Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.767
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202102477/1/A3

Bij besluit van 31 januari 2020 heeft de korpschef van politie de voor [appellant] gevraagde toestemming tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden geweigerd. [appellant] liep van 19 juli 2019 tot 5 februari 2020 stage bij het Medisch centrum voor Noord-Limburg Viecuri. Op 3 augustus 2019 heeft Viecuri een aanvraag ingediend om voor [appellant] toestemming te verlenen om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. De korpschef heeft de aanvraag afgewezen. De korpschef heeft toegelicht dat [appellant] op 15 oktober 2018 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch schuldig is bevonden aan een mishandeling en een vernieling, beide gepleegd op 9 juli 2017. Het hof heeft aan [appellant] geen straf, maar een schadevergoedingsmaatregel opgelegd. Er zijn ook recente mutatierapporten opgesteld naar aanleiding van meldingen van jeugdoverlast, waarin staat dat [appellant] recalcitrant en treiterend gedrag vertoonde tegenover politieambtenaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2924
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202102477/1/A3

202102497/1/A2

Bij besluit van 1 oktober 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aanwijzing van 14 november 2011 van de Stint als bijzondere bromfiets geschorst. Op 20 september 2018 heeft in Oss een ernstig ongeval met een Stint plaatsgevonden. Naar aanleiding van dit ongeval hebben de politie, het Nederlands Forensisch Instituut en de Inspectie Leefomgeving en Transport op 27 september 2018 een eerste verkennend technisch onderzoek naar de Stint gedaan. Voor dit onderzoek is niet de Stint gebruikt die bij het ongeval betrokken was. Reden hiervoor is dat de NFI dringend heeft geadviseerd deze Stint zo lang mogelijk ongemoeid te laten, omdat alles wat aan die Stint wordt veranderd onomkeerbaar is, hetgeen later mogelijk gevolgen voor het onderzoek naar het ongeval kan hebben. Voor het verkennend onderzoek is daarom gebruik gemaakt van andere Stints. Bij separaat besluit van 5 februari 2019 heeft de minister het aanwijzingsbesluit van 14 november 2011 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2899
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202102497/1/A2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202102497/1/A2

202102507/1/R4

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde een omgevingsvergunning verleend aan Sunvest Ontwikkeling B.V. voor de oprichting van een zonnepark. De duur van het zonnepark is beperkt tot 25 jaar. Het projectgebied van het zonnepark is voorzien op de rand van het bosgebied Horsterwold. Dat bosgebied is ongeveer 3.700 hectare groot. Het zonnepark heeft een omvang van ongeveer 7,6 hectare, waarvan 4,6 hectare zal worden gebruikt voor het plaatsen van zonnepanelen. De overige gronden zullen voor landschappelijke inpassing dan wel voor recreatieve doeleinden worden gebruikt. De camping kan zich niet verenigen met de vergunningverlening voor het zonnepark. Volgens de camping doet het zonnepark afbreuk aan de belevingswaarde van de omgeving. De camping vreest voor negatieve gevolgen, zoals een vermindering van het aantal campinggasten en dientengevolge een verminderde omzet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2923
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102507/1/R4

202102631/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort besloten tot de aanwijzing van de locatie nabij het perceel [locatie] te Zandvoort (hierna: locatie Z40A) voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: orac).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2938
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202102631/1/R1

202103014/1/R4

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Arnhem het bestemmingsplan "Chw omgevingsplan De Laar 2020" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Ark heeft een winkellocatie in eigendom bestaande uit percelen met de kadastrale aanduiding gemeente Arnhem, sectie AE, nummers 2341, 6395 en 4915. Op de locatie verhuurt Ark winkelpanden. appellant sub 1] woont in een hoekwoning aan de [locatie] te Arnhem. De woning van [appellant sub 1] heeft een garage en een oprit. [appellant sub 1] vreest voor (verkeers)onveilige situaties en meer parkeerdruk als gevolg van deze wijziging. De dochter van [appellant sub 1] wordt namelijk dagelijks opgehaald met speciaal vervoer. Omdat er in de Boxtelstaat geen draaimogelijkheid is, moet het busje nu achteruit de straat inrijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2895
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202103014/1/R4

202103196/1/A2

Bij besluit van 26 november 2018 heeft de CSG de aanvraag van [appellant] voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven afgewezen. Op 11 september 2018 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag om een uitkering uit het schadefonds ingediend in verband met mishandeling, bedreiging en gijzeling in zijn woning op 13 juni 2018. Als gevolg daarvan heeft hij psychisch letsel (een post-traumatische stressstoornis) opgelopen. [appellant] heeft op 14 juni 2018 aangifte gedaan. Op advies van de politie is hij niet naar zijn woning teruggekeerd. Hij is met zijn gezin afgereisd naar Turkije. Bij terugkeer in Nederland is het gezin verhuisd naar een andere woning. De daders van de mishandeling, bedreiging en gijzeling zijn nog voortvluchtig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2894
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103196/1/A2

202104685/1/R3

Bij besluit van 24 maart 2016 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Forepark-Rhône" vastgesteld. Het plan voorziet in de vestiging van grootschalige detailhandel in sportartikelen met bijbehorende "try & buy" op de zogeheten Rijkswaterstaatkavel aan de Rhône op het bedrijventerrein Forepark in Den Haag. In de uitspraak van de Afdeling van 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2570, besliste de Afdeling op het beroep dat het college van burgemeester en wethouders van Den Haag en [appellante] hadden ingesteld tegen het besluit van het college op hun verzoek om ontheffing te verlenen van de Verordening ruimte 2014. In deze uitspraak staat in overweging 27 dat de uitspraak meebrengt dat de bij uitspraak van 27 maart 2019 getroffen voorlopige voorziening, die tot gevolg had dat de rechtsgevolgen van de bij die uitspraak vernietigde reactieve aanwijzing van 19 april 2016 in stand bleven, komt te vervallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2922
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202104685/1/R3

202105246/1/R4

Bij besluit van 14 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Nijmegen het bestemmingsplan "Nijmegen Lindenholt - 3 (Sint Agnetenweg)" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat op het perceel aan de St. Agnetenweg 25 (hierna het perceel) in Nijmegen (het achterterrein St. Agnetenweg 25-27 in de wijk Lindenholt) maximaal 45 appartementen voor beschermd en beschut wonen worden gerealiseerd. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] wonen in de nabijheid van het perceel en vrezen dat de bouw van een appartementencomplex zal leiden tot aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2898
Datum uitspraak
22 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202105246/1/R4

202100654/1/V3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2886
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100654/1/V3

202101630/1/V2

Bij besluit van 31 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2883
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101630/1/V2

202102494/1/V1

Bij besluit van 6 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2881
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102494/1/V1

202102638/3/R4

Bij uitspraak van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:106, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem van 6 maart 2020 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. De Afdeling heeft het college opgedragen om binnen tien weken na de verzending van de hiervoor genoemde uitspraak met inachtneming van hetgeen in die uitspraak onder 3.5 tot en met 3.6 is overwogen een nieuw besluit te nemen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken. Ook heeft de Afdeling bepaald dat tegen het nieuw te nemen besluit slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2878
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102638/3/R4

202105063/1/V3

Bij besluiten van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2876
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105063/1/V3

202105281/1/R3 en 202105281/2/R3

Bij besluit van 6 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe het wijzigingsplan "Nieuw wonen aan de Boerkoelweg" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2880
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202105281/1/R3 en 202105281/2/R3

202106851/1/R4, 202106852/1/R4, 202106853/1/R4 en 202106854/1/R4

Bij besluit van 19 september 2021 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur krachtens de artikelen 9 en 12 van de Verordening (EG) nr. 1013/2006, betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB 2006, L 190: hierna: de EVOA) bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van 50.000 ton teerhoudend asfaltgranulaat vanuit België naar Nederland (Moerdijk). Bij besluit van 21 september 2021 heeft de staatssecretaris krachtens de artikelen 9 en 12 van de EVOA bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van 10.000 ton teerhoudend asfaltgranulaat vanuit Luxemburg naar Nederland (Moerdijk). Bij besluit van 21 september 2021 heeft de staatssecretaris krachtens de artikelen 9 en 12 van de EVOA bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van 30.000 ton teerhoudend asfaltgranulaat vanuit Frankrijk naar Nederland (Moerdijk). Bij besluit van 23 september 2021 heeft de staatssecretaris krachtens de artikelen 9 en 12 van de EVOA bezwaar gemaakt tegen de overbrenging van 1.500 ton afgewerkte bleekaarde vanuit België naar Nederland (Moerdijk).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2879
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202106851/1/R4, 202106852/1/R4, 202106853/1/R4 en 202106854/1/R4

202107353/1/V3

Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn besluit van 18 maart 2020, waarbij hij de vreemdeling had opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, aangevuld. Bij besluit van 1 november 2021 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2875
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107353/1/V3

202107500/2/V2

Bij besluiten van 31 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2873
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107500/2/V2

202107626/2/V3

Bij besluit van 23 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2874
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107626/2/V3

202107662/2/V2

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2872
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107662/2/V2

202107752/2/V2

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2941
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107752/2/V2

202005899/3/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 november 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraden mr. E. Steendijk, mr. G.M.H. Hoogvliet en mr. P.H.A. Knol als voorzitter, onderscheidenlijk leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202005899/1/A3. [verzoeker] heeft aan zijn wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat de schijn van vooringenomenheid en partijdigheid is gewekt omdat de staatsraden niet met inachtneming van de wettelijke termijnen de uitnodiging voor de zitting hebben verstuurd, hem niet om verhinderdata hebben gevraagd, zijn verzoeken om uitstel hebben afgewezen, het niet hebben toegestaan dat hij nadere stukken indiende en zonder hoor en wederhoor alleen contact hebben gehad met de wederpartij in verband met het plannen van een digitale zitting, terwijl hij geen digitale zitting wilde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2877
Datum uitspraak
21 december 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005899/3/A3

202107488/2/V2

Bij besluit van 23 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2867
Datum uitspraak
20 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107488/2/V2

202107571/2/V2

Bij besluit van 7 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2866
Datum uitspraak
20 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107571/2/V2

202107787/2/V3

Bij besluit van 29 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2871
Datum uitspraak
20 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107787/2/V3

202101592/1/V2

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2865
Datum uitspraak
17 december 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101592/1/V2

202101726/1/V2

Bij besluit van 23 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2864
Datum uitspraak
17 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101726/1/V2

202105079/1/V3

Bij besluit van 11 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2862
Datum uitspraak
17 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105079/1/V3

202105209/1/V3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2861
Datum uitspraak
17 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105209/1/V3

202106366/2/V2

Bij besluit van 6 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van een aan hem verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen en deze verblijfsvergunning ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2859
Datum uitspraak
17 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106366/2/V2

202005612/3/V3

Bij besluit van 1 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2858
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005612/3/V3

202005713/1/V3

Bij besluiten van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2857
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005713/1/V3

202105543/1/V3

Bij besluit van 26 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2856
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202105543/1/V3

202106320/1/V3

Bij besluit van 29 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2855
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202106320/1/V3

202107294/1/V1

Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2854
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107294/1/V1

202107521/1/V1

Bij besluit van 11 september 2021, aangevuld bij besluit van 14 september 2021, heeft het COa de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie (hierna: HTL) te Hoogeveen. Bij besluit van 14 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2853
Datum uitspraak
16 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107521/1/V1

202006596/1/V3

Bij besluit van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2804
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006596/1/V3

202102959/1/V3

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2805
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102959/1/V3

202103011/1/V1

Bij besluit van 17 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2806
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103011/1/V1

202104302/2/V1

Bij besluiten van 10 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2807
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104302/2/V1

202106589/2/V3

Bij besluit van 6 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken, de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2808
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106589/2/V3

202106782/1/V3

Bij besluit van 5 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2809
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202106782/1/V3

202107040/2/R1

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Overbetuwe aan het waterschap een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een leidingentracé voor het transport van afvalwater op percelen gelegen tussen het rioolgemaal in Zetten en de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Dodewaard. Ongeveer 3,6 km van deze leiding is gepland over het landgoed "De Heerlijkheid Hemmen" waarvan de Stichting het eigendom heeft. De Stichting vreest dat door de aanleg van de leiding via het daarvoor gekozen tracé de landschappelijke waarden van het landgoed worden aangetast. Volgens haar bestaat er een minder belemmerend alternatief voor het tracé van de leiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2800
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202107040/2/R1

202107041/2/R1

Bij besluit van 30 september 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Stichting op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht een plicht opgelegd tot het gedogen van de aanleg en instandhouding van een rioolwaterpersleiding, tracé Andelst-Zetten, met bijkomende werken. Ongeveer 3,6 km van deze leiding is gepland over het landgoed "De Heerlijkheid Hemmen" waarvan de Stichting het eigendom heeft. De Stichting vreest dat door de aanleg van de leiding via het daarvoor gekozen tracé de landschappelijke waarden van het landgoed worden aangetast. Volgens haar bestaat er een minder belemmerend alternatief voor het tracé van de leiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2801
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202107041/2/R1

202107616/2/V2

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2810
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107616/2/V2

202107634/1/V1 en 202107634/2/V1

Bij besluiten van 31 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2811
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107634/1/V1 en 202107634/2/V1

201808652/1/R2

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, ten behoeve van het inpassingsplan "N279 Veghel-Asten", met toepassing van artikel 83 van de Wet geluidhinder voor een aantal woningen hogere waarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege het wegverkeer. Het gaat om een aantal woningen aan de Scheepstal en De Wolfsputten in Helmond. De hogere waarden zijn vastgesteld ten behoeve van het inpassingsplan "N279 Veghel-Asten". De woningen waarvoor hogere waarden zijn vastgesteld staan langs het tracé van een nieuw weggedeelte, de zogenoemde omleiding Dierdonk. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen hebben aangevoerd dat de geluidbelasting op hun woningen te laag is berekend. Volgens [appellant sub 1] en anderen is de hoeveelheid vrachtverkeer op de omleiding Dierdonk onderschat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2848
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak201808652/1/R2

201900309/1/R2

Bij besluit van 7 december 2018 hebben provinciale staten van Noord-Brabant het inpassingsplan "N279 Veghel-Asten" vastgesteld. Het inpassingsplan maakt de aanpassing mogelijk van het gedeelte van de N279 dat zich bevindt tussen de A50 bij Veghel en de A67 bij Asten. In de huidige situatie is dat deel van de N279 een gebiedsontsluitingsweg, bestaande uit twee rijstroken en met een maximumsnelheid van 80 km/uur. Het inpassingsplan voorziet in een optimalisatie van het bestaande tracé en in een nieuwe omleiding om Helmond. Dit is één van de vier alternatieven die zijn onderzocht in het milieueffectrapport "MER N279 Veghel-Asten" van Arcadis van 16 mei 2018 (hierna: het MER), dat bij de voorbereiding van het plan is gemaakt. De optimalisatie van het bestaande tracé houdt onder meer in dat op het tracédeel in Veghel het aantal rijstroken wordt verdubbeld naar vier (2x2) en dat de meeste bestaande kruisingen op het tracé ongelijkvloers worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2782
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak201900309/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201900309/1/R2

201902476/1/A2

Bij uitspraak van 12 februari 2019 heeft de rechtbank het verzoek van [appellant] om het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek te veroordelen in de vergoeding van schade afgewezen. In hoger beroep is in geschil of [appellant] in zijn verdedigingsrechten is aangetast, omdat hij als gevolg van een door hem gestelde schending van artikel 8:56 van de Alwb niet aanwezig was op de zitting op 11 februari 2019 om 9.00 uur bij de rechtbank. [appellant] betoogt dat de rechtbank in strijd heeft gehandeld met artikel 8:56 van de Awb. Hij stelt de uitnodiging voor de zitting van 22 januari 2019 niet te hebben ontvangen. Ook als hij deze brief zou hebben ontvangen, is hij daarmee niet ten minste drie weken van tevoren uitgenodigd om op een in de uitnodiging te vermelden plaats en tijdstip te verschijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2817
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201902476/1/A2

201904649/1/R2

Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Zeeland aan de gemeente Schouwen-Duiveland een natuurvergunning verleend voor het herinrichten en in gebruik nemen van het fiets- en wandelpad Adriaan van de Weijdeweg-Moolweg in Burgh-Haamstede, in het Natura 2000-gebied Kop van Schouwen. De natuurvergunning is verleend voor de herinrichting en ingebruikname van een fiets- en wandelpad tussen de Adriaan van de Weijdeweg en de Moolweg in Burgh-Haamstede. De vergunning voorziet in het geschikt maken van een bestaand wandelpad voor fietsers en in de aanleg, waar mogelijk, van een nieuw vrijliggend wandelpad evenwijdig aan het fietspad. Het fiets- en het vrijliggende wandelpad worden elk maximaal 2,50 meter breed; op de plaats waar een gecombineerd fiets-/wandelpad komt wordt dit pad ook maximaal 2,50 meter breed. Het fietspad wordt over een lengte van 420 meter uitgevoerd met betonplaten en voor het overige door het vernieuwen van de bestaande schelpenverharding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2823
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201904649/1/R2

201906190/1/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op nagenoeg het gehele buitengebied van de gemeente Maasdriel. Casarca is eigenaar van het perceel Lange Weisteeg 3 in Ammerzoden. Zij heeft dit perceel op 18 september 2019 aangekocht. Dat was na de vaststelling van het bestemmingsplan op 26 juni 2019. De leveringsakte werd op 25 september 2019 gepasseerd. Op het perceel werd voorheen een champignonkwekerij geëxploiteerd. De daarvoor benodigde bebouwing is nog op het perceel aanwezig. Ook is op het perceel een tunnelgebouw aanwezig voor het maken van substraat voor de champignonteelt. Casarca wil de voorheen bestaande bedrijfsvoering weer opstarten. Zij kan zich niet verenigen met de bestemmingsregeling voor het perceel en heeft hierover verschillende beroepsgronden ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2849
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/1/R4

201907749/1/A2

Bij uitspraak van 24 september 2019 heeft de rechtbank een verzoek van [appellant] om de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (hierna: de staatssecretaris) te veroordelen tot schadevergoeding afgewezen. Bij brief van 15 mei 2019 heeft [appellant] de rechtbank verzocht de staatssecretaris op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Awb te veroordelen tot vergoeding van schade wegens onrechtmatige toepassing van de grensprocedure. Bij brief van 13 juni 2019 heeft hij ter toelichting van dat verzoek gesteld dat het behandelen van een aan de buitengrens ingediende asielaanvraag in de grensprocedure, zonder eerst te beoordelen of die aanvraag zich leent voor afdoening in die procedure, in strijd is met de Procedurerichtlijn (Richtlijn 2013/32/EU). Verder heeft hij aangevoerd dat hij niet is gehoord over de beslissing om de grensprocedure toe te passen, niet nader is onderzocht of de plaatsing in de grensprocedure noodzakelijk en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2816
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907749/1/A2

201908108/1/R3

Bij besluit van 7 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Ooststellingwerf het bestemmingsplan "Motorcrossterrein De Prikkedam" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt een bestaand motorcrossterrein van MSV De Prikkedam op het perceel Prikkedam 1A in Makkinga, als zodanig bestemd. Het bestemmingsplan maakt, op hoofdlijnen, motorcrosstrainingen en motorcrosswedstrijden mogelijk. De motorcrosstrainingen mogen plaatsvinden op woensdagmiddag en zondagochtend, voor ten hoogste drie aangesloten uren. De motorcrosswedstrijden mogen drie keer per jaar plaatsvinden, op zondag in de dagperiode, voor ten hoogste negen uren per dag. Verder maakt het plan activiteiten mogelijk die ondergeschikt zijn aan de motorcrosstrainingen en -wedstrijden, zoals dagrecreatief medegebruik en veldsporten. [appellant] woont op het perceel [locatie] in Makkinga. Zijn woning ligt op een afstand van ongeveer 152 m van het motorcrossterrein. [appellant] kan zich niet met het plan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2839
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201908108/1/R3

201909075/2/R4

Bij tussenuitspraak van 26 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1100 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Montferland opgedragen om binnen 16 weken na de verzending daarvan de gebreken in het besluit van 10 oktober 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Emmerikseweg 1-5 ‘s-Heerenberg" te herstellen. De Afdeling heeft onder overweging 4.2 van de tussenuitspraak overwogen dat de in het plan opgenomen termijn, waarna de uitsterfregeling geen gelding meer heeft, alleen in het geval van verbouwingswerkzaamheden onredelijk kort kan zijn. De termijn van 3 maanden, met een verlengingsmogelijkheid die gebonden is aan een maximale termijn van 12 maanden en welke verlengingsmogelijkheid alleen in één situatie in beeld komt, achtte de Afdeling te grofmazig en onvoldoende afgestemd op andere situaties, waarin een termijn van langer dan 3 maanden ook gerechtvaardigd zou kunnen zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2833
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201909075/2/R4

202000319/1/R3

Bij besluit van 8 mei 2018 heeft het college aan motorsportvereniging "De Prikkedam" (hierna: MSV De Prikkedam) een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een geluidscherm op het perceel Prikkedam 1A in Makkinga. Op 15 februari 2018 heeft MSV de Prikkedam een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een geluidscherm van 1,4 m hoog en 200 m lang op het perceel. De aanvraag ziet op de activiteiten bouwen en het milieuneutraal veranderen van een inrichting. [appellant] woont op het perceel [locatie] in Makkinga, op ongeveer 152 m afstand tot het perceel waar het geluidscherm wordt aangelegd. [appellant] heeft zicht op het geluidscherm. [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2843
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000319/1/R3

202000678/1/R4

Bij besluit van 26 november 2019 heeft het bestuur van de Nederlandse Emissieautoriteit een verzoek van Catom om haar jaarverplichting als bedoeld in titel 9.7 van de Wet milieubeheer voor het kalenderjaar 2018 gewijzigd vast te stellen, afgewezen. Catom is groothandelaar in minerale oliën. Zij is actief op het gebied van handel, distributie en verkoop van brandstoffen. Volgens Catom wordt een zeer groot deel van de door haar geleverde brandstoffen geleverd voor verbruik in mobiele machines, landbouwtrekkers en bosbouwmachines. Catom is van mening dat leveringen anders dan voor vervoer niet onder de jaarverplichting vallen. En als dit wel zo is, is er volgens haar sprake van strijd met het Unierecht. Bovendien is Catom van mening dat de terugwerkende kracht die aan de wetswijziging van 1 juli 2018 is gegeven, tot 1 januari 2018, onrechtmatig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2842
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202000678/1/R4

202001643/1/R3

Bij besluit van 6 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van de winkels op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Den Haag alsmede het veranderen van het gebruik van de winkel op het perceel [locatie 2] te Den Haag tot restaurant-café. Het bouwplan, waarvoor [vergunninghouder] op 21 december 2017 een omgevingsvergunning heeft aangevraagd, voorziet in het splitsen van de winkels op de percelen en in het veranderen van het gebruik van één winkel naar een restaurant-café op het perceel met een bruto vloeroppervlak van 62,7 m2. De aanvraag heeft volgens het college betrekking op de activiteiten bouwen van een bouwwerk en handelen in strijd met de regels van een beheersverordening als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2822
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001643/1/R3

202002628/1/A2

Bij besluit van 14 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek een verkeersbesluit genomen. [appellant] woont en houdt kantoor aan het einde van de parallelweg van de Oversluis te Ulft in de onmiddellijke nabijheid van de kruising van de Oversluis met de N317. Bij besluit van 19 januari 2011, gehandhaafd bij besluit van 18 december 2012, heeft het college in het kader van de reconstructie van de parallelweg en een gedeelte van de hoofdrijbaan Oversluis in Ulft onder meer besloten om het vrijliggende verplichte fietspad direct langs de parallelweg van de Oversluis op te heffen. [appellant] is tegen deze besluitvorming opgekomen. De bij het besluit van 19 januari 2011 genomen verkeersmaatregelen zijn onherroepelijk geworden met de uitspraak van de Afdeling van 19 maart 2014, ECLI:NL:RVS:2014:958, waarbij het hoger beroep van [appellant] ongegrond is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2831
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002628/1/A2

202002755/1/A2

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende een verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is sinds 1999 eigenaar van een woning aan de [locatie 1] in Leende. Hij heeft het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij in de vorm van waardevermindering van zijn woning heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Kom Leende-Leenderstrijp 2015" op 16 maart 2016. Met dit plan is de bestemming van het naast zijn woning gelegen perceel [locatie 2] gewijzigd, waardoor op het perceel onder meer een café mag worden gevestigd. Het geschil tussen partijen ziet op de vraag of [appellant] door de inwerkingtreding van het nieuwe plan in een planologisch nadeliger situatie is komen te verkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2827
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002755/1/A2

202003511/1/R2

Bij besluit van 1 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Loosbroek door meer dan één huishouden te (laten) staken en gestaakt te (laten) houden. [appellant] is sinds 1994 eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Loosbroek. In het verleden exploiteerde hij een groentewinkel in de benedenverdieping van het pand. Nadat hij dit gebruik heeft beëindigd, is hij zowel de benedenwoning als de bovenwoning van het pand op het perceel gaan verhuren. Het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Bestemmingsplan De kommen van Bernheze" is op 1 juni 2011 vastgesteld en kent de bestemming "Wonen" en de aanduiding "vrijstaand" aan het perceel toe. Op 13 april 2018 is er door toezichthouders van de gemeente een controle uitgevoerd op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2813
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003511/1/R2

202003804/1/V2

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling is afkomstig uit Soedan en heeft aan zijn opvolgende asielaanvraag onder meer ten grondslag gelegd dat hij in Soedan een gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade vanwege zijn in Nederland verrichte politieke activiteiten, gericht tegen de regering van Omar Al-Bashir. Deze regering is op 11 april 2019 na een staatsgreep door het Soedanese leger afgezet, waarna op 17 augustus 2019 een transitieregering in Soedan aan de macht is gekomen. In de derde grief klaagt de vreemdeling dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de vreemdeling geen nieuwe elementen of bevindingen heeft aangevoerd die een ander licht kunnen werpen op de afwijzing van zijn eerdere asielaanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2792
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003804/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003804/1/V2

202003946/1/R2

Bij besluit van 16 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rucphen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen en het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van een vervangende woning aan de [locatie] in Schijf. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel. Hij heeft op 31 december 2018 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het vervangen van de woning op dit perceel. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college de aangevraagde omgevingsvergunning verleend, waarbij ook is bepaald dat de vervangende woning pas na de sloop van de bestaande woning gebouwd mag worden. SMT is een metaalbewerkingsbedrijf dat is gevestigd aan de Scherpenbergsebaan 49 in Schijf. De inrichting van SMT ligt op een afstand van circa 210 m van het perceel. SMT vreest door de aanwezigheid van kwetsbare objecten in de directe omgeving van de inrichting, zoals de te bouwen vervangende woning, in de bedrijfsvoering te zullen worden belemmerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2819
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202003946/1/R2

202004898/1/A2

Bij besluit van 7 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer het verzoek van [appellant sub 1] om een tegemoetkoming in door hem geleden planschade, voor zover thans van belang, toegewezen en hem een bedrag van € 6.000,-, exclusief wettelijke rente, toegekend. [appellant sub 1] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Zoetermeer (hierna: de woning). Bij brief van 10 november 2016 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in door hem geleden planschade als gevolg van de inwerkingtreding van onder meer het bestemmingsplan ‘Verlenging derde baan SnowWorld’. Volgens hem is door de planologische wijzigingen het woon- en leefklimaat verslechterd, evenals de situeringswaarde van de woning. Hierdoor is de woning minder waard geworden, aldus [appellant sub 1]. Het college heeft over het op het verzoek te nemen besluit advies gevraagd aan de SAOZ.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2829
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202004898/1/A2

202005052/1/V2

Bij besluit van 20 maart 2020, aangevuld bij brief van 15 juli 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen. Deze uitspraak gaat over de risico's bij terugkeer voor Soedanese vreemdelingen die, zoals de vreemdeling in deze zaak, in Nederland hebben deelgenomen aan demonstraties gericht tegen de Soedanese machthebbers in het licht van de situatie onder de transitieregering in dat land. Vreemdelingen die in Nederland of in Soedan aan dergelijke activiteiten hebben deelgenomen zullen in deze uitspraak ‘politieke activisten’ genoemd worden. De vreemdeling, die sinds 2001 in Nederland verblijft, heeft sinds 2013 in Nederland deelgenomen aan verschillende demonstraties tegen de toenmalige regering van Al-Bashir.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2793
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005052/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202005052/1/V2

202005133/1/R1

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Weesp het exploitatieplan "Eerste herziening exploitatieplan Bloemendalerpolder" vastgesteld. Het project Bloemendalerpolder voorziet in de herontwikkeling van een landbouwgebied in Weesp tot een woonwijk met 2.750 woningen en commerciële en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast is ruimte gereserveerd voor de aanleg van een landschappelijke inpassing van de locatie in de vorm van "structureel groen en water" en voor de aanleg van een ontsluitingsweg tussen de A1, de Bloemendalerpolder en Weesp. Om de ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken zijn op 11 juli 2016 twee bestemmingsplannen vastgesteld, namelijk het bestemmingsplan "Bloemendalerpolder voormalig grondgebied Muiden" en het bestemmingsplan "Bloemendalerpolder Weesp". Bij beide plannen hoort het eveneens door de raad op 11 juli 2016 vastgestelde exploitatieplan "Bloemendalerpolder".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2825
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202005133/1/R1

202005632/1/A3

Bij besluit van 5 juli 2019 heeft de burgemeester van Tilburg gelast het pand aan de [locatie] te Tilburg te sluiten voor de duur van twaalf maanden. [wederpartij] is eigenaar van [eetcafé] dat is gevestigd aan de [locatie] te Tilburg. Op basis van meerdere meldingen vermoedde de politie dat in het eetcafé drugs werden gedeald en gebruikt. Op 17 april 2019 is door een observatieteam van de politie bij het eetcafé een voorverkenning gedaan. Het observatieteam meldde getuige te zijn geweest van vermoedelijk een drugsdeal voor de deur van het eetcafé. Vervolgens is de politie die dag met veertien agenten en een speurhond het eetcafé binnengevallen. Bij die doorzoeking is in een shagbuil en in een jas in totaal 6,38 g hasj gevonden. Hasj is een softdrug en staat op lijst II, behorend bij de Opiumwet. Tussen de tafels werd een zak aangetroffen, met daarin kleine gripzakjes met wit poeder. Die zak was daar neergegooid nadat de politie het eetcafé binnenviel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2826
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005632/1/A3

202005692/1/R2

Bij besluit van 27 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goirle aan Fundament Real Estate een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van vier appartementen en de aanleg van een uitrit aan de [locatie 1] tot en met [locatie 2] in Goirle. [partij] is sinds 2008 eigenaar van het perceel [locatie 1] in Goirle, dat tot 2018 kadastraal bekend stond als gemeente Goirle, sectie A, nummer 3554. Dit perceel is in 2018 gesplitst in de percelen 5372 en 5373. [partij] heeft in hetzelfde jaar het perceel 5372 aan [appellant] verkocht en in eigendom overgedragen. [appellant] is sinds 2017 eigenaar van het perceel 4647 met het woonadres [locatie 3] in Goirle. Hij heeft een woning over de volle breedte van dit perceel laten bouwen. Het perceel 5372 is toegevoegd aan zijn achtertuin. De aldus vergrote achtertuin grenst aan de achterkant aan het buurperceel 5373, aan één zijde aan twee buurpercelen met woningen en aan de andere zijde aan een gemeentelijk plantsoen en de Rillaerse Baan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2818
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005692/1/R2

202005812/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2017 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 8.100,-. Op 3 februari 2016 heeft een inspecteur van de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een controle uitgevoerd bij door [appellante] uitgevoerde werkzaamheden op naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. Ter plaatse voerde [appellante] werkzaamheden uit om asbest te verwijderen. Volgens de inspecteur waren tijdens de werkzaamheden geen of onvoldoende preventieve en bronmaatregelen toegepast om verspreiding van vezels van asbest te voorkomen. De toegepaste maatregelen waren niet zodanig ingericht dat geen asbeststof werd geproduceerd of dat er geen asbeststof in de lucht vrijkwam. Daarnaast was de ter plaatse werkzame kraanmachinist volgens de inspecteur niet in het bezit van de juiste certificaten van vakbekwaamheid om asbest te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2821
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202005812/1/A3

202006315/1/A3

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] heeft op 12 maart 2019 een urgentieverklaring op grond van de Amsterdamse Huisvestingsverordening 2016 (hierna: verordening) aangevraagd. Zij heeft daarbij als toelichting gegeven dat zij na de verhuizing van haar moeder, vier jaar daarvoor, dakloos is geworden. Ze sliep sindsdien bij vrienden en kennissen. Ze wordt gestalkt, bedreigd en mishandeld door haar ex-vriend. Ze heeft een huis aangeboden gekregen in Aalsmeer waar ze niet wilde wonen. Haar vrienden, school en werk waren destijds in Amsterdam. Ze kon zich de reiskosten van Aalsmeer naar Amsterdam niet veroorloven. Ze had de urgentieverklaring toen en ook nu nog hard nodig. Ze woont nu in illegale onderhuur in een kamer in Amsterdam, wordt daar bedreigd door haar ex-vriend en anderen en heeft dringend andere woonruimte nodig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2815
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006315/1/A3

202006485/1/A3

Bij besluit van 14 december 2018 heeft de staatssecretaris een bestuurlijke boete van € 31.500,00 aan [appellant] opgelegd wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De staatssecretaris heeft het bezwaar van [appellant] bij het besluit van 26 juli 2019 wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Daaraan heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd dat het bezwaarschrift na afloop van de wettelijke termijn voor het indienen ervan is ingediend. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het besluit van 14 december 2018 niet op de juiste wijze bekend is gemaakt, althans dat de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar is. De staatssecretaris heeft het besluit gestuurd naar een adres in Polen, waar hij sinds 18 juli 2018 niet meer woonde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2845
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006485/1/A3

202006551/1/R1

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst ten behoeve van het bestemmingsplan "Landbouwweg Vogelwaarde, uitbreiding [hoefijzerfabriek] Vogelwaarde, wegbestemmen bedrijf Magdalenastraat Heikant" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Het bestemmingsplan "Landbouwweg Vogelwaarde, uitbreiding [hoefijzerfabriek] Vogelwaarde, wegbestemmen bedrijf Magdalenastraat Heikant" voorziet in de aanleg van een landbouwweg ten oosten van de kern Vogelwaarde. Ook voorziet het bestemmingsplan in de uitbreiding van de aanwezige [hoefijzerfabriek]. De ontsluiting van de hoefijzerfabriek zal met name via de landbouwweg plaatsvinden, waarmee zwaar vrachtverkeer van en naar de hoefijzerfabriek in de kern van Vogelwaarde wordt verminderd. Om de bedrijfsuitbreiding van de hoefijzerfabriek mogelijk te maken is het wegbestemmen van een bedrijfslocatie ergens anders noodzakelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2820
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Geluid
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202006551/1/R1

202006684/1/A3

Bij besluit van 5 december 2019 heeft de korpschef van politie de aan [bedrijf] verleende toestemming om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten ingetrokken. [appellant] had een nevenbaan als beveiliger bij [bedrijf], een beveiligingsbedrijf te Apeldoorn. Op 20 juni 2018 heeft de korpschef aan dit bedrijf toestemming verleend om [appellant] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De korpschef heeft de toestemming bij het besluit van 5 december 2019 ingetrokken. Bij het besluit van 24 april 2020 heeft hij de intrekking gehandhaafd, omdat hij [appellant] onvoldoende betrouwbaar acht om beveiligingswerkzaamheden te verrichten en de belangen van de veiligheidszorg of de goede naam van de bedrijfstak niet te schaden. De korpschef baseert de intrekking op een video van een optreden van [appellant] als beveiliger op een feest tijdens de Nijmeegse Vierdaagse.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2840
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202006684/1/A3

202006876/1/A3

Bij besluit van 25 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar een verzoek van [appellant] op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens buiten behandeling gesteld. Op 16 juni 2017 heeft [appellant] het college onder verwijzing naar artikel 35 van de Wbp verzocht om hem een compleet overzicht te verstrekken van alle over hem digitaal en op andere wijze verwerkte persoonsgegevens in de periode van 17 juli 2014 tot 16 juni 2017. Het college heeft dit verzoek buiten behandeling gesteld. Nadat de rechtbank het besluit van 3 april 2018 tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van [appellant] tegen de buitenbehandelingstelling van het verzoek heeft vernietigd, heeft het college bij besluit van 7 maart 2019 alsnog een overzicht aan [appellant] verstrekt van de over hem verwerkte persoonsgegevens in de periode van 17 juli 2014 tot 7 maart 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2836
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202006876/1/A3

202006965/1/R4

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Leusden het bestemmingsplan ‘[partij] Campus’ vastgesteld. Op een perceel aan de Zuiderinslag in de gemeente Leusden, exploiteert [partij] een bedrijf dat zich hoofdzakelijk bezighoudt met de handel in en reparatie van auto’s, motorfietsen en aanhangers en de handel in auto-onderdelen en -accessoires. Het bestemmingsplan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de uitbreiding van bebouwing voor de bedrijfsactiviteiten van [partij]. Doel is een flexibel bestemmingsplan, waarbij wordt geanticipeerd op toekomstige activiteiten. [appellant] woont in de omgeving van [partij], op het perceel [locatie]. Hij vreest meer licht- en geluidhinder voor omwonenden als gevolg van het bestemmingsplan en meent dat er meer aan gedaan moet worden om die hinder te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2832
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202006965/1/R4

202100348/1/A2

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught een verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] heeft op 4 januari 2005 gekocht en is omstreeks 24 oktober 2005 eigenaar geworden van de woning [locatie] te Helvoirt (hierna ook: de woning). Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 27 september 2012 vastgestelde bestemmingsplan "Den Hoek". Het nieuwe bestemmingsplan maakt op gronden tegenover de woning van [appellant] de realisering van een nieuwe woonwijk mogelijk, terwijl deze gronden voorheen onbebouwd waren. Volgens [appellant] leidt deze planologische verandering tot waardedaling van de woning, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2846
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100348/1/A2

202100503/1/A3

Bij besluit van 18 september 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aanvraag van [wederpartij] tot het vernieuwen van zijn vaarbevoegdheidsbewijs, afgewezen. [wederpartij] heeft in 2019 een aanvraag gedaan tot het vernieuwen van zijn vaarbevoegdheidsbewijs. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat [wederpartij] niet in het bezit was van alle benodigde certificaten. Hierdoor beschikte [wederpartij] niet over de bekwaamheidsbewijzen die vereist zijn voor afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs. Daarnaast was [wederpartij] op het moment van de aanvraag niet in het bezit van een geldig vaarbevoegdheidsbewijs. Zijn vaarbevoegdheidsbewijs was op dat moment langer dan vijf jaar verlopen. De minister betoogt dat de rechtbank een verkeerde toepassing heeft gegeven aan artikel 8 van het Besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2844
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100503/1/A3

202100571/1/A3

Bij besluit van 28 februari 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellanten sub 2] een noodbevel gegeven voor de duur van drie maanden. Bij besluit van 5 juli 2019 heeft de burgemeester het door [appellanten sub 2] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het noodbevel voor de periode van 27 maart 2019 tot 28 mei 2019 herroepen. [appellanten sub 2] wonen in een rijtjeswoning aan het [locatie] te Rotterdam. De woning is gelegen in een kindvriendelijke woonwijk met een kinderspeelplaats voor de deur. Op 13 februari 2019 heeft een anonieme beller bij de politie gemeld dat zich in de woning vermoedelijk kogelgaten bevinden en op 17 februari 2019 heeft een buurtbewoner bij de politie gemeld dat de woning ’s nachts beschoten is. De rechtbank heeft overwogen dat de burgemeester op basis van de schietincidenten het standpunt mocht innemen dat zich een noodsituatie voordeed en dat door herhaling binnen zeer korte tijd sprake is van een ernstige vrees voor het ontstaan ervan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2838
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100571/1/A3

202100629/1/R1

Bij besluit van 22 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,00 ineens gelast om binnen zes weken na dagtekening van het besluit aan de achtergevel aan de [locatie] te verwijderen en verwijderd te houden de afvoerpijp met installatiekast, inclusief de bijbehorende bevestigingsmaterialen en de restanten van de reeds verwijderde afvoerpijp (het gedeelte dat nog uit het dak steekt). Het gebouw aan de [locatie] in Amsterdam is opgesplitst in meerdere appartementsrechten. [appellant] is eigenaar van de bedrijfsruimte op de begane grond. Daarboven bevinden zich drie appartementen die worden bewoond. Onder meer de eigenaren en/of bewoners van de appartementen met als adres [locatie] II en III hebben een verzoek tot handhaving ingediend vanwege de overlast die zij ervaren van de afvoerpijp die is geplaatst ten behoeve van de bedrijfsruimte van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2834
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100629/1/R1

202100650/1/R1

Bij besluit van 13 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer geweigerd [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een frame en zonnescherm op het dakterras bij het appartement aan de [locatie] in Hoofddorp. [appellant] is eigenaar van het op de zesde verdieping van een gebouw gelegen appartement. Hij heeft omgevingsvergunningen aangevraagd voor het plaatsen van een frame met zonnescherm en een windscherm op zijn dakterras. Bij besluiten van 13 en 14 augustus 2019, gehandhaafd bij besluit van 10 december 2019, heeft het college geweigerd de omgevingsvergunningen te verlenen. Het college heeft aan de weigering omgevingsvergunningen te verlenen ten grondslag gelegd dat de bouwactiviteiten waarvoor van [appellant] vergunning vraagt niet voldoen aan redelijke eisen van welstand. [appellant] heeft eerder een serre/tuinkamer gebouwd op het dakterras zonder een daarvoor vereiste omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2841
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100650/1/R1

202100816/1/A3

Bij besluit van 13 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal het verzoek van Fietsersbond en Wandelnet om handhavend op te treden tegen het plaatsen van een hek nabij het adres [locatie] in Aerdenhout afgewezen. Fietsersbond en Wandelnet hebben het college gevraagd om het hek nabij het adres [locatie] in Aerdenhout te laten verwijderen. Dat deel van de Boekenroodeweg (hierna: het Laantje) ligt weliswaar op grond van particulieren, maar is volgens hen een openbare weg. Het hek staat er volgens Fietsersbond en Wandelnet dus in strijd met artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening 2017. Het college vindt dat het Laantje niet openbaar is geworden en dat de APV 2017 niet wordt overtreden. Het heeft het verzoek daarom afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college dat terecht heeft gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2837
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100816/1/A3

202101046/1/A2

Bij besluit van 11 oktober 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorg- en huurtoeslag van [appellant] voor het jaar 2016 herzien en vastgesteld op nihil en een bedrag van € 4.940,00 aan teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. [appellant] heeft over 2016 zorg- en huurtoeslag ontvangen. De Belastingdienst/Toeslagen heeft bij het besluit van 11 oktober 2019, gehandhaafd bij het besluit van 6 april 2020, de zorg- en huurtoeslag van [appellant] over 2016 herzien en vastgesteld op nihil naar aanleiding van gewijzigde gegevens over het inkomen van [appellant]. De inspecteur heeft het verzamelinkomen van [appellant] vastgesteld op € 51.601,00, waardoor zijn inkomen hoger is dan de inkomensgrenzen voor zorg- en huurtoeslag in 2016. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de Belastingdienst/Toeslagen bij de herziene vaststelling van de zorg- en huurtoeslag over 2016 is uitgegaan van het juiste inkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2828
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202101046/1/A2

202101191/1/A2

Bij besluit van 6 september 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag van [appellante] voor het jaar 2015 vastgesteld op nihil en een bedrag van € 1.061,00 aan teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. [appellante] heeft over 2015 en 2016 voorschotten zorgtoeslag ontvangen. Bij de besluiten van 6 september 2019 en 15 november 2019, gehandhaafd bij de besluiten van 21 oktober 2019 en 30 maart 2020, heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag van [appellante] over 2015 en 2016 vastgesteld op nihil en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. De Belastingdienst/Toeslagen heeft hieraan ten grondslag gelegd dat het vermogen van [appellante] de vermogensgrens voor zorgtoeslag overschrijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2830
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202101191/1/A2

202101344/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft het CBR aan [appellant] een onderzoek naar de rijvaardigheid opgelegd. Op 23 december 2018 heeft de Politie Eenheid Den Haag aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Daarin staat dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid vereist voor het besturen van de categorieën B, BE en AM van motorrijtuigen waarvoor het rijbewijs is afgegeven, omdat hij op 22 december 2018 herhaaldelijk over een dubbel getrokken middenstreep op de weg reed en meerdere malen op vreemde plaatsen zijn rempedaal kort induwde. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte niet heeft meegewogen dat de waarnemingen van de agent niet in een ambtsedig proces-verbaal of in een mutatierapport zijn opgenomen. Ook is de mededeling van 23 december 2018 inhoudelijk onvoldoende nauwkeurig en uitgebreid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2851
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202101344/1/A2

202101824/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het verdiepen van de keldervloer, het verlagen van het dak van de kelder, het realiseren van twee koekoeken in de kelder en het realiseren van een zwembad op het dak van de kelder op het perceel [locatie] in Amsterdam. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] in Amsterdam. Op 16 maart 2016 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van de kelder onder het pand op dit perceel. De werkzaamheden hiervoor zijn inmiddels afgerond. Op 23 mei 2018 heeft [appellant] een nieuwe aanvraag bij het college ingediend, welke aanvraag bij brief van 10 augustus 2018 is gewijzigd, voor het in afwijking van de op 16 maart 2016 verleende vergunning verdiepen van de keldervloer, het realiseren van twee koekoeken in de kelder en het realiseren van een zwembad op het dak van de kelder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2835
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101824/1/R1

202102009/1/R4

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bunnik aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bedrijfshal ten behoeve van fruitverwerking op het perceel [locatie] in Werkhoven. [vergunninghoudster] is eigenaar van het perceel. Op het perceel wordt een fruitteeltbedrijf geëxploiteerd, in het bijzonder een perenteeltbedrijf. [vergunninghoudster] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd en gekregen voor het bouwen van een nieuwe bedrijfshal op het perceel. In de bedrijfshal is er onder meer ruimte voor het sorteren, verpakken, opslaan en koelen van fruit. In totaal komen er in de bedrijfshal 22 koelcellen, waarvan 14 bestemd voor langdurige koeling. [appellanten] wonen nabij het perceel. Zij zijn bang dat het gebruik van de bedrijfshal tot hinder voor de omgeving zal leiden, onder meer door een toename van het verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2824
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102009/1/R4

202102055/1/A3

Altvoorde heeft de raad van de gemeente Voorschoten verzocht om twee namen aan te brengen op het oorlogsmonument ‘Zij die vielen’ aan de Koningin Julianalaan in Voorschoten. Zij heeft bezwaar gemaakt tegen het door het college niet tijdig nemen van een besluit daarover. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het al dan niet plaatsen van namen op het monument geen besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Van een situatie waarin gesproken kan worden van het niet tijdig nemen van een besluit kan daarom geen sprake zijn, aldus de rechtbank. Altvoorde betoogt allereerst dat de uitspraak van de rechtbank geen stand kan houden vanwege formele gebreken. Volgens Altvoorde brengt het vermelden van de namen op het monument wel een verandering in de bestaande rechtspositie van de gemeente Voorschoten teweeg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2814
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak202102055/1/A3

202102067/1/V2

Bij besluit van 18 december 2020 heeft e staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen. De vreemdeling is afkomstig uit Soedan en heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in Soedan een gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade vanwege zijn in Nederland verrichte politieke activiteiten, gericht tegen de regering van Omar Al-Bashir. Deze regering is op 11 april 2019 na een staatsgreep door het Soedanese leger afgezet, waarna op 17 augustus 2019 een transitieregering in Soedan aan de macht is gekomen. In de grieven klaagt de vreemdeling dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de staatssecretaris voldoende de actuele situatie in Soedan heeft betrokken bij zijn motivering van het standpunt dat de vreemdeling geen risico in voormelde zin aannemelijk heeft gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2794
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102067/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202102067/1/V2

202102321/1/R4

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht Golfclub Amelisweerd onder oplegging van een dwangsom gelast binnen zes weken na verzenddatum van dat besluit onder meer zand, puin en betonplaten te verwijderen van het perceel Mereveldseweg 7 te Utrecht. [appellant] woont naast het terrein van de golfclub. In strijd met de regels van het bestemmingsplan werd een deel van dat terrein gebruikt voor opslag van onder meer zand en puin op betonplaten. Na een verzoek om handhaving van [appellant] heeft het college de golfclub bij besluit van 4 maart 2020 gelast de overtreding ongedaan te maken binnen zes weken na verzenddatum van dat besluit. Op 27 maart 2020 heeft de golfclub het college verzocht om verlenging van de begunstigingstermijn, omdat de golfclub vanwege de landelijke maatregelen tegen covid-19 gesloten moest worden en daarom verwachtte te weinig personeel en financiële middelen beschikbaar te zullen hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2850
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102321/1/R4

202103124/1/R1

Bij besluit van 26 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borsele omgevingsvergunning verleend aan Hoondert Beheer B.V. voor het maken, hebben en onderhouden van een uitweg aan de Heinkenszandseweg 19 te ’s-Heerenhoek. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. Het bedrijf van Hoondert Beheer B.V. ligt aan de Heinkenszandseweg 19 te ’s-Heerenhoek. Het bedrijf van Sagro Holding Zeeland B.V. ligt daar recht tegenover aan de Heinkenszandseweg 22. Op dit moment is het perceel Heinkenszandseweg 19 door middel van twee in- en uitritten ontsloten. Het zware materieel van het bedrijf bereikt het openbare wegennet via een in- en uitrit aan de Nassauweg, een zijweg van de Heinkenszandseweg (N667). In de toekomstige situatie is een nieuwe in- en uitrit beoogd tussen de percelen Heinkenszandseweg 19 en 23. Sagro Holding Zeeland B.V vreest voor verkeersonveilige situaties als gevolg van deze aanpassing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2847
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103124/1/R1

202103322/4/R1

Tijdens de zitting op 15 december 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. E. Helder (hierna: de staatsraad) als voorzitter van de Afdeling belast met de behandeling van de zaak nr. 202103322/1/R1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2868
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202103322/4/R1

202104281/1/A2

Bij uitspraak van 28 april 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 15 juli 2019 ongegrond verklaard. [verzoeker] is sinds 21 november 1977 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Muiderberg. De woning ligt in de nabijheid van de A1. [verzoeker] heeft de minister verzocht om vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van het besluit van 21 maart 2011 tot vaststelling van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere en het besluit van 23 september 2014 tot wijziging van dat tracébesluit. Het Tracébesluit 2011 voorziet onder meer in de verbreding van de A1 en de aanleg van een busbaan ter hoogte van de woning. Het Tracébesluit 2014 voorziet onder meer in de aanleg van een nieuwe spoorbrug over de A1 ter hoogte van de woning. Aan de aanvraag heeft [verzoeker] ten grondslag gelegd dat hij schade heeft geleden in de vorm van waardevermindering van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2812
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Herziening
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202104281/1/A2

202104510/1/V3

Bij besluit van 5 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen. De vreemdeling komt uit Sudan en heeft in Malta eerder een verzoek om internationale bescherming ingediend. De staatssecretaris heeft de door de vreemdeling in Nederland ingediende asielaanvraag niet in behandeling genomen, omdat volgens hem Malta daarvoor verantwoordelijk is. Deze uitspraak gaat over de vraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de staatssecretaris voor Malta ten onrechte van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgaat, gelet op de beschikbare informatie over met name de detentie van Dublinclaimanten in Malta en hun detentieomstandigheden, opvangvoorzieningen en mogelijkheden voor toegang tot een effectief rechtsmiddel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2791
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104510/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202104510/1/V3

202105331/1/A3 en 202105331/2/A3

Op 22 januari 2021 heeft [wederpartij] bij de rechtbank beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op een door hem ingediend verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 21 augustus 2020. [wederpartij] heeft de minister verzocht om openbaarmaking van documenten over de persconferenties die over de coronacrisis zijn gehouden. Het geschil gaat over de vraag of de door de minister toegepaste gefaseerde werkwijze met betrekking tot de afhandeling van Wob-verzoeken over de coronacrisis in overeenstemming is met de Wob, of de rechtbank een juiste besluittermijn heeft opgelegd en wat daarbij een passende dwangsom is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2863
Datum uitspraak
15 december 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105331/1/A3 en 202105331/2/A3

202005912/1/V3

Bij besluit van 15 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2799
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005912/1/V3

202101539/2/V2

Bij besluit van 13 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2803
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101539/2/V2

202103148/1/V1

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen dan wel een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen afgewezen en de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier niet verlengd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2798
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202103148/1/V1

202103790/1/V1

Bij besluit van 24 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2797
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103790/1/V1

202104479/2/V2

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2796
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104479/2/V2

202107733/2/V2

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2802
Datum uitspraak
14 december 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107733/2/V2

202101026/1/V2

Bij besluit van 18 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2790
Datum uitspraak
13 december 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101026/1/V2

202104914/1/V1

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2789
Datum uitspraak
13 december 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104914/1/V1
vorige pagina1...192193194...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon