Uitspraak 202101024/1/R1


Volledige tekst

202101024/1/R1.
Datum uitspraak: 22 december 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Huid in Vorm Amsterdam B.V., gevestigd te Amsterdam, en [appellant], wonend te Laren,

appellanten,

en

het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 december 2020 heeft het dagelijks bestuur de locatie met het nummer 1087MK-4 nabij het adres Jaap Speyerstraat 2 te Amsterdam aangewezen voor het inzamelen van grof afval.

Tegen dit besluit hebben Huid in Vorm en [appellant] beroep ingesteld.

Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.

Huid in Vorm en [appellant] hebben een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 november 2021, waar Huid in Vorm, vertegenwoordigd door [appellant], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. H. Verhaar en C. van Bergen Henegouw, zijn verschenen.

Overwegingen

1.       Huid in Vorm exploiteert - onder meer - een schoonheidssalon op het adres Jaap Speyerstraat 2. Dit pand staat op de hoek van de Jaap Speyerstraat en de Emmy Andriessestraat. [appellant] huurt de naastgelegen woning [locatie].

2.       Het dagelijks bestuur houdt, blijkens hoofdstuk 2, onder a, van het eindverslag van de inspraakprocedure behorende bij het besluit, het volgende uitgangspunt aan voor het aanwijzen van aanbiedplaatsen:

"a. Aanbiedplaatsen voor grof huishoudelijk afval

Het grof afval dient voor de deur te worden aangeboden. De inzamelorganisatie kan door geparkeerde auto's of fietsen dan vaak het grof afval niet inzamelen. Echter, het beleid stelt momenteel geen alternatieve locatie voor. Hierdoor is de gewoonte in Amsterdam geworden om het grof afval om en op de ondergrondse afvalcontainers neer te leggen. Hierdoor kunnen de ondergrondse containers niet geleegd worden, waardoor er afvalzakken bij het grof afval worden gezet. Daarnaast is de kans groot dat wanneer het grof afval wordt opgeruimd dat dan de ondergrondse containers beschadigd worden. Vooruitlopend op het beleid worden aanbiedplaatsen voor grof afval aangewezen. Deze locaties worden niet ingericht, omdat daarvoor eerst het stedelijk beleid moet worden vastgesteld. Wel kunnen deze locaties te zijner tijd meehelpen om de overlast op en om afvalinzamellocaties te verminderen."

Geschiktheid locatie

3.       Huid in Vorm en [appellant] betogen dat de locatie niet geschikt is om grof afval in te zamelen. Zij voeren aan dat naast de gevel van hun panden een verdiept voetpad aanwezig is, waar zich zwerfvuil afkomstig van het grof afval in kan ophopen. Dit zal volgens hen een aantasting van het imago van Huid in Vorm en ook een aantasting van het uitzicht vanuit de woning betekenen.

3.1.    Het dagelijks bestuur stelt dat grof afval vanuit zijn aard geen zwerfafval veroorzaakt. Zwerfafval is afval dat in de ondergrondse containers voor restafval past. Het aanbieden van ander afval dan grof afval op plekken die niet zijn ingericht als inzamelvoorzieningen is niet toegestaan. Hierop zal de gemeente handhavend optreden, aldus het dagelijks bestuur. Verder heeft het dagelijks bestuur ter zitting verklaard dat bij een melding van onjuist aangeboden grof afval, dit wordt opgehaald. Het bovenstaande is door Huid in Vorm en [appellant] met hun enkele stelling dat de gemeente niet handhaaft, niet overtuigend bestreden. De Afdeling ziet daarom in hetgeen Huid in Vorm en [appellant]  aanvoeren onvoldoende grond voor het oordeel dat het dagelijks bestuur aanleiding had moeten zien om van de aanwijzing van deze locatie af te zien.

Alternatieve locatie

4.       Huid in Vorm en [appellant] betogen dat een alternatieve locatie bestaat, te weten op dezelfde kruising, maar dan aan de overzijde van de straat. Deze locatie voldoet eveneens aan de richtlijnen die het dagelijks bestuur aanhoudt, maar heeft als voordeel dat op de begane grond van het pand op die hoek alleen technische ruimten aanwezig zijn. Het uitzicht zal daardoor minder verstoord worden dan vanuit de behandelruimte van de schoonheidssalon en de woning die zij huren.

4.1.    Het dagelijks bestuur heeft niet bestreden dat de bedoelde alternatieve locatie een plek is naast technische ruimten. Vanuit die ruimten is er, anders dan bij de nu aangewezen locatie, minder aantasting van het uitzicht. Evenmin heeft het dagelijks bestuur bestreden dat de locatie voldoet aan de richtlijnen die het aanhoudt voor het aanwijzen van locaties voor het inzamelen van grof afval. Het dagelijks bestuur heeft geen redenen aangevoerd waarom dit alternatief desondanks niet zodanig geschikter is, dat het voor dit alternatief had moeten kiezen. Het bestreden besluit is daarmee onvoldoende gemotiveerd en in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht tot stand gekomen.

Conclusie

5.       Het beroep is gegrond.

6.       Het dagelijks bestuur moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep van Huid in Vorm Amsterdam B.V. en [appellant] gegrond;

II.       vernietigt het besluit van 15 december 2020, kenmerk ZD2020-012909, van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam, voor zover daarbij de locatie met het nummer 1087MK-4 nabij het adres Jaap Speyerstraat 2 te Amsterdam is aangewezen voor het inzamelen van grof afval;

III.      veroordeelt het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam tot vergoeding van bij Huid in Vorm Amsterdam B.V. en [appellant] in verband met de behandeling van het het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 396,87, met dien verstande dat bij betaling aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

IV.     gelast dat het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam aan Huid in Vorm Amsterdam bv en [appellant] het door haar voor de behandeling van het het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 360,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. E. Helder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 22 december 2021

361