Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202101713/1/A3 en 202101713/2/A3

Bij besluiten van 4 februari en 19 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heumen dwangsommen ingevorderd tot een bedrag van onderscheidenlijk € 1.250,00 en € 1.000,00. [appellant] heeft een winkel op het adres [locatie A] in Overasselt. Hij verkoopt groente, fruit en zuivel. Van april tot en met juni verkoopt hij ook buitenplanten en potgrond, hetgeen hij voornamelijk in karren voor de winkel zet. Volgens het college staan de karren deels op de openbare weg. Hierover zijn gesprekken gevoerd en afspraken gemaakt. Volgens het college kwam [appellant] de afspraken niet na. Daarom heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. Vervolgens heeft het college dwangsommen ingevorderd. Deze procedure gaat over de invorderingsbesluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:765
Datum uitspraak
16 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101713/1/A3 en 202101713/2/A3

202006138/2/R2

Bij besluit van 22 september 2020 heeft de raad van de gemeente Goirle het bestemmingsplan "Zuidrand Goirle locatie Van Besouw" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van maximaal 155 woningen op het voormalige fabrieksterrein "Van Besouw" aan de Kerkstraat in de gemeente Goirle. De Nederlandse Bouw Unie Projectontwikkeling IV B.V wil het voormalige fabrieksterrein van circa 5,5 hectare transformeren naar een woongebied. De transformatie van het terrein wordt - vanwege de beschikbare contingenten - gefaseerd uitgevoerd. Deze fasering is in het plan verwerkt in twee bestemmingen: "Woongebied" en "Bedrijf". De gronden met de bestemming "Woongebied" komen direct na vaststelling van dit plan in aanmerking voor woningbouw. [appellant] is eigenaar en bewoner van een tegenover het plangebied gelegen woning aan de [locatie]. De afstand vanaf [appellant]s perceelgrens tot het dichtstbij gelegen bouwvlak in het plangebied waar woningen kunnen worden opgericht is ongeveer 15 m.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:802
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006138/2/R2

202006871/1/V3

Bij besluit van 27 november 2020 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:804
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006871/1/V3

202100675/2/V1

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken en de vreemdeling ongewenst verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1082
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202100675/2/V1

202101301/2/R4

Bij besluit van 23 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Aalten het bestemmingsplan "Landelijk gebied, herstelbesluit 2020 BMC" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt een clubhuis voor motortourclub BMC mogelijk op een perceel aan de Ganzenpoelendijk in Bredevoort. Het college heeft een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van het clubhuis. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn voorbereid met toepassing van de gemeentelijke coördinatieregeling van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening. De Stichting en anderen verzetten zich tegen de komst van het clubhuis. Zij vrezen dat het clubhuis het landschap zal aantasten en dat de motoren zullen leiden tot overlast. De Stichting en anderen willen voorkomen dat BMC start met de bouw van het clubhuis en hebben de voorzieningenrechter daarom verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:801
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101301/2/R4

202101371/1/V2 en 202101371/2/V2

Bij besluit van 3 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:797
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101371/1/V2 en 202101371/2/V2

202101474/2/R3

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de raad van de gemeente Enschede besloten om het bestemmingsplan "Moskee Kuipersdijk 2020" niet vast te stellen. Islamitische Stichting Nederland heeft naar voren gebracht dat het spoedeisend belang van het verzoek is gelegen in het tijdsverloop, omdat zij geruime tijd zal moeten wachten voordat in rechte komt vast te staan of de raad heeft kunnen besluiten om het bestemmingplan "Moskee Kuipersdijk 2020" niet vast te stellen. Zij wijst er in dit verband op dat al tien jaar met de gemeente Enschede wordt gesproken over een nieuw te bouwen moskee ter vervanging van de verouderde en niet op een optimale locatie gelegen moskee. Hoewel geen sprake is van een feitelijke onomkeerbare situatie, rechtvaardigen de betrokken belangen die zijn gelegen in het tijdsverloop het treffen van een voorlopige voorziening, zo stelt Islamitische Stichting Nederland.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:800
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202101474/2/R3

202102028/2/V3

Bij besluiten van 2 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om aan hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:803
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102028/2/V3

202102037/2/A3

Bij besluit van 18 december 2020 heeft de burgemeester van Apeldoorn [verzoekster] gelast de woning op het adres [locatie] te Wenum-Wiesel gedurende drie maanden gesloten te houden. [verzoekster] is eigenares van de woning op het adres [locatie] in Wenum-Wiesel. Zij woont met haar echtgenoot en zevenjarige dochter in deze woning. Op 10 december 2020 is bij een inval van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) in de woning een hennepkwekerij aangetroffen. De burgemeester heeft hierover van de politie een zogenoemd hennepbericht ontvangen. Daarin staat dat in een kamer op de eerste verdieping een professioneel opgezette kweekruimte met 60 oogstrijpe hennepplanten is aangetroffen. Verder staat daarin dat in de kelder 264 in steenwol gestoken hennepstekken en een grote zak verdroogde in steenwol gestoken hennepstekken zijn aangetroffen. Volgens de politie was er vermoedelijk al twee keer hennep geoogst. In een slaapkamer op de begane grond zijn twee vuurwapens aangetroffen, waarvan één doorgeladen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:799
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102037/2/A3

202102445/2/V3

Bij besluit van 5 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:809
Datum uitspraak
15 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102445/2/V3

202100576/1/R4 en 202100576/2/R4

Bij brief van 9 november 2020 heeft Coltavast beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekend maken van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning. Bij uitspraak van 30 december 2020 heeft de rechtbank onder meer het door Coltavast daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht hoger beroep ingesteld. Op 6 maart 2020 heeft Coltavast een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen tot appartementen van de algemene ruimten op de begane grond van het voormalig woon-zorgcomplex 'De Keizershof' aan de Van Vollenhovenlaan 451 tot en met 687 in Utrecht. Het is tussen partijen niet in geschil dat de termijn voor het geven van een beschikking op de aanvraag op verschillende momenten is verlengd en opgeschort waardoor de beslistermijn op 4 augustus 2020 zou eindigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:764
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100576/1/R4 en 202100576/2/R4

202101500/2/R2

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [verzoeker A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van commerciële ruimtes en 27 appartementen op het perceel Adrianusplein 2G, 131 t/m 147, 231 t/m 247, 331 t/m 347, Kloosterpad 2 en Petrus Dondersplein 14 te Sint-Michielsgestel. Het college heeft bij besluit van 1 oktober 2019 aan [verzoeker A] een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend voor het bouwen van commerciële ruimtes en 27 appartementen op het perceel. [wederpartij A] en [wederpartij B] wonen in de omgeving van het perceel en vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat door de bouw en het gebruik van de commerciële ruimtes en 27 appartementen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:761
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101500/2/R2

202101958/1/A3 en 202101958/2/A3

Bij besluit van 30 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen (lees: de burgemeester van Groningen) geweigerd om een andere naam toe te voegen aan het paspoort van [appellant]. [appellant] heeft gevraagd om de naam [naam] aan zijn paspoort toe te voegen. De burgemeester heeft dit behandeld als een verzoek om toepassing van artikel 24 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001. Op grond van deze bepaling kan een andere naam, oftewel een pseudoniem, in een paspoort worden vermeld. Daarvoor is vereist dat de aanvrager met schriftelijke bewijsstukken aantoont dat hij in het maatschappelijk verkeer zakelijk of beroepshalve bekendstaat onder die andere naam.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:763
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202101958/1/A3 en 202101958/2/A3

201905525/1/R1

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Roermond het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan kamerverhuur en ministudio's" vastgesteld. Met het paraplubestemmingsplan van 6 juni 2019 is voorzien in een regeling voor het grondgebied van de gemeente Roermond voor onder meer nieuwe kamerwoningen, waardoor het realiseren van dergelijke nieuwe woningen niet is toegestaan. [appellant] heeft daartegen beroep ingesteld omdat hij zich niet kon verenigen met de daaruit voortvloeiende belemmering om extra kamerwoningen te verwezenlijken op zijn perceel [locatie] te Roermond. Het herziene paraplubestemmingsplan van 4 juni 2020 voorziet in een aangepaste regeling voor nieuwe kamerwoningen. Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - regulering kamerwoningen" is het niet toegestaan nieuwe kamerverhuurpanden of kamerwoningen te bouwen dan wel in gebruik te nemen. In dit verband is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid in de planregels opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:773
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905525/1/R1

201908163/1/R1

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het project 'het afmeren van een bunkerstation en het realiseren van bijbehorende voorzieningen aan de noordzijde van de strekdam nabij de Houthaven in Amsterdam'. [appellante] is een oliehandel die de binnenscheepvaart voorziet van brandstof en toebehoren. Het bedrijf beschikt over een bunkerstation in Zaandam en heeft op 19 februari 2018 bij het college een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een (tweede) drijvend bunkerstation aan de noordzijde van de strekdam in het IJ nabij de Houthaven in Amsterdam, in het verlengde van de Haparandadam. Het college heeft de omgevingsvergunning geweigerd, omdat het project volgens het college in strijd is met het ter plaatse geldende onherroepelijke bestemmingsplan "Spaarndammers en Zeehelden", zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam op 23 april 2013.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:777
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201908163/1/R1

201908374/1/R3

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Almelo het bestemmingsplan "Haghoek Rosarium Westeres" vastgesteld. Uit de toelichting bij het bestemmingsplan "Haghoek Rosarium Westeres" blijkt dat de raad hiermee wil voorzien in een plan ter actualisatie van verschillende bestemmingsplannen, met een overwegend consoliderend karakter. [appellante sub 1] en anderen zijn eigenaren van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] in Almelo. [appellant sub 2] is eigenaar van de percelen [locatie 3] en [locatie 4] in Almelo. Aan de gronden van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] is in het plan de bestemming "Gemengd - 2" toegekend. [appellante sub 1] en anderen kunnen zich niet ermee verenigen dat in het plan het gebruik van de percelen [locatie 1] en [locatie 2] voor de huisvesting van meer dan één huishouden en kamerverhuur niet is toegestaan. [appellant sub 2] keert zich ook tegen de planregeling voor de percelen [locatie 1] en [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:786
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908374/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201908374/1/R3

201908437/1/R4

Bij besluit van 13 december 2018, gepubliceerd op 16 oktober 2019, heeft de raad van de gemeente West Maas en Waal het bestemmingsplan "Gouden Ham/De Schans, correctie [locatie]" vastgesteld. In het plan heeft de raad aan de [locatie] te Alphen (Gelderland) een bedrijfswoning en paardenfokkerij met maximaal 10 paarden toegestaan. Ter plaatse zijn de bedrijfswoning, de paardenstallen en een paardenbak feitelijk aanwezig. [partij] woont in de bedrijfswoning. Hij is eveneens degene die de paardenfokkerij uitoefent. [appellant] is een omwonende en kan zich niet verenigen met het plan. Hij vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:768
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201908437/1/R4

201908564/2/R4

Bij het besluit van 27 februari 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Chijnsgoed en anderen onder meer gelast om de overtreding van artikel 10.40, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet milieubeheer (last 5) te beëindigen en beëindigd te houden met de verplichting tot betaling van een dwangsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Het college heeft aan Chijnsgoed en anderen een last onder dwangsom opgelegd. In beroep betogen zij onder meer dat de dwangsom te hoog is en dat de hoogte van de dwangsom onvoldoende is gemotiveerd. In de tussenuitspraak van 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2603, heeft de Afdeling overwogen dat het college de hoogte van de dwangsom niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Bij de tussenuitspraak heeft de Afdeling het college opgedragen om met inachtneming van overweging 7 nader te motiveren hoe het tot de gekozen formulering van de last onder dwangsom is gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:787
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908564/2/R4

201909014/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de eigenaren van de vennootschap onder oplegging van een dwangsom gelast om diverse overtredingen op het perceel [locatie 1] in Amsterdam ongedaan te maken. [vennoot 1], [vennoot 2] en [vennoot 3] zijn vennoten van de vennootschap. Ter plaatse van het perceel geldt het bestemmingsplan "Postcodegebied 1012", zoals dat is gewijzigd met de invoering van het paraplubestemmingsplan "Winkeldiversiteit Centrum". Bij besluit van 8 oktober 2018, in stand gelaten bij besluit op bezwaar van 5 april 2019, heeft het college de eigenaren van de vennootschap gelast om de geconstateerde strijdigheden met onder meer het Bouwbesluit 2012, artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, en artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wabo op te heffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:783
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909014/1/R1

202000050/1/R1

Bij besluit van 27 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere een last onder dwangsom opgelegd aan [appellant] om op het perceel [locatie 1] te Westkapelle het (laten) gebruiken van de woning voor recreatieve doeleinden én het (laten) gebruiken van het bij de woning behorende bijgebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf zonder dat de woning permanent wordt bewoond te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante] is eigenaar van de woning en het bijgebouw op het perceel te Veere. In het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Kom Westkapelle" is aan het perceel de bestemming "Wonen" toegekend. Het besluit van 27 maart 2018 is bij besluit op bezwaar van 31 augustus 2018 in stand gelaten. Het college heeft bij besluiten van 30 januari 2019, 14 februari 2019, 1 mei 2019, 16 mei 2019, 14 juni 2019 en 4 juli 2019 dwangsommen ingevorderd van in totaal € 10.000,00, omdat [appellante] de in de last onder dwangsom vermelde overtreding meermaals niet heeft beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:769
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000050/1/R1

202000780/1/A3

Bij besluit van 25 februari 2019 heeft het college van burgermeester en wethouders van Amersfoort de aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring voor een woning afgewezen. [appellant] heeft een urgentieaanvraag ingediend op medische en sociale gronden. [appellant] is gescheiden en verblijft sinds de echtscheiding voornamelijk bij zijn broer en afwisselend bij andere familieleden. Het verblijf bij zijn broer is een tijdelijke oplossing, aldus [appellant]. [appellant] heeft vier kinderen die hoofdverblijf hebben bij zijn ex-partner. De ex-partner van [appellant] is in de echtelijke woning blijven wonen. [appellant] heeft het college verzocht om een urgentieverklaring op medische gronden omdat hij kampt met reuma en diabetes en zijn medische klachten verslechteren door kou en vochtigheid in de woning van zijn broer. [appellant] heeft vanwege de echtscheiding ook verzocht om urgentie op sociale gronden, omdat hij in de buurt van familie en zijn kinderen wil blijven wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:779
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000780/1/A3

202002116/1/R4

Bij besluit van 14 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Twenterand aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de stalinrichting op het perceel [locatie] in Geerdijk. Op het perceel is een pluimveebedrijf gevestigd waar legkippen worden gehouden. Bij het besluit van 14 november 2018 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de stalinrichting. [vergunninghouder] wil biologische legkippen gaan houden met de mogelijkheid om over te stappen naar het houden van vleeskuikenouderdieren. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat is ingediend. De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Aan de orde is de vraag of de rechtbank dat terecht heeft gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:766
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002116/1/R4

202002191/1/A3

Bij brief van 27 december 2018 heeft het gemeenschappelijk orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen een verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om kennisneming van documenten, deels afgewezen. Bij besluit van 3 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Het Hogeland het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] heeft op 4 mei 2018 verzoeken om informatie ingediend bij het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad van de gemeente De Marne en bij het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad van de gemeente Winsum. Zij heeft verzocht om de (her)benoemingsbesluiten van de bestuursleden van het algemeen bestuur van de Stichting openbaar primair en voortgezet onderwijs Noord-Groningen en van de leden van het algemeen bestuur van de Schoolbestuur voor primair en voortgezet onderwijs tussen Lauwers en Eems-stichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:781
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002191/1/A3

202002215/1/A3

Bij besluit van 12 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk beslist op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie over de op 23 november 2016 vastgestelde Visie Centrum Bodegraven. [appellant] heeft bij brief van 9 januari 2018 verzocht om openbaarmaking van niet-openbare informatie over de Centrumvisie 2017. Hij heeft daarbij vermeld dat het verzoek uitsluitend betrekking heeft op niet-openbare informatie als gespecificeerd in de in zijn verzoek opgesomde twaalf punten. Het college heeft [appellant] telefonisch gevraagd om een toelichting en heeft een afspraak met hem gemaakt voor een gesprek. Bij brief van 15 januari 2018 heeft [appellant] de afspraak afgezegd en een nadere toelichting gegeven op het verzoek. Op 6 februari 2018 heeft een ambtenaar van de gemeente een bezoek gebracht aan [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:774
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002215/1/A3

202002673/1/R4

Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Parapluherziening Kantoren, uitsluiten woningbouw en supermarkten - 2019" vastgesteld. De raad heeft met de vaststelling van dit zogeheten paraplubestemmingsplan elf geldende bestemmingsplannen zoals genoemd in bijlage 1 voor de kernen Wehl, Nieuw Wehl, Langerak en het gebied Binnenstad en de Veentjes in Doetinchem aangepast. Het plan heeft tot gevolg dat op de gronden waar wonen is toegestaan, dit alleen nog in bestaande woningen is toegestaan en dat nieuwe woningen alleen nog mogelijk zijn op grond van een in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheid. Eén van de voorwaarden voor het toepassen van de afwijkingsbevoegdheid is dat de nieuwe woning past in het gemeentelijk woningbouwprogramma. Voorts staat het plan uitsluitend bestaande supermarkten toe waarbij de verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan de huidige verkoopvloeroppervlakte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:767
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002673/1/R4

202002714/1/R1

Bij besluit van 14 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum aan ABB Ontwikkeling B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de nieuwbouw van 17 woningen, onderdeel van het project Nieuw Koningsduin, woonfase 7, op het perceel Duinenboschweg 50 t/m 76 (even) en Duinenboschweg 17 t/m 21 (oneven) te Castricum. ABB Ontwikkeling B.V. heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het realiseren van 17 eengezinswoningen op het terrein van de (voormalige) zorginstelling "Duin en Bosch", thans onderdeel van de Parnassia Groep in Castricum, meer specifiek op de locatie van de voormalige zusterflat. Nieuw Koningsduin B.V. is eigenaar van de locatie. Het college heeft naar aanleiding van de aanvraag een vergunning verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:782
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002714/1/R1

202002915/1/A3

Bij besluit van 7 februari 2019 heeft de burgemeester van Woerden aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd ter voorkoming van overtreding van artikel 2:74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Woerden 2015, inhoudende een verbod op het dealen van drugs op straat. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat [appellant] zich binnen de gemeente Woerden heeft beziggehouden met drugshandel, ook vanaf openbare plaatsen. Dit is een overtreding van artikel 2:74 van de APV. De burgemeester heeft daarom gelast dat [appellant] zich niet meer ophoudt op een openbare plaats binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Woerden met als kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen. Indien [appellant] niet aan deze lastgeving voldoet dan verbeurt hij een dwangsom van € 5.000,00 per geconstateerde overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:780
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002915/1/A3

202003110/1/A3

Bij besluit van 28 januari 2019 heeft het college geweigerd het adres Spoordreef 14B te Almere te registreren in de basisregistratie personen als briefadres van [appellant]. Op 9 januari 2019 heeft het college van [appellant] een aanvraag ontvangen om het adres Spoordreef 14B te Almere in te schrijven als zijn briefadres in de brp. Op dit adres is het Leger des Heils gevestigd. [appellant] heeft een briefadres in Castricum. Omdat dit het buiten zijn leefomgeving gesitueerde adres is van zijn ex-partner en volgens [appellant] een tijdelijke oplossing is, wil hij een ander briefadres. In zijn aanvraag heeft [appellant] gesteld dat hij als huurder in een vakantiewoning op het adres [locatie], te Zeewolde verblijft. [appellant] heeft in zijn aanvraag aangegeven de komende drie maanden alle dagen op dit adres te verblijven. Het college heeft de aanvraag van [appellant] afgewezen, omdat het uit het aanvraagformulier heeft afgeleid dat [appellant] een woonadres heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:770
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202003110/1/A3

202003416/1/R1 en 202003418/1/R1

Bij besluit van 24 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Velsen het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen illegaal bouwen in en illegaal gebruik van de achtertuin aan de [locatie 1] in Santpoort-Noord, afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Santpoort-Noord. De achtertuin van zijn woning maakt onderdeel uit van een omsloten terrein waar ten tijde van de verzoeken om handhaving ook [bedrijf] was gevestigd in de achtertuin van het perceel [locatie 1]. [bedrijf] gebruikte de achtertuin van het perceel voor de verkoop van tuinplanten en -accessoires. Op het perceel rust ingevolge het bestemmingsplan "Santpoort-Noord" de bestemming "Centrum - 2". [appellant] heeft op 7 mei 2018 en 14 mei 2018 het college verzocht om handhavend op te treden tegen illegaal bouwen in en illegaal gebruik van de achtertuin van [bedrijf] onderscheidenlijk geluidsoverlast door bedrijfsactiviteiten van [bedrijf].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:775
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003416/1/R1 en 202003418/1/R1

202003548/1/R3

Bij besluit van 23 april 2020 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Torenpad-West" vastgesteld. Het bestemmingsplan is vastgesteld om de bouw van maximaal 100 woningen mogelijk te maken op gronden ten noorden van de Zijde in Boskoop. Deze gronden werden voorheen gebruikt ten behoeve van een kwekerij, waarvan de bedrijvigheid is beëindigd. [appellant sub 1] en [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] wonen in de directe nabijheid van het plangebied, aan de Zijde. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan, onder andere vanwege de wijze van totstandkoming van het plan en de stedenbouwkundige opzet van de achter hun woningen voorziene woningnieuwbouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:784
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202003548/1/R3

202003629/1/R4

Bij besluit van 11 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het omzetten van haar bedrijf met varkens en zoogkoeien naar een bedrijf met opfokgeiten. [appellante] exploiteerde in het verleden aan de [locatie] in Odiliapeel een gemengde veehouderij waar varkens en zoogkoeien werden gehouden. Op 15 december 2016 heeft [appellante] een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning voor het omzetten van haar bedrijf met varkens en zoogkoeien naar een bedrijf met opfokgeiten, waarbij meerdere stallen worden gesloopt. Het gaat om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gelezen samen met artikel 2.2a, eerste lid, aanhef en onder d, van het Besluit omgevingsrecht. Het college heeft de aanvraag afgewezen. [appellante] is het daarmee niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:776
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202003629/1/R4

202003667/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel een verzoek van [appellant] tot verwijdering van zijn persoonsgegevens en tot vergoeding van schade wegens onrechtmatige gegevensverwerking, afgewezen. [appellant] en het college zijn het er over eens dat een medewerker van het college op 3 augustus 2017 de volgende tekst heeft geplaatst in een topic op het VNG-Forum: "Ik ben het met [naam] eens dit is een te zwaar middel in de context van het verzoek (meneer vraagt info over zichzelf dat naar zijn eigen adres moet worden gestuurd). Een andere optie is wellicht - als je het risico wilt vermijden, om een geautoriseerde kopie te laten opsturen. Een dergelijke kopie kan de gemeente waar hij woont afgeven. […]" Het VNG-Forum is een digitaal platform, opgericht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, dat bedoeld is om medewerkers van gemeenten in staat te stellen met elkaar te overleggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:772
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202003667/1/A3

202003712/1/R1

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk het verzoek van de stichting om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat als vulling voor kunstgrasvelden in Katwijk afgewezen. De stichting heeft op 27 oktober 2019 het college verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat als vulling voor in totaal drie kunstgrasvelden bij de voetbalclubs KVV Quick Boys en VV Katwijk in Katwijk. De stichting heeft aan dit verzoek ten grondslag gelegd dat rubbergranulaat een bodemverontreinigende stof is en dat het gebruik hiervan als vulling op kunstgrasvelden in strijd is met artikel 13 van de Wet bodembescherming. Tegen het besluit van 30 januari 2020, waarbij het handhavingsverzoek is afgewezen, heeft de stichting op 11 maart 2020 zowel per post als digitaal, via DigiD, een nog niet van gronden voorzien bezwaarschrift ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:785
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202003712/1/R1

202003788/1/R4

Bij besluit van 13 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Landgoed Halsaf, deel Huize Babberich" vastgesteld. In deze zaak is een evenementenregeling voor Huize Babberich op het landgoed Halsaf aan de orde. Het besluit van 13 mei 2020 heeft de raad genomen naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de Afdeling van 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3658, waarin de evenementenregeling die in het bestemmingsplan voor dit landgoed was opgenomen, is vernietigd. Bij het besluit van 13 mei 2020, heeft de raad de mogelijkheden om evenementen te houden beperkt ten opzichte van de eerdere, vernietigde evenementenregeling. Huize Babberich Beheer B.V. is de eigenaar van Huize Babberich en initiatiefnemer van de evenementen op deze locatie. Zij kan zich niet verenigen met de evenementenregeling die in het voorliggende plan is opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:771
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003788/1/R4

202004164/1/A3

Bij besluit van 19 juli 2020 heeft de burgemeester van Schiedam aan [appellant] ingevolge artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen, met ingang van 19 juli 2020 om 21.04 uur tot 29 juli 2020 om 21:04 uur. Ook heeft de burgemeester gelast om gedurende deze periode geen contact op te nemen met de op dat adres wonende vrouw en kinderen. Dit besluit is verlengd op 28 juli 2020. [appellant] woont samen met zijn vrouw en kinderen in Schiedam. Op 17 juli 2020 heeft de vrouw van [appellant] een melding gedaan van huiselijk geweld. Naar aanleiding van deze melding zijn drie verschillende Risico-taxatie instrumenten Huiselijk Geweld (hierna: RiHG) opgesteld. In het RiHG van 20:28 uur staat dat de vrouw heeft verklaard dat zij door [appellant] in haar rug is geschopt en dat hij haar met de dood heeft bedreigd. In het RiHG van 16.11 staat dat de minderjarige kinderen hierbij aanwezig waren en na het incident aangeslagen waren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:778
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202004164/1/A3

202004427/4/R1

Bij uitspraak van 2 december 2020, in zaak nr. 202004427/3/R1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak na vereenvoudigde behandeling het beroep van [opposant A] en [opposant B] tegen het besluit van de raad van de gemeente Reimerswaal van 23 juni 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Klooster van Rilland" niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:791
Datum uitspraak
14 april 2021
  • Verzet
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202004427/4/R1

201904761/4/R3

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Noordeloos, [locatie 1]" vastgesteld. De raad heeft bij besluit van 7 mei 2019 het bestemmingsplan "Noordeloos, [locatie 1]" vastgesteld. Dit plan voorzit onder meer in de bouw van twee woningen op een perceel waar een agrarisch bedrijf was gevestigd. Het perceel van [verzoekers] ligt ten zuiden van het plangebied. Met het verzoek om het bestemmingsplan te schorsen, beogen [verzoekers] te voorkomen dat de omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie 2] bij het door het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden (hierna: het college) te nemen besluit op hun bezwaarschrift in stand blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:759
Datum uitspraak
13 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201904761/4/R3

202100303/2/R3

Bij besluit van 23 november 2020 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "Kernen Woubrugge - Hoogmade" vastgesteld. Met het plan wordt voorzien in een actueel juridisch-planologisch kader voor de kernen Woubrugge en Hoogmade. [verzoeker] woont aan de [locatie 1] te Woubrugge. Hij vreest dat met het plan is voorzien in de mogelijkheid om de al gerealiseerde overkapping van de woning op het perceel [locatie 2] te legaliseren. Daarnaast zijn de bouwregels die in de planregels zijn opgenomen voor overkappingen volgens hem onvoldoende duidelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:762
Datum uitspraak
13 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100303/2/R3

202100773/2/R3

Bij besluit van 9 december 2020 heeft de raad van de gemeente Nissewaard het bestemmingsplan "Heer & Meester West De Haven 2019" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich in de kern "Hekelingen". Op grond van de voorheen geldende beheersverordening "Heer & Meester West" konden binnen het plangebied 36 woningen worden gebouwd. Het bestemmingsplan voorziet ten opzichte van de voorheen geldende beheersverordening in 10 extra woningen en een gewijzigde stedenbouwkundige opzet. Ook voorziet het bestemmingsplan in een weg ter plaatse van een strook grond waaraan in het vorige bestemmingsplan "Hekelingen" de bestemming "Agrarisch - 2" was toegekend. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] wonen in het plangebied respectievelijk aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Hekelingen. Zij zijn van mening dat in het bestemmingsplan ten onrechte de stedenbouwkundige en bebouwingsopzet van de voorheen geldende beheersverordening "Heer & Meester West" wordt losgelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:758
Datum uitspraak
13 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100773/2/R3

202100848/2/R3

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Meppel het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten noordwesten van de stad Meppel en wordt begrensd door de provinciale weg N371 aan de oostzijde en de provinciale weg N375 aan de zuidzijde. [verzoeker] woont in het plangebied aan de [locatie] te Meppel. Hij verzoekt om schorsing van het besluit van 17 december 2020 waarbij het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" is vastgesteld. Daartoe betoogt hij dat de bestemming "Groen" ten onrechte niet ook is toegekend aan de strook grond met de bestemming "Gemengd - Voorzieningen" en de functieaanduiding "zorginstelling" die achter zijn tuin is gelegen. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat als op korte afstand van zijn woning en tuin op deze strook grond zorgwoningen worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:760
Datum uitspraak
13 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202100848/2/R3

202000528/2/R2

Bij besluit van 7 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Goirle het bestemmingsplan "Landgoed Leijvennen" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk om binnen het plangebied 3 landhuiskavels met woongebouwen en 7,50 ha nieuwe natuur te realiseren. Het plangebied heeft een omvang van ruim 15 ha en maakt onderdeel uit van het noordelijke deel van het buitengebied van de gemeente Goirle, nabij de kern Riel. Het Groene Hart Brabant en anderen kunnen zich niet met de vaststelling van het bestemmingsplan verenigen. Zij hebben een groot aantal beroepsgronden naar voren gebracht die onder meer betrekking hebben op de gestelde strijd met de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant, de Ladder van duurzame verstedelijking en de vastgestelde bestemmingsplanregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:755
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202000528/2/R2

202004332/1/V1

Bij besluit van 31 juli 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:756
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004332/1/V1

202101144/1/V2

Bij besluiten van 3 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om aan hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling is een jurist uit Iran die van 2015/2016 tot 2019 onder meer als vrijwilligster werkzaam was bij de geschillenbeslechtingsraad, een soort lagere rechtbank die zaken kan doorverwijzen naar de echte rechtbank. De vreemdeling heeft aan haar asielrelaas ten grondslag gelegd dat een zaak van een vrouw die na mishandeling wilde scheiden van haar echtgenoot was doorverwezen naar de echte rechtbank en dat zij begin 2019 een woordenwisseling over vrouwenrechten heeft gehad met de rechter van die zaak. Zij is toen uit de rechtbank verwijderd en is enkele dagen later door de veiligheidsdienst opgepakt en gedurende twee dagen gedetineerd, ondervraagd en mishandeld. Zij heeft verklaringen moeten ondertekenen, waarna zij met een waarschuwing is vrijgelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:757
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101144/1/V2

202005925/1/R4

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 23 september 2020, waarbij het beroep van [appellant] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug van 4 september 2019 gegrond is verklaard, dat besluit is vernietigd en het bezwaar van [partij A] en [partij B] niet-ontvankelijk is verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:798
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005925/1/R4

202102270/1/A3 en 202102270/2/A3

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft de burgemeester van Amsterdam [verzoeker] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. Bij uitspraak van 29 maart 2021 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Bij besluit van 1 april 2021 heeft de burgemeester het huisverbod verlengd tot 20 april 2021 (21:00 uur).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:792
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202102270/1/A3 en 202102270/2/A3

202102270/1/A3, 202102270/2/A3

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft de burgemeester van Amsterdam [verzoeker] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. Bij uitspraak van 29 maart 2021 heeft de rechtbank het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Bij besluit van 1 april 2021 heeft de burgemeester het huisverbod verlengd tot 20 april 2021 (21:00 uur).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:792
Datum uitspraak
12 april 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202102270/1/A3, 202102270/2/A3

202003766/1/V1

Bij besluit van 26 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:793
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003766/1/V1

202007033/1/V1 en 202007034/1/V1

Bij besluiten van 5 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat hij voor de vreemdelingen gezamenlijk een dwangsom verschuldigd is van € 1.442,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:796
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007033/1/V1 en 202007034/1/V1

202100413/1/V3

Bij besluiten van 11 januari 2021 zijn de vreemdelingen in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:752
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100413/1/V3

202101327/1/V2

Bij besluit van 27 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, geweigerd hem ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen en geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:795
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101327/1/V2

202101732/2/A3

Bij besluit van 9 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek de aan [verzoeker] verleende revisievergunningen voor twee varkensbedrijven ingetrokken. [verzoeker] exploiteert twee varkensbedrijven aan onderscheidenlijk de [locatie 1] in Lieshout en aan de [locatie 2] in Mariahout. Voor elk van de twee bedrijven is een revisievergunning verleend. Naar aanleiding van een tip van de officier van justitie als bedoeld in artikel 26 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur heeft het college besloten een onderzoek naar [verzoeker] te doen. Daartoe heeft het college [verzoeker] verzocht een vragenformulier als bedoeld in artikel 30, vijfde lid, van de Wet bibob, zoals die ten tijde van belang luidde, volledig in te vullen. Bij het besluit van 9 juni 2020 heeft het college de revisievergunningen met onmiddellijke ingang ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:708
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202101732/2/A3

202005782/2/V6

Bij uitspraak van 12 februari 2021, in zaak nr. 202005782/1/V6, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak na vereenvoudigde behandeling zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen. De uitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:794
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Verzet
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202005782/2/V6

202101594/4/R1

Staatsraad Daalder heeft, als lid van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 202101594/3/R1, die op 6 april 2021 ter zitting is behandeld, het verzoek gedaan zich te mogen verschonen ten aanzien van deze zaak. Deze zaak betreft een wrakingsverzoek in zaak nr. 202101594/2/R1, die eveneens op 6 april 2021 ter zitting is behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:754
Datum uitspraak
8 april 2021
  • Verschoning
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202101594/4/R1

202002270/1/R2 en 202002270/2/R2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Waalre het bestemmingsplan "Natuurbelevingscentrum Buiten, Waalre" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een informatiecentrum met een horecagelegenheid aan de waterplas "De Meeris" als onderdeel van de ontwikkeling van Waalre-Noord. In het voorheen geldende bestemmingsplan had het perceel een groenbestemming. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de directe omgeving van het plangebied en zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat door de voorziene horecagelegenheid zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:699
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002270/1/R2 en 202002270/2/R2

202100505/1/V3

Bij besluit van 12 december 2020 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:705
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100505/1/V3

202101193/1/R1 en 202101193/2/R1

Bij besluit van 5 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam besloten een ondergrondse restafvalcontainer en twee andere ondergrondse afvalcontainers, voor papier en voor glas, te plaatsen ter hoogte van locatie "B" bij de Klaas Kosterstraat en Leendert Butterstraat te Rotterdam. Het college heeft de locatie aangewezen voor de plaatsing van drie ondergrondse containers, een ORAC, een ondergrondse container voor glas en een ondergrondse container voor papier. [appellant] heeft het perceel met daarop een nieuwe woning op het adres [locatie], met bouwnummer […], in de nieuwbouwwijk "Noordelijk Niertje" in Kralingen-Oost in Rotterdam gekocht. [appellant] is het niet eens met de aanwijzing van deze locatie. Volgens hem is de aangewezen locatie, die zich in de onmiddellijke nabijheid van zijn toekomstige woning bevindt, ongeschikt als locatie voor ondergrondse containers en zijn er alternatieve locaties die wel geschikt zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:700
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202101193/1/R1 en 202101193/2/R1

201907069/1/R2

Bij besluit van 25 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Asten het bestemmingsplan "Asten Verzamelplan 2019-1" gewijzigd vastgesteld. Het nieuwe plan maakt nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen van verschillende initiatiefnemers op een aantal locaties in de gemeente Asten mogelijk en bevat ambtshalve aanpassingen. [appellant] woont sinds 2008 aan de [locatie A] te Asten, kadastraal bekend gemeente Asten, sectie […] nummers […] (gedeeltelijk), met een oppervlakte van ruim 4.000 m² (hierna gezamenlijk: het perceel). Hij exploiteert daar ook een groothandel in zand en grind en een grondverzetbedrijf dat zich toelegt op het vullen en opslaan van big-bags met gekalibreerd zand. [appellant] heeft op 5 juni 2017 een principeverzoek bij het college van burgemeester en wethouders van Asten (hierna: het college) ingediend voor het oprichten van een bedrijfsloods op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:747
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201907069/1/R2

201908901/1/R3

Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Parkeren Archeon en ontsluitingsweg Burggooi" vastgesteld. Met de vaststelling van het bestemmingsplan wil de raad de uitvoering van het Masterplan Archeon-Burggooi van november 2017 mogelijk te maken. In het bestemmingsplan is voorzien in de verbreding van de bestaande entree van het Archeon, de aanpassing van het parkeerterrein en de aanleg van een verkeersveilige ontsluitingsweg voor autoverkeer van de wijk Burggooi op de doorgaande weg Goudse Schouw. [appellante] woont op een afstand van ongeveer 240 meter. [appellante] vreest voor negatieve gevolgen van het gebruik van de Renaissancelaan als deze wordt ontsloten op de Goudse Schouw. [appellante] stelt zich op het standpunt dat de effecten van de ontsluitingsweg op de verkeersveiligheid, geluidbelasting en de parkeerdruk aan de Renaissancelaan in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan ontoereikend zijn onderzocht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:710
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908901/1/R3

202000118/1/R2

Bij besluit van 23 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het verbouwen en uitbreiden van zijn woning aan de [locatie A] in Maastricht. Het gaat om een extra bouwlaag op de woning en een aanbouw aan de achterzijde van de woning. [appellant sub 1] en anderen zijn omwonenden. Volgens hen wordt de woning met de extra bouwlaag te hoog en met de aanbouw te diep. Zij vrezen dat de uitbreiding van de woning zal leiden tot nadelige gevolgen op hun woon- en leefsituatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:746
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000118/1/R2

202000171/1/R2

Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college burgemeester en wethouders van Woensdrecht aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit vellen van een houtopstand om zes bomen te kappen op het perceel [locatie] te Putte. De omgevingsvergunning is aangevraagd in verband met de overlast die de bomen op het naastgelegen perceel [locatie] , in gebruik bij Healthcare B.V, volgens [vergunninghouder] veroorzaken. Volgens [appellant sub 1]n en [appellant sub 2], omwonenden met zicht op deze bomen, tast de bomenkap hun uitzicht en de natuurwaarde van de omgeving aan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:711
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202000171/1/R2

202000371/1/A3

Bij besluit van 9 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland het door het bestuur van de Faunabeheereenheid vastgestelde ‘Faunabeheerplan smient Zuid-Holland 2017-2023 voor de periode van 10 november 2017 tot en met 9 november 2023’ (het faunabeheerplan) goedgekeurd (het goedkeuringsbesluit). De Faunabeheereenheid heeft het faunabeheerplan opgesteld om de schade die smienten aanbrengen aan gras en andere gewassen te kunnen beperken. Dat kan door de vogels te weren, te verjagen of af te schieten. Voor het mogen afschieten is vrijstelling verleend in de Verordening. Volgens het faunabeheerplan kunnen maximaal 6500 smienten worden afgeschoten zonder dat dat een nadelige invloed heeft op de gunstige staat van instandhouding van de soort. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college onvoldoende gemotiveerd dat de staat van instandhouding van de smient niet verder zal verslechteren door uitvoering van het faunabeheerplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:745
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202000371/1/A3

202000423/1/R4

Bij afzonderlijke besluiten van 6 februari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe [appellante] en anderen een last onder dwangsom opgelegd vanwege de binnen de inrichting aanwezige avi-bodemassen. Op het perceel Oosterwijk Westzijde (hierna: de locatie) is een inrichting die avi-bodemassen opslaat. De bodemas die achterblijft in afvalverbrandingsinstallaties wordt AVI-bodemas genoemd. Bodemas wordt hergebruikt en bijvoorbeeld toegepast in de wegenbouw. Bij besluit van 18 april 2011 is op grond van de Wet milieubeheer een vergunning aan Bowie Recycling B.V. verleend voor opslag van avi-bodemassen binnen de inrichting. Volgens voorschrift 7.2 van die vergunning geldt binnen de inrichting een maximale opslagcapaciteit van 8.000 ton avi-bodemassen. Nadat Bowie Recycling B.V. failliet is gegaan, heeft [appellante] de exploitatie overgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:717
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000423/1/R4

202000532/1/R3

Bij besluit van 9 december 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het tracébesluit "A2 Het Vonderen - Kerensheide" vastgesteld. Het traject bestaat op dit moment uit twee rijstroken en een spitsstrook per rijrichting. In het tracébesluit wordt dit traject opgewaardeerd naar drie volwaardige rijstroken per rijrichting met een vluchtstrook. In de toelichting bij het tracébesluit is over de reden voor dit tracébesluit vermeld dat het tracé tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide met spitsstroken onvoldoende robuust is, omdat spitsstroken gevoelig zijn voor verstoringen. Zo zijn de spitsstroken niet beschikbaar bij incidenten, zoals een ongeluk of een pechgeval, en bij slechte weersomstandigheden. Appellanten zijn bewoners en/of bedrijven in de omgeving van het tracé. Zij verzetten zich tegen de voorziene verbreding van de A2 vanwege de negatieve gevolgen die dit tot volgens hen heeft voor hun woon- en leefklimaat en/of hun bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:741
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak202000532/1/R3

202000615/1/R4

Bij besluit van 18 januari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân de op 5 oktober 2010 aan Reststoffen Energie Centrale B.V. verleende omgevingsvergunning voor het verbranden van brandbare reststoffen en brandbare afvalstoffen op het perceel aan de [locatie] in Harlingen (hierna: het perceel) gewijzigd. Op 5 oktober 2010 heeft het college aan REC een omgevingsvergunning verleend voor het verbranden van van buiten de inrichting afkomstige brandbare reststoffen en brandbare afvalstoffen (niet zijnde gevaarlijk afval) in een reststoffen energiecentrale, waarbij de geproduceerde warmte wordt omgezet in hogedrukstoom. Deze vergunning is nadien nog enkele malen gewijzigd en aangevuld. [appellant] en anderen wonen in de nabije omgeving van het perceel en vinden dat de toegevoegde voorschriften onvoldoende zijn om het milieu te beschermen, met name omdat zij vinden dat de inrichting de luchtkwaliteit negatief beïnvloedt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:713
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000615/1/R4

202000685/1/A3

Bij besluit van 19 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00. Bij besluit van 19 januari 2018 heeft het college aan [appellant sub 1] en [appellant sub 2] een last onder bestuursdwang opgelegd. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] zijn eigenaar van de woning aan de [locatie 1] te Amsterdam. Dit adres bestaat uit een samenvoeging van de adressen [locatie 1] en [locatie 2]. De woning bestaat uit drie woonlagen, gelegen op de tweede, derde en vierde verdieping van het pand. Naar aanleiding van meldingen over woonfraude, waarbij werd vermeld dat in de woning niet wordt voldaan aan de voorwaarden die gelden voor bed & breakfast, is het gebruik van de woning door toezichthouders onderzocht. De toezichthouders hebben tijdens het administratief vooronderzoek vastgesteld dat uit het kadaster blijkt dat [appellant sub 1] en [appellant sub 2] eigenaren zijn van de woning op het adres [locatie 1]

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:733
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000685/1/A3

202000763/1/A3

Bij drie besluiten van 9 november 2018, twee besluiten van 3 december 2018 en een besluit van 12 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht steeds een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete ten bedrage van € 12.500,00 aan [appellant] opgelegd wegens overtreding van de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2015 neergelegde verbod om een woning zonder vergunning tot twee of meer zelfstandige woonruimten te verbouwen. [appellant] is eigenaar van de woningen aan de [locatie 2], [locatie 3], [locatie 1] en [locatie 4], [locatie 5] en [locatie 6] te Utrecht. In de periode van september 2018 tot februari 2019 hebben inspecteurs van de gemeente in deze woningen controles uitgevoerd. De inspecteurs hebben hun bevindingen neergelegd in op ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:740
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202000763/1/A3

202001409/1/A3

Bij uitspraak van 26 juni 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2024, heeft de Afdeling de hoger beroepen Genetic S.p.a. en het CBG ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank van 8 mei 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3887, bevestigd. De Afdeling heeft verder bepaald dat tegen het door het college ter beoordeling van geneesmiddelen te nemen besluit op bezwaar van Théa Pharma B.V. en Laboratoires Théa slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld. Bij besluit van 21 januari 2015 heeft het CBG aan Genetic een handelsvergunning voor het geneesmiddel Xalmono verleend. Laboratoires Théa heeft sinds 3 oktober 2012 een handelsvergunning voor het geneesmiddel Monoprost. Beide geneesmiddelen bevatten de werkzame stof Latanoprost. Op 17 maart 2017 heeft Laboratoires Théa het CBG verzocht de handelsvergunning voor Xalmono, gelet op de door haar bijgevoegde informatie, te heronderzoeken en te heroverwegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:749
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202001409/1/A3

202001585/1/A3

Bij besluit van 25 april 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam de aanvraag van [wederpartij] om een vergunning ten behoeve van de exploitatie van een horeca-inrichting afgewezen. [wederpartij] is eigenaar van [bedrijf]. Vóór 2018 had [bedrijf] ongeveer 120 woningen in beheer. Het bedrijf had zich toegelegd op het beheer van de woningen. In februari 2017 heeft [wederpartij] de [horeca-inrichting] aan de [locatie 1] te Rotterdam overgenomen van de vorige eigenaar. Deze exploiteerde de horeca-inrichting vergunningvrij tussen 2010 en 2017. Omdat [wederpartij] andere openingstijden wilde hanteren, diende zij wel over een exploitatievergunning te beschikken. Op 18 augustus 2017 heeft [wederpartij] een vergunning ten behoeve van de exploitatie van de horeca-inrichting aangevraagd. De burgemeester heeft de aanvraag afgewezen, omdat zij gegevens van de Belastingdienst niet tijdig had aangeleverd. Op 30 april 2018 heeft [wederpartij] opnieuw een aanvraag ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:735
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202001585/1/A3

202001715/1/R2

Bij besluit van 11 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda een aan [partij] bij besluit van 19 maart 2014 verleende omgevingsvergunning ingetrokken en [bedrijf] onder oplegging van een dwangsom gelast om voor 1 april 2019 het zonder omgevingsvergunning gebouwde op het perceel [locatie] te Breda terug te brengen naar de oorspronkelijke staat, zoals aangegeven op de bij dat besluit gevoegde tekening. Het college heeft bij het besluit van 22 augustus 2019 het bezwaar van [bedrijf] gegrond verklaard, de last, die bij besluit van 11 oktober 2018 was opgelegd, herroepen en [bedrijf] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van ruimten 0.13 en 0.14 in overeenstemming te brengen met de omgevingsvergunning die bij het besluit van 5 december 2013 aan [partij] is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:720
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001715/1/R2

202001793/1/A3

Bij besluit van 23 november 2017 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvragen van [wederpartij] voor Nederlandse paspoorten voor twee van zijn kinderen niet in behandeling genomen. [wederpartij] bezit de Marokkaanse nationaliteit en heeft op 6 juni 1997 door naturalisatie ook de Nederlandse nationaliteit gekregen. Op 13 september 2017 heeft [wederpartij] zijn kinderen [kind 1] en [kind 2] erkend bij aktes van erkenning, opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats]. Vervolgens heeft hij op 8 november 2017 bij de Nederlandse ambassade in Marokko twee aanvragen ingediend voor een Nederlands paspoort voor [kind 1] en [kind 2]. De minister heeft deze aanvragen niet in behandeling genomen, omdat de erkenningen in de gemeente [woonplaats] vanwege het voortbestaan van het bigame huwelijk van [wederpartij] geen nationaliteitsrechtelijke gevolgen hebben en [kind 1] en [kind 2] daardoor niet de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen, aldus de minister.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:721
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202001793/1/A3

202001906/1/A3

Bij brief van 22 februari 2017 heeft het college van bestuur van de Universiteit Utrecht een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur deels toegewezen en deels afgewezen. In 2016 heeft [appellant] zijn [kat] ter beschikking gesteld voor een wetenschappelijk onderzoek naar stralingshygiënische aspecten van de behandeling van katten met een schildkliertumor met Jodium-131. Met dat onderzoek wilde de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht een landelijke richtlijn ontwikkelen voor stralingsveiligheid. Kort na het onderzoek is [kat] overleden. Volgens [appellant] zijn bij dat onderzoek fouten gemaakt en heeft dat geleid tot de dood van [kat]. Daarom heeft hij bij het college een Wob-verzoek ingediend en verzocht om openbaarmaking van gegevens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:743
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001906/1/A3

202002129/1/R4

Bij uitspraak van 24 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4441, heeft de Afdeling de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 november 2018 gedeeltelijk vernietigd en voor het overige bevestigd en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gennep van 24 april 2019 gedeeltelijk vernietigd. De Afdeling heeft het college opgedragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. [partij] exploiteert op het perceel een agrarisch bedrijf. [appellant] woont daarnaast en heeft het college in 2014 verzocht om handhavend op te treden tegen onder meer de verhardingen ten noordoosten van de machineberging, het kappen van bomen en het aantasten van houtwallen, het egaliseren van gronden en het leggen van betonplaten en het gebruik van het perceel voor opslag. De besluiten van het college komen erop neer dat de handhavingsverzoeken zijn afgewezen. De rechtbank heeft in de eerste procedure het besluit op bezwaar van 20 september 2016 vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:734
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002129/1/R4

202002279/1/A3

Bij besluit van 20 november 2017 heeft de burgemeester van Alblasserdam onder aanzegging van bestuursdwang [appellant] gelast het bedrijfspand op het adres [locatie] te Alblasserdam te sluiten voor de duur van drie maanden. [appellant] was eigenaar van het bedrijfspand. Dit pand verhuurde hij sinds 1 januari 2017. Bij het aangaan van de huurovereenkomst heeft [appellant] kennisgemaakt met de huurder om een beeld te krijgen van zijn betrouwbaarheid. De huurder stelde dat hij als zelfstandig ondernemer werkzaam was als schilder en glaszetter en dat hij het pand wilde gebruiken om spullen op te slaan. Op 2 oktober 2017 wilde [appellant] het pand binnentreden, om te controleren of de huurder het op de afgesproken manier gebruikte. Hij ontdekte toen dat de sloten waren vervangen. Op dat moment heeft hij direct de politie ingeschakeld. Dezelfde dag heeft de politie, in bijzijn van [appellant], een inval gedaan in het pand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:742
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002279/1/A3

202002572/1/R3

Bij besluit van 20 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Westvaartpark, Hazerswoude-Rijndijk" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een nieuw woongebied ten westen van Hazerswoude-Rijndijk. Het plan maakt 300 nieuwe woningen bij recht mogelijk. Dit aantal kan worden verhoogd op basis van een afwijkingsbevoegdheid indien dit onder meer past binnen het regionale woningbouwprogramma. Synchroon B.V. is eigenaresse van de gronden waarop deze nieuwe woningen zijn voorzien. Daarnaast maakt het plan door middel van twee wijzigingsbevoegdheden de realisatie van maximaal 50 nieuwe woningen in het plangebied mogelijk. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] en anderen zijn omwonenden die in de straat Rijndijk wonen. Zij kunnen zich niet verenigen met de door het plan mogelijk gemaakte ontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:722
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202002572/1/R3

202002809/1/V2

Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Mongolië. Hij voert in deze procedure aan dat hij als biseksuele queer transman, waardoor hij behoort tot de groep lhbti, problemen heeft ondervonden in Mongolië en dat hij hierdoor niet kan terugkeren. Hij is mishandeld en bedreigd en stelt dat de autoriteiten onvoldoende bescherming hebben geboden nadat hij aangifte hiervan had gedaan. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen omdat volgens hem Mongolië ook voor de vreemdeling een veilig land van herkomst is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:738
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002809/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202002809/1/V2

202003148/1/R3

Bij uitspraak van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1781, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de beroepen tegen het inpassingsplan "Windpark N33" en een aantal uitvoeringsbesluiten niet-ontvankelijk dan wel gegrond of ongegrond verklaard. De uitspraak is aangehecht. Platform Tegenwind en [verzoeker sub 2] hebben de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien. Platform Tegenwind en [verzoeker sub 2] hadden beroep ingesteld tegen het inpassingsplan en een aantal uitvoeringsbesluiten. Zij willen dat de uitspraak van 29 mei 2019 wordt herzien en voeren hiervoor feiten en omstandigheden aan die volgens hen tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden. Het college van gedeputeerde staten van Groningen en de initiatiefnemers stellen zich op het standpunt dat de verzoeken van Platform Tegenwind en [verzoeker sub 2] niet-ontvankelijk zijn, omdat deze onredelijk laat zijn ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:716
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Herziening
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202003148/1/R3

202003292/1/A3

Bij besluit van 14 februari 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een verzoek van [wederpartij] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. Op 5 december 2018 is tussen de provincie en [partij] een overeenkomst gesloten over de beëindiging van gerechtelijke procedures over de aanleg van de Randweg Baarle. Op 20 december 2018 heeft [wederpartij] met een beroep op de Wob het college verzocht de overeenkomst aan hem te verstrekken. Bij het besluit van 14 februari 2019 heeft het college het verzoek afgewezen. Ten eerste stelt het college zich op het standpunt dat het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van [partij]. [partij] woont in een gemeente waar tot voor kort een juridische strijd gevoerd werd over de aanleg van de randweg. Ook werden over hem negatieve berichten in de lokale pers en op social media verspreid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:723
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003292/1/A3

202003486/1/R1

Bij besluit van 24 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere op verzoek van [verzoeker] en anderen aan inmiddels wijlen [overledene] een last onder dwangsom opgelegd voor het, voor zover hier van belang, in strijd met het bestemmingsplan bedrijfsmatig verhuren van fietsen op het perceel aan de [locatie 1] in Vrouwenpolder. [verzoeker] is de enige bestuurder van ALPfund B.V. die de enige vennoot is van AGRAForce Take 1 en AGRAForce Take 2. Blijkens de inschrijving van AGRAForce Take 1 en AGRAForce Take 2 bij de Kamer van Koophandel behoort onder andere het verhuren van fietsen tot hun activiteiten. [verzoeker] en anderen hebben bij brief van 13 juli 2018 het college verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van het perceel in strijd met het bestemmingsplan. Volgens het verzoek bestaat het strijdig gebruik, voor zover hier van belang, uit de bedrijfsmatige verhuur van fietsen op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:712
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003486/1/R1

202003614/1/R4

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de raad van de gemeente Renkum besloten het bestemmingsplan [locatie], 2020" niet vast te stellen. [appellant] is sinds mei 2018 eigenaar van het perceel aan de [locatie] in Oosterbeek (hierna: het perceel). Op het perceel bevindt zich al jaren een manege met bijbehorende stallen, een pensionstalling, een rijhal, een paardenbak en een stapmolen. Sinds [appellant] eigenaar is van het perceel is sprake van een andere bedrijfsvoering op het perceel. [appellant] richt zich op de wedstrijdsport. De publieksfunctie van de manege is daarom komen te vervallen, waardoor het aantal paarden dat gehouden wordt is afgenomen en een aantal stallen leeg is komen te staan. Op de plek van deze stallen is sinds eind 2019 een sportschool aanwezig, waarvoor een tijdelijke vergunning is verleend. Daarnaast bevinden zich op het perceel een restaurant en een bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:736
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003614/1/R4

202003647/1/A3

Bij besluit van 20 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de vennootschap een boete van € 10.800,00 opgelegd wegens het niet naleven van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op 23 juli 2016 heeft een arbeidsongeval plaatsgevonden, waarbij een werknemer van de vennootschap, die aan boord van een duwbak loswerkzaamheden verrichte, is gevallen en ongeveer drie meter lager op het dek van een naastgelegen ponton is terechtgekomen. Hierdoor heeft de werknemer een aantal ribben en een hand gebroken, en is hij één nacht in het ziekenhuis opgenomen geweest. Van blijvend letsel was geen sprake. Naar aanleiding van het ongeval heeft de Inspectie SZW een onderzoek ingesteld. De bevindingen van de Inspectie zijn neergelegd in een door een arbeidsinspecteur op ambtseed opgemaakt boeterapport van 9 februari 2017. Volgens het boeterapport waren er ten tijde van het ongeval in strijd met artikel 3.16, vijfde lid, van het Arbobesluit, geen voorzieningen getroffen om valgevaar tegen te gaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:718
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003647/1/A3

202004054/1/R4

Bij besluit van 30 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast haar bedrijf voor het fokken en de bedrijfsmatige verkoop van honden op het perceel [locatie] te Neede te beëindigen en beëindigd te houden en het aantal honden op het perceel terug te brengen naar maximaal vijf honden. [appellante] woont in een gehuurde woonboerderij op het perceel. Daar houdt en fokt zij honden van het ras Cavalier King Charles Spaniël. Tegen de woonboerderij is een aanbouw gebouwd waarin een tweede woning is gerealiseerd. [partij 1] en [partij 2] (hierna samen en in enkelvoud: [partijen]) hebben de woningen op het perceel gekocht en gebruiken de woning in de aanbouw nu nog als tweede woning in de weekenden en vakanties. [partij 1] wil deze woning in de toekomst permanent gaan bewonen. De voormalige eigenaren van het perceel, dat nu in eigendom is van [partijen], hebben een verzoek om handhaving ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:724
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004054/1/R4

202004082/1/A3

Bij besluit van 27 mei 2019 heeft de minister de aanvraag van [appellant] van 9 maart 2019 om toewijzing van een verklaring omtrent het gedrag voor de aanvraag van een chauffeurskaart bij KIWA Register B.V. afgewezen. Niet in geschil is dat de aanvraag van [appellant] kon worden geweigerd op grond van het zogenoemde objectieve criterium wanneer alleen daaraan zou worden getoetst. Ter beoordeling staat of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de minister zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat aan het belang van de samenleving bij bescherming tegen het door middel van het objectieve criterium vastgestelde risico meer gewicht toekomt dan aan het belang van [appellant] bij afgifte van de VOG, het zogenoemde subjectieve criterium.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:744
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202004082/1/A3

202004338/1/R4

Bij uitspraken van 27 mei 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1244 en ECLI:NL:RVS:2020:1243, heeft de Afdeling het beroep van [verzoeker A] respectievelijk [verzoeker B] tegen twee besluiten op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 16 augustus 2019 ongegrond verklaard. Bij besluit van 2 juli 2019 heeft het college zijn beslissing om spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het verkeerd aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op schrift gesteld. Het gaat om een papieren tas met daarop de naam en het adres van [verzoeker A]. Volgens de rapportage van de toezichthouder is de tas op maandag 24 juni 2019 aangetroffen naast de container ter hoogte van de [locatie 1] te Rotterdam. De kosten van de toepassing van bestuursdwang zijn op [verzoeker A] verhaald. [verzoekers] betogen - zo begrijpt de Afdeling - dat één van de uitspraken moet worden herzien of vervallen verklaard, zodat slechts eenmaal de kosten voor het verwijderen van afval op hen samen wordt verhaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:725
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Herziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004338/1/R4

202004362/1/A3

Bij besluit van 8 januari 2019 heeft het gemeenschappelijk orgaan ROGplus Nieuwe Waterweg Noord aan [appellant] meegedeeld dat aan hem op 12 december 2018 alle documenten zijn verstrekt van de bestuursvergadering van ROGplus van 20 september 2018 en dat er geen document is dat een besluit bevat tot het houden van de vergadering van 20 september 2018. [appellant] betoogt dat de rechtbank geen oordeel heeft gegeven over de beroepsgrond dat met de beslissing op bezwaar geen heroverweging van het besluit van 8 januari 2019, op grond van artikel 7:11 van de Awb heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft volgens [appellant] daarom uitspraak gedaan in strijd met artikel 8:69 van de Awb. Voorts heeft de rechtbank miskend dat het door ROGplus uitgebrachte verweerschrift in beroep niet alleen door de voorzitter ondertekend mocht worden, zonder er blijk van te geven dat dit namens de twee andere bestuursleden is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:719
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004362/1/A3

202004488/1/R1

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Stede Broec het bestemmingsplan "[locatie 1]" vastgesteld. [belanghebbende]. heeft het perceel [locatie 1] in Bovenkarspel van de gemeente verworven en hiervoor een bouwplan opgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de planologische inbedding van twee appartementengebouwen met maximaal 52 appartementen met hoogtes van maximaal 17,5 en 14,5 meter. De huidige bedrijfsgebouwen op het perceel zullen worden gesloopt. [appellant A] woont aan de [locatie 2] in Bovenkarspel en kan zich niet verenigen met de vaststelling van het bestemmingsplan. Hij betoogt dat het plan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening, onder meer vanwege geluidhinder, aantasting van het uitzicht door de hoogte van de appartementengebouwen, aantasting van zijn privacy en schaduwwerking. Daarnaast voert hij aan dat de te hoge aankoopprijs van het perceel negatief doorwerkt in de planontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:715
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004488/1/R1

202004814/1/R4

Bij besluit van 25 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen de aanvraag van [appellant] van 13 februari 2018 om een omgevingsvergunning voor het gebruiken van de woning aan de [locatie 1] te Nijmegen in strijd met het bestemmingsplan buiten behandeling gesteld. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] in Nijmegen (hierna: het perceel). [appellant] wil de woning op het perceel gebruiken voor kamerverhuur. Dit is in strijd met het bestemmingsplan "Nijmegen West" (hierna: het bestemmingsplan) waarin het perceel de bestemming "Wonen" heeft. [appellant] heeft daarom op 13 februari 2018 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Bij brief van 13 maart 2018 heeft het college aan [appellant] meegedeeld dat de aanvraag niet compleet is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:737
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004814/1/R4

202004844/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 juli 2020 in zaak nr. 19/4769. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht hebben twee gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken. De burgemeester en het college hebben de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van de stukken kennis zal nemen. Ter motivering van hun verzoek hebben zij aangevoerd dat de melding politiegegevens bevat, die niet zonder de toestemming van de auteur met derden mogen worden gedeeld en informatie die tot personen herleidbaar is. In het proces-verbaal zijn de tot personen herleidbare gegevens verwijderd omdat met verstrekking ervan een onevenredige inbreuk wordt gemaakt op hun persoonlijke levenssfeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:709
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004844/2/A3

202005012/1/A3

Bij besluit van 9 november 2018 heeft de korpschef van politie de jachtakte van [appellant] ingetrokken.[appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het opgemaakte proces-verbaal van bevindingen geen juiste weergave van de feiten en omstandigheden bevat waardoor daaraan geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend. Het proces-verbaal bevat een subjectief verslag van zijn psychische gesteldheid en daarin is niet opgenomen dat hij op het moment van het huisbezoek op 6 september 2018 op het punt stond te gaan jagen, aldus [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:750
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202005012/1/A3

202005034/1/V6

Bij brief van 19 november 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 mei 2019 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 9.983,96 en hij moet maandelijks € 83,20 betalen. Bij brief van 9 mei 2014 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij inburgeringsplichtig is, dat zijn inburgeringstermijn op 28 maart 2014 is gestart en hij vóór 27 maart 2017 aan deze plicht moet hebben voldaan. De minister heeft de inburgeringstermijn ambtshalve verlengd tot en met 19 juni 2017. Bij besluit van 6 september 2017 heeft de minister [appellant] een boete opgelegd van € 1.000,00 en bepaald dat hij de lening die hij bij de Dienst Uitvoering Onderwijs heeft afgesloten moet terugbetalen, omdat hij niet op tijd is ingeburgerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:714
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202005034/1/V6

202005199/1/R4

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Wageningen het bestemmingsplan "Wageningen, 2e herziening, Costerweg 65" gewijzigd vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:739
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005199/1/R4

202005375/1/R4

Bij besluit van 4 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 11 juni 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos met oud papier die op 11 juni 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de hoek van de Theresiastraat en de De Sillestraat in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan haar geadresseerde reclamefolder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:727
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005375/1/R4

202005772/1/R4

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 21 augustus 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 125,00, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een envelop die op 21 augustus 2020 is aangetroffen in de vulopening van een ondergrondse papiercontainer te hoogte van de Gerdesiaweg 8 in Rotterdam. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de envelop verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op de envelop staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:728
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005772/1/R4

202005895/1/R4

Bij besluit van 6 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 15 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellant] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 15 mei 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de Prins Mauritslaan 15 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:732
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202005895/1/R4

202006074/1/R4

Bij besluit van 11 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 15 juni 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 15 juni 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Stuwstraat 169 in Den Haag. Het is niet in geschil dat de 12-jarige zoon van [appellante] de doos daar verkeerd heeft aangeboden door hem naast de ORAC te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:729
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202006074/1/R4

202006242/1/R4

Bij besluit van 1 augustus 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 8 juli 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 8 juli 2020 is aangetroffen op straat ter hoogte van het Smidswater 25 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:726
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202006242/1/R4

202006277/1/R4

Bij besluit van 12 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 16 december 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 16 december 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: ORAC) ter hoogte van de Guntersteinweg 43 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:730
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202006277/1/R4

202006355/1/R4

Bij besluit van 16 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 20 januari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 20 januari 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Fluitschiplaan 245 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een ongeopende envelop van de BankGiro Loterij die aan haar is geadresseerd. [appellante] betwist dat de aangetroffen huisvuilzak van haar afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:748
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202006355/1/R4

202006450/1/R4

Bij besluit van 3 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem zijn beslissing om op 17 augustus 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Kaag en Braassem 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 90,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van papierafval dat op 17 augustus 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer aan het Noordplein in Roelofarendsveen. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] het papierafval verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot hem herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan hem geadresseerde brief.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:731
Datum uitspraak
7 april 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202006450/1/R4

202003025/1/V1

Bij besluit van 17 juni 2019 (het besluit) heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:701
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003025/1/V1

202003050/1/V2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:703
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003050/1/V2
vorige pagina1...212213214...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon