Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.510
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202006250/1/A2

Bij besluit van 26 juli 2019 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) het verzoek van [appellant] om wijziging van de datum eerste toelating van het voertuig met kenteken [...] afgewezen. [appellant] is eigenaar van een Jaguar XJ12 Series 2 XJC 5.3 liter met kenteken [...]. Het gaat om een geïmporteerd voertuig. Bij de eerste afgifte van het kentekenbewijs op 28 november 1987 is voor het kenteken [...] onder bijzonderheden als bouwjaar 1978 opgenomen. De DET van dit voertuig is op 30 juni 1978 vastgesteld. [appellant] heeft gevraagd om wijziging van de DET van 30 juni 1978 in 22 maart 1976. Ten bewijze dat de geregistreerde DET onjuist is, heeft [appellant] een certificaat van de Jaguar Daimler Heritage Trust van 20 mei 2019 overgelegd waarin staat dat de afleverdatum 22 maart 1976 is. Bij wijziging van de DET kan [appellant] aanspraak maken op blauwe kentekenplaten. [appellant] betoogt dat de DET van het voertuig in het kentekenregister dient te worden gewijzigd in 1976.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1836
Datum uitspraak
18 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006250/1/A2

202006644/1/R3

Bij besluit van 30 november 2020 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "Martin Luther Kinglaan" vastgesteld. Bij besluit van 7 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 218 woningen aan de Martin Luther Kinglaan. Het bestemmingsplan voorziet in 218 woningen in een deel van de wijk Oosterheem in Zoetermeer. Het gaat om 177 appartementen en 41 eengezinswoningen. Het plangebied grenst aan de oostzijde aan de HSL-spoorlijn en de provinciale weg N209 en aan de west- en noordzijde aan bestaande woningen. [appellant] en anderen wonen in de wijk Oosterheem, veelal in de straten die grenzen aan het plangebied, en de meesten van hen hebben vanuit hun woningen ook zicht op het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan en de omgevingsvergunning, omdat zij te weinig inspraak hebben gehad bij de planvorming, het bestaande openbaar groen verloren gaat en daarmee ook het uitzicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1850
Datum uitspraak
18 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006644/1/R3

202100680/1/A2

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer opgelegd. De Politie Eenheid Noord-Holland heeft het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 medegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën A, AM, B en T te besturen. Aan deze mededeling ligt ten grondslag dat [appellant] volgens het door verbalisanten op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 23 september 2019 op deze datum is aangehouden op verdenking van overtreding van artikel 8 van de Wvw 1994 en dat daarbij een ademalcoholgehalte van 480 µg/l is geconstateerd. Omdat het geconstateerde ademalcoholgehalte tussen de 435 µg/l en 785 µg/l ligt, heeft het CBR [appellant] een EMA opgelegd. In geschil is of het bij [appellant] gemeten ademalcoholgehalte voldoende is komen vast te staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1835
Datum uitspraak
18 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100680/1/A2

202100783/1/A2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard vanaf 24 februari 2020. Op 17 juni 2019 heeft de politie van de eenheid Noord-Nederland aan het CBR mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Er is opgemerkt dat [appellant] op 23 februari 2019 een aanrijding veroorzaakte op een kruising. [appellant] reed meerdere verkeersborden omver en eindigde op een bewegwijzeringsbord/paal. [appellant] verklaarde later dat hij werd achtervolgd en dat hij voor de kruising zijn gordel had afgedaan. De verbalisanten waren ten tijde van de aanrijding op de kruising en hebben de aanrijding zien gebeuren. Zij constateerden echter dat er geen sprake was geweest van een achtervolging. Het CBR heeft aan [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1834
Datum uitspraak
18 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100783/1/A2

202006012/1/V1

Bij besluit van 8 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1821
Datum uitspraak
17 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006012/1/V1

202006427/1/V2

Bij besluit van 8 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1819
Datum uitspraak
17 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006427/1/V2

202100553/1/V2

Bij besluiten van 29 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om aan hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1820
Datum uitspraak
17 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100553/1/V2

202105110/2/V1

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1852
Datum uitspraak
17 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105110/2/V1

202103677/3/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 juli 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr C.H.M. van Altena (hierna: de staatsraad) belast met de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening, in de zaak nr. 202103677/2/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1818
Datum uitspraak
17 augustus 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202103677/3/A3

202006665/1/V3

Bij besluit van 30 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1811
Datum uitspraak
16 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006665/1/V3

202104818/2/V2

Bij besluit van 6 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1812
Datum uitspraak
16 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104818/2/V2

202105328/2/V2

Bij besluit van 18 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1829
Datum uitspraak
16 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105328/2/V2

202005899/2/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 juli 2021, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van de staatsraden E. Steendijk, P.H.A. Knol en G.M.H. Hoogvliet (hierna: de staatsraden) als leden van de meervoudige kamer belast met de behandeling van de zaak nr. 202005899/1/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1817
Datum uitspraak
16 augustus 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005899/2/A3

202006276/1/V3

Bij besluit van 9 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1816
Datum uitspraak
13 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006276/1/V3

202100470/1/V3

Bij besluiten van 3 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1813
Datum uitspraak
13 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100470/1/V3

202100510/1/V3

Bij besluiten van 3 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1815
Datum uitspraak
13 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100510/1/V3

202104112/2/R4

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het vellen van vijf bomen ten behoeve van bodemsanering op het perceel aan de Kovelaarstraat 32 in Utrecht. Het perceel is eigendom van Altro en DKB. Het perceel is een braakliggend terrein waarop diverse bomen staan. Altro en DKB willen op het perceel zeven woningen, zeventien parkeerplaatsen, infrastructuur en groenvoorzieningen realiseren. De omgevingsvergunningen voor het bouwproject zijn in twee fasen bij het college aangevraagd. De aanvraag voor de tweede fase heeft mede betrekking op het rooien van tien (andere) bomen op het perceel. De aldus aangevraagde omgevingsvergunningen zijn nog niet verleend, maar ontwerpbesluiten tot verlening daarvan zijn inmiddels ter inzage gelegd. [verzoeker A], [verzoeker B] en anderen hebben zienswijzen daartegen ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1806
Datum uitspraak
13 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202104112/2/R4

202104820/2/V3

Bij besluit van 19 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1814
Datum uitspraak
13 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104820/2/V3

202100268/1/V3

Bij besluit van 8 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1803
Datum uitspraak
12 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100268/1/V3

202100770/1/V3

Bij besluit van 13 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1804
Datum uitspraak
12 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100770/1/V3

202103957/2/V3

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1805
Datum uitspraak
12 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103957/2/V3

202104768/1/R4

Bij besluit van 16 juli 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Barneveld Reficem onder aanzegging van bestuursdwang gelast vóór 23 juli 2021 de geconstateerde overtredingen op het perceel aan de Garderbroekerweg 29 in Voorthuizen te beëindigen. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van Reficem komen. Reficem verwerkt vezelcementplaten tot een herbruikbare grondstof. Het gaat om platen die met name van daken van agrarische gebouwen zijn gesloopt. Reficem heeft haar bedrijfsactiviteiten verdeeld over mee dan één locatie, waaronder het perceel. Het perceel is eigendom van de gemeente Barneveld die het heeft verhuurd aan ProMid B.V. ProMid heeft het perceel met toestemming van de gemeente als eigenaar voor het tijdelijk opslaan en breken van de platen onderverhuurd aan Reficem. Op 13 april 2021 heeft Reficem met behulp van een mobiele puinbreker op het perceel platen gebroken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1786
Datum uitspraak
12 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104768/1/R4

202004744/4/A3

Staatsraad Borman heeft te kennen gegeven dat zijn echtgenote werkzaam is bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat partij is in deze zaak. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1807
Datum uitspraak
12 augustus 2021
  • Verschoning
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202004744/4/A3

202100881/1/V3

Bij besluit van 20 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1782
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100881/1/V3

202103484/1/R2 en 202103484/2/R2

Bij besluit van 29 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oss een aanvraag van [appellant] voor het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de begane grondverdieping van het gebouw aan de [locatie] te Oss, bestaande uit het gebruik ten behoeve van de bewoning in vier studio's, geweigerd. Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het gebouw aan de [locatie] te Oss te beëindigen en beëindigd te houden op straffe van een dwangsom van € 3.000,00 per constatering dat een appartement door meer dan één huishouden wordt bewoond. [appellant] is eigenaar van het gebouw op het perceel aan de [locatie] te Oss. Zowel de begane grond als de eerste verdieping van dit gebouw worden voor woningverhuur gebruikt. Het gebouw bestond voorheen uit een winkelruimte op de begane grond en één woning op de eerste verdieping.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1771
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202103484/1/R2 en 202103484/2/R2

202103549/2/R4

[verzoeker] heeft op grond van artikel 8:55f van de Awb beroep ingesteld tegen het uitblijven van de bekendmaking van een volgens hem van rechtswege gegeven omgevingsvergunning. [verzoeker] is eigenaar van het perceel [locatie] in Weesp. Het perceel is gelegen aan de Vecht in een bebouwingslint ten zuidoosten van de kern van Weesp. Op grond van het bestemmingsplan "Landelijk gebied Weesp" rust op het perceel de enkelbestemming "Wonen". Op het perceel staat echter geen woning, maar alleen een bijgebouw, omdat het perceel is afgesplitst van een ander perceel waarop wel een woning staat. Op 16 januari 2020 heeft [verzoeker] een omgevingsvergunning aangevraagd om in strijd met het bestemmingsplan het bijgebouw op het perceel als recreatieverblijf te kunnen gebruiken. Bij brief van 22 mei 2020 heeft [verzoeker] het college van burgemeester en wethouders van Weesp te kennen gegeven dat de door hem aangevraagde omgevingsvergunning inmiddels van rechtswege is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1770
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202103549/2/R4

202104522/2/V3

Bij besluit van 30 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1783
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104522/2/V3

202104838/2/V2

Bij besluit van 15 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1781
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104838/2/V2

201908219/1/R2

Bij besluit van 21 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venray aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vleesvarkensstal in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en het veranderen en het in werking hebben van een inrichting op het perceel [locatie 1] in Leunen. [appellante sub 2] exploiteert een varkenshouderij op het perceel. Hij heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor een nieuw te bouwen vleesvarkensstal voor de huisvesting van 2.880 vleesvarkens voorzien van een biologische combiluchtwasser met 85% ammoniak- en geurreductie. Het totale aantal te houden dieren komt daarmee op 10.319. [appellant sub 1] en anderen wonen in de omgeving van het perceel. Zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat wordt aangetast door het optreden van geurhinder als gevolg van verlening van de gevraagde vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1800
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908219/1/R2

202000648/1/R1

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de raad de raad van de gemeente Nieuwkoop het bestemmingsplan "Bio Divers Papeneiland" vastgesteld. Het plan maakt een recreatie-eiland mogelijk in de Langeraarse Plassen. Het eiland is ongeveer 1.900 m2 groot en komt ten zuiden van het Kerkpad tussen de dorpen Langeraar en Papenveer te liggen. Het eiland is door een brug verbonden met het Kerkpad en via het Kerkpad bereikbaar per fiets of lopend. Op het eiland worden verschillende voorzieningen mogelijk gemaakt (toiletten, informatie- en uitzichttoren, een zeecontainer voor opslag ten behoeve van de plaatselijke waterscouting-afdeling en een ligweide en zandstrandje). Er komen 5 ligplaatsen voor kleine vaartuigen zoals sloepen en roeiboten om - kort - af te meren. [appellant] vreest dat het gebruik van het eiland voor parkeeroverlast zal zorgen. Hij vreest verder dat het eiland en de uitkijktoren hangjongeren zullen aantrekken waardoor er een onveilige situatie zal ontstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1802
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202000648/1/R1

202001447/1/R4

Bij besluit van 15 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van de 80 woonunits in het pand aan de Wolfskuilseweg 279 tot en met 437 te Nijmegen vóór 1 augustus 2018 te beëindigen en beëindigd te houden. Indien op 1 augustus 2018 niet aan de last is voldaan, wordt een dwangsom verbeurd van € 1.000,00 per bewoonde unit, per maand dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 10.000,00 per unit. De Stichting is door inschrijving van de betreffende akte van levering van 9 mei 2019 in de openbare registers sinds 10 mei 2019 eigenaar van het pand, dat voorheen een kantoorpand was. In het pand zijn, zonder dat hiervoor een omgevingsvergunning is verleend, 80 wooneenheden gerealiseerd. Op grond van het ten tijde van de besluitvorming geldende bestemmingsplan "Nijmegen - West" had het perceel waarop het pand staat de bestemming "Gemengd".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1791
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001447/1/R4

202001449/1/R4

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen de aanvraag van [vergunninghouder] om een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een kantoor naar 80 zelfstandige wooneenheden en het restylen van de gevel van het pand op het perceel Wolfskuilseweg 279 in Nijmegen buiten behandeling gesteld. De stichting is eigenaar van het pand dat voorheen in gebruik was als kantoor. Het bouwplan voorziet in de realisatie van een zogenaamde "comfort box" in elke woning. De comfort box is een kast waar via een rooster aan de buitenkant van de gevel en een te openen raam in de woning lucht van buiten via een tussenruimte in de comfort box naar binnen kan en lucht van binnen naar buiten. Het rooster en het geluidsabsorberend materiaal in de comfort box moeten ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de voorkeurswaarden van de Wet geluidhinder. Alleen als dat het geval is, zijn de wooneenheden op grond van de regels van het bestemmingsplan "Nijmegen West" toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1794
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001449/1/R4

202001721/1/R4

Bij besluit van 2 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend voor het wijzigen van de legkippenhouderij op het perceel [locatie] te Vlodrop in een melkgeitenhouderij. [vergunninghouder] heeft op het perceel een agrarisch bedrijf en mag daar op grond van een milieuvergunning 70.600 legkippen houden. Op 24 november 2016 heeft hij een vergunning aangevraagd voor het houden van 1.600 melkgeiten en 400 opfokgeiten in plaats van de kippen. Bij het besluit van 2 februari 2017 heeft het college de gevraagde vergunning verleend. [appellant] woont in de omgeving van de inrichting van [vergunninghouder] en vreest voor gezondheidsklachten als gevolg van de geitenhouderij. De perceelgrens van [appellant] ligt op ongeveer 650 m afstand van de inrichting. [appellant] woont in de omgeving van de inrichting van [vergunninghouder] en vreest voor gezondheidsklachten als gevolg van de geitenhouderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1788
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202001721/1/R4

202002400/1/R3

Bij besluit van 11 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hengelo de aanvraag van [appellant sub 1] om een omgevingsvergunning voor het oprichten van 43 woningen aan de Venderinksweg nabij 64 (Aletta Jacobslaan) te Hengelo afgewezen. NPB Beheer B.V. en Megahome.nl Grond B.V. zijn bij vonnis van 20 juli 2016 door de rechtbank failliet verklaard. Daarbij is [appellant sub 1] als curator benoemd. In juni 2018 heeft [appellant sub 1], naar aanleiding van interesse van derden in een woningbouwontwikkeling op percelen die tot de failliete boedel behoorden, ambtelijk overleg gevoerd met het college. Op die percelen rustte op dat moment een woonbestemming. Vaststaat dat tijdens dit overleg door het college interesse is getoond om zelf de gronden aan te kopen vanwege een beoogde herbestemming. Het college heeft in een later gesprek ook aangegeven het voornemen te hebben om de woonbestemming te wijzigen in een groenbestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1796
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002400/1/R3

202002555/1/R4

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Nijmegen het bestemmingsplan "Nijmegen West - 8 (hoek Energieweg-Wolfskuilseweg)" vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan is een partiële herziening, die gedeeltelijk in de plaats treedt van het op 6 maart 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Nijmegen West". Over het voorheen geldende bestemmingsplan heeft de Afdeling bij uitspraak van 23 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1669, uitspraak gedaan. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Wolfskuilseweg en wordt aan de westzijde begrensd door de Energieweg. Het pand aan de Wolfskuilseweg 279/437 ligt in het plangebied. Het pand wordt in de volksmond ook wel het "Tiemstrapand" genoemd. De Stichting is eigenaar van het pand. Zij is voornemens om 80 woonunits in het pand te realiseren en heeft daarvoor een aanvraag om omgevingsvergunning gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1792
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002555/1/R4

202003008/1/R4

Bij brief van 16 december 2018 heeft [appellant] beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij uitspraak van 10 april 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Het college van burgemeester en wethouders van Doesburg heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven. [appellant] woont aan de [locatie] in Doesburg. Hij heeft groenpercelen van de gemeente Doesburg aangekocht. Daarna heeft hij twee blokhutten op de aangekochte percelen gebouwd. Hij heeft beroep bij de rechtbank ingesteld omdat hij het niet eens is met de gang van zaken rond de bouw van die blokhutten. [appellant] stelt zich op het standpunt dat de blokhutten zonder omgevingsvergunning mochten worden gebouwd. Nadat [appellant] de blokhutten had besteld en hij een aannemer had gecontracteerd voor de bouw daarvan, heeft de gemeente echter aan hem meegedeeld dat hiervoor een omgevingsvergunning nodig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1795
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003008/1/R4

202004051/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Bronckhorst het bestemmingsplan "Landelijk gebied; Veegplan 2020-1" vastgesteld. Zowel het plan van 4 juni 2020 als het plan van 29 oktober 2020 voorziet in wijzigingen van het op 17 mei 2017 vastgestelde bestemmingsplan "Landelijk gebied Bronckhorst" en daarin opgenomen veegplannen. Met de vaststelling van veegplannen worden nieuwe initiatieven en ambtshalve aanpassingen gebundeld. In de plantoelichting staat dat om wat betreft structuur en opbouw van de regels geen verschillen te krijgen tussen het plan voor het landelijk gebied en een veegplan, ervoor is gekozen de gehele bestemmingsregeling in een veegplan op te nemen, dus ook onderdelen die in zo'n veegplan niet van toepassing zijn, maar wel voorkomen in het plan voor het landelijk gebied. [appellant sub 1] komt in beroep op tegen het plandeel met de bestemming "Maatschappelijk" voor het perceel Mosselseweg 2a in Vorden (landgoed Wientjesvoort).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1790
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202004051/1/R4

202004412/1/R4

Bij besluit van 29 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden het besluit van 24 april 2018, waarbij aan [partij] een last onder dwangsom is opgelegd, ingetrokken. [appellant] heeft een fietsenwinkel in het centrum van Meerkerk. Hij heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen de [bedrijf B] op de [locatie 1] te Meerkerk, omdat de verkoop van fietsen volgens hem in strijd is met het bestemmingsplan en leidt tot concurrentievervalsing. Het college heeft daaropvolgend bij besluiten van 24 april 2018 de eigenaar van het pand, [partij], en de huurder/gebruiker van het pand, [bedrijf B], onder dreiging van een dwangsom gelast de verkoop van fietsen uiterlijk op 31 mei 2018 te staken. [partij] is bestuurder van [bedrijf C], die een autohandels- en servicebedrijf exploiteert op het aangrenzende perceel [locatie 2]. Het college heeft de dwangsom ingetrokken. Bij nader inzien was het van mening dat de verkoop van fietsen niet in strijd is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1797
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004412/1/R4

202005173/1/A2

Bij besluit van 14 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland een aanvraag van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is eigenaar van twee percelen aan de [locatie] in ’s-Gravenzande. Het eerste perceel is een perceel braakliggende tuinbouwgrond en heeft een omvang van ongeveer 15057 m2 waarop tot 2017 een kas van 9.507 m2 stond. Het tweede perceel heeft een omvang van ongeveer 793m2. Op dit perceel staat een transformatorhuisje.[appellante] heeft het college verzocht om een tegemoetkoming in de schade die zij stelt te lijden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Glastuinbouwgebied Westland" op 1 april 2013. Volgens [appellante] is het niet langer mogelijk om een volwaardig glastuinbouwbedrijf met tenminste 15.000 m2 aan kassen op het perceel te realiseren, zoals vereist op grond van het nieuwe plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1787
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202005173/1/A2

202005955/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht onder meer de locatie 2282 ter hoogte van het perceel aan de Royaards van den Hamkade 57 te Utrecht aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] en anderen wonen in de directe omgeving van de locatie 2282 en kunnen zich niet met de plaatsing van de orac verenigen, omdat zij vrezen voor gevolgen voor de verkeersveiligheid. [appellant] en anderen betogen dat het besluit is vastgesteld in strijd met de richtlijnen van het college, omdat de plaatsing van de orac ten koste gaat van de veiligheid ter plaatse van de locatie 2282 en bij het legen van de orac overlast en onveilige situaties zullen ontstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1799
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005955/1/R1

202006003/1/A3

Bij besluit van 24 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw het verzoek van [appellant] om handhaving van artikel 3, eerste lid, van de Zondagswet afgewezen. [appellant] is bewoner van [locatie A] in Beegden. Bij verzoek van 29 september 2019 heeft hij de gemeente verzocht om handhavend op te treden tegen buren wonend aan de [locatie B] die in de maanden april tot en met oktober op zondagen vanaf 8.30 uur werken met grasmaaiers, kettingzagen en andere machines. Het college heeft dit verzoek bij besluit van 24 december 2019 afgewezen omdat een toezichthouder-boa van de gemeente Maasgouw op zondag 22 december 2019 van omstreeks 10.00 tot 10.45 uur tijdens een controle in de omgeving van de Sint Servaasstraat en De Bongerd geen geluid van een gemotoriseerde grasmaaier heeft waargenomen en geen overtredingen van de Zondagswet heeft geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1801
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006003/1/A3

202006464/1/R1

Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk [appellant] gelast de activiteiten van de kebabzaak aan de [locatie] te Beverwijk te beëindigen en beëindigd te houden op straffe van een dwangsom van € 7.500,00. [appellant] is eigenaar van het (bedrijfs)pand aan de [locatie] te Beverwijk. Het pand heeft twee verdiepingen. Als bestuurder van [bedrijf] exploiteert [appellant] in de bovenste verdieping van het pand een partycentrum met een feestzaal. Een ruimte in de benedenverdieping van het pand (hierna: de ruimte) wordt verhuurd aan [partij]. Bij brief van 29 mei 2019 heeft Beverwijkse Bazaar B.V. een handhavingsverzoek ingediend bij het college tegen de met het bestemmingsplan strijdige exploitatie van de kebabzaak aan de [locatie]. Beverwijkse Bazaar B.V. stelt dat wet- en regelgeving buiten het terrein van de Bazaar veelvuldig wordt overtreden waardoor de Bazaar door oneerlijke concurrentie schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1793
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006464/1/R1

202100431/1/R4

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan "Lorentzstraat 17a" vastgesteld. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de bouw van zeventien woningen. Eerder had het plangebied een bedrijfsbestemming. Rondom het plangebied bevinden zich woningen en bedrijven. [appellante A] is eigenaar van het perceel met bedrijfsgebouwen aan de [locatie 1], op ongeveer 20 m afstand van het plangebied, en van het onbebouwde perceel aan de [locatie 2], dat direct grenst aan het plangebied. [appellant B] is eigenaar van het perceel met bedrijfsgebouwen aan de [locatie 3] en de [locatie 4], dat direct grenst aan het plangebied. De percelen worden gebruikt voor het aannemersbedrijf van [appellante A] en verhuurd aan een ander aannemersbedrijf, een meubelmakerij, een meubelstofferingsbedrijf, een loodgietersbedrijf, een hoveniersbedrijf en een bedrijf voor distributie van kranten en reclamebladen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1789
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202100431/1/R4

202100517/1/R3

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Ridderkerk het bestemmingsplan "Driehoek Het Zand" vastgesteld. Het plan maakt 133 woningen en sport- en speelvoorzieningen in de buitenruimte mogelijk op een driehoekige kavel in de wijk Drievliet-het Zand. Deze kavel is centraal gelegen tussen de wijken Het Zand en Drievliet, aan de noordzijde van winkelcentrum Vlietplein. De kavel ligt nu braak en heeft een tijdelijke functie als parkeerterrein en speelvoorziening. De VvE en de winkeliersvereniging richten zich tegen het plan, omdat niet is voorzien in de aanleg van 46 parkeerplaatsen in het plangebied ten behoeve van winkelcentrum Vlietplein, dat ten zuiden ligt van het plangebied. De VvE en de winkeliersvereniging stellen zich ervan bewust te zijn dat het volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling niet nodig is dat een plan een al bestaand parkeerprobleem oplost, maar zij voeren aan dat dit in dit geval anders ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1798
Datum uitspraak
11 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100517/1/R3

202103916/2/R3

Bij besluit van 22 april 2021 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Steekterpoort II" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt voorzien in de realisatie van het bedrijventerrein Steekterpoort II, dat ten oosten moet komen te liggen van bedrijventerrein Steekterpoort I in Alphen aan den Rijn. Het plan is om op Steekterpoort II een logistiek centrum voor grootschalig transport en logistieke bedrijven te realiseren op grote bedrijfspercelen van ongeveer 3 ha, met een totale oppervlakte van ongeveer 10,5 ha. Verder voorziet het plan in kleinschalige bedrijvigheid in het bebouwingslint aan de Steekterweg. [verzoekers] wonen op korte afstand van het plangebied. Zij vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van de in het plan voorziene ontwikkelingen, onder meer als gevolg van verkeershinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1779
Datum uitspraak
10 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202103916/2/R3

202104739/2/V2

Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1785
Datum uitspraak
10 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104739/2/V2

202104926/2/V2

Bij besluit van 25 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1780
Datum uitspraak
10 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104926/2/V2

202006568/1/V3

Bij besluiten van 9 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep gaat over de situatie voor statushouders in Griekenland en de vraag of zij bij terugkeer naar dat land een reëel risico lopen om in een situatie terecht te komen die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU-Handvest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1776
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006568/1/V3

202006946/1/V3

Bij besluiten van 9 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1777
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006946/1/V3

202102092/1/V3

Bij brief van 1 juli 2021 heeft de staatssecretaris aan de Afdeling laten weten dat hij het besluit van 9 februari 2021 heeft ingetrokken en dat de asielaanvraag van de vreemdeling in de nationale asielprocedure zal worden behandeld, omdat de overdrachtstermijn als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Dublinverordening (PB 2013, L 180) is verstreken. In reactie daarop heeft de vreemdeling laten weten dat hij het hoger beroep intrekt en heeft hij de Afdeling verzocht de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1778
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102092/1/V3

202102213/2/R3

Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een supermarkt op het perceel Molenkrite 130b te Sneek. De vergunde supermarkt zal worden geëxploiteerd door Jumbo. De bestaande supermarkt van Jumbo in de wijk Tinga voldoet in het bijzonder vanwege de ligging ervan niet meer. Er zijn problemen met de bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Het perceel waar het bouwplan is voorzien, is eigendom van de gemeente en behoort tot het sportpark Tinga. Het is thans in gebruik als parkeervoorziening. Elders op het sportpark zal een nieuwe parkeervoorziening ten behoeve van het sportpark worden aangelegd. Het sportpark is in gebruik bij Stichting Tinga en andere. Zij willen dat op het perceel een derde hockeyveld wordt aangelegd. De bouw van een supermarkt maakt dat onmogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1767
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102213/2/R3

202102933/2/R3

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg het bestemmingsplan "Schakenbosch" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk dat op een gedeelte van het terrein van zorginstelling Schakenbosch in Leidschendam woningen worden gebouwd. [verzoeker] en anderen vrezen dat het plan leidt tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat. [verzoeker] en anderen betogen dat het raadsamendement van 7 juli 2020 ten onrechte niet is uitgevoerd. Ook voeren zij aan dat volgens het amendement een integraal milieueffectrapport zal worden gemaakt, maar dat hiermee pas na de vaststelling van het plan zal worden begonnen. [verzoeker] en anderen voeren verder aan dat het plan leidt tot een verlies aan biodiversiteit vanwege de kap van bomen en verlies van ander groen. [verzoeker] en anderen voeren aan dat zij nu al veel hinder ervaren van het verkeer dat rijdt op de Veursestraatweg. Zij vrezen dat het plan leidt tot meer verkeer en daardoor tot nog meer hinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1769
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102933/2/R3

202104288/1/V3

Bij besluit van 18 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1775
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202104288/1/V3

202104515/2/V1

Bij besluit van 11 juli 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1773
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104515/2/V1

202104594/2/V1

Bij besluiten van 11 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1774
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104594/2/V1

202105139/2/V1

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1784
Datum uitspraak
9 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105139/2/V1

202104495/2/V1

Bij besluit van 10 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1768
Datum uitspraak
6 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202104495/2/V1

202006085/1/V2

Bij besluit van 15 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1766
Datum uitspraak
5 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006085/1/V2

202104177/1/V3

Bij besluit van 19 april 2021 is de termijn van de bij besluit van 31 maart 2021 aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste drie maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1765
Datum uitspraak
5 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202104177/1/V3

202104604/2/V2

Bij besluiten van 8 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1764
Datum uitspraak
5 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104604/2/V2

201702813/18/R3

Bij tussenuitspraak van 20 januari 2021 heeft de Afdeling de minister van Infrastructuur en Waterstaat opgedragen om binnen 26 weken na de verzending daarvan de gebreken in het bestreden besluit te herstellen. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 juli 2021, heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de Afdeling gevraagd om deze termijn te verlengen. De minister heeft gevraagd om verlenging van de hersteltermijn tot en met 15 september 2021, omdat de minister niet in staat is binnen de gestelde termijn het bestreden besluit te herstellen. Daarbij geeft de minister aan dat in de ministerraad van 9 juli is besloten over een wijziging van de rekenmethode voor stikstofdepositie en dat op basis daarvan het tracébesluit zal worden gewijzigd. Om de besluitvorming goed af te kunnen ronden, is extra tijd nodig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1772
Datum uitspraak
5 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak201702813/18/R3

202100784/1/V3

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1723
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100784/1/V3

202103999/2/V3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1722
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103999/2/V3

202104457/2/V2

Bij besluit van 10 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1724
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104457/2/V2

201907615/1/R4

Bij besluit van 6 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem een besluit tot oplegging van een last onder dwangsom aan [appellant sub 2] ingetrokken. [appellant sub 2] is eigenaar van het perceel met opstallen aan de [locatie 1] in Arnhem. Aan de voorzijde van het perceel staat een in appartementen onderverdeeld woonhuis. In de achtertuin van het perceel staat een bouwwerk. [appellant sub 2] verhuurt dit bouwwerk voor bewoning. [appellant sub 1] woont op het naastgelegen perceel. Op het perceel van [appellant sub 2] geldt sinds 18 september 2008 het bestemmingsplan "Sonsbeekkwartier-Vogelwijk" (hierna: het huidige bestemmingsplan). Vóór het huidige bestemmingsplan gold vanaf 1 mei 2001 het bestemmingsplan met diezelfde naam, "Sonsbeekkwartier-Vogelwijk". [appellant sub 1] heeft vanwege de overlast die hij ervaart bij brief van 14 maart 2018 het college verzocht om handhavend op te treden tegen de bewoning van het bouwwerk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1745
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907615/1/R4

201908482/1/A2

Bij besluiten van 17 juli 2018 en 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het kindgebonden budget van [appellante] over 2014 definitief berekend en vastgesteld op nihil en het kindgebonden budget over 2014 teruggevorderd. [appellante] was met [partner] getrouwd vanaf 11 december 2013 tot aan diens overlijden op 10 juni 2015. Bij besluit van 10 juli 2015 is het kindgebonden budget van [appellante] over 2014 definitief berekend en vastgesteld op € 2.369,00. De Belastingdienst/Toeslagen heeft vervolgens van de inspecteur van de Belastingdienst vernomen dat in de Basis registratie inkomen (Bri) ten aanzien van [partner] over het jaar 2014 een grondslag uit sparen en beleggen is vastgesteld ter hoogte van € 167.250,00. Naar aanleiding hiervan heeft de Belastingdienst/Toeslagen bij besluit van 17 juli 2018 een bedrag van € 2.658,00 aan kindgebonden budget over 2014 vermeerderd met wettelijke rente teruggevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1729
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201908482/1/A2

202000882/1/R4

Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Europaweg - 2019" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de Europaweg in Doetinchem, tussen de aansluiting met de Rijksweg A18 in het zuiden en de spoorweg Arnhem-Winterswijk in het noorden. Het aantal rijstroken wordt verdubbeld, van 1x1 naar 2x2. Er worden bijkomende infrastructurele en verkeerskundige aanpassingen uitgevoerd om de doorstroming te verbeteren en de verkeersveiligheid te verbeteren. Deze aanpassingen hebben tot doel het scheiden van het langzaam en gemotoriseerd verkeer. De bestaande rotondes Europaweg/Sicco Mansholtweg en Auroraweg worden zogeheten ei-rotondes. Het fietspad met oversteekmogelijkheid bij de rotonde Auroraweg wordt opgeheven. Appellanten wonen in de omgeving van de Europaweg. Zij hebben beroep ingesteld tegen het plan vanwege de ruimtelijke gevolgen van de verbreding en vanwege de gevolgen van de beoogde verkeerskundige aanpassingen voor de mobiliteit per fiets en te voet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1755
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202000882/1/R4

202000940/1/R2

Bij besluit van 30 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk Industry Cuijk Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een kantoorgebouw op de percelen Maasstraat 6 en 8 te Cuijk tot bioscoop. [appellante] huurt het pand op het adres [locatie] te Cuijk. [appellante] exploiteert dit pand voor kamerverhuur en houdt er kantoor. Zij heeft bezwaar gemaakt tegen de verlening van de omgevingsvergunning in verband met te verwachten geluids- en parkeeroverlast. Het college heeft dit bezwaar bij besluit van 3 juni 2019 ongegrond verklaard. Het daartegen door [appellante] ingestelde beroep heeft de rechtbank bij uitspraak van 9 januari 2020 ongegrond verklaard. Zij oordeelt dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het pand aan de [locatie] terecht niet als geluidsgevoelig object heeft aangemerkt, omdat het huidige bestemmingsplan het gebruik daarvan als bedrijfswoning en voor kamerverhuur niet toestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1739
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000940/1/R2

202001376/1/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 25 oktober 2017 heeft de minister van Economische Zaken onder verbeurte van een dwangsom [appellante sub 1] en [appellante sub 2] gelast om bij het op de Europese markt brengen van hout de stappen van het stelsel van zorgvuldigheidseisen van de Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen volledig te doorlopen en/of toe te passen. [appellante sub 1] en [appellante sub 2] importeren teakhout uit Myanmar naar Nederland. De minister heeft hun een last onder dwangsom opgelegd die tot doel heeft ervoor te zorgen dat zij bij het op de Europese markt brengen van hout de stappen van het stelsel van zorgvuldigheidseisen van artikel 6 van de Houtverordening volledig doorlopen en/of toepassen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1736
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001376/1/A3

202001557/1/R2

Bij besluit van 16 december 2019 heeft de raad van de gemeente Vaals het bestemmingsplan "Cottessen 10c" vastgesteld. Het plan voorziet in de uitbreiding van de boerderijcamping Vakantiehoeve Bellet op het perceel Cottessen 10c in Vijlen. Met het plan wordt het aantal toegestane kampeerplaatsen verhoogd van 15 naar 20 kampeerplaatsen. Het voornemen is om 2 vaste en 3 flexibele kampeerplaatsen te realiseren. Het plan wijzigt de bestemming van de gronden. Verder voorziet het plan in een parkeerterrein, 2 bedrijfswoningen, een recreatiewoning en natuur. [appellant] is eigenaar van 3 gezinswoningen en 2 vakantiewoningen op de aangrenzende percelen ten zuiden van het plangebied. Het betreft onder meer woningen in een deel van de hoeve, waarvan het andere deel tot de camping behoort. [appellant] woont in een woning op het aangrenzende perceel [locatie A]. Hij vreest dat het woon- en leefklimaat ter plaatse van zijn woningen en de natuurwaarden in de omgeving door het plan worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1763
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202001557/1/R2

202001656/1/R2

Bij besluit van 22 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda de door [appellant] gevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen van een carport en een tuinhuis op het perceel [locatie] te Bavel, verleend. Op 2 april 2018 heeft [appellant] een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning voor de bouw van een tuinhuis met daarop aansluitend een carport op het perceel [locatie] te Bavel in afwijking van het bestemmingsplan. Bij besluit van 22 mei 2018 heeft het college de gevraagde vergunning verleend. Hiertegen hebben [partij] en de Dorpsraad (hierna samen: de derde partijen) bezwaar gemaakt. Hierbij heeft de Dorpsraad zich op het standpunt gesteld dat een deel van het bouwplan van [appellant] voor de voorgevelrooilijn is gesitueerd en dit daarom niet aansluit bij het karakter van de bebouwingslijnen aan de historische Roosbergseweg. Op 22 oktober 2018 heeft de adviescommissie bezwaarschriften het college geadviseerd het besluit op de aanvraag te herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1738
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001656/1/R2

202002192/1/R1

Bij besluit van 22 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een kelderbak met koekoeken, het vernieuwen van de achtergevel, het bouwen van een dakopbouw, het bouwen van balkons aan de achtergevel, het toevoegen van dakterrassen aan de achtergevel en het bouwkundig splitsen van het gebouw [locatie 1] te Amsterdam met de bestemming daarvan tot negen woningen. [partij] woont op het adres [locatie 2]. Deze straat ligt haaks op de Kuipersstraat. [partij] kijkt vanuit haar woning schuin op de achtergevel van het pand aan de [locatie 1]. Zij vreest onder meer geluidsoverlast en een afname van de bezonning ter plaatse van haar woning als gevolg van de realisering van de dakterrassen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1759
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002192/1/R1

202002368/1/A2

Bij besluit van 21 april 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2018 voor [appellant] herzien en vastgesteld op € 3.711,00. [appellant] heeft huurtoeslag aangevraagd voor een woning op het adres [locatie] te [plaats] (hierna: de woning). De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan [appellant] voorschotten huurtoeslag over 2017 en 2018 toegekend. Bij besluiten van 21 april 2018 en 4 mei 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot over 2018 respectievelijk 2017 opnieuw berekend en lager vastgesteld. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen beide besluiten. Bij besluit van 21 augustus 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de besluiten van 21 april en 4 mei 2018 gehandhaafd. De Belastingdienst/Toeslagen heeft hieraan ten grondslag gelegd dat [persoon] over heel 2017 en tot 10 oktober 2018 dient te worden aangemerkt als toeslagpartner van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1730
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202002368/1/A2

202002369/1/A2

Bij besluit van 10 november 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de tegemoetkoming huurtoeslag van [appellant] voor het jaar 2016 definitief berekend en vastgesteld op nihil. [appellant] heeft over 2016 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Bij de definitieve berekening heeft de Belastingdienst/Toeslagen [persoon A] aangemerkt als toeslagpartner van [appellant]. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen is [persoon A] eigenaar van de woning aan de [locatie] te [plaats] (hierna: de woning) waarvoor [appellant] huurtoeslag heeft aangevraagd. Omdat [persoon A] toeslagpartner is van [appellant], heeft [appellant] geen recht op huurtoeslag. Volgens [appellant] heeft de Belastingdienst/Toeslagen [persoon A] ten onrechte als haar toeslagpartner aangemerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1640
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202002369/1/A2

202002397/1/A3

Bij besluit van 3 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Middelburg aan [appellante] een last onder bestuursdwang opgelegd. Op 13 oktober 1981 heeft de gemeente Middelburg het registergoed, het perceel [locatie] te Middelburg, kadastraal aangeduid als Middelburg [...], verkocht. Op het perceel staat een pand, naast het pand bevindt zich een aantal parkeerplaatsen en over het perceel loopt een verbindingsstraat. Aan beide zijdes van deze verbindingsstraat bevinden zich ook enkele parkeerplaatsen. [appellante] is sinds 31 mei 1999 eigenaar van het perceel geworden. Het college heeft op 12 december 2018 geconstateerd dat op het perceel hekken zijn geplaatst rondom het pand en rondom de parkeerplaatsen die zijn gelegen aan de verbindingsstraat die over het perceel loopt, waardoor de parkeerplaatsen niet meer bereikbaar zijn. [appellante] heeft de hekken geplaatst, omdat het pand [locatie] al geruime tijd leeg staat en er veelvuldig sprake is van inbraak en vandalisme.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1732
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002397/1/A3

202002614/1/R3

Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Waadhoeke het bestemmingsplan "Tzummarum - [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]" vastgesteld. Het perceel [locatie 1] grenst aan de provinciale weg N393 en op dit perceel staat de woning van [partij B]. Achter het bebouwingslint is het perceel [locatie 2] gelegen, dat een voormalig agrarisch perceel is. De bedrijfsbebouwing wordt nu door [partij A] gebruikt als stallingsruimte voor bijvoorbeeld auto’s en caravans. Ten noordwesten van deze percelen is het perceel [locatie 3] gelegen met daarop het installatiebedrijf van [partij]. [appellante], gevestigd op het perceel [locatie 4] te Tzummarum, kan zich niet met de vaststelling van het bestemmingsplan verenigen en heeft daarom daartegen beroep ingesteld. Hij betoogt onder meer dat de ruimtelijke noodzaak van de bouwmogelijkheden niet is onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1747
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202002614/1/R3

202002730/1/A3

Bij besluit van 14 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Harlingen naar aanleiding van een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur documenten per e-mail naar hem toegezonden. Op 22 november 2017 heeft [appellant] op grond van de Wob verzocht om een digitale of analoge kopie van alle documenten die betrekking hebben op het archeologisch onderzoek in Midlum in het kader van de aanleg van de N31 Traverse Harlingen. Bij besluit van 14 februari 2019 heeft het college de volgens hem gevraagde documenten per e-mail naar [appellant] gestuurd. Bij besluit van 6 september 2019 heeft het college het bezwaar gegrond verklaard en het primaire besluit herroepen, omdat door het overvloedig weglakken van namen niet duidelijk was wie de afzenders en ontvangers van de documenten waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1737
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002730/1/A3

202002817/1/A3

Bij besluit van 4 april 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een boete van € 25.425,00 aan [appellante] opgelegd voor diverse overtredingen van de Arbeidstijdenwet. [appellante] vervaardigt stalen constructies ten behoeve van de scheepsbouw, scheepsreparatie en offshore industrie. Naar aanleiding van een administratief onderzoek bij de onderneming [bedrijf] is bij inspecteurs van de Inspectie SZW het vermoeden ontstaan dat [appellante] de Arbeidstijdenwet heeft overtreden. Bij controle van de administratie is door de inspecteurs op 23 juni 2017 daadwerkelijk geconstateerd dat [appellante] over de onderzoeksperiode van 16 weken, vanaf zondag 11 september 2016 om 00.00 uur tot en met zaterdag 31 december 2016 om 23.59 uur, ten aanzien van vier werknemers en één ingeleende uitzendkracht, de arbeids- en rusttijdennormen heeft overtreden. De inspecteurs hebben hun bevindingen vastgelegd in het boeterapport van 25 juli 2017.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1750
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002817/1/A3

202002923/1/R2

Bij besluit van 14 december 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht aan Windpark Goyerbrug B.V. ontheffing verleend van de verbodsbepalingen uit artikelen 3.1 en 3.5 van de Wet natuurbescherming voor in het besluit genoemde vogel- en vleermuissoorten, ten behoeve van de aanleg en ingebruikname van vier windturbines en bijbehorende infrastructuur bij het windpark Goyerbrug te Houten. Windpark Goyerbrug B.V. heeft op 1 juni 2018 een aanvraag ingediend voor een ontheffing op grond van de Wnb ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van vier windturbines op Windpark Goyerbrug. Bij besluit van 14 december 2018 heeft het college de gevraagde ontheffing aan Windpark Goyerbrug B.V. verleend. Vervolgens heeft het college het bezwaar van [appellant] bij het besluit van 10 september 2019 niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij volgens het college geen belanghebbende is bij de ontheffing. [appellant] woont op het perceel aan de Nachtdijk 25 in ’t Goy en kan zich niet vinden in het besluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1757
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202002923/1/R2

202002985/1/A3 en 202003018/1/A3

Bij besluit van 7 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [eigenaar A] een bestuurlijke boete opgelegd van € 6.000 voor het zonder vergunning omzetten van de woning op het adres [locatie A] in Amsterdam van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte. Bij onderscheiden besluiten van 25 juni 2018 heeft het college aan [eigenaar A] en aan [eigenaar B] ieder afzonderlijk een boete opgelegd van € 6.000 voor het zonder vergunning omzetten van de woning op het adres [locatie B] van zelfstandige naar onzelfstandige woonruimte. [eigenaar A] is eigenaar van de woning op het adres [locatie A] en, samen met [eigenaar B], van de woning op het adres [locatie B], beide in Amsterdam. In mei 2018 hebben toezichthouders van de gemeente de woning op het adres [locatie A] bezocht en geconstateerd dat deze woning werd bewoond door drie personen. In april 2018 hebben toezichthouders de woning op het adres [locatie B] bezocht en geconstateerd dat deze woning werd bewoond door vier personen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1762
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002985/1/A3 en 202003018/1/A3

202003704/1/A3

Bij onderscheiden besluiten van 31 december 2018 heeft de burgemeester van Noordwijk bij ’t Zeepaardje dwangsommen van € 2.500,00 en € 5.000,00 ingevorderd wegens het verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. ’t Zeepaardje exploiteert een horecabedrijf op De Grent in Noordwijk. Nadat in het verleden is geconstateerd dat in het horecabedrijf alcohol werd verstrekt aan minderjarigen, heeft de burgemeester aan haar op 6 maart 2018 een last onder dwangsom opgelegd. Deze houdt in dat als nogmaals geconstateerd wordt dat in ’t Zeepaardje alcohol werd verstrekt aan minderjarigen, een dwangsom wordt verbeurd. De last onder dwangsom is beperkt tot vijf overtredingen, waarbij de dwangsom oploopt per overtreding. Op 21 juli 2018 en op 29 juli 2018 is geconstateerd dat alcohol aan minderjarigen werd verstrekt, waarna twee invorderingsbeschikkingen zijn genomen. Hiertegen heeft ’t Zeepaardje geen rechtsmiddelen ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1742
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003704/1/A3

202004049/1/R1

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Gooise Meren het bestemmingsplan "Het Anker 2 Muiden" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor de transformatie van het gemeentehuis van de voormalige gemeente Muiden naar woningbouw. Het plan maakt de ontwikkeling mogelijk van een nieuw woongebouw met 40 drie- en tweekamer woningen in de sociale huursector, met op de begane grond 1 extra woning ten behoeve van gezamenlijk gebruik (huiskamer voor de wijk). Te midden van het u-vormige bouwblok worden parkeerplaatsen voor de toekomstige bewoners aangelegd. Het woongebouw zal worden ontwikkeld door Woningcorporatie Het Gooi en Omstreken. Ruimteverwarming en bereiding warmtapwater zal in het voorziene woongebouw plaatsvinden met een warmtepomp en woningen zullen daarom geen gasaansluiting nodig hebben. [appellant sub 1], [appellanten sub 2] zijn direct omwonenden van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met de voorziene ontwikkeling van het woongebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1752
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004049/1/R1

202004533/1/R3

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan "Badweg 8" vastgesteld. Op het voormalig agrarisch erf aan de Badweg 8 in Almelo (hierna: het perceel) wordt bij de woning een autoservice/garagebedrijf geëxploiteerd. De raad beoogt met het bestemmingsplan de exploitatie van het autoservice/garagebedrijf te legaliseren, voor zover de activiteiten bestaan uit het uitvoeren van reparaties en het plegen van onderhoud aan auto’s. Het plan voorziet in een bedrijfsruimte van maximaal 330 m² en een parkeerterrein. Aan de realisatie van het autoservice/garagebedrijf is de voorwaarde verbonden dat wordt geïnvesteerd in de ruimtelijke kwaliteit op het perceel. [appellant] woont aan de [locatie] in Almelo. Zijn perceel grenst aan het plangebied. [appellant] vreest een aantasting van zijn woongenot en een waardevermindering van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1753
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202004533/1/R3

202004548/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op verzoek van SDW een aantal documenten geheel of gedeeltelijk openbaar gemaakt. SDW is een leer-werkbedrijf dat zich richt op de begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij heeft het college op 5 oktober 2017 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur verzocht om openbaarmaking van de overeenkomsten, contracten en afspraakdocumenten van de gemeente Rotterdam met het leer-werkbedrijf Magis010 over de periode 2012-2017. Daarnaast heeft SDW om openbaarmaking verzocht van de aanbesteding of tender op basis waarvan contracten aan Magis010 zijn gegund en alle facturen, bedragen, betalingen, subsidiebeschikkingen en daarmee samenhangende documenten, welke gedurende de hiervoor genoemde periode gaan over Magis010. Tot slot heeft SDW verzocht om openbaarmaking van een overzicht van personen die door de gemeente Rotterdam bij Magis010 zijn gedetacheerd of geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1734
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004548/1/A3

202004793/1/A3

Bij besluit van 25 september 2018 heeft de korpschef van politie de aanvraag van [appellant] voor een jachtakte afgewezen. Op 16 juli 2018 heeft [appellant] bij de korpschef een aanvraag ingediend voor de verkrijging van een jachtakte. [appellant] heeft een eigen bedrijf dat ambachtelijk vlees, charcuterie en wild aan diverse restaurants levert. Na geïnteresseerd te zijn geraakt in de jachtpraktijk wenst [appellant] voor zijn werkzaamheden zelf wild te schieten en te leveren. [appellant] heeft hiervoor de vereiste opleiding gevolgd en zijn jachtdiploma behaald. Op 23 juli 2018 heeft de korpschef het voornemen bekend gemaakt om de aanvraag van [appellant] af te wijzen. Bij de gebruikelijke screening die volgt na het indienen van een aanvraag voor een jachtakte, is de korpschef gebleken dat in het Justitieel Documentatie Systeem een registratie van een misdrijf stond vermeld die aan de verlening van een jachtakte op grond van de Wet natuurbescherming in de weg staat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1748
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202004793/1/A3

202004844/1/A3

Bij besluit van 9 april 2019 heeft de burgemeester van Utrecht en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. [appellant] woonde in de woning op de [locatie] in Utrecht. Op 21 oktober 2018 is via Meld Misdaad Anoniem gemeld dat er mogelijk gedwongen prostitutie plaatsvond in deze woning. Vanaf eind oktober 2018 zijn er meerdere observaties verricht bij de woning. Op 5 februari 2019 is daarom door inspecteurs van de afdeling Toezicht en Handhaving Bebouwde Omgeving van de gemeente Utrecht een inspectie uitgevoerd in deze woning. Hiervan is op 14 februari 2019 een bevindingenrapport opgesteld. [appellant] woonde in de woning op de [locatie] in Utrecht. Op 21 oktober 2018 is via Meld Misdaad Anoniem gemeld dat er mogelijk gedwongen prostitutie plaatsvond in deze woning. Vanaf eind oktober 2018 zijn er meerdere observaties verricht bij de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1758
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004844/1/A3

202004846/1/R3

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren geweigerd handhavend op te treden tegen het door schapen laten begrazen van de groenstrook tegenover de woning van [appellant] in Balk. Het college heeft in het besluit van 11 november 2019 vastgesteld dat de groenstrook in 2018 één keer gedurende zeven dagen is onderhouden met vijftig schapen, in 2019 in juli gedurende zestien dagen met achtentwintig schapen en in oktober gedurende tien dagen met achtendertig schapen. Dit is volgens het college niet in strijd met het bestemmingsplan "Balk - Noord". Ook is volgens het college geen sprake van een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer. Daarom ontbreekt volgens het college de wettelijke grondslag om handhavend op te treden. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college terecht alleen de situatie bij de groenstrook heeft beoordeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1733
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004846/1/R3

202004921/1/A3

Bij besluit van 18 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal het verzoek van [appellant] om verlenging van de begunstigingstermijn van de bij het besluit van 28 juli 2015 aan hem opgelegde last onder dwangsom, afgewezen. Bij besluit van 7 februari 2018 heeft het college aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd. Het geschil gaat over de keerlus aan de Jagersweg te Haelen en het herstellen van het asfalt van een deel van die keerlus. [appellant] heeft een metaalverwerkingsbedrijf aan de [locatie 1] in Haelen. Sinds 6 juli 2012 is ook het perceel kadastraal bekend Haelen, sectie B, nummer […] (hierna: perceel [locatie 2]) eigendom van hem. Dit perceel ligt aan de andere kant van de Jagersweg ter hoogte van [locatie 3]. Op [locatie 3] heeft [partij] een metaalverwerkingsbedrijf. De keerlus is in 2003 aangelegd om beide metaalverwerkingsbedrijven te ontsluiten voor vrachtverkeer. [appellant] heeft het asfalt van een deel van de keerlus verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1746
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004921/1/A3

202004964/1/A3

Bij besluit van 12 maart 2018 heeft de minister van Defensie tien informatieverzoeken van [verzoeker] niet in behandeling genomen. [verzoeker] heeft de minister op 8 december 2017 op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 door middel van tien informatieverzoeken verzocht om kennisneming van alle documenten met betrekking tot correspondentie, rapporten, evaluaties, contacten en contracten van de minister en de organisaties waarvoor hij verantwoordelijk is met het bedrijf PKI Electronic Intelligence en negen anderen bedrijven. Deze bedrijven houden zich alle bezig met monitoring van sociale media. Volgens de minister maakt [verzoeker] alleen gebruik van zijn bevoegdheid informatieverzoeken in te dienen om de werking van de Archiefwet 1995 tegen te gaan, door zo veel mogelijk documenten op te vragen die voor vernietiging in aanmerking zouden kunnen komen en deze vervolgens in een schaduwarchief dat via internet is te raadplegen vast te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1731
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004964/1/A3

202004968/1/R1

Bij besluit van 28 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Grabo Onroerend Goed B.V. (hierna: Grabo) een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen en vergroten van de kelder en de begane grond van de gebouwen aan de Moreelsestraat 5 en [locatie] in Amsterdam. Grabo is eigenaar van de gebouwen aan de Moreelsestraat 5 en [locatie]. Grabo is van plan om voor beide gebouwen de kelder en de begane grond te veranderen en te vergroten, met behoud van de bestemming daarvan tot woning en winkel. Voor beide gebouwen voorziet het bouwplan in het vergroten van de kelder en het aanbrengen van koekoeken in de voorgevel en wordt aan de achterzijde een uitbouw gerealiseerd met een ondergelegen kelder. Grabo heeft hiervoor een omgevingsvergunning aangevraagd. Bij de Moreelsestraat 5 wordt het project voor een deel gerealiseerd op gronden met de enkelbestemming "Gemengd - 7" en voor een deel op de gronden met de enkelbestemming "Verkeer - Verblijfsgebied".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1761
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004968/1/R1

202005160/1/A3

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd aan [appellant] een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet veiligheidsonderzoeken te verlenen. Op 26 maart 2019 heeft Aviapartner B.V. [appellant] aangemeld bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: AIVD) voor een veiligheidsonderzoek in verband met de vervulling van een vertrouwensfunctie op Schiphol. Het veiligheidsonderzoek betreft in dit geval een periode van acht jaar. Uit gegevens van de Basisregistratie Personen is gebleken dat [appellant] sinds 27 mei 2015 in Nederland woont. Daarvoor woonde [appellant] in Turkije. Omdat de AIVD geen samenwerkingsrelatie heeft met de inlichtingen- en veiligheidsdienst van Turkije en het onwenselijk acht om een samenwerkingsrelatie aan te gaan, kan de AIVD met die dienst geen persoonsgegevens uitwisselen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1735
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202005160/1/A3

202005282/1/A2

Bij besluit van 6 september 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellant] over het jaar 2018 definitief vastgesteld op € 3.058,00 en € 388,00 aan teveel betaalde voorschotten teruggevorderd. [appellant] heeft over het jaar 2018 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Bij de definitieve berekening is het recht op huurtoeslag van [appellant] over 2018 op een lager bedrag vastgesteld dan de ontvangen voorschotten. De Belastingdienst/Toeslagen heeft daaraan ten grondslag gelegd dat [persoon] over de maanden augustus tot en met december 2018 als toeslagpartner van [appellant] moet worden aangemerkt, omdat zij vanaf 13 juli 2018 op hetzelfde adres als [appellant] stond ingeschreven in de basisregistratie personen. Gelet hierop wordt in de periode van augustus tot en met december 2018 het jaarinkomen van [persoon] meegeteld voor de vaststelling van de hoogte van de huurtoeslag, hetgeen voor [appellant] leidt tot een lagere aanspraak op huurtoeslag over 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1740
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202005282/1/A2

202005341/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft de korpschef van politie de jachtakte van [appellant] ingetrokken. [appellant] beschikt al sinds 1985 over een jachtakte. Zijn laatste jachtakte was afgegeven op 7 maart 2017. De geldigheid van deze jachtakte is een aantal keer verlengd, de laatste keer tot 1 april 2020. Op 20 juni 2019 hebben ambtenaren van de politie een controle uitgevoerd bij [appellant]. De bevindingen van deze controle hebben zij vastgelegd in een op ambtseed en ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal. Hierin staat dat de kast waarin de munitie werd bewaard niet vast zat aan het pand zelf, niet via de muur en niet via de bodem. Volgens de korpschef blijkt hieruit dat [appellant] zijn munitie niet in een deugdelijke bergplaats bewaarde en daarmee een voorschrift van zijn jachtakte heeft geschonden. Daarom heeft hij besloten de jachtakte in te trekken. Dit besluit heeft hij in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1749
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202005341/1/A3

202005354/1/A2

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft de minister voor Medische Zorg aan Psygro een last onder dwangsom opgelegd. De minister Psygro heeft deze opgelegd, omdat zij niet heeft voldaan aan de in artikelen 15 en 16 van de Wet toelating zorginstellingen en artikel 9, eerste lid, van de Regeling verslaggeving WTZi neergelegde verplichting om vóór 1 juni 2019 aan het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg een Jaarverantwoording Zorg over het verslagjaar 2018 aan te leveren en de in de Jeugdwet en de Regeling Jeugdwet neergelegde verplichting om vóór 1 juni 2019 aan het CIBG een Jaarverantwoording Jeugd over het verslagjaar 2018 aan te leveren. De minister heeft Psygro gelast binnen een begunstigingstermijn van vier weken alsnog volledig te voldoen aan de verplichting. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat Psygro als een tot een groep behorende rechtspersoon niet is uitgezonderd van de verplichting tot het deponeren van een enkelvoudige jaarrekening voor haar Jaarverantwoording Zorg 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1751
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202005354/1/A2

202005389/1/A3

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag met ingang van 26 april 2019 in de Basisregistratie personen opgenomen dat [appellant] is vertrokken naar onbekend. [appellant] stond sinds 1996 in de brp ingeschreven op het adres [locatie] in Den Haag. Het college heeft na adresonderzoek de conclusie getrokken dat [appellant] niet op het adres [locatie] woont. Daarvoor heeft het met name van belang geacht dat het adres in de basisregistratie adressen en gebouwen staat geregistreerd als verblijfruimte, dat [appellant] niet thuis is aangetroffen en dat hij niet mee wil werken aan een huisbezoek. Daarom heeft het college in de brp opgenomen dat [appellant] is vertrokken naar onbekend. In bezwaar heeft het college dit besluit gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college dit terecht heeft gedaan.

Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202005389/1/A3

202005928/1/A3

Bij besluit van 8 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk het verzoek tot openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk ingewilligd. [appellant] heeft het college verzocht om openbaarmaking van documenten die gaan over de besluitvorming over evenementen op de Oude Markt in Bodegraven. Hij heeft daarbij een aantal specifieke soorten documenten opgesomd, waaronder 1) mails van en tussen ambtenaren, raadsleden en wethouders, 2) verslagen van vergaderingen van het college waarin is gepraat over evenementen op de Oude Markt, 3) mails van de centrummanager over evenementen in 2017 en 2018, 4) mails met de Bodegraafse Ondernemers Vereniging, 5) verslagen van de werkgroepen Dorpspromotie, Evenementen en Uitstraling en Attractiviteit uit 2015 tot en met 2018; 6) verslagen van gesprekken over evenementen tijdens de formatie, 7) verslag van de evaluatie van het foodtruckfestival in 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1743
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005928/1/A3

202006082/1/A3

Bij besluit van 9 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden het verzoek van een persoon zich noemende [appellant] om inzage in het geregistreerde afvalverbruik van zijn woonadres buiten behandeling gelaten. Op 20 februari 2019 heeft het college een inzageverzoek op grond van artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming ontvangen van een afzender die zich ‘begunstigde van [appellant]’ noemt. De identiteit van de afzender staat ter discussie, maar voor de leesbaarheid van deze uitspraak heeft de Afdeling net als de rechtbank op het voorblad van deze uitspraak de naam [appellant] en in het vervolg van de uitspraak de naam [appellant] gehanteerd, omdat de ‘begunstigde van [appellant]’ stelt dat hij [appellant] is. [appellant] heeft verzocht om inzage in de registratie, verwerking en opslag van gegevens afkomstig van de gechipte afvalcontainers van zijn woonadres.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1744
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202006082/1/A3

202006757/1/A3

Bij besluit van 29 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een bestuurlijke boete van € 10.000,00 aan [wederpartij] opgelegd wegens het zonder vergunning onttrekken van woonruimte. Op 24 februari 2019 heeft de politie een hennepkwekerij aangetroffen in de door [wederpartij] gehuurde woning aan de [locatie] te [plaats]. Het college heeft naar aanleiding van de ontdekking van de hennepkwekerij een bestuurlijke boete van € 10.000,00 aan [wederpartij] opgelegd wegens overtreding van artikel 21, onder a, van de Huisvestingswet 2014. In dat artikellid staat dat het verboden is om woonruimte zonder vergunning van burgemeester en wethouders aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden. Van bijzondere omstandigheden op grond waarvan de boete zou moeten worden gematigd, is volgens het college niet gebleken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1725
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006757/1/A3

202006903/1/A3

Bij besluit van 12 juli 2017 heeft de staatssecretaris aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 16.200,00 voor twee overtredingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit. [appellante] heeft asbestsaneringswerkzaamheden verricht aan de Zevenbergseweg in Etten-Leur. Bij een controle op 9 maart 2017 is door de arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW geconstateerd dat de werkzaamheden direct aan de dakrand van de schuur werden uitgevoerd en dat de werknemer die zich op het dak bevond niet was aangelijnd. Verder heeft de inspecteur geconstateerd dat asbesthoudende golfplaten over het dak werden geschoven, waardoor er asbestvezels konden vrijkomen. De staatssecretaris heeft op grond van de bevindingen in het boeterapport van 25 april 2017 aan [appellante] een boete opgelegd van € 5.400,00 voor overtreding van artikel 3.16, vijfde lid, van het Arbobesluit en een boete van € 10.800,00 voor overtreding van artikel 4.45, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 4.45, tweede lid, van het Arbobesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1727
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006903/1/A3

202006912/1/A3

Bij besluit van 14 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân een verzoek van [appellant] om wijziging van zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. [appellant] is in 2000 in de brp ingeschreven op basis van een op 18 september 2000 bij de gemeente Emmen afgelegde verklaring onder ede als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wet brp. [appellant] staat in de brp ingeschreven als [appellant], geboren op [geboortedatum] 1985 te Fu Zhou, China. [persoon A] staat in de brp als zijn moeder geregistreerd en [persoon B] als zijn vader. [appellant] heeft het college verzocht om zijn gegevens te wijzigen. Hij wil geregistreerd worden als [naam], geboren op [geboortedatum] 1976 in Fuzhou, China. Zijn moeder is [persoon C], geboren op [geboortedatum 1] 1954, en zijn vader is [persoon D], geboren op [geboortedatum] 1941.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1726
Datum uitspraak
4 augustus 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202006912/1/A3
vorige pagina1...190191192...1.206volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon