Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.787
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202101518/1/A3

Bij besluit van 19 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om inzage in zijn persoonsgegevens deels ingewilligd. [appellant] heeft op 4 juni 2019 en 23 augustus 2019 de staatssecretaris op grond van artikel 12 en artikel 15, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (EU) 2016/679 verzocht om inzage in de persoonsgegevens die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst in het kader van zijn asielprocedures over hem zijn verwerkt vanaf 1 januari 2010. De staatssecretaris heeft een overzicht verstrekt van de over [appellant] verwerkte persoonsgegevens. Ook is informatie verstrekt over wat de herkomst van die gegevens is, wat het doel van de verwerkingen is, aan wie de gegevens eventueel zijn verstrekt, hoe lang deze gegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen en is meegedeeld dat geen sprake is van geautomatiseerde besluitvorming.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1974
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202101518/1/A3

202101878/1/R4

Bij besluit van 15 juni 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aantal maatwerkvoorschriften ingetrokken en nieuwe maatwerkvoorschriften vastgesteld voor de inrichting van [appellante] aan de [locatie] in Helmond. [appellante] exploiteert een inrichting voor het op- en overslaan en bewerken van meststoffen. Zij beschikt over een omgevingsvergunning voor de productie van mestkorrels met een capaciteit van 60.000 ton per jaar. Volgens het college is gebleken dat deze activiteit leidt tot geurhinder die een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Het college heeft hierin aanleiding gezien om maatwerkvoorschriften vast te stellen. Bij besluit van 5 december 2014 heeft het college aan [appellante] een omgevingsvergunning verleend om in de inrichting 60.000 ton mestkorrels per jaar te produceren. Aan de omgevingsvergunning is onder meer voorschrift 5.2.1 verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1997
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202101878/1/R4

202102004/1/R1

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Bergen (NH) het bestemmingsplan "Watertorengebied" vastgesteld. Het bestemmingsplan biedt een actueel planologisch kader voor de herontwikkeling van de gronden behorende bij het "Watertorengebied" in Egmond aan Zee. De huidige sporthal wordt gesloopt en hiervoor in de plaats komt een nieuwe sporthal. Op de plek waar de huidige sporthal staat, worden rijwoningen gerealiseerd. Aan de noordkant van de nieuwe sporthal worden twee-onder-eenkapwoningen gerealiseerd. Het openbare gebied tussen en rondom de woningen en sporthal wordt ingericht als duinlandschap. [appellant] en anderen zijn allen omwonenden van het plangebied. Zij stellen dat geen sprake is van een zorgvuldige ruimtelijke inpassing. Ook vrezen zij een onevenredige aantasting van hun woon- en leefklimaat, met name wat betreft geluidhinder en uitzicht, en betekent het bestemmingsplan volgens hen een verslechtering van de parkeersituatie in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2003
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202102004/1/R1

202102199/1/A3

Bij besluit van 27 november 2019 heeft de raad van de gemeente Het Hogeland de nieuwe ontsluitingsweg aan de Voslaan in Winsum opengesteld voor het openbaar verkeer en de spoorwegovergang, voor zover gelegen aan de Voslaan, onttrokken aan het openbaar verkeer. [appellant A] en [appellant B] zijn eigenaar van een perceel grond dat zij verhuurd hebben aan ProRail. ProRail heeft op het door haar gehuurde perceel een nieuwe ontsluitingsweg aangelegd zodat de spoorwegovergang aan de Voslaan afgesloten kon worden. Bij het besluit van 27 november 2019 heeft de raad, met toepassing van de artikelen 4 en 9 van de Wegenwet, die nieuwe ontsluitingsweg opengesteld voor het openbaar verkeer, en het deel van de Voslaan waar de spoorwegovergang lag onttrokken aan het openbaar verkeer. Partijen verschillen van mening over de beantwoording van de vraag of het beroep van [appellant A] en [appellant B] ontvankelijk is, omdat zij geen zienswijze hebben ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1981
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102199/1/A3

202102243/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag op € 331,00 en de huurtoeslag op € 0,00 vastgesteld voor [appellant] over het jaar 2016. De dienst had deze toeslagen eerder op een hoger bedrag vastgesteld en heeft daarom bepaald dat [appellant] de te veel ontvangen voorschotten zorg- en huurtoeslag en de rente hierover, onderscheidenlijk € 695,00 en € 4.230,00, moet terugbetalen. [appellant] heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Hij heeft aangevoerd dat hij, kennelijk, onterecht onjuiste informatie heeft ontvangen van een overheidsinstantie. Of dit de Belastingdienst of het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen is kan hij zich niet meer herinneren, omdat inmiddels geruime tijd is verstreken. [appellant] stelt ook niet meer na te kunnen gaan welke instantie hem informatie heeft verstrekt. [appellant] heeft verder aangevoerd dat de terugvordering hem zeer onbillijk voorkomt en hij beroept zich daarom op de hardheidsregeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1982
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202102243/1/A2

202102456/1/R4

Bij besluit van 7 december 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland besloten om ten aanzien van Main over te gaan tot invordering van de verbeurde dwangsommen van € 30.000,00. Bij besluit van 12 juni 2018 is Main, onder oplegging van een last onder dwangsom, onder andere gelast om de overtreding van artikel 17.1 van de Wet milieubeheer te beëindigen en beëindigd te houden door indien zich in een inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, onmiddellijk de maatregelen te treffen die redelijkerwijs kunnen worden verlangd, om herhaling of de gevolgen van dat voorval te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Als Main niet aan de last voldoet, dan is Main een dwangsom verschuldigd van € 10.000,00 per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 50.000,00.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1977
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102456/1/R4

202102525/1/R1

Bij besluit van 4 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Aalsmeer het bestemmingsplan "Oosteinderweg 2020" vastgesteld. Het gebied van het bestemmingsplan "Oosteinderweg 2020" ligt in de gemeente Aalsmeer tussen de Oude Spoordijk in het westen, de Ringvaart in het noorden, de mr. Jac Takkade in het oosten en de Hoge Dijk in het zuiden. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard en heeft als doel het beschermen en instandhouden van de karakteristieke kwaliteiten van het gebied en het tegengaan en reguleren van intensieve en verkeersaantrekkende functies. De stichting, [appellant sub 2] en anderen en [appellante sub 3] kunnen zich, op onderdelen, niet met het plan verenigen. De stichting heeft volgens haar statuten als doel het bevorderen en het instandhouden van het karakteristieke landschapspatroon van het gebied de Aalsmeerse Bovenlanden en het verrichten van daarmee samenhangende handelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2001
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202102525/1/R1

202103379/1/R1

Bij besluit van 10 augustus 2020 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Limburg aan de vereniging Natuurmonumenten een watervergunning verleend voor het verleggen van de primaire watergang Raam, het gedeeltelijk dempen van de primaire watergang Vetpeel en het aanleggen, verwijderen en verplaatsen van een aantal kunstwerken in deze primaire watergangen. Op 4 december 2017 heeft de vereniging Natuurmonumenten een watervergunning aangevraagd voor de herinrichting van de ontwatering in en rondom het natuurgebied Wijffelterbroek in de gemeente Weert. Onderdeel daarvan is het verleggen van de Raam naar de west- en noordzijde van het Wijffelterbroek en het gedeeltelijk dempen van de Vetpeel. Met deze maatregelen wordt beoogd de verdroging in het gebied tegen te gaan en te komen tot een klimaatbuffer in de vorm van een natuur- en moerasgebied. Aan de aanvraag ligt het rapport "Herinrichtingsplan Raam Klimaatbuffer Wijffelterbroek en Vetpeel" van 1 december 2017 ten grondslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1986
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202103379/1/R1

202103491/1/A3

Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Harderwijk het verzoek van [appellante] om haar in de basisregistratie personen in te schrijven op het adres [locatie] te Harderwijk, niet ingewilligd. [appellante] heeft de Marokkaanse nationaliteit. Op 7 oktober 2020 heeft zij het college verzocht haar in te schrijven in de brp. In het besluit van 9 maart 2021 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat [appellante] niet voldoet aan de in artikel 2.4, eerste lid, van de Wet brp neergelegde vereisten voor inschrijving. Zij heeft namelijk geen rechtmatig verblijf. Dat zij op 2 januari 2020 een aanvraag heeft ingediend voor afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt (hierna: artikel 9-document), maakt geen verschil. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag namelijk op 30 oktober 2020 afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1994
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202103491/1/A3

202103773/1/R1

Bij besluit van 29 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weert aan de vereniging Natuurmonumenten een omgevingsvergunning verleend voor het herinrichten van 13 agrarische percelen naar bos en natuur. Op 8 juni 2020 heeft de vereniging Natuurmonumenten een omgevingsvergunning aangevraagd voor het omvormen van agrarische percelen tot bos- en natuurgebied. De percelen liggen in de omgeving van de Laurabossen, bij de Heltenbosbrug, in het Wijffelterbroek, in het Stramprooierbroek en in de Krang. De percelen zijn in eigendom van de Stichting ARK (zeven percelen), de vereniging Natuurmonumenten (vijf percelen) en de gemeente Weert (een perceel) en hebben een totale oppervlakte van 42,5 ha. Deze bos- en natuurontwikkeling is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2011". Smit woont op een afstand van ongeveer 32 m van een van de percelen waarop de omgevingsvergunning betrekking heeft. Smit maakt deel uit van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2004
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202103773/1/R1

202103929/1/R1

Bij besluit van 19 mei 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat op een verzoek daartoe van Vattenfall Windpark Wieringermeer EXT B.V. aan [appellant] krachtens artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht een plicht opgelegd tot het gedogen van de aanleg en instandhouding van een windturbine en de instandhouding van een parkweg met bijkomende werken in de gemeente Hollands Kroon. ASR Windpark Wieringermeer realiseert binnen de gemeente Hollands Kroon 82 windturbines op het windpark Wieringermeer, nu geheten Prinses Ariane Windpark. Één van de windturbines binnen het windpark is windturbine NB-02. Deze turbine is al gerealiseerd op een perceel dat grenst aan een agrarisch perceel dat in eigendom is van [appellant]. Met de eigenaar van perceel A 496 heeft ASR Windpark Wieringermeer een zakelijk recht overeenkomst gesloten voor het realiseren van NB-02.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1987
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202103929/1/R1

202104120/1/R1

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere de verzoeken van [appellanten] om handhavend op te treden tegen het in strijd met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen recreatief verhuren van vier woningen in Veere, afgewezen. [appellanten] hebben bij het college vier verzoeken ingediend om handhavend op te treden tegen het in strijd met de ter plaatse geldende bestemmingsplannen recreatief verhuren van de woningen aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4] te Veere. Zij stellen dat zij hun belang bij de verzoeken ontlenen aan een concurrentiebelang, omdat zij zelf woningen verhuren voor recreatief nachtverblijf aan de [locatie 5] en aan de [locatie 6] in Westkapelle. Het college heeft bij besluit van 1 oktober 2019 de verzoeken van [appellanten] om handhavend op te treden afgewezen, omdat zij volgens het college niet kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden bij de verzoeken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1979
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104120/1/R1

202104318/1/R1

Bij besluit van 2 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een bijgebouw op het perceel [locatie 1] te Buitenkaag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2005
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202104318/1/R1

202104387/1/V1

Bij besluit van 19 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om voor de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2006
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104387/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202104387/1/V1

202104449/1/R1

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem [appellanten] als vennoten van [bedrijf] wegens met het bestemmingsplan strijdig gebruik een last onder dwangsom opgelegd. [bedrijf] is gevestigd op de begane grond van het pand op het perceel [locatie] in Haarlem. Op grond van het bestemmingsplan "Pijlslaan e.o." rust op het perceel de bestemming "Gemengd-2", waar onder meer detailhandel onder valt. Het college heeft geconstateerd dat [bedrijf] bereide maaltijden bezorgt. Dit is volgens het college geen detailhandel, maar "horeca 2" in de zin van het bestemmingsplan en dat is op het perceel niet toegestaan. Daarom heeft het college bij besluit van 10 juli 2019 [appellanten] als vennoten van [bedrijf] gelast voor 22 augustus 2019 het strijdige gebruik te staken en gestaakt houden. Die termijn is later verlengd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2000
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202104449/1/R1

202104601/1/A2

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de aanvraag van de stichting van 20 februari 2019 om subsidie in het kader van de Regeling armoede- en schuldenaanpak Rotterdam afgewezen. De stichting heeft op 20 februari 2019 en 8 augustus 2019 aanvragen gedaan om subsidie voor de projecten ‘Armoedebestrijding Rotterdam’ en ‘Armoedebestrijding in Rotterdam’. Voor aanvraag I liep de projectperiode van 1 mei 2019 tot 1 mei 2020 en de projectperiode voor aanvraag II liep van 1 september 2019 tot 31 december 2019. De projecten behelzen het bieden van schulddienstverlening aan de inwoners van Rotterdam. Het college heeft de aanvragen bij de besluiten van 9 juli 2019 en 27 september 2019 afgewezen en deze afwijzingen bij het besluit van 9 december 2019 gehandhaafd. Het college heeft in dat laatste besluit als reden voor de afwijzing van aanvraag I gegeven dat deze niet voldoet aan de regels van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1983
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202104601/1/A2

202104935/1/R3

Bij besluit van 17 juni 2021 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Kralingse Bos" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologische kader voor het Kralingse bos, gelegen in het noordoostelijke deel van de stad Rotterdam. Het plan is hoofdzakelijk conserverend van aard. De vereniging en de firma kunnen zich niet verenigen met het bestemmingsplan en hebben daarom beroep ingesteld. De Vereniging Sociëteit Gevestigd in de Rotterdamsche Manege "De Jockey Club" betoogt dat de buitenrijbaan ten onrechte niet als zodanig is bestemd, terwijl dit een bestaand legaal bouwwerk betreft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1970
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202104935/1/R3

202105358/1/R1

Bij besluit van 29 mei 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam het handhavingsverzoek van [appellante] afgewezen. [partij] is eigenaar van het perceel [locatie 1]. Op het perceel worden ongeveer 50 schapen inclusief lammeren gehouden en wordt gras gehooid. In het bestemmingsplan "Dorpskernen 2016" is aan het perceel [locatie 1] onder meer de bestemming "Agrarisch met waarden" toegekend. Op grond van artikel 5.1 van de planregels zijn gronden met deze bestemming onder andere bestemd voor de uitoefening van volwaardige en reële veehouderijen en weidebedrijven. Op het perceel [locatie 1] is ook een mestplaat aanwezig met een daarbij behorende geurcirkel van 50 m. [appellante] is eigenaar van een braakliggend perceel gelegen aan het [locatie 2]. Op dit perceel wil [appellante] een woning ontwikkelen. In het bestemmingsplan is aan dit perceel de bestemming "Wonen" met de gebiedsaanduiding "wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1999
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202105358/1/R1

202105602/1/A3

Bij besluit van 12 november 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam onder aanzegging van bestuursdwang gelast de woning aan de [locatie] te Rotterdam voor de duur van zes maanden te sluiten. [appellant] was huurder van de woning aan de [locatie] in Rotterdam. Deze woning huurde [appellant] van woningcorporatie Stichting Havensteder. Naar aanleiding van een brand in de keuken van de woning is de woning doorzocht. In de woning heeft de politie 1087,1 gram cocaïne, 355,9 gram MDMA, 865,2 gram Mannitol (versnijdingsmiddel), een jerrycan met thinner, een drukpers met losse onderdelen voor een pers en meerdere krikken en een geldtelmachine aangetroffen. De drugs, het versnijdingsmiddel en de attributen zijn verspreid door de woonkamer, twee slaapkamers en het toilet gevonden. De burgemeester heeft aan de sluiting ten grondslag gelegd dat in de woning een handelshoeveelheid harddrugs is aangetroffen en dat het aannemelijk is dat deze drugs bestemd waren voor de verkoop, aflevering of verstrekking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1969
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105602/1/A3

202105642/1/R1

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Texel besloten het bestemmingsplan "[locatie 1] en [locatie 2]-[locatie 3], De Koog" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 1] in De Koog. Op het perceel, dat op grond van het bestemmingsplan "De Koog 2013" de bestemming "Sport" heeft, is een bedrijfswoning aanwezig. [appellant] wil op dit perceel tien zomerhuizen bouwen met maximaal vijf recreatieve slaapplaatsen per zomerhuis. Stichting Woontij is eigenaar van het perceel [locatie 2]-[locatie 3] in De Koog. Dat perceel heeft op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied Texel 2013" de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatieve gebouwen". Aan een deel van het perceel is ook de aanduiding "maximum aantal recreatieve slaapplaatsen 52" toegekend. Op dat perceel is een gebouw met appartementen aanwezig die op dit moment worden verhuurd aan werknemers, vergunninghouders en woningzoekenden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1980
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105642/1/R1

202105662/1/R1

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Alkmaar het bestemmingsplan "Oostmijzerdijk 9, Schermerhorn" vastgesteld. Het plangebied is gesitueerd ten noorden van de plas het Zwet en de kern van Schermerhorn. Het plan voorziet in de ontwikkeling van vier woningen op het perceel Oostmijzerdijk 9 in Schermerhorn door Nieuw Nederland. Aan de gronden zijn onder meer de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" toegekend. Het noordelijk deel van het perceel krijgt een extensieve agrarische functie. Op het perceel was voorheen het bedrijf [bedrijf] gevestigd. De bedrijfsopstallen op het perceel zullen worden gesloopt. In het vorige plan "Landelijk Gebied 2014" was aan de gronden de bestemming "Bedrijf" toegekend. [appellant] woont aan de [locatie]. Zijn perceel grenst aan de oostkant aan het plangebied. Hij kan zich niet met het plan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1990
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105662/1/R1

202105693/1/R1

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Wijffelterbroekdijk - Omlegging Raam" vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt het verleggen van de watergang Raam ter hoogte van de Bocholterweg ten westen van Stramproy mogelijk gemaakt. Daarmee kan uitvoering worden gegeven aan het herinrichtingsplan voor het Wijffelterbroek en de Vetpeel, waarvan het verleggen van de Raam onderdeel uitmaakt. De beoogde ontwikkeling houdt in dat een deel van de bestaande beek wordt gedempt en dat de watergang naar de randen van het natuurgebied Wijffelterbroek wordt verlegd. Het plangebied ligt in het buitengebied van de gemeente Weert. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 580 m van de beoogde nieuwe loop van de Raam. [appellant] maakt deel uit van de werkgroep, die bestaat uit mensen uit Weert en omgeving die met de natuur bezig zijn. Zij bestuderen de natuur en inventariseren plant- en diersoorten in Weert Zuid, zoals in het natuurgebied Wijffelterbroek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1989
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202105693/1/R1

202105701/1/A3

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellant] om documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur openbaar te maken buiten behandeling gesteld. [appellant] heeft de minister eerder op 11 september 2019 verzocht om openbaarmaking van documenten over de vuurwerkramp in Enschede in 2000, over wetgeving en classificatiesystemen gevaarlijke stoffen en over de vuurwerkramp in Culemborg in 1991. [appellant] heeft de gevraagde informatie daarbij geclusterd in 28 categorieën. Bij uitspraak van 5 februari 2020 heeft de rechtbank Overijssel het door [appellant] ingestelde beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kennelijk gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen zes maanden alsnog op dit verzoek te beslissen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1984
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202105701/1/A3

202105759/1/A2

Bij brief van 10 mei 2021 heeft [appellante] beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst/Toeslagen op haar verzoek om herstel van toeslagen van 28 december 2020. Bij brief van 28 december 2020 heeft [appellante] het ministerie van Financiën verzocht om haar in aanmerking te nemen voor het herstel van toeslagen voor de jaren 2007 tot en met 2012. Zij heeft daarbij ook gevraagd om informatie over de Uitvoeringsdienst Herstel Toeslagen. Bij brief van 6 januari 2021 heeft het directoraat-generaal Belastingdienst [appellante] een ontvangstbevestiging van haar brief gestuurd. Bij brief van 10 mei 2021 heeft [appellante] beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag. Bij brief van 30 juli 2021 heeft de Belastingdienst/Toeslagen aan [appellante] te kennen gegeven dat haar verzoek op onjuiste wijze is verwerkt waardoor hij hierop niet tijdig en adequaat heeft gereageerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1985
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202105759/1/A2

202105822/1/A3

Bij besluit van 4 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] en haar vier minderjarige kinderen waren dakloos en verbleven ten tijde van hun aanvraag om een urgentieverklaring ruim drie jaar in de crisisopvang van de gemeente Amsterdam. Het college heeft die aanvraag op grond van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 (verordening) afgewezen. De voorzieningenrechter heeft dat besluit rechtmatig geacht. Bij besluit van 13 oktober 2021 heeft het college aan [appellante] alsnog een urgentieverklaring verleend. Zij heeft het hoger beroep gehandhaafd omdat zij nog steeds geen woning heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1968
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202105822/1/A3

202105874/1/A3

Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] tot inschrijving in het Register beëdigde tolken en vertalers afgewezen. [appellante] is op 2 oktober 2009 en 3 november 2014 ingeschreven als vertaler in het Rbtv. Op 3 november 2019 is haar laatste inschrijving van rechtswege geëindigd. Op 4 november 2019 heeft ze een aanvraag tot inschrijving als vertaler Nederlands-Arabisch, Arabisch-Nederlands, Nederlands-Frans en Frans-Nederlands ingediend. De minister heeft de aanvraag aangemerkt als een verzoek om hernieuwde inschrijving in de zin van artikel 4 van het Besluit verlenging inschrijving Rbtv. Hij heeft de aanvraag afgewezen omdat [appellante] niet aan de werkervaringseis van artikel 11, aanhef en onder a, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers voldoet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1972
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202105874/1/A3

202200021/1/A3

Bij besluit van 17 juni 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] voor een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. [appellant] is acupuncturist en heeft een praktijk in Eindhoven. Op 30 april 2020 heeft hij een VOG aangevraagd voor de functie van therapeut Traditioneel Chinese Geneeskunde bij de Nederlandse Vereniging voor Traditionele Chinese Geneeskunde Zhong in Wageningen. De minister heeft gekeken in het Justitieel Documentatie Systeem. Hierin staan over [appellant] justitiële gegevens met betrekking tot een zedendelict geregistreerd. Door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch is hij op 2 juli 2019 wegens ontucht met misbruik van gezag veroordeeld tot, onder meer, een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat is voldaan aan het objectieve criterium.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1971
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202200021/1/A3

202201725/1/R3

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de raad van de gemeente De Wolden het bestemmingsplan "Dijkhuizen 28-30 Ruinerwold" vastgesteld. Het plan maakt de bouw van twintig appartementen mogelijk op het perceel Dijkhuizen 28-30 te Ruinerwold met een maximale bouwhoogte van 16 m en een maximale goothoogte van 7 m. [appellant sub 2] en anderen wonen in de straten rondom het plangebied en vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat. [appellant sub 1] heeft het perceel [locatie] dat naast het plangebied is gesitueerd in eigendom en heeft ter zitting nader toegelicht dat hij in de toekomst op dat perceel wil gaan wonen. Hij vreest ook voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1992
Datum uitspraak
13 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202201725/1/R3

202102692/1/V1

Bij besluiten van 1 maart 2019 en 21 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1947
Datum uitspraak
12 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102692/1/V1

202200725/2/V2

Bij besluit van 13 februari 2020, aangevuld op 14 oktober 2021, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en haar opgedragen de Europese Unie te verlaten. Ook heeft hij ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft en geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1959
Datum uitspraak
12 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200725/2/V2

202203730/2/V2

Bij besluit van 5 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1957
Datum uitspraak
12 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203730/2/V2

202101768/1/V2

Bij besluiten van 4 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1943
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101768/1/V2

202103398/1/V2

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1944
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103398/1/V2

202103814/1/V3

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1945
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103814/1/V3

202104692/1/V2

Bij besluiten van 17 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1946
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104692/1/V2

202105697/1/V1

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1948
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105697/1/V1

202105861/1/V3

Bij besluit van 3 augustus 2020 heeft de staatssecretaris de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd van de vreemdeling met terugwerkende kracht vanaf 15 februari 2018 ingetrokken en de aanvraag om een wijziging van de beperking van het verblijfsdoel te verlenen, afgewezen. Bij datzelfde besluit heeft de staatssecretaris geweigerd de vreemdeling een document als bedoeld in artikel 9 van de Vw 2000 te verstrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1949
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202105861/1/V3

202106171/1/V3

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1951
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106171/1/V3

202107323/1/V1

Bij besluit van 16 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1950
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107323/1/V1

202203096/1/V3

Bij besluit van 30 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1953
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202203096/1/V3

202203332/1/V3 en 202203332/2/V3

Bij besluit van 27 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1954
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203332/1/V3 en 202203332/2/V3

202203442/2/V2

Bij besluit van 5 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1955
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203442/2/V2

202203762/2/R3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Utrecht [verzoeker] onder oplegging van dwangsommen gelast voor 2 november 2021 op het perceel [locatie] de vijver tot een omvang van maximaal 2.000 m3 en de ophoging tot een omvang van maximaal 4.433 m3 terug te brengen, beide gerekend vanaf het maaiveld conform de situatie voor 2002.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1941
Datum uitspraak
11 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Dwangsom en beroep
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202203762/2/R3

202005916/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1940
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005916/1/V2

202006483/1/V2

Bij besluiten van 9 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1939
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006483/1/V2

202101955/1/V3

Bij besluit van 28 oktober 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1929
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202101955/1/V3

202102975/1/V3

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1937
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102975/1/V3

202202903/1/V3

Bij besluit van 19 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1938
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202202903/1/V3

202203947/2/V2

Bij besluiten van 3 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1942
Datum uitspraak
8 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203947/2/V2

202103643/1/V1

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1932
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103643/1/V1

202105263/1/V1

Bij besluit van 2 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1933
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105263/1/V1

202202693/2/R4

Bij besluit van 8 maart 2022 heeft de raad van de gemeente Lopik het bestemmingsplan "Salmsteke Uiterwaard" (hierna: het plan) vastgesteld. De achtergrond van de vaststelling van het plan vormt de aanpak van de Lekdijk tussen Amerongen en Schoonhoven. De Lekdijk voldoet niet meer aan de wettelijke veiligheidseisen. Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is daarom het project "Sterke Lekdijk" gestart. Dit project bestaat uit zes deelprojecten, waarvan het project "Salmsteke Ontkiemt!" één van de deelprojecten is. Dit deelproject omvat de gebiedsontwikkeling waarin zowel de doelstellingen voor de dijk als voor de uiterwaard zijn verdisconteerd. De Lekdijk grenst aan het recreatiegebied Salmsteke, in de Uiterwaard. Sinds 2015 werken het Recreatieschap Stichtse Groenlanden, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Rijkswaterstaat, de Provincie Utrecht, de gemeente Lopik en Staatsbosbeheer samen aan de ontwikkeling van de uiterwaard grenzend aan de dijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1923
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202202693/2/R4

202202855/2/V2

Bij besluit van 22 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1931
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202202855/2/V2

202203227/1/V1

Bij besluit van 18 maart 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1930
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203227/1/V1

202203290/1/R4 en 202203290/2/R4

Bij uitspraak van 12 mei 2022, in zaak nr. 22/1645, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank (hierna: de rechtbank) het beroep tegen het besluit van 30 maart 2022 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd op het punt van de hoogte van de dwangsom en deze vastgesteld op € 60.000,- ineens. De rechtbank heeft verder bepaald dat haar uitspraak op dit punt in de plaats treedt van het vernietigde besluit en dat besluit geschorst tot zes weken na verzending van haar uitspraak. [verzoekster] en het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. [verzoekster] heeft de voorzieningenrechter ook verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:2040
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203290/1/R4 en 202203290/2/R4

202203445/1/V3

Bij besluit van 21 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1928
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202203445/1/V3

202203451/2/R4

Bij de uitspraak van 22 april 2022 in zaak nr. 21/2417 heeft de rechtbank het beroep van [verzoeker] tegen het besluit van 21 april 2021 ongegrond verklaard. In dat besluit heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest het bezwaar van [verzoeker] tegen een besluit van 10 november 2020 ongegrond verklaard. Dat laatste besluit is een last onder dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1956
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203451/2/R4

202203697/1/V1 en 202203697/2/V1

Bij besluit van 29 april 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1926
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203697/1/V1 en 202203697/2/V1

202106293/1/A2

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 7 september 2021 van de rechtbank Noord­Nederland waarbij het beroep van [appellant] tegen het in bezwaar gehandhaafde besluit van 22 mei 2020 ongegrond is verklaard. In dat besluit heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot zorgtoeslag over 2020 van [appellant] op nihil vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1935
Datum uitspraak
7 juli 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202106293/1/A2

202105911/2/R4

Bij uitspraak van 2 augustus 2021, in zaak nr. 20/4294, heeft de rechtbank het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 15 oktober 2020 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het primaire besluit van 18 juni 2020 herroepen en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit. Het college van burgemeester en wethouders van Soest heeft de voorzieningenrechter verzocht om die uitspraak te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1936
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105911/2/R4

202201892/1/A3 en 202201892/2/A3

Bij besluit van 29 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de door [appellant] gevraagde bewonersvergunning geweigerd. [appellant] beschikte op zijn vorige woonadres, [locatie A] in Amsterdam-Zuidoost, over een parkeervergunning voor bedrijven. Vervolgens is hij verhuisd naar [locatie B], en kort daarop ontving hij een brief van het college waarin het college aangaf te willen toetsen of nog steeds werd voldaan aan de voorwaarden voor een parkeervergunning voor bedrijven. Naar aanleiding van deze brief heeft [appellant] bij het college een aanvraag ingediend om zijn parkeervergunning voor bedrijven om te zetten in een bewonersvergunning. Op 29 oktober 2021 heeft het college besloten om aan [appellant] geen bewonersvergunning te verlenen, omdat hij één auto heeft en beschikt over een stallingsplaats. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1873
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202201892/1/A3 en 202201892/2/A3

202203455/1/V3

Bij besluit van 4 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1882
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202203455/1/V3

202203497/1/A3 en 202203497/2/A3

Bij besluit van 27 oktober 2021 heeft de burgemeester van Amsterdam de woning aan de [locatie] in Amsterdam gesloten voor de duur van drie maanden. Naar aanleiding van de vermissing van een minderjarig kind is op 14 september 2021 een onderzoek ingesteld door de politie in de woning van [verzoeker]. In de woning en tuin zijn chemische goederen aangetroffen. Volgens de politie wordt dit soort stoffen in aard, samenstelling en hoeveelheid gebruikt voor het fabricageproces van harddrugs. Daarnaast zijn in de tuin twee wasmachines aangetroffen met een penetrante geur, was in de woning een chemische geur aanwezig, is een voertuig met verborgen ruimte aangetroffen en is een bedrag van € 10.000 in beslag genomen dat zich bevond in een kluis in de tuinschuur. Onder een bed werd een Venezolaanse vrouw aangetroffen die zonder verblijfsrecht in Nederland verbleef. Zij werd overgedragen aan de vreemdelingenpolitie. Later is gebleken dat dit de echtgenote van [verzoeker] is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1881
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202203497/1/A3 en 202203497/2/A3

202203634/2/V2

Bij besluit van 4 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1884
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203634/2/V2

202203667/1/V3

Bij besluit van 18 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1885
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203667/1/V3

202203667/2/V3

Bij besluit van 18 mei 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1883
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202203667/2/V3

201909361/2/A2

Bij besluit van 29 september 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] is eigenaar van het terrein aan de [locatie 1] te Deurne, kadastraal bekend gemeente Deurne, sectie N, nrs. [perceel 1], [perceel 2] en [perceel 3] (hierna: het terrein). Bij brief van 9 mei 2014 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 22 januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan Bedrijventerrein Industrieweg-Noord.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1908
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201909361/2/A2

202002631/1/R2

Bij besluit van 18 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Goirle het bestemmingsplan "[locatie 1]" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een pension voor 45 honden en 20 katten op het perceel [locatie 1] te Riel. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de bebouwde kom van Riel, in het buitengebied. Het betreft een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een boerderij en bijgebouwen, waarin wordt beoogd bedrijfsmatig de honden en katten te huisvesten. Ook mag op dit perceel worden gewoond in een bedrijfswoning. [appellant] woont aan de [locatie 2], in de directe omgeving van het plangebied. [appellant] kan zich niet met het plan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1886
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002631/1/R2

202004372/1/R3

Bij besluit van 26 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "Westmade-Noord" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk met ongeveer 500 woningen mogelijk. Het plangebied is gelegen tussen de Haagweg, de Oorberlaan en de Plaats Langeveld. De Oorberlaan vormt de grens tussen de gemeenten Westland en Den Haag. Aan het grootste deel van de gronden in het plangebied is de bestemming "Woongebied" toegekend. Op de gronden met deze bestemming zullen de nieuwe woningen worden gebouwd. De bestaande woningen in het plangebied hebben hun op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Westmade" gekregen woonbestemming behouden. [appellanten] vrezen allen dat de woningbouw leidt tot aantasting van hun woon- en leefklimaat door met name de toename van het verkeer en de geluidsbelasting op hun woningen. Ook vrezen zij voor de gevolgen die de toename van het verkeer met zich brengt voor het aan het plangebied grenzende Natura 2000-gebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1894
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004372/1/R3

202005732/1/A3

Bij besluit van 4 september 2019 heeft de burgemeester van Gouda [appellant] gelast de horeca-inrichting [bedrijf] te sluiten voor de duur van negen maanden. [appellant] exploiteert de horeca-inrichting [bedrijf] in Gouda. Op 28 maart 2018 is in de horeca-inrichting een cash center in beslag genomen. Dit is gebeurd naar aanleiding van informatie van de Kansspelautoriteit, die een landelijk onderzoek heeft uitgevoerd naar cash centers. Uit haar informatie blijkt dat het cash center voor illegaal gokken zou worden gebruikt. Van de inbeslagname van het cash center zijn door de politie-eenheden Den Haag en Rotterdam op 29 maart 2019 op ambtseed en ambtsbelofte bestuurlijke rapportages opgemaakt. Bij deze inbeslagname is in de horeca-inrichting een zakje met 9,7 g hasj aangetroffen, zo staat in de bestuurlijke rapportage van de politie-eenheid Den Haag. De klanten die op dat moment in de horeca-inrichting waren, zijn gefouilleerd en bij drie klanten is hasj en/of hennep aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1916
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202005732/1/A3

202005951/1/R2

Bij brief van 17 september 2019 heeft het college gereageerd op het verzoek van [appellant] om handhaving inzake verschillende overtredingen die volgens [appellant] plaatsvinden op het perceel [locatie A] te Langenboom. In het besluit van 30 oktober 2019 heeft het college het bezwaar van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft zich onder verwijzing naar het advies van de commissie behandeling bezwaarschriften van 14 oktober 2019 op het standpunt gesteld dat het handhavingsverzoek van [appellant] niet kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en de brief van 17 september 2019 daarom geen voor bezwaar vatbare beschikking is. De rechtbank heeft beoordeeld of het college het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1917
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005951/1/R2

202006505/1/R4

Bij besluit van 13 november 2019, voor zover hier van belang, heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis [appellant] onder oplegging van een last onder dwangsom gelast met onmiddellijke ingang de inzameling van afvalhout in de inrichting te staken en gestaakt te houden en binnen twee weken het reeds ingezamelde afvalhout af te voeren naar een erkende inzamelaar. Het bedrijf van [appellant], is gevestigd aan de [locatie] te Stevensbeek. [appellant] exploiteert op dit adres een zwembad en sauna. Op 4 september 2019 is de Omgevingsdienst Brabant Noord, naar aanleiding van een klacht, bij zijn bedrijf langs geweest. Daarbij heeft de controleur geconstateerd dat binnen het bedrijf afvalhout van derden wordt ingezameld en verbrand. Dit afvalhout wordt volgens de ODBN op grond van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer aangemerkt als een afvalstof, omdat een ander persoon dan wel bedrijf zich hiervan ontdoet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1896
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006505/1/R4

202007094/1/A3

Bij besluit van 11 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een boete van € 18.000,00 aan [appellant] opgelegd voor het zonder vergunning verbouwen of verbouwd houden van een woonruimte in twee woonruimten. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie] in Amsterdam. In het kader van een hercontrole hebben toezichthouders van de gemeente Amsterdam de woning op 9 september 2019 bezocht. Zij hebben hun bevindingen neergelegd in een rapport van bevindingen. Daaruit blijkt dat het souterrain van de woning een eigen ingang heeft, voorzien is van een woon-, bad- en slaapkamer en keuken, dat er geen interne verbinding met de bovenliggende bouwlaag is en dat het souterrain door [appellant] sinds 12 juli 2019 is verhuurd aan [huurder A] en [huurder B]. Volgens het college heeft [appellant] daarmee in strijd gehandeld met artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1904
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202007094/1/A3

202007101/1/R1

Bij besluit van 5 november 2020 heeft de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland besloten om het bestemmingsplan "Brouwerseiland 2020" niet vast te stellen. De met het in procedure gebrachte bestemmingsplan beoogde ontwikkeling is de transformatie van de huidige Middelplaathaven aan de binnenzijde van de Brouwersdam in een archipel van 13 eilanden, waarop maximaal 242 recreatiewoningen en maximaal 73 hotelvilla’s worden gebouwd. Verder biedt het voorgelegde plan ruimte voor centrale voorzieningen, zoals een restaurant, nautische voorzieningen, met maximaal 350 ligplaatsen, en aanvullende voorzieningen, zoals parkeerplaatsen. Brouwerseiland B.V. is initiatiefneemster van deze ontwikkeling. Voor deze ontwikkeling heeft de raad eerder bij besluit van 29 juni 2017 het bestemmingsplan "Brouwerseiland" vastgesteld. Bij uitspraak van 30 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1399, heeft de Afdeling, kort gezegd, dit vaststellingsbesluit vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1891
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bouwen
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202007101/1/R1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202007101/1/R1

202007149/1/A3 en 202007164/1/A3

Bij besluit van 28 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen geweigerd een vergunning te verlenen aan [partij B] voor het omzetten van een zelfstandige woonruimte in vier onzelfstandige wooneenheden. De aanvraag voor verkamering van het pand van [partij B] is aanvankelijk afgewezen omdat de Commissie Omzetting Woonruimte een negatief advies heeft afgegeven in verband met de leefbaarheid in de wijk. Naar aanleiding van het bezwaar van [partij B] is alsnog vergunning verleend, omdat de COW volgens het college is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten bij de leefbaarheidstoets. [partij A] en [appellant sub 2] hebben beroep ingesteld tegen het alsnog verlenen van de vergunning, omdat verkamering van het pand volgens hen de leefbaarheid in de directe omgeving van het pand aantast en zij vrezen als buren, die wonen aan weerszijden van het pand, voor overlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1905
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202007149/1/A3 en 202007164/1/A3

202100349/1/A3

Bij besluit van 7 augustus 2019 heeft de burgemeester van Veldhoven het bedrijfspand, bekend als [locatie 1] in Veldhoven, op grond van artikel 13b van de Opiumwet met ingang van 19 augustus 2019 voor 24 maanden gesloten. [appellante] is eigenaresse van een bedrijfspand aan De Run dat bestaat uit panddelen met de nummers [locatie 2], [locatie 1] en [locatie 3] in Veldhoven. Vanaf de wegzijde gezien liggen nummers [locatie 3] en [locatie 2] naast elkaar, met elk een eigen toegangsdeur. Achter nummer [locatie 2] ligt nummer [locatie 1]. Nummer [locatie 1] heeft een toegangsdeur aan de achterkant van het pand. De delen met de verschillende nummers zijn gescheiden van elkaar met een muur. [huurder] huurde het deel van het bedrijfspand met nummers [locatie 2] en [locatie 1]. [huurder] heeft het deel met nummer [locatie 1] van 1 maart 2018 tot 29 mei 2019 onderverhuurd aan [persoon]. Een gedeelte van het pand met nummer [locatie 1] gebruikte hij nog wel zelf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1910
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202100349/1/A3

202100361/1/A3

Bij besluit van 20 september 2019 heeft de burgemeester van Kerkrade onder aanzegging van bestuursdwang [appellant] gelast de woning op het adres [locatie] te Kerkrade (hierna: de woning) te sluiten voor de duur van 52 weken. [appellant] woont in de woning. De woning is eigendom van zijn vader. Op 20 juni 2019 heeft de politie na een anonieme klacht dat in de woningen drugs zouden worden geproduceerd in de woning in totaal 41 g aangetroffen van een stof die indicatief is getest en een positief resultaat gaf op de aanwezigheid van amfetamine. De burgemeester is op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang als in een woning een middel als bedoeld in lijst I of lijst II, behorend bij de Opiumwet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. De burgemeester heeft besloten om de woning voor 52 weken te sluiten. Deze duur is in overeenstemming met het Damoclesbeleid gemeente Kerkrade 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1911
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100361/1/A3

202100850/1/A3

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de burgemeester van Eindhoven onder aanzegging van bestuursdwang [appellante] gelast de woning op het adres [locatie] te Eindhoven (hierna: de woning) te sluiten voor de duur van vier maanden. De burgemeester is op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang als in een woning een middel als bedoeld in lijst I of lijst II, behorend bij de Opiumwet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. De burgemeester heeft bij het besluit van 24 oktober 2019 op grond van deze bepaling overeenkomstig paragraaf 5 van de Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Eindhoven 2016 besloten om de woning voor vier maanden te sluiten. Daaraan heeft de burgemeester ten grondslag gelegd dat de politie op 15 augustus 2019 in de woning, op de slaapkamer van de oudste zoon van [appellante], 79,66 g cocaïne heeft aangetroffen verdeeld over 87 zakjes.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1913
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100850/1/A3

202100868/1/R3

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de raad van de gemeente Tubbergen het bestemmingsplan "Tubbergen, Weleveld-Reutummerweg" vastgesteld. Het plan voorziet in een nieuw woongebied van maximaal 38 woningen tussen de Reutummerweg en de Veldwijk/Verdistraat in de kern van Tubbergen. Het noordelijke plandeel, tussen de Weleveldstraat en de Veldwijk/Verdistraat, voorziet in maximaal 20 woningen, bestaande uit 4 vrijstaande woningen, 8 twee-onder-één-kapwoningen en 8 rijwoningen. Het zuidelijke plandeel, tussen de Weleveldstraat en de Reutummerweg, voorziet in maximaal 18 woningen, bestaande uit 16 vrijstaande woningen en 2 twee-onder-één-kapwoningen. Volgens de plantoelichting is het plangebied momenteel onbebouwd en ingericht als grasland. De stichting en [appellant sub 1A] en [appellant sub 2] kunnen zich niet verenigen met het plan. Zij hebben zowel procedurele als inhoudelijke bezwaren. [appellant sub 1A] en [appellant sub 2] vrezen onder meer voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1907
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202100868/1/R3

202101020/1/R1

Bij besluit van 17 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland het wijzigingsplan "Realiseren kampeerhuizen camping Duinrand Hogeweg 96a Burgh-Haamstede" vastgesteld. Fiorinvest B.V., de initiatiefnemer en uitvoerder van het wijzigingsplan, is voornemens om twee bestaande vakantieparken, Duinrand-West en Duinrand-Oost, aan de Hogeweg in Burgh-Haamstede te transformeren tot een modern en toekomstgericht vakantiepark genaamd "De Schouwse Valleien". Het wijzigingsplan is gebaseerd op de in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" opgenomen wijzigingsbevoegdheid, zoals gewijzigd met het bestemmingsplan "1e herziening Kop van Schouwen", en voorziet in de herstructurering van vakantiepark Duinrand-West. Het wijzigingsplan beoogt mogelijk te maken om het in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" maximaal toegestane aantal permanente standplaatsen te verkleinen van 404 naar 100 en om op deze 100 standplaatsen kampeerhuisjes te plaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1915
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202101020/1/R1

202101486/1/R1

Bij besluit van 1 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd om aan Pancakes een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbrengen van gevelreclame aan het rijksmonument De Steiger 10 (De Ruijterkade 35). Pancakes exploiteert een restaurant in het rijksmonument De Steiger 10 op het perceel De Ruijterkade 35. Op grond van het bestemmingsplan "Stationseiland", zoals vastgesteld door de raad van Amsterdam op 1 juli 2015, geldt op het perceel ter plaatse van het rijksmonument de bestemming "Horeca". De rechtbank heeft geoordeeld dat de beleidsregel van het college dat er maar één gevelreclame vanuit de buitenruimte tegelijkertijd zichtbaar mag zijn, redelijk is en dat het college heeft mogen vasthouden aan die beleidsregel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1893
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101486/1/R1

202101964/1/A3

Bij besluit van 27 juni 2019 heeft de korpschef van de nationale politie het aan [appellant] verleende wapenverlof ingetrokken. Bij besluit van 6 februari 2020 heeft de minister van Justitie en Veiligheid het door [appellant] daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. [appellant] mocht een wapen en munitie hebben. Hij gebruikte dat voor het schieten bij een schietvereniging. Het wapenverlof was geldig tot en met 31 maart 2020. De korpschef heeft het wapenverlof ingetrokken bij het besluit van 27 juni 2019. De korpschef vond het namelijk niet meer verantwoord dat [appellant] het wapen en de munitie heeft. De korpschef baseert zich daarvoor op een mutatierapport. Daarin staat dat de politieambtenaar zich zorgen maakt over de geestelijke gesteldheid van [appellant]. Dat komt door meldingen die bij de politie zijn gedaan over het gedrag van [appellant] en uit eigen observatie. De minister vindt dat de korpschef het wapenverlof mocht intrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1897
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202101964/1/A3

202102128/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 15 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd zonder te bepalen dat hij aan de vreemdeling een dwangsom verschuldigd is. Deze uitspraak gaat over de vraag of de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND (Stb. 2020, 242), die op 11 juli 2020 voor een jaar in werking is getreden, in strijd is met het Unierecht voor zover de Tijdelijke wet de mogelijkheid uitsluit om beroep in te stellen tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een asielaanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1810
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102128/1/V1

202102144/1/V1

De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen. Bij besluit van 21 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvraag van de vreemdeling ingewilligd zonder te bepalen dat hij aan de vreemdeling een dwangsom verschuldigd is. De vreemdeling bestrijdt in hoger beroep de conclusie van de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1888
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102144/1/V1

202102247/1/R4

Bij besluit van 21 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrech geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van het bestaande pand op het perceel de [locatie] in de Meern als een woning. [appellant] is mede-eigenaar van het pand aan de [locatie]. Dit pand ligt ten opzichte van de Pastoor Boelenslaan achter de woningen met nummers 6 en 8. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Meern Zuid" rust op het perceel de bestemming "Wonen" met de aanduiding "lb2". Op 14 januari 2016 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend om het pand, in afwijking van de geldende woonbestemming, te gebruiken voor lichte bedrijfsactiviteiten, te weten opslag ten behoeve van het schildersbedrijf. Niet in geschil is dat op het perceel weliswaar de bestemming "Wonen" rust, maar dat het pand geen woning is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1921
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202102247/1/R4

202102377/1/R1

Bij besluit van 7 juli 2020 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Vechtstromen op grond van artikel 5.4 van de Waterwet het projectplan "Droogzetvoorziening stuw Junne" vastgesteld. Het projectplan is vastgesteld omdat het dagelijks bestuur onderzoek wil doen naar de staat van het metselwerk en de houten fundering van de stuw bij Junne. De brug, die bovenop de 100 jaar oude stuw ligt, is de afgelopen jaren gebruikt door zwaar verkeer waardoor scheuren in het metselwerk van de stuw zijn ontstaan. Op grond van dit onderzoek zal worden bepaald of de stuw nog te renoveren is of wellicht vervangen moet worden. Het dagelijks bestuur acht het vanwege het goed kunnen uitvoeren van onderzoek noodzakelijk de stuw grotendeels droog te zetten door middel van een droogzetvoorziening. De droogzetvoorziening betreft een permanente constructie in de bodem van de Vecht, bovenstrooms van de bestaande stuw, waarin schotten worden geplaatst om de Vecht tijdelijk droog te kunnen zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1909
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102377/1/R1

202102907/1/R4

Bij besluit van 21 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht geweigerd [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een bootlift bij de sloot op zijn perceel aan de [locatie] te Breukelen. [appellant] is de eigenaar van het perceel. Op het perceel is een woning aanwezig en ligt ook een sloot, die uitkomt op de Vecht. [appellant] wil aan en op de aan de oever van deze sloot gelegen steiger een bootlift bouwen en heeft daarvoor een aanvraag om omgevingsvergunning gedaan. Het college heeft de aanvraag afgewezen. De rechtbank heeft het besluit van het college van 7 september 2020, waarbij het college het door [appellant] tegen de afwijzing gemaakte bezwaar ongegrond heeft verklaard, vernietigd vanwege een bevoegdheidsgebrek. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de bootlift niet, zoals [appellant] in beroep betoogde, vergunningvrij kan worden gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1914
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102907/1/R4

202103015/1/R4

Bij besluit van 22 mei 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant de bij besluit van 13 juli 2007 aan de rechtsvoorganger van [appellante] verleende omgevingsvergunning voor de activiteit "milieu" voor de inrichting gelegen op het perceel [locatie] te [plaats] ingetrokken. Op 13 juli 2007 is aan [bedrijf A] een revisievergunning verleend op grond van de Wet milieubeheer voor de inrichting op het perceel. De vergunning is op 1 oktober 2010 gelijkgesteld met een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op 29 september 2016 heeft [bedrijf B] de aandelen in het kapitaal van [bedrijf A] verworven. Deze aandelen waren tot die tijd in handen van Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. (hierna: ATM). De statutaire naam van het bedrijf is vervolgens gewijzigd in [appellante] In de onderliggende koopovereenkomst is een non-concurrentiebeding opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1892
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202103015/1/R4

202103219/1/R4

Bij besluit van 26 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt besloten een door [appellant A] gedane aanvraag om omgevingsvergunning voor het plaatsen van een kap op een bijgebouw op het perceel [locatie A] in De Bilt niet in behandeling te nemen. [appellant A] heeft op 5 december 2018 een omgevingsvergunning gevraagd voor het plaatsen van een kap op een bijgebouw aan de [locatie A] te De Bilt. Bij per e-mail verzonden brief van 21 december 2018 heeft het college [appellant A] verzocht zijn aanvraag aan te vullen met nadere gegevens. Het college heeft hem daarvoor de tijd gegeven tot uiterlijk 1 februari 2019. Aangezien [appellant A] de nadere gegevens niet binnen die termijn heeft ingediend, heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld bij besluit van 26 februari 2019. [appellant A] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de door het college gevraagde nadere gegevens niet noodzakelijk zijn voor een inhoudelijke beoordeling van zijn aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1919
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103219/1/R4

202103312/3/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 9 april 2021 in zaak nr. 19/7910 19/8024. Het gaat in die zaak om een inzageverzoek van [appellant] op grond van de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (hierna: de Wiv).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1925
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202103312/3/A3

202103485/1/R4

Bij besluit van 6 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hilversum geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het bijgebouw op het perceel [locatie] te Hilversum. [appellant] is eigenaar van het perceel. Het college heeft geweigerd aan hem een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het bijgebouw op het perceel. De uitbreiding slaat zowel op de punt aan de westzijde van het bijgebouw als op de kap die [appellant] enkele jaren geleden op die uitbreiding heeft geplaatst. Het college heeft de omgevingsvergunning geweigerd omdat de uitbreiding in strijd met het bestemmingsplan "Noordwestelijk Villagebied" (hierna: het bestemmingsplan) is gebouwd. [appellant] is het niet eens met deze weigering. Volgens hem had het college van het bestemmingsplan moeten afwijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1898
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103485/1/R4

202103607/1/R1

Bij besluit van 26 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het veranderen en vergroten van het gebouw [locatie] tot vier zelfstandige woningen. Ook is op het dak van de derde en vierde verdieping voorzien in een dakterras. Voorzien is onder meer in het veranderen en vergroten van de kelder (souterrain) en de begane grond tot zelfstandige woning, waarbij de begane grond en de kelder naar achteren worden uitgebreid. De kelder is in strijd met artikel 19.2.1 en artikel 19.2.2, aanhef en onder e, van het bestemmingsplan "Museumkwartier en Valeriusbuurt", vastgesteld door de raad op 25 mei 2011, omdat het achterste gedeelte van de kelder buiten het bouwvlak valt en omdat in het bestemmingsplan aan het perceel geen aanduiding "specifieke bouwaanduiding - kelder" is toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1902
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103607/1/R1

202103641/1/V6

Bij besluit van 20 november 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn afgewezen. Bij besluit van 26 november 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 1.250,00 wegens het niet naleven van artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering. De minister heeft [appellante] bij brief van 12 februari 2016 meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, dat haar inburgeringstermijn is gestart op 19 januari 2015 en dat zij vóór 17 januari 2019 aan deze plicht moet hebben voldaan. [appellante] stelt dat het door ziekte, met lichamelijke en psychische klachten, voor haar niet mogelijk was om vóór 17 januari 2019 aan haar inburgeringsplicht te voldoen. Zij heeft daarom verzocht om verlenging van de inburgeringstermijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1889
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202103641/1/V6

202103958/1/R2

Bij besluit van 29 april 2021 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Kloosterkwartier Veghel" vastgesteld. Het plan voorziet in de herontwikkeling van een kloostercomplex in het centrum van Veghel. Volgens de plantoelichting wordt beoogd het complex te ontwikkelen tot een maatschappelijk centrum waarin verschillende functies samenkomen. Het plan maakt onder meer maatschappelijke voorzieningen, burgerwoningen, zorgwoningen en kleinschalige horeca mogelijk. Andere functies en activiteiten zijn ook toegestaan, mits deze passen binnen het zogenoemde Leefgoed-concept, zoals neergelegd in het bij het plan behorende "Masterplan Klooster Franciscanessen Veghel". In de planregels is ook bepaald dat in ieder geval minimaal 2.500 m2 aan maatschappelijke voorzieningen en maximaal 387 woningen wordt gerealiseerd, waarvan minimaal 125 woningen technisch geschikt zijn als zorgwoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1901
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202103958/1/R2

202104198/1/A3

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de burgemeester van Enkhuizen [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om het zonder vergunning exploiteren van horeca-inrichting [bedrijf] te staken en gestaakt te houden. De burgemeester heeft [appellant] op 8 augustus 2013 een vergunning verleend voor de exploitatie van [bedrijf] in Enkhuizen. De vergunning geldt voor een terras en twee zogenoemde lokaliteiten, een bovenverdieping en een kelder. In de vergunningvoorschriften staat dat de vergunning vervalt wanneer er een wijziging is gekomen in de exploitatie van het horecabedrijf dan wel wanneer de exploitatie is overgegaan op een andere ondernemer.

Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202104198/1/A3

202104621/1/R3 en 202104629/1/R3

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd handhavend op te treden tegen het in werking hebben van het carillon van de Grote Kerk te Den Haag. [appellant] woont aan [locatie] te Den Haag. Zijn woning ligt in de directe nabijheid van de Grote Kerk. In de spits van de kerktoren is een carillon aanwezig. Het carillon wordt op maandag, woensdag en vrijdag tussen 12:00 en 13:00 bespeeld door een beiaardier. Daarnaast is er een speeltrommel aanwezig, door middel waarvan het carillon tussen 08:15 en 21:00 elk kwartier automatisch melodieën ten gehore brengt. Bij brief van 16 mei 2018 heeft [appellant] het college verzocht handhavend op te treden tegen het in werking hebben van het carillon in de Grote Kerk vanwege de geluidhinder die hij daardoor ervaart.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1890
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202104621/1/R3 en 202104629/1/R3

202105270/1/V3

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft de Syrische nationaliteit. Omdat hij eerder in Zweden asiel heeft gevraagd, heeft de staatssecretaris de Zweedse autoriteiten verzocht de vreemdeling terug te nemen (artikel 18, eerste lid, onder d, van de Dublinverordening). Op 28 april 2021 hebben de Zweedse autoriteiten bevestigd dat zij te laat op dat verzoek hebben gereageerd en daarmee verplicht zijn geworden om de vreemdeling terug te nemen (artikel 22, zevende lid, van de Dublinverordening). De vreemdeling betoogt dat de Zweedse autoriteiten hem zullen uitzetten naar Syrië en hij daarom indirect het reële risico loopt op zogeheten refoulement. Refoulement is het uitzetten van iemand naar een land waar hij of zij het reële risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1862
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105270/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202105270/1/V3

202105539/1/R4

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Apeldoorn het bestemmingsplan "Oude Zwolseweg naast 76 Wenum Wiesel" vastgesteld. Met het plan heeft de raad beoogd om een herstructurering van het bedrijfsperceel aan de Oude Zwolseweg naast nummer 76 mogelijk te maken. Op het perceel is een bestratingsbedrijf met kantoor gevestigd. Het plan strekt er onder meer toe om, naast behoud van het bedrijf, ook mogelijk te maken dat er aan de voorzijde van het perceel een bedrijfswoning ter vervanging van de huidige bedrijfswoning en een burgerwoning worden gerealiseerd. Hiertoe wordt het bestaande bouwvlak voor een bedrijfswoning verplaatst naar de voorzijde en wordt aan een deel van de gronden de bestemming "Wonen" toegekend. [appellanten] zijn eigenaren van en wonen in de woningen op de percelen aan de Oude Zwolseweg nummers [nummer A] en [nummer B] in Wenum Wiesel. Zij vrezen dat door de bouw van de in het plan voorziene woningen hun woon- en leefklimaat zal worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1920
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202105539/1/R4

202105784/1/V3

Bij besluiten van 13 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. In deze zaak gaat het om de rechtsvraag over het indirecte reële risico op schending van artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest bij overdracht aan Denemarken wegens het daar geldende beschermingsbeleid voor Syrische vreemdelingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1863
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105784/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202105784/1/V3

202106513/1/V2

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. Deze uitspraak gaat over de manier waarop de staatssecretaris de hoorplicht in de bezwaarfase (artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht) toepast in vreemdelingenzaken. In het bijzonder zal worden ingegaan op de vraag wanneer de staatssecretaris van horen afziet omdat hij een bezwaar kennelijk ongegrond acht (artikel 7:3, aanhef en onder b, van de Awb), en of deze uitvoeringspraktijk in overeenstemming is met de genoemde bepalingen. De vreemdeling is een Syrische vrouw namens wie referent een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) heeft ingediend met als doel gezinshereniging. De staatssecretaris heeft deze aanvraag aanvankelijk afgewezen, omdat hij vond dat referent onvoldoende had aangetoond dat hij een relatie met de vreemdeling heeft die gelijk te stellen is met een huwelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:1918
Datum uitspraak
6 juli 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202106513/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202106513/1/V2
vorige pagina1...171172173...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon