Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.686
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201909386/1/V2

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:595
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201909386/1/V2

202003739/1/V1

Bij besluit van 8 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:598
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003739/1/V1

202003740/1/V1

Bij besluit van 8 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:596
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003740/1/V1

202005348/3/R2 en 202005358/3/R2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghoudster A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 1] in Sint-Michielsgestel. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college aan [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 2] in Sint-Michielsgestel. [verzoeker] woont in de woning [locatie 3] op ongeveer 58 meter afstand ten noordoosten van de locatie [locatie 1]. De locatie [locatie 2] ligt ten westen van de locatie [locatie 1]. Op verzoek van [verzoeker] is bij uitspraak van 25 februari 2021 een zodanige voorlopige voorziening getroffen dat de bouw moest worden stopgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:548
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005348/3/R2 en 202005358/3/R2

202006380/2/R2

Bij besluit van 10 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drimmelen aan Zonnepark De Bergen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van zonnepark "De Bergen" in Terheijden, gemeente Drimmelen, voor de duur van 25 jaar. Het zonnepark bestaat uit een veldopstelling van zonnepanelen en bijbehorende werken met een oppervlakte van circa 9,5 hectare. De rechtbank heeft verder overwogen dat niet kan worden uitgesloten dat het college bij de beoordeling van de aanvraag voor een omgevingsvergunning van Zonnepark De Bergen B.V. een onjuiste beoordelingsmaatstaf heeft aangelegd en bovendien niet duidelijk is welke beoordelingsmaatstaf het college in het algemeen voor aanvragen van omgevingsvergunningen voor zonneparken hanteert. Daarbij heeft de rechtbank de motivering van de weigeringen van de aanvragen van NaGa Solar B.V. betrokken. Zonnepark De Bergen B.V. stelt een spoedeisend belang te hebben bij schorsing van de aangevallen uitspraak hangende het hoger beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:550
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006380/2/R2

202100377/1/R3 en 202100377/2/R3

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Ridderkerk het bestemmingsplan "Waalboskwartier" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van vier woningen aan het perceel aan de Langeweg in de gemeente Ridderkerk, nabij het perceel aan [locatie 1]. Het perceel is eigendom van [partij].[appellant] woont aan het perceel [locatie 1], naast het plangebied. Hij is het niet eens met de bouw van de vier woningen op deze plek en heeft daartoe verschillende gronden aangevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:549
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100377/1/R3 en 202100377/2/R3

202100984/2/V3

Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:597
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100984/2/V3

201805632/1/A1

Bij besluiten van 31 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal aan Biomineralen B.V. omgevingsvergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor de vervaardiging van biomineralen op het perceel aan de Potendreef tegenover nummer 2-4 te Roosendaal. Ook is een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een productiebedrijf voor de vervaardiging van biomineralen op het perceel. Per jaar zal maximaal 150.000 ton van buiten de inrichting afkomstige dikke fractie van dierlijke mest door verwarming worden gedroogd, gehygiëniseerd en gepelletiseerd, waarmee op jaarbasis ongeveer 50.000 ton strooibare mineraalkorrels als eindproduct ontstaat. Bij de productie zal gebruik worden gemaakt van restwarmte, afkomstig van de bestaande, naastgelegen afvalverbrandingsinstallatie van SITA. Het perceel bevindt zich in de omgeving van de woningen van [appellanten]. Zij zijn het er niet mee eens dat deze vergunningen zijn verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:575
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201805632/1/A1

201807685/1/R2

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Haaren het bestemmingsplan "Herziening Buitengebied Berktweg 4, 6, 8" vastgesteld. Het bestemmingsplan is vastgesteld met het doel om Greenport Haaren mogelijk te maken. Greenport Haaren is een agrarisch technisch hulpbedrijf in de vorm van een logistiek centrum dat het transport aan moet sturen van agrarische producten. In het plan is voor een deel van de gronden de agrarische bestemming in stand gelaten en aan een ander deel van de gronden de bestemming "Bedrijf" toegekend. Ook heeft een deel van de gronden een groenbestemming gekregen, waarmee wordt beoogd het logistieke centrum een landelijke inpassing te geven. Het plangebied ligt in het buitengebied van Haaren naast de N65. Voorheen was in het plangebied een boomkwekerij gevestigd. Posthuis en anderen, [appellant sub 3] en [appellant sub 2] verzetten zich tegen het plan om meerdere redenen, waaronder de vrees voor een verkeersonveilige situatie ten gevolge van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:565
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807685/1/R2

201902698/2/R3

Bij tussenuitspraak van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:943, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Noordenveld opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 6 februari 2019 te herstellen. In de tussenuitspraak is onder 4.2 overwogen dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de geluidbelasting die met het bestreden plan bij de recreatiewoning van [appellant] kan worden ondervonden, naar de huidige inzichten vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is. De raad heeft naar het oordeel van de Afdeling niet toereikend gemotiveerd waarom een afstand van 10 m tussen de voorziene zorginstelling en het perceel met de recreatiewoning voldoende is om geluidhinder bij die woning tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:579
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201902698/2/R3

201903671/1/A2

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellant] een schadevergoeding van € 32.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, en een vergoeding van € 5.132,82 voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van juridische bijstand toegekend. [appellant] is sinds 4 april 2012 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Muiderberg. De woning ligt in de nabijheid van de A1. [appellant] heeft de minister verzocht om vergoeding van de schade die hij heeft geleden als gevolg van het Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. Het Tracébesluit 2014 voorziet onder meer in de aanleg van een nieuwe spoorbrug over de A1 op een afstand van ongeveer 230 m van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:580
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903671/1/A2

201905823/1/R1

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasgouw het bestemmingsplan "Schippersdock Wessem" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een jachthaven met bijbehorende voorzieningen op het adres Schippersveld 3 in Wessem. De bedrijfsbestemming voor dit perceel maakt een bedrijfsverzamelgebouw voor kleinschalige en aan de watersport gerelateerde servicebedrijven mogelijk, evenals een jachthaven met ligplaatsen en horeca en maximaal vier evenementen per jaar, met maximaal 1.000 bezoekers per evenement en voor maximaal vijf aaneengesloten dagen, inclusief opbouw en afbouw SchippersDock is de exploitante van de jachthaven. Filcom is een zandveredelingsbedrijf in Papendrecht en een vestiging naast het plangebied heeft, aan de Maasdijk 5. Filcom is het niet eens met het plan, omdat zij vreest dat de jachthaven haar bedrijfsvoering zal beperken. Voor het plangebied was voorheen het bestemmingsplan "Land van Thorn", vastgesteld op 22 mei 2014, van toepassing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:585
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905823/1/R1

201905866/1/R4

Bij besluit van 20 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Wolden een omgevingsvergunning onder voorschriften aan [appellante sub 1] verleend voor het veranderen van een melkrundveehouderij op de percelen [locatie 1], [locatie 2]/[locatie 3] en [locatie 4] in Ruinerwold. [appellante sub 1] heeft op 26 mei 2015 een omgevingsvergunning gevraagd voor het veranderen van een melkrundveehouderij. De aangevraagde verandering bestaat er onder meer uit dat de veehouderij op het perceel [locatie 1] aan het bestaande bedrijf van [appellante sub 1] wordt toegevoegd. Hierdoor ontstaat één inrichting op de percelen [locatie 1], [locatie 2]/[locatie 3] en [locatie 4] in Ruinerwold (hierna: de percelen). Daarnaast voorziet de aanvraag in enkele interne wijzigingen en in het vergroten en het verplaatsen van de bestaande kuilvoer opslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:573
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905866/1/R4

201905907/1/R4

Bij besluit van 28 juli 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat geweigerd aan Fastned B.V. een vergunning te verlenen voor het realiseren van aanvullende voorzieningen bij een energielaadpunt voor motorvoertuigen op de verzorgingsplaats Velder aan de rijksweg A2 te Liempde, gemeente Boxtel. Bij besluit van 25 juni 2019 heeft de minister een besluit op bezwaar genomen, waarbij de gevraagde vergunning alsnog is verleend. Fastned ontwikkelt en exploiteert energielaadpunten voor elektrische motorvoertuigen langs snelwegen. Deze laadpunten worden ook wel snellaadstations of oplaadstations genoemd. Een van die laadpunten ligt op de verzorgingsplaats Velder aan de rijksweg A2. Voor het exploiteren van dat laadpunt is op 7 mei 2014 een vergunning als bedoeld in de Wbr aan Fastned verleend. Die vergunning loopt af in 2029. Op 24 april 2015 heeft Fastned een vergunning gevraagd voor het uitbreiden van het energielaadpunt met een aantal aanvullende voorzieningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:589
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905907/1/R4

201905938/1/A2

Bij besluit van 22 december 2016 heeft het dagelijks bestuur van Samenwerkingsverband Noord-Nederland een verleningsbeschikking voor [wederpartij] op grond van de Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 ingetrokken en het verleende voorschot van € 73.180,00 teruggevorderd. In de Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2008 (hierna: IPR 2008) staat dat stuwende ondernemingen die zich gaan vestigen in bepaalde gebieden van Noord-Nederland worden gesteund. De regeling subsidieert in beperkte mate ook uitbreidingsprojecten. Er kan in dat kader een subsidie worden aangevraagd voor onder meer investeringen in bedrijfsgebouwen, duurzame bedrijfsuitrusting en immateriële activa. Naar aanleiding van het door [wederpartij] tegen het besluit gemaakte bezwaar, heeft de externe commissie voor de bezwaarschriften in juni 2017 aan het dagelijks bestuur advies uitgebracht. In het advies staat dat het oprichten van een nieuw bedrijf genaamd SP&S niet kan worden gezien als een vestigingsproject.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:567
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201905938/1/A2

201907085/1/A2

Bij besluit van 26 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland de aan de stichting Expertisecentrum Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling verleende boekjaarsubsidie vastgesteld op € 2.143.000,00 en het te veel betaalde voorschot van € 207.000,00 teruggevorderd. De stichting is een ondersteuningsinstelling op de beleidsterreinen maatschappelijke participatie en jeugd. Bij brief van 28 december 2017 heeft de stichting een aanvraag tot subsidievaststelling van de boekjaarsubsidie ingediend. Zij heeft onder meer een halfjaarverslag 2017 van december 2017 en een verantwoording van november 2017 bijgevoegd. In het halfjaarverslag 2017 is een voorziening leegstaand pand van € 207.000,00 opgenomen. De stichting heeft dit toegelicht. Zij is op 1 juli 2008 een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van tien jaar. Door de beëindiging van de subsidierelatie is er een krimp in het aantal medewerkers. De gehuurde kantoorruimte is daarom te groot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:587
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201907085/1/A2

201907258/1/R3

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het richten van de bestaande woning en het uitbreiden van het woonhuis op het perceel [locatie 1] te Zwartsluis. [vergunninghouder] woont op het perceel [locatie 1], [appellant A] en [appellant B] wonen op het naastgelegen perceel [locatie 2]. De woning van [vergunninghouder] bestaat uit drie delen die aan elkaar zijn gebouwd en onderling verbonden zijn. Deel A bestaat uit twee verdiepingen met daarop een kap. De nok van de kap loopt evenwijdig aan de weg. Deel B bevindt zich hierachter en bestaat uit twee verdiepingen inclusief kap. De nokrichting van deze kap staat haaks op de weg. Naast deel B bevindt zich deel C, bestaande uit een verdieping met een lage kap. De nok van deel C staat ook haaks op de weg. [vergunninghouder] heeft op 5 mei 2018 een vergunning aangevraagd voor het richten (rechtzetten) en vergroten van zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:581
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201907258/1/R3

201907328/1/R4

Bij besluit van 7 februari 2017, gewijzigd bij besluit van 22 mei 2017, heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze, naar aanleiding van een daartoe door [appellant] ingediend handhavingsverzoek, [vergunninghoudster] gelast om drie overtredingen op het perceel [locatie 1] te Nistelrode te beëindigen en beëindigd te houden. [vergunninghoudster] exploiteert een varkenshouderij op het perceel. Het betreft een inrichting type C en [vergunninghoudster] beschikt over een omgevingsvergunning voor het in werking hebben van die inrichting. [appellant] woont op het naastgelegen perceel [locatie 2] waar hij een pluimveehouderij exploiteert. Bij brief van 28 juli 2016 heeft [appellant] het college verzocht tegen [vergunninghoudster] handhavend op te treden wegens het ontbreken van een opslagsilo voor spuiwater, een slecht werkende chemische luchtwasser en losse stukken asbest op een dak op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:568
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907328/1/R4

201907972/1/R4

Bij brief van 3 augustus 2018 heeft het college aan Kinderopvang Blooming Kids bekendgemaakt dat een omgevingsvergunning van rechtswege is verleend voor het verbouwen van de kantoorruimte naar een kinderdagverblijf op de begane grond van het pand Ruyterstraat 4 te Huizen. Het geschil gaat over een van rechtswege verleende omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ten behoeve van de realisering van een kinderdagverblijf aan de Ruyterstraat 4 te Huizen. [appellanten] wonen aan de [locatie]. De achterzijde van hun tuin grenst aan het perceel Ruyterstraat 4. Zij zijn bevreesd voor overlast van het kinderdagverblijf. Tussen partijen is in geschil of het realiseren van het kinderdagverblijf in overeenstemming is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Kom West 2007".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:583
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907972/1/R4

201908114/1/R2

Bij besluit van 27 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal aan [vergunninghouder] opnieuw een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van enkele bouwwerken ten behoeve van een dierenweide op het perceel locatie 1] te Oldenzaal. Met het besluit heeft het college gevolg gegeven aan de uitspraak van de Afdeling van 28 augustus 2019 in zaak nr. 201807707/1/A1 (ECLI:NL:RVS:2019:2852). In die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat uit de artikelen 3.1 en 3.2.1 van de regels van het bestemmingsplan "Terrein Hogt", in onderlinge samenhang bezien, volgt dat voor zover het gaat om gebouwen, op de dierenweide slechts schuilhokken en nachtverblijven zijn toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:560
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908114/1/R2

201908298/1/A3

Bij besluit van 11 oktober 2018 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een aanvraag van [appellant] om afgifte van een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft de minister op 5 juli 2018 verzocht hem een VOG af te geven voor de aanvraag van een chauffeurskaart bij Kiwa Register B.V. Bij de beoordeling van het verzoek heeft de minister gebruik gemaakt van de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018, waarin is bepaald dat als de aanvrager voorkomt in het Justitieel Documentatie Systeem de minister aan de hand van een objectief en een subjectief criterium bekijkt of de afgifte van een VOG gerechtvaardigd is. Bij het objectieve criterium bekijkt de minister of de in het JDS opgenomen feiten, indien herhaald en gelet op het risico voor de samenleving, een belemmering vormen voor een behoorlijke uitoefening van de functie, taak of bezigheid waarvoor de VOG is aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:563
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201908298/1/A3

201908328/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college het verzoek van Rode Waterparel B.V. om een uitwerkingsplan vast te stellen afgewezen. Bij brief van 20 december 2018 heeft Rode Waterparel het college verzocht een uitwerkingsplan vast te stellen voor het perceel Tweede Tochtweg 127 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Ingevolge het bestemmingsplan ¨Rode Waterparel¨ zijn aan dat perceel onder meer de bestemming ¨Gemengd - Uit te werken¨ en de bestemming ¨Woongebied - Uit te werken¨ toegekend. Het college heeft het verzoek afgewezen omdat dit volgens het college niet voldoet aan de uitwerkingsregels die staan opgenomen in artikel 11.3.1, onder b, en artikel 12.3.1, onder a en b, van de planregels. Het plangebied van het bestemmingsplan ¨Rode Waterparel¨ maakt onderdeel uit van het bovenregionale ontwikkelgebied Zuidplaspolder. Dit gebied is in de Nota ruimte aangewezen als uitbreidingsruimte van de zuidvleugel van de Randstad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:594
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908328/1/R3

201908586/1/R3

Bij besluit van 10 januari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân vijf verbeurde dwangsommen (in totaal € 23.000,00) ingevorderd vanwege de aanwezigheid van zwerfvuil, de opslag van A-hout in strijd met de omgevingsvergunning en de opslag van materialen in strijd met de plattegrondtekening behorende bij deze vergunning. Hieraan lagen lasten onder dwangsom ten grondslag die zijn opgelegd bij besluiten van 27 juni 2016, 20 april 2017 en 1 juni 2017. [appellante] exploiteert een recyclingbedrijf op het perceel [locatie] in [plaats], waar diverse klassen afvalhout tot grondstof voor de spaanplaatindustrie of energieopwekking worden verwerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:584
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908586/1/R3

201908739/1/R1

Bij besluit van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tiel de werkzaamheden van [bedrijf] met betrekking tot het toepassen van grond op het perceel [locatie] te Tiel stilgelegd. [appellant] wil op het perceel woningbouw ontwikkelen. Omdat op deze locatie sprake is van ernstige bodemverontreiniging is er in het kader van de sanering daarvan voorzien in het aanbrengen van een leeflaag van grond met een dikte van 1 m. Daartoe is [bedrijf] in opdracht van [appellant] overgegaan. Het college heeft de werkzaamheden stilgelegd en een last onder dwangsom opgelegd, omdat [bedrijf] grond heeft aangebracht die bodemvreemd materiaal (glas en puin) en asbestverdacht materiaal bevatte. De grond kwam niet overeen met de grond uit de partijkeuringen die behoorden bij de geaccepteerde melding Besluit bodemkwaliteit. Het college heeft de bezwaren van [bedrijf] tegen de daarop betrekking hebbende besluiten gegrond verklaard en deze besluiten herroepen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:590
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201908739/1/R1

201908914/1/A2

Bij besluit van 24 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lelystad een aanvraag van [appellant sub 2] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In 1997 heeft [appellant sub 2] een tussen de Binnenhavenweg en de Wortmantocht te Lelystad gelegen terrein met een oppervlakte van ongeveer 87.456 m² gekocht. Het terrein is onderdeel van een gebied dat bekend staat als De Groene Velden. Op 2 december 2015 heeft [appellant sub 2] het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 14 mei 2013 vastgestelde bestemmingsplan De Groene Velden, partiële herziene vaststelling artikel 5. In het nieuwe bestemmingsplan is onder meer bepaald dat een bouwperceel op het terrein een minimale omvang van 5.000 m² heeft. Onder het aan de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan voorafgaande planologische regime van het bestemmingsplan De Groene Velden was geen beperking aan de omvang gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:554
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908914/1/A2

201908978/1/R1

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard het bestemmingsplan "Camping de Kreek" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de camping de Kreek aan de Zinkweg in Oud-Beijerland. Het plangebied omvat het gehele terrein van de camping. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Recreatie - Verblijfsrecreatie" en "Agrarisch met waarden" toegekend. Met het plan mogen op de camping maximaal 61 standplaatsen voor stacaravans aanwezig zijn en voor recreatieve doeleinden worden gebruikt. Tevens is een kampeerwinkel alsmede 300 m² aan gebouwen toegestaan ten dienste van de camping en is aan de bedrijfswoning op het terrein een woonbestemming toegekend. Verder is voor de bewoners van tien al dan niet gekoppelde stacaravans een persoonsgebonden overgangsregeling getroffen. Als gevolg van deze regeling mag permanente bewoning van deze stacaravans op in de planregels nader genoemde standplaatsen op de camping worden voortgezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:576
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908978/1/R1

201909044/1/R3

Bij besluit van 19 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân afwijzend beslist op het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een op het perceel [locatie A] in Dokkum geplaatste schutting. [appellant] heeft het college op 9 juli 2018 verzocht om handhavend op te treden tegen de op het perceel geplaatste schutting evenwijdig aan de inrit van zijn woning. Op 17 juli 2018 is een controle uitgevoerd. Tijdens de controle is geconstateerd dat het voorste gedeelte van de schutting (voor de voorgevelrooilijn) vanaf de weg ongeveer 1 m hoog is. Het laatste gedeelte (voor de voorgevelrooilijn) is schuinoplopend en ongeveer 2 m hoog. Naar aanleiding van de controle heeft het college besloten niet handhavend op te treden, omdat handhavend optreden gelet op de omstandigheden in dit geval niet evenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:574
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909044/1/R3

202000033/1/A2

Bij besluit van 31 december 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer het verzoek van [appellante] om de tenaamstelling van het voertuig met het kenteken [...] vervallen te verklaren, afgewezen. In het kentekenregister staat het voertuig met het kenteken [...] op naam van [appellante] geregistreerd. Het voertuig is door [appellante] verkocht en geleverd aan [bedrijf]. De overschrijving van het kenteken op naam van [bedrijf] is echter niet gelukt. [appellante] heeft gesteld veel pogingen te hebben ondernomen om het kenteken alsnog over te schrijven op naam van de nieuwe eigenaar. Omdat zij niet over de adresgegevens van [bedrijf] beschikt, is dit niet succesvol geweest. [appellante] heeft daarom de RDW verzocht de tenaamstelling van het voertuig vervallen te verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:572
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000033/1/A2

202000089/1/A2

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer (hierna: de RDW) het verzoek van [appellant] om de tenaamstelling van de auto met het kenteken [...] met terugwerkende kracht vervallen te verklaren, afgewezen. [appellant] heeft bij brief van 30 juli 2018 de RDW verzocht om de tenaamstelling van twee auto’s, waarvan er één met het kenteken [...], met terugwerkende kracht vanaf januari 2018 vervallen te verklaren. Hij heeft in zijn verzoek naar voren gebracht dat een goede kennis hem in januari 2018 heeft gevraagd of hij voor één week twee auto’s op zijn naam wilde zetten. Daarna heeft hij niks meer van die kennis gehoord. De auto’s zijn niet van [appellant] en hij gebruikt die ook niet. Hij heeft geen rijbewijs. [appellant] heeft ook naar voren gebracht dat hij post krijgt over de wegenbelasting en dat hij boetes ontvangt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:555
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000089/1/A2

202000193/1/R2

Bij besluit van 27 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda aan de Stichting een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een moskee op het perceel aan de Vlaanderenstraat 1 te Breda. De Stichting is eigenaar van het perceel. Op 18 februari 2019 heeft de Stichting een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een moskee naast het voormalige politiebureau op het perceel. Ter plaatse geldt onder meer het bestemmingsplan "Hoge Vucht". Op het perceel rusten op grond van dit bestemmingsplan de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Groen". Vast staat dat het bouwplan in strijd is met die laatste bestemming, omdat op gronden met die bestemming geen gebouwen mogen worden gebouwd. Verder is de koepel van de moskee hoger dan op grond van de bij de bestemming "Maatschappelijk" behorende bouwregels is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:592
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000193/1/R2

202000218/1/A2

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer het verzoek van [appellant] om de tenaamstelling van de auto met het kenteken [...] met terugwerkende kracht vervallen te verklaren, buiten behandeling gesteld. [appellant] heeft bij brief van 30 juli 2018 de RDW verzocht om de tenaamstelling van twee auto’s, waarvan er één met het kenteken [...], met terugwerkende kracht vanaf januari 2018 vervallen te verklaren. Hij heeft in zijn verzoek naar voren gebracht dat een goede kennis hem in januari 2018 heeft gevraagd of hij voor één week twee auto’s op zijn naam wilde zetten. Daarna heeft hij niks meer van die kennis gehoord. De auto’s zijn niet van [appellant] en hij gebruikt die ook niet. Hij heeft geen rijbewijs. [appellant] heeft ook naar voren gebracht dat hij post krijgt over de wegenbelasting en dat hij boetes ontvangt. De RDW heeft bij brieven van 2 en 9 augustus 2018 aangegeven dat aanvullende informatie nodig is om het verzoek van [appellant] af te handelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:551
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000218/1/A2

202000284/1/R4

Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 19 augustus 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld en medegedeeld de kosten daarvan op [appellant] te verhalen. Op 19 augustus 2019 heeft een toezichthouder een doos aangetroffen naast een ondergrondse afvalcontainer ter hoogte van de woning Zonneoord 6 in Den Haag. De toezichthouder heeft spoedeisende bestuursdwang toegepast door de doos te verwijderen. Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college de beslissing om die bestuursdwang toe te passen op schrift gesteld. Met een brief van 22 oktober 2019 heeft het college [appellant] aangemaand de kosten van de verwijdering van de doos te betalen. Op 29 oktober 2019 heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van 22 augustus 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:561
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000284/1/R4

202000639/1/R4

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de bestaande schuren op de locatie [locatie] te Ermelo voor inpandige opslag voor een periode van 10 jaar. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Ermelo en verricht op en vanaf dit perceel diverse bedrijfsactiviteiten waaronder de verhuur van inpandige opslagruimte. Het perceel heeft gelet op het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Tonselse Veld 1987" de bestemming "Pluimveehouderij". Bij tussenuitspraak van 30 juli 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat een verwijzing naar een mogelijke toekomstige wijziging van het regionaal ruimtelijk beleid zonder nadere motivering waaruit blijkt dat deze wijziging ook daadwerkelijk plaats zal vinden, onvoldoende is om het besluit te kunnen dragen. De rechtbank heeft het college daarom de mogelijkheid gegeven om de motivering op dit punt binnen zes weken aan te vullen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:571
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000639/1/R4

202000698/1/A3

Bij besluit van 9 januari 2018 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum de verzoeken van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 9 juli 2017 en van 2 januari 2018 afgewezen. In dit besluit heeft het dagelijks bestuur tevens medegedeeld dat het een jaar lang niet reageert op e-mails, brieven, verzoeken en/of klachten van [appellant]. [appellant] heeft in zijn e-mail van 9 juli 2017 het volgende Wob-verzoek gedaan: "Hierbij dien ik een Wob-verzoek in, graag wil ik inzage/openbaarheid in de periode van 7 september t/m 13 september 2009 welke Horeca zaken nog meer zijn bezocht zijn mbt controles "Horecaweek" in de Spuistraat en het Spui." In zijn e-mail van 2 januari 2018, met "Wob verzoek inzake duidelijkheid handtekening heer [gemeenteambtenaar]" als onderwerp, schrijft [appellant]: "Graag wil ik weten hoe de handtekening van de heer [gemeenteambtenaar] er uit ziet, als gemachtigde zou u mij dit kunnen mailen."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:556
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000698/1/A3

202001662/1/R1

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de [maatschap] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de woning op het perceel [locatie]. De maatschap heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van de woning op de locatie. Het bouwplan ziet op het toevoegen van een bouwlaag en een terras, het bouwen van een kelder in combinatie met het uitbouwen van de begane grond, het plaatsen van balkons aan de achtergevel en het wijzigen van de kozijnen in de voorgevel van de woning. Ter plaatse van de locatie geldt het bestemmingsplan "Museumkwartier Valeriusbuurt". Daarin is aan de locatie de bestemming "Wonen" toegekend. [appellant] en anderen wonen in de omgeving van de locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:566
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001662/1/R1

202002302/1/A3

Bij besluit van 7 januari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem het verzoek van [appellant] om hem met terugwerkende kracht in de Basisregistratie Personen in te schrijven op een briefadres afgewezen. [appellant] heeft van 2006 tot 2015 een briefadres gehad bij zijn ouders en later alleen zijn moeder op de [locatie] te Oude Wetering (hierna: het briefadres). Omdat het college bij controle van het briefadres geen reactie van [appellant] ontving, heeft het college hem op 4 juni 2015 ambtshalve uitgeschreven uit de Brp wegens vertrek naar ‘Land Onbekend’. [appellant] heeft tegen dat besluit geen bezwaar gemaakt. Op 10 december 2015 heeft [appellant] het college verzocht hem met terugwerkende kracht vanaf het moment van ambtshalve doorhaling weer op het briefadres in te schrijven. Het college heeft dat verzoek afgewezen, omdat [appellant] geen verblijf houdt in de gemeente Kaag en Braassem en hij zich moet inschrijven in de gemeente waar hij de meeste tijd verblijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:558
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002302/1/A3

202002395/1/R3

Bij besluit van 12 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor de gedeeltelijke sloop, restauratie en nieuwbouw van het rijksmonument Postkantoor aan de Coolsingel 42 te Rotterdam. [vergunninghouder] is van plan om het project "Post Rotterdam" te realiseren. Dit project houdt in de restauratie en herbestemming van het voormalige hoofdpostkantoor aan de Coolsingel 42 te Rotterdam, een Rijksmonument, en de bouw van een woontoren met een hoogte van 155 m aan de achterkant van dit gebouw, aan de Rodezand. De plint van het gehele gebouw krijgt - naast de lobby van de woontoren - een publieke/commerciële functie. In het monument worden een vijfsterrenhotel en andere commerciële voorzieningen zoals winkels, restaurants en cafés gerealiseerd. In de woontoren komen in totaal 305 appartementen met een gebruiksoppervlak dat varieert van 40 tot 230 m2. Onder de nieuwbouw komt een ondergrondse parkeergarage voor 32 auto’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:569
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002395/1/R3

202002440/1/R1

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Stichting De Oude Kerk te Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het reversibel vervangen van een glas-in-loodraam van de Heilig Grafkapel aan de noordzijde van de Oude Kerk aan het Oudekerksplein 15 in Amsterdam. Stichting De Oude Kerk heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het reversibel, oftewel omkeerbaar, vervangen van een glas-in-loodraam van de Heilig Grafkapel aan de noordzijde van de als rijksmonument aangewezen Oude Kerk in Amsterdam. Het nieuwe glas-in-loodraam is rood en is bedoeld als aandenken aan de in de Oude Kerk in 2018 gehouden kunsttentoonstelling van Giorgio Andreotta Calò, waarbij alle ramen van de kerk tijdelijk bedekt zijn geweest met rode filters. De Oude Kerk is in gebruik als godshuis, kunstencentrum, museum en tentoonstellingsruimte en voor het houden van concerten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:562
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak202002440/1/R1

202002830/1/A3

Bij besluit van 14 september 2017 heeft de burgemeester van Rotterdam een aan [appellante sub 1] verleende exploitatie- en Drank- en Horecawetvergunning voor [café], gevestigd aan de [locatie] te Rotterdam, ingetrokken. [appellante sub 1] exploiteerde [café], gevestigd aan de [locatie] te Rotterdam. Daarvoor had zij op 29 december 2015 een exploitatie- en DHW-vergunning verkregen. De burgemeester heeft deze vergunningen ingetrokken op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, in samenhang gelezen met de artikelen 7, eerste lid, van de Wet Bibob en 31, derde lid, aanhef en onder a, van de Drank- en Horecawet. De burgemeester heeft dat gedaan omdat volgens hem uit een advies van het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) van 19 juli 2017 blijkt dat een ernstig gevaar bestaat dat de aan [appellante sub 1] verleende exploitatie- en DHW-vergunning mede zullen worden gebruikt om strafbare feiten te plegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:593
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202002830/1/A3

202002842/1/R4

Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (hierna: FUMO) aan [appellante] meegedeeld dat hij een advies heeft ontvangen van de Veiligheidsregio Fryslân (Brandweer Fryslân), dat hij als toezichthoudende dienst van het college van gedeputeerde staten van Fryslân mee gaat in dat advies en dat dit impliceert dat het vuurwerk in Terherne op 7 augustus 2019 geen doorgang kan vinden. [appellante] is een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met het organiseren van vuurwerkshows. [appellante] is daarvoor in het bezit van een toepassingsvergunning zoals bedoeld in het Vuurwerkbesluit. [appellante] was voornemens om op 7 augustus 2019 tijdens een bruiloft in Terherne vuurwerk tot ontbranding te brengen. Op 15 februari 2019 heeft zij daarvoor een melding gedaan als bedoeld in artikel 3B.4 van het Vuurwerkbesluit. Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft FUMO aan [appellante] meegedeeld dat hij als toezichthoudende dienst van het college mee gaat in het advies van de brandweer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:582
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202002842/1/R4

202002861/1/A3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen het verzoek van [appellant] om "[voorvoegsel A]" uit zijn geslachtsnaam niet langer als voorvoegsel te vermelden in de Basisregistratie personen afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om "[voorvoegsel A]" uit zijn geslachtsnaam niet langer als voorvoegsel te vermelden in de brp, maar "[voorvoegsel A]" en "[naam]" te vermelden als twee geslachtsnamen. Hij heeft dit verzocht omdat "[appellant]" in die volgorde zijn geslachtsnamen zijn. Door "[naam]" in de brp op te nemen en "[voorvoegsel A]" als voorvoegsel heeft hij regelmatig problemen met instanties omdat bij het opzoeken van zijn dossier op de verkeerde eerste letter wordt gezocht. Daar komt bij dat hij instanties steeds moet verzoeken de juiste geslachtsnaam van hem te noteren en niet de geslachtsnaam zoals deze in de brp staat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:559
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002861/1/A3

202003032/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] woont sinds 2016 in een tweekamerappartement aan de [locatie] in Bos en Lommer (Amsterdam). [appellante] heeft op 22 mei 2018 bij het college een urgentieverklaring aangevraagd, omdat zij kampt met een paniekstoornis en straatangst. Door deze klachten heeft zij verzorging nodig van haar ouders die in Osdorp wonen. Om die reden verblijven [appellante] en haar kinderen overdag bij haar ouders in Osdorp. De partner van [appellante] is vanwege zijn werk tussen 8 uur ’s ochtends en 7 uur ’s avonds niet thuis. De woning aan de Jan van Galenstraat wordt daarom alleen als slaapplek gebruikt. Op 25 oktober 2018 heeft de GGD-arts een medisch advies uitgebracht aan het college. Uit dit advies volgt dat onvoldoende medische argumenten zijn gevonden om urgente verhuizing mee te rechtvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:570
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003032/1/A3

202003128/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 6.000,00 voor het zonder vergunning omgezet houden van een zelfstandige woning in onzelfstandige woonruimten. Op 29 oktober 2018 heeft het college een melding ontvangen over mogelijke woonfraude in de woning. Toezichthouders van de gemeente hebben op 16 januari 2019 een huisbezoek afgelegd om te controleren of er een derde bewoner was. Het college heeft naar aanleiding van het daarover op ambtsbelofte opgestelde rapport van bevindingen van 17 januari 2019 een bestuurlijke boete van € 6.000,00 aan [appellante] opgelegd, omdat het college uit de constateringen van de toezichthouders afleidt dat de woning door drie personen werd bewoond zonder dat zij een daartoe strekkende vergunning voor omzetting van de woning had.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:577
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003128/1/A3

202003139/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Beekdaelen het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" vastgesteld. De Afdeling heeft in de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3815 overwogen dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" in strijd is met artikel 2.6.4, derde en vierde lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, voor zover in het plan geen beperkingen zijn gesteld aan de hoogte van objecten, niet zijnde gebouwen of bouwwerken en de Afdeling heeft het plan in zoverre vernietigd. De Afdeling heeft de raad daarom opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Ter uitvoering van genoemde uitspraak heeft de raad het voorliggende plan vastgesteld. Het plan voorziet in de toevoeging van de woorden "of andere objecten" aan de bouwregels in artikel 3.2.2., onder a, c en d, en aan artikel 3.2.3, onder a en b, van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:578
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202003139/1/R2

202003250/1/A3

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een aanvraag van [appellant] om hem een visrecht voor schelpdieren te verlenen afgewezen. [appellant] beoefent op enkele locaties in de Zeeuwse wateren de mosselhangcultuur. Om zijn activiteiten uit te breiden, wil [appellant] ook St. Jacobsschelpen kweken. Dat wil hij doen bij Katse Heule in het Veerse Meer. Daarom heeft hij in december 2018 bij de minister een aanvraag ingediend om hem een visrecht te verlenen. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat het Visrechten uitgiftebeleid voor de beroeps- en sportvisserij op de staatsbinnenwateren het niet toestaat om nieuw schelpdieren-visrecht uit te geven op de locatie waar [appellant] wil vissen. Op grond van het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005-2020 en de uitwerking daarvan in ‘Beleidsvoornemen voor Innovaties in de schelpdiervisserij en -kweek in de Nederlandse kust- en zoute Binnenwateren' mag alleen in het Veerse Meer worden gevist bij wijze van experiment.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:586
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Visserij
  • uitspraakin de zaak202003250/1/A3

202003531/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een locatie voor een ondergrondse restafvalcontainer vastgesteld tegenover de Leidsekade 121 in Utrecht. Het college heeft bij besluit van 6 januari 2020 de locatie voor een orac vastgesteld tegenover de Leidsekade 121 in Utrecht. [appellant] en anderen zijn bewoners van de Leidsekade. Zij hebben zich in 2001 verenigd in een beheergroep (Beheergroep Muntplein) die er onder meer voor zorg draagt dat het ter plaatse gelegen pleintje en de daar aanwezige prullen- en plantenbakken worden onderhouden. [appellant] en anderen kunnen zich niet verenigen met de aangewezen locatie voor de orac omdat zij deze ongeschikt achten. Verder voeren zij aan dat er een geschikte alternatieve locatie voor de orac is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:588
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003531/1/R1

202003994/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, een locatie voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer aangewezen nabij het perceel Frederik van Eedenstraat 1 te Utrecht. Het college heeft bepaald dat de orac komt te staan op een bestaande parkeerplaats ter hoogte van het perceel, tegenover het Majellapark. Deze locatie is niet dezelfde als de locatie die het college in een voornemen omtrent de plaatsing van orac’s had vermeld. Daarin was een locatie ter hoogte van het perceel Frederik van Eedenstraat 2 aangewezen. Naar aanleiding van tegen dit voornemen ingediende zienswijzen, is een andere locatie voor de orac aangewezen, om tegemoet te komen aan de door de indieners van de zienswijzen geuite vrees voor stank- en geluidsoverlast bij de ingang van de ter plaatse aanwezige kerk van het Kerkgenootschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:591
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003994/1/R1

202004177/1/R1

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan Run Grootgoor vastgesteld. Het projectplan heeft betrekking op de aanleg van een waterberging om wateroverlast in stroomafwaarts van de Run gelegen gebieden binnen de kom van onder andere Eindhoven en Sint-Oedenrode te verminderen. Het waterschap De Dommel legt samen met de gemeenten Veldhoven, Bergeijk en Eersel bij de zogenoemde Natte Natuurparel (hierna: NNP) Grootgoor dit waterbergingsgebied aan. De waterberging, met een capaciteit van ongeveer 460.000 m³, zal naar verwachting eens in de 10 tot 25 jaar worden ingezet om schade te voorkomen door overstromingen die volgens berekening eens in de 100 jaar optreden. De daadwerkelijke frequentie van de inzet is afhankelijk van weersomstandigheden en de effecten van klimaatverandering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:557
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202004177/1/R1

202004411/1/R1

Op 11 juni 2019 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het omzetten van een agrarische bestemming naar een woonbestemming van het perceel kadastraal bekend gemeente Schermer, sectie […], […]. [appellant] is eigenaar van het perceel. De aanvraag van [appellant] ziet op het omzetten van een bestaande bedrijfswoning naar een burgerwoning en het aanbrengen van bouwkundige wijzigingen hieraan. Bij brief van 18 juni 2019 heeft het college [appellant] informatie verstrekt over de voortgang van de aanvraag om omgevingsvergunning en medegedeeld dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Bij brief van 29 november 2019 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:552
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004411/1/R1

202004858/1/R4

Bij besluit van 23 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een gemeentelijke monument op het perceel [locatie] te Leidschendam. De woning is een beschermd gemeentelijk monument. [appellant] kijkt vanaf zijn perceel uit op de achterzijde van de woning. Het bouwplan voorziet in de gedeeltelijke vervanging van het dak van de woning. Op het achterdakvlak worden nieuwe dakpannen geplaatst die groter zijn en een ander profiel hebben. De nog goede dakpannen van het achterdakvlak zouden moeten worden opgeslagen om later te gebruiken voor het herstellen van de dakpannen aan de voorzijde. Om het bouwplan te mogen uitvoeren, heeft [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bouwwerk en het wijzigen van een beschermd monument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:553
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004858/1/R4

202004906/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Bronckhorst het bestemmingsplan "Stedelijk gebied; Veegplan 2020-1" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente Bronckhorst. Het plan maakt onder meer de bouw van twee-aaneen of twee vrijstaand geschakelde levensloopbestendige woningen op een perceel aan de Hof van Kettelerij in Vorden (hierna: het perceel) mogelijk. [initiatiefnemer] is eigenaar van het perceel en initiatiefnemer van het plan. Voorheen maakte het perceel onderdeel uit van een grotere ontwikkeling voor de Hof van Kettelerij. Deze ontwikkeling bestond uit de bouw van tien woningen. Drie van deze woningen zijn gebouwd. De verleende bouwvergunning voor die ontwikkeling is in 2014 gedeeltelijk ingetrokken, omdat na de verlening meer dan één jaar geen bouwactiviteiten waren uitgevoerd. [appellant] woont aan [locatie] in Vorden, in de nabijheid van het perceel. Vanuit zijn woning en tuin heeft hij zicht op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:564
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202004906/1/R4

202002794/1/V3

Bij besluit van 26 april 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:546
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002794/1/V3

202003472/2/R2 en 202004196/2/R2

Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Vught het bestemmingsplan "N65 Vught" vastgesteld. Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Haaren (voor dit besluit nu de gemeenteraad van Vught) het bestemmingsplan "N65 Helvoirt 2020" vastgesteld. Volgens de toelichting van beide bestemmingsplannen staat op de A65/N65, de rijksweg tussen Tilburg en Den Bosch, de verkeersveiligheid onder druk door een toenemende verkeersintensiteit. De N65 zorgt volgens de raad met zijn vele gelijkvloerse kruisingen en directe erfaansluitingen daarnaast voor problemen op het punt van barrièrewerking, oversteekbaarheid, doorstroming en leefbaarheid. De twee bestemmingsplannen strekken er volgens de raad toe aan deze problematiek een einde te maken. Daartoe wordt de N65 ingericht als stroomweg waar een maximale snelheid van 80 km/u zal gelden. Er zijn nog slechts ongelijkvloerse kruisingen voorzien, de N65 wordt deels (half)verdiept aangelegd en er komt een parallelstructuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:542
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003472/2/R2 en 202004196/2/R2

202003999/3/R4

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat naar aanleiding van het verzoek van Vermilion Energy Netherlands B.V. ingestemd met het winningsplan "Actualisatie Winningsplan Opeinde-Zuid en Middelburen" van 6 augustus 2018. Stichting Tsjingas heeft voor haarzelf en namens anderen verzocht om een voorlopige voorziening. Sinds 1980 wordt gas gewonnen uit de gasvelden Opeinde-Zuid en Middelburen. Deze gasvelden liggen in de gemeente Smallingerland. Het door Vermilion opgestelde en ingediende winningsplan van 6 augustus 2018 strekt tot wijziging en actualisering van het winningsplan Opeinde-Zuid en Middelburen van 23 augustus 2016. Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister met het winningsplan van 6 augustus 2018 ingestemd. Het plan maakt een hogere gasproductie mogelijk door bestaande putten te wijzigen en door het boren van een side-track (putaftakking) vanuit de bestaande put NGA-06 in het gasveld Middelburen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:547
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202003999/3/R4

202005246/1/V3

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1041
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005246/1/V3

202004662/1/V1

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:533
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004662/1/V1

202006755/1/V3

Bij besluit van 27 november 2020 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:545
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006755/1/V3

202100207/2/R3

Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Bloemenbuurt 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor de wijk de Bloemenbuurt in de gemeente Den Haag. Het plan biedt onder meer de mogelijkheid voor het plaatsen van een dakopbouw op woningen in onder andere de Begoniastraat en de Geraniumstraat. Aan de percelen aan de Begoniastraat en de Geraniumstraat zijn de bestemming "Wonen - 1" en de functieaanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" toegekend. Op grond van artikel 14, lid 14.2.1, aanhef en onder g, van de planregels mag ter plaatste van de functieaanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" een dakopbouw met een hoogte van maximaal 3,5 m op de bestaande bebouwing worden gebouwd. Verzoekers wonen onder meer in de Begoniastraat en de Geraniumstraat en kunnen zich niet verenigen met het plan, voor zover het plan voorziet in de mogelijkheid voor het plaatsen van dakopbouwen in deze straten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:540
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100207/2/R3

202001093/2/R2

Ten aanzien van zaak nr. 202001093/1/R2, die op 17 maart 2021 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Helder, die als voorzitter belast is met de behandeling van de zaak, op 12 maart 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:541
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Verschoning
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001093/2/R2

202004207/1/V3

Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:534
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004207/1/V3

202005905/1/V3

Bij besluit van 6 oktober 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:543
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202005905/1/V3

202100436/2/V2

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:537
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100436/2/V2

202101001/2/V2

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:538
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101001/2/V2

202101306/2/V3

Bij besluit van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:539
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101306/2/V3

202101630/2/V2

Bij besluit van 31 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:544
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101630/2/V2

202004896/2/R2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "[locatie 1] te Koningsbosch" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noorden van het dorp Koningsbosch en wordt ten westen begrensd door de Prinsenbaan, aan de oost- en zuidzijde door agrarische percelen en ten noorden door het perceel van [verzoeker] aan de [locatie 2]. Met het plan wordt mogelijk gemaakt dat op het terrein aan de [locatie 1] de bestaande bedrijfsactiviteiten worden uitgebreid met onder meer een transport- en containerverhuurbedrijf. Ook is voorzien in de verplaatsing van de in- en uitrit van het bestaande bedrijf van de noordzijde naar de zuidzijde van het bedrijfsterrein, in verband waarmee het bestemmingsvlak aan de zuidzijde is aangepast. [verzoeker] kan zich niet met het plan verenigen en voert aan dat hij van de activiteiten op het terrein ernstige hinder ondervindt, met name in de vorm van geluid- en stankhinder van de vrachtwagens die in de ochtend gestart worden en warmdraaien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:480
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202004896/2/R2

202007050/2/R3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel besloten de raad van de gemeente Almelo een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, ertoe strekkende dat het bestemmingsplan "Rhijnbeek", zoals vastgesteld door de raad op 20 oktober 2020, niet in stand kan blijven. De aanwijzing betreft het gebied "Rhijnbeek" bestaande uit het geometrisch bepaalde planobject als vervat in het plan-IDN NL.IMR0.9923.ra2020001-va01 met de bijbehorende bestanden. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om binnen het plangebied een bouwmarkt en tuincentrum te realiseren. Aan het grootste deel van de gronden is daartoe de enkelbestemming "Detailhandel" toegekend. Hornbach is van plan ter plaatse een bouwmarkt en tuincentrum op te richten en heeft voor de bouw daarvan een omgevingsvergunning aangevraagd, die gecoördineerd is voorbereid met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:532
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202007050/2/R3

202100969/2/A3

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 18 januari 2021 van de rechtbank. Linisol heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het geding betreft de onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 30 dagen van het procescertificaat asbestverwijdering van Linisol.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:535
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100969/2/A3

202101304/1/A2

Het beroep richt zich tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 16 februari 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:536
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202101304/1/A2

202002344/2/R2

[verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Bergen van 10 maart 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bosserheide 29".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:417
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002344/2/R2

202100171/1/R4 en 202100171/2/R4

Bij besluit van 25 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het verplaatsen van een in- en uitrit op het perceel aan de [locatie] in Soest afgewezen. [appellant] woont in een vrijstaande woonboerderij op het perceel. De woonboerderij is een rijksmonument. Het perceel maakt onderdeel uit van het beschermd dorpsgezicht. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Soest Midden en Zuid". [appellant] heeft een aanvraag gedaan voor het verplaatsen van een in- en uitrit (hierna: uitweg) op het perceel, die het college heeft afgewezen. Het college heeft daarnaast besloten handhavend op te treden tegen een aantal bouwwerken op het perceel en de uitweg. [appellant] is het daarmee niet eens. De rechtbank heeft de beroepen van [appellant] tegen de besluiten van 20 november 2019 en 3 juni 2020 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:481
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100171/1/R4 en 202100171/2/R4

201805874/6/R2

Bij besluit van 3 juli 2020 hebben provinciale staten Provinciale staten van Noord-Brabant de inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" vastgesteld. [appellant] heeft een beroepschrift ingediend en verschillende nadere stukken overgelegd. Deze gaan over de manier waarop bestuursorganen, waaronder het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad, zijn persoonsgegevens hebben verwerkt en over de werkwijze van de Raad van State.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:509
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak201805874/6/R2

201808735/1/A3 en 201808792/1/A3

Bij besluit van 25 november 2014 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit aan Stichting de Nationale Sporttotalisator vergunning verleend voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s over de periode van 16 januari 2015 tot en met 31 december 2016. Bij besluit van 8 januari 2015 heeft de KSA de aanvraag van Betfair voor een vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s inclusief cijferspel, afgewezen. De Wok kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. Deze vergunning wordt de sporttotalisatorvergunning genoemd en kan maar aan één rechtspersoon worden verleend. Tot en met 15 januari 2015 was deze vergunning verleend aan SNS. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de KSA de vergunning onderhands opnieuw aan SNS verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:468
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201808735/1/A3 en 201808792/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201808735/1/A3 en 201808792/1/A3

201901194/1/R2

Bij besluit van 18 december 2018 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "N270 Langstraat" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het herinrichten van een gedeelte van weg N270. De N270 is gesplitst in een westelijk deel (van Helmond tot Deurne) en een oostelijk deel (van Deurne tot aan de Limburgse grens). Het plan heeft alleen betrekking op het oostelijke deel van de N270. Met het plan is beoogd om de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer en de leefbaarheid (onder meer door beperking van geluidhinder) bij de omliggende woningen te verbeteren. De herinrichting bestaat uit de aanleg van een parallelstructuur langs de N270. [appellanten] wonen dan wel zijn gevestigd aan de Langstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:514
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201901194/1/R2

201904061/1/A3

Bij besluit van 14 januari 2010 heeft de minister voor Rechtsbescherming aan Stichting de Nationale Sporttotalisator vergunning verleend voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto's over de periode van 16 januari 2010 tot en met 15 januari 2012. De Wet op de kansspelen kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. SNS heeft in oktober 2009 een aanvraag bij de minister ingediend voor een verlenging van haar vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s voor een periode van vijf jaar. De minister heeft de door SNS aangevraagde vergunning bij besluit van 14 januari 2010 verleend voor een periode van twee jaar, te weten van 16 januari 2010 tot en met 15 januari 2012. Betfair heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:469
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904061/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201904061/1/A3

201904761/1/R3

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Noordeloos, [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van twee woningen op een voormalig agrarisch perceel. [partij A] en [partij C] zijn de initiatiefnemers van deze ontwikkeling. Het perceel van [appellanten] ligt ten zuiden van het plangebied op een afstand van ongeveer 100 m daarvan en hun woning ligt op een afstand van ongeveer 150 m. [appellanten] hebben rechtstreeks zicht op de in het oostelijke deel van het plangebied voorziene woning. [appellanten] vrezen voor de aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van het plan, onder meer als gevolg van de aantasting van hun privacy en overlast door bedrijfsactiviteiten. Hierover en over een aantal andere onderwerpen hebben zij beroepsgronden ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:531
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201904761/1/R3

201905788/1/A3

Bij besluit van 31 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem een verzoek van [wederpartij] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, afgewezen. Bij brief van 24 februari 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht om meldingen rondom integriteit sinds 1 januari 2007 openbaar te maken. Het college heeft dit verzoek met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld en weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het voorkomen van die benadeling. Bij het besluit op bezwaar heeft het college deze afwijzing gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:525
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905788/1/A3

201905789/1/A3

Bij besluiten van 27 maart en 29 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem verzoeken van [wederpartijen] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, afgewezen. Bij brief van 13 maart 2017 hebben [wederpartijen] het college verzocht om documenten die betrekking hebben op het Meldpunt Integriteit van de gemeente Haarlem, openbaar te maken. Bij brief van 31 mei 2017 hebben [wederpartijen] verzocht om documenten die betrekking hebben op het Meldpunt, voor zover het gaat om meldingen van ambtenaren, openbaar te maken. Het college heeft deze verzoeken met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:526
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905789/1/A3

201905966/1/A2

Bij uitspraak van 8 augustus 2018, in zaak nr. 201707158/3/A2, heeft de Afdeling het verzet van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2018, in zaak nr. 201707158/2/A2, ongegrond verklaard. De uitspraak van 8 augustus 2018 strekt tot ongegrondverklaring van het verzet tegen de uitspraak van 20 april 2018. Bij die uitspraak heeft de Afdeling zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juli 2017. Daartoe heeft de Afdeling overwogen dat er geen aanleiding bestond het appelverbod te doorbreken en dat de Afdeling het hogerberoepschrift naar de rechtbank mocht doorzenden om het als verzetschrift te laten behandelen. [verzoeker] heeft wederom om herziening van de uitspraak van 8 augustus 2018 verzocht. Hij betoogt dat de Afdeling in die uitspraak buiten het beoordelingskader van verzet is getreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:482
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201905966/1/A2

201905995/1/R1

Bij besluit van 29 mei 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Julia" vastgesteld. Het plan herziet het verouderde bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Julia, en is grotendeels conserverend van aard. Wormdal exploiteert op het bedrijventerrein een baksteenfabriek en een mineralenwasserij met een puinbrekerij en vreest voor belemmering van haar huidige en toekomstige bedrijfsactiviteiten. De STAB heeft desgevraagd een deskundigenbericht uitgebracht over de vraag wat de gevolgen van het plan zijn voor de bedrijfsvoering van Wormdal. Wormdal stelt dat de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 3" ontoereikend is en dat het plan belemmerend is voor haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:530
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905995/1/R1

201906071/1/R3

Bij besluit van 11 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Oegstgeest het bestemmingsplan "1e partiële herziening Oudenhof en Klinkenbergerplas" vastgesteld. [appellant sub 1] en [appellant sub 3] wonen in het plangebied aan de Oude Vaartweg, respectievelijk op huisnummer [nummer locatie A] en [nummer locatie B], te Oegstgeest, op een afstand van ongeveer 200 à 300 m van het gedeelte van het gebied de Klinkenbergerplas waar hun beroepen op zien. [appellant sub 2] woont aan de [locatie C], op een afstand van ongeveer 145 m van bedoeld gedeelte van het gebied. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen geluidhinder en parkeeroverlast vanwege de horecavoorziening die het bestemmingsplan op dit gedeelte van het gebied de Klinkenbergerplas mogelijk maakt. [appellant sub 3] vreest dat het plan een horecagelegenheid van dusdanige omvang toestaat, dat deze voor geluid- en verkeeroverlast zal zorgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:523
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906071/1/R3

201906097/4/R1

Bij tussenuitspraak van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2033, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Wijdemeren opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de gebreken in het besluit van 6 juni 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nieuw-Loosdrechtsedijk 87" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het in artikel 3, lid 3.3.2, onder e, van de planregels opgenomen criterium "geen nadelige invloed op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk" niet geschikt is om zonder nadere objectivering te worden opgenomen in de planregels. De realisering van de bestemming wordt immers afhankelijk gesteld van een nadere afweging die, gelet op de rechtszekerheid en de uitvoerbaarheid van het plan, al bij de rechtstreekse bestemming had moeten worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:487
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906097/4/R1

201906925/1/A3

Bij besluit van 23 januari 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten op een verzoek van [appellant] om verstrekking van volgens [appellant] bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aanwezige informatie over hem. Bij brief van 25 september 2017 heeft [appellant] verzocht om verstrekking van volgens hem bij de AIVD aanwezige informatie over hem. Bij het besluit van 23 januari 2018 heeft de minister te kennen gegeven na archiefonderzoek één niet-actueel document over [appellant] te hebben aangetroffen, een onderzoeksrapport, en dat hierin geen inzage kan worden gegeven, omdat daardoor een nog actuele werkwijze van de AIDV openbaar zou worden, wat de nationale veiligheid zou kunnen schaden. Voorts staan in het onderzoeksrapport persoonsgegevens van derden. Bij het besluit van 24 mei 2018 heeft de minister de weigering om inzage in het onderzoeksrapport te geven, gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:484
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906925/1/A3

201907545/1/R4

Bij besluit van 13 maart 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht (hierna: GS) een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, over het besluit van B&W van 6 februari 2018 tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor onder meer het houden van 700 biologische vleesvarkens op het perceel [locatie] te Woudenberg. [appellante sub 1] exploiteert op het perceel een melkveehouderij. Op 5 december 2016 heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een varkensstal, het houden van 700 biologische vleesvarkens, en voor het (kort samengevat) terugbrengen van de hoeveelheid rundvee van in totaal 375 naar 300. Het houden van varkens is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (herziening)". Het perceel heeft namelijk de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschapswaarde - Reliëf" en op die gronden zijn uitsluitend grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:510
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907545/1/R4

201907553/1/R4

Bij besluit van 10 september 2019 (hierna: het instemmingsbesluit) heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat ingestemd met een door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediend geactualiseerd opslagplan voor de gasopslag in het gasveld Norg. Deze zaak gaat over het gebruik van het uit productie genomen gasveld Norg als gasopslag door de NAM. Het veld ligt onder meer in de gemeente Noordenveld. Uit het veld is tussen 1983 en 1995 gas gewonnen. Sinds 1997 fungeert het veld als gasopslaglocatie. Het gas dat wordt opgeslagen is laagcalorisch gas. Van oudsher is dat gas grotendeels afkomstig uit het Groningenveld. Inmiddels wordt er ook zogenoemd pseudo-Groningengas opgeslagen, laagcalorisch gas dat is verkregen door stikstof toe te voegen aan hoogcalorisch gas. In de zomerperiode (ongeveer april tot en met september) wordt het gas geïnjecteerd en opgeslagen voor onttrekking in de winterperiode (ongeveer oktober tot en met maart).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:512
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201907553/1/R4

201907594/1/A3

Op 1 april 2016 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit de tenaamstelling van de eerder aan Stichting de Nationale Sporttotalisator verleende vergunning Sportprijsvragen en Lotto 2015/2016 gewijzigd. Op diezelfde datum heeft de KSA de tenaamstelling van de eerder aan Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij verleende beschikking voor het organiseren van de staatsloterij gewijzigd. De Wok kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. Deze vergunning wordt de sporttotalisatorvergunning genoemd en kan slechts aan één rechtspersoon worden verleend. Tot en met 15 januari 2015 was deze vergunning verleend aan SNS. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de KSA de vergunning onderhands opnieuw aan SNS verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:470
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907594/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907594/1/A3

201908107/1/R3

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk, namelijk tot 31 december 2021, gebruiken van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal op het perceel [locatie] te Hasselt. [vergunninghouder] exploiteert onder de naam [bedrijf] een eenmanszaak die handelt in bestratingsmaterialen. Het bedrijf is gevestigd op het perceel en heeft daar een showroom. Ten behoeve van de opslag van de bestratingsmaterialen huurde [vergunninghouder] een bedrijfsperceel in Genemuiden. De verhuurder heeft echter de verhuurovereenkomst opgezegd, waardoor [vergunninghouder] op zoek moest naar een nieuwe locatie om de bestratingsmaterialen op te slaan. Om die reden heeft [vergunninghouder] op 25 oktober 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk gebruik van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal, aansluitend aan het perceel met een oppervlakte van 0,4 ha.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:516
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908107/1/R3

201908528/1/R3

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne het wijzigingsplan "[locatie 1] Rockanje" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in een woning op het perceel [locatie 1] te Rockanje. Daartoe is aan het agrarische bestemmingsvlak op het perceel de bestemming "Wonen" toegekend. Het plan is op verzoek van de eigenaren van dat perceel, [partij A] en [partij B], vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.6.1 van de planregels van het bestemmingsplan "Sanering glastuinbouw Blindeweg/Langeweg Rockanje". Dat bestemmingsplan heeft onder meer als doel het op het perceel aanwezige glastuinbouwbedrijf te saneren. De kassen zijn inmiddels gesloopt en op het perceel zijn slechts enkele bedrijfsgebouwen aanwezig [appellant] exploiteert op enige afstand van het plangebied - aan de [locatie 2] en [locatie 3] - een agrarisch bedrijf in de vorm van een intensieve veehouderij. Hij kan zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:508
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908528/1/R3

201908970/1/A3

Bij besluit van 27 mei 2008 heeft Octrooicentrum Nederland (hierna: OCNL) geweigerd aan Gilead een aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in de Verordening nr. 469/2009 van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen af te geven. Gilead is een farmaceutisch bedrijf dat een antiretroviraal geneesmiddel onder de naam Truvada op de markt brengt waarmee personen die geïnfecteerd zijn met hiv worden behandeld. Dit geneesmiddel bevat twee werkzame stoffen, tenofovir disoproxil en emtricitabine, die een gecombineerd effect voor hiv-behandeling hebben. Gilead was houdster van Europees octrooi (UK) EP 0 915 894. In conclusie 27 van het basisoctrooi wordt tenofovir disoproxil met een andere stof die in functionele termen is beschreven, geclaimd. Aan de octrooiaanvraag was als prioriteitsdatum 26 juli 1996 toegekend. Het octrooi is op 14 mei 2003 door het Europees Octrooibureau verleend en is op 24 juli 2017 vervallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:500
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908970/1/A3

201909050/1/A3

Bij besluit van 5 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besloten het verzoek van [wederpartij] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, deels afgewezen. Bij brief van 5 december 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht om het onderzoeksdossier naar vermeende integriteitsschendingen van voormalig burgemeester Schneiders en correspondentie over integriteitsmeldingen openbaar te maken. Het college heeft dit verzoek, voor zover het ziet op documenten in de dossiers van het Meldpunt Integriteit van de gemeente Haarlem met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld en weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het voorkomen van die benadeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:524
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909050/1/A3

202000136/1/R3

Bij besluit van 31 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Groendaelstaete I C.V. een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de kantoorvilla aan de Van de Spiegelstraat 12 in Den Haag. Op 26 april 2017 heeft Groendaelstaete I een aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ingediend voor het vernieuwen en verkleinen van de serre aan de achtergevel van de kantoorvilla. De kantoorvilla is een rijksmonument, maar de serre is geen onderdeel van het rijksmonument. De kantoorvilla inclusief de serre is gelegen binnen een gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Groendaelstaete I is van plan om naast de vernieuwde serre een appartementencomplex te bouwen. Groendaelstaete I heeft hiertoe een afzonderlijke aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ingediend. Die aanvraag is op 20 december 2019 afgewezen. Daartegen is Groendaelstaete I een procedure gestart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:521
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000136/1/R3

202000332/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2018 heeft de minister e minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de subsidie in het kader van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg op nihil vastgesteld en een bedrag van € 80.000,00 aan voorschotten teruggevorderd. [wederpartij] was werkzaam als vrijgevestigd medisch specialist in het St. Jansdal Ziekenhuis te Harderwijk. Per 1 januari 2015 is [wederpartij] in loondienst van het ziekenhuis gaan werken. Op 17 februari 2015 heeft het St. Jansdal Ziekenhuis namens [wederpartij] een subsidieaanvraag ingediend op grond van de SOIT. Op 15 september 2015 is aan [wederpartij] een subsidie verleend van maximaal € 100.000,00 als gedeeltelijke tegemoetkoming voor de lasten van de overstap van vrijgevestigd medisch specialist naar medisch specialist in loondienst. Per 1 mei 2017 is [wederpartij] bij de Isala Klinieken gaan werken, eerst in loondienst en per 1 november 2017 weer als vrijgevestigd medisch specialist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:507
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202000332/1/A2

202000550/1/A2

Bij besluit van 27 juli 2018 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. [appellant] heeft niet-aangeboren hersenletsel en gebruikt volgens het CBR zware medicatie die de rijvaardigheid kan beïnvloeden. Gezien een vermoeden van ongeschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen heeft het CBR bij het besluit van 27 juli 2018, gehandhaafd bij het besluit van 10 januari 2019, een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd. Ook heeft het CBR de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] hangende de uitkomst van dit onderzoek geschorst. Bij het besluit van 5 maart 2019 heeft het CBR, gezien de uitkomst van het onderzoek, het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard. Doordat [appellant] diazepam gebruikt, is hij volgens het CBR niet geschikt voor deelname aan het gemotoriseerde verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:483
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000550/1/A2

202000779/1/A3

Bij besluit van 11 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg geweigerd de door [appellant] overgelegde Ghanese geboorteakte als brondocument in de basisregistratie personen (hierna: brp) te registeren. [appellant] wil de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. In dat kader heeft hij het college verzocht om een uittreksel van zijn Ghanese geboorteakte, afgegeven op 14 februari 2018 met nummer 050101-312-1989, in de brp te registreren. Bij besluit van 11 juli 2018 heeft het college dit verzoek afgewezen met toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het in 2014 een eerder uittreksel met hetzelfde nummer had geweigerd te registreren. De rechtbank heeft dat eerdere besluit tot weigering registratie in beroep in stand gelaten. Tegen die uitspraak is indertijd geen hoger beroep is ingesteld. In bezwaar is het college alsnog overgegaan tot een inhoudelijke beoordeling van de overgelegde geboorteakte uit 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:505
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202000779/1/A3

202001183/1/R1

Bij besluit van 21 november 2019 heeft de raad van de gemeente Goes het bestemmingsplan "Herziening Marconistraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor een supermarkt op de voormalige Gamma-locatie aan de Marconistraat 11. De voorziene ontwikkeling maakt deel uit van een herstructurering van het bedrijven- en detailhandelsgebied rondom de Marconistraat. Met de geplande herstructurering wenst de raad het Marconigebied te revitaliseren en de supermarktstructuur in Goes te versterken. Lidl is initiatiefnemer en zij is voornemens om op de voormalige Gamma-locatie een supermarkt te exploiteren. Lidl stelt dat geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling, zodat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet van toepassing is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:518
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202001183/1/R1

202001212/1/A2

Bij besluit van 15 april 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van de huurtoeslag over 2016 afgewezen. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen heeft [appellante] over 2016 te veel voorschot huurtoeslag ontvangen omdat zij voordeel uit sparen en beleggen heeft genoten. De dienst heeft de definitief berekende huurtoeslag over 2016 daarom op nihil gesteld. Bij besluit van 11 december 2017 heeft de dienst het daartegen door [appellante] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is hiertegen niet in beroep gegaan zodat dit besluit in rechte vaststaat. [appellante] heeft de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om de definitief berekende huurtoeslag te herzien. Volgens haar heeft zij recht op elf maanden huurtoeslag omdat ze pas op 1 december 2016 met haar partner is gaan samenwonen en haar partner pas vanaf die datum als haar toeslagpartner kan worden aangemerkt. De dienst heeft dit verzoek afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:489
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202001212/1/A2

202001367/1/R4

Bij besluit van 17 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellant] om invordering van een dwangsom wegens overtreding van een last onder dwangsom en het verzoek om een nieuw dwangsombesluit te nemen, afgewezen. In juli 2014 heeft het college aan MVC een omgevingsvergunning voor de duur van 5 jaar verleend voor het inrichten en gebruiken van een perceel aan de Ringkade in Utrecht voor een modelvliegclub. Met deze vergunning mogen de leden van MVC vliegen met modelvliegtuigjes, maar alleen binnen een bepaalde vliegcirkel en, boven andere percelen dan het perceel, op een hoogte van ten minste 20 m. [appellant] is eigenaar van twee percelen die gedeeltelijk binnen de vliegcirkel liggen. Hij heeft een agrarisch bedrijf met koeien. Deze koeien zijn niet onthoornd. Hij stelt dat overtredingen van de vergunningsvoorschriften ertoe leiden dat koeien schrikken van de modelvliegtuigjes en elkaar en zijn personeel met hun hoorns verwonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:515
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001367/1/R4

202001518/1/A3

Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de raad van bestuur van het Erasmus MC opnieuw beslist op het door [erflater] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 juni 2016, het bezwaar gegrond verklaard en een aantal documenten geschoond en openbaar gemaakt. [erflater] heeft op 3 maart 2020 beroep ingesteld tegen het nieuwe besluit op bezwaar van 6 februari 2020. Op 29 juni 2020 is [erflater] komen te overlijden met als gevolg dat zijn procesbelang bij de uitkomst van deze beroepsprocedure is komen te vervallen. De gemachtigde van [erflater] heeft een verklaring van erfrecht overgelegd waaruit blijkt dat [appellant] zijn enige erfgenaam is. Bij brief van 31 augustus 2020 heeft de gemachtigde meegedeeld dat [appellant] het beroep wenst voort te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:506
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001518/1/A3

202001519/1/A3

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van bestuur van het Erasmus MC opnieuw beslist op het door [erflater] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 12 mei 2016 en het bezwaar gegrond verklaard. [erflater] heeft op 3 maart 2020 beroep ingesteld tegen het besluit. Op 29 juni 2020 is [erflater] komen te overlijden met als gevolg dat zijn procesbelang bij de uitkomst van deze beroepsprocedure is komen te vervallen. Bij brief van 31 augustus 2020 heeft de gemachtigde meegedeeld dat [appellant] het beroep wenst voort te zetten. Volgens de gemachtigde heeft [appellant] een persoonlijk en direct belang bij voortzetting van de procedure. In dit verband wijst de gemachtigde erop dat [appellant] voorzitter van onder meer Stichting Een DIER een VRIEND en de Stichting voor Afschaffing van Dierproeven is en dat de op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzochte informatie van belang is voor zijn werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:511
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001519/1/A3

202001768/1/A2

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellant] meegedeeld dat de uitslag van het medisch onderzoek is dat hij niet geschikt is om te rijden en dat daarom zijn rijbewijs ongeldig blijft. Op 28 maart 2018 heeft de korpschef van de Politie Eenheid Midden-Nederland aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die vereist is voor het besturen van motorrijtuigen. Er is opgemerkt dat [appellant] over een langere periode met regelmaat wordt aangetroffen in een verwarde toestand. Als bijlagen bij de mededeling zijn verschillende mutatierapporten gevoegd. Het CBR heeft naar aanleiding van voormelde informatie aan [appellant] meegedeeld dat hij een medisch onderzoek moet laten doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:501
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202001768/1/A2
vorige pagina1...214215216...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon