Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.787
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202102830/1/V1

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1282
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102830/1/V1

202102832/1/V1

Bij besluit van 26 maart 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1280
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102832/1/V1

202104303/1/V1

Bij besluit van 11 september 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1283
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104303/1/V1

202105111/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1281
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105111/1/V2

202105115/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1279
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105115/1/V2

202200792/2/R3, 202200796/2/R3 en 202200798/2/R3

Bij besluit van 2 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden geweigerd om aan Aldi Drachten B.V. een omgevingsvergunning te verlenen op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het vestigen van een Aldi Supermarkt op het winkelpark De Centrale te Leeuwarden. De door Aldi Drachten B.V. en KBwinkels B.V. aangevraagde, en door het college geweigerde, omgevingsvergunningen zien op de verplaatsing van een Aldi supermarkt van het perceel Cambuurplein 50 naar het perceel De Centrale 32 te Leeuwarden. Verzoekers verzoeken de voorzieningenrechter om bij wijze van voorlopige voorziening toe te staan dat de bewuste uitbreiding van het winkelcomplex op De Centrale te Leeuwarden mag worden aangewend voor detailhandel en/of een verkoopfunctie, en uitsluitend ten behoeve van de exploitatie van een Aldi supermarkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1277
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200792/2/R3, 202200796/2/R3 en 202200798/2/R3

202201770/2/A3, 202201799/2/A3 en 202201803/2/A3

Bij besluit van 26 april 2017 heeft college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [bedrijf A] om een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met het bedrijfsvaartuig [bedrijfsvaartuig 1] afgewezen. Bij besluit van 12 februari 2018 heeft college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [verzoekster sub 1] om een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met het bedrijfsvaartuig [bedrijfsvaartuig 2] afgewezen. Bij besluit van 20 maart 2018 heeft college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [bedrijf B] om een exploitatievergunning voor het vervoeren van passagiers met de bedrijfsvaartuigen [5 bedrijfsvaartuigen] afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1266
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201770/2/A3, 202201799/2/A3 en 202201803/2/A3

202202352/2/V2

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1288
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202352/2/V2

202202652/2/V3

Bij besluit van 9 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1287
Datum uitspraak
3 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202652/2/V3

202100869/1/V3

Bij besluit van 30 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1273
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100869/1/V3

202102586/1/V1

Bij besluit van 30 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1272
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102586/1/V1

202103415/1/V3

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, en zijn verzoek om opheffing van het tegen hem uitgevaardigde inreisverbod, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1269
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103415/1/V3

202201619/1/V3

Bij besluit van 14 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1270
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201619/1/V3

202201619/2/V3

Bij besluit van 14 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1271
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201619/2/V3

202202225/2/V3

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1268
Datum uitspraak
2 mei 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202225/2/V3

202201444/1/V3

Bij besluit van 22 februari 2021 heeft de staatssecretaris Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1261
Datum uitspraak
29 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202201444/1/V3

202202018/2/A3

Bij besluit van 8 september 2021 heeft de minister de aanvraag van [verzoeker] voor een verklaring omtrent het gedrag voor de functie van pedagogisch medewerker afgewezen. [verzoeker] is in juli 2021 als zzp’er aan de slag gegaan bij een uitzendbureau voor de zorg in Nieuwegein. Voor de functie van pedagogisch medewerker moet hij een VOG hebben. De minister heeft de gevraagde VOG geweigerd, omdat in het JDS strafrechtelijke veroordelingen voor meerdere vermogensdelicten en Opiumwetdelicten zijn aangetroffen. Volgens de minister vormen deze feiten een belemmering voor de behoorlijke uitoefening van de functie van pedagogisch medewerker. De minister heeft in de specifieke omstandigheden van het geval geen aanleiding gezien om de VOG alsnog te verstrekken. Het verzoek strekt ertoe om bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat [verzoeker] wordt behandeld als ware hij in het bezit van een VOG totdat in de bodemzaak is beslist.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1252
Datum uitspraak
29 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202202018/2/A3

202202156/2/V3

Bij uitspraak van 24 maart 2022 heeft de rechtbank het door de vreemdeling ingestelde beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, gegrond verklaard. Verder heeft de rechtbank het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit vernietigd en bepaald dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid binnen acht weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit op de asielaanvraag moet nemen. De rechtbank heeft daarnaast bepaald dat de staatssecretaris aan de vreemdeling een dwangsom verbeurt van € 100,00 voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1262
Datum uitspraak
29 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202156/2/V3

202202197/2/V2

Bij besluit van 9 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1257
Datum uitspraak
29 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202197/2/V2

202202212/2/A3

Bij besluit van 16 september 2021 heeft de minister de aanvraag van [verzoeker] voor een verklaring omtrent het gedrag voor de functie van rijinstructeur WRM afgewezen. [verzoeker] is in maart 2021 gestart met een opleiding tot rijinstructeur. Om zijn certificaat als bedoeld in artikel 7 van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 te behalen moet hij alleen nog een verplichte praktijkstage van in totaal 40 uur lopen. Voor de stage is op grond van artikel 15a, eerste lid, van de WRM een VOG nodig. De minister heeft de VOG geweigerd, omdat binnen de terugkijktermijn van vijf jaar in het JDS als justitieel gegeven is aangetroffen dat [verzoeker] verdacht wordt van (primair) poging tot doodslag en (subsidiair) openlijke geweldpleging, gepleegd op 1 december 2019. [verzoeker] heeft bij de politie bekend dat hij een persoon die zijn broertje heeft aangevallen heeft gestoken met een mes. De minister heeft in de specifieke omstandigheden van het geval geen aanleiding gezien om de VOG alsnog te verstrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1264
Datum uitspraak
29 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202202212/2/A3

202005618/1/V2

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1263
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005618/1/V2

202100655/1/V2

Bij besluiten van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1253
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100655/1/V2

202101615/1/V2

Bij besluit van 23 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1265
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101615/1/V2

202102370/1/V3

Bij besluit van 2 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1260
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102370/1/V3

202103163/1/R2 en 202103163/3/R2 en 202103163/4/R2

Bij uitspraak van 4 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:357, heeft de voorzieningenrechter het besluit van de raad van de gemeente Horst aan de Maas van 23 maart 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Nieuwe Peeldijk 36, fase 3, America" geschorst. Bij besluit van 8 februari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuwe Peeldijk 36, fase 3, America" gewijzigd vastgesteld. De raad heeft op 23 maart 2021 het bestemmingsplan "Nieuwe Peeldijk 36, fase 3, America" vastgesteld. Dat plan maakt de uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf [verzoekster B] mogelijk door te voorzien in bouwmogelijkheden voor een kas. De voorzieningenrechter heeft bij uitspraak van 4 februari 2022 het plan geschorst. Hierbij heeft de voorzieningenrechter de onomkeerbaarheid van de gevolgen van de realisatie van een mogelijk geurgevoelig object binnen de geurcontour van [verzoekster A] en de omstandigheid dat de raad nieuwe besluitvorming nodig acht, doorslaggevend geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1250
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202103163/1/R2 en 202103163/3/R2 en 202103163/4/R2

202108061/1/V3

Bij besluit van 3 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1259
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108061/1/V3

202200006/1/V3

Bij besluit van 17 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1245
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200006/1/V3

202201097/2/R2

Bij besluit van 25 november 2021 heeft raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Voorderstraat-Heiereind ong." vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in twee woningen. Een is voorzien aan de Voorderstraat te Riethoven, gemeente Bergeijk, op perceel kadastraal bekend als gemeente Riethoven, sectie E, nummer 1565. De andere is voorzien aan Heiereind, op het perceel kadastraal bekend als gemeente Riethoven, sectie E, nummer 61, hierna aangeduid als Heiereind 1a. Voor de realisering van deze woning is gebruik gemaakt van de Ruimte-voor-Ruimte-regeling zoals benoemd in artikel 3.80 van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant. [verzoeker] woont aan [locatie A] te Riethoven, in de nabijheid van beide percelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1251
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202201097/2/R2

202202176/2/V2

Bij besluit van 2 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1258
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202202176/2/V2

202202267/1/V3

Bij besluit van 21 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1256
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202267/1/V3

202202332/2/V2

Bij besluit van 9 november 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1254
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202332/2/V2

202200812/3/A3

Appellanten 1 en Het bestuur van Stichting Skal hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-­Nederland van 20 januari 2022 in zaak nr. 20/2310. Appellanten 1 hebben een lijst met hun namen en vestigingsplaatsen overgelegd en medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1201
Datum uitspraak
28 april 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202200812/3/A3

202107285/1/R2 en 202107285/2/R2

Bij besluit van 28 september 2021 heeft de raad van de gemeente Deurne het bestemmingsplan "CPO Kleine Bottel, Deurne" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van 10 eengezinswoningen. Het plangebied is gelegen aan de oostzijde van de Kleine Bottel, aan de zuidzijde van de Helmondseweg en in het verlengde van de Pastoor Jacobsstraat in Deurne. Het plangebied ligt in het noordwesten van de kern van Deurne en heeft een oppervlakte van 5.638 m2. [verzoekers] zijn voornemens om woningen te bouwen op de ten zuiden van het plangebied gelegen percelen, kadastraal bekend gemeente Deurne, sectie B, nummers 2230, 2229 en 2157. Zij vrezen dat het plan de ontwikkelingsmogelijkheden op deze percelen beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1177
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107285/1/R2 en 202107285/2/R2

202108132/3/V2

De vreemdelingen hebben hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 21 december 2021 in zaak nr. NL20.22224 en NL20.22225.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1190
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202108132/3/V2

202200146/1/R3 en 202200146/2/R3

Bij besluit van 27 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente aan Lidl Nederland GmbH een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een supermarkt aan de Kerkstraat 2 tot en met 16 in Goor. In dit besluit staat dat de belangrijkste wijziging ten opzichte van de eerdere omgevingsvergunning de verplaatsing van de laad- en loslocatie van de Wheeme naar de Kerkstraat is. De zogeheten footprint van het bouwplan is niet gewijzigd. De vereniging van eigenaars gebouw "De Zon" en anderen betogen dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het beoogde aantal van 88 parkeerplaatsen voor de supermarkt onvoldoende is. Volgens hen moet in minimaal 125 parkeerplaatsen worden voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1199
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202200146/1/R3 en 202200146/2/R3

202201176/1/R4 en 202201176/2/R4

Bij besluit van 4 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om uiterlijk op 1 augustus 2021 de mantelzorgwoning op het perceel aan de [locatie] in Doornenburg (hierna: het perceel) te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] heeft de mantelzorgwoning laten bouwen nadat hij in oktober 2019 eigenaar van het perceel is geworden. Op het perceel is het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard" van toepassing. Het oostelijke gedeelte van het perceel heeft de bestemming "Wonen". Op deze gronden staan een woning en bijgebouwen. Het westelijke gedeelte van het perceel heeft de bestemming "Agrarisch met waarden - Oeverwallen". Dat deel ligt, bezien vanaf de Koffiemolen, achter de gronden met de bestemming "Wonen". De mantelzorgwoning staat op beide gedeelten van het perceel. Op 19 november 2019 heeft [appellant] het college verzocht een huisnummer aan de mantelzorgwoning toe te kennen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1200
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202201176/1/R4 en 202201176/2/R4

202201250/1/V2

Bij besluit van 22 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1246
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201250/1/V2

202201787/2/R1

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de raad van de gemeente Ouder-Amstel het bestemmingsplan "De Nieuwe Toekomst, fase 1" vastgesteld. Het plan maakt een herinrichting van het trainingscomplex De Toekomst van AFC Ajax mogelijk. De planbegrenzing volgt de begrenzing van het huidige trainingscomplex. Het plangebied is onderdeel van een groter gebied waarvoor de raad op 25 november 2021 de structuurvisie "De Nieuwe Kern" heeft vastgesteld. Dit gebied ligt tussen station Duivendrecht, de Johan Cruijff Arena, de A2 en het Amstel Business Park. Het voornemen bestaat om in dit gebied een nieuwe stadswijk te realiseren. Bond en Federatie komen - kort gezegd - op voor de belangen van de volkstuinders in het gebied. Zij kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen, omdat zij menen dat de nieuwe stadswijk op de gronden van het trainingscomplex gerealiseerd zou moeten worden en niet op de gronden die in gebruik zijn als volkstuin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1202
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202201787/2/R1

202201823/1/V3 en 202201823/2/V3

Bij besluit van 9 februari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1248
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201823/1/V3 en 202201823/2/V3

202201891/2/V2

Bij besluiten van 22 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1247
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201891/2/V2

202202513/2/R4

Bij besluit van 17 maart 2022 heeft het college aan Master Pyrotech vergunning verleend als bedoeld in artikel 3B.1, derde lid, aanhef en onder a, van het Vuurwerkbesluit voor het tot ontbranding brengen van vuurwerk op 27 april 2022 in het Stadspark in Groningen. Op (Koningsdag) 27 april 2022 vindt het festival "Kingsland" plaats in het Stadspark in Groningen. Tijdens het festival wordt vuurwerk tot ontbranding gebracht. De vergunning is verleend voor het tot ontbranding brengen van vuurwerk op diverse tijdstippen tussen 18:00 en 24:00 uur. De duur van de ontbranding bedraagt blijkens het aanvraagformulier (maximaal) 20 minuten. De vereniging heeft aan haar verzoek het volgende ten grondslag gelegd. Volgens de vereniging is het niet noodzakelijk om tijdens het festival vuurwerk af te steken, althans het ontbreken van het vuurwerk zal geen noemenswaardige (nadelige) gevolgen hebben voor het festival.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1249
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202202513/2/R4

202000128/1/A2

Bij besluit van 2 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een verzoek om schadevergoeding van [appellant] afgewezen. [appellant] is eigenaar van een perceel met bedrijfsbebouwing aan de [locatie] te Utrecht (hierna: de onroerende zaak). Bij besluit van 18 december 2013 heeft het college op vier aangrenzende percelen een aantal gevallen van ernstige verontreiniging vastgesteld, waarbij geen spoedige sanering noodzakelijk is. Bij uitspraak van 8 oktober 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:3642) heeft de Afdeling het door [appellant] daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Bij brief van 11 april 2018 heeft [appellant] bij het college een verzoek om schadevergoeding ingediend. Aan dat verzoek heeft hij ten grondslag gelegd dat de gemeente eigenaar van de andere percelen is, dat de gemeente niet bereid is tot sanering over te gaan en dat uit een taxatierapport blijkt dat dit een negatieve invloed op de waarde van de onroerende zaak heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1207
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202000128/1/A2

202001047/1/A2

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Terschelling een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In geschil is of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de door [appellant] gestelde planschade voor zijn rekening blijft op de grond dat hij het risico van de planologische ontwikkeling heeft aanvaard bij de aankoop van de onroerende zaak. [appellant] is sinds 5 januari 2010 eigenaar van de recreatiewoning aan de [locatie] te Midsland (hierna: de recreatiewoning). Op 29 juli 2015 heeft hij verzocht om een tegemoetkoming in planschade die hij in de vorm van waardevermindering van de recreatiewoning heeft geleden als gevolg van een besluit van 22 mei 2012, waarbij het college met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht omgevingsvergunning heeft verleend voor het plaatsen van een telecommunicatiemast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1220
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001047/1/A2

202001431/1/R4

Bij besluit van 30 juni 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel West aan WoonHolland Randstad B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van het pand op het perceel Admiralengracht 40 te Amsterdam. Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam het door [appellant] hiertegen gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard. WoonHolland heeft op 22 maart 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen van het pand. Het bouwplan voorziet in diverse muurdoorbraken op de begane grond, een aanbouw met dakterras op de begane grond, een dakuitbouw en dakterras op de vierde verdieping, een dakterras en toegangsopbouw op de vijfde verdieping, het wijzigen van de bergingen tot woonfunctie op de vierde verdieping en het samenvoegen van de vierde verdieping met de derde verdieping. [appellant] woont in het naastgelegen pand aan de [locatie A] en kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1240
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001431/1/R4

202002130/1/R2

Bij besluiten van 2 mei 2018 en 7 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht onder oplegging van dwangsommen [appellant A], [appellant B], [appellanten C], [appellant D], [appellant E], [appellanten F] gelast de drijvende objecten, zijnde dekschuiten, in het water bij de percelen aan de Stuwweg 12, 14, 16, 26, 34, 40 en 44 te verwijderen en verwijderd te houden. [appellanten] zijn eigenaar of huurder van een woonboot met een daaraan verbonden dekschuit, gelegen in het water aan de Stuwweg. Omdat deze dekschuiten volgens het college in strijd zijn met het bestemmingsplan, heeft het college bij brief van 18 juli 2016 aan hen medegedeeld dat het voornemens is om lasten onder dwangsom op te leggen strekkende tot de verwijdering van deze dekschuiten. [appellanten] betogen dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college niet bevoegd was handhavend op te treden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1241
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002130/1/R2

202003929/1/R2

Bij besluit van 4 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg aan [eigenaar] een ontheffing verleend van het in de Wet natuurbescherming opgenomen verbod om vaste voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de das opzettelijk te beschadigen of te vernielen. [eigenaar] is eigenaar van een perceel kadastraal bekend sectie […], nr. […] aan de Mauritiussingel in Schin op Geul. Hij heeft in 2020/2021 een woning gebouwd op dit perceel. Voordat de woning werd gebouwd was het perceel in gebruik als schapenwei. Op een naburig perceel dat ten oosten van het perceel van [eigenaar] ligt is een dassenburcht aanwezig. De dassen uit die burcht gebruiken het perceel van [eigenaar] als foerageergebied en als doorgang naar verder weg gelegen foerageergebied. Omdat de bouw van de woning van invloed kan zijn op het gebruik dat de dassen van het perceel maken en daarmee op het gebruik (de functionaliteit) van de dassenburcht, heeft [eigenaar] voor de bouw van de woning een ontheffing aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1237
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202003929/1/R2

202004568/1/R2

Bij besluit van 3 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen een keerwand op het perceel [locatie A] te Haelen, afgewezen. [bedrijf] heeft op het perceel een metaalrecyclingbedrijf. Op 7 augustus 2014 is aan [bedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het op het buitenterrein van de inrichting plaatsen en naar behoefte verplaatsen van diverse keermuren van legioblokken tot een hoogte van maximaal 8 m. Deze omgevingsvergunning is onherroepelijk. Op basis van deze vergunning heeft [bedrijf] op de perceelgrens een muur van legioblokken met een hoogte van 4 m geplaatst. [appellant] woont op de [locatie B] te Haelen en exploiteert daar een bed & breakfast. Op 16 april 2017 heeft hij het college verzocht handhavend op te treden tegen onder meer de keermuur. Volgens hem is de muur niet in overeenstemming met de omgevingsvergunning van 7 augustus 2014. Het college heeft dit verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1236
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004568/1/R2

202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3

Bij besluit van 16 juli 2019 heeft het college van gedeputeerde staten geweigerd aan het college van burgemeester en wethouders ontheffing te verlenen van de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Bij besluit van 3 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Mooimekkerland een last onder dwangsom opgelegd in verband met overtredingen van het bestemmingsplan. Bij besluit van 5 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Mooimekkerland een last onder dwangsom opgelegd tot het terugbrengen van het aantal te houden geiten tot 812. Sinds 2001 is aan de Koolwijkseweg 6 en 6a te Stolwijk melkgeitenbedrijf Mooimekkerland gevestigd. In dat jaar is aan haar milieuvergunning verleend voor het houden van 812 geiten. In de loop der jaren heeft Mooimekkerland het aantal geiten en haar bedrijfsbebouwing uitgebreid. Op 4 december 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders omgevingsvergunning verleend voor een uitbreiding van de geitenstal en een nieuw voedersysteem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1238
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Provinciale verordening
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202005419/1/R3, 20205420/1/R3 en 202005421/1/R3

202005908/1/A3

Bij besluit van 22 februari 2019 heeft de burgemeester van Heerlen autoverhuur in de gemeente Heerlen aangewezen als een bedrijfsmatige activiteit, als bedoeld in artikel 3:48, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2012. Dit heeft tot gevolg dat autoverhuurbedrijven een vergunning nodig hebben om hun activiteiten uit te oefenen. In de toelichting op het aanwijzingsbesluit is onder meer vermeld dat uit literatuur en politierapporten blijkt dat de autoverhuurbranche een ernstig gevaar in zich heeft voor ondermijnende criminaliteit. Dat heeft tot gevolg dat de openbare orde, veiligheid en economische ontwikkeling in ernstig mate wordt verstoord. Met het instellen van een vergunningplicht wil de burgemeester de criminaliteit in de gemeente een halt toeroepen. KAV is een autoverhuurbedrijf met onder meer een vestiging in Heerlen. Zij is het niet eens met het aanwijzingsbesluit. Het door KAV gemaakte bezwaar daartegen is door de burgemeester ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1232
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005908/1/A3

202006547/1/A2

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het verzoek van [appellante] om herziening van de definitieve berekening van haar kinderopvangtoeslag over 2016 en 2017 afgewezen en bepaald dat het voorschot kinderopvangtoeslag over 2018 wordt gewijzigd. [appellante] heeft de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om herziening van de definitieve berekening van haar kinderopvangtoeslag over de jaren 2016, 2017 en 2018. In deze zaak gaat het alleen nog om toeslagjaar 2017. [appellante] was in dat jaar als lerares Spaans werkzaam en had een contract voor 9,21 uur (0,25 fte) per week, maar werkte feitelijk veelal twee hele dagen. Haar twee kinderen maakten twee dagen in de week gebruik van kinderopvang. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de kinderopvangtoeslag voor 2017 bij besluit van 31 december 2018 definitief berekend en vastgesteld op € 5.687,00 en € 3.850,00 van [appellante] teruggevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1225
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Uitspraak na conclusie
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202006547/1/A2

202006925/1/R1

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Nieuwbouwlocatie Denneweg/Duinroosweg te Callantsoog" vastgesteld. Bij besluit van 29 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van 17 woningen op de percelen De Kooiker 1 tot en met 17 in Callantsoog. Het plan voorziet in de bouw van zeventien sociale woningen op een stuk grond aan de oostkant van de Duinroosweg te Callantsoog. Dat stuk grond bestaat nu uit gras. Het plangebied omvat naast de gronden waar de woningen zijn voorzien een groenstrook, een bestaande vijver en een bestaande speeltuin. De woningen zullen bestaan uit vijf grondgebonden woningen en een appartementengebouw van twee lagen, met elke laag zes woningen. WoonCompagnie zal de nieuwe woningen bouwen. Verder voorziet het plan in openbaar toegankelijke parkeerplekken op de strook grond langs de Duinroosweg. Deze parkeerplekken bestaan uit de 15 bestaande parkeerplekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1210
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202006925/1/R1

202006989/1/A2

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft de minister voor Medische Zorg en Sport de aanvraag om subsidie ‘eerstelijnsgezondheidscentra op een grootschalige nieuwbouwlocatie 2018’ van de stichting afgewezen. De stichting biedt eerstelijns gezondheidszorg aan in zeventien gezondheidscentra in Amsterdam. In elk gezondheidscentrum is sprake van een breed aanbod van zorg. De stichting wil ook voor de Sportheldenbuurt en de Sluisbuurt op het Zeeburgereiland in Amsterdam een gezondheidscentrum realiseren en heeft daarvoor in 2017 subsidie aangevraagd. Het centrum is voorzien op een nieuwbouwlocatie in voorheen onbebouwd gebied. De ontwikkeling van het Zeeburgereiland is nog steeds gaande en het gezondheidscentrum is in november 2020 open gegaan. Volgens de minister komt de stichting niet in aanmerking voor subsidie voor de financiering van het gezondheidscentrum. De stichting is het hiermee niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1226
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202006989/1/A2

202100264/1/A3

Bij twee afzonderlijke besluiten van 13 november 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvragen van [appellant] en [persoon] om paspoorten voor drie minderjarige kinderen niet in behandeling genomen. [appellant] komt uit Mauritanië en heeft op 20 februari 1999 het Nederlanderschap verkregen door naturalisatie. Hij stelt kinderen te hebben met [persoon], die de Senegalese nationaliteit bezit. [appellant] en zij zijn niet met elkaar gehuwd of gehuwd geweest. De minderjarige kinderen waar het om gaat zijn [kind A], [kind B] en [kind C]. Zij wonen bij [persoon] in Senegal. [appellant] en [persoon] hebben voor deze kinderen een Nederlands paspoort aangevraagd en daarvoor een aantal documenten overgelegd. Het gaat om twee kopieën van verlate geboorteaktes van [kind A] en [kind B], opgemaakt op 2 juni 2016 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van Dounga Lao (Senegal), en twee uittreksels van de daaraan ten grondslag liggende gerechtelijke uitspraken van 24 mei 2016.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1217
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202100264/1/A3

202100266/1/A3

Bij besluiten van 13 november 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken de aanvragen van [appellant A] en [appellant B] om een paspoort niet in behandeling genomen. [partij] komt uit Mauritanië en heeft op 20 februari 1999 het Nederlanderschap verkregen door naturalisatie. Hij stelt kinderen te hebben met [moeder], die de Senegalese nationaliteit bezit. [partij] en zij zijn niet met elkaar gehuwd of gehuwd geweest. [partij] en de moeder hebben voor [appellant A] en [appellant B] een Nederlands paspoort aangevraagd en daarvoor een aantal documenten overgelegd. Het gaat om twee kopieën van verlate geboorteaktes, opgemaakt op 2 juni 2016 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van Dounga Lao (Senegal), en twee uittreksels van de daaraan ten grondslag liggende gerechtelijke uitspraken van 24 mei 2016 van ‘Ie tribunal d’instance de Podor’. [partij] en de moeder worden in de aktes genoemd als ouders.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1216
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202100266/1/A3

202100416/1/A3

Bij besluit van 13 juni 2019 heeft de korpschef van de politie (hierna: de korpschef) de aan [appellant] en [schietvereniging] verleende verloven tot het voorhanden hebben van wapens en munitie ingetrokken. Eerder heeft de korpschef wapenverloven verleend aan [appellant] en aan [schietvereniging]. [appellant] is de beheerder van het aan de schietvereniging verleende wapenverlof. De korpschef heeft deze wapenverloven voor het laatst verlengd tot en met 31 mei 2020. De korpschef stelt zich op het standpunt dat wapens en munitie niet langer aan [appellant] kunnen worden toevertrouwd. Aan dit standpunt heeft de korpschef een mutatierapport van 13 juni 2019 ten grondslag gelegd. In dit rapport staat dat de partner van [appellant] op 12 juni 2019 heeft verklaard dat zij door hem is mishandeld. Bij besluit van 4 februari 2020 heeft de minister de intrekking van de wapenverloven gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1214
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202100416/1/A3

202100667/1/A2

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een vergoeding vastgesteld voor door [appellant] verleende rechtsbijstand. [appellant] heeft op basis van een toevoeging rechtsbijstand verleend in een procedure over de hoogte van een WAO-uitkering. In dit verband heeft hij hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Bij uitspraak van 18 december 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep de Staat der Nederlanden in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 256,00. De Centrale Raad van Beroep is tot deze proceskostenveroordeling overgegaan omdat de redelijke termijn was overschreden. Op 30 december 2019 heeft [appellant] de raad verzocht om vaststelling van de vergoeding voor de door hem verleende rechtsbijstand. Bij besluit van 14 januari 2020 heeft de raad de vergoeding vastgesteld op € 1.117,18.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1203
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202100667/1/A2

202100823/1/R3

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor een in/uitrit naar het pand aan de [locatie A] te Hoogvliet. [appellant] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanleggen van een in/uitrit, zodat hij zijn auto naast zijn woning aan de [locatie A] kan parkeren. Het college heeft de aanvraag om omgevingsvergunning geweigerd. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat het college bij de belangenafweging het belang van veilig gebruik van de weg en het belang van het uiterlijk aanzien van de omgeving zwaarder mocht laten wegen dan het belang van [appellant] bij het parkeren van zijn auto op zijn perceel. Het beroep van [appellant] is ongegrond verklaard. [appellant] is het daarmee niet eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1235
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202100823/1/R3

202100999/1/R4

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Montferland het bestemmingsplan "Buitengebied, vijfde herziening" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Buitengebied, vijfde herziening" voorziet onder meer in een vergroting van het bestemmingsvlak "Wonen" op het perceel aan de [locatie] te Zeddam. Op de gronden die de bestemming "Bos" hadden in het vorige plan en waaraan de bestemming "Wonen" is toegekend in het hier voorliggende plan, is ook een mestvaalt aanwezig. Deze mestvaalt was volgens het college van burgemeester en wethouders in strijd met de bouw- en gebruiksregels van het bestemmingsplan "Buitengebied, vierde herziening". [appellant] is eigenaar van het naastgelegen perceel. Hij vreest dat het nieuwe plan de bestaande mestvaalt legaliseert dan wel een andere mestopslag op het perceel mogelijk maakt. [appellant] vreest ten gevolge van de opslag van mest op het perceel voor onaanvaardbare hinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1227
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100999/1/R4

202101152/1/R1

Bij besluit van 16 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer [appellante] een last onder dwangsom opgelegd ter hoogte van € 30.000,00 ineens om de bewoning van het gebouw op het perceel [locatie] in Aalsmeer binnen zes maanden te (laten) beëindigen en beëindigd te (laten) houden. [appellante] is eigenaar van het perceel [locatie] in Aalsmeer (hierna: het perceel) en exploiteert daar een autoverhuurbedrijf. Voor het perceel geldt op grond van het bestemmingsplan "Hornmeer" de bestemming "Bedrijventerrein". Aan het perceel is niet de aanduiding "bedrijfswoning" als bedoeld in artikel 5.1.2, aanhef en onder m, van de planregels toegekend. Op 13 april 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente Aalsmeer een controle uitgevoerd. Dit naar aanleiding van een melding dat op het perceel acht mensen wonen terwijl daar geen inschrijvingen bekend zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1244
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101152/1/R1

202101246/1/R4

Bij besluit van 19 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren de aanvraag van [appellant] om een omgevingsvergunning voor een planologische afwijking van het bestemmingsplan "Stad Muiden" in verband met wijzigen van het gebruik van de panden aan de [locaties 1 t/m 5] in Muiden van vijf hotelsuites naar vijf wooneenheden, afgewezen. Op 6 oktober 2016 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een hotel op het perceel [locatie 1] en [locatie 3] te Muiden. Op 29 oktober 2018 heeft [appellant] een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend die betrekking heeft op het wijzigen van het gebruik van [locaties 1 t/m 5] te Muiden van "logies" naar "wonen". De aanvraag is getoetst aan het bestemmingsplan. Aan de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft is de bestemming "Horeca" met de aanduiding "horeca tot en met horecacategorie 4" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1209
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202101246/1/R4

202101418/1/R3

Bij besluit van 29 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland geweigerd om RetailPlan B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van het pand aan de Breekweg 10 te Leens als detailhandelsbedrijf in levensmiddelen. RetailPlan B.V. heeft op 5 juli 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het in afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan gebruiken van het bestaande pand op het perceel Breekweg 10 te Leens als supermarkt. Het college heeft geweigerd om de gevraagde omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, en artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te verlenen, omdat het college detailhandel wil concentreren in het huidige winkel-/detailhandelsgebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1213
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202101418/1/R3

202101493/1/A3

Bij besluit van 11 september 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellante] om herziening van het besluit van 22 maart 2016 afgewezen. [appellante] exploiteert een onderneming die internationaal en nationaal transport en opslag van dierlijke meststoffen verzorgt en handelt in agrarische producten. Op 3 juni 2015 heeft de toezichthouder van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bij [appellante] een administratiecontrole uitgevoerd. Van deze controle is op 17 augustus 2015 een inspectierapport opgemaakt. Bij besluit van 18 december 2015 heeft de minister aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 88.000,00 omdat uit het inspectierapport blijkt dat [appellante] meerdere keren de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer heeft overtreden. [appellante] heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij besluit van 22 maart 2016 heeft de minister het bezwaar gegrond verklaard en de boete verlaagd naar € 41.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1219
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202101493/1/A3

202101500/1/R2

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en een omgevingsvergunning voor de activiteit afwijken van het bestemmingsplan verleend voor de realisatie van 40 commerciële ruimtes en 27 appartementen op het perceel Adrianusplein 2G, 131 t/m 147, 231 t/m 247, 331 t/m 347, Kloosterpad 2 en Petrus Dondersplein 14 te Sint-Michielsgestel. Dit project wordt aangeduid als "de Raadskamer". [appellant sub 3] en [appellant sub 2] wonen in de omgeving van het projectgebied. [appellant sub 3] exploiteert daarnaast een restaurant in de nabijheid van het projectgebied. Zij vrezen een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1211
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101500/1/R2

202101689/1/R1

Bij besluit van 20 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waterland besloten over te gaan tot invordering van een dwangsom van € 50.000,00. Deze dwangsom vloeit voort uit de last die bij besluit van 29 november 2017 aan [vader van appellant], als toenmalige drijver van de inrichting aan de [locatie] te Katwoude, is opgelegd. Daarnaast heeft het college bij besluit van 20 oktober 2020 [appellant] opnieuw een last onder dwangsom opgelegd om de in het besluit genoemde milieuovertredingen op het perceel [locatie] te voorkomen en daarmee beëindigd te houden. [appellant] exploiteert een veehouderij op het perceel [locatie]. [vader van appellant] (hierna: [vader]) heeft deze veehouderij per 1 april 2019 aan hem overgedragen. Op het perceel is een aantal gebouwen aanwezig. De onbebouwde delen van het perceel zijn verdeeld in secties, waar opslag van verschillende materialen plaatsvindt. In de secties P en O is door deze opslag een wal ontstaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1243
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101689/1/R1

202101804/1/R4

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Buitengebied - Omgeving [locatie 1]" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat op het perceel aan de [locatie 1] te Hierden twee woningen van ieder maximaal 90 m2 met 60 m2 aan bijgebouw worden gerealiseerd. In ruil daarvoor zal de initiatiefnemer van het bouwproject 1.024 m2 aan eendenschuren op het perceel aan de [locatie 2] en [locatie 3] in Hierden slopen. Onder het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2014" had de ontwikkellocatie onder meer de bestemming "Wonen". Dit plan bood de mogelijkheid om ter plaatse maximaal één woning te realiseren. [appellant A] en anderen zijn het niet eens met deze ontwikkeling en hebben daarom beroep ingesteld tegen het besluit. Zij vrezen dat er na dit plan in hun woonomgeving meer bebouwing zal worden toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1228
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101804/1/R4

202101808/1/A3

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal het verzoek van [appellant] om op te treden tegen de beweerdelijke belemmering van de openbare weg door [partijen] afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 1] in Haelen. [appellant] exploiteert van daaruit ook zijn agrarische onderneming. [partijen] wonen aan de [locatie 2] in Haelen. Tussen de percelen aan de [locatie 1] en [locatie 2] loopt een weg. Deze weg is een zijweg van de Broekweg. Op 3 mei 2019 heeft [appellant] het college verzocht om op te treden tegen een vermeende belemmering van de zijweg bij het perceel van [partijen]. Dit is volgens [appellant] in strijd met artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening van Leudal. Volgens [appellant] is de berm van de zijweg niet over de vereiste afstand van 0,50 meter vrij toegankelijk door de begroeiing van [partijen], die grenst aan de zijweg en door de aanwezigheid van objecten zoals stenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1205
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101808/1/A3

202102082/1/A3

Bij besluit van 11 mei 2020 heeft de burgemeester van Heerlen aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor 10 dagen. De burgemeester heeft aan [appellant] een huisverbod opgelegd van 11 mei 2020 tot 21 mei 2020 voor de woning aan de [locatie] in Heerlen. Het huisverbod omvatte ook een verbod voor [appellant] om contact op te nemen met [partij] en hun minderjarige kind. Het huisverbod werd opgelegd omdat op 11 mei 2020 een geweldsincident tussen [appellant] en [partij] had plaatsgevonden. De verklaringen van [appellant] en [partij] over het geweldsincident staan lijnrecht tegenover elkaar. [appellant] stelt dat [partij] die dag zijn bankrekening bij de bank had laten blokkeren. Toen [appellant] met [partij] daarover in discussie ging, gaf [partij] hem plots een kopstoot. [appellant] probeerde haar van zich af te duwen. [appellant] heeft daarna de moeder van [partij] gebeld. Volgens [partij] pakte [appellant] juist haar arm en sloeg hij haar, waarop zij zich omdraaide en hij haar vervolgens op de rug sloeg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1233
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202102082/1/A3

202102379/1/A3

Bij besluit van 12 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk de aan [appellante] verleende urgentieverklaring verlengd. [appellante] heeft last van verschillende lichamelijke beperkingen, waaronder een afgenomen rechterschouderfunctie als gevolg van een ongeluk. Verder heeft zij spier- en gewrichtsklachten in haar armen en benen en maakt ze gebruik van een rolstoel (binnenshuis) en een scootmobiel (buitenshuis). [appellante] woont in een seniorenwoning op de begane grond. Door haar beperkingen is haar huidige woning niet langer geschikt voor haar om in te wonen. Om die reden heeft het college haar bij besluit van 9 mei 2019 een urgentieverklaring verleend voor de periode van 10 mei 2019 tot en met 9 augustus 2019. Bij besluit van 12 augustus 2019 heeft het college de urgentieverklaring verlengd voor de periode van 14 augustus 2019 tot en met 13 november 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1231
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102379/1/A3

202103063/1/A3

Bij besluiten van 30 april 2019 en 29 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn het verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk afgewezen. [appellant] heeft het college verzocht om openbaarmaking van niet-openbare informatie uit de jaren 2017-2019 over de bouw van een multifunctionele accommodatie in Zwammerdam. Ook heeft hij een aantal vragen gesteld over deze accommodatie. Verder heeft hij verzocht om, voordat een definitief besluit wordt genomen, een lijst met openbaar te maken documenten te verstrekken, zodat hij kan aangeven van welke documenten hij inzage vraagt. Het college heeft voorafgaand aan de besluiten van 30 april en 29 mei 2019 een inventarislijst van de openbaar te maken documenten aan [appellant] verstrekt. Bij de genoemde besluiten heeft het college de gestelde vragen beantwoord en de gevraagde documenten deels per post en deels digitaal op een usb-stick aan [appellant] verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1223
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103063/1/A3

202103254/1/V6

Bij besluit van 17 augustus 2018 heeft de burgemeester van Nissewaard (hierna: de burgemeester) de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap door optie (hierna: de verkrijging) van [appellant] geweigerd. [appellant] is op [geboortedatum] 1998 in Nederland geboren. Zijn nationaliteit is onbekend. De burgemeester heeft de verkrijging geweigerd, omdat [appellant] niet staatloos is en ook niet ten minste drie jaar voorafgaand aan zijn verzoek toelating in Nederland heeft gehad als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.Verder bestaan volgens de burgemeester ernstige vermoedens dat [appellant] een gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden of de veiligheid van het Koninkrijk als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de RWN.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1222
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202103254/1/V6

202103274/1/A3

Bij besluit van 13 november 2018 heeft [appellant sub 2] van rechtswege het recht gekregen een uitweg aan te leggen aan de [locatie A] te IJsselstein. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van IJsselstein de tegen het besluit van 13 november 2018 gemaakte bezwaren alsnog ongegrond verklaard en besloten mee te werken aan een alternatief verzoek van [appellant sub 2] tot aanleg van een versmalde uitweg. De aanleg van een uitweg betekent dat openbare parkeerplaatsen zullen verdwijnen, terwijl de parkeerdruk aan de Poortdijk al hoog is. Bovendien wordt met de toestemming om een uitweg aan te leggen een ongewenst precedent geschapen, zodat nog meer openbare parkeerplaatsen verloren zullen gaan, aldus omwonenden. Volgens het college gaat de aanleg van de uitweg zonder noodzaak ten koste van een openbare parkeerplaats en openbaar groen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1239
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202103274/1/A3

202103479/1/R4

Bij onderscheiden besluiten van 28 mei 2018 heeft het college aan zowel [appellant sub 2] als De Handwijzer een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruiken van afvalstoffen als co-substraten en mest van buiten de inrichting gelegen aan de Veld-Oostenrijk 50 te Horst aan de Maas in de covergistingsinstallatie en het niet ter plaatse binnen de inrichting aanwezig hebben van een cv-installatie of fakkel-installatie. [appellant sub 2] exploiteert een intensieve veehouderij (inclusief brijvoerkeuken) en een mestbewerkings- en verwerkingsinstallatie in de inrichting. Uit de controlerapporten van 17 september 2018 en 4 december 2018 blijkt dat na afloop van de begunstigingstermijn 33 vrachten met mest zijn aangevoerd van buiten de inrichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1234
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103479/1/R4

202103663/1/R1

Bij besluit van 19 april 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de door de provincie Noord-Brabant aangevraagde Verklaring Veilig Gebruik Luchtruim voor het zweefvliegcentrum Brabant aan de Vorstenbosscheweg 10 in Nistelrode afgewezen. Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van gedeputeerde staten een luchthavenregeling vastgesteld als bedoeld in artikel 8.64 van de Wet luchtvaart voor het zweefvliegcentrum Brabant aan de Vorstenbosscheweg 10 in Nistelrode. Aeroclub Nistelrode is exploitant van het zweefvliegcentrum. Op 7 april 2020 heeft de provincie Noord-Brabant een aanvraag ingediend voor een VVGL. Uit artikel 8.49, eerste lid, van de Wet luchtvaart in samenhang bezien met artikel 8.64, zesde lid, volgt dat een luchthavenregeling pas in werking treedt nadat de minister een VVGL heeft afgegeven. Bij besluit van 19 april 2021 heeft de minister de aangevraagde VVGL afgewezen, omdat volgens hem het veilig gebruik van het luchtruim niet is gewaarborgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1212
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Luchtvaart
  • uitspraakin de zaak202103663/1/R1

202104489/1/R3

Bij besluit van 11 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Staphorst het bestemmingsplan "Poeleweg IJhorst" vastgesteld. Het plan maakt 39 woningen mogelijk aan de rand van het dorp IJhorst en vormt een uitbreiding daarop. Het plangebied is op dit moment nog in gebruik als weiland en had voorheen voor het overgrote deel een agrarische bestemming. Het plangebied grenst aan de zuid- en westzijde aan de Poeleweg, aan de zuidoostzijde aan een klein bedrijventerrein, aan de oostzijde aan een dicht bosperceel en aan de noordzijde aan de uitbreidingswijk de Ywehof. [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2] zijn omwonenden. Zij wonen aan de Ywehof, een straat in de gelijknamige wijk die aan de noordzijde grenst aan het plangebied. [appellant sub 1] en anderen vrezen voor een verslechtering van hun woon- en leefklimaat. Zij voeren ook beroepsgronden aan over een gebrekkige inspraak, de ladder voor duurzame verstedelijking, parkeren en groen. [appellant sub 2] vreest voor geluidsoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1242
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202104489/1/R3

202104930/1/R4

Bij besluit van 27 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort een verzoek van [appellant] om in het kader van handhaving een vergunning en ontheffing voor een dakterras in te trekken, afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie A] in Amersfoort. Dit pand vormde in het verleden één woning met het pand aan de [locatie B]. Tussen deze panden was een binnenplaats gelegen, waarop ongeveer in 1980, zonder vergunning, een uitbouw met plat dak is gebouwd, waardoor de twee panden met elkaar werden verbonden. [appellant] heeft het college verzocht de ontheffing en vergunning in te trekken. Daartoe heeft [appellant] aangevoerd dat het gebruik van het dakterras niet veilig is en niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012, omdat uit een door hem overgelegd rapport van 27 mei 2019 zou blijken dat de draagconstructie van het dak niet stevig genoeg is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1229
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104930/1/R4

202105044/1/R3

Het Jagershuis en [appellant] hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad op hun aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen voor het perceel [locatie] te Hoek van Holland. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaren van het perceel [locatie] te Hoek van Holland, dat deel uitmaakt van het Voorduin. Dit perceel hebben zij in erfpacht gegeven aan Het Jagershuis. Het Jagershuis en [appellant] en de raad voeren al geruime tijd overleg om tot (her)ontwikkeling van het perceel te komen. Aanvankelijk was de gemeente voornemens het perceel op te nemen in het bestemmingsplan "Hoek van Holland-Zuidwest" (hierna: het bestemmingsplan). Naar aanleiding van verzoeken van derden om het Voorduin als gemeentelijk monument aan te wijzen heeft de raad besloten het betreffende perceel buiten de plangrenzen te laten. Op 21 april 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders besloten het Voorduin als gemeentelijk monument aan te wijzen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1221
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105044/1/R3

202105132/1/R3

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwolle aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een uitweg. [appellante] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanleggen van een uitweg, zodat zij haar auto naast haar woning aan de [locatie 1] kan parkeren. Het college heeft, naar aanleiding van de ingestelde bezwaren van omwonenden, besloten om de omgevingsvergunning te weigeren. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat het college bij de belangenafweging het belang van veilig en doelmatig gebruik van de weg zwaarder mocht laten wegen dan het belang van [appellante] bij het parkeren van haar auto op haar perceel. Het beroep van [appellante] is ongegrond verklaard. [appellante] is het daarmee niet eens. [appellante] betoogt dat de op 19 maart 2020 verleende omgevingsvergunning voor het aanleggen van de uitweg zomaar aan de kant is geschoven door het college, zonder dat ernaar is gekeken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1230
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202105132/1/R3

202105184/1/R1

Bij besluiten van 2 oktober 2019 en 7 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvragen van Rederij Lovers om omgevingsvergunningen voor het gedeeltelijk vervangen van de gevels van twee portocabins, gelegen aan de Prins Hendrikkade 20A te Amsterdam, buiten behandeling gesteld. Rederij Lovers exploiteert een rederij in rondvaartboten. Op enig moment heeft zij zonder een daartoe strekkende omgevingsvergunning twee portocabins neergezet aan de Prins Hendrikkade 20A in Amsterdam. In portocabin unit A vindt aansturing van rondvaartboten plaats en de kaartverkoop. In portocabin unit B vindt aansturing van rondvaartboten en groepsafhandeling plaats. Portocabin B is ook in gebruik als ruimte voor de schippers. In 2015 heeft Rederij Lovers een omgevingsvergunning voor onder meer de bouw van deze twee portocabins aangevraagd. Bij besluit van 21 december 2015 heeft het college onder meer geweigerd hiervoor omgevingsvergunning te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1208
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202105184/1/R1

202105432/1/A2

Bij besluit van 11 juli 2019 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. In deze procedure is in geschil of de CSG terecht heeft geweigerd om [appellant] een uitkering uit het schadefonds te verlenen. In het besluit van 7 februari 2019 is vermeld dat uit de door [appellant] na de hoorzitting toegezonden aangifte van zijn echtgenote en de uitdraaien van op haar telefoon ontvangen tekstberichten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 14 juli 2019 is gebleken van incidentele bedreigingen met fysiek geweld die ook betrekking hebben op [appellant]. Hoewel [appellant] aldus aannemelijk heeft gemaakt dat hij in deze periode het slachtoffer is geworden van een geweldsmisdrijf in de vorm van incidentele bedreigingen, is niet gebleken dat hij door de bedreigingen ernstig letsel heeft opgelopen, als bedoeld in artikel 3 van de Wsg. [appellant] heeft geen lichamelijk letsel opgelopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1218
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202105432/1/A2

202105686/1/R4

Bij besluit van 10 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan wonen en parkeren van de gemeente Vijfheerenlanden" vastgesteld. Het bestemmingsplan is een zogenoemd "paraplubestemmingsplan" voor het grondgebied van de gehele gemeente Vijfheerenlanden, dat de van kracht zijnde bestemmingsplannen wijzigt of aanvult. In het plan is aan de gronden van het plangebied de aanduiding "Overige zone - wonen en parkeren" toegekend. Het plan heeft betrekking op de onderwerpen "wonen" en "parkeren". Met de parkeerregeling van het plan is beoogd om het gemeentelijke parkeerbeleid planologisch vast te leggen. Omdat de gemeente Vijfheerenlanden nog geen specifiek eigen beleid heeft, sluit de planregeling aan bij de aanbevelingen van de CROW-publicatie 381: "Toekomstbestendig parkeren - Van parkeerkencijfers naar parkeernormen".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1204
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202105686/1/R4

202106068/1/A3

Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de burgemeester van Almere een last onder dwangsom van € 50.000 opgelegd aan [appellant] wegens overtreding van de Opiumwet. Daarbij heeft de burgemeester besloten dat de woning van [appellant] voor drie maanden zal worden gesloten bij herhaling van een overtreding van de Opiumwet. [appellant] is eigenaar van de woning. Hij woont daar samen met zijn twee zonen. Op 11 februari 2018 heeft de politie geconstateerd dat een deel van de woning was ingericht voor het bedrijfsmatig telen van hennep. De politie heeft 34 hennepplanten en 20,7 gram hennep in de woning aangetroffen. De politie heeft ook vastgesteld dat sprake was van diefstal van energie. Op grond van deze bevindingen heeft de burgemeester geconstateerd dat sprake was van een overtreding van de Opiumwet. De burgemeester heeft op 1 mei 2018 besloten een last onder dwangsom op te leggen van € 25.000.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1224
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202106068/1/A3

202106308/1/A2

Bij besluit van 5 februari 2020 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. Op 19 augustus 2019 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Aan de aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat hij in de jaren 1981 tot 1997 slachtoffer is geworden van mishandeling en bedreiging met geweld door zijn stiefvader en dat hij daardoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen. In het besluit van 5 februari 2021 heeft de CSG zich op het standpunt gesteld dat niet voldoende aannemelijk is dat [appellant] slachtoffer is van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. Omdat [appellant] geen aangifte heeft gedaan, heeft de politie geen nader onderzoek naar de gestelde gebeurtenissen gedaan, waardoor de CSG slechts over zijn eigen verklaring beschikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1215
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106308/1/A2

202107344/1/R4

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Lingewaard het bestemmingsplan "Huissen, Aloysiuslocatie eo" vastgesteld. Het plangebied is gelegen in het centrum van Huissen. Het voormalige schoolgebouw (Aloysiuslocatie) staat al langere tijd leeg. Gezien de slechte staat van het gebouw en de gebrekkige ruimtelijke kwaliteit ervan, heeft de raad besloten het pand te slopen en te vervangen door woningbouw. Vanwege de behoefte aan woningen in het centrum van Huissen en om een deel van de (toekomstige) woonbehoefte binnen de kern Huissen op te vangen, worden de Aloysiuslocatie en de gemeentelijke vergaderlocatie direct ten zuiden daarvan, herontwikkeld tot een nieuw woongebied voor 30 à 40 woningen. Op de Aloysiuslocatie zelf gaat het om een programma van 27 à 30 woningen (grondgebonden woningen en levensloopgeschikte appartementen) en op de gemeentelijk vergaderlocatie om 8 levensloopgeschikte appartementen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1206
Datum uitspraak
26 april 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107344/1/R4

202101023/1/V1

Bij besluit van 31 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van haar verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1185
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101023/1/V1

202102815/1/V2

Bij besluit van 22 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1188
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102815/1/V2

202103314/1/V2

Bij besluit van 23 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1189
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103314/1/V2

202104249/1/V2

Bij besluit van 16 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1191
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104249/1/V2

202105464/1/V3

Bij besluit van 4 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1196
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105464/1/V3

202106135/3/R1,202106138/3/R1 en 202106201/3/R1

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Gooise Meren het bestemmingsplan "Buurtschap Crailo" vastgesteld. Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Laren het bestemmingsplan "Buurschap Crailo" vastgesteld. Bij besluit van 6 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Hilversum het bestemmingsplan "Buurtschap Crailo" vastgesteld. Crailo is een voormalig defensieterrein dat is gelegen op gezamenlijk grondgebied van de gemeenten Gooise Meren, Laren en Hilversum. Deze gemeenten hebben ieder voor hun eigen grondgebied een bestemmingsplan vastgesteld waarbij wordt uitgegaan van een integrale ontwikkeling voor Crailo, met onder meer bedrijvigheid en de bouw van maximaal 590 woningen. GEM Crailo is eigenaar en ontwikkelaar van het overgrote deel van het plangebied, dat ongeveer 40 hectare omvat. De bestemmingsplannen hebben een verbrede reikwijdte op grond van de Crisis- en herstelwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1183
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202106135/3/R1,202106138/3/R1 en 202106201/3/R1

202107243/1/V3

Bij besluit van 2 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1195
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107243/1/V3

202200766/2/R4

Bij besluit van 22 december 2021 heeft de raad van de gemeente Nijmegen het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord" voorziet onder meer het realiseren van maximaal 650 nieuwe woningen. In het plangebied bevinden zich nu onder meer woningen en agrarische gronden. [verzoeker] woont in het noorden van het plangebied, aan de [locatie]. Hij vreest dat het plan leidt tot aantasting van zijn woon- en leefklimaat. Gelet op wat hij ter zitting naar voren heeft gebracht staat in het kader van dit verzoek om voorlopige voorziening centraal het aantal woningen dat het plan mogelijk maakt, de bouwhoogte van die woningen en het behoud van de groenstructuur. Bij het besluit van 9 maart 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Nijmegen Vossenpels Noord-2 (herstelbesluit lichtmasten)" vastgesteld. Daarmee heeft de raad een verwijzingsfout in de planregels over de lichtmasten hersteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1184
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202200766/2/R4

202201702/1/V3

Bij besluit van 28 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1194
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201702/1/V3

202201703/1/V3

Bij besluit van 28 januari 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1193
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202201703/1/V3

202201963/2/V2

Bij besluit van 15 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1192
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202201963/2/V2

202202374/2/A3

[verzoeker] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van Harderwijk van 16 maart 2022. Tevens heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1197
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202202374/2/A3

202100856/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-­Nederland van 17 december 2020 in zaak nr. 19/5099. De burgemeester van Utrecht heeft de horeca-inrichting van [appellant], [restaurant] aan de [locatie] te Utrecht, vijf weken gesloten. De burgemeester heeft hieraan de bestuurlijke rapportage van de politie van vrijdag 15 maart 2019 ten grondslag gelegd. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage van 12 april 2019 heeft de burgemeester besloten de exploitatievergunning van [appellant] met ingang van 16 april 2019 voor een jaar in te trekken en te bepalen dat een jaar lang geen exploitatievergunning voor de locatie [locatie] zal worden verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1186
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100856/2/A3

202106113/1/R3

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nieuwkoop van 13 juli 2021, waarbij het wijzigingsplan "Blokland 8, Nieuwveen" is vastgesteld. Het voorziet in de omzetting van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. [appellante] heeft tegen dit besluit beroep ingesteld omdat zij vreest voor een beperking van haar bedrijfsactiviteiten als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1187
Datum uitspraak
25 april 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202106113/1/R3

202006087/1/V2

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1182
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006087/1/V2

202201271/1/R1 en 202201271/2/R1

Bij besluit van 18 januari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Noord-Beveland het wijzigingsplan "Veerweg 159-173 Kamperland" vastgesteld. Het plan voorziet in de wijziging van het toegestane woningtype door de aanduiding "gestapeld" aan de gronden aan de Oosthavendijk in Kamperland, ten oosten van Veerweg 157, toe te kennen. Het college heeft het plan vastgesteld met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 20.6.1 van de regels van het bestemmingplan "Bebouwde kom Kamperland 2016". In het moederplan was aan de gronden de bestemming "Wonen" toegekend, met onder meer de aanduidingen "recreatie", "aaneengebouwd" en "gestapeld". Aan de op de verbeelding opgenomen aanduiding "gestapeld" komt echter geen betekenis toe, omdat deze niet is doorvertaald in de planregels van het moederplan. Gestapelde bouw is op deze locatie daarom niet toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1165
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202201271/1/R1 en 202201271/2/R1

202201359/2/R1

Bij besluit van 8 februari 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland een aantal locaties, waaronder de locatie CJ-2 nabij de Lookwatering 2, aangewezen als aanbiedlocatie voor het plaatsen van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Het besluit van 8 februari 2022 voorziet in de aanwijzing van een aantal aanbiedlocaties voor het plaatsen van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval. Onder meer is voorzien in de plaatsing van minicontainers op de locatie CJ-2 nabij het perceel aan de Lookwatering 2 in Den Hoorn. [verzoekers] wonen aan de [locatie] en kunnen zich niet met de plaatsing van containers op de aangewezen locatie CJ-2 verenigen. Zij vrezen voor gevolgen voor de verkeersveiligheid door het gebruik daarvan. Zij willen de huidige aanbiedlocatie op eigen terrein daarom behouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1163
Datum uitspraak
22 april 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202201359/2/R1
vorige pagina1...178179180...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon