Uitspraak 202003359/2/R4 en 202004926/2/R4


Volledige tekst

202003359/2/R4 en 202004926/2/R4.
Datum beslissing: 8 december 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) van:

mr. J.J.W.P. van Gastel.

Procesverloop

Ten aanzien van de zaken nrs. 202003359/1/R4 en 202004926/2/R4, die op 14 december 2021 op zitting zullen worden behandeld, heeft mr. J.J.W.P. van Gastel (hierna: de staatsraad), als lid van de meervoudige kamer belast met de behandeling van deze zaken, op 7 december 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelt, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.       In de genoemde zaken wordt een beroep gedaan op de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 juni 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:2849. De staatsraad heeft deze uitspraak als rechter in de rechtbank Gelderland mede vastgesteld. De staatsraad meent dat de rechtsvraag die daarin aan de orde is geweest, sterke gelijkenissen vertoont met de rechtsvraag in deze zaken. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaken te voorkomen, heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.

3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. C.M. Wissels, leden, in tegenwoordigheid van mr. N. Tibold, griffier.

w.g. Drop
voorzitter

w.g. Tibold
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 8 december 2021

853