Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202000193/1/R2

Bij besluit van 27 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Breda aan de Stichting een omgevingsvergunning verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen van een moskee op het perceel aan de Vlaanderenstraat 1 te Breda. De Stichting is eigenaar van het perceel. Op 18 februari 2019 heeft de Stichting een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een moskee naast het voormalige politiebureau op het perceel. Ter plaatse geldt onder meer het bestemmingsplan "Hoge Vucht". Op het perceel rusten op grond van dit bestemmingsplan de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Groen". Vast staat dat het bouwplan in strijd is met die laatste bestemming, omdat op gronden met die bestemming geen gebouwen mogen worden gebouwd. Verder is de koepel van de moskee hoger dan op grond van de bij de bestemming "Maatschappelijk" behorende bouwregels is toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:592
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000193/1/R2

202000218/1/A2

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft de directie van de Dienst Wegverkeer het verzoek van [appellant] om de tenaamstelling van de auto met het kenteken [...] met terugwerkende kracht vervallen te verklaren, buiten behandeling gesteld. [appellant] heeft bij brief van 30 juli 2018 de RDW verzocht om de tenaamstelling van twee auto’s, waarvan er één met het kenteken [...], met terugwerkende kracht vanaf januari 2018 vervallen te verklaren. Hij heeft in zijn verzoek naar voren gebracht dat een goede kennis hem in januari 2018 heeft gevraagd of hij voor één week twee auto’s op zijn naam wilde zetten. Daarna heeft hij niks meer van die kennis gehoord. De auto’s zijn niet van [appellant] en hij gebruikt die ook niet. Hij heeft geen rijbewijs. [appellant] heeft ook naar voren gebracht dat hij post krijgt over de wegenbelasting en dat hij boetes ontvangt. De RDW heeft bij brieven van 2 en 9 augustus 2018 aangegeven dat aanvullende informatie nodig is om het verzoek van [appellant] af te handelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:551
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000218/1/A2

202000284/1/R4

Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 19 augustus 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld en medegedeeld de kosten daarvan op [appellant] te verhalen. Op 19 augustus 2019 heeft een toezichthouder een doos aangetroffen naast een ondergrondse afvalcontainer ter hoogte van de woning Zonneoord 6 in Den Haag. De toezichthouder heeft spoedeisende bestuursdwang toegepast door de doos te verwijderen. Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college de beslissing om die bestuursdwang toe te passen op schrift gesteld. Met een brief van 22 oktober 2019 heeft het college [appellant] aangemaand de kosten van de verwijdering van de doos te betalen. Op 29 oktober 2019 heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van 22 augustus 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:561
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000284/1/R4

202000639/1/R4

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de bestaande schuren op de locatie [locatie] te Ermelo voor inpandige opslag voor een periode van 10 jaar. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Ermelo en verricht op en vanaf dit perceel diverse bedrijfsactiviteiten waaronder de verhuur van inpandige opslagruimte. Het perceel heeft gelet op het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Tonselse Veld 1987" de bestemming "Pluimveehouderij". Bij tussenuitspraak van 30 juli 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat een verwijzing naar een mogelijke toekomstige wijziging van het regionaal ruimtelijk beleid zonder nadere motivering waaruit blijkt dat deze wijziging ook daadwerkelijk plaats zal vinden, onvoldoende is om het besluit te kunnen dragen. De rechtbank heeft het college daarom de mogelijkheid gegeven om de motivering op dit punt binnen zes weken aan te vullen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:571
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000639/1/R4

202000698/1/A3

Bij besluit van 9 januari 2018 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum de verzoeken van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van 9 juli 2017 en van 2 januari 2018 afgewezen. In dit besluit heeft het dagelijks bestuur tevens medegedeeld dat het een jaar lang niet reageert op e-mails, brieven, verzoeken en/of klachten van [appellant]. [appellant] heeft in zijn e-mail van 9 juli 2017 het volgende Wob-verzoek gedaan: "Hierbij dien ik een Wob-verzoek in, graag wil ik inzage/openbaarheid in de periode van 7 september t/m 13 september 2009 welke Horeca zaken nog meer zijn bezocht zijn mbt controles "Horecaweek" in de Spuistraat en het Spui." In zijn e-mail van 2 januari 2018, met "Wob verzoek inzake duidelijkheid handtekening heer [gemeenteambtenaar]" als onderwerp, schrijft [appellant]: "Graag wil ik weten hoe de handtekening van de heer [gemeenteambtenaar] er uit ziet, als gemachtigde zou u mij dit kunnen mailen."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:556
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000698/1/A3

202001662/1/R1

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan de [maatschap] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de woning op het perceel [locatie]. De maatschap heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van de woning op de locatie. Het bouwplan ziet op het toevoegen van een bouwlaag en een terras, het bouwen van een kelder in combinatie met het uitbouwen van de begane grond, het plaatsen van balkons aan de achtergevel en het wijzigen van de kozijnen in de voorgevel van de woning. Ter plaatse van de locatie geldt het bestemmingsplan "Museumkwartier Valeriusbuurt". Daarin is aan de locatie de bestemming "Wonen" toegekend. [appellant] en anderen wonen in de omgeving van de locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:566
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001662/1/R1

202002302/1/A3

Bij besluit van 7 januari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem het verzoek van [appellant] om hem met terugwerkende kracht in de Basisregistratie Personen in te schrijven op een briefadres afgewezen. [appellant] heeft van 2006 tot 2015 een briefadres gehad bij zijn ouders en later alleen zijn moeder op de [locatie] te Oude Wetering (hierna: het briefadres). Omdat het college bij controle van het briefadres geen reactie van [appellant] ontving, heeft het college hem op 4 juni 2015 ambtshalve uitgeschreven uit de Brp wegens vertrek naar ‘Land Onbekend’. [appellant] heeft tegen dat besluit geen bezwaar gemaakt. Op 10 december 2015 heeft [appellant] het college verzocht hem met terugwerkende kracht vanaf het moment van ambtshalve doorhaling weer op het briefadres in te schrijven. Het college heeft dat verzoek afgewezen, omdat [appellant] geen verblijf houdt in de gemeente Kaag en Braassem en hij zich moet inschrijven in de gemeente waar hij de meeste tijd verblijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:558
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002302/1/A3

202002395/1/R3

Bij besluit van 12 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor de gedeeltelijke sloop, restauratie en nieuwbouw van het rijksmonument Postkantoor aan de Coolsingel 42 te Rotterdam. [vergunninghouder] is van plan om het project "Post Rotterdam" te realiseren. Dit project houdt in de restauratie en herbestemming van het voormalige hoofdpostkantoor aan de Coolsingel 42 te Rotterdam, een Rijksmonument, en de bouw van een woontoren met een hoogte van 155 m aan de achterkant van dit gebouw, aan de Rodezand. De plint van het gehele gebouw krijgt - naast de lobby van de woontoren - een publieke/commerciële functie. In het monument worden een vijfsterrenhotel en andere commerciële voorzieningen zoals winkels, restaurants en cafés gerealiseerd. In de woontoren komen in totaal 305 appartementen met een gebruiksoppervlak dat varieert van 40 tot 230 m2. Onder de nieuwbouw komt een ondergrondse parkeergarage voor 32 auto’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:569
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002395/1/R3

202002440/1/R1

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Stichting De Oude Kerk te Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het reversibel vervangen van een glas-in-loodraam van de Heilig Grafkapel aan de noordzijde van de Oude Kerk aan het Oudekerksplein 15 in Amsterdam. Stichting De Oude Kerk heeft een omgevingsvergunning gevraagd voor het reversibel, oftewel omkeerbaar, vervangen van een glas-in-loodraam van de Heilig Grafkapel aan de noordzijde van de als rijksmonument aangewezen Oude Kerk in Amsterdam. Het nieuwe glas-in-loodraam is rood en is bedoeld als aandenken aan de in de Oude Kerk in 2018 gehouden kunsttentoonstelling van Giorgio Andreotta Calò, waarbij alle ramen van de kerk tijdelijk bedekt zijn geweest met rode filters. De Oude Kerk is in gebruik als godshuis, kunstencentrum, museum en tentoonstellingsruimte en voor het houden van concerten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:562
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak202002440/1/R1

202002830/1/A3

Bij besluit van 14 september 2017 heeft de burgemeester van Rotterdam een aan [appellante sub 1] verleende exploitatie- en Drank- en Horecawetvergunning voor [café], gevestigd aan de [locatie] te Rotterdam, ingetrokken. [appellante sub 1] exploiteerde [café], gevestigd aan de [locatie] te Rotterdam. Daarvoor had zij op 29 december 2015 een exploitatie- en DHW-vergunning verkregen. De burgemeester heeft deze vergunningen ingetrokken op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, in samenhang gelezen met de artikelen 7, eerste lid, van de Wet Bibob en 31, derde lid, aanhef en onder a, van de Drank- en Horecawet. De burgemeester heeft dat gedaan omdat volgens hem uit een advies van het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LBB) van 19 juli 2017 blijkt dat een ernstig gevaar bestaat dat de aan [appellante sub 1] verleende exploitatie- en DHW-vergunning mede zullen worden gebruikt om strafbare feiten te plegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:593
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202002830/1/A3

202002842/1/R4

Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (hierna: FUMO) aan [appellante] meegedeeld dat hij een advies heeft ontvangen van de Veiligheidsregio Fryslân (Brandweer Fryslân), dat hij als toezichthoudende dienst van het college van gedeputeerde staten van Fryslân mee gaat in dat advies en dat dit impliceert dat het vuurwerk in Terherne op 7 augustus 2019 geen doorgang kan vinden. [appellante] is een bedrijf dat zich onder meer bezig houdt met het organiseren van vuurwerkshows. [appellante] is daarvoor in het bezit van een toepassingsvergunning zoals bedoeld in het Vuurwerkbesluit. [appellante] was voornemens om op 7 augustus 2019 tijdens een bruiloft in Terherne vuurwerk tot ontbranding te brengen. Op 15 februari 2019 heeft zij daarvoor een melding gedaan als bedoeld in artikel 3B.4 van het Vuurwerkbesluit. Bij e-mail van 5 augustus 2019 heeft FUMO aan [appellante] meegedeeld dat hij als toezichthoudende dienst van het college mee gaat in het advies van de brandweer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:582
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202002842/1/R4

202002861/1/A3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen het verzoek van [appellant] om "[voorvoegsel A]" uit zijn geslachtsnaam niet langer als voorvoegsel te vermelden in de Basisregistratie personen afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om "[voorvoegsel A]" uit zijn geslachtsnaam niet langer als voorvoegsel te vermelden in de brp, maar "[voorvoegsel A]" en "[naam]" te vermelden als twee geslachtsnamen. Hij heeft dit verzocht omdat "[appellant]" in die volgorde zijn geslachtsnamen zijn. Door "[naam]" in de brp op te nemen en "[voorvoegsel A]" als voorvoegsel heeft hij regelmatig problemen met instanties omdat bij het opzoeken van zijn dossier op de verkeerde eerste letter wordt gezocht. Daar komt bij dat hij instanties steeds moet verzoeken de juiste geslachtsnaam van hem te noteren en niet de geslachtsnaam zoals deze in de brp staat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:559
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202002861/1/A3

202003032/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] woont sinds 2016 in een tweekamerappartement aan de [locatie] in Bos en Lommer (Amsterdam). [appellante] heeft op 22 mei 2018 bij het college een urgentieverklaring aangevraagd, omdat zij kampt met een paniekstoornis en straatangst. Door deze klachten heeft zij verzorging nodig van haar ouders die in Osdorp wonen. Om die reden verblijven [appellante] en haar kinderen overdag bij haar ouders in Osdorp. De partner van [appellante] is vanwege zijn werk tussen 8 uur ’s ochtends en 7 uur ’s avonds niet thuis. De woning aan de Jan van Galenstraat wordt daarom alleen als slaapplek gebruikt. Op 25 oktober 2018 heeft de GGD-arts een medisch advies uitgebracht aan het college. Uit dit advies volgt dat onvoldoende medische argumenten zijn gevonden om urgente verhuizing mee te rechtvaardigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:570
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003032/1/A3

202003128/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 6.000,00 voor het zonder vergunning omgezet houden van een zelfstandige woning in onzelfstandige woonruimten. Op 29 oktober 2018 heeft het college een melding ontvangen over mogelijke woonfraude in de woning. Toezichthouders van de gemeente hebben op 16 januari 2019 een huisbezoek afgelegd om te controleren of er een derde bewoner was. Het college heeft naar aanleiding van het daarover op ambtsbelofte opgestelde rapport van bevindingen van 17 januari 2019 een bestuurlijke boete van € 6.000,00 aan [appellante] opgelegd, omdat het college uit de constateringen van de toezichthouders afleidt dat de woning door drie personen werd bewoond zonder dat zij een daartoe strekkende vergunning voor omzetting van de woning had.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:577
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003128/1/A3

202003139/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Beekdaelen het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" vastgesteld. De Afdeling heeft in de uitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3815 overwogen dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Rode Beek" in strijd is met artikel 2.6.4, derde en vierde lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, voor zover in het plan geen beperkingen zijn gesteld aan de hoogte van objecten, niet zijnde gebouwen of bouwwerken en de Afdeling heeft het plan in zoverre vernietigd. De Afdeling heeft de raad daarom opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Ter uitvoering van genoemde uitspraak heeft de raad het voorliggende plan vastgesteld. Het plan voorziet in de toevoeging van de woorden "of andere objecten" aan de bouwregels in artikel 3.2.2., onder a, c en d, en aan artikel 3.2.3, onder a en b, van de planregels.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:578
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202003139/1/R2

202003250/1/A3

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een aanvraag van [appellant] om hem een visrecht voor schelpdieren te verlenen afgewezen. [appellant] beoefent op enkele locaties in de Zeeuwse wateren de mosselhangcultuur. Om zijn activiteiten uit te breiden, wil [appellant] ook St. Jacobsschelpen kweken. Dat wil hij doen bij Katse Heule in het Veerse Meer. Daarom heeft hij in december 2018 bij de minister een aanvraag ingediend om hem een visrecht te verlenen. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat het Visrechten uitgiftebeleid voor de beroeps- en sportvisserij op de staatsbinnenwateren het niet toestaat om nieuw schelpdieren-visrecht uit te geven op de locatie waar [appellant] wil vissen. Op grond van het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij 2005-2020 en de uitwerking daarvan in ‘Beleidsvoornemen voor Innovaties in de schelpdiervisserij en -kweek in de Nederlandse kust- en zoute Binnenwateren' mag alleen in het Veerse Meer worden gevist bij wijze van experiment.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:586
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Visserij
  • uitspraakin de zaak202003250/1/A3

202003531/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een locatie voor een ondergrondse restafvalcontainer vastgesteld tegenover de Leidsekade 121 in Utrecht. Het college heeft bij besluit van 6 januari 2020 de locatie voor een orac vastgesteld tegenover de Leidsekade 121 in Utrecht. [appellant] en anderen zijn bewoners van de Leidsekade. Zij hebben zich in 2001 verenigd in een beheergroep (Beheergroep Muntplein) die er onder meer voor zorg draagt dat het ter plaatse gelegen pleintje en de daar aanwezige prullen- en plantenbakken worden onderhouden. [appellant] en anderen kunnen zich niet verenigen met de aangewezen locatie voor de orac omdat zij deze ongeschikt achten. Verder voeren zij aan dat er een geschikte alternatieve locatie voor de orac is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:588
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003531/1/R1

202003994/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, een locatie voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer aangewezen nabij het perceel Frederik van Eedenstraat 1 te Utrecht. Het college heeft bepaald dat de orac komt te staan op een bestaande parkeerplaats ter hoogte van het perceel, tegenover het Majellapark. Deze locatie is niet dezelfde als de locatie die het college in een voornemen omtrent de plaatsing van orac’s had vermeld. Daarin was een locatie ter hoogte van het perceel Frederik van Eedenstraat 2 aangewezen. Naar aanleiding van tegen dit voornemen ingediende zienswijzen, is een andere locatie voor de orac aangewezen, om tegemoet te komen aan de door de indieners van de zienswijzen geuite vrees voor stank- en geluidsoverlast bij de ingang van de ter plaatse aanwezige kerk van het Kerkgenootschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:591
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003994/1/R1

202004177/1/R1

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap de Dommel op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan Run Grootgoor vastgesteld. Het projectplan heeft betrekking op de aanleg van een waterberging om wateroverlast in stroomafwaarts van de Run gelegen gebieden binnen de kom van onder andere Eindhoven en Sint-Oedenrode te verminderen. Het waterschap De Dommel legt samen met de gemeenten Veldhoven, Bergeijk en Eersel bij de zogenoemde Natte Natuurparel (hierna: NNP) Grootgoor dit waterbergingsgebied aan. De waterberging, met een capaciteit van ongeveer 460.000 m³, zal naar verwachting eens in de 10 tot 25 jaar worden ingezet om schade te voorkomen door overstromingen die volgens berekening eens in de 100 jaar optreden. De daadwerkelijke frequentie van de inzet is afhankelijk van weersomstandigheden en de effecten van klimaatverandering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:557
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202004177/1/R1

202004411/1/R1

Op 11 juni 2019 heeft [appellant] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het omzetten van een agrarische bestemming naar een woonbestemming van het perceel kadastraal bekend gemeente Schermer, sectie […], […]. [appellant] is eigenaar van het perceel. De aanvraag van [appellant] ziet op het omzetten van een bestaande bedrijfswoning naar een burgerwoning en het aanbrengen van bouwkundige wijzigingen hieraan. Bij brief van 18 juni 2019 heeft het college [appellant] informatie verstrekt over de voortgang van de aanvraag om omgevingsvergunning en medegedeeld dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Bij brief van 29 november 2019 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld wegens het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:552
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004411/1/R1

202004858/1/R4

Bij besluit van 23 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een gemeentelijke monument op het perceel [locatie] te Leidschendam. De woning is een beschermd gemeentelijk monument. [appellant] kijkt vanaf zijn perceel uit op de achterzijde van de woning. Het bouwplan voorziet in de gedeeltelijke vervanging van het dak van de woning. Op het achterdakvlak worden nieuwe dakpannen geplaatst die groter zijn en een ander profiel hebben. De nog goede dakpannen van het achterdakvlak zouden moeten worden opgeslagen om later te gebruiken voor het herstellen van de dakpannen aan de voorzijde. Om het bouwplan te mogen uitvoeren, heeft [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een bouwwerk en het wijzigen van een beschermd monument.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:553
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004858/1/R4

202004906/1/R4

Bij besluit van 4 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Bronckhorst het bestemmingsplan "Stedelijk gebied; Veegplan 2020-1" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente Bronckhorst. Het plan maakt onder meer de bouw van twee-aaneen of twee vrijstaand geschakelde levensloopbestendige woningen op een perceel aan de Hof van Kettelerij in Vorden (hierna: het perceel) mogelijk. [initiatiefnemer] is eigenaar van het perceel en initiatiefnemer van het plan. Voorheen maakte het perceel onderdeel uit van een grotere ontwikkeling voor de Hof van Kettelerij. Deze ontwikkeling bestond uit de bouw van tien woningen. Drie van deze woningen zijn gebouwd. De verleende bouwvergunning voor die ontwikkeling is in 2014 gedeeltelijk ingetrokken, omdat na de verlening meer dan één jaar geen bouwactiviteiten waren uitgevoerd. [appellant] woont aan [locatie] in Vorden, in de nabijheid van het perceel. Vanuit zijn woning en tuin heeft hij zicht op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:564
Datum uitspraak
17 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202004906/1/R4

202002794/1/V3

Bij besluit van 26 april 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:546
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002794/1/V3

202003472/2/R2 en 202004196/2/R2

Bij besluit van 14 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Vught het bestemmingsplan "N65 Vught" vastgesteld. Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Haaren (voor dit besluit nu de gemeenteraad van Vught) het bestemmingsplan "N65 Helvoirt 2020" vastgesteld. Volgens de toelichting van beide bestemmingsplannen staat op de A65/N65, de rijksweg tussen Tilburg en Den Bosch, de verkeersveiligheid onder druk door een toenemende verkeersintensiteit. De N65 zorgt volgens de raad met zijn vele gelijkvloerse kruisingen en directe erfaansluitingen daarnaast voor problemen op het punt van barrièrewerking, oversteekbaarheid, doorstroming en leefbaarheid. De twee bestemmingsplannen strekken er volgens de raad toe aan deze problematiek een einde te maken. Daartoe wordt de N65 ingericht als stroomweg waar een maximale snelheid van 80 km/u zal gelden. Er zijn nog slechts ongelijkvloerse kruisingen voorzien, de N65 wordt deels (half)verdiept aangelegd en er komt een parallelstructuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:542
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003472/2/R2 en 202004196/2/R2

202003999/3/R4

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat naar aanleiding van het verzoek van Vermilion Energy Netherlands B.V. ingestemd met het winningsplan "Actualisatie Winningsplan Opeinde-Zuid en Middelburen" van 6 augustus 2018. Stichting Tsjingas heeft voor haarzelf en namens anderen verzocht om een voorlopige voorziening. Sinds 1980 wordt gas gewonnen uit de gasvelden Opeinde-Zuid en Middelburen. Deze gasvelden liggen in de gemeente Smallingerland. Het door Vermilion opgestelde en ingediende winningsplan van 6 augustus 2018 strekt tot wijziging en actualisering van het winningsplan Opeinde-Zuid en Middelburen van 23 augustus 2016. Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de minister met het winningsplan van 6 augustus 2018 ingestemd. Het plan maakt een hogere gasproductie mogelijk door bestaande putten te wijzigen en door het boren van een side-track (putaftakking) vanuit de bestaande put NGA-06 in het gasveld Middelburen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:547
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202003999/3/R4

202005246/1/V3

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1041
Datum uitspraak
16 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005246/1/V3

202004662/1/V1

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:533
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004662/1/V1

202006755/1/V3

Bij besluit van 27 november 2020 is aan de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:545
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006755/1/V3

202100207/2/R3

Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Bloemenbuurt 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor de wijk de Bloemenbuurt in de gemeente Den Haag. Het plan biedt onder meer de mogelijkheid voor het plaatsen van een dakopbouw op woningen in onder andere de Begoniastraat en de Geraniumstraat. Aan de percelen aan de Begoniastraat en de Geraniumstraat zijn de bestemming "Wonen - 1" en de functieaanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" toegekend. Op grond van artikel 14, lid 14.2.1, aanhef en onder g, van de planregels mag ter plaatste van de functieaanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" een dakopbouw met een hoogte van maximaal 3,5 m op de bestaande bebouwing worden gebouwd. Verzoekers wonen onder meer in de Begoniastraat en de Geraniumstraat en kunnen zich niet verenigen met het plan, voor zover het plan voorziet in de mogelijkheid voor het plaatsen van dakopbouwen in deze straten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:540
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100207/2/R3

202001093/2/R2

Ten aanzien van zaak nr. 202001093/1/R2, die op 17 maart 2021 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Helder, die als voorzitter belast is met de behandeling van de zaak, op 12 maart 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:541
Datum uitspraak
15 maart 2021
  • Verschoning
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001093/2/R2

202004207/1/V3

Bij besluit van 20 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:534
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004207/1/V3

202005905/1/V3

Bij besluit van 6 oktober 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:543
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202005905/1/V3

202100436/2/V2

Bij besluit van 16 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:537
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100436/2/V2

202101001/2/V2

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:538
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101001/2/V2

202101306/2/V3

Bij besluit van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:539
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101306/2/V3

202101630/2/V2

Bij besluit van 31 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:544
Datum uitspraak
12 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101630/2/V2

202004896/2/R2

Bij besluit van 9 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "[locatie 1] te Koningsbosch" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noorden van het dorp Koningsbosch en wordt ten westen begrensd door de Prinsenbaan, aan de oost- en zuidzijde door agrarische percelen en ten noorden door het perceel van [verzoeker] aan de [locatie 2]. Met het plan wordt mogelijk gemaakt dat op het terrein aan de [locatie 1] de bestaande bedrijfsactiviteiten worden uitgebreid met onder meer een transport- en containerverhuurbedrijf. Ook is voorzien in de verplaatsing van de in- en uitrit van het bestaande bedrijf van de noordzijde naar de zuidzijde van het bedrijfsterrein, in verband waarmee het bestemmingsvlak aan de zuidzijde is aangepast. [verzoeker] kan zich niet met het plan verenigen en voert aan dat hij van de activiteiten op het terrein ernstige hinder ondervindt, met name in de vorm van geluid- en stankhinder van de vrachtwagens die in de ochtend gestart worden en warmdraaien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:480
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202004896/2/R2

202007050/2/R3

Bij besluit van 17 november 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel besloten de raad van de gemeente Almelo een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, ertoe strekkende dat het bestemmingsplan "Rhijnbeek", zoals vastgesteld door de raad op 20 oktober 2020, niet in stand kan blijven. De aanwijzing betreft het gebied "Rhijnbeek" bestaande uit het geometrisch bepaalde planobject als vervat in het plan-IDN NL.IMR0.9923.ra2020001-va01 met de bijbehorende bestanden. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om binnen het plangebied een bouwmarkt en tuincentrum te realiseren. Aan het grootste deel van de gronden is daartoe de enkelbestemming "Detailhandel" toegekend. Hornbach is van plan ter plaatse een bouwmarkt en tuincentrum op te richten en heeft voor de bouw daarvan een omgevingsvergunning aangevraagd, die gecoördineerd is voorbereid met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:532
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202007050/2/R3

202100969/2/A3

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 18 januari 2021 van de rechtbank. Linisol heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het geding betreft de onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van 30 dagen van het procescertificaat asbestverwijdering van Linisol.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:535
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100969/2/A3

202101304/1/A2

Het beroep richt zich tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 16 februari 2021.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:536
Datum uitspraak
11 maart 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202101304/1/A2

202002344/2/R2

[verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Bergen van 10 maart 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bosserheide 29".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:417
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002344/2/R2

202100171/1/R4 en 202100171/2/R4

Bij besluit van 25 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het verplaatsen van een in- en uitrit op het perceel aan de [locatie] in Soest afgewezen. [appellant] woont in een vrijstaande woonboerderij op het perceel. De woonboerderij is een rijksmonument. Het perceel maakt onderdeel uit van het beschermd dorpsgezicht. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "Soest Midden en Zuid". [appellant] heeft een aanvraag gedaan voor het verplaatsen van een in- en uitrit (hierna: uitweg) op het perceel, die het college heeft afgewezen. Het college heeft daarnaast besloten handhavend op te treden tegen een aantal bouwwerken op het perceel en de uitweg. [appellant] is het daarmee niet eens. De rechtbank heeft de beroepen van [appellant] tegen de besluiten van 20 november 2019 en 3 juni 2020 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:481
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100171/1/R4 en 202100171/2/R4

201805874/6/R2

Bij besluit van 3 juli 2020 hebben provinciale staten Provinciale staten van Noord-Brabant de inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" vastgesteld. [appellant] heeft een beroepschrift ingediend en verschillende nadere stukken overgelegd. Deze gaan over de manier waarop bestuursorganen, waaronder het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad, zijn persoonsgegevens hebben verwerkt en over de werkwijze van de Raad van State.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:509
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak201805874/6/R2

201808735/1/A3 en 201808792/1/A3

Bij besluit van 25 november 2014 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit aan Stichting de Nationale Sporttotalisator vergunning verleend voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s over de periode van 16 januari 2015 tot en met 31 december 2016. Bij besluit van 8 januari 2015 heeft de KSA de aanvraag van Betfair voor een vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s inclusief cijferspel, afgewezen. De Wok kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. Deze vergunning wordt de sporttotalisatorvergunning genoemd en kan maar aan één rechtspersoon worden verleend. Tot en met 15 januari 2015 was deze vergunning verleend aan SNS. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de KSA de vergunning onderhands opnieuw aan SNS verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:468
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201808735/1/A3 en 201808792/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201808735/1/A3 en 201808792/1/A3

201901194/1/R2

Bij besluit van 18 december 2018 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "N270 Langstraat" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het herinrichten van een gedeelte van weg N270. De N270 is gesplitst in een westelijk deel (van Helmond tot Deurne) en een oostelijk deel (van Deurne tot aan de Limburgse grens). Het plan heeft alleen betrekking op het oostelijke deel van de N270. Met het plan is beoogd om de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer en de leefbaarheid (onder meer door beperking van geluidhinder) bij de omliggende woningen te verbeteren. De herinrichting bestaat uit de aanleg van een parallelstructuur langs de N270. [appellanten] wonen dan wel zijn gevestigd aan de Langstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:514
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201901194/1/R2

201904061/1/A3

Bij besluit van 14 januari 2010 heeft de minister voor Rechtsbescherming aan Stichting de Nationale Sporttotalisator vergunning verleend voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto's over de periode van 16 januari 2010 tot en met 15 januari 2012. De Wet op de kansspelen kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. SNS heeft in oktober 2009 een aanvraag bij de minister ingediend voor een verlenging van haar vergunning voor het organiseren van sportprijsvragen en lotto’s voor een periode van vijf jaar. De minister heeft de door SNS aangevraagde vergunning bij besluit van 14 januari 2010 verleend voor een periode van twee jaar, te weten van 16 januari 2010 tot en met 15 januari 2012. Betfair heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:469
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904061/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201904061/1/A3

201904761/1/R3

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Molenlanden het bestemmingsplan "Noordeloos, [locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van twee woningen op een voormalig agrarisch perceel. [partij A] en [partij C] zijn de initiatiefnemers van deze ontwikkeling. Het perceel van [appellanten] ligt ten zuiden van het plangebied op een afstand van ongeveer 100 m daarvan en hun woning ligt op een afstand van ongeveer 150 m. [appellanten] hebben rechtstreeks zicht op de in het oostelijke deel van het plangebied voorziene woning. [appellanten] vrezen voor de aantasting van hun woon- en leefklimaat als gevolg van het plan, onder meer als gevolg van de aantasting van hun privacy en overlast door bedrijfsactiviteiten. Hierover en over een aantal andere onderwerpen hebben zij beroepsgronden ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:531
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201904761/1/R3

201905788/1/A3

Bij besluit van 31 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem een verzoek van [wederpartij] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, afgewezen. Bij brief van 24 februari 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht om meldingen rondom integriteit sinds 1 januari 2007 openbaar te maken. Het college heeft dit verzoek met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld en weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het voorkomen van die benadeling. Bij het besluit op bezwaar heeft het college deze afwijzing gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:525
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905788/1/A3

201905789/1/A3

Bij besluiten van 27 maart en 29 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem verzoeken van [wederpartijen] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, afgewezen. Bij brief van 13 maart 2017 hebben [wederpartijen] het college verzocht om documenten die betrekking hebben op het Meldpunt Integriteit van de gemeente Haarlem, openbaar te maken. Bij brief van 31 mei 2017 hebben [wederpartijen] verzocht om documenten die betrekking hebben op het Meldpunt, voor zover het gaat om meldingen van ambtenaren, openbaar te maken. Het college heeft deze verzoeken met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:526
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905789/1/A3

201905966/1/A2

Bij uitspraak van 8 augustus 2018, in zaak nr. 201707158/3/A2, heeft de Afdeling het verzet van [verzoeker] tegen de uitspraak van de Afdeling van 20 april 2018, in zaak nr. 201707158/2/A2, ongegrond verklaard. De uitspraak van 8 augustus 2018 strekt tot ongegrondverklaring van het verzet tegen de uitspraak van 20 april 2018. Bij die uitspraak heeft de Afdeling zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van 27 juli 2017. Daartoe heeft de Afdeling overwogen dat er geen aanleiding bestond het appelverbod te doorbreken en dat de Afdeling het hogerberoepschrift naar de rechtbank mocht doorzenden om het als verzetschrift te laten behandelen. [verzoeker] heeft wederom om herziening van de uitspraak van 8 augustus 2018 verzocht. Hij betoogt dat de Afdeling in die uitspraak buiten het beoordelingskader van verzet is getreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:482
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201905966/1/A2

201905995/1/R1

Bij besluit van 29 mei 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Julia" vastgesteld. Het plan herziet het verouderde bestemmingsplan voor het bedrijventerrein Julia, en is grotendeels conserverend van aard. Wormdal exploiteert op het bedrijventerrein een baksteenfabriek en een mineralenwasserij met een puinbrekerij en vreest voor belemmering van haar huidige en toekomstige bedrijfsactiviteiten. De STAB heeft desgevraagd een deskundigenbericht uitgebracht over de vraag wat de gevolgen van het plan zijn voor de bedrijfsvoering van Wormdal. Wormdal stelt dat de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 3" ontoereikend is en dat het plan belemmerend is voor haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:530
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201905995/1/R1

201906071/1/R3

Bij besluit van 11 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Oegstgeest het bestemmingsplan "1e partiële herziening Oudenhof en Klinkenbergerplas" vastgesteld. [appellant sub 1] en [appellant sub 3] wonen in het plangebied aan de Oude Vaartweg, respectievelijk op huisnummer [nummer locatie A] en [nummer locatie B], te Oegstgeest, op een afstand van ongeveer 200 à 300 m van het gedeelte van het gebied de Klinkenbergerplas waar hun beroepen op zien. [appellant sub 2] woont aan de [locatie C], op een afstand van ongeveer 145 m van bedoeld gedeelte van het gebied. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen geluidhinder en parkeeroverlast vanwege de horecavoorziening die het bestemmingsplan op dit gedeelte van het gebied de Klinkenbergerplas mogelijk maakt. [appellant sub 3] vreest dat het plan een horecagelegenheid van dusdanige omvang toestaat, dat deze voor geluid- en verkeeroverlast zal zorgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:523
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906071/1/R3

201906097/4/R1

Bij tussenuitspraak van 26 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2033, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Wijdemeren opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van de tussenuitspraak de gebreken in het besluit van 6 juni 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nieuw-Loosdrechtsedijk 87" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het in artikel 3, lid 3.3.2, onder e, van de planregels opgenomen criterium "geen nadelige invloed op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk" niet geschikt is om zonder nadere objectivering te worden opgenomen in de planregels. De realisering van de bestemming wordt immers afhankelijk gesteld van een nadere afweging die, gelet op de rechtszekerheid en de uitvoerbaarheid van het plan, al bij de rechtstreekse bestemming had moeten worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:487
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906097/4/R1

201906925/1/A3

Bij besluit van 23 januari 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten op een verzoek van [appellant] om verstrekking van volgens [appellant] bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aanwezige informatie over hem. Bij brief van 25 september 2017 heeft [appellant] verzocht om verstrekking van volgens hem bij de AIVD aanwezige informatie over hem. Bij het besluit van 23 januari 2018 heeft de minister te kennen gegeven na archiefonderzoek één niet-actueel document over [appellant] te hebben aangetroffen, een onderzoeksrapport, en dat hierin geen inzage kan worden gegeven, omdat daardoor een nog actuele werkwijze van de AIDV openbaar zou worden, wat de nationale veiligheid zou kunnen schaden. Voorts staan in het onderzoeksrapport persoonsgegevens van derden. Bij het besluit van 24 mei 2018 heeft de minister de weigering om inzage in het onderzoeksrapport te geven, gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:484
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906925/1/A3

201907545/1/R4

Bij besluit van 13 maart 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht (hierna: GS) een aanwijzing gegeven als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, over het besluit van B&W van 6 februari 2018 tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor onder meer het houden van 700 biologische vleesvarkens op het perceel [locatie] te Woudenberg. [appellante sub 1] exploiteert op het perceel een melkveehouderij. Op 5 december 2016 heeft zij een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een varkensstal, het houden van 700 biologische vleesvarkens, en voor het (kort samengevat) terugbrengen van de hoeveelheid rundvee van in totaal 375 naar 300. Het houden van varkens is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2013 (herziening)". Het perceel heeft namelijk de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschapswaarde - Reliëf" en op die gronden zijn uitsluitend grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:510
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907545/1/R4

201907553/1/R4

Bij besluit van 10 september 2019 (hierna: het instemmingsbesluit) heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat ingestemd met een door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediend geactualiseerd opslagplan voor de gasopslag in het gasveld Norg. Deze zaak gaat over het gebruik van het uit productie genomen gasveld Norg als gasopslag door de NAM. Het veld ligt onder meer in de gemeente Noordenveld. Uit het veld is tussen 1983 en 1995 gas gewonnen. Sinds 1997 fungeert het veld als gasopslaglocatie. Het gas dat wordt opgeslagen is laagcalorisch gas. Van oudsher is dat gas grotendeels afkomstig uit het Groningenveld. Inmiddels wordt er ook zogenoemd pseudo-Groningengas opgeslagen, laagcalorisch gas dat is verkregen door stikstof toe te voegen aan hoogcalorisch gas. In de zomerperiode (ongeveer april tot en met september) wordt het gas geïnjecteerd en opgeslagen voor onttrekking in de winterperiode (ongeveer oktober tot en met maart).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:512
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201907553/1/R4

201907594/1/A3

Op 1 april 2016 heeft de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit de tenaamstelling van de eerder aan Stichting de Nationale Sporttotalisator verleende vergunning Sportprijsvragen en Lotto 2015/2016 gewijzigd. Op diezelfde datum heeft de KSA de tenaamstelling van de eerder aan Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij verleende beschikking voor het organiseren van de staatsloterij gewijzigd. De Wok kent voor het organiseren van de kansspelen sportprijsvragen en lotto’s een éénvergunningstelsel. Deze vergunning wordt de sporttotalisatorvergunning genoemd en kan slechts aan één rechtspersoon worden verleend. Tot en met 15 januari 2015 was deze vergunning verleend aan SNS. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de KSA de vergunning onderhands opnieuw aan SNS verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:470
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907594/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907594/1/A3

201908107/1/R3

Bij besluit van 22 november 2018 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het tijdelijk, namelijk tot 31 december 2021, gebruiken van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal op het perceel [locatie] te Hasselt. [vergunninghouder] exploiteert onder de naam [bedrijf] een eenmanszaak die handelt in bestratingsmaterialen. Het bedrijf is gevestigd op het perceel en heeft daar een showroom. Ten behoeve van de opslag van de bestratingsmaterialen huurde [vergunninghouder] een bedrijfsperceel in Genemuiden. De verhuurder heeft echter de verhuurovereenkomst opgezegd, waardoor [vergunninghouder] op zoek moest naar een nieuwe locatie om de bestratingsmaterialen op te slaan. Om die reden heeft [vergunninghouder] op 25 oktober 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het tijdelijk gebruik van gronden voor de opslag van bestratingsmateriaal, aansluitend aan het perceel met een oppervlakte van 0,4 ha.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:516
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201908107/1/R3

201908528/1/R3

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westvoorne het wijzigingsplan "[locatie 1] Rockanje" vastgesteld. Het wijzigingsplan voorziet in een woning op het perceel [locatie 1] te Rockanje. Daartoe is aan het agrarische bestemmingsvlak op het perceel de bestemming "Wonen" toegekend. Het plan is op verzoek van de eigenaren van dat perceel, [partij A] en [partij B], vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3.6.1 van de planregels van het bestemmingsplan "Sanering glastuinbouw Blindeweg/Langeweg Rockanje". Dat bestemmingsplan heeft onder meer als doel het op het perceel aanwezige glastuinbouwbedrijf te saneren. De kassen zijn inmiddels gesloopt en op het perceel zijn slechts enkele bedrijfsgebouwen aanwezig [appellant] exploiteert op enige afstand van het plangebied - aan de [locatie 2] en [locatie 3] - een agrarisch bedrijf in de vorm van een intensieve veehouderij. Hij kan zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:508
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908528/1/R3

201908970/1/A3

Bij besluit van 27 mei 2008 heeft Octrooicentrum Nederland (hierna: OCNL) geweigerd aan Gilead een aanvullend beschermingscertificaat als bedoeld in de Verordening nr. 469/2009 van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen af te geven. Gilead is een farmaceutisch bedrijf dat een antiretroviraal geneesmiddel onder de naam Truvada op de markt brengt waarmee personen die geïnfecteerd zijn met hiv worden behandeld. Dit geneesmiddel bevat twee werkzame stoffen, tenofovir disoproxil en emtricitabine, die een gecombineerd effect voor hiv-behandeling hebben. Gilead was houdster van Europees octrooi (UK) EP 0 915 894. In conclusie 27 van het basisoctrooi wordt tenofovir disoproxil met een andere stof die in functionele termen is beschreven, geclaimd. Aan de octrooiaanvraag was als prioriteitsdatum 26 juli 1996 toegekend. Het octrooi is op 14 mei 2003 door het Europees Octrooibureau verleend en is op 24 juli 2017 vervallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:500
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908970/1/A3

201909050/1/A3

Bij besluit van 5 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besloten het verzoek van [wederpartij] om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie openbaar te maken, deels afgewezen. Bij brief van 5 december 2017 heeft [wederpartij] het college verzocht om het onderzoeksdossier naar vermeende integriteitsschendingen van voormalig burgemeester Schneiders en correspondentie over integriteitsmeldingen openbaar te maken. Het college heeft dit verzoek, voor zover het ziet op documenten in de dossiers van het Meldpunt Integriteit van de gemeente Haarlem met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob afgewezen. Volgens het college zouden de belangen van de gemeente bij een goed functionerende interne meldmogelijkheid en van melders en personen over wie een melding wordt gedaan door openbaarmaking van welke dossierinformatie dan ook onevenredig worden benadeeld en weegt het belang van de openbaarheid niet op tegen het voorkomen van die benadeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:524
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909050/1/A3

202000136/1/R3

Bij besluit van 31 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan Groendaelstaete I C.V. een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de kantoorvilla aan de Van de Spiegelstraat 12 in Den Haag. Op 26 april 2017 heeft Groendaelstaete I een aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ingediend voor het vernieuwen en verkleinen van de serre aan de achtergevel van de kantoorvilla. De kantoorvilla is een rijksmonument, maar de serre is geen onderdeel van het rijksmonument. De kantoorvilla inclusief de serre is gelegen binnen een gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Groendaelstaete I is van plan om naast de vernieuwde serre een appartementencomplex te bouwen. Groendaelstaete I heeft hiertoe een afzonderlijke aanvraag om een omgevingsvergunning bij het college ingediend. Die aanvraag is op 20 december 2019 afgewezen. Daartegen is Groendaelstaete I een procedure gestart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:521
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000136/1/R3

202000332/1/A2

Bij besluit van 2 mei 2018 heeft de minister e minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de subsidie in het kader van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg op nihil vastgesteld en een bedrag van € 80.000,00 aan voorschotten teruggevorderd. [wederpartij] was werkzaam als vrijgevestigd medisch specialist in het St. Jansdal Ziekenhuis te Harderwijk. Per 1 januari 2015 is [wederpartij] in loondienst van het ziekenhuis gaan werken. Op 17 februari 2015 heeft het St. Jansdal Ziekenhuis namens [wederpartij] een subsidieaanvraag ingediend op grond van de SOIT. Op 15 september 2015 is aan [wederpartij] een subsidie verleend van maximaal € 100.000,00 als gedeeltelijke tegemoetkoming voor de lasten van de overstap van vrijgevestigd medisch specialist naar medisch specialist in loondienst. Per 1 mei 2017 is [wederpartij] bij de Isala Klinieken gaan werken, eerst in loondienst en per 1 november 2017 weer als vrijgevestigd medisch specialist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:507
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202000332/1/A2

202000550/1/A2

Bij besluit van 27 juli 2018 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. [appellant] heeft niet-aangeboren hersenletsel en gebruikt volgens het CBR zware medicatie die de rijvaardigheid kan beïnvloeden. Gezien een vermoeden van ongeschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen heeft het CBR bij het besluit van 27 juli 2018, gehandhaafd bij het besluit van 10 januari 2019, een onderzoek naar de geschiktheid opgelegd. Ook heeft het CBR de geldigheid van het rijbewijs van [appellant] hangende de uitkomst van dit onderzoek geschorst. Bij het besluit van 5 maart 2019 heeft het CBR, gezien de uitkomst van het onderzoek, het rijbewijs van [appellant] ongeldig verklaard. Doordat [appellant] diazepam gebruikt, is hij volgens het CBR niet geschikt voor deelname aan het gemotoriseerde verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:483
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000550/1/A2

202000779/1/A3

Bij besluit van 11 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg geweigerd de door [appellant] overgelegde Ghanese geboorteakte als brondocument in de basisregistratie personen (hierna: brp) te registeren. [appellant] wil de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. In dat kader heeft hij het college verzocht om een uittreksel van zijn Ghanese geboorteakte, afgegeven op 14 februari 2018 met nummer 050101-312-1989, in de brp te registreren. Bij besluit van 11 juli 2018 heeft het college dit verzoek afgewezen met toepassing van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het in 2014 een eerder uittreksel met hetzelfde nummer had geweigerd te registreren. De rechtbank heeft dat eerdere besluit tot weigering registratie in beroep in stand gelaten. Tegen die uitspraak is indertijd geen hoger beroep is ingesteld. In bezwaar is het college alsnog overgegaan tot een inhoudelijke beoordeling van de overgelegde geboorteakte uit 2018.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:505
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202000779/1/A3

202001183/1/R1

Bij besluit van 21 november 2019 heeft de raad van de gemeente Goes het bestemmingsplan "Herziening Marconistraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor een supermarkt op de voormalige Gamma-locatie aan de Marconistraat 11. De voorziene ontwikkeling maakt deel uit van een herstructurering van het bedrijven- en detailhandelsgebied rondom de Marconistraat. Met de geplande herstructurering wenst de raad het Marconigebied te revitaliseren en de supermarktstructuur in Goes te versterken. Lidl is initiatiefnemer en zij is voornemens om op de voormalige Gamma-locatie een supermarkt te exploiteren. Lidl stelt dat geen sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling, zodat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro niet van toepassing is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:518
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202001183/1/R1

202001212/1/A2

Bij besluit van 15 april 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van de huurtoeslag over 2016 afgewezen. Volgens de Belastingdienst/Toeslagen heeft [appellante] over 2016 te veel voorschot huurtoeslag ontvangen omdat zij voordeel uit sparen en beleggen heeft genoten. De dienst heeft de definitief berekende huurtoeslag over 2016 daarom op nihil gesteld. Bij besluit van 11 december 2017 heeft de dienst het daartegen door [appellante] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] is hiertegen niet in beroep gegaan zodat dit besluit in rechte vaststaat. [appellante] heeft de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om de definitief berekende huurtoeslag te herzien. Volgens haar heeft zij recht op elf maanden huurtoeslag omdat ze pas op 1 december 2016 met haar partner is gaan samenwonen en haar partner pas vanaf die datum als haar toeslagpartner kan worden aangemerkt. De dienst heeft dit verzoek afgewezen en het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:489
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202001212/1/A2

202001367/1/R4

Bij besluit van 17 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellant] om invordering van een dwangsom wegens overtreding van een last onder dwangsom en het verzoek om een nieuw dwangsombesluit te nemen, afgewezen. In juli 2014 heeft het college aan MVC een omgevingsvergunning voor de duur van 5 jaar verleend voor het inrichten en gebruiken van een perceel aan de Ringkade in Utrecht voor een modelvliegclub. Met deze vergunning mogen de leden van MVC vliegen met modelvliegtuigjes, maar alleen binnen een bepaalde vliegcirkel en, boven andere percelen dan het perceel, op een hoogte van ten minste 20 m. [appellant] is eigenaar van twee percelen die gedeeltelijk binnen de vliegcirkel liggen. Hij heeft een agrarisch bedrijf met koeien. Deze koeien zijn niet onthoornd. Hij stelt dat overtredingen van de vergunningsvoorschriften ertoe leiden dat koeien schrikken van de modelvliegtuigjes en elkaar en zijn personeel met hun hoorns verwonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:515
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001367/1/R4

202001518/1/A3

Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de raad van bestuur van het Erasmus MC opnieuw beslist op het door [erflater] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 27 juni 2016, het bezwaar gegrond verklaard en een aantal documenten geschoond en openbaar gemaakt. [erflater] heeft op 3 maart 2020 beroep ingesteld tegen het nieuwe besluit op bezwaar van 6 februari 2020. Op 29 juni 2020 is [erflater] komen te overlijden met als gevolg dat zijn procesbelang bij de uitkomst van deze beroepsprocedure is komen te vervallen. De gemachtigde van [erflater] heeft een verklaring van erfrecht overgelegd waaruit blijkt dat [appellant] zijn enige erfgenaam is. Bij brief van 31 augustus 2020 heeft de gemachtigde meegedeeld dat [appellant] het beroep wenst voort te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:506
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001518/1/A3

202001519/1/A3

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van bestuur van het Erasmus MC opnieuw beslist op het door [erflater] gemaakte bezwaar tegen het besluit van 12 mei 2016 en het bezwaar gegrond verklaard. [erflater] heeft op 3 maart 2020 beroep ingesteld tegen het besluit. Op 29 juni 2020 is [erflater] komen te overlijden met als gevolg dat zijn procesbelang bij de uitkomst van deze beroepsprocedure is komen te vervallen. Bij brief van 31 augustus 2020 heeft de gemachtigde meegedeeld dat [appellant] het beroep wenst voort te zetten. Volgens de gemachtigde heeft [appellant] een persoonlijk en direct belang bij voortzetting van de procedure. In dit verband wijst de gemachtigde erop dat [appellant] voorzitter van onder meer Stichting Een DIER een VRIEND en de Stichting voor Afschaffing van Dierproeven is en dat de op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzochte informatie van belang is voor zijn werk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:511
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001519/1/A3

202001768/1/A2

Bij besluit van 8 mei 2019 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen [appellant] meegedeeld dat de uitslag van het medisch onderzoek is dat hij niet geschikt is om te rijden en dat daarom zijn rijbewijs ongeldig blijft. Op 28 maart 2018 heeft de korpschef van de Politie Eenheid Midden-Nederland aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die vereist is voor het besturen van motorrijtuigen. Er is opgemerkt dat [appellant] over een langere periode met regelmaat wordt aangetroffen in een verwarde toestand. Als bijlagen bij de mededeling zijn verschillende mutatierapporten gevoegd. Het CBR heeft naar aanleiding van voormelde informatie aan [appellant] meegedeeld dat hij een medisch onderzoek moet laten doen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:501
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202001768/1/A2

202002165/1/A3

Bij besluit van 8 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aanvragen van Sloep Huren en Sloepdelen om de geldigheidsduur van hun verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd te verlengen, afgewezen. Bij brieven van 13 februari 2018 hebben Sloep Huren en Sloepdelen, onder verwijzing naar artikel 11 van de Dienstenrichtlijn, artikel 33 van de Dienstenwet en de artikelen 4.1.2, 4.3.4 en 4.4.1 van de Havenverordening Utrecht, aanvragen ingediend om de geldigheidsduur van de verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd te verlengen. Bij het besluit van 8 juni 2018 heeft het college deze aanvragen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:522
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002165/1/A3

202002344/1/R2

Bij besluit van 10 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Bergen het bestemmingsplan "Bosserheide 29" (hierna: het plan) gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt deels een nieuwe ontwikkeling mogelijk en is deels conserverend van aard. Het plangebied omvat de percelen, kadastraal bekend gemeente Bergen nrs. 342 (Bosserheide 29), 2420 en 2422 (Bosserheide 29a). De initiatiefnemer exploiteert op die locatie een bedrijf voor de stalling van onder meer campers en caravans onder de handelsnaam "Stalling 31". De initiatiefnemer wil het bedrijf uitbreiden door aan de achterzijde van de bestaande bebouwing op een oppervlakte van ongeveer 2.100 m² zogenoemde "breedkappers", kassen met een gesloten dak, op te richten. Ook wil zij de oude zogenoemde "Venlo-kassen", die een oppervlakte beslaan van ongeveer 2.000 m², vervangen door breedkappers. De voorzijde van het plangebied ligt aan de provinciale weg N271.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:416
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202002344/1/R2

202002461/1/A2

Bij besluit van 16 augustus 2018 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer opgelegd. Op 25 juli 2018 heeft de Politie Eenheid Den Haag aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. In die mededeling is vermeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Een proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2018 en een mutatierapport van dezelfde datum zijn als bijlagen bij die mededeling gevoegd. Volgens deze stukken heeft [appellant] als bestuurder van een scooter gevaarzettend rijgedrag vertoond. In deze zaak gaat het om de vraag of [appellant] de bestuurder van de scooter was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:490
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002461/1/A2

202002489/1/A3

Bij besluit van 15 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Financiën besloten op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij brief van 16 januari 2019 heeft [appellant] de staatssecretaris verzocht om op grond van de Wob documenten openbaar te maken over het vaststellen van de fiscale woonplaats van belastingplichtigen. Bij het besluit van 15 maart 2019 heeft de staatssecretaris een aantal documenten geheel of gedeeltelijk openbaar gemaakt. Daarbij heeft de staatssecretaris onder meer met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wob openbaarmaking van een aantal passages in documenten geweigerd. Dit besluit heeft de minister bij het besluit op bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:494
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002489/1/A3

202002856/1/A3

Op 24 januari 2019 heeft de burgemeester van Maastricht een loods aan de [locatie] te Maastricht voor de duur van twaalf maanden gesloten. Bij besluit van 25 januari 2019 heeft de burgemeester de motivering hiervan op schrift gesteld. [appellant] is sinds april 2018 eigenaar van een loods. In augustus 2018 heeft hij de loods verhuurd. Op 24 januari 2019 heeft de politie de burgemeester er mondeling van op de hoogte gesteld dat die dag in de kelder van de loods een in werking zijnde hennepkwekerij is aangetroffen. De kwekerij bevatte volgens de politie 1.400 hennepplanten en 5.000 hennepstekken, en werd illegaal van stroom voorzien. Op grond van deze informatie heeft de burgemeester de loods op 24 januari 2019 krachtens de artikelen 5:31, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht en 13b, eerste lid, van de Opiumwet voor de duur van twaalf maanden gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:486
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002856/1/A3

202002869/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht opstelplaatsen van containers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval aangewezen. Het besluit van 6 januari 2020 voorziet onder meer in de aanwijzing van een opstelplaats van containers voor het aanbieden van huishoudelijk restafval nabij de percelen Everard Meijsterlaan 97 en de [locatie] te Utrecht. [appellante] woont aan de [locatie] te Utrecht en kan zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen. Zij stelt dat de opstelplaats de toegang tot haar garage ten onrechte blokkeert. Dit leidt volgens haar tot overmatige hinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:492
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202002869/1/R1

202002911/1/R1

Bij besluit van 10 december 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan "Dijkverbetering Beesel" vastgesteld. Bij besluit van 10 maart 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg op grond van artikel 5.7, eerste lid, van de Waterwet goedkeuring verleend aan het projectplan. Dijktraject Beesel is een van de dijktrajecten langs de Maas die zijn opgenomen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei. Dit dijktraject voldoet niet aan de huidige wettelijke norm voor hoogwaterveiligheid en moet daarom versterkt worden. [appellant sub 2A] verzet zich tegen het Projectplan omdat de verhoging van de dijk ter plaatse van zijn woning leidt tot een aantasting van zijn woongenot. [appellant sub 1A] heeft momenteel nog uitzicht over de Maas vanaf de eerste verdieping van zijn woning, met name vanaf zijn dakterras. Als gevolg van het Projectplan zal dit zicht op de Maas grotendeels verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:513
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Waterschapszaken
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202002911/1/R1

202002943/1/A2

Bij brief van 27 september 2018 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd geantwoord op een verzoek van [verzoeker] om een bestuurlijke boete op te leggen. Bij brief van 25 juli 2018 heeft [verzoeker] de inspectie verzocht om met toepassing van artikel 100 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg handhavend op te treden tegen de voormalig directeur en gz-psycholoog van het Pieter Baan Centrum en deze een bestuurlijke boete op te leggen. Volgens [verzoeker] heeft de betrokkene de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 88 van de Wet BIG geschonden door zonder zijn toestemming en medeweten conceptrapportages over hem uit het dossier van Pro Justitia naar het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Zwolle te sturen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:502
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002943/1/A2

202002970/1/R4

Bij besluit van 27 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp aan T-Mobile Netherlands B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een zendmast op het perceel Leeuwenveldseweg ter hoogte van het tankstation in Weesp, kadastrale sectie B5984, voor een maximale periode van drie jaar. Op 23 augustus 2018 heeft T-Mobile een aanvraag bij het college ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antennemast op het perceel voor een maximale periode van drie jaar. De hoogte van de antennemast bedraagt ongeveer 27 m. Het college heeft de omgevingsvergunning bij besluit van 27 november 2018 verleend op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 1º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in verbinding met artikel 35, aanhef en onder b, van de planregels van het bestemmingsplan "Stedelijk Gebied".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:504
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002970/1/R4

202003054/1/R1

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het dagelijks bestuur de aanvraag van [appellante] voor een watervergunning voor verlaging van het waterpeil op percelen ten noorden van Wolvega afgewezen. [appellante] heeft een watervergunning aangevraagd voor de tijdelijke onderbemaling van zijn landbouwpercelen, kadastraal bekend gemeente Wolvega, sectie […], nummers, […], en aanleg van duikers en aanpassingen van duikers voor de duur van tien jaar. [appellante] wil het peil van de watergangen op de landbouwpercelen verlagen, zodat de percelen bij hevige regenval niet meer onder water komen te staan. Volgens het dagelijks bestuur zijn de gevolgen van de aangevraagde peilafwijking te groot om deze met een watervergunning te kunnen toestaan. Het dagelijks bestuur heeft de aanvraag om die reden afgewezen. [appellante] kan zich niet met deze afwijzing verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:529
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202003054/1/R1

202003098/1/R4

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-de Mierden, voor zover hier van belang, het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een deel van de bijgebouwen op het perceel [locatie 1] te Reusel, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie 1]. In 2012 is van rechtswege een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van de woonboerderij op het naastgelegen perceel in twee woningen: één op het perceel [locatie 2] en één op [locatie 1]. Volgens [appellant] staan er op het perceel meer bijgebouwen dan is toegestaan. Hij heeft het college verzocht om daartegen handhavend op te treden. Het college heeft dit verzoek afgewezen en de afwijzing na bezwaar in stand gelaten. De rechtbank heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit op bezwaar vernietigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:498
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003098/1/R4

202003099/1/R4

Bij besluit van 20 januari 2019 heeft het college maatwerkvoorschriften gesteld voor de door Wadudu Insectencentrum V.O.F. gedreven inrichting voor het kweken van insecten op het perceel aan de Noordveen 1 te Beilen. In de kweekruimten en de verwerkingsruimte van de inrichting komt geur vrij. De lucht uit de ruimten wordt deels door mechanische, deels door natuurlijke ventilatie afgezogen en naar buiten geëmitteerd. Ook de opslag van nat substraatafval kan volgens het college aanleiding geven tot een geuremissie. Naar aanleiding van klachten over geur heeft het college bij besluit van 20 januari 2019 maatwerkvoorschriften gesteld om geurhinder naar de omgeving te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken. [appellant] woont op het bedrijventerrein aan de [locatie] en heeft daar zijn bedrijf. Zijn woning ligt in de directe nabijheid van de inrichting. Volgens hem wordt geurhinder van de insectenkwekerij onvoldoende beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:496
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202003099/1/R4

202003145/1/A3

Bij besluit van 18 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een dwangsom van € 20.000,- bij Saartje Kinderopvang ingevorderd. Het college heeft inspecties uitgevoerd bij de Buitenschoolse Opvang Waterwin. BSO Waterwin is een onderdeel van Saartje Kinderopvang. Bij een inspectie op 24 oktober 2017 is onder andere gebleken dat de maximale grootte waaruit een groep kinderen op de buitenschoolse opvang mag bestaan, namelijk twintig in de groepen met kinderen vanaf vier jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt en dertig in de groepen met kinderen vanaf acht jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs eindigt, is overschreden. Het college heeft daarom bij besluit van 10 april 2018 een last onder dwangsom opgelegd dat zij ervoor moet zorgen dat de opvang van kinderen plaatsvindt in vaste groepen. In de leeftijdscategorie vier tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt mag de groep bestaan uit ten hoogste twintig kinderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:491
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003145/1/A3

202003147/1/A3

Bij besluit van 3 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellante] een bestuurlijke boete van € 5.000,- opgelegd. [appellante] is eigenaar van [kinderdagverblijf A]. Op 21 juli 2018 hebben toezichthouders van de gemeente Utrecht bij het kinderdagverblijf een inspectie uitgevoerd. Daarvan is een inspectierapport opgesteld, dat op 23 juli 2018 is vastgesteld. In dat inspectierapport is het volgende opgenomen. In december 2017 heeft een onderzoek plaatsgevonden bij het kinderdagverblijf waarbij is geconstateerd dat niet werd voldaan aan de eis dat voldoende beroepskrachten aanwezig zijn in verhouding met het aantal kinderen. Bij de inspectie is geconstateerd dat die tekortkoming onvoldoende is hersteld. Dat blijkt volgens het inspectierapport uit aanwezigheidslijsten van week 23 tot en met week 25 uit het jaar 2018. In juni 2018 waren er in de groep Kuikens tussen 7:30 uur en 7:45 uur zes kinderen aanwezig en één beroepskracht, terwijl er twee beroepskrachten zijn vereist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:495
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003147/1/A3

202003406/1/V6

Bij besluit van 17 april 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de vennootschap een boete opgelegd van € 48.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Inspecteurs van de Inspectie SZW hebben samen met medewerkers van het Haags Economisch Interventieteam, een samenwerkingsverband tussen de Belastingdienst, de Inspectie SZW, het UWV, de nationale politie en de gemeente Den Haag, op 30 november 2017 en 25 januari 2018 controles uitgevoerd bij de vennootschap. Zij hebben geconstateerd dat in totaal vier vreemdelingen met de Georgische nationaliteit werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van de vennootschap. Deze werkzaamheden bestonden uit reparatiewerkzaamheden aan auto's en het vervangen van het cabriodak van een auto.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:527
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wet arbeid vreemdelingen
  • uitspraakin de zaak202003406/1/V6

202003430/1/R4

Op 5 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Doetinchem besloten om het bestemmingsplan "Tankstations Oostelijke Randweg en [locatie] - 2019" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van een tankstation met LPG aan de [locatie] in Doetinchem. Zij wil dit tankstation verplaatsen naar een perceel aan de Oostelijke Randweg in Doetinchem. Het college acht de verplaatsing van het tankstation met LPG wenselijk. Dit zorgt ervoor dat een risicobron uit de nabijheid van woningen aan de Wijnbergseweg verdwijnt. Daarom heeft het college een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd waarmee deze verplaatsing mogelijk wordt gemaakt. Het door het college opgestelde ontwerpbestemmingsplan heeft betrekking op de huidige locatie en op de beoogde nieuwe locatie. Volgens het college is het wenselijk dat het bestaande LPG tankstation op de huidige locatie definitief wordt verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:517
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202003430/1/R4

202003540/1/A2

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad) de voor een toevoeging vastgestelde vergoeding ingetrokken. [appellant] is rechtsbijstandverlener en neemt deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. Op 28 augustus 2018 heeft [appellant] een toevoeging aangevraagd voor het maken van bezwaar tegen een door het dagelijks bestuur Werk en Inkomen Lekstroom genomen besluit tot afwijzing van een aanvraag om een (algemene) bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:488
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202003540/1/A2

202003727/1/R4

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een tijdelijk zonnepark (25 jaar) met bijbehorende bouwwerken op het perceel [locatie] te Zeewolde. [vergunninghoudster] is eigenaar van het perceel. De omgevingsvergunning heeft betrekking op de realisatie van een zonnepark met een oppervlakte van 45 hectare, waarvan ongeveer 36 hectare aan zonnepanelen, op en rondom de gronden van een bestaande golfbaan ten noordoosten van de provinciale weg N302 en ten zuidwesten van de recreatiewoningen behorende bij het Harderwold Villa Resort. De golfbaan bestaat op dit moment uit een baan met 18 holes en een oefenbaan met 9 holes. De golfbaan met 18 holes zal verdwijnen door de aanleg van het zonnepark. De maximale instandhoudingstermijn van het zonnepark is 25 jaar. De hoogte van de zonnepanelen bedraagt maximaal 2,5 m en rondom het terrein wordt beplanting aangelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:499
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003727/1/R4

202003864/1/R1

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heiloo onder meer de locaties H759 en H761, zoals aangegeven op de bij het besluit behorende tekening, aangewezen als clusterplaatsen voor het plaatsen van rolcontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Het bestreden besluit voorziet in de aanwijzing van een aantal clusterplaatsen voor rolcontainers. De bestreden locaties worden in het besluit van 26 mei 2020 aangeduid als H759, die uit drie verschillende clusterplaatsen bestaat, en H761. [appellant] woont op het perceel [locatie]], tegenover een van de aangewezen clusterplaatsen van locatie H759. Hij kan zich niet verenigen met de aanwijzing van deze locatie. Daarnaast kan [appellant] zich niet verenigingen met de aanwijzing van locatie H761.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:493
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003864/1/R1

202004044/1/R4

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarn aan [partij A] en [partij B] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de woning op het perceel aan de [locatie 1] te Baarn. De woning op het perceel is in 1933 gebouwd. De woning en de aangrenzende woning van [appellant] op het perceel [locatie 2] zijn gebouwd als twee-onder-een-kapwoningen. Beide woningen zijn in 1992 op grond van de destijds geldende gemeentelijke erfgoedverordening aangewezen als gemeentelijk monument. [partij A] en [partij B] wensen de ten opzichte van de straat gelegen achterzijde van de woning uit te breiden onder meer om meer lichtinval in de woning te krijgen. Zij hebben op 13 januari 2019 voor de verbouwing van de woning een omgevingsvergunning aangevraagd. Het college heeft de omgevingsvergunning verleend, omdat volgens hem de wijziging van de woning in overeenstemming is met redelijke eisen van welstand en de monumentale waarden van de woning intact blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:519
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004044/1/R4

202004366/1/R1

Bij besluit van 17 juli 2019 heeft het college aan de gemeente Haarlem een omgevingsvergunning verleend voor het inrichten van de openbare ruimte van Land in Zicht voor het realiseren van 55 extra parkeerplaatsen aan onder meer de Tjalkkade te Haarlem. In de recent ontwikkelde wijk Land in Zicht in Haarlem staan aan de Botterboulevard drie woontorens met appartementencomplexen en aan de Tjalk- en Klipperkade luxe grondgebonden woningen. In de voor de bouw van de grondgebonden woningen verleende omgevingsvergunningen heeft het college als uitgangspunt gehanteerd dat de kades autoluw moeten zijn en dat er niet mag worden geparkeerd in de openbare ruimte. Daarom hebben de woningen aan de Tjalk- en Klipperkade allemaal een inpandige garage en beschikken de woningen aan de Tjalkkade ook over een oprit. [appellant] en anderen wonen aan de Tjalkkade. Zij kunnen zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning. Zij vrezen voor parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:497
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004366/1/R1

202004368/1/A2

Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorg- en huurtoeslag over 2017 voor [appellant] definitief berekend en op nihil vastgesteld en de teveel ontvangen voorschotten teruggevorderd. [appellant] heeft van de Belastingdienst/Toeslagen voorschotten zorg- en huurtoeslag over 2017 ontvangen. Bij het besluit van 10 augustus 2018, gehandhaafd bij het besluit van 3 december 2018, heeft de dienst de zorg- en huurtoeslag over 2017 voor [appellant] definitief berekend en vastgesteld op nihil, omdat het toetsingsinkomen van [appellant] van € 34.438,00 hoger is dan de inkomensgrenzen voor zorg- en huurtoeslag in 2017. Hierdoor moet hij in totaal € 5.305,00 terugbetalen. De rechtbank heeft dit standpunt van de Belastingdienst/Toeslagen gevolgd en het door [appellant] tegen het besluit van 3 december 2018 ingestelde beroep ongegrond verklaard. [appellant] is het daar niet mee eens en vecht (uitsluitend) dit oordeel in hoger beroep aan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:485
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202004368/1/A2

202004435/1/R4

Bij uitspraak van 14 augustus 2019, in zaak nr. 201810159/1/A1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het door het college tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 november 2018 in zaak nr. 18/1399 ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd, het door Stichting Volkshuisvesting Utrecht bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van het college van 23 februari 2018 vernietigd, het besluit van het college van 22 september 2016 herroepen en bepaald zelf in de zaak te voorzien. In het verzoekschrift betoogt het college dat in de uitspraak van 14 augustus 2019 een zelfstandige hogerberoepsgrond niet is beoordeeld. Deze hogerberoepsgrond ziet op de overbewoning ingevolge artikel 7.18, eerste lid, van het Bouwbesluit, die volgens het college eveneens ten grondslag lag aan de opgelegde last onder dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:503
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Herziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004435/1/R4

202004620/1/R4

Bij besluit van 24 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een veranda en erfafscheiding en het in strijd met het bestemmingsplan gebruiken van het perceel aan de [locatie] te Lunteren. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel [locatie 1] en de daarop gelegen woning. Aan de achterzijde van de woning ligt een open agrarisch gebied. Op het perceel [locatie 1] geldt het bestemmingsplan "Agrarisch Buitengebied Ede 2012". Op 26 maart 2019 heeft [vergunninghouder] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om (deels) op de gronden achter zijn huis een veranda en een tuinmuur te mogen bouwen. Bij het besluit van 24 april 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] de gevraagde omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:520
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004620/1/R4

202005484/1/V6

Bij besluit van 13 augustus 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 250,00 wegens het niet naleven van artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering en bepaald dat zij de lening voor het volgen van een inburgeringscursus moet terugbetalen. Bij brief van 8 april 2016 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is en dat haar inburgeringstermijn op 22 maart 2016 is gestart. Bij het besluit van 4 maart 2020 heeft de minister de boete ingetrokken en bepaald dat [appellante] de lening niet hoeft terug te betalen. Volgens de minister had [appellante] recht op verlenging van de inburgeringstermijn, omdat in de bezwaarfase duidelijk is geworden dat zij een opleiding aan de Nederlandse Filmacademie volgt. Ten tijde van het besluit van 4 maart 2020 had [appellante] aan haar inburgeringsplicht voldaan. In hoger beroep is alleen nog in geschil of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de minister terecht het

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:528
Datum uitspraak
10 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202005484/1/V6

202101112/1/R3 en 202101112/2/R3

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen aan de gemeente Emmen een omgevingsvergunning verleend voor de kap van 11 bomen in de Hoofdstraat te Emmen, gelegen tussen de huisnummers 77 tot en met 106. De gemeente Emmen heeft op 30 april 2020 de omgevingsvergunning voor de kap van 11 bomen aangevraagd met het oog op het vervangen van de riolering en de geplande herinrichting van de Hoofdstraat. [appellant] vindt dat de bomen beeldbepalend zijn en daarom behouden moeten blijven voor de omgeving. Bovendien zijn de bomen van betekenis voor de onder meer vogels en vleermuizen. Hij vindt dat het college de verlening van de omgevingsvergunning onvoldoende heeft gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:478
Datum uitspraak
9 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202101112/1/R3 en 202101112/2/R3

202101256/2/V2

Bij besluiten van 15 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:479
Datum uitspraak
9 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101256/2/V2

202006464/2/R1

Bij besluit van 21 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Beverwijk [verzoeker] gelast de activiteiten van de kebabzaak aan de [locatie] te beëindigen en beëindigd te houden op straffe van een dwangsom van € 7.500,-. [verzoeker] is eigenaar van het pand aan de [locatie] waarin op de benedenverdieping door zijn huurder tot voor kort een kebabzaak werd geëxploiteerd. Niet in geschil is dat het partycentrum dat in hetzelfde pand wordt geëxploiteerd onder de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht valt van het bestemmingsplan "Haven De Pijp-Parallelweg". Het college en [verzoeker] zijn verdeeld over de vraag of de kebabzaak ook onder de beschermende werking van het gebruiksovergangsrecht valt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:471
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006464/2/R1

202100046/2/R4

Bij besluit van 10 november 2020 heeft de raad van de gemeente Amersfoort het bestemmingsplan [locatie] gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in het de bouw van 2 gebouwen van 23 m en 60 m hoog waarin 165 woningen kunnen worden gerealiseerd. 35% van die woningen is voor sociale huur. Het op de locatie aanwezige gebouw zal worden gesloopt ten behoeve van de woningen. Op 21 december 2020 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van die woningen. De omgevingsvergunning is nog niet verleend. De verenigingen zijn het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij hebben een verzoek om voorlopige voorziening ingediend om te voorkomen dat een omgevingsvergunning wordt verleend op basis van dit bestemmingsplan. Zij betogen dat het vaststellingsbesluit uiteindelijk in rechte geen stand zal houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:473
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202100046/2/R4
vorige pagina1...199200201...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon