Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.763
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201810231/1/V2

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1569
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201810231/1/V2

201905985/1/V2

Bij besluit van 8 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen Nederland onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1565
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201905985/1/V2

202001583/2/V6

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [verzoeker] ingetrokken. Het verzoek strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de rechtsgevolgen van het besluit tot intrekking van het Nederlanderschap worden geschorst totdat de Afdeling op het beroep tegen het besluit van 7 april 2020 heeft beslist. [verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van de intrekking van zijn Nederlanderschap geen rechtmatig verblijf meer heeft in Nederland en daarom geen arbeid meer mag verrichten. [verzoeker] voert verder aan dat zijn belangen om de procedure in Nederland af te mogen wachten zwaarder moeten wegen dan het belang van de staatssecretaris om tot uitzetting over te gaan, omdat de gehele procedure inmiddels al tweeëneenhalf jaar duurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1566
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202001583/2/V6

202002909/1/V3

Bij besluit van 2 juni 2019 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1563
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002909/1/V3

202003700/2/V2

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1611
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003700/2/V2

201804829/10/R2

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 14 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2772, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Boekel opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 22 februari 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan Buitengebied 2016" en het besluit van 4 april 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Reparatieherziening Buitengebied 2016" te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1608
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201804829/10/R2

201805678/3/R1

Bij tussenuitspraak van 27 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4009, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Wormerland opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 17 april 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijventerreinen" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad, anders dan hij heeft beoogd, niet heeft uitgesloten dat ter plaatse van de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - afvalverwerkingsbedrijf" een bedrijf kan worden gerealiseerd met een capaciteit van 50 ton per dag of meer. Verder heeft de Afdeling overwogen dat, anders dan de raad heeft beoogd, in de planregels niet is gewaarborgd dat van de wijzigingsbevoegdheid op grond waarvan opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg en detailhandel in consumentenvuurwerk tot 10.000 kg mogelijk wordt gemaakt, slechts één keer gebruikt kan worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1579
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201805678/3/R1

201805886/1/R2

Vexpro heeft op 12 juli 2018 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Tilburg op haar aanvraag om het bestemmingsplan "Langendijk 182 te Tilburg" vast te stellen. Vexpro wil op de gronden een aantal woningen realiseren. Bij besluit van 10 september 2018 heeft de raad besloten het bestemmingsplan niet in procedure te brengen en niet vast te stellen. Het besluit van 10 september 2018 is, gelet op artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht van rechtswege mede onderwerp van dit geding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1605
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201805886/1/R2

201807562/1/R2

Op 7 juni 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gilze en Rijen aan Vexpro een brief met vier beslispunten gestuurd. Vexpro heeft gronden in eigendom aan de Oranjestraat 100, waarop zij woningen wil realiseren. Daarvoor beoogt zij herziening van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. De plannen zijn gesplitst in twee bestemmingsplannen: één voor te realiseren woningen aan het lint van de Oranjestraat, en één om 6 woningen mogelijk te maken op het achterterrein van de Oranjestraat 100, ten noorden van de lintbebouwing aan de Oranjestraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1604
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807562/1/R2

201809438/1/R2

Op 18 december 2017 heeft de raad van de gemeente Gilze en Rijen besloten het bestemmingsplan "Achterterrein Oranjestraat, Gilze" niet vast te stellen. Vexpro wil op het achterterrein van de Oranjestraat 100, ten noorden van de gronden die direct aan het lint van de Oranjestraat liggen, een aantal woningen realiseren. Daarom heeft zij de raad verzocht om voor die locatie het bestemmingsplan "Achterterrein Oranjestraat 100, Gilze" vast te stellen. Volgens haar heeft de raad ten onrechte besloten het bestemmingsplan niet verder in procedure te brengen en niet vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1552
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809438/1/R2

201809539/1/R2

Bij besluit van 13 november 2017 heeft de raad van de gemeente Gilze en Rijen besloten het bestemmingsplan "Oranjestraat 113 te Gilze" niet vast te stellen. Vexpro bezit gronden aan de Oranjestraat 113 in Gilze. Op de gronden die aan de Oranjestraat grenzen, staat een tankstation met lpg-afleverinstallatie, een bedrijfswoning en daarachter bedrijfsgebouwen en garageboxen. Ten zuiden en zuidoosten hiervan liggen grotendeels onbebouwde gronden en een gemeenschappelijke tuin. Vexpro wil op de gronden maximaal 40 woningen realiseren. Daarom heeft zij de raad verzocht om voor die locatie het bestemmingsplan "Oranjestraat 113 te Gilze" vast te stellen (hierna: het bestemmingsplan). Volgens haar heeft de raad ten onrechte besloten het bestemmingsplan niet verder in procedure te brengen en niet vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1551
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809539/1/R2

201810204/1/R1

Bij besluit van 4 oktober 2018 heeft de raad het bestemmingsplan "Veegplan Westelijk Buitengebied" vastgesteld. Het bestemmingsplan is een herziening van het vorige bestemmingsplan "Westelijk Buitengebied" dat de raad bij besluit van 3 juli 2014 heeft vastgesteld en vervolgens bij besluit van 12 mei 2016 gewijzigd heeft vastgesteld naar aanleiding van de (tussen)uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:146. Het voorliggende bestemmingsplan bevat enkele aanpassingen die voortvloeien uit voortschrijdend inzicht bij de toepassing van het vorige bestemmingsplan. Daarnaast beoogt de raad het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie en een aantal na vaststelling van het vorige bestemmingsplan verleende vergunningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1600
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201810204/1/R1

201900107/1/R3

Bij besluit van 1 november 2018 heeft de raad van de gemeente Delfzijl het bestemmingsplan "Spijk - Oostpolderweg 11-13" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt een bestaande zorgboerderij op de percelen Oostpolderweg 11 en 13 en op het agrarische perceel als zodanig bestemd. Stichting Zorgboerderij Feniks is de exploitant van de zorgboerderij. Ook maakt het plan het mogelijk dat de recreatiewoning op het perceel Oostpolderweg 13 wordt gebruikt voor verblijf ten behoeve van de zorgboerderij. Daarnaast voorziet het plan in een juridisch planologisch kader voor de permanente bewoning van de recreatiewoning op het perceel Oostpolderweg 11, een paardenbak op het agrarische perceel en een bed & breakfast op het tussengelegen perceel. [appellant] woont op het perceel [locatie]. [appellant] richt zich in beroep tegen de exploitatie van de zorgboerderij op het perceel Oostpolderweg 13 en het agrarische perceel. [appellant] richt zich in beroep tegen de exploitatie van de zorgboerderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1601
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201900107/1/R3

201900559/1/R3

Bij besluit van 15 november 2018 heeft de raad van de toenmalige gemeente Noordwijkerhout (thans: de raad van de gemeente Noordwijk) het bestemmingsplan "Schippersvaartweg 39" vastgesteld. Binnen het plangebied op de locatie Munnekeweij aan de Schippersvaartweg 39 in Noordwijkerhout bevindt zich een voormalig bejaardencentrum waarvan het pand al enige tijd leegstaat. Woningstichting Sint Antonius van Padua heeft het voornemen om deze gronden te herontwikkelen en 45 sociale huurwoningen te realiseren, waarvan 21 appartementen en 24 grondgebonden rug-aan-rug woningen. Het voorliggende plan is vastgesteld om de beoogde woningbouw mogelijk te maken. [appellant sub 1], [appellant sub 2] en anderen en [appellant sub 3] kunnen zich niet verenigen met het plan. Zij vrezen dat de met het plan mogelijk gemaakte ontwikkeling hun woon- en leefklimaat zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1607
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201900559/1/R3

201901017/1/R3

Bij besluit van 15 mei 2018 heeft de raad van de gemeente Zuidplas het verzoek van [appellante] om het bestemmingsplan "[locatie]" te herzien afgewezen. [appellante] exploiteert een agrarisch bedrijf op het perceel [locatie] te Zevenhuizen. Het bedrijf bestaat uit een varkenshouderij met onder andere een voorziening ter verwerking van rest- en zijstromen uit de levensmiddelenindustrie. [appellante] verwerkt daarbij niet alleen reststromen ten behoeve van brijvoerproductie voor varkensvoer, maar ook zijstromen kaas afkomstig uit de productie van kaas, die zij na verwerking geschikt maakt als product/grondstof voor menselijke consumptie. Volgens [appellante] stelt de raad zich ten onrechte op het standpunt dat deze kaasverwerking in strijd is met het bestemmingsplan. [appellante] heeft de raad om herziening van dat plan verzocht. Zij heeft gevraagd hierin de termen ‘verwerking’ en ‘zij- en reststromen’ te verduidelijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1578
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201901017/1/R3

201901644/4/A1

Bij tussenuitspraak van 11 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:730, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Breda opgedragen om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 8 februari 2018 te herstellen. Bij besluit van 15 augustus 2017 heeft het college locaties aangewezen waar inzamelmiddelen voor huishoudelijk afval, containers, ter inzameling mogen worden aangeboden. Eén van die locaties is in de Johan Metzelaarstraat, ter hoogte van [locatie], in Breda. [appellante] woont op [locatie] en is het niet eens met de aanwijzing van de locatie, omdat zij overlast ondervindt van de inzameling. De Afdeling heeft bij de tussenuitspraak geoordeeld dat het college niet goed heeft gemotiveerd waarom het zich op het standpunt stelt dat de door [appellante] voorgestelde alternatieve locatie niet dusdanig geschikter is dan de aangewezen locatie, dat het in redelijkheid voor de aangewezen locatie heeft kunnen kiezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1588
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201901644/4/A1

201903905/1/R2

Bij besluit van 4 april 2019 heeft de raad van de gemeente Landerd geweigerd het bestemmingsplan "Pastoor van Winkelstraat 59a" vast te stellen. Het door [appellant] aangevraagde bestemmingsplan voorziet ten behoeve van een uitbreiding van het agrarisch bedrijf op het perceel in het vergroten en veranderen van de vorm van het bouwvlak, de bouw van een vleeskalverenstal en de aanleg en verlenging van verschillende sleufsilo’s. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 5 maart 2018 tot en met 16 april 2018 ter inzage gelegen. In die periode zijn tegen het plan verschillende zienswijzen ingediend. Deze hebben ertoe geleid dat het ontwerpbestemmingsplan enigszins gewijzigd door het college ter vaststelling aan de raad is aangeboden. De raad heeft evenwel besloten om het bestemmingsplan niet vast te stellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1591
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903905/1/R2

201904070/1/A2

Bij besluit van 4 juli 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek van [appellante] om herziening van de kinderopvangtoeslag over het jaar 2012 afgewezen. Als gevolg van het besluit van 17 april 2020 is het besluit van 4 juli 2017 herroepen en hoeft [appellante] geen bedrag aan kinderopvangtoeslag over het jaar 2012 terug te betalen aan de Belastingdienst/Toeslagen. [appellante] heeft bij de brief van 29 mei 2020 echter te kennen gegeven dat zij veel tijd en geld is kwijtgeraakt aan deze procedure. Zij heeft de Afdeling daarom verzocht de Belastingdienst/Toeslagen in de proceskosten te veroordelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1580
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201904070/1/A2

201904409/1/A2

Bij besluit van 20 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wierden aan [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 4.450,00 toegekend. [appellant] is sinds 2002 eigenaar van het perceel [locatie] te Wierden. Op het perceel staan de bedrijfswoning met aangebouwd bedrijfspand van [appellant]. Hij heeft gevraagd om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 25 januari 2015 in werking getreden bestemmingsplan "Wierden-dorp, herziening Smeijerkampstraat". Volgens [appellant] bevat het nieuwe bestemmingsplan ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan "Wierden Dorp" grotere bouw- en gebruiksmogelijkheden voor gronden ten zuiden van zijn perceel. Deze planologische verandering leidt volgens hem tot een vermindering van uitzicht, extra aantasting van zijn privacy, minder zon op zijn perceel en meer verkeersoverlast. Hierdoor daalt de waarde van zijn perceel, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1593
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201904409/1/A2

201905190/1/R1

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk de locatie tegenover [locatie 1] te Beverwijk aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Het besluit strekt tot de aanwijzing van de locatie tegenover [locatie 1] voor de plaatsing van een ORAC. In het ontwerpbesluit was tegenover [locatie 2] een locatie opgenomen voor de plaatsing van de ORAC. In het definitieve besluit heeft het college zich op het standpunt gesteld dat op die locatie geen ORAC kan worden geplaatst, omdat de bewoners van de [locatie 3] hierdoor te veel overlast ondervinden. Daarom is voor een nieuwe locatie gekozen, namelijk tegenover [locatie 1]. [appellant] woont aan de [locatie 1] te Beverwijk. De aangewezen locatie bevindt zich op korte afstand zijn woning. [appellant] kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen, aangezien dit volgens hem ten koste gaat van een rechte oversteek vanaf zijn tuinpad naar de overzijde van het woonerf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1572
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201905190/1/R1

201905334/1/R2

Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het pand aan de [locatie] te Cuijk voor kamerverhuur te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] is eigenaar van het pand. [appellant] verhuurt het pand aan [bedrijf], die het pand exploiteert voor kamerverhuur. Volgens het college is het gebruik van het pand voor kamerverhuur in strijd met het bestemmingsplan "Cuijk Centrum" (hierna: het bestemmingsplan) op grond waarvan op het perceel de enkelbestemming "Bedrijf" rust en het pand uitsluitend gebruikt mag worden voor bedrijfsmatige activiteiten en niet voor bewoning in de vorm van kamerverhuur. Het gebruik wordt volgens het college niet beschermd door het gebruiksovergangsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1586
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905334/1/R2

201905348/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hulst een verzoek van [appellanten sub 2] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. De gemeenteraad van Hulst heeft op 19 september 2013 het bestemmingsplan "Uitbreiding recreatiecentrum De Vogel" vastgesteld. Dat bestemmingsplan is op 14 december 2013 in werking getreden. Het nieuwe bestemmingsplan maakt op een terrein ten zuiden van de kreek De Vogel verblijfsrecreatie en op een strook grond ten westen daarvan een ontsluitingsweg mogelijk. [appellanten sub 2] is sinds 12 november 1997 eigenaar van het perceel plaatselijk bekend [locatie] te Hengstdijk. Op het perceel staan een woning, een chalet en bedrijfsgebouwen. [appellanten sub 2] heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1592
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905348/1/A2

201905802/1/R1

Bij besluit van 30 oktober 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Centrum geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een verlicht uitsteekreclamebord en twee gietijzeren lantaarns aan de voorgevel van het gebouw aan de Prinsengracht 114 te Amsterdam. In het gebouw aan de Prinsengracht 114 is sinds de jaren 20 van de vorige eeuw een café gevestigd. Het gebouw is in 1970 aangewezen als rijksmonument. Café De Twee Zwaantjes heeft op 28 juli 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd ter legalisering van een verlicht uitsteekreclamebord en twee gietijzeren lantaarns die aan de voorgevel van het gebouw zijn geplaatst. De aanvraag heeft betrekking op de in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vermelde activiteiten bouwen, planologisch strijdig gebruik en wijziging van een beschermd monument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1577
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905802/1/R1

201905816/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen de aanvraag om een urgentieverklaring afgewezen. [wederpartij] heeft bij het college een urgentieverklaring aangevraagd. Hierin heeft zij vermeld dat ze sinds februari 2017 geen vaste verblijfplaats heeft en op verschillende logeeradressen verblijft en dat zij onlangs heeft ontdekt dat ze zwanger is. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat zij bij haar ouders staat ingeschreven en niet is gebleken dat zij geen woonruimte kan betrekken buiten de regio, waar de woningnood minder hoog is. In bezwaar heeft [wederpartij] gesteld dat zij ten tijde van de aanvraag weer bij haar ouders woonde, maar dat zij hier na de bevalling niet meer kan wonen omdat haar vader niet op de hoogte is van de zwangerschap en dit ook niet zal accepteren. Op 18 augustus 2018 is [wederpartij] bevallen van een zoontje. Zij verbleef op dat moment in een kraamhotel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1585
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201905816/1/A3

201906090/1/A3

Bij besluit van 26 april 2018 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag om afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. [appellante] werkt sinds 2002 als zorgverlener en heeft sinds 2016 een eigen onderneming waarin zij werkt als ZZP’er in de zorg en ook derden in de zorg kan laten werken. Zij wil haar onderneming graag laten certificeren met het keurmerk ‘ZZP’er in de zorg’ van KIWA Nederland B.V. Eén van de vereisten om voor dit keurmerk in aanmerking te komen, is dat [appellante] beschikt over een VOG. [appellante] heeft bij de minister daarom een VOG aangevraagd. De minister heeft de aanvraag afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De minister heeft aan de afwijzing ten grondslag gelegd dat in het Justitieel Documentatie Systeem op naam van [appellante] een zaak staat geregistreerd wegens diefstal en/of verduistering gepleegd in de periode van 10 mei 2017 tot en met 11 mei 2017 te Den Haag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1583
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201906090/1/A3

201906313/1/A3

Bij besluiten van 26 april, 28 april en 1 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam meerdere aanvragen van exploitatievergunningen voor vaartuigen in het segment 'Bemand groot' afgewezen. Op 16 september 2017 heeft Rederij Amsterdam B.V. het college op grond van artikel 4:17 Awb in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig nemen van een besluit op zeven bezwaarschriften van 5 mei 2017. Op 5 november 2017 hebben [appellant A], [appellant B], De Hoge Wier B.V., Rederij Amsterdam B.V., [appellant D] en Twee Gebroeders B.V. het college in gebreke gesteld vanwege het niet tijdig nemen van een besluit op 28 bezwaarschriften van 5 mei 2017. Rederij Amsterdam B.V. heeft ook op 13 februari 2018 het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op 45 bezwaarschriften van 5 mei 2017, 6 mei 2017 en 6 juni 2017. Alle ingebrekestellingen zijn inhoudelijk gelijkluidend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1597
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906313/1/A3

201906357/1/A3

Bij te onderscheiden besluiten van 13 juni 2017 heeft de burgemeester van Den Haag aan Grand Cafe Victoria B.V. een drank- en horecawetvergunning en een exploitatievergunning verleend. Grand Cafe Victoria B.V. exploiteert een café-restaurant aan het Prins Hendrikplein 10 in Den Haag. Op 20 maart 2017 heeft Grand Cafe Victoria B.V aanvragen ingediend voor een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning. Bij besluiten van 13 juni 2017 zijn aan haar een exploitatievergunning en een drank- en horecavergunning verleend. De drank- en horecavergunning geldt voor de benedenlokaliteit, een gevelterras en een zomerterras op het plein, een zogeheten eilandterras. Op 19 maart 2017 heeft zij tevens een aanvraag ingediend voor een terrasvergunning voor het eilandterras. Bij besluit van 6 juli 2017 heeft het college aan Grand Cafe Victoria B.V. een terrasvergunning verleend en daaraan voorschriften verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1594
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201906357/1/A3

201906441/1/A2

Bij besluit van 6 augustus 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de kinderopvangtoeslag van [appellante] per 1 januari 2016 stopgezet. Dit geschil gaat over het aantonen door [appellante] van het aantal gewerkte uren in 2016. Dit is van belang voor het vaststellen van het recht op en de hoogte van de kinderopvangtoeslag over dat jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1575
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201906441/1/A2

201906477/1/A3

Bij besluit van 18 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00. Naar aanleiding van verschillende ‘meldingen woonfraude’ heeft het college een onderzoek ingesteld naar het feitelijk gebruik van de woning op het adres [locatie]. Uit administratief onderzoek bleek dat [appellante] sinds 28 oktober 2014 eigenaar van de woning was. Twee personen stonden in de basisregistratie personen als bewoner van de woning geregistreerd. De woning heeft de bestemming ‘wonen’. Toezichthouders van de Afdeling Wonen van de gemeente hebben op 31 oktober 2017 een bezoek gebracht aan de woning. Tijdens het bezoek hebben zij drie vrouwen met de Roemeense nationaliteit aangetroffen. De vrouwen hebben alle drie verklaard een huurcontract te hebben met [bedrijf], € 350,00 huur per maand te betalen, werkzaam te zijn voor ‘Werk en ik’ en de woning te moeten verlaten wanneer zij stoppen met dit werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1598
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201906477/1/A3

201906502/1/R1

Bij besluit van 20 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, naar aanleiding van een melding en een verzoek van Havenbedrijf Amsterdam N.V., een beschikking genomen als bedoeld in de artikelen 29 en 37 van de Wet bodembescherming (hierna: de Wbb) - een zogenoemde beschikking ernst en spoed - voor de locatie Ruijgoord 80 in Amsterdam (hierna: de locatie). Verder heeft het college krachtens artikel 39 van de Wbb ingestemd met het door het Havenbedrijf Amsterdam N.V. ingediende saneringsplan. Dit saneringsplan is opgesteld vanwege een ernstige verontreiniging van de bodem van meer dan 25 m³ met zware metalen zoals chroom, koper, lood en zink.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1587
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201906502/1/R1

201906640/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Hulst het bestemmingsplan "Ruimte voor Ruimte, [locatie 1] Hulst en [locatie 2] Graauw" vastgesteld. Het plan betreft onder meer een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan "Heikant". Het wijzigt de agrarische bestemming van een perceel aan de Magdalenastraat te Heikant in de bestemming "Wonen" en maakt de bouw van een woning op dat perceel mogelijk. De bouw van de woning dient ter compensatie van de sloop van agrarische bedrijfsbebouwing van de initiatiefnemer [belanghebbende]. Het perceel ligt aan de rand van de kern Heikant. [appellant] woont op het aangrenzende perceel, aan de [locatie 3], en vreest dat het plan zijn woon- en leefklimaat zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1576
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201906640/1/R1

201907093/1/A3

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellant] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft een urgentieverklaring aangevraagd omdat hij met zijn vrouw en meerderjarige zoon inwoont bij zijn dochter, haar man en hun minderjarige dochter. Deze woning is niet groot en omdat er zes mensen wonen worden alle drie de kamers, waaronder de woonkamer, ook gebruikt om in te slapen. Hierdoor is er weinig privacy wat heeft geleid tot diverse problemen. Zo zijn huwelijksproblemen ontstaan tussen de dochter en schoonzoon van [appellant]. De inwoning staat in de weg aan verdere gezinsuitbreiding en heeft een negatieve invloed op het gedrag van de kleindochter van [appellant]. Door dit alles zijn de onderlinge verhoudingen gespannen. Daarnaast hebben [appellant] en zijn vrouw medische problemen en willen zij een lager gelegen woning. [appellant] wil in Amsterdam blijven wonen omdat hij daar al negentien jaar woont.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1584
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907093/1/A3

201907118/1/A3

Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg de aanvraag om een voorrangsverklaring afgewezen. [appellant] heeft bij het college een voorrangsverklaring aangevraagd omdat hij ten tijde van de aanvraag dringend op zoek was naar een voor hem geschikte woning, zodat hij in aanmerking zou kunnen komen voor een niertransplantatie. Het college heeft zijn aanvraag afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van belang bij de behandeling van het beroep. [appellant] had ten tijde van het beroep een nieuwe woning waardoor hij volgens de rechtbank geen belang meer had bij een voorrangsverklaring. Daarnaast ontbreekt volgens de rechtbank belang bij het beroep omdat [appellant] de gestelde schade niet heeft onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1582
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907118/1/A3

201907172/1/A3

Bij brief van 8 april 2019 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam aan [appellant] medegedeeld dat de door hem gevraagde interventies niet tot zijn mogelijkheden behoren en dat hij geen reden ziet om verdere stappen te nemen. [appellant] stelt dat hij sinds 2013 in juridische procedures is verwikkeld, waarmee hij probeert een schade van miljoenen euro's te verhalen op zijn voormalige accountant en diens verzekeraar. De accountant en de verzekeraar werden bijgestaan door [advocatenkantoor]. Op 16 april 2015 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam een voorschot aan schadevergoeding ten bedrage van € 304.956,00 toegewezen. De helft daarvan is via de derdengeldenrekening van [advocatenkantoor] aan [appellant] betaald, de andere helft staat nog op die derdengeldenrekening. In 2014 heeft de Belastingdienst het faillissement aangevraagd van [appellant]' onderneming [bedrijf]. Volgens [appellant] werd de Belastingdienst daarbij ook door [advocatenkantoor] bijgestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1603
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907172/1/A3

201907207/1/A2

Bij besluiten van 31 december 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de definitieve vaststelling van de kinderopvangtoeslag van [appellant] over de jaren 2013 en 2014 herzien en vastgesteld op € 1.113,00 en € 822,00 en het definitief berekende kindgebonden budget over de jaren 2013 tot en met 2015 herzien en vastgesteld op nihil. [appellant] heeft kinderopvangtoeslag over de jaren 2013 en 2014 en kindgebonden budget over de jaren 2013 tot en met 2015 ontvangen. Bij de besluiten van 31 december 2018 zijn de definitieve vaststellingen herzien wegens de gewijzigde inkomensgegevens van [appellant]. De herzieningen zijn gehandhaafd bij het besluit op bezwaar van 23 februari 2019. Het beroep van [appellant] daartegen is ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1573
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201907207/1/A2

201907616/1/A3

Bij besluit van 8 mei 2018 heeft de korpschef van politie de aanvraag van [appellant] voor een jachtakte afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie 1]. Zijn woning maakt deel uit van een woonwagencentrum. In processen-verbaal van de Criminele Inlichtingen Eenheid van de politie Oost-Brabant van 24 september 2013 staat dat ene [persoon A] woont in het woonwagencentrum, namelijk op het adres [locatie 2], dat hij astronomische winsten heeft gemaakt met de handel in drugs, dat het woonwagencentrum hierdoor machtig is geworden, dat de [familie] en [appellant] zich ook als zodanig manifesteren en dat alle inwoners van het woonwagencentrum illegale inkomsten hebben. Mede naar aanleiding van deze informatie heeft de politie met een arrestatieteam op 31 oktober 2013 een inval gedaan in het woonwagencentrum.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1599
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201907616/1/A3

201907655/1/A3

Bij besluit van 25 juni 2018 heeft de burgemeester van Arnhem geweigerd de exploitatievergunning voor Lunchroom Lekker Broodje te verlengen. Op 24 april 2018 hebben controleurs van de gemeente Arnhem, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en energiebeheerder Liander naar aanleiding van een anonieme tip een integrale controle uitgevoerd in het pand waarin de lunchroom was gevestigd. Daarbij heeft een toezichthouder van de gemeente Arnhem gesproken met de [eigenaar] van dit pand. Zij verklaarde onder meer dat zij ten behoeve van de aanvraag voor de exploitatievergunning een leningsovereenkomst tussen haar en [appellant] heeft ondertekend. In de leningsovereenkomst staat dat [eigenaar] een bedrag van € 9.000,- aan [appellant] zal lenen. Volgens [eigenaar] heeft zij dit geldbedrag echter niet daadwerkelijk aan hem geleend. Zij heeft dit geldbedrag namelijk eerst contant van [appellant] gekregen. Dit bedrag heeft zij op haar eigen rekening gestort en vervolgens overgemaakt op de rekening van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1596
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907655/1/A3

201907708/1/A2

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het CBR [appellante] verplicht mee te werken aan een onderzoek naar haar geschiktheid, vereist voor het besturen van motorrijtuigen, en de geldigheid van haar rijbewijs geschorst. Op 27 april 2019 heeft de Politie Eenheid Den Haag [appellante] aangehouden als bestuurder van een snorfiets in het kader van een grootschalige alcoholcontrole. Zij is gevorderd om mee te werken aan een voorlopig ademonderzoek. Daarbij werd bij [appellante] een alcoholgehalte van 915 µg/l (dat is 2,105‰) geconstateerd. De politie heeft het CBR de in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 bedoelde mededeling gedaan van het vermoeden dat [appellante] niet langer beschikt over de rijvaardigheid of de lichamelijke of geestelijke geschiktheid vereist voor het besturen van de categorieën van motorrijtuigen waarvoor haar rijbewijs is afgegeven. Daarom heeft het CBR [appellante] verplicht mee te werken aan een onderzoek naar de geschiktheid en de geldigheid van haar rijbewijs geschorst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1574
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201907708/1/A2

201907715/1/R4

Bij besluit van 29 mei 2018 heeft het collegevan burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het maken en hebben van een uitweg vanaf het perceel aan de [locatie 1] te Utrecht. [appellant] heeft op 2 maart 2018 aan het college gevraagd om een omgevingsvergunning te verlenen voor het maken en hebben van een uitweg vanuit de gevel van het pand aan de [locatie 1]. De Wagendwarsstraat is een straat met eenrichtingsverkeer. Ter hoogte van het pand aan de [locatie 1] bevindt zich een boom en staan bankjes. Het college heeft met het besluit van 29 mei 2018 de gevraagde vergunning geweigerd. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de uitweg ten koste gaat van de verkeersveiligheid, de inrichting van de openbare ruimte, een aanwezige boom en het woongebruik van het pand [locatie 1].

Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907715/1/R4

201908043/1/A3

Bij besluit van 18 juni 2018 heeft de minister van Algemene Zaken een verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [verzoeker] is als redacteur werkzaam voor NRC Handelsblad. Nadat Unilever op 15 maart 2018 bekendmaakte dat haar hoofdkantoor van haar geherstructureerde onderneming in Rotterdam zou gaan zetelen, heeft [verzoeker] bij brief van 19 maart 2018 de minister op grond van de Wob verzocht om kopieën van alle documenten over de betrokkenheid van het ministerie bij de poging het hoofdkantoor van Unilever naar Nederland te halen. De minister heeft vastgesteld dat het Wob-verzoek drie documenten omvat. De openbaarmaking daarvan heeft hij afgewezen op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, alsmede artikel 11 van de Wob. De integrale weigering van de openbaarmaking van de stukken heeft de minister in het besluit op bezwaar van 22 oktober 2018 gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1595
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908043/1/A3

201908096/1/R4

Op 28 februari 2019 heeft Vermilion een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, om seismisch onderzoek te mogen uitvoeren in de onderzoeksgebieden Hemelum en Lemsterland voor zover gelegen binnen de gemeente De Fryske Marren. Daarbij is aangegeven dat de werkzaamheden vanaf 1 oktober 2019 zullen starten en 3 maanden zullen duren om het te onderzoeken gebied te doorlopen en dat de werkzaamheden bij belemmeringen van organisatorische aard door zullen schuiven naar dezelfde periode in 2020 of 2021. Bij brief van 1 mei 2019 heeft het college Vermilion erop gewezen dat de aanvraag niet volledig is en haar in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen zes weken aan te vullen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1590
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201908096/1/R4

201908244/1/A3

Bij besluit van 25 oktober 2017 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verklaring van geen bezwaar die hij op 25 maart 2016 aan [appellant] heeft afgegeven krachtens de Wet veiligheidsonderzoeken, ingetrokken. [appellant] had een vertrouwensfunctie bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Voor die functie heeft de minister op 25 maart 2016 een vgb afgegeven. Deze vgb heeft de minister in het besluit van 25 oktober 2017 ingetrokken, naar aanleiding van de resultaten van een individueel onderzoek van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Per 1 maart 2018 hebben [appellant] en de NVWA met wederzijds goedvinden een einde gemaakt aan het dienstverband van [appellant]. Dit heeft voor de minister reden gevormd om het bezwaar dat [appellant] heeft ingesteld tegen het besluit van 25 oktober 2017, niet-ontvankelijk te verklaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1602
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908244/1/A3

201908287/1/A3

Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag om afgifte van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft bij het college een urgentieverklaring aangevraagd voor een eigen woning. Na een echtscheiding waarbij de woning is toegewezen aan zijn vrouw huurt hij nu een kleine kamer bij een gezin met kinderen. Dit levert veel stress op door gebrek aan privacy en klachten van de verhuurster. Ook is onzeker hoe lang hij daar kan blijven wonen. [appellant] heeft cardiologische en psychische problemen en hij wil een stabiele woonsituatie zodat deze problemen effectief kunnen worden behandeld. Hij kan dan ook zijn zoon ontvangen en werk gaan zoeken. Het college heeft de aanvraag voorgelegd aan de GGD. De GGD heeft geadviseerd dat de medische situatie van [appellant] niet zodanig is dat hierop urgentie kan worden geïndiceerd. Het college heeft de aanvraag afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1581
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908287/1/A3

201908344/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar het "Aanwijzingsbesluit OC201920-ZU130R" vastgesteld. Hierbij is locatie ZU130R, aan de Westerweg ter hoogte van nummers 378 en 380, aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. Bij het bestreden besluit heeft het college locatie ZU130R, aan de Westerweg ter hoogte van de nummers 378 en 380, aangewezen als locatie voor het plaatsen van een orac. [appellant] woont aan [locatie], vlakbij locatie ZU130R. Hij kan zich niet verenigen met de aanwijzing van de locatie. Volgens hem is de aangewezen locatie niet geschikt als locatie voor een orac en is er een alternatieve locatie die wel geschikt is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1571
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908344/1/R1

201909198/1/V6

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00 wegens het niet tijdig voldoen aan de inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering. Bij brief van 29 november 2013 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, dat haar inburgeringstermijn op 27 augustus 2013 is gestart en dat zij voor 26 augustus 2016 aan deze plicht moet hebben voldaan. Bij brief van 19 juni 2015 heeft de minister de inburgeringstermijn verlengd en [appellante] meegedeeld dat zij voor 18 november 2016 moet voldoen aan de inburgeringsplicht. Bij brief van 17 januari 2017 heeft de minister het verzoek van [appellante] van 10 november 2016 tot verlenging van de inburgeringstermijn wegens haar zwangerschap ingewilligd en de inburgeringstermijn verlengd tot 8 mei 2017. Omdat [appellante] niet voor die datum aan de inburgeringsplicht heeft voldaan, heeft de minister haar bij besluit van 2 oktober 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1606
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201909198/1/V6

202000169/1/R2

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rucphen het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van de (Verlengde) Vosdonkseweg in strijd met de geluidsvoorschriften van het ter plaatse geldende bestemmingsplan afgewezen. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie] in Sprundel. Op 11 december 2013 is het bestemmingsplan "Kom St. Willebrord, Verlengde Vosdonkseweg" vastgesteld. Dat bestemmingsplan voorziet in het realiseren van een verbindingsweg tussen de Noorderstraat en de Kozijnenhoek, genaamd de Verlengde Vosdonkseweg. Deze weg, die in juli 2018 in gebruik is genomen, loopt direct langs het perceel. Volgens [appellant] wordt de Verlengde Vosdonkseweg in strijd met artikel 4.3, aanhef en onder g, van de planregels gebruikt, omdat geen geluidswerende voorziening is gerealiseerd die de geluidsbelasting van de weg op de gevel van zijn woning beperkt tot 48 dB.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1570
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak202000169/1/R2

202000935/1/V1

De vreemdeling heeft tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel te verlenen beroep ingesteld bij de rechtbank. Bij een gegrond beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit bepaalt de bestuursrechter een nadere termijn waarin de staatssecretaris alsnog een besluit bekendmaakt en daaraan verbindt hij een dwangsom. Deze uitspraak gaat over de lengte van de nadere termijn en de hoogte van de dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1560
Datum uitspraak
8 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202000935/1/V1

202002832/1/R1

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe [verzoeker] lasten onder dwangsom opgelegd wegens diverse overtredingen in verband met geconstateerde (zuivere) afvalstoffen in de mestkelder op het perceel aan de [locatie] te Haaften en de aanwezigheid van amfetaminen, althans drugsafval, in de grond en het grondwater op het perceel. Op 18 juni 2019 is er een drugslaboratorium aangetroffen op het perceel. Naar aanleiding van de constatering van de aanwezigheid van het drugslaboratorium heeft ATKB B.V. (hierna: "ATKB") in opdracht van [verzoeker] een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel naar de kwaliteit van de bodem/het grondwater en van de mest in de mestkelder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1561
Datum uitspraak
7 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002832/1/R1

202003118/2/V2

Bij besluiten van 20 oktober 2015 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, en geweigerd om hun ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1568
Datum uitspraak
7 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003118/2/V2

202003344/2/R3

Bij besluit van 8 april 2020 heeft de raad van de gemeente Hardenberg het bestemmingsplan "Sibculo, woningbouw Kloosterterrein" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1562
Datum uitspraak
7 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202003344/2/R3

202000148/2/R1

Bij besluit van 7 november 2019 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Oud West 2018" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1609
Datum uitspraak
6 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202000148/2/R1

202002045/2/V2

Bij besluit van 17 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1564
Datum uitspraak
6 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002045/2/V2

202002624/2/A3

Bij besluit van 10 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland ten behoeve van de ontwikkeling van het project ‘Natuurontwikkeling Bloemendalerpolder’ aan de Papelaan en de Weesperweg te Weesp aan GEM Bloemendalerpolder Beheer C.V. ontheffing verleend van een aantal verbodsbepalingen op grond van de Wet natuurbescherming. GEM realiseert in de Bloemendalerpolder een woonwijk met 2.750 woningen met de daarbij behorende voorzieningen. Het project is onderverdeeld in een aantal gebiedsdelen en fasen. In verband met de realisatie van de woonwijk heeft het college verschillende ontheffingen aan GEM verleend van een aantal verbodsbepalingen op grond van de Wnb. Bij besluit van 1 november 2017 heeft het college een ontheffing op grond van de Wnb verleend voor werkzaamheden in het kader van de realisatie van het (deel)project Bloemendalerpolder fase 2. Deze werkzaamheden bestaan onder meer uit het bouwrijp bouwrijp maken van het projectgebied, grondverzet en nieuwbouwwerkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1558
Datum uitspraak
6 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202002624/2/A3

202003112/2/V2

Bij besluiten van 10 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1559
Datum uitspraak
6 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003112/2/V2

202003277/2/R1

Bij uitspraak van 10 juni 2020 in zaak nr. 202003277/1/R1 heeft de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening getroffen dat het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Berkelland van 17 april 2020, waarbij een last onder dwangsom aan [verzoeker] is opgelegd, wordt geschorst. Bij besluit van 17 april 2020 heeft het college [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om vóór 12 juni 2020 de overtreding van artikel 17.1 van de Wet milieubeheer en artikel 13 van de Wet bodembescherming te beëindigen en beëindigd te houden. De aan de last ten grondslag gelegde overtreding van artikel 17.1 van de Wm en artikel 13 Wbb houdt verband met een verontreiniging van de bodem op de voormalige bedrijfslocatie van [verzoeker] aan de [locatie] in Neede met lithium als gevolg van een brand die heeft plaatsgevonden in de nacht van 12 op 13 september 2019. De last houdt in dat [verzoeker] de overtreding dient te beëindigen en beëindigd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1553
Datum uitspraak
6 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003277/2/R1

202003349/2/V2

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1557
Datum uitspraak
3 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003349/2/V2

202003021/2/V3

Bij besluit van 17 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1555
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003021/2/V3

202003025/2/V2

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1556
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003025/2/V2

202003034/2/R4

Bij besluit van 30 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard geweigerd aan [verzoeker] omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan voor een periode van vijf jaar, ten behoeve van de stalling van caravans in een deel van de kassen op het perceel [locatie] te Huissen. [verzoeker] is eigenaar van het perceel [locatie] te Huissen. Hij exploiteert een glastuinbedrijf ter plaatse. Het college stelt dat dit gebruik in strijd is met het bestemmingsplan en heeft hem bij besluit van 3 oktober 2018 aangeschreven om de stalling van kampeermiddelen in de kassen voor 1 april 2019 te beëindigen en beëindigd te houden door alle kampeermiddelen (caravans, campers, vouwwagens, aanhangers, trailers etc.) uit de kassen te verwijderen en verwijderd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1514
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202003034/2/R4

202003037/2/R4

Bij afzonderlijke besluiten van 21 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard aan [verzoeker A] en [verzoeker B] een last onder dwangsom opgelegd. [verzoeker A] is eigenaar van het perceel [locatie 1] te Huissen. [verzoeker B] is eigenaar van het perceel [locatie 2] te Huissen. Zij exploiteren beiden een glastuinbedrijf op hun perceel. Het college stelt dat dit gebruik in strijd is met het bestemmingsplan en heeft hen in de besluiten van 21 december 2017 aangeschreven om dit gebruik voor 6 mei 2018 te beëindigen en beëindigd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1513
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003037/2/R4

202003225/1/A2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de bekostiging voor de bijzondere basisschool "De Tulp" met ingang van 1 augustus 2020 beëindigd. De stichting is het bevoegd gezag van de bijzondere basisschool in Hengelo. De bekostiging van deze school is met ingang van 1 augustus 2015 gestart. Nieuw gestichte basisscholen moeten in het vijfde jaar na aanvang van de bekostiging een aantal leerlingen hebben dat minimaal gelijk is aan de stichtingsnorm die gold op het moment van de aanvang van de bekostiging. Bij besluit van 14 april 2020 heeft de minister de bekostiging van "De Tulp" met ingang van 1 augustus 2020 beëindigd, omdat in het vijfde jaar na aanvang van de bekostiging niet is voldaan aan de stichtingsnorm. De stichting is het hier niet mee eens en heeft tegen het besluit van 14 april 2020 bezwaar gemaakt. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om bij wijze van voorlopige voorziening dat besluit te schorsen, totdat op het bezwaar is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1548
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202003225/1/A2

202003601/2/V3

Bij besluit van 26 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1554
Datum uitspraak
2 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003601/2/V3

201806205/1/V3

Bij besluit van 5 november 2015 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd ingetrokken en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1547
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201806205/1/V3

201906015/1/V1

Bij besluit van 9 augustus 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1501
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906015/1/V1

201909170/1/V3

Bij besluit van 24 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1500
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201909170/1/V3

201909271/1/V3

Bij besluit van 21 november 2019 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1504
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201909271/1/V3

201909276/1/V3

Bij besluit van 21 november 2019 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1505
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201909276/1/V3

202001117/1/V3

Bij besluiten van 10 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1510
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001117/1/V3

202002602/1/V2

De vreemdeling heeft op 28 november 2019 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1511
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002602/1/V2

202002753/1/V3

Bij besluit van 17 april 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1546
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002753/1/V3

202002903/1/V2

Bij besluit van 5 december 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1550
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002903/1/V2

202003217/2/V2

Bij besluit van 11 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1545
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003217/2/V2

202003347/2/V2

Bij besluit van 10 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1549
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003347/2/V2

201605016/2/R2

Bij tussenuitspraak van 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:872, heeft de Afdeling het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant opgedragen om binnen 12 weken na de verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het besluit van 24 augustus 2017 tot verlening van een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming aan [vergunninghouder] te herstellen. De Afdeling heeft het college in de tussenuitspraak opgedragen om het besluit van 24 augustus 2017 tot verlening van een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb, te herstellen door nieuwe berekeningen te maken van de emissie van stikstof van de diverse vergunde activiteiten en naar aanleiding daarvan de maximale emissie van stikstof (NOx) die is opgenomen in artikel III van de vergunning te wijzigen, en zo nodig ook de stikstofdeposities in bijlagen 1 en 2 bij de vergunning aan te passen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1528
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201605016/2/R2

201809221/2/R1

Bij tussenuitspraak van 20 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3921, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Peel en Maas opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de gebreken in het besluit van 13 maart 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Uitbreiding vleesvarkensbedrijf [locatie] Meijel" te herstellen, de Afdeling en de betrokken partijen de uitkomst mede te delen en het gewijzigde besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1544
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201809221/2/R1

201809518/3/R1

Bij tussenuitspraak van 27 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4014 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Bergen opgedragen om binnen zestien weken na de verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen, het gebrek in het besluit van 4 oktober 2018 waarbij het bestemmingsplan "Chacha 2018" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak van onder 9.1 vastgesteld dat de raad ten opzichte van het ontwerpplan in artikel 6, lid 6.3.2, onder a, van de planregels de zinsnede "vooraf advies is ingewonnen bij de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit over de vraag of" heeft toegevoegd. In lid 6.3.2, onder b, van de planregels is ten opzichte van het ontwerpplan de zinsnede toegevoegd "in het advies van de Commissie Cultuurhistorische Kwaliteit". Deze zinsneden zijn niet opgenomen in het bestreden besluit zoals de raad dat heeft vastgesteld, maar later aangebracht door het plan te wijzigen op onder meer www.ruimtelijkeplannen.nl.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1531
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201809518/3/R1

201900146/1/R3

Bij besluit van 10 september 2018 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan "[locatie] Woubrugge" vastgesteld. Het plan maakt de realisatie van een verblijfsrecreatief onderkomen mogelijk op het perceel [locatie] te Woubrugge. Het college heeft hiervoor een omgevingsvergunning verleend. [appellant] woont in de omgeving van het perceel. Hij vreest dat de met het plan mogelijk gemaakte ontwikkeling zijn woon- en leefklimaat zal aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1517
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201900146/1/R3

201900220/1/R3

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de raad van de gemeente Leek het bestemmingsplan "Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016" vastgesteld. Het plan is een partiële herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied Leek" dat de raad heeft vastgesteld op 17 maart 2010. Het plangebied omvat het buitengebied van Leek, zoals dat in het bestemmingsplan "Buitengebied Leek" was vastgelegd. [appellant sub 1] en anderen wonen op de percelen [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] te Zevenhuizen. Zij richten zich in beroep tegen het plandeel met de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1" en de aanduiding "intensieve veehouderij", voor zover toegekend aan het perceel [locatie 4] te Zevenhuizen. [belanghebbende] is eigenaar van dit perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1539
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201900220/1/R3

201900484/1/R3

Bij besluit van 4 december 2018 heeft de raad van de gemeente Hoeksche Waard van de toenmalige gemeente Korendijk het bestemmingsplan "Kernen Korendijk 2018" vastgesteld. Het plan voorziet in een actualisering en uniformering van bestemmingsplannen die gelden voor de kernen van de gemeente Korendijk. In het plan is onder andere aan de woning op het perceel [locatie 1] te Zuid-Beijerland de bestemming "Wonen" toegekend. [appellante sub 2] en anderen exploiteren op het naastgelegen perceel [locatie 2] een akkerbouwbedrijf. Verder houden zij op deze locatie paarden. Zij hebben bezwaren tegen deze woonbestemming, omdat zij vrezen in hun bedrijfsvoering te worden beperkt. Petrochemical bezit en beheert een leiding voor transport van vloeibare koolwaterstoffen (PRB-leiding) binnen het plangebied. Zij kan zich niet verenigen met het plan vanwege het ontbreken van een aanduiding op de verbeelding van een deel van de hartlijn van de leiding.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1518
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201900484/1/R3

201902723/1/A1

Bij besluit van 22 februari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard naar aanleiding van een verzoek om handhaving door [appellanten] geweigerd om handhavend op te treden ten aanzien van de autorally- en motorcrosscircuits aan de Victoriedijk te Valkenswaard. Aan de Victoriedijk in Valkenswaard exploiteert Stichting Exploitatie Eurocircuit een autorallycircuit en Motor Vereniging Valkenswaard een motorcrosscircuit. [appellanten] wonen aan de Victoriedijk 27 en stellen hinder te ondervinden van de activiteiten die plaatsvinden op de autorally- en motorcrosscircuits. Zij zijn van mening dat deze activiteiten in strijd zijn met de op 31 augustus 1993 verleende Hinderwetvergunningen, thans omgevingsvergunningen, en het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 1977". Zij hebben daarom op 9 november 2015 een verzoek om handhaving ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1542
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201902723/1/A1

201903335/1/A3

Bij besluit van 31 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck geweigerd de identiteitsgegevens van [appellant] in de basisregistratie personen te wijzigen. [appellant] is in de brp geregistreerd als [appellant A], geboren op [geboortedatum] 1985. Deze identiteitsgegevens zijn ontleend aan een in 2003 door [appellant] onder ede afgelegde verklaring. Bij brief van 16 mei 2017 heeft [appellant] een aanvraag ingediend om deze gegevens te wijzigen naar [appellant B], geboren op [geboortedatum] 1982. Ter onderbouwing van zijn aanvraag heeft hij documenten overgelegd. Volgens het college kan niet worden vastgesteld dat de overgelegde documenten op [appellant] betrekking hebben en is onduidelijk hoe de Chinese autoriteiten zijn identiteit hebben vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1530
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak201903335/1/A3

201903606/1/R3

Bij besluit van 3 juli 2018 heeft de raad van de gemeente Zuidplas de aanvraag van [appellant] om een bestemmingsplan vast te stellen voor de realisatie van een burgerwoning aan de Zuidelijke Dwarsweg te Zevenhuizen afgewezen. [appellant] heeft de gemeenteraad verzocht om een bestemmingsplan vast te stellen voor de realisering van een burgerwoning op zijn perceel aan de Zuidelijke Dwarsweg, nabij nummer […]. Daarvoor is het ontwerpbestemmingsplan "Woning Zuidelijke Dwarsweg" opgesteld. Het college heeft dit ontwerpplan niet in procedure gebracht. Op 3 juli 2018 heeft de raad besloten om de aanvraag tot vaststelling van het bestemmingsplan af te wijzen. Het bezwaarschrift tegen de afwijzing is ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1519
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903606/1/R3

201903735/1/A1

Bij besluit van 26 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda, voor zover hier van belang, het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik als café van het pand [locatie 1] te Breda afgewezen. [belanghebbende] exploiteert in het pand op het perceel [restaurant]. [appellant] woont aan het [locatie 2]. Vanuit de woning bestaat zicht op de achterzijde van het pand van [belanghebbende] [appellant] heeft bij brief van 10 juli 2017 het college verzocht om handhaving. Volgens [appellant] wordt het pand in strijd met het geldende bestemmingsplan mede gebruikt als café en ondervindt hij daarvan geluidhinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1538
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903735/1/A1

201903820/1/R2

Bij besluit van 3 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meerssen aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een woning op het perceel [locatie 1] in Bunde. [vergunninghouder] heeft bij het college een omgevingsvergunning aangevraagd voor het oprichten van een woning op het perceel. De bestaande woning zal worden gesloopt. Ingevolge de ter plaatse geldende beheersverordening "Kernen" rust op het perceel de bestemming "Wonen". Het bouwplan is daarmee in strijd, omdat de woning deels buiten het bouwvlak is voorzien en de toegestane maximale hoogte van de eerste bouwlaag wordt overschreden. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat vanuit ruimtelijk stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren tegen het project bestaan, en heeft daarom besloten om daaraan medewerking te verlenen. [appellante] woont aan de [locatie 2] in Bunde. Zij heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 3 april 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1537
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201903820/1/R2

201904381/1/R2

Bij brief van 5 april 2018, kenmerk 01514419, heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden wegens overtreding van de Wet natuurbescherming niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1630
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904381/1/R2

201904971/1/A2

Bij besluit van 10 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernheze [belanghebbende] een tegemoetkoming in planschade van € 4.600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2017 tot de dag van uitbetaling, toegekend. [belanghebbende] is sinds 15 december 1983 eigenaar van de woning op het perceel [locatie] te Heesch. Hij heeft bij brief van 15 juni 2017 een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan die aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Hoefstraat ong. (naast […]) Heesch van 31 januari 2017 het mogelijk heeft gemaakt om op het ten noordoosten van de woning gelegen plangebied een vrijstaande nieuwbouwwoning met een bedrijfsruimte op te richten en dat dit tot waardevermindering van de woning heeft geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1535
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201904971/1/A2

201905038/1/R3

Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haren [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om op het perceel [locatie] te Haren, het balkon, zoals op de bijlage bij het besluit aangegeven, te verwijderen en in het bijgebouw op de eerste verdieping de keuken, de badkamer en het toilet te verwijderen. Op het perceel staat een woning met een aangebouwde bedrijfsruimte. Die bedrijfsruimte wordt in de stukken aangeduid als bijgebouw. Dit bijgebouw bestaat uit een begane grond en een verdieping. [appellant] heeft de eerste verdieping van het bijgebouw verhuurd voor bewoning. Aan de achterzijde van het bijgebouw heeft [appellant] een balkon gebouwd. De woning heeft huisnummer [locatie 2] en het bijgebouw nummer [locatie 1]. [appellant] was eigenaar van het perceel in de relevante periode waarin de lasten onder dwangsom zijn opgelegd. Het college is eerder, bij besluit van 4 maart 2013, opgetreden tegen het balkon. Dit besluit is in rechte onaantastbaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1520
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905038/1/R3

201905538/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2018 heeft de burgemeester van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder] vergunning verleend op grond van de Drank- en Horecawet ten behoeve van het horecabedrijf Brasserie "Ons Thuys". De aan de V.O.F. verleende vergunning, zoals aangepast bij het besluit van 9 januari 2019, heeft betrekking op het adres Petrus Dondersplein 16 in Sint-Michielsgestel. Het gebouw en het terras waar het horecabedrijf zal worden uitgeoefend waren nog in aanbouw toen de DHW-vergunning werd verleend. De DHW-vergunning geldt voor de brasserie die 100 vierkante meter groot is, en voor het terras dat maximaal 118 vierkante meter groot is. In een bijlage is beschreven welke voorschriften en beperkingen van toepassing zijn op de vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1536
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201905538/1/A3

201905939/1/R4

Bij besluit van 16 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de inrichting op het perceel [locatie 1] in Halle door onder meer het realiseren van een rolgaasdeur in de zuidgevel van de stal. [appellante sub 2] exploiteert op het perceel een pluimveehouderij. Hij heeft een aanvraag gedaan om een omgevingsvergunning in verband met afwijkingen van de vergunning voor zijn inrichting. [partij] woont aan de [locatie 2] in Halle. Tegenover zijn perceel is de inrichting van [appellante sub 2] gelegen. [partij] ervaart overlast van de inrichting van [appellante sub 2] in de vorm van stof- en geuremissie. [partij] vreest dat via de rolgaasdeur overlast ontstaat door het afdraaien van de mestband.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1526
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905939/1/R4

201906285/1/A2

Bij besluit van 14 augustus 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer de keuringsbevoegdheid van [wederpartij] voor het uitvoeren van algemene periodieke keuringen voor de categorie voertuigen tot en met 3500 kg voor twaalf weken ingetrokken. Op 6 juli 2018 heeft de RDW in het kader van de uitvoering van het toezicht op erkenninghouders APK een steekproefherkeuring uitgevoerd op het voertuig met kenteken [...]. Daarbij is vastgesteld dat het voertuig op één punt niet aan de APK keuringseisen voldeed.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1516
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201906285/1/A2

201906381/1/R1

Bij besluit van 26 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoorn geweigerd omgevingsvergunning te verlenen voor het tijdelijk plaatsen van twee woonwagens op het perceel achter [locatie 1] te Zwaag. Op 30 december 2014 is de woning van [appellante] aan de [locatie 2] te Zwaag afgebrand. Bij besluit van 8 december 2015 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan plaatsen van twee woonwagens op haar perceel achter [locatie 1] voor de duur van twee jaar. Op 30 januari 2018 heeft [appellante] opnieuw een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk plaatsen van twee woonwagens op haar perceel voor de duur van vijf jaar. Het plaatsen van woonwagens op het perceel is in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1534
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906381/1/R1

201906690/1/A2

Bij besluit van 1 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berkelland twee parkeerplaatsen aangewezen als parkeerplaatsen ten behoeve van huisartsen. Het college heeft een strook, gelegen aan de Nieuwstraat in Eibergen, aangewezen als parkeerplaatsen ten behoeve van twee, in het gezondheidscentrum op de hoek van de Nieuwstraat en de J.W. Hagemanstraat gevestigde, huisartsen. De aangewezen strook werd voorheen gebruikt voor laden en lossen. [appellant] is eigenaar van panden aan de J.W. Hagemanstraat en is het niet eens met dit verkeersbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1541
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201906690/1/A2

201907042/1/R1

Bij besluit van 10 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de activiteiten van [bedrijf] afgewezen. [appellant] woont op de tweede verdieping van een appartement op het [locatie 1] in Castricum. Het horecabedrijf van [bedrijf] is gevestigd op de begane grond op het [locatie 2] onder de woning van [appellant]. [appellant] stelt overlast te ondervinden van de horeca activiteiten van [bedrijf] en heeft het college gevraagd handhavend op te treden omdat volgens hem onder meer sprake is van strijd met het bestemmingsplan. Het college stelt dat dat [appellant] geen procesbelang meer heeft bij zijn hoger beroep omdat het horecabedrijf van [bedrijf] definitief is gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1523
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907042/1/R1

201907572/1/R1

Bij besluit van 17 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Velsen het wijzigingsplan "Lagersstraat" vastgesteld. In het bestemmingsplan "IJmuiden-Oost" is voor het terrein van het voormalig schoolgebouw "De Vliegende Hollander", op de hoek van de Lagersstraat en de Willebrordstraat in IJmuiden een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Deze maakt het onder een aantal voorwaarden mogelijk voor het college om de bestemming "Maatschappelijk" te wijzigen in de bestemmingen "Wonen", "Tuin", "Verkeer" en "Groen". De wijzigingsbevoegdheid biedt ruimte voor in totaal maximaal 18 woningen (grondgebonden woningen en/of appartementen). Met het wijzigingsplan "Lagersstraat" wordt de bouw van 14 woningen op deze locatie mogelijk gemaakt. [appellant] woont in de Lagersstraat te IJmuiden, in de directe omgeving van het plangebied. Hij vreest met name voor de extra parkeerdruk als gevolg van de voorziene woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1529
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201907572/1/R1

201907836/1/A3

Bij besluit van 6 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld geweigerd aan [appellant] voor het jaar 2019 een standplaatsvergunning te verlenen voor de locatie nabij het Kasteel te Diever. [appellant] beschikte vanaf 1990 tot 1 januari 2019 ieder jaar over een standplaatsvergunning voor zijn snackwagen op een locatie nabij het Kasteel. Deze vergunningen stonden [appellant] toe de standplaats zeven dagen per week in te nemen. [appellant] hoefde de standplaats 's-avonds niet te ontruimen. De standplaatsvergunningen waren vanaf 2013 gebaseerd op het Standplaatsbeleid 2013, waarin de locatie nabij het Kasteel was aangewezen. Het college heeft de aanvraag van [appellant] voor een standplaatsvergunning voor het jaar 2019 afgewezen omdat de locatie nabij het Kasteel in het Standplaatsenbeleid 2018 niet langer is aangewezen als standplaatslocatie. Daarnaast heeft het college de aanvraag afgewezen omdat de snackwagen niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1533
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907836/1/A3

201907858/1/R4

Bij besluit van 17 januari 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een woning op het perceel [locatie 1] te Arnhem. [vergunninghouder] is eigenaar van het onbebouwde perceel. Het perceel is ongeveer 720 m2 en wordt aan de noordoostzijde begrensd door woonbebouwing aan de Menthenbergseweg en aan de zuidwestzijde door woonbebouwing aan de Pollendal. Aan de zuidzijde ligt de Sylvalaan. [vergunninghouder] heeft op 20 december 2017 bij het college een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een woning op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1532
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907858/1/R4

201907887/1/A3

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1543
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak201907887/1/A3

201908281/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2016 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verzoek van [appellant] om kennisneming van bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (hierna: de AIVD) aanwezige gegevens over opnames die zijn gemaakt in een pand aan de Antheunisstraat te Den Haag van leden van de zogenoemde Hofstadgroep (hierna: de Hofstadtaps) afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1522
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908281/1/A3

201908454/1/R1

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Middelburg het bestemmingsplan "Studentenhuisvesting Kanaalweg" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet op het perceel Kanaalweg 2-18 in studentenhuisvesting met een maximum bouwhoogte van 27,5 m. Het plan beoogt te voorzien in 119 appartementen (117 tweekamerappartementen voor maximaal 2 personen en 2 eenpersoonsappartementen). Het plangebied ligt tussen de Kanaalweg, de Schroeweg, het station en de spoorlijn Middelburg-Vlissingen. Woongoed is initiatiefnemer van de voorziene ontwikkeling. De omgevingsvergunning is verleend aan Woongoed en ziet op het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de studentenhuisvesting. Verder heeft het college hogere geluidgrenswaarden vastgesteld voor het gebouw. [appellant] en anderen wonen circa 65 m tot 75 m ten zuiden van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning, omdat zij onder meer vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1521
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201908454/1/R1

201908703/1/R1

Bij besluit van 19 september 2019 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Woontoren Fibonacci" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een woontoren (Fibonacci) met maximaal 243 woningen op het perceel op de hoek van Panamalaan en Cruquiuskade in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam (stadsdeel Oost). [appellant sub 1] en [appellanten sub 2] wonen onderscheidenlijk aan het [locatie 1] en [locatie 2] in Amsterdam. Zij wonen in het Sporenbooggebouw van het Funenpark dat ten westen van het plangebied ligt. [appellant sub 1], [appellanten sub 2] vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat door onder meer een verlies van bezonning, privacy en vrij uitzicht vanwege de bouwhoogte van de woontoren Fibonacci. VORM is initiatiefnemer van het plan en wenst de woontoren Fibonacci te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1525
Datum uitspraak
1 juli 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201908703/1/R1
vorige pagina1...226227228...1.208volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon