Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.285
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202002624/1/A3

Bij besluit van 10 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland aan GEM Bloemendalerpolder C.V. ontheffing verleend op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ten behoeve van de ontwikkeling van het project ‘Natuurontwikkeling Bloemendalerpolder’ aan de Papelaan en de Weesperweg te Weesp. In deze procedure staat de bij besluit van 10 april 2018 aan GEM verleende ontheffing op grond van de Wnb centraal. Deze ontheffing is verleend om de inrichting en ontwikkeling van het in de ontheffing van 1 november 2017 bedoelde compensatiegebied mogelijk te maken. Meer in het bijzonder gaat het om de aanleg en inrichting van een kerngebied en een verbindingszone in de Bloemendalerpolder. In het westelijk deel van de Bloemendalerpolder ligt het kerngebied (de locaties D3 en D2). De ontheffing heeft onder meer betrekking op de beschermde diersoorten heikikker, rugstreeppad, platte schijfhoren, hermelijn, wezel en ringslang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2737
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202002624/1/A3

202002692/1/R4

Bij besluit van 7 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 25 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 25 oktober 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse container ter hoogte van de Randveen 13 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2762
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002692/1/R4

202002740/1/V6

Bij brief van 19 juni 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 december 2018 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 7.977,19 en hij moet maandelijks € 66,48 betalen. In de brief van 19 juni 2018 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij € 7.977,19 heeft geleend voor een cursus en/of examen, dat hij deze lening vanaf 1 december 2018 gaat terugbetalen en dat over de periode 1 december 2018 tot 1 december 2023 maandelijks een bedrag van € 66,48 zal worden geïncasseerd. Bij brief van 25 juni 2018 heeft de minister de oorspronkelijke inburgeringstermijn die liep tot 2 maart 2017 ambtshalve verlengd tot 8 juni 2017. De minister heeft bij besluit van 11 oktober 2018 het verzoek van [appellant] om verdere verlenging van die inburgeringstermijn afgewezen, omdat hij binnen die termijn niet ten minste twee keer heeft deelgenomen aan de niet behaalde onderdelen van het inburgeringsexamen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2734
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002740/1/V6

202002834/1/A3

Bij besluit van 1 december 2017 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het verzoek van [appellante] om inzage in het dossier van haar en haar zoon gedeeltelijk toegewezen. [appellante] heeft in verband met een geschil met de voormalige school van haar zoon, de minister om inzage in het dossier van haar en haar zoon verzocht. Bij besluit van 7 mei 2018 heeft de minister het bezwaar van [appellante] tegen de gedeeltelijke toewijzing van dat verzoek ongegrond verklaard. De Afdeling heeft bij uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:352, geoordeeld dat de minister ten onrechte geen inzage heeft gegeven in de persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren. De minister heeft bij het besluit van 10 maart 2020 op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming onder weglakking van persoonsgegevens van derden alsnog inzage gegeven in de persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren in het dossier van [appellante] en haar zoon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2738
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Onderwijs
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002834/1/A3

202002887/1/R4

Bij besluit van 4 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een erker aan de woning op het perceel [locatie 1] in Kerkwijk. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een erker aan de zijkant van zijn woning op het perceel. De beoogde erker steekt niet meer dan 50 cm uit vanaf de woning. Volgens de ter plaatse geldende beheersverordening "Aalst, Kerkwijk en Delwijnen", geldt op het perceel de bestemming "Wonen". Tegenover de beoogde erker, aan de [locatie 2], ligt het perceel van [belanghebbende]. Het college heeft de vergunning geweigerd omdat de erker in strijd is met de beheersverordening en niet voldoet aan de eisen voor het verlenen van een omgevingsvergunning om daarvan af te wijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2758
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002887/1/R4

202002961/1/R3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Staphorst het bestemmingsplan "Buitengebied, part. herziening Kastanjelaan 6a1" vastgesteld. Het terrein aan de Kastanjelaan 6a1 in Staphorst ligt braak. De bedrijfsbebouwing die zich op het perceel bevond is gesloopt. Ter plaatse van de voormalige bedrijfswoning is een nieuwe woning gebouwd. [bouwbedrijf] wil binnen het plangebied 38 woningen bouwen. Het gaat om 6 vrijstaande, 12 twee-onder-een-kap en 20 aaneengebouwde woningen. Daarnaast wordt de bedrijfswoning omgezet naar een reguliere woning. Het bestemmingsplan is vastgesteld om deze ontwikkelingen mogelijk te maken. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen beiden aan de Kastanjelaan, [appellant sub 1] tegenover het plangebied en [appellant sub 2] ter hoogte van de kruising met de Westerstouwe. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan vanwege de gevolgen van de woningbouw en de verkeersontsluiting voor hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2743
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202002961/1/R3

202003413/1/R4

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJsselzijn beslissing om op 10 maart 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening gemeente Capelle aan den IJssel 2012 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een grote doos die op 10 maart 2020 is aangetroffen naast een bovengrondse papiercontainer aan de Parsifal in Capelle aan den IJssel. Het is niet in geschil dat [appellant] de doos daar heeft neergezet. [appellant] betwist niet dat hij de doos naast de papiercontainer heeft gezet, maar voert aan dat hij de doos niet verkeerd ter inzameling heeft aangeboden omdat hij nog van plan was om de doos in de papiercontainer te doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2766
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003413/1/R4

202003562/1/R4

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerlen zijn beslissing om op 31 december 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Heerlen 2018 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 131,00, voor rekening van [appellant] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos met oud papier die op 31 december 2019 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer in de Mijnbouwstraat in Hoensbroek. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot hem herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan hem geadresseerde enveloppe van een kerstkaart. [appellant] betwist dat de aangetroffen doos van hem afkomstig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2769
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003562/1/R4

202003587/1/R4

Bij besluit van 9 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere zijn beslissing om op die datum spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Almere 2017 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 92,28, voor rekening van [appellante] komen. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een huisvuilzak die op 9 maart 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse container ter hoogte van de [locatie] in Almere. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huisvuilzak verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een aan haar geadresseerde brief en een medicijndoosje met haar naam en adres erop zijn aangetroffen. [appellante] betwist niet dat de huisvuilzak van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die hem naast de container heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2768
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003587/1/R4

202003999/2/R4

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit met de actualisatie van winningsplan "Opeinde-Zuid en Middelburen" van de minister van 10 juni 2020. De minister van Economische Zaken en Klimaat heeft één stuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2672
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003999/2/R4

202004325/1/R4

Bij besluit van 30 mei 2020 heeft het college zijn beslissing om op 7 mei 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 7 mei 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Gedempte Sloot 31 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2767
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004325/1/R4

202004664/1/R4

Bij besluit van 6 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 12 juni 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 12 juni 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van lichtmast 4 aan de De Sillestraat in Den Haag, nabij de kruising van de De Sillestraat en de Theresiastraat. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat daarin een tot haar herleidbaar poststuk is aangetroffen. Het poststuk is een aan haar geadresseerde folder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2764
Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004664/1/R4

202004747/1/R4

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 31 januari 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte doos die op 31 januari 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer ter hoogte van de Janssoniusstraat 1 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ORAC heeft gezet.

Datum uitspraak
18 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004747/1/R4

201908860/3/R1

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Enkhuizen het bestemmingsplan "Partiële herziening bestemmingsplan Gommerwijk West-west" vastgesteld. Op 19 februari 2008 heeft de raad het bestemmingsplan "Gommerwijk West-west" vastgesteld. Dit plan voorziet in de ontwikkeling van een woonwijk met maximaal 700 woningen aan de westkant van de bestaande woonwijk Gommerwijk West. Aan de agrarische gronden van [verzoeker] en anderen is daarin de bestemming "Wonen - uit te werken" toegekend. Op grond van artikel 6.2 van de planvoorschriften moet de raad de bestemming uitwerken. Met de partiële herziening heeft de raad een van de uitwerkingsregels gewijzigd. [verzoeker] en anderen stellen dat met hun verzoek een spoedeisend belang gemoeid is. Zij vrezen dat de raad hen met toepassing van de gewijzigde uitwerkingsregel voor onbepaalde tijd laat wachten op uitwerking van de woonbestemming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2722
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908860/3/R1

202003846/1/V1

Bij besluiten van 13 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2725
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003846/1/V1

202003847/1/V1

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2724
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003847/1/V1

202004210/2/R2

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten het bestemmingsplan "Nuenen-Centrum, herziening omgeving De Vank" vastgesteld. Het plangebied maakt onderdeel uit van het centrum van Nuenen. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in een woongebouw met gestapelde woningen. Ter plaatse van dit voorziene woongebouw laat het bestemmingsplan een bouwhoogte van 17 m toe. Rezidenz Development B.V. heeft op 24 juli 2020 bij het college een omgevingsvergunning aangevraagd ter realisering van het woongebouw. Het bouwplan omvat 14 appartementen in het duurdere woonsegment, alsmede een gebouwde parkeervoorziening en parkeren op maaiveld. Het gebouw bestaat uit 5 bouwlagen met een terug liggende vijfde verdieping. [verzoeker] bewoont een woning in het aan het plangebied grenzende Van der Schoorhof. Hij kan zich niet met de vaststelling van het bestemmingsplan verenigen, voor zover dit betrekking heeft op dit woongebouw.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2712
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004210/2/R2

202004234/1/R1 en 202004234/2/R1

Bij besluit van 29 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Omry B.V. onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van het pand Ferdinand Bolstraat 46 als fastfood restaurant onder de naam Wok to Walk, te staken en gestaakt te houden. Omry B.V. exploiteert het wokrestaurant ‘Wok to Walk’. Het college acht dit gebruik in strijd met het bestemmingsplan en heeft haar daarom een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik te staken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college bevoegd was om handhavend op te treden tegen het wokrestaurant en dat het van die bevoegdheid ook gebruik mocht maken. Omry B.V. betoogt in hoger beroep dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het gebruik als wokrestaurant onder het overgangsrecht van het bestemmingsplan valt, zodat het is toegestaan. [appellant sub 2] en anderen zijn omwonenden en stellen hinder te ondervinden van het wokrestaurant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2723
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004234/1/R1 en 202004234/2/R1

202005526/2/R2

Bij besluit van 15 november 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen Energy from Waste Delfzijl B.V. een vergunning ingevolge de Wet natuurbescherming verleend voor het uitbreiden van de huidige inrichting met en het inwerking hebben van een derde afvalverbrandingslijn bij EEW, Oosterhorn 38 te Delfzijl. Zowel EEW als het college beogen met hun verzoek het voor EEW mogelijk te maken dat zij hangende de hoger beroepsprocedure haar huidige bedrijfsactiviteiten kan voortzetten. Deze activiteiten omvatten naast het in bedrijf hebben van de eerste twee afvalverbrandingslijnen op grond van de vergunning van 13 juni 2007, ook het in bedrijf hebben van de derde afvalverbrandingslijn op grond van de vergunning van 15 november 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2711
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202005526/2/R2

202005652/2/R4

In het besluit van 8 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijchen het wijzigingsplan "[locatie A], Wijchen" vastgesteld. [verzoeker] exploiteert op de percelen [locatie A] en [locatie B] te Wijchen een agrarisch bedrijf voor akkerbouw, loon- en grondverzet en het houden van paarden en rundvee. [belanghebbende] is eigenaar en bewoner van de woning [locatie A]. Die woning behoort als een van de twee bedrijfswoningen bij het bedrijf van [verzoeker]. In het wijzigingsplan wordt de bestemming "bedrijfswoning" voor de woning [locatie A] veranderd in "plattelandswoning". [verzoeker] is bevreesd dat de wijziging van de bestemming leidt tot een belemmering van zijn bedrijfsactiviteiten, omdat bij een plattelandswoning een aanvaardbaar woon- en leefklimaat moet zijn verzekerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2716
Datum uitspraak
17 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202005652/2/R4

202005488/2/V3

Bij besluit van 3 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2720
Datum uitspraak
16 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005488/2/V3

202005764/1/V2 en 202005764/2/V2

Bij besluit van 16 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2721
Datum uitspraak
16 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005764/1/V2 en 202005764/2/V2

202005898/2/V2

Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2719
Datum uitspraak
16 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005898/2/V2

201905138/5/A2

Tijdens de openbare behandeling ter zitting van 21 oktober 2020 van zaak nr. 201905138/3/A2 hebben [verzoekers] verzocht om wraking van mr. N. Verheij, als lid van de enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van deze zaak. Ter zitting hebben [verzoekers] verzocht om wraking van mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. A.W.M. Bijloos, de leden van de wrakingskamer belast met de behandeling van het verzoek om wraking van staatsraad Verheij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2891
Datum uitspraak
16 november 2020
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201905138/5/A2

201905799/1/V1

Bij besluit van 26 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2715
Datum uitspraak
13 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201905799/1/V1

202006033/2/V3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2718
Datum uitspraak
13 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006033/2/V3

201708385/1/V1

Bij besluit van 8 augustus 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2834
Datum uitspraak
12 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201708385/1/V1

202004372/2/R3

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Westmade-Noord" vastgesteld. Het plan maakt de ontwikkeling van een nieuw woongebied met maximaal 500 woningen mogelijk. [verzoeker] is eigenaar van een, eveneens in het plangebied opgenomen, boerderij aan de [locatie] te Monster. Bij de boerderij bevinden zich gronden waarop hobbymatig dieren worden gehouden. [verzoeker] kan zich niet verenigen met het plan, voor zover de bestemming "Woongebied" is toegekend aan gronden nabij zijn perceel. Onder meer maakt het plan volgens [verzoeker] woningen mogelijk op te korte afstand van zijn stal, mestopslag en paardenbak. Hij vreest daardoor te worden belemmerd in zijn mogelijkheden om dieren te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2710
Datum uitspraak
12 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004372/2/R3

202005497/1/V3 en 202005497/2/V3

Bij besluiten van 31 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2713
Datum uitspraak
12 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005497/1/V3 en 202005497/2/V3

202001150/1/R2 en 202001150/2/R2

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente Altena het bestemmingsplan "Giessen-Rijswijk Burgstraat 2 Giessen - 2018" gewijzigd vastgesteld. Op het perceel aan de Burgstraat is het handelsbedrijf van Quasar Holland B.V. gevestigd. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de productie en handmatige assemblage en verkoop van verlichtingsarmaturen. Het bedrijf wil de magazijnruimte binnen het bouwvlak uit te breiden met 136 m2 magazijnruimte. Zo'n uitbreiding van bebouwing is mogelijk als binnen het eigen perceel in voldoende parkeerplaatsen kan worden voorzien. Quasar Holland B.V. heeft een naastgelegen perceel aangekocht om dit in te richten als parkeervoorziening. Dat perceel heeft een woonbestemming, waarbinnen bedrijfsmatig parkeren niet is toegestaan. In het plan is het bedrijf als zodanig mogelijk gemaakt, met de daarbij behorende parkeerplaatsen. Appellanten vrezen voor toenemende verkeers- en geluidsoverlast in hun straat als gevolg van een uitbreiding van het bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2669
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001150/1/R2 en 202001150/2/R2

201801850/10/R2

Bij tussenuitspraak van 26 februari 2020, (ECLI:NL:RVS:2020:590, zaak nr. 201801850/3/R2), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Deurne opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van de raad van de gemeente Deurne van 19 december 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied" te herstellen. De Afdeling heeft onder 5.3 van de tussenuitspraak overwogen dat de raad zijn keuze om af te zien van het opnemen van een planregeling die bewoning door elke derde toestaat voor de agrarische bedrijfswoning op de gronden van De Peelrand B.V. en anderen aan de Goorsebergweg 12 te Deurne onvoldoende gemotiveerd heeft. Dit omdat - kort samengevat - de keuze van de raad om geen planologische medewerking te willen verlenen aan een plattelandswoning berust op een onjuiste uitleg van de reikwijdte van de regeling voor een plattelandswoning uit artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2695
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201801850/10/R2

201801850/9/R2

Bij tussenuitspraak van 5 februari 2020, (ECLI:NL:RVS:2020:374, zaak nr. 201801850/2/R2), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Deurne opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van de raad van de gemeente Deurne van 19 december 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied" te herstellen. De Afdeling heeft onder 9.5. van de tussenuitspraak geoordeeld dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de consultancy- en coachingspraktijk en de bed & breakfast niet heeft beoordeeld op basis van de door [appellante] overgelegde stukken, aangezien het plan pas op 19 december 2017, enkele maanden na indiening van deze stukken, is vastgesteld. Het indienen van een verzoek in een zienswijze is een passende en gebruikelijke manier om een ruimtelijk initiatief kenbaar te maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2694
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201801850/9/R2

201807320/1/A2

Bij besluit van 21 december 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2680
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201807320/1/A2

201807329/1/A2

Bij besluit van 21 december 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2681
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201807329/1/A2

201903060/1/A3

Bij besluit van 11 december 2017 heeft de burgemeester van Amsterdam geweigerd [appellante] een Nederlands paspoort te verstrekken. [appellante] is vanaf eind 2001 in strijd met de Paspoortwet in het bezit geweest van zowel een in Nederland verstrekt Nederlands paspoort als een door de Nederlandse ambassade in Suriname verstrekt Nederlands paspoort. Dit is in 2016 bij de gemeente Medemblik aan het licht gekomen. Bij brief van 31 mei 2016 met bijgevoegd formulier heeft de gemeente Medemblik de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens hierover geïnformeerd. Hierop is minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 6 juni 2016 overgegaan tot registratie van [appellante] in het Register Paspoortsignaleringen, omdat ten aanzien van haar het gegronde vermoeden bestaat dat zij handelingen heeft verricht of zal verrichten met of met betrekking tot reisdocumenten die het vertrouwen in reisdocumenten hebben geschaad of zullen schaden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2684
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak201903060/1/A3

201903543/1/A2

Bij besluit van 27 april 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media het leerlinggewicht van verschillende leerlingen van de onder SLO vallende basisschool Onze Wereld, op teldatum 1 oktober 2014, herzien. SLO is het bevoegd gezag van een aantal basisscholen, die op grond van de Wet op het primair onderwijs worden bekostigd. Op grond van artikel 120, eerste lid, van de WPO wordt voor de bekostiging van personeel voor een reguliere basisschool een bedrag per leerling toegekend. In dat kader wordt op basis van artikel 27, eerste lid, van het Besluit bekostiging WPO aan leerlingen een bepaald gewicht toegekend. Doel van deze gewichtenregeling is het verminderen van onderwijsachterstanden. Naar aanleiding van de hercontroles bij de scholen van SLO heeft de minister bij besluit van 27 april 2017 het leerlinggewicht van meerdere leerlingen op teldatum 1 oktober 2014 gewijzigd vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2693
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201903543/1/A2

201904414/1/A3

[opposant] heeft eerder hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank van 5 juni 2018 en de uitspraak van de rechtbank van 9 oktober 2018. Bij uitspraak van 30 november 2018 in zaak nr. 201809402/2/A3 heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep. [opposant] betoogt dat bij de behandeling van het verzet in zaak nr. 201809402/3/A3 de beginselen van een goede procesorde, dan wel fundamentele rechtsbeginselen zodanig zijn geschonden dat geen eerlijk proces heeft plaatsgevonden. De Afdeling heeft het verzet niet naar behoren beoordeeld, nu in het dossier het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank waar het daar gedane verzet is behandeld en de tijdens die zitting door [opposant] ingebrachte stukken ontbreken. Ter zitting van de Afdeling op 9 april 2019 heeft hij daarop gewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2707
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904414/1/A3

201904598/2/R1

Bij besluit van 25 april 2019 heeft de raad van de gemeente Stede Broec het bestemmingsplan "Parklaan 2017" vastgesteld. Dit plan voorziet in een woonzorgcomplex aan de rand van Lutjebroek direct ten zuiden van de P.J. Jongstraat en de hoek van de Parklaan. De grond waarop het woonzorgcomplex is voorzien, is thans agrarisch gebied en heeft volgens het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2010" de bestemming "Agrarisch" met als dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". Aan de gronden zijn in het voorliggende plan de bestemmingen "Maatschappelijk", "Groen - Parkeren" en "Water" toegekend met als dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". [appellant] woont aan de [locatie] te Lutjebroek en komt op tegen de voorziene ontwikkeling omdat hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2679
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201904598/2/R1

201905785/1/A3

Bij besluit van 14 maart 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam besloten de woning aan de Dr. H. Colijnstraat 632 in Amsterdam te sluiten voor de duur van drie maanden. Stedenfonds is eigenaresse van onder meer de woning aan de Dr. H. Colijnstraat 632 in Amsterdam. Om te controleren of er in haar woningen een hennepkwekerij zit, controleert zij periodiek in samenwerking met de netwerkbeheerder door middel van een warmtemeting of er onregelmatigheden zijn. Op 20 februari 2018 heeft zij hierdoor ontdekt dat in de woning een hennepkwekerij zat met 340 hennepplanten en 36 assimilatielampen. De woning werd niet feitelijk bewoond. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien om op grond van artikel 13b van de Opiumwet de woning te sluiten voor de duur van drie maanden. De sluiting heeft plaatsgevonden van 15 maart 2018 tot 15 juni 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2704
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak201905785/1/A3

201905818/1/A3

Bij besluit van 24 januari 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvraag van [appellante] om een paspoort te verstrekken, afgewezen. [appellante] is Nederlandse en woont sinds 2008 in Londen in het Verenigd Koninkrijk (hierna: het VK). Op 1 november 2010 heeft ze zich uitgeschreven uit de basisregistratie personen en haar nieuwe adres doorgegeven aan de gemeente Maastricht. Ze was op dat moment haar studieschuld aan het aflossen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Ze verloor echter haar baan in het VK en stopte toen met aflossen. Daardoor heeft ze een betalingsachterstand opgelopen. De DUO heeft daarop haar persoonsgegevens laten opnemen in het Register Paspoortsignaleringen. Daarin staan de persoonsgegevens van personen van wie het vermoeden bestaat dat zij zich door verblijf in het buitenland aan de wettelijke mogelijkheden tot invordering van schulden zullen onttrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2696
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak201905818/1/A3

201905831/1/R4

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk geweigerd aan Rohe een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van het perceel Gerrit van Assendelftstraat 17D t/m F te Heemskerk in strijd met het bestemmingsplan. Rohe is eigenaar van de benedenverdiepingen van de panden op het perceel. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum Heemskerk" rust op het perceel de bestemming "Maatschappelijk" en de gebiedsaanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 2". Rohe heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gebruiken van de panden in strijd met het bestemmingsplan ten behoeve van detailhandel. Zij is voornemens een deel van de panden te verhuren als showroom voor elektrische fietsen met servicepunt en een ander deel als woonwinkel. De totale oppervlakte van de panden tezamen is 670 m2. Het college heeft de gevraagde vergunning geweigerd op de grond dat de activiteit in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2675
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905831/1/R4

201906366/1/A3

Bij besluit van 6 april 2018 heeft de burgemeester van Tilburg gelast de woning aan de [locatie] in Tilburg te sluiten voor de duur van drie maanden. [appellanten] woonden met hun zoon in een woning op het adres [locatie] in Tilburg. De politie heeft op 1 december 2017 de woning doorzocht, omdat in de telefoon van een ander persoon berichten zijn gevonden van de zoon, waarin hij schreef dat het mogelijk was om via hem harddrugs aan te schaffen. Bij die doorzoeking heeft de politie 79,4 g amfetamine, drie weegschalen, een grote hoeveelheid gripzakjes, een blocnote met drugsprijzen, een grote hoeveelheid simkaarten en vier bankpassen aangetroffen, die toebehoorden aan de zoon van [appellanten]. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet voor drie maanden te sluiten, conform de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2709
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak201906366/1/A3

201906841/1/R1

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Twiske Zuid II" vastgesteld. Het Twiske Zuid is een woningbouwlocatie in Kadoelen en Oostzanerwerf, voor in totaal 157 nieuwe woningen. Ten behoeve van de ontwikkeling heeft de toenmalige deelraad van Amsterdam-Noord op 23 april 2008 het bestemmingsplan "Twiske Zuid" vastgesteld. Het bestreden bestemmingsplan is een actualisatie van het bestemmingsplan "Twiske Zuid". Het plan voorziet in de genoemde 157 woningen, waarvan er inmiddels 120 zijn gerealiseerd. Voor de 37 overige woningen is reeds een omgevingsvergunning verleend die inmiddels in rechte onaantastbaar is. Dit betreft de geplande woningen ten westen van de watergang Twiske. Het bestemmingsplan voorziet in het vastleggen van de bestaande feitelijke en vergunde situatie. De uitspraak is een overzichtsuitspraak over het relativiteitsvereiste. In het algemeen deel wordt ingegaan op de hoofdlijnen van de rechtspraak over de toepassing van artikel 8:69a van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2706
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Overzichtsuitspraak
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906841/1/R1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201906841/1/R1

201906887/1/A3

Bij besluit van 16 februari 2017 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken aan het Vergunningenhuis een vergunning op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming verleend. De garnalenvisserij in de Natura 2000-gebieden Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe, Voordelta, de Noordzeekustzone en de Vlakte van de Raan is een bestaande activiteit. Voor het uitoefenen van garnalenvisserij was een vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend, die op 31 december 2016 is verlopen. Op 21 december 2016 heeft het Vergunningenhuis namens zes garnalenvissers een aanvraag gedaan om een nieuwe Nbw-vergunning voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022. Voor dit project is een passende beoordeling gemaakt. Volgens de staatssecretaris is uit de passende beoordeling de zekerheid verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2687
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201906887/1/A3

201906893/1/A3

Bij besluit van 15 december 2016 heeft de staatssecretaris van Economische Zaken een vergunning verleend als bedoeld in artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 voor het uitoefenen van garnalenvisserij in Natura 2000-gebieden. De garnalenvisserij in de Natura 2000-gebieden Waddenzee, Oosterschelde, Westerschelde & Saeftinghe, Voordelta, de Noordzeekustzone en de Vlakte van de Raan is een bestaande activiteit. Voor het uitoefenen van garnalenvisserij was een vergunning verleend, die op 31 december 2016 is verlopen. Op 1 augustus 2016 hebben de Nederlandse Visserbond, VisNed, CPO Wieringen U.A. en CPO Rousant U.A. een aanvraag gedaan om een nieuwe Nbw-vergunning voor de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2022. Voor dit project is een passende beoordeling gemaakt. Volgens de staatssecretaris is uit de passende beoordeling de zekerheid verkregen dat het project de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden niet zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2685
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Natuurbescherming
  • Visserij
  • uitspraakin de zaak201906893/1/A3

201907083/1/A3 en 201907083/3/A3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam gelast om de overtreding van artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 (hierna: de Huisvestingswet) ongedaan te maken door het hotelmatig gebruik van de woning op het adres [locatie] in Amsterdam te staken en gestaakt te houden. Op 30 mei 2018 heeft een controle van de woning plaatsgevonden. In de woning zijn drie Amerikaanse toeristen aangetroffen. Deze verklaarden via Airbnb met vier personen de gehele woning voor vier nachten te hebben gehuurd. De woning heeft twee slaapkamers, woonkamer, keuken en toilet. De toeristen hebben in de beide slaapkamers geslapen. Zij verklaren dat de eigenaar gedurende die tijd niet in de woning verbleef, maar in een gebouw in de tuin achter de woning. Op grond van de controle is een rapport van bevindingen opgemaakt en is overgegaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete en het opleggen van een last onder dwangsom strekkende tot beëindiging van de overtreding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2676
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907083/1/A3 en 201907083/3/A3

201907653/1/R2

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heusden geweigerd om aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan huisvesten van meer dan vijf personen in de panden op de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Drunen. [appellante] heeft op 20 maart 2018 twee aanvragen ingediend voor het huisvesten van meer dan vijf personen in de panden aan de Stationsstraat. Op het perceel aan de [locatie 1] staat een woning met een bijgebouw van één bouwlaag. Het perceel aan de [locatie 2] is voorzien van een woning met een kleiner bijgebouw. [appellante] wil 18 personen huisvesten in de panden op het perceel aan de [locatie 2] en 7 personen huisvesten in de panden op het perceel aan de [locatie 1]. Het geldende bestemmingsplan "Drunen Herziening 2014" (hierna: het bestemmingsplan) kent de bestemming "Gemengd" aan de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] toe.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2697
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201907653/1/R2

201908188/1/R1

Bij besluit van 14 december 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum Vape4Life onder aanzegging van bestuursdwang gelast om de exploitatie van de winkel aan de Oudezijds Voorburgwal 183 en de Oude Doelenstraat 6-8 te Amsterdam te staken en gestaakt te houden. Vape4Life exploiteert sinds 1 december 2017 een winkel aan de Oude Doelenstraat 6-8 en de Oudezijds Voorburgwal 183. De twee adressen grenzen aan de achterzijde aan elkaar. Vape4Life huurt deze samengevoegde ruimte van [appellanten sub 2], die eigenaar van de panden zijn. Het college heeft aan Vape4Life een last onder bestuursdwang opgelegd, omdat de winkel volgens het college in strijd met het voorbereidingsbesluit en het bestemmingsplan wordt geëxploiteerd, daarvoor geen omgevingsvergunning is verleend en er geen bijzondere omstandigheden zijn om van handhavend optreden af te zien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2700
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908188/1/R1

201908262/1/R2

Bij besluit van 9 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heusden het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het zonder vergunning wijzigen van de kapconstructie van het pand aan de [locatie 1] in Drunen, afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Drunen. [belanghebbende] woont aan de [locatie 1]. Beide woningen vormen één pand, dat gesplitst is. In de kap van het pand zijn op drie plaatsen houten spanten met trekbalken aanwezig. In 2015 heeft [belanghebbende] zijn woning inpandig verbouwd, waarbij de middelste trekbalk van de kapconstructie is verwijderd en hoger is teruggeplaatst. [appellant] heeft het college bij brief van 31 mei 2017 verzocht om daartegen handhavend op te treden, aangezien de verbouwing zonder de vereiste omgevingsvergunning heeft plaatsgevonden. [appellant] vreest dat de wijziging van de kapconstructie tot schade aan zijn woning zal leiden en wil dat [belanghebbende] alsnog een omgevingsvergunning aanvraagt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2678
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908262/1/R2

201908577/1/R1

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de raad van de gemeente Castricum het bestemmingsplan "Camping Kapelweg 10, Limmen" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op gronden binnen het perceel Kapelweg 10 te Limmen. Dit perceel is onderdeel van het terrein van De Voetel waar zij 11 buitentennisbanen, 2 binnentennisbanen, 4 squashbanen, een klein fitnesscentrum en een kantine exploiteert. Het plan voorziet erin om 4 buitentennisbanen te herontwikkelen tot een kleinschalige en ruim opgezette camping met 14 campingplaatsen en 3 recreatiewoningen. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Limmen. Hij vreest voor een onaanvaardbare aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2702
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908577/1/R1

201909103/1/R4

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo [appellante] onder bedreiging van dwangsommen gelast de twee zonder omgevingsvergunning gebouwde bouwwerken op het perceel [locatie] in Ermelo te verwijderen en verwijderd te houden. [appellante] en haar partner [belanghebbende B] hebben op het perceel een woning gerealiseerd. Op 8 oktober 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente Ermelo geconstateerd dat er op het perceel een begin was gemaakt met het bouwen van twee andere bouwwerken. Op 12 oktober 2018 heeft het college een bouwstop opgelegd, op de grond dat voor het bouwen van deze bouwwerken een omgevingsvergunning nodig was en het college die niet had verleend. Op 6 juni 2019 heeft het college [appellante] onder bedreiging van dwangsommen gelast de bouwwerken te verwijderen en verwijderd te houden. Volgens [appellante] treedt het college nu ten onrechte op.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2677
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201909103/1/R4

201909165/1/A3

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Renkum het verzoek van [appellant] om intrekking van de leegstandsvergunning niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] woont aan de [locatie] in Oosterbeek. Hij huurt die woning sinds december 2015. Om de woning te mogen verhuren is in 2013 aan de eigenaar een vergunning op grond van de Leegstandwet verleend. [appellant] heeft een huurgeschil met de huidige eigenaar. Hij heeft gevraagd om intrekking van de leegstandsvergunning, omdat dat gunstige gevolgen zou hebben voor de status van zijn tijdelijke huurcontract. Het college stelt zich op het standpunt dat de geldigheid van de vergunning op 1 maart 2018 van rechtswege is verstreken omdat toen de geldigheidsduur verliep. Daarom heeft het college het verzoek van [appellant] niet inhoudelijk behandeld, maar niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2692
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201909165/1/A3

201909250/1/A3

Bij besluit van 18 december 2017 heeft de minister aan Stichting Vestia goedkeuring verleend voor de administratieve scheiding tussen diensten van algemeen economisch belang (DAEB) en overige werkzaamheden (niet-DAEB) overeenkomstig de specificaties van het definitieve scheidingsvoorstel van Vestia van 5 oktober 2017. Met ingang van 1 juli 2015 is de Woningwet ingrijpend herzien. Woningcorporaties dienen voor 1 januari 2018 een scheiding aan te brengen tussen het DAEB en het niet-DAEB bezit. In Hoofdstuk 2 van de Herzieningswet zijn overgangsbepalingen opgenomen in verband met de wijziging van de Woningwet. De colleges van B&W van enkele gemeenten in Zuid-Holland hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit, omdat de overheveling ineens van DAEB-woningen naar niet-DAEB, oftewel liberalisering, een plotselinge vermindering van de sociale woningvoorraad tot gevolg heeft en daarmee hun minimaal benodigde sociale voorraad niet gehaald zou worden. Zij lijken de wens te hebben tot een druppelsgewijze aanpak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2691
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201909250/1/A3

202000209/1/R4

Bij besluit van 11 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan WEM drie lasten onder dwangsom opgelegd ten aanzien van het pand op het perceel Zamenhofdreef 77 te Utrecht. WEM is eigenaar van het pand, dat voorheen als kantoor werd gebruikt. Bij besluit van 20 juni 2013 heeft het college aan WEM een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van het pand ten behoeve van kamerverhuur. Naar aanleiding van een controle van een toezichthouder op 6 april 2017 heeft het college geconstateerd dat - in afwijking van de omgevingsvergunning - twee kamers op de eerste verdieping zijn verbouwd tot een zogenoemde stookruimte voor een verbrandingstoestel voor houtpellets (hierna: de stookinstallatie) en een opslagruimte voor houtpellets.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2698
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000209/1/R4

202000336/1/R1 en 202000337/1/R1

Bij besluit van 26 november 2019 heeft de raad van Reimerswaal het bestemmingsplan "Loswal" vastgesteld. Bij besluit van dezelfde datum heeft de raad van Kapelle het bestemmingsplan "Loswal" vastgesteld. De bestemmingsplannen voorzien in een industrieterrein in de vorm van een loswal, langs de Kaai in Hansweert. Het industrieterrein is een zogeheten gezoneerd industrieterrein als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder. Op het industrieterrein zijn de scheepswerf van Kaai 85 B.V. (voorheen van Scheepswerf Reimerswaal), een zandhandel, het aannemingsbedrijf van [appellante sub 2] en een werkplaats van Rijkswaterstaat aanwezig. De loswal ligt aan het kanaal door Zuid-Beveland, ten noorden van Hansweert en ten oosten van Schore en ligt voor twee derde binnen het grondgebied van Kapelle en voor een derde binnen dat van Reimerswaal. Bij uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3495, heeft de Afdeling onder meer de besluiten waarbij de raden planologisch hebben voorzien in de scheepwerf, vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2708
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202000336/1/R1 en 202000337/1/R1

202000759/1/R1

In het besluit van 6 december 2017 heeft het college een omgevingsvergunning verleend aan Hoondert Beheer B.V. voor het maken, hebben en onderhouden van een uitweg aan de Heinkenszandseweg 19 te ’s-Heerenhoek. Aan deze vergunning zijn voorschriften verbonden. Het bedrijf van Hoondert Beheer B.V. ligt aan de Heinkenszandseweg 19 te ’s-Heerenhoek. Het bedrijf van Sagro Holding Zeeland B.V. ligt daar recht tegenover aan de Heinkenszandseweg 22. Op dit moment is het perceel Heinkenszandseweg 19 door middel van twee in- en uitritten ontsloten. Het zware materieel van het bedrijf bereikt het openbare wegennet via een in- en uitrit aan de Nassauweg, een zijweg van de Heinkenszandseweg (N667). De andere in- en uitrit ligt aan de Heinkenszandseweg. In de toekomstige situatie is een nieuwe in- en uitrit beoogd tussen de percelen Heinkenszandseweg 19 en 23. Sagro Holding Zeeland B.V vreest voor verkeersonveilige situaties als gevolg van deze aanpassing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2701
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000759/1/R1

202001001/1/A3

Bij besluit van 19 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] in de basisregistratie personen per 5 april 2018 ingeschreven op een niet-bestaand adres. [appellant] heeft op 9 augustus 2018 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 19 april 2018. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat [appellant] buiten de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn van zes weken bezwaar heeft gemaakt en er geen reden was op grond waarvan die termijnoverschrijding verschoonbaar kon worden geacht. [appellant] is het daarmee niet eens, omdat, naar hij stelt, het besluit van 19 april 2018 hem niet of veel later heeft bereikt. Het hoger beroep gaat over de vraag of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het college het door [appellant] gemaakte bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2683
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202001001/1/A3

202001360/1/R4

Bij besluit van 12 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek om handhavend op te treden met betrekking tot het achtergelaten afval in de Tichelaarslaan, veroorzaakt door renovatie- en isolatiewerkzaamheden in opdracht van woningcorporatie Mitros, afgewezen. Op 8 maart 2019 heeft [appellant] het college verzocht handhavend op te treden tegen het door hem geconstateerde afval aan de Tichelaarslaan. Voorafgaand aan dit verzoek is door [appellant] op 12 september 2018 en vervolgens op 26 september 2018 via de gemeentelijke website melding gedaan van het afval. Dit afval, voornamelijk bestaande uit piepschuimresten afkomstig van isolatieplaten, is daar terechtgekomen als gevolg van werkzaamheden die worden uitgevoerd in opdracht van woningcorporatie Mitros. Naar aanleiding van het verzoek heeft een gemeentelijke toezichthouder op 11 april 2019 een inspectie uitgevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2703
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001360/1/R4

202001453/1/A2

Bij besluit van 21 januari 2019 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. Bij brief van 19 maart 2019 heeft een advocaat namens [appellante] bezwaar gemaakt tegen het besluit van 21 januari 2019. Uit het bezwaarschrift blijkt dat daarbij is onderkend dat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend. [appellante] doet een beroep op verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. In het bezwaarschrift zijn argumenten ter ondersteuning van dat beroep gegeven. In beroep en hoger beroep zijn deze argumenten in essentie herhaald. In deze procedure ligt de vraag voor of de CSG zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en het bezwaar niet-ontvankelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2682
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001453/1/A2

202001616/1/A3

Bij besluit van 19 september 2018 heeft de korpschef van politie de aanvraag van [appellant] om een verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie afgewezen. Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de minister van Justitie en Veiligheid het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] heeft op 12 april 2017 een aanvraag ingediend om in het bezit te worden gesteld van een wapenverlof tot het voorhanden hebben van een vuurwapen ten behoeve van de schietsport. Hij heeft in een gesprek met de korpschef op 26 mei 2017 zijn aanvraag nader toegelicht, mede omdat de korpschef uit externe bronnen heeft vernomen dat [appellant] aan een posttraumatische stress stoornis leed en dit niet op het ingevulde aanvraagformulier C5 vermeld stond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2699
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202001616/1/A3

202001699/1/R4

Bij besluit van 16 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wageningen aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de aangebrachte woonvoorzieningen in het gebouw op het perceel [locatie] te Wageningen te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] was de eigenaar van het perceel. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Wageningen 2e herziening" (hierna: het bestemmingsplan) heeft het perceel de bestemming "Wonen". Op het perceel staat een woning. In de achtertuin bij die woning heeft [appellant] in 2017 een houten gebouw gerealiseerd, dat hij wilde gebruiken als B&B. Op 1 februari 2016 heeft het college omgevingsvergunning verleend voor de bouw van het gebouw en het gebruik als B&B. Deze in bezwaar gehandhaafde omgevingsvergunning is door de rechtbank op 7 maart 2017 vernietigd. Het college heeft de omgevingsvergunning vervolgens bij besluit van 9 juni 2017, ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2674
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001699/1/R4

202001941/1/A3

Bij besluit van 7 maart 2018 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Zuidoost de aanvraag van [vergunninghouder] voor een vergunning voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimten afgewezen. Bij besluiten van 24 juli en 22 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het door [vergunninghouder] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 7 maart 2018 herroepen en een vergunning verleend voor het omzetten van de zelfstandige woonruimte in tien onzelfstandige woonruimten. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college voldoende heeft gemotiveerd waarom de omzetting in dit geval de leefbaarheid van de buurt niet onevenredig aantast. De enkele mededeling dat de leefbaarheidstoets is verdisconteerd in het beleid is, gelet op de uitspraak van de rechtbank van 9 juli 2019 in zaken nrs. 18/616, 18/6120 en 18/6121, onvoldoende.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2686
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001941/1/A3

202002538/1/A3

Bij besluit van 2 mei 2016 heeft het bestuur van Holland Rijnland Wonen het verzoek van [appellant] om de inschrijving onder de naam [persoon] op zijn naam te zetten afgewezen. [persoon] stond vanaf 26 mei 2008 als woningzoekende ingeschreven bij HRW. [appellant], onder zijn eigen naam als woningzoekende bij HRW ingeschreven vanaf 6 augustus 2015, stelt dat hij dezelfde persoon is als [persoon] en heeft HRW verzocht om de inschrijving van [persoon] op zijn naam te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2690
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002538/1/A3

202002667/1/A3

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de burgemeester van Velsen de aanvraag van [appellante] voor een exploitatievergunning buiten behandeling gesteld. [appellante] is eigenaresse van [bedrijf] in IJmuiden. Zij heeft in haar aanvraag vermeld dat zij vijftien waterpijpen in het café in gebruik wil nemen. De burgemeester heeft aan [appellante] een exploitatievergunning verleend met het voorschrift dat in het café maximaal tien waterpijpen in gebruik zijn en maximaal tien reservewaterpijpen in een andere ruimte - niet zijnde het horecagedeelte - aanwezig zijn. [appellante] betoogt dat er voor de beperking van het aantal waterpijpen geen rechtsgrond is. De burgemeester heeft verder volgens [appellante] niet deugdelijk gemotiveerd waarom de beperking van het aantal waterpijpen noodzakelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2689
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002667/1/A3

202003482/1/R1

Bij besluit van 23 april 2020 heeft de raad van de gemeente Edam-Volendam het bestemmingsplan "Baandervesting, Edam" vastgesteld. Het plangebied betreft het Korsnästerrein dat binnen de vesting in het centrum van Edam ligt. Het plangebied wordt omsloten door de Baanstraat in het westen, de Baandervesting in het zuiden, de Korte Baansteeg in het oosten en Het Marken in het noorden. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal 81 woningen bestaande uit appartementen en grondgebonden woningen. [appellant] woont in de buurt van het plangebied aan de [locatie]. Hij vreest onder meer dat het plan leidt tot aantasting van de waarden van het beschermd stadsgezicht Edam.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2705
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202003482/1/R1

202003868/1/R1

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Alkmaar het bestemmingsplan "Tames Visserstraat 1" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van 19 woningen op de locatie van de voormalige basisschool Het Kompas. Het plangebied ligt op de hoek van de Tames Visserstraat en het Zuidje. De Stichting heeft tot doel het behoud, beheer en instandhouding van erf en opstal van het Kleinste huis van Schermerhorn, gelegen aan het Zuidje 11 te Schermerhorn, ten behoeve van een publieke functie ten dienste van het dorpsleven van Schermerhorn. Het perceel Zuidje 11 ligt direct ten westen van het plangebied. De Stichting vreest met name dat toekomstige bewoners van de voorziene woningen zullen klagen over de geparkeerde auto’s van bezoekers van het Kleinste huis van Schemerhorn op de strook grond tegenover het perceel Zuidje 11, zodat het parkeren van auto’s op die strook in de toekomst niet meer zal worden gedoogd. Ontwikkelaar van het gebied is Vastesteen Projectontwikkeling B.V.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2688
Datum uitspraak
11 november 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202003868/1/R1

202003748/1/V1

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2671
Datum uitspraak
10 november 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003748/1/V1

202003471/4/R3

Bij besluit van 16 april 2020 heeft de raad van de gemeente Waadhoeke het bestemmingsplan "Minnertsga - [locatie]" vastgesteld. De raad wil met het plan de vestiging van een hoveniersbedrijf mogelijk maken. Daarvoor kent het plan de bestemming "Bedrijf" en twee bouwvlakken toe, waaronder een voor een bedrijfswoning. Onder het voorheen geldende plan "Minnertsga" was vestiging van een hoveniersbedrijf hier niet mogelijk, omdat voor het beoogde bedrijfsperceel de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Agrarisch - Bedrijf" golden. [verzoeker] woont dicht bij het plangebied, aan de noordoostkant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2666
Datum uitspraak
9 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202003471/4/R3

202003849/3/V1

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2714
Datum uitspraak
9 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003849/3/V1

202005936/2/V3

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2670
Datum uitspraak
9 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005936/2/V3

201905482/1/V2

Bij besluit van 17 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2664
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905482/1/V2

202001705/1/V3

Bij besluiten van 11 februari 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd per 14 juli 2015 ingetrokken en zijn aanvraag om wijziging van de beperking van die verblijfsvergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2662
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202001705/1/V3

202004009/1/V1

De vreemdeling heeft bezwaar gemaakt tegen een reeks besluiten en feitelijke handelingen van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en het COa over het al dan niet aan hem verlenen van onderdak in de periode van december 2018 tot en met september 2019. Tegen enkele besluiten op bezwaar, van 1 april, 4 juli, 1 oktober, 13 november en 24 december 2019, over die besluiten en feitelijke handelingen heeft de vreemdeling beroep ingesteld. Ook heeft de vreemdeling beroep ingesteld tegen het uitblijven van besluiten op bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3158
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Hoger beroep
  • Opvang asielzoekers
  • uitspraakin de zaak202004009/1/V1

202004470/1/R2 en 202004470/3/R2

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een garage/berging aan de [locatie 1] in Gilze.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2663
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004470/1/R2 en 202004470/3/R2

202005019/2/R1

Bij besluit van 21 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de gemeente Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van dakramen in de kap en het doorvoeren van interne wijzigingen in het pand aan de Marnixstraat 2 in Amsterdam, met wijziging van de bestemming van dat pand voor de duur van tien jaar tot een 24-uursopvang voor ongedocumenteerden en één woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2661
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005019/2/R1

202005456/2/V3

Bij besluit van 7 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2667
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005456/2/V3

201906618/2/A3

De Burgerrechtenvereniging heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 23 juli 2019 in zaak nr. 16/4199. De Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: de AP) heeft een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2660
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906618/2/A3

201906716/3/A3 en 201906731/3/R4

Bij brief van 4 november 2020 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. P.H.A. Knol (hierna; de staatsraad) bij de behandeling van zaken nrs. 201906716/1/A3 en 201906731/1/R4.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2665
Datum uitspraak
6 november 2020
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906716/3/A3 en 201906731/3/R4

202002654/2/R1

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan het ingenieursbureau Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van twee platanen aan de Westerkade in Amsterdam. Het college heeft ter zitting toegezegd dat hoewel de kapvergunning is verleend voor twee platanen, alleen de schuine boom (nr. 342625), met een levensverwachting van minder dan vijf jaar, zal worden gekapt. De andere boom zal blijven staan. [verzoeker] en anderen hebben bevestigd dat hun verzoek daarom alleen nog ziet op de vergunning voor zover daarmee de schuine boom kan worden gekapt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2659
Datum uitspraak
5 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202002654/2/R1

202004427/2/R1

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Reimerswaal het bestemmingsplan "Klooster van Rilland" vastgesteld. In het klooster van Rilland aan de hoofdweg 60 in Rilland is op dit moment plaats voor de huisvesting van 200 arbeidsmigranten. Het plan maakt het mogelijk dit uit te breiden naar 300 plaatsen. [verzoekers] vinden dat dit aantal niet in verhouding staat tot het aantal inwoners van Rilland. Zij vrezen bovendien voor een aantasting van de cultuurhistorische waarden van het klooster en van de natuurwaarden in de omgeving. Zij stellen dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met hun belangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2658
Datum uitspraak
5 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202004427/2/R1

202004502/1/V2

Bij besluit van 19 februari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2652
Datum uitspraak
5 november 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004502/1/V2

202004556/2/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft college van burgemeester en wethouders van Den Haag het "Definitief plaatsingsplan aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers Venen, Oorden en Raden II (buurt 87), Escamp, Den Haag" vastgesteld, waarbij onder meer locatie 87B-57A ter hoogte van het pand [locatie] te Den Haag, is aangewezen voor het plaatsen van twee ondergrondse restafvalcontainers. In het besluit heeft het college, door vaststelling van het plaatsingsplan, in de straat Wezelrade twee locaties aangewezen waar ORAC’s worden geplaatst. Deze ORAC’s worden geplaatst ten behoeve van de bewoners van het nieuwbouwcomplex op de hoek Wezelrade/Bouwlustlaan en de bewoners van de appartementencomplexen aan de Meppelweg met huisnummers 890 tot en met 920a en 926 tot en met 956a. De twee ORAC’s met locatienummer 87B-57A zijn gepland ter hoogte van [locatie].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2657
Datum uitspraak
5 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004556/2/R1

202004788/2/R1

Bij besluit van 1 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Gooise Meren het bestemmingsplan "Bollelaan 6-8 Naarden" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van drie vrijstaande woningen mogelijk op het perceel Bollelaan 6-8 in Naarden. Het vorige plan stond ook al woningbouw toe, maar de door de initiatiefnemer voorgestelde verdeling over de percelen en de inhoud van de woningen past daar niet binnen. Daarom is een nieuw plan vastgesteld. [verzoeker] vreest voor een aantasting van zijn woon- en leefklimaat door het plan en vindt de woningen niet passend in de omgeving. Met het nieuwe plan verdwijnt volgens hem meer groen dan met het vorige plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2656
Datum uitspraak
5 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004788/2/R1

201907074/1/V3

Bij besluit van 2 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2592
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907074/1/V3

202005605/2/V3

Bij besluit van 27 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2654
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202005605/2/V3

202005621/2/V2

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2655
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005621/2/V2

202005863/2/V2

Bij besluiten van 23 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd hun krachtens artikel 64 van de Vw 2000 ambtshalve uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2653
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005863/2/V2

201703835/2/R2 en 201703079/3/R2

In de tussenuitspraak van 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1553, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gilze en Rijen opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 20 februari 2017, waarbij het bestemmingsplan "N282" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat het besluit van de raad van 20 februari 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "N282" niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid, voor zover het plan op de strook tussen de gronden van [appellant sub 1] en het voorziene fietspad geen fietsverbinding mogelijk maakt. Daarnaast is in de tussenuitspraak overwogen dat de raad voor de situatie van Valk Holding B.V. en [appellant sub 3] onvoldoende gemotiveerd heeft dat het besluit strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2614
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201703835/2/R2 en 201703079/3/R2

201804146/1/R2

Bij besluit van 20 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het wijzigingsplan "Insingerstraat 39" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in het realiseren van een brede, zogeheten ‘democratische’ school ter vervanging van een bestaande ‘democratische’ school op dezelfde locatie. In de huidige situatie wordt op de school onderwijs gegeven aan ongeveer 130 leerlingen. De school wil uitbreiden naar maximaal 450 leerlingen. De brede school richt zich op het geven van onderwijs aan leerlingen vanaf 4 jaar tot 18 jaar, maar er zal ook voor leerlingen van18-plus tijd en ruimte voor scholing en persoonlijke ontwikkeling zijn. De brede school zal naast het verzorgen van onderwijs ook andere doelstellingen nastreven zoals het vervullen van maatschappelijke functies en het opzetten van bedrijfsmatige activiteiten waar kinderen de ruimte krijgen om bijvoorbeeld stage te lopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2647
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201804146/1/R2

201805482/1/A3

Bij besluit van 22 december 2016 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van [appellant] om kennisneming van alle gegevens over hem in de periode 1974 tot en met 2011 afgewezen voor zover het om actuele gegevens gaat. Voor zover het om niet-actuele gegevens gaat heeft de minister het verzoek toegewezen en een inzagedossier van 113 pagina’s verstrekt. [appellant] heeft verzocht om kennisneming van alle gegevens over hem uit de periode 1974 tot en met 2011 die bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aanwezig zijn. Hij is in de jaren ’70 en ’80 diverse keren gehoord in verband met een spionagezaak en daarbij waren ook medewerkers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de voorloper van de AIVD, aanwezig. Volgens hem moeten er dan ook vele gespreksverslagen, memo’s, notities en dergelijke bij de AIVD liggen die hiermee verband houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2635
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201805482/1/A3

201805562/1/A3

Bij besluit van 1 april 2016 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief van de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 december 2015 gedeeltelijk openbaar gemaakt. [appellante] heeft de Inspectie verzocht een controle uit te voeren bij [partij] naar de wijze van omgaan met chemische en biologische bestrijdingsmiddelen. Vervolgens heeft zij de minister verzocht om openbaarmaking van de naar aanleiding van de gehouden controle opgestelde rapportage. De minister heeft daarop besloten tot openbaarmaking van een naar aanleiding van de controle opgestelde brief van 14 december 2015, met uitzondering van de daarin opgenomen persoonsgegevens. In reactie op het bezwaar van [partij] heeft de minister de openbaarmaking verder beperkt, in die zin dat ook de genoemde gewasbeschermingsmiddelen, de bedrijfsnaam en de locaties van het bedrijf daarvan zijn uitgezonderd. De minister heeft deze informatie geweigerd krachtens artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2636
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201805562/1/A3

201805563/1/A3

Bij besluit van 29 april 2016 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verzoek van [appellante] om openbaarmaking van een foto van een voorraad gewasbeschermingsmiddelen 2015 afgewezen. De minister heeft de foto van een voorraad gewasbeschermingsmiddelen 2015 geweigerd krachtens artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob. Openbaarmaking kan volgens de minister leiden tot financiële schade en aantasting van de concurrentiepositie van [belanghebbende], omdat er op de foto gedetailleerd staat welke gewasbeschermingsmiddelen en hoeveelheden er binnen haar onderneming worden gebruikt. Afnemers, zoals tuincentra, hebben de laatste jaren steeds meer te maken met negatieve sentimenten van hun klanten over het gebruik van bestrijdingsmiddelen. [appellante] voert aan dat het gaat om informatie over emissies in het milieu. Dergelijke informatie kan niet worden geweigerd wegens vertrouwelijkheid van commerciële of industriële informatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2638
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201805563/1/A3

201806009/2/R3

Bij tussenuitspraak van 26 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:624, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Hardenberg opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de daarin geconstateerde gebreken in het besluit van 17 juli 2018 te herstellen. Aldi heeft de raad verzocht om een bestemmingsplan vast te stellen waarin wordt voorzien in een mogelijkheid om een supermarkt te vestigen op het Mercator-terrein in Dedemsvaart. Op grond van artikel 7 van de regels van het ter plaatse geldende plan "Bedrijvenpark Mercator" is reguliere detailhandel daar namelijk niet toegestaan. De raad heeft geweigerd om aan dit verzoek mee te werken. Volgens de raad is het schrappen van de detailhandelsmeters op de huidige locatie van Aldi - dat eveneens deel uitmaakt van het verzoek - weliswaar in overstemming met het gemeentelijk beleid zoals neergelegd in de Detailhandelsstructuurvisie, maar de raad wil niet meewerken aan een mogelijkheid voor reguliere detailhandel op het Mercator-terrein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2651
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201806009/2/R3

201809240/1/R3

Bij besluit van 27 september 2018 heeft de raad van de gemeente Aa en Hunze het bestemmingsplan "Bungalowpark Boerhaarsveld Schoonloo" vastgesteld. Het plan maakt mogelijk dat 11 recreatiewoningen en een bedrijfswoning worden gerealiseerd ten zuiden van het bestaande bungalowpark "Boerhaarsveld". Het bestaande bungalowpark ligt aan de Warmenbossenweg 5 in Schoonloo. Het bestaande park heeft een oppervlakte van 6 ha en bestaat uit 57 woningen en een bedrijfswoning. Er kunnen op het terrein nog tot maximaal 72 recreatiewoningen worden gebouwd. Het plangebied omvat het bestaande bungalowpark en de gronden waarop de nieuwe recreatiewoningen en een tweede bedrijfswoning zijn voorzien. Aan het hele terrein is een recreatiebestemming toegekend. Het nieuwe gedeelte heeft een omvang van ongeveer 2 hectare. Initiatiefnemer van het plan is Boerhaarsveld. [appellant] zijn eigenaren van bestaande bungalows op het bungalowpark. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2650
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201809240/1/R3

201901442/2/R4

Bij tussenuitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4246, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal opgedragen om binnen zes weken na verzending van de uitspraak met inachtneming van hetgeen in 4.2 is overwogen het daar omschreven gebrek in het besluit op bezwaar van 11 april 2018 te herstellen, een eventueel nieuw besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en de uitkomst aan de Afdeling en partijen mede te delen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de goothoogte van het vrijstaande bouwwerk niet voldoet aan artikel 2, derde lid, onder b, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, omdat deze hoger is dan 3 m. Dit betekent dat het bijbehorend bouwwerk niet onder de reikwijdte van dit artikel valt, zodat het college in zoverre bevoegd was om handhavend op te treden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2617
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201901442/2/R4

201903256/1/R2

Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan Raedthuys Windenergie B.V. een ontheffing verleend van de verbodsbepalingen uit de artikelen 3.1 en 3.5 van de Wet natuurbescherming voor in het besluit genoemde vogel- en vleermuissoorten, ten behoeve van de aanleg en exploitatie van drie windturbines nabij verkeersknooppunt Galder te Breda, als onderdeel van Windpark A16. Het besluit tot verlening van de ontheffing is genomen ten behoeve van het oprichten en in werking hebben van drie windturbines op Windpark Galder. De windturbines zijn gepland ten zuiden van Breda en aan de noordoostkant van het verkeersknooppunt Galder, dat wordt gevormd door de aantakking van rijksweg A58 aan de oostkant op rijksweg A16.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2621
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201903256/1/R2

201904386/1/R1

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank, waarbij het ingestelde beroep tegen het niet tijdig (volledig) bekendmaken van een gestelde van rechtswege gegeven omgevingsvergunning niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van [appellant B] in de brief van 19 maart 2018 niet kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb, er daarom geen omgevingsvergunning van rechtswege is ontstaan en het college niet in gebreke is gebleven een beschikking van rechtswege bekend te maken. Bij besluit van 23 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan een van rechtswege gegeven omgevingsvergunning bekendgemaakt voor andere activiteiten dan die in de procedure bij de rechtbank centraal staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2673
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904386/1/R1

201904978/1/A2

Bij besluit van 26 september 2017, met als verzenddatum 28 september 2017, heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een aan [appellant] verleende toevoeging ingetrokken. De raad heeft aan [appellant] een toevoeging verleend in het kader van een civiele procedure. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in die procedure op 18 juli 2017 uitspraak gedaan. Bij besluit van 26 september 2017 heeft de raad de eerder verleende toevoeging ingetrokken op grond van artikel 34g van de Wrb. Aan deze intrekking heeft de raad ten grondslag gelegd dat de procedure voor [appellant] heeft geresulteerd in een vordering van € 26.309,00 met wettelijke rente en dit bedrag hoger is dan 50% van het heffingsvrije vermogen (dat is € 12.500,00).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2624
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201904978/1/A2

201905237/1/R1

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voerendaal [appellante] acht lasten onder dwangsom opgelegd met betrekking tot overtredingen op het perceel [locatie] te Voerendaal. Het college heeft [appellante] een aantal lasten onder dwangsom opgelegd naar aanleiding van bevindingen van toezichthouders bij controles op 18 en 26 april 2018 van een inrichting aan de [locatie] te Voerendaal. Op dit perceel was een nertsenfokkerij gevestigd. Sinds het overlijden van haar vader was [appellante], samen met haar broer, deelgenoot in de onverdeelde nalatenschap van haar vader waarin de inrichting en het perceel vallen, en daarmee mede-eigenaar van het perceel en de inrichting. Tijdens de controles is onder andere geconstateerd dat een zogenoemd drugslab was gevestigd op het perceel en dat asbest aanwezig was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2639
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905237/1/R1

201905307/1/R2

Bij besluit van 14 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Roermond aan River-State B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tijdelijk drijvend wakeboardcentrum aan De Weerd (ong.) te Roermond. Op 13 september 2017 heeft River-State B.V. een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een drijvend wakeboardcentrum, bestaande uit een paviljoen met ondergeschikte horeca en detailhandel en een wakeboardbaan met drijflichamen, gelegen in de Noorderplas en een sanitair unit en een wetsuitscontainer, op de oever. De Noorderplas is een onderdeel van de Maasplassen, gelegen in het stroomvoerend rivierbed van de rivier de Maas. [appellant] woont in de directe nabijheid van de Noorderplas, in het buurtschap "De Weerd". Hij vreest dat door de komst van het wakeboardcentrum de vaar- en vluchtroute vanuit De Weerd over de Noorderplas bij hoog water wordt belemmerd en dat daardoor de veiligheid van de bewoners in het gedrang komt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2644
Datum uitspraak
4 november 2020
  • Hoger beroep
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905307/1/R2
vorige pagina1...210211212...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon