinigingspatroon is ontstaan op de locatie. In de toplaag is sprake van ernstige bodemverontreiniging door voornamelijk arseen en zink. [appellant] woont in de Vogelbuurt en kan zich niet met dit besluit verenigen. Hij is van mening dat sanering van de verontreiniging urgent is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2812
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201906771/1/R1

201907326/1/R4

Bij besluit van 5 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. [appellant] exploiteert op het perceel [locatie 1] te Nijkerk een bedrijf dat houten tuinmeubelen en haardhout vervaardigt en verkoopt. Op het perceel bevindt zich ook een agrarisch bedrijf. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Nijkerk 2017" rust op het perceel de bestemming "Agrarisch met waarden - landschappelijke waarden" en de functieaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit". Op gronden met deze bestemming zijn een houtzagerij en een houthandel niet toegestaan. Het college heeft [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00, gelast om alle activiteiten ten behoeve van de houtzagerij te beëindigen en beëindigd te houden of terug te brengen naar een omvang van maximaal 350 m2 voor houtopslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2798
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907326/1/R4

201907467/1/A3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft de burgemeester van Breda onder aanzegging van bestuursdwang [partij] gelast het pand op het adres [locatie] te Breda te sluiten voor de duur van twaalf maanden. Op het adres [locatie] te Breda werd sinds 20 augustus 1997 [appellante] (hierna: het café) geëxploiteerd op de begane grond van het pand. [partij] was eigenaar van het pand. [beherend vennoot] is beherend vennoot van [appellante] en woonde boven het café. Op 13 april 2018 heeft de politie gecontroleerd wie er boven het café woonde. Op 20 april en 22 juni 2018 heeft de politie het pand geobserveerd. De politie heeft daarbij in en rond het café en in en rond nabij het café geparkeerde auto’s gedragingen waargenomen waaraan de politie een redelijk vermoeden ontleende dat in drugs werd gehandeld. [appellante] betoogt dat de burgemeester niet bevoegd was om op grond van de Opiumwet sluiting van het café te gelasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2799
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907467/1/A3

201908307/1/A3

Bij besluit van 8 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellant] om een vuurwerkverkoopvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag afgewezen. [appellant] verkoopt sinds 2000 rond de jaarwisseling consumentenvuurwerk vanuit een loods op het adres [locatie] te Den Haag. De laatst aan hem verleende vuurwerkverkoopvergunning dateert van 21 december 2012 en deze was vijf jaar geldig. Bij een controle op 31 augustus 2017 is het college gebleken dat [appellant] zes overtredingen van het Vuurwerkbesluit heeft begaan. Deze overtredingen zijn direct na constatering beëindigd. Om herhaling van de overtredingen te voorkomen heeft het college bij besluit van 7 november 2017 een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2783
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908307/1/A3

201908310/1/A3

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een aanvraag van [appellant] om een vuurwerkverkoopvergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Den Haag afgewezen. [appellant] verkoopt sinds 2000 rond de jaarwisseling vuurwerk vanuit een loods op het adres [locatie] te Den Haag. Bij besluit van 8 december 2017 heeft het college een aanvraag van [appellant] om een vuurwerkverkoopvergunning afgewezen. Bij besluit van 26 juli 2018 heeft het college het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Volgens [appellant] was duidelijk dat hij in bezwaar gehoord wilde worden. Nu hij niet is gehoord, heeft hij geen nadere toelichting ten overstaan van de bezwarencommissie kunnen geven, waardoor hij in zijn belangen is geschaad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2803
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908310/1/A3

201908436/1/A2

Bij besluit van 5 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wormerland een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds 16 januari 1976 eigenaar van het perceel kadastraal bekend Jisp H […] en sinds 18 oktober 1991 van het perceel kadastraal bekend Jisp H […], samen plaatselijk bekend [locatie] te Wijdewormer (hierna: perceel [locatie]). Op perceel [locatie] bevinden zich de woning en tuin van [appellant]. [appellant] is sinds 10 oktober 2000 eigenaar van het naast perceel H […] gelegen perceel kadastraal bekend Jisp H […]. Dat perceel is in gebruik als weiland. [appellant] heeft gevraagd om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 31 januari 2011 in werking getreden wijzigingsplan "nieuw agrarisch bouwperceel Jisperdijkje/Jisp".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2817
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908436/1/A2

201908821/1/R1

Bij besluit van 7 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Den Helder het bestemmingsplan "Verplaatsing Lidl Julianadorp" vastgesteld. De Lidl exploiteert een supermarkt op het perceel Loopuytpark 11 te Julianadorp, gemeente Den Helder. Het voorliggende bestemmingplan voorziet in de verplaatsing van deze supermarkt naar het perceel Schoolweg 20. De omgevingsvergunning is verleend aan de Lidl en ziet, voor zover van belang, op het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de supermarkt op dit perceel. De Aldi heeft een vestiging op het perceel Schoolweg 63, dat is gelegen op een afstand van circa 100 m vanaf het plangebied. Zij kan zich niet met het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning verenigen, omdat het maximaal toegestane winkelvloeroppervlak onvoldoende is geborgd in de planregels en de behoefte aan de planologisch toegestane uitbreiding van de supermarkt ten onrechte niet is onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2813
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908821/1/R1

202000016/1/R1

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Noord-Beveland het "Bestemmingsplan Windpark Jacobahaven" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van drie windturbines met een tiphoogte van 150 m in de Jacobahaven op Noord-Beveland. In het plangebied staan momenteel drie windturbines met een tiphoogte van 123 m. De bestaande windturbines zullen worden afgebroken. De vervanging van twee windturbines vindt op dezelfde locaties plaats waar nu ook windturbines staan. De locatie voor de derde windturbine verschuift ongeveer 25 m. De ontwikkeling in de Jacobahaven is gericht op het optimaliseren van de windturbineparken bij de Oosterscheldekering. Deze locatie is in 2006 door de provincie Zeeland aangewezen als concentratielocatie voor windenergie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2821
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202000016/1/R1

202000141/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het verhogen van de tuinmuur en het vergroten van het terras aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie 1] in Amsterdam. Bij besluit van 9 januari 2018 heeft het college de door [partij sub 1A], [partij sub 1B], [partij sub 2A], [partij sub 2B] en [belanghebbende A] en [belanghebbende B] daartegen gemaakte bezwaren gedeeltelijk gegrond verklaard, het besluit van 14 juli 2017 gedeeltelijk herroepen, alsnog geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het verhogen van de tuinmuur en het besluit van 14 juli 2017 voor het overige in stand gelaten. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de verhoging van de tuinmuur en de vergroting van het terras in strijd zijn met het bestemmingsplan. Hij voert daartoe aan dat de rechtbank de tuinmuur en het terras ten onrechte aanmerkt als onderdeel van het hoofdgebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2800
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000141/1/R1

202000549/1/A3

Bij besluit van 25 februari 2019 heeft de korpschef van politie de aan [bedrijf] te Hilversum verleende toestemming om [appellant] tewerk te stellen als medewerker voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden ingetrokken. De korpschef heeft bij besluit van 16 maart 2017 aan [bedrijf] in Hilversum toestemming verleend als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus om [appellant] als beveiliger in te zetten. In het besluit van 25 februari 2019, dat bij besluit van 18 juni 2019 is gehandhaafd, is deze toestemming ingetrokken, omdat de korpschef van mening is dat [appellant] onvoldoende betrouwbaar zou zijn om voor een beveiligingsorganisatie of recherchebureau werkzaamheden te verrichten. Daaraan heeft de korpschef ten eerste ten grondslag gelegd dat [appellant] op 8 februari 2019 is veroordeeld tot een geldboete van € 150,00 subsidiair 3 dagen hechtenis voor het bespugen van een klant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2806
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202000549/1/A3

202000584/1/A3

Bij brief van 11 oktober 2018 heeft de burgemeester van Vlaardingen [appellant] een schriftelijke waarschuwing gegeven. [appellant] woont op het adres [locatie] te Vlaardingen. Naar aanleiding van een bestuurlijke rapportage door de politie gebaseerd op een reeks aan meldingen bij de gemeente en de politie van overlast over de woning van [appellant] heeft de burgemeester [appellant] bij brief van 11 oktober 2018 een schriftelijke waarschuwing gegeven vanwege schending van de zorgplicht op grond van artikel 2.94 van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2014. In de brief staat vermeld dat de burgemeester [appellant] een last onder dwangsom kan opleggen wanneer de overlast niet wordt beëindigd. Na de waarschuwing zijn er geen klachten meer geweest over de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2816
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000584/1/A3

202001394/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant A] en [appellant B] een bestuurlijke boete opgelegd van € 18.000,- wegens overtreding van artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014. Op 20 december 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam een huisbezoek afgelegd in de woning op het adres [locatie] (hierna: het huisbezoek). [appellant A] en [appellant B] waren op dat moment eigenaar van die woning. Van het huisbezoek is een rapport van bevindingen opgemaakt. Daarin staat dat de toezichthouders in de woning [persoon A] hebben aangetroffen en dat hij heeft verklaard dat hij één van de vijf personen is die de woning huren. Hij heeft onder meer verklaard dat de vijf huurders ieder een eigen huurcontract hebben, dat de huurders elkaar niet kenden voordat zij de woning huurden, dat zij allemaal op een ander tijdstip in de woning zijn komen wonen en dat er vijf slaapkamers zijn die allemaal kunnen worden afgesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2805
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202001394/1/A3

202001435/1/R4

Bij besluit van 25 mei 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg geweigerd het verzoek van [appellante] in te willigen om de begunstigingstermijn, die is verbonden aan de op 26 oktober 2017 opgelegde last onder dwangsom, te verlengen. [appellante] exploiteert een inrichting voor de op- en overslag en bewerking van afvalstoffen aan de [locatie] te Brunssum. Het college heeft aan haar voor het in werking hebben van die inrichting bij besluit van 21 augustus 2014 een omgevingsvergunning verleend voor de opslag van 272 ton kunststofafval. Bij besluit van 26 oktober 2017, verzonden op 27 oktober 2017, heeft het college [appellante] een last onder dwangsom opgelegd onder meer om binnen acht maanden na de verzenddatum van het besluit ter naleving van die omgevingsvergunning brandveiligheidsvoorzieningen in het pand te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2804
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001435/1/R4

202001473/1/R1

Bij besluit van 18 december 2019 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland aan Dura Vermeer Infra Regionale Projecten B.V. een watervergunning verleend voor het verrichten van waterhuishoudkundige werkzaamheden ter plaatse van het perceel Rodenrijseweg 54 in Berkel en Rodenrijs. Het gaat om een watervergunning voor het aanbrengen van een stalen damwand, het afgraven van een grondlichaam, het verbreden van een boezemwatergang (Rodenrijsevaart) en het verwijderen en aanbrengen van een ophaalbrug. [appellanten] wonen aan de [locatie A], tegenover het perceel Rodenrijseweg 54, aan de andere zijde van de Rodenrijsevaart. Zij vrezen voor beschadiging van hun woning en de plaatselijke waterkering als gevolg van de te verrichten werkzaamheden, in het bijzonder het plaatsen van de stalen damwand. Zij hebben geen bezwaren tegen de verwijdering, restauratie en terugplaatsing van de brug.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2809
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202001473/1/R1

202001525/1/R4

In het besluit van 13 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Lochem het bestemmingsplan "Berkeloevers Lochem" vastgesteld. Het plan biedt het juridisch-planologisch kader voor de bouw van maximaal 20 woningen op een voormalig bedrijfsterrein aan de [locatie 1] te Lochem en het ten zuiden daarvan gelegen onbebouwde terrein. De gronden zijn eigendom van [belanghebbende]. De Vereniging Badhuisoord behartigt de belangen van onder meer de bewoners van de Graaf Ottoweg. De Vereniging van eigenaars "Stad Lochem" behartigt de gemeenschappelijke belangen van de eigenaren van het appartementencomplex aan de [locatie 2], op korte afstand van het plangebied. [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen aan de [locatie 3] en [appellanten sub 1] wonen aan de [locatie 4], eveneens vlakbij het plangebied. De Vereniging en anderen en [appellanten sub 1] vrezen dat het bestemmingsplan nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2797
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Gelderland
  • Wegenwet
  • uitspraakin de zaak202001525/1/R4

202001559/1/R4

In het besluit van 13 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Lochem het bestemmingsplan "Nieuweweg Lochem" vastgesteld. Het plan biedt het juridisch-planologisch kader voor de bouw van twee vrijstaande woningen op het terrein tussen de [locatie 2] en 3 te Lochem. Het plangebied grenst aan de noordoostzijde aan de Badhuisweg en aan de zuidwestzijde aan de Nieuweweg. In het plangebied bevinden zich nu bomen en een sloot die parallel loopt aan de Nieuweweg. De gronden zijn eigendom van [partij]. De Vereniging Badhuisoord behartigt de belangen van onder meer de bewoners van de Nieuweweg. De Vereniging van eigenaars "Stad Lochem" behartigt de gemeenschappelijke belangen van de eigenaren van het appartementencomplex aan de Nieuweweg 3. [appellant A] en [appellant B] wonen aan de [locatie 1] en [appellant C] en [appellant D] aan de [locatie 2]. De Vereniging en anderen vrezen dat het bestemmingsplan nadelige gevolgen voor hun woon- en leefklimaat heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2796
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202001559/1/R4

202002549/1/R4

Bij besluit van 11 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leusden aan de gemeente Leusden een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van zes bomen op het perceel Liniedijk langs het Valleipark in Leusden. Het gaat om de bomen met nummers 1, 5, 6, 13, 17 en 39. De omgevingsvergunning voor het bouwen betreft de laatste fase van het project Valleipark aan de rand van Leusden. In deze fase worden een rij van vijf woningen en een rij van zes woningen gebouwd. De woningen worden gerealiseerd langs de Liniedijk, die als rijksmonument en onderdeel van de Grebbelinie is beschermd. Om de bouw mogelijk te maken is een omgevingsvergunning voor het kappen verleend voor de kap van vijf bomen aan de Liniedijk. De achtertuin van [appellant] grenst aan de Liniedijk. Hij heeft vanuit zijn achtertuin direct zicht op de Liniedijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2807
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202002549/1/R4

202003543/1/R4

Bij besluit van 30 oktober 2019 heeft het college aan Dutch Durables Energy 3 B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een zonnepark op het perceel Kampbroek 5 te Hernen. Het perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 11 hectare en ligt ten noordoosten van Hernen in het buitengebied van de gemeente Wijchen. Het perceel is driehoekig van vorm en grenst aan de oostzijde aan de A50 over een lengte van ongeveer 380 meter en aan de noordzijde aan de Nieuwe Wetering over een lengte van ongeveer 570 meter. Het perceel loopt vanaf zijn meest zuidelijke punt aan de A50 schuin omhoog in noordwestelijke richting tot aan de Nieuwe Wetering. Het perceel heeft een bouwvlak waarop gebouwen tot ongeveer tien meter hoog staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2801
Datum uitspraak
25 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003543/1/R4

201909246/1/V3

Bij besluiten van 29 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2789
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201909246/1/V3

202004715/1/V3

Bij besluiten van 29 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit), een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2788
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004715/1/V3

202004949/1/V3

Bij besluiten van 29 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit), een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2787
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004949/1/V3

202005419/2/R3, 202005420/2/R3 en 202005421/2/R3

Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland geweigerd aan het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard ontheffing te verlenen van de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Zoals de rechtbank tot uitgangspunt heeft genomen, is aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Stolwijk sinds 2001 melkgeitenbedrijf [verzoekster sub 2] gevestigd. In de loop der jaren heeft [verzoekster sub 2] het aantal geiten en haar bedrijfsbebouwing uitgebreid. In 2016 heeft [verzoekster sub 2] aan het college van burgemeester en wethouders verzocht haar een omgevingsvergunning te verlenen ter legalisatie van de door haar gerealiseerde uitbreidingen en ook van de met het bestemmingsplan strijdige gebruiksactiviteiten. In mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders bij het college van gedeputeerde staten om ontheffing gevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2785
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005419/2/R3, 202005420/2/R3 en 202005421/2/R3

202006044/2/V3

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2792
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006044/2/V3

202006212/2/V3

Bij besluit van 21 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2791
Datum uitspraak
24 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006212/2/V3

201900263/1/V1

Bij besluit van 30 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2779
Datum uitspraak
23 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201900263/1/V1

201906347/1/V1

Bij besluit van 14 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2780
Datum uitspraak
23 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906347/1/V1

202002789/1/V3

Bij besluit van 8 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat haar uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2786
Datum uitspraak
23 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002789/1/V3

202003891/1/V1

Bij besluiten van 9 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat hij aan de vreemdelingen gezamenlijk een dwangsom verschuldigd is van € 1.442,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2784
Datum uitspraak
20 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003891/1/V1

202005381/3/R1

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Almere van 25 augustus 2020 om onder voorwaarden niet handhavend op te treden tegen het vooruitlopend op vergunningverlening starten met de bouw van een kabelbaan op het Floriadeterrein te Almere door Floriade Almere 2022 B.V. Op 18 juni 2020 heeft Floriade Almere 2022 B.V. een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen, aanleggen en in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een tijdelijke kabelbaan. Op 14 juli 2020 heeft Floriade Almere 2022 B.V. verzocht om te gedogen dat vooruitlopend op de vergunningverlening met de bouw- en aanlegwerkzaamheden wordt begonnen. Op 25 augustus 2020 heeft het college onder voorwaarden ingestemd met dit verzoek. Op 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Almere een verklaring van geen bedenkingen voor de kabelbaan op het Floriadeterrein gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3151
Datum uitspraak
20 november 2020
  • Vereenvoudigde behandeling
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005381/3/R1

202003978/1/V3

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2782
Datum uitspraak
19 november 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003978/1/V3

202004611/1/R3 en 202004611/2/R3

Bij besluit van 12 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. [appellant] exploiteert op de percelen [locatie 1]-[locatie 2] te Rottevalle een recreatie- en watersportonderneming [bedrijf]. Op 22 oktober 2015 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een loods. Volgens [appellant] is deze vergunning vervolgens van rechtswege verleend. Op basis hiervan is hij overgegaan tot de bouw van de loods. Bij het besluit van 12 oktober 2018 heeft het college aan [appellant] onder meer een last onder dwangsom opgelegd wegens het bouwen van de groene Romneyloods zonder daartoe benodigde omgevingsvergunning. De last houdt in dat [appellant] is aangeschreven om de Romneyloods voor 3 december 2018 te verwijderen, bij gebreke waarvan hij een dwangsom verbeurt van € 1.000,00 per week, met een maximum van € 3.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2730
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004611/1/R3 en 202004611/2/R3

202004863/1/R4 en 202004863/2/R4

Bij besluit van 29 mei 2020 heeft het college de gemeente Utrecht een omgevingsvergunning verleend voor de herinrichting en uitbreiding van een gedeelte van sportpark Vechtzoom aan de Rio de Janeirodreef 203 te Utrecht. Het sportpark Vechtzoom ligt in de wijk Overvecht, nabij het Antoniuskwartier. Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door het aan de Achttienhovendsedijk gelegen voetbalveld en de Rio de Janeirodreef, aan de noordzijde door de Rio de Janeirodreef, aan de oostzijde door de Bello Horizontedreef en aan de zuidzijde door de groenzone langs de Vechtdijk. Ter plaatse gelden de bestemmingen "Sport", "Verkeer-Verblijfsgebied" en "Groen-l". Binnen het gebied liggen twee voetbalvelden op gronden met de bestemming "Sport". Met het vergunde projectplan wordt beoogd het gebruik van het sportpark te verbeteren door onder meer twee hockeyvelden met kunstgras te realiseren ten koste van het aan de zuidzijde van het plangebied gelegen voetbalveld met natuurgras.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2726
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004863/1/R4 en 202004863/2/R4

202005203/2/R4

Bij besluit van 11 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dronten [vergunninghouder], handelend onder de naam [bedrijf], een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfswoning op het perceel [locatie 1] te Swifterbant. Het door [verzoekster] gedane verzoek strekt tot schorsing van de bij besluit van 11 september 2019 verleende omgevingsvergunning, totdat in de hoofdzaak uitspraak is gedaan. Aan dit verzoek is ten grondslag gelegd dat vergunninghouder schriftelijk te kennen heeft gegeven op korte termijn met de bouw van de bedrijfswoning te zullen beginnen, waardoor een onomkeerbare situatie kan ontstaan. Vergunninghouder is eigenaar van het perceel [locatie 1] te Swifterbant (hierna: het perceel). Op het perceel staat een loods die door vergunninghouder wordt gebruikt voor de opslag en het voor verkoop gereed maken van uien en pompoenen die elders door hem worden geteeld. [verzoekster] woont aan de [locatie 2] te Swifterbant, naast het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2729
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005203/2/R4

202005612/2/V3

Bij besluit van 1 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2728
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005612/2/V3

202006018/2/V2

Bij besluit van 28 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2727
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006018/2/V2

202006107/2/V3

Bij besluit van 2 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2781
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006107/2/V3

201800094/2/R1

Bij besluit van 9 november 2017 heeft de raad van de gemeente Huizen het bestemmingsplan "Zanderij Tjebbes" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de herontwikkeling van kwekerij De Limieten aan de Naarderstraat. De bestemming "Kwekerij" ter plaatse wordt omgezet naar een woon-, tuin- en natuurbestemming. Het terrein van de kwekerij heeft een oppervlakte van ongeveer 5,6 hectare. Met de woonbestemming wordt voorzien in de bouw van een woning met een maximaal oppervlak van 400 m2. Het plangebied is aan de oost-, zuid- en westkant omringd door burgerwoningen. Ten oosten van het plangebied ligt de Limitische Heide en ten zuiden ligt de Nieuw Bussumerheide.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2746
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201800094/2/R1

201808873/1/R2

Bij besluit van 10 augustus 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel het verzoek van de Stichting Leefbaar Buitengebied van 16 juni 2017 om handhavend op te treden tegen activiteiten van [bedrijf] aan de [locatie] in Slagharen primair niet-ontvankelijk verklaard en subsidiair afgewezen. Bij brief van 16 juni 2017 heeft SLB het college verzocht om handhavend op te treden tegen activiteiten van [bedrijf] aan de [locatie] in Slagharen (hierna: het bedrijf), die schadelijke effecten hebben op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. SLB heeft daarbij aangevoerd dat het bedrijf illegaal in werking was omdat het niet beschikte over een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en deze ook niet kon worden verleend. Het college heeft dit verzoek bij besluit van 10 augustus 2017 afgewezen en het bezwaar van SLB daartegen bij besluit van 21 december 2017 ongegrond verklaard, omdat voor de activiteiten van het bedrijf op 14 juni 2017 een Wnb-vergunning was verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2760
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201808873/1/R2

201903005/1/R4

Bij besluit van 31 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen, voor zover hier van belang, [appellant] een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming. Op 6 februari 2018 heeft een gemeentelijke toezichthouder op het perceel van [appellant] aan de [locatie] te Haaksbergen een controle verricht. Naar aanleiding van deze controle heeft het college op het perceel van [appellant] een viertal overtredingen vastgesteld. Nadat de termijn voor het herstellen van deze overtredingen is verlopen, heeft een tweede controle op 9 juli 2018 plaatsgevonden. Vervolgens heeft het college bij besluit van 31 juli 2018, dat is gehandhaafd bij besluit van 30 januari 2019, [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast de vastgestelde overtredingen te beëindigen. Uit het dossier blijkt dat [appellant], na overleg met het college, vervolgens opnieuw een termijn heeft gekregen om de overtredingen te beëindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2755
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201903005/1/R4

201903169/1/R2 en 201902204/1

Bij besluit van 28 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel hogere waarden als bedoeld in artikel 83 en de artikelen 110a t/m 110h van de Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vastgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan "Partiele herziening Gemert-Bakel Stedelijke gebieden, oktober 2018". Het plan is een partiële herziening van het bestemmingsplan "Gemert-Bakel Stedelijke gebieden, oktober 2018" en voor onder meer de realisatie van een vrijstaande woning aan de Dakworm ongenummerd in Bakel op braakliggende gronden. [appellant] woont naast de gronden waarop de woning is voorzien. Hij verzet zich tegen het plan, omdat hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2773
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201903169/1/R2 en 201902204/1

201904500/1/A3

Bij besluit van 16 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk een omgevingsvergunning aan [vergunninghoudster] verleend. Het foodtruckfestival waarvoor de vergunningen en ontheffingen zijn verleend, heeft plaatsgevonden op 28, 29 en 30 juni 2018. Ook in 2017 heeft het foodtruckfestival plaatsgevonden. Op 20 maart 2019 heeft de organisator van het foodtruckfestival gemaild: "Wij hebben gezien de groeimogelijkheden van de locatie aan het Kerkplein geen intentie meer om in 2019 of in de toekomst een foodtruck festival te organiseren." In beginsel is er geen belang meer bij een inhoudelijk oordeel over de vraag of een vergunning of ontheffing verleend had mogen worden, als het evenement al heeft plaatsgevonden. Er kan een uitzondering worden gemaakt als aannemelijk is dat nieuwe besluiten over soortgelijke situaties volgen en het evenement bijvoorbeeld jaarlijks plaatsvindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2731
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904500/1/A3

201904811/1/A2

Bij besluit van 5 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk de aanvraag van [appellante] om nadeelcompensatie afgewezen. Katwijk was de laatste zwakke schakel van de Zuid-Hollandse kust. Tussen oktober 2013 en februari 2015 is het project Kustwerk Katwijk uitgevoerd. De kust bij Katwijk is versterkt met een dijk-in-duin. Tussen de dijk en de Boulevard is een ondergrondse parkeergarage gebouwd. Tegelijkertijd is het duingebied verbreed en opnieuw ingericht. [appellante] exploiteert sinds 1999 een mobiele viskiosk op de Boulevard in Katwijk ter hoogte van het Vuurbaakplein. De gemeente is eigenaar van de Boulevard. Voor deze kiosk moet jaarlijks een standplaatsvergunning worden aangevraagd. Daarnaast dient [appellante] over een terrasvergunning en ontheffing van het verbod op het gebruik van verwarmingstoestellen en/of kook- en baktoestellen te beschikken. Voor het gebruik van de gemeentegrond betaalt [appellante] precariobelasting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2717
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201904811/1/A2

201905009/1/A2

Bij besluit van 5 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk de aanvraag van [appellante sub 2] om nadeelcompensatie afgewezen. Katwijk was de laatste zwakke schakel van de Zuid-Hollandse kust. Tussen oktober 2013 en februari 2015 is het project Kustwerk Katwijk uitgevoerd. De kust bij Katwijk is versterkt met een dijk-in-duin. Tussen de dijk en de Boulevard is een ondergrondse parkeergarage gebouwd. Tegelijkertijd is het duingebied verbreed en opnieuw ingericht. [appellante sub 2] exploiteert het [strandpaviljoen] te Katwijk. Op 22 februari 2012 heeft zij met de [vennootschap] een overeenkomst gesloten voor de huur van het strandpaviljoen met bijbehorend terras en het gedeelte van het strandvak waarop het strandpaviljoen is gesitueerd. Volgens de overeenkomst is het strandpaviljoen in beginsel van 1 maart tot 1 november geopend. [appellante sub 2] heeft verzocht om vergoeding van uit omzetdaling voortvloeiende schade als gevolg van werkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2774
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905009/1/A2

201905017/1/A2

Bij besluit van 14 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk aan [appellant sub 2] € 19.596,00, vermeerderd met de wettelijke rente, aan nadeelcompensatie toegekend. Katwijk was de laatste zwakke schakel van de Zuid-Hollandse kust. Tussen oktober 2013 en februari 2015 is het project Kustwerk Katwijk uitgevoerd. De kust bij Katwijk is versterkt met een dijk-in-duin. Tussen de dijk en de Boulevard is een ondergrondse parkeergarage gebouwd. Tegelijkertijd is het duingebied verbreed en opnieuw ingericht. [appellant sub 2] exploiteert sinds 31 mei 2005 twee mobiele ijskiosken op de Boulevard van Katwijk. [appellant sub 2] dient daarvoor jaarlijks een standplaatsvergunning aan te vragen. De standplaatsen liggen op gemeentegrond en [appellant sub 2] betaalt daarvoor precariobelasting. [appellant sub 2] stelt schade te hebben geleden, omdat zij in 2014 geen gebruik kon maken van haar gebruikelijke standplaats aan ’t Waaigat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2775
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201905017/1/A2

201905037/1/A3

Bij besluit van 11 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op grond van artikel 27 van de Arbeidsomstandighedenwet een eis gesteld aan Stichting Pluryn over de wijze waarop artikel 3.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit) moet worden nageleefd. Stichting Pluryn is een landelijke zorginstelling, die zorg levert aan volwassenen en jongeren met complexe zorgvragen in de gehandicaptenzorg, jeugdzorg en de GGZ. De locatie Kemnade in Groesbeek is één van de hoofdvestigingen van Stichting Pluryn en bestaat uit verschillende afdelingen. Hier wonen (jong)volwassenen met een licht verstandelijke beperking in combinatie met ernstige gedragsproblemen. Het is een besloten woon- en werkvoorziening. De woonlocatie Kemnade bestaat uit verschillende gebouwen en afdelingen. Kemnade 4 bevindt zich op de eerste verdieping en Kemnade 3 op de begane grond. Op elke afdeling zijn zes cliënten ondergebracht. Voor beide afdelingen is een afzonderings- en separeerruimte in gebruik.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2754
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak201905037/1/A3

201906202/1/A3

Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant sub 2] vergunning verleend voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte in vier onzelfstandige woonruimten. Op 19 december 2017 heeft [appellant sub 2] een aanvraag gedaan om een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in het appartement op het adres [locatie] in vier onzelfstandige woonruimten. Het appartement bevindt zich in het gebouw Metrotoren op de hoek van de kruising van de Bos en Lommerweg met de Leeuwendalersweg. Bij het besluit van 28 maart 2018 heeft het college de omzettingsvergunning verleend. Aan dit besluit is een aantal voorwaarden verbonden. Zo dient de om te zetten woonruimte te beschikken over een gemeenschappelijke verblijfsruimte, dient de geluidisolatie aan bepaalde vereisten te voldoen en mag er geen onaanvaardbare inbreuk optreden op een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van de woonruimte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2739
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906202/1/A3

201906783/1/A2

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media op aanvraag van de Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs in Eindhoven een afdeling voor internationaal georiënteerd basisonderwijs aan basisschool Reigerlaan te Eindhoven voor bekostiging in aanmerking gebracht. SALTO is het bevoegd gezag van twintig reguliere basisscholen en twee scholen voor speciaal basisonderwijs in Eindhoven. Zij wil vanaf schooljaar 2019-2020 internationaal georiënteerd basisonderwijs aanbieden op een IGBO-afdeling die is verbonden aan basisschool Reigerlaan in Eindhoven. Voor de bekostiging van een dergelijke afdeling heeft zij op 27 september 2018 een aanvraag bij de minister ingediend. Bij die aanvraag heeft SALTO een rapport van onderzoeksbureau Rebel van 4 juni 2018 gevoegd. Rebel heeft in de periode januari tot en met mei 2018 onderzoek verricht naar de behoefte aan (vormen van) internationaal primair onderwijs in Eindhoven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2744
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201906783/1/A2

201907058/1/R4

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 30 april 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 30 april 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Aarnout Drostlaan 35 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist dat hij de doos naast de ORAC aan de Aarnout Drostlaan heeft gezet. Hij wijst erop dat deze ORAC zich aan de andere kant van Den Haag bevindt in een wijk waar hij nooit komt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2765
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201907058/1/R4

201907109/1/A3

Bij besluit van 4 september 2018 heeft de burgemeester Breda Nightflight gelast het gebruik van het pand Nijverheidssingel 311 in Breda met ingang van 12 september 2018 gedurende één maand te staken en gestaakt te houden. Breda Nightflight is een hostel dat wordt geëxploiteerd door [gemachtigde]. Zij heeft een aantal kleine kamers en twee grotere waar vaak groepen verblijven. In één van die grotere kamers hebben inspecteurs op 23 juni 2018 gesloten flessen en blikjes zwak- en sterk-alcoholhoudende drank gevonden. De burgemeester vindt dit een overtreding van artikel 25, eerste lid, van de Drank- en Horecawet. De rechtbank heeft geoordeeld dat artikel 25, eerste lid, van de DHW alleen wordt overtreden als de gevonden alcoholhoudende drank toebehoort aan degene die de ruimte voor het publiek geopend houdt. Dat was in dit geval niet het geval, omdat de drank door de gasten van Breda Nightflight was meegebracht. De burgemeester komt in hoger beroep op tegen het oordeel van de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2742
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201907109/1/A3

201907277/1/A3

Bij besluit van 25 april 2018 heeft de burgemeester van Eindhoven op grond van artikel 2:40a van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven bevolen dat [wederpartij] aan de [locatie 1] in Eindhoven en/of elders in de gemeente Eindhoven voor de duur van vier maanden geen voor het publiek openstaande ruimte of gebouw in gebruik houdt, heeft of neemt voor de handel in elektronica. [wederpartij] exploiteerde de onderneming [bedrijf] in het pand op het adres [locatie 1] in Eindhoven. Op 15 februari 2017 hebben opsporingsambtenaren van de gemeente onderzoek verricht in het pand waar [wederpartij] zijn onderneming exploiteerde. Deze opsporingsambtenaren, gespecialiseerd in onderzoek naar heling, hebben geconstateerd dat gestolen goederen, waaronder drie iPads en een mobiele telefoon in het pand aanwezig waren. Ook waren de registers niet op orde. Naar aanleiding van deze controle heeft de burgemeester [wederpartij] op 28 juli 2017 een waarschuwing gestuurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2735
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907277/1/A3

201907369/1/A2

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek om herziening van de eerder vastgestelde huurtoeslag 2015 afgewezen. Bij besluit van 26 mei 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellant] over 2015 op nihil vastgesteld. [appellant] heeft de Belastingdienst/Toeslagen verzocht dit besluit te herzien. De dienst heeft dit verzoek afgewezen omdat de huurtoeslag niet te laag is vastgesteld. De toeslagpartner van [appellant] heeft voordeel uit sparen en beleggen. Daarom heeft hij geen recht op huurtoeslag over 2015. De rechtbank heeft geoordeeld dat [appellant] geen recht heeft op huurtoeslag omdat hij en zijn toeslagpartner voordeel uit sparen en beleggen hebben. [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Volgens hem heeft het zorgkantoor eind 2014 in één keer betalingen gedaan waardoor hij meer geld op zijn bankrekening had staan dan gebruikelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2751
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201907369/1/A2

201907617/1/R2

Bij besluit van 6 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre Dima een last onder dwangsom opgelegd om diverse overtredingen op de percelen aan de Willibrorduslaan 134 en het Baron van Wijnbergenplantsoen 11 in Waalre te beëindigen. Dima is eigenaar van het perceel Baron van Wijnbergenplantsoen 11 in Waalre. [appellanten sub 3] wonen aan de [locatie 1] respectievelijk [locatie 2] in Waalre. Op 20 augustus 2018 hebben toezichthouders van de gemeente naar aanleiding van een verzoek om handhaving van [appellanten sub 3] een controle op het perceel van Dima uitgevoerd, waarbij een aantal overtredingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geconstateerd. Met de last onder dwangsom treedt het college op tegen vijf overtredingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2749
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907617/1/R2

201907625/1/A2

Bij besluit van 21 september 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2017 voor [appellante] herzien. [appellante] heeft in 2017 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Zij is in maart 2017 verhuisd. Het voorschot huurtoeslag is bij de besluiten van 21 september 2017 en 21 november 2017 herzien. Volgens [appellante] is hierbij ten onrechte het voorschot over maart 2017 over het hoofd gezien. Daarom heeft zij op 21 mei 2018 tegen deze twee besluiten bezwaar gemaakt. De Belastingdienst/Toeslagen heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend en de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2752
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201907625/1/A2

201907812/1/R1

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijnland het verzoek van [appellant A] en anderen om handhavend op te treden door de afmetingen van het oppervlaktewater van de Machinetocht te Reeuwijk in overeenstemming te brengen met de Legger oppervlaktewateren 2014 van Rijnland, afgewezen. [appellant A] en anderen zijn eigenaar van percelen die zijn gelegen aan de Machinetocht te Reeuwijk. De langgerekte percelen hebben een agrarische bestemming en worden gebruikt voor het weiden van vee. De Machinetocht is primair polderwater en een hoofdwatergang naar het gemaal Tempel. De oevers van de percelen van [appellant A] en anderen kalven af, waardoor de oppervlakte van de landbouwgrond vermindert. Niet in geschil is dat al ongeveer 2750 m² landbouwgrond door afkalving van de oevers deel van de Machinetocht is geworden en een aangrenzend deel door overmatige vernatting niet meer bruikbaar is als landbouwgrond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2770
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Oppervlaktewateren
  • uitspraakin de zaak201907812/1/R1

201907829/1/R2

Bij besluit van 12 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen [appellante] en wijlen haar echtgenoot gelast diverse overtredingen op het perceel aan de [locatie A] in Rijen te staken en gestaakt te houden. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 2.500,00 per geconstateerde overtreding. [appellante] woont aan de [locatie A] in Rijen. [belanghebbende] woont aan de [locatie B]. Bij brief van 13 juli 2017 heeft [belanghebbende] het college verzocht om handhavend op te treden tegen een aantal overtredingen op het perceel van [appellante]. Het verzoek is onder andere gericht tegen een inpandige paardenstalling, paardenbakken, een longeercirkel en een paardenpaddock. Bij een controle op 28 september 2017 zijn door een toezichthouder van de gemeente meerdere overtredingen geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2750
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907829/1/R2

201907913/1/A2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft het bestuur van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden aan [appellante] en [vader], respectievelijk moeder en vader van [zoon], meegedeeld dat hun zoon met ingang van 29 april 2019 wordt verwijderd van openbare basisschool De Punt in Amsterdam. [zoon] is geboren op [geboortedatum] 2008 en is sinds 11 april 2012 leerling van basisschool De Punt. Op 18 april 2019 heeft de stichting besloten om hem van school te verwijderen vanwege het gedrag van zijn beide ouders. [appellante] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2745
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201907913/1/A2

201908243/1/R1

Bij besluit van 27 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Langedijk geweigerd om Droompark Molengroet een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan plaatsen van 75 stacaravans en/of "tiny houses" op het perceel Molengroet 1 te Noord-Scharwoude. Droompark Molengroet is een recreatiepark dat thans bestaat uit 175 stacaravans en 150 standplaatsen voor kampeermiddelen. Zij heeft op 29 maart 2018 een aanvraag ingediend voor het omzetten van de 150 standplaatsen naar 75 extra stacaravans en/of tiny houses. Dit is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied en Koedijk", omdat het aantal stacaravans ter plaatse niet meer dan 175 mag bedragen en dit aantal al bereikt is. Het college heeft geweigerd medewerking te verlenen aan afwijking van het bestemmingsplan, omdat het van mening is dat de beoogde "inbreiding" in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2741
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201908243/1/R1

201908487/1/A2 en 201908489/1/A2

Bij besluiten van 9 oktober 2018 en 19 september 2018 heeft de raad het bestuur van de raad voor rechtsbijstand aan [appellant sub 1] en [appellant sub 2] medegedeeld dat zij niet zullen worden ingepland op het piketrooster voor zaken in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen voor de periode 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zijn advocaat en gespecialiseerd in het verlenen van rechtsbijstand aan psychiatrisch patiënten in het kader van de BOPZ. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zijn door de raad toegelaten tot het rechtsgebied psychiatrisch patiëntenrecht en nemen deel aan het BOPZ-piketrooster.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2756
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201908487/1/A2 en 201908489/1/A2

201908624/1/R1

Bij besluit van 23 augustus 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost (thans en hierna te noemen: het college) aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verhogen van het pand op de locatie [locatie 1] in Amsterdam met een kapverdieping en het plaatsen van een dakterras. [vergunninghouder] is eigenaar van het pand aan de [locatie 1] en wenst een kapverdieping op het pand te realiseren. De voorziene kapverdieping zal de vierde verdieping van het pand worden. Daarnaast voorziet het bouwplan ten behoeve van de te realiseren kapverdieping in het plaatsen van een dakterras aan de achterzijde van het pand. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Don Bosco en Park Frankendael", omdat de maximale bouwhoogte wordt overschreden en er uitsluitend bestaande dakterrassen zijn toegestaan. Om het bouwplan niettemin mogelijk te maken heeft het college omgevingsvergunning verleend voor het afwijken van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2736
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908624/1/R1

201908710/1/A3

Bij besluit van 2 mei 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd om [appellant] een verklaring van geen bezwaar af te geven. [appellant] is op 27 november 2017 in dienst getreden van Swissport Cargo Services The Netherlands BV. Swissport heeft [appellant] op 8 januari 2018 bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aangemeld voor een veiligheidsonderzoek in verband met de vervulling van een vertrouwensfunctie. Uit dat veiligheidsonderzoek is gebleken dat [appellant] van 12 november 2015 tot en met 16 oktober 2017 in Turkije verbleef. Omdat er onvoldoende gegevens zijn om alle veiligheidsrisico’s te kunnen uitsluiten, heeft de minister geweigerd aan [appellant] een vvgb af te geven. De AIVD heeft aangegeven een samenwerking met de inlichtingen- en veiligheidsdienst van Turkije om gegevens uit te wisselen, onwenselijk te achten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2740
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908710/1/A3

201908920/1/R1

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat [appellante] onder oplegging van dwangsommen gelast om met onmiddellijke ingang herhaling van de overtredingen van artikel 18 van het Besluit bodemkwaliteit op de [boorlocatie] in Zwaagdijk-Oost te voorkomen. [appellante] heeft op de [locatie] in Zwaagdijk-Oost boorwerkzaamheden uitgevoerd. Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de staatssecretaris [appellante] onder oplegging van dwangsommen van € 7.500,00 per overtreding, met een maximum van € 37.500,00 per overtreding, gelast om met onmiddellijke ingang herhaling van drie afzonderlijke overtredingen van artikel 18 van Bbk - waarin staat dat het verboden is werkzaamheden uit te voeren in strijd met de daarvoor geldende normdocumenten - op de boorlocatie te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2748
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908920/1/R1

201909131/1/A3

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [vergunninghouder] om verlening van een omzettingsvergunning voor de woning aan [locatie] in Amsterdam ingewilligd. Het college heeft bij besluit van 13 september 2018 aan [vergunninghouder] een vergunning verleend voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar maximaal vier onzelfstandige woonruimten in de woning op het adres [locatie] in Amsterdam (hierna: de woning). De woning bevindt zich in een appartementengebouw. Het door de Bewonersvereniging gemaakte bezwaar tegen dit besluit heeft het college bij besluit van 12 december 2018 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2778
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909131/1/A3

201909351/1/R2

Bij besluit van 11 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nuenen, Gerwen en Nederwetten aan Stichting Wooninc een tijdelijke omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van 16 woningen op het perceel Witte Hondpad 1 tot en met 16 in Nuenen. De gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten (hierna: de gemeente) is eigenaar van het perceel. Stichting Wooninc is de gebruiker van het perceel op grond van met de gemeente gesloten privaatrechtelijke overeenkomsten en een recht van erfpacht voor de duur van tien jaren. Op 11 juli 2018 heeft Stichting Wooninc een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van 16 tijdelijke zogenoemde Heijmans ONE woningen op het perceel. Dit zijn verplaatsbare huizen voor éénpersoonshuishoudens, oftewel tiny houses. [appellant] is eigenaar van het bedrijfsperceel aan de [locatie] in Nuenen, op een afstand van meer dan 50 m ten westen van het perceel. [appellant] vreest onder meer dat hij door het bouwplan wordt beperkt in de bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2747
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909351/1/R2

202000163/1/R1

Bij besluit van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de locatie aan de Vrijthof in Vleuten, ter hoogte van [locatie], (hierna: de locatie) aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Het besluit strekt tot aanwijzing van de locatie, nummer 32, voor de plaatsing van een orac. [appellant] woont aan [locatie] en heeft vanuit de woonkamer zicht op de orac. Hij kan zich niet verenigen met de plaatsing van de orac op deze locatie, aangezien hij vreest voor de aantasting van zijn woon- en leefklimaat als gevolg van de aanwezigheid van de orac. Het college heeft volgens hem onvoldoende rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die in zijn geval aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2759
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000163/1/R1

202000279/1/A3

Bij besluit van 2 februari 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam de exploitatievergunning van [coffeeshop] voor de duur van een week ingetrokken en de coffeeshop voor een week geschrapt van de lijst van inrichtingen waar de verkoop van softdrugs wordt gedoogd. [appellante] exploiteert [coffeeshop] in Amsterdam. Daartoe heeft de burgemeester haar op 22 oktober 2014 een exploitatievergunning verleend. Aan de exploitatievergunning is een gedoogverklaring verbonden. Eén van de voorwaarden van de gedoogverklaring (hierna: gedoogvoorwaarden) is dat [appellante] geen reclame mag maken voor de coffeeshop. Op 19 oktober 2017 is geconstateerd dat aan een lantaarnpaal een reclamebord was bevestigd van [coffeeshop]. Het reclamebord was op verzoek van [appellante] geplaatst door NPB Media B.V. (hierna: NPB), die voor de gemeente Amsterdam de lichtmastreclames regelt. Voorafgaand aan de plaatsing heeft NPB aan [appellante] meegedeeld dat de gemeente Amsterdam akkoord was. Dit bleek onjuist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2771
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000279/1/A3

202000464/1/R1

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de raad van de gemeente Terneuzen het bestemmingsplan "Terneuzen Centrum, Beurtvaartkade" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie mogelijk van een woontoren gecombineerd met een hotel met bijbehorende voorzieningen. Deze functies kunnen worden gecombineerd in een hoofdvolume van drie bouwlagen, met een hoogte van 12,5 meter, met daarop een toren die reikt tot 77 meter. [appellant] en anderen wonen in appartementencomplex "De Sluiswachter" aan de Beneluxweg in Terneuzen, in de directe nabijheid van het plangebied, en kunnen zich niet verenigen met vaststelling van het bestemmingsplan, omdat zij als omwonenden onder meer vrezen voor verlies van bezonning en windhinder. [appellant] en anderen betogen dat de raad heeft miskend dat er geen behoefte is aan appartementen aan de Beurtvaartkade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2777
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202000464/1/R1

202000551/1/R4

Bij besluit van 18 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Losser een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de inrichting van [vergunninghouder] aan de [locatie 1] te Losser. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel een vleeskalverenbedrijf. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie 2], dat grenst aan de inrichting. Voor de inrichting is een omgevingsvergunning verleend, waaraan geluidvoorschriften zijn verbonden. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van de inrichting. [vergunninghouder] wil dat de geluidvoorschriften worden aangepast, zodat in de avond- en nachtperiode runderen kunnen worden geladen en gelost.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2757
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202000551/1/R4

202000775/1/A3

Bij brief van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug aan Laag Kanje en Noord-West Kanje meegedeeld dat haar verzoek om handhavend optreden tegen de afsluiting van toegangspaden naar het Henschotermeer niet in behandeling wordt genomen. Laag Kanje exploiteerde camping Allurepark Laag Kanje in Maarn. Op 31 augustus 2020 is zij gefuseerd met Europarcs. Europarcs is de rechtsopvolger van Laag Kanje. Noord-West Kanje is exploitant van het eveneens in Maarn gelegen bungalowpark Noord-West Kanje. De camping en het bungalowpark liggen in de nabijheid van het recreatiegebied Henschotermeer. Het Henschotermeer en het aansluitend terrein is eigendom van Landgoed Den Treek-Henschoten en Mooi Meer voert het beheer en onderhoud van het meer uit. Zij heeft medio juli 2018 toegangspoorten op de toegangspaden naar het Henschotermeer geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2776
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000775/1/A3

202000836/1/R4

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Velddriel herziening 2016, [locatie]" vastgesteld. Het bestemmingsplan ziet op het perceel gelegen aan de Provincialeweg te Velddriel, tussen de nummers [locatie]. Het plan maakt op dit perceel uitsluitend de realisatie mogelijk van een twee-aaneen woning. [appellant] woont naast het betreffende perceel. Hij heeft beroep ingesteld, omdat hij het niet eens is dat met het plan een dergelijk bouwwerk, een zogeheten tweekapper, kan worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2761
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202000836/1/R4

202000860/1/R1

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Noordeinde, Wormerveer" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van maximaal 100 woningen met een divers woningaanbod met grondgebonden woningen en appartementen, waaronder sociale huur, aan het Noordeinde te Wormerveer, gemeente Zaanstad. [appellant] en [appellant A] wonen op het perceel [locatie 1] en [appellant B] woont op het perceel [locatie 2]. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen. Zij vrezen voor de aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied", voor zover deze bestemming ziet op de gronden binnen het plangebied nabij hun percelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2772
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202000860/1/R1

202002497/1/A3

Bij besluit van 8 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boekel beslist op een verzoek van [appellante] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. [appellante] is op zoek naar stukken die betrekking hebben op het proces rond de oprichting van een champignonkwekerij met al dan niet een bedrijfswoning op de [locatie 1] in Venhorst. Het doel daarvan is duidelijk te krijgen waarom in 1985 wel de champignonkwekerij is vergund, maar geen bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2753
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002497/1/A3

202002529/1/V6

Bij besluit van 11 april 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek van [appellant] om kwijtschelding van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus afgewezen. Bij brief van 19 juni 2018 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij € 9.374,15 heeft geleend voor een cursus en/of examen, dat hij deze lening vanaf 1 december 2018 gaat terugbetalen en dat over de periode 1 december 2018 tot 1 december 2023 maandelijks een bedrag van € 78,12 zal worden geïncasseerd. [appellant] heeft verzocht om kwijtschelding van deze lening. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet in aanmerking komt voor kwijtschelding van de lening en dat de kwijtschelding slechts wordt verleend wanneer het inburgeringsexamen wordt behaald binnen de termijn bedoeld in het Besluit inburgering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2732
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002529/1/V6

202002531/1/V6

Bij brief van 19 juni 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 december 2018 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 9.374,15 en hij moet maandelijks € 78,12 betalen. In de brief van 19 juni 2018 (hierna: de brief) heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij € 9.374,15 heeft geleend voor een cursus en/of examen, dat hij deze lening vanaf 1 december 2018 gaat terugbetalen en dat over de periode 1 december 2018 tot 1 december 2023 maandelijks een bedrag van € 78,12 zal worden geïncasseerd. De minister heeft het bezwaar van [appellant] tegen de brief niet-ontvankelijk verklaard, omdat de brief volgens de minister niet op rechtsgevolg is gericht. Hij heeft al in het besluit van 18 april 2017 besloten dat [appellant] de lening moet terugbetalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2733
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002531/1/V6
vorige pagina1...209210211...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon