Uitspraak 202200777/1/V2


Volledige tekst

202200777/1/V2.
Datum uitspraak: 25 november 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[vreemdeling 1], mede voor haar minderjarige kinderen, en [vreemdeling 2],

appellanten,

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's­-Hertogenbosch, van 27 januari 2022 in zaken nrs. NL21.11740 en NL.21.11741 in het geding tussen:

de vreemdelingen

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Procesverloop

Bij besluiten van 14 juli 2021 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

Bij uitspraak van 27 januari 2022 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdelingen ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd voor zover daarin aan de vreemdelingen een vertrektermijn is onthouden en een inreisverbod is opgelegd, bepaald dat de vertrektermijn van de vreemdelingen vier weken bedraagt en dat haar uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten.

Tegen deze uitspraak hebben de vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, advocaat te Zierikzee, hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft nadere stukken ingediend.

Overwegingen

1.       De staatssecretaris heeft de Afdeling laten weten dat de vreemdelingen met onbekende bestemming zijn vertrokken. De gemachtigde van de vreemdelingen heeft niet laten weten dat hij nog contact met hen heeft. Daaruit leidt de Afdeling af dat de vreemdelingen niet langer bescherming zoeken. Daarom hebben de vreemdelingen geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.

2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, griffier.

w.g. Verheij
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Lodeweges
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 25 november 2022

625