Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.767
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202006148/1/R1

Bij besluit van 7 december 2017 heeft de raad van de gemeente Borsele de coördinatieregeling van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing verklaard op de voorbereiding en bekendmaking van het bestemmingsplan en de benodigde omgevingsvergunningen voor de realisatie van een supermarkt met bijbehorende (parkeer)voorzieningen in Heinkenszand. Het bestemmingsplan maakt mogelijk dat er in Heinkenszand naast een bestaande vestiging van een Jumbo-supermarkt een tweede supermarkt komt, namelijk een vestiging van Lidl met parkeergelegenheid naast het gemeentehuis van Borsele op de locatie Stenevate 6-8. Op grond van het bestemmingsplan "Kern Heinkenszand 2014" gold ter plaatse de bestemming "Maatschappelijk". Het plan kent aan de locatie de bestemming "Detailhandel" toe, voorziet ten behoeve van de bereikbaarheid van de supermarkt en parkeergelegenheid in de bestemming "Verkeer" en kent een bestemming "Groen" toe aan de rand van het plangebied langs de Stenevate.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2700
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202006148/1/R1

202006540/1/A2

Bij besluit van 19 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland besloten een parkeerverbodszone in te stellen in de Harnaschdreef, Peulsdreef, Sionsdreef, Vrij-Harnasch, Hoogendoorn, Gantel, Hoog-Harnasch, Heernesse, Meerkamp, Westernesse en Harnaskade in Den Hoorn. Gaia e.a. zijn eigenaar respectievelijk gebruiker van een kantorencomplex met bedrijfshallen op het perceel Vrij-Harnasch 124 en 126, onderdeel van het bedrijventerrein Harnaschpolder. Op 19 juni 2019 heeft het college besloten tot het instellen van een parkeerverbod op het bedrijventerrein Harnaschpolder. Het college heeft het parkeerverbod onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie met een aanvullende motivering gehandhaafd bij besluit van 18 oktober 2019. Om de begrenzing van de parkeerverbod zone weer te geven worden de borden E1 van bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeertekens 1990 geplaatst met als onderbord "parkeren alleen in de omlijnde vakken".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2683
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006540/1/A2

202006764/1/R2

Bij besluit van 22 september 2020 heeft de raad van de gemeente Brunssum het bestemmingsplan "Woningbouwlocatie Erkens" gewijzigd vastgesteld. De locatie Erkens-Oeloven is een braakliggend terrein tussen de Bouwbergstraat, de Oelovenstraat en de Hoogenboschweg, waar in het verleden een bakkerij was gevestigd. Het plan maakt het mogelijk dat op deze locatie maximaal 21 grondgebonden woningen worden gerealiseerd. [appellant] woont aan de [locatie], ten noorden van en direct tegenover het plangebied, waar hij een taxi- en tourbedrijf exploiteert. Hij is het niet eens met de door het plan toegestane woningbouw, omdat hij vreest dat de toekomstige bewoners overlast zullen gaan ondervinden van zijn bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2680
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202006764/1/R2

202006807/1/A3

Bij besluit van 10 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [persoon] ingeschreven in de Basisregistratie personen (hierna: brp) op het adres [locatie] te Den Haag. [persoon] heeft op 21 december 2018 bij het loket van de gemeente Den Haag aangegeven dat hij wilde worden ingeschreven op het adres [locatie] te Den Haag (hierna: het adres), omdat hij daar al vanaf 15 juni 2018 zou verblijven na in Spanje te hebben gewoond. [appellant], die de woning op dat adres huurde en bewoonde, zou voor die inschrijving geen toestemming hebben gegeven. Blijkens een bezoekverslag van 8 januari 2019 hebben medewerkers van de Unit Beheer en Verstrekkingen op die dag een adresonderzoek uitgevoerd op het adres. [appellant] opende de deur en riep, omdat hij alleen Spaans spreekt, [persoon]. Deze verklaarde dat hij sinds juni 2018 op het adres woonde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2698
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202006807/1/A3

202100208/1/A3

Bij besluit van 29 maart 2018 heeft de burgemeester van Heusden aan Dorpscafé De Steeg B.V. vergunning verleend voor het exploiteren van horecabedrijf ‘Dorpscafé De Steeg’ (hierna: De Steeg) aan de Meester Prinsenstraat 38 in Haarsteeg. Dorpscafé De Steeg B.V. heeft een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van De Steeg. De Steeg ligt midden in een rustige woonomgeving, recht tegenover en op 12 m afstand van de woning van [appellant]. In het pand bevond zich vroeger Partycentrum De Hut. De burgemeester is van oordeel dat de exploitatie van De Steeg niet zoveel geluidsoverlast veroorzaakt, dat de woon- en leefsituatie in de omgeving daardoor op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Daartoe heeft de burgemeester van belang geacht dat een horecabedrijf op grond van het bestemmingsplan is toegestaan en dat de activiteiten van De Steeg niet tot meer geluidsproductie, verkeersbewegingen en parkeerdruk leiden dan de activiteiten van De Hut.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2678
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202100208/1/A3

202100326/1/A2

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schagen een aanvraag van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is sinds [datum] 1990 eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] - [locatie 2] te Schagerbrug. Op het perceel zijn twee woningen gelegen, een woning aan de [locatie 1] en een woning aan de [locatie 2]. Op 11 juni 2018 heeft [appellante] het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade. Volgens haar heeft zij planschade geleden doordat de woning aan de [locatie 1] niet als woning is bestemd in het bestemmingsplan "Buitengebied Zijpe", dat op 31 juli 2014 in werking is getreden en op 29 juli 2015 onherroepelijk is geworden. Het college heeft over het op het verzoek te nemen besluit advies gevraagd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken. De SAOZ heeft in een advies van april 2019 het volgende uiteengezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2685
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100326/1/A2

202100613/1/A2

Bij besluit van 15 april 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat aan [appellant] een schadevergoeding van € 34.397,83, inclusief wettelijke rente, toegekend. [appellant] is sinds 1996 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Haren. De woning is gebouwd in 1936 en bevindt zich boven het Groningenveld, in het gebied waar zich als gevolg van gaswinning bodemdaling en aardbevingen voordoen. Op 18 juni 2017 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij het Centrum Veilig Wonen. Bij besluiten van 20 september 2019 en 10 september 2020 heeft het Instituut aan [appellant] € 47.190,28, inclusief wettelijke rente, toegekend voor het herstel van 55 schades aan gevels, wanden en plafonds van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2682
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100613/1/A2

202100790/1/A2

Bij besluit van 24 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort een geslotenverklaring voor gemotoriseerd verkeer in de binnenstad van Amersfoort ingesteld en de rijrichting tussen de Kamp en de Sint Andriesstraat en in de Grote Sint Jansstraat omgedraaid. Daka heeft een gespecialiseerde sportwinkelvestiging aan de Langestraat in Amersfoort. Aan de achterzijde heeft Daka een parkeerterrein met 25 plaatsen met een in- en uitgang aan de Muurhuizen. Het parkeerterrein is toegankelijk via de Kamp, de Kamperbinnenpoort en de Muurhuizen. In het coalitieakkoord 2018-2022 in de gemeente Amersfoort is afgesproken om de binnenstad autoluw te maken en meer ruimte te geven aan voetgangers, fietsers en groen. Een autoluwe binnenstad betekent een afgebakend gebied waar alleen bestemmingsverkeer is toegestaan, aldus het college. Met het verkeersbesluit beoogt het college de binnenstad van Amersfoort leefbaar, levendig, aantrekkelijk en veilig te maken en houden voor bewoners en ondernemers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2690
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100790/1/A2

202101234/1/A3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend een aanvraag van [appellant] om verlening van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] is in 2012 uit Suriname naar Nederland gekomen om bij haar dochter, geboren op [geboortedatum] 2001, te kunnen zijn. [appellant] heeft sindsdien op verscheidene adressen in Purmerend gewoond. In 2016 zijn [appellant] en haar dochter dakloos geworden en hebben zij een kamer gekregen in een opvanghuis in Purmerend. [appellant] staat sinds 3 augustus 2017, nadat zij in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning in Nederland, ingeschreven in de gemeente Purmerend. Zij is onder behandeling van een gynaecologisch oncoloog. Ook heeft [appellant] psychische klachten waarvoor zij onder behandeling is van een psychiater. Het college stelt zich op het standpunt dat [appellant] weliswaar een urgent huisvestingsprobleem heeft, maar dat zij dat probleem redelijkerwijs op andere wijze kan oplossen dan met een urgentieverklaring.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2679
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101234/1/A3

202101249/1/R4

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Wijchen het bestemmingsplan "CPO Duurzaam Wonsick" vastgesteld. De raad heeft in haar vergadering van 17 december 2020 het bestemmingsplan inclusief het beeldkwaliteitsplan "CPO Duurzaam Wonsick" vastgesteld. Het plan maakt het mogelijk om via een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO)-project acht nieuwe woningen te realiseren. Het plangebied ligt aan de Sleedoornweg/Kelvinstraat in Wijchen. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] te Wijchen dat is gelegen naast het plangebied. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan rust op het perceel van [appellant] de bestemming "bedrijventerrein" op grond waarvan bedrijven voor zover deze behoren tot milieucategorie 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten, en een bedrijfswoning zijn toegestaan. [appellant] vreest dat zijn bedrijf zal worden beperkt in haar (uitbreidings)mogelijkheden omdat de woningen op geringe afstand van het bedrijfsperceel zijn voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2699
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101249/1/R4

202102929/1/V6

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft [appellant] het Nederlanderschap geweigerd op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat ernstige vermoedens bestaan dat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. Hiertoe heeft de staatssecretaris redengevend geacht dat de strafrechter [appellant] bij vonnis van 21 juni 2017 onherroepelijk heeft veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis wegens een opiumdelict. Op 30 augustus 2017 heeft [appellant] de werkstraf voltooid. [appellant] heeft het verzoek ingediend op 5 maart 2018. Dat is binnen de zogenoemde rehabilitatietermijn van vier jaar als bedoeld in paragraaf 5 van de toelichting op artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de RWN, in de Handleiding RWN, zoals die luidde ten tijde van het verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2689
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202102929/1/V6

202104169/1/R4

Bij uitspraak van 3 juni 2020, in zaak nr. 202000329/2/R4, heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoekster] tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 ongegrond verklaard. In de uitspraak van 3 juni 2020 heeft de Afdeling het hoger beroep van [verzoekster] tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 in zaken nrs. 19/3909 en 19/5121 met toepassing van artikel 8:54 van de Awb ongegrond verklaard. Het beroep was gericht tegen het besluit van 26 november 2019 van het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden, waarbij het college de op 22 augustus 2019 aan [vergunninghouder] verleende omgevingsvergunning in stand heeft gelaten. De omgevingsvergunning maakt het mogelijk dat de woning aan de Achthoven 8 in Lexmond kan worden verbouwd en vergroot. [verzoekster] woont aan de Achthoven 3 in Lexmond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2694
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Herziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202104169/1/R4

202104518/1/R1

Bij besluit van 27 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Zuidas Vivaldi kavel 13, kavel voormalig Drentestaete fase I en 2e partiële herziening" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een uitwerking van het project Vivaldi dat deel uitmaakt van de gemeentelijke en provinciale ontwikkelingsstrategie voor de Zuidas als internationale toplocatie voor wonen en werken in de Metropoolregio. Specifiek heeft het bestemmingsplan betrekking op kavel 13 en kavel voormalig Drentestaete op de hoek van de Antonio Vivaldistraat en Domenico Scarlattilaan, ten zuidwesten van kavel 13. Op beide kavels wordt voorzien in een toren voor overwegend kantoordoeleinden. [appellant] en anderen zijn allen bewoners en/of eigenaren van woningen (dan wel behartigers van diens belangen) van/in de Mirandabuurt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2687
Datum uitspraak
1 december 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104518/1/R1

202100584/1/V1

Bij besluit van 7 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2669
Datum uitspraak
30 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100584/1/V1

202105522/2/R2

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Echt-Susteren het bestemmingsplan "Hotel Poort van Echt" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van een hotel met 88 kamers verdeeld over meerdere verdiepingen, een speelautomatenhal, restaurant, brasserie, rooftopbar, buitenterrassen, vergader- en werkfaciliteiten, flexwerkplekken en bijbehorende voorzieningen, zoals parkeer-, infiltratie- en groenvoorzieningen. Het voorziene hotel heeft een classificatie van 4 sterren. Verder voorziet het plan in het wijzigen van de ontsluitingsroute van het naastgelegen tankstation. [verzoeker] is eigenaar en exploitant van twee hotels in het centrum van Roermond. Hij vreest door het plan te worden aangetast in zijn bedrijfseconomische belangen, onder meer door het ontstaan van langdurige leegstand in onder meer zijn hotels. Met het verzoek om een voorlopige voorziening beoogt hij te voorkomen dat zich onomkeerbare gevolgen voordoen als gevolg van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2667
Datum uitspraak
30 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202105522/2/R2

202105607/2/R2

Bij besluit van 13 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Veldhoven het bestemmingplan "De Run 5601" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van 2 appartementengebouwen die tezamen 96 wooneenheden mogelijk maken. Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van Veldhoven aan de Dorpstraat. [verzoeker] woont aan de [locatie] te Veldhoven en op zijn gronden bevindt zich ook een bedrijfsruimte waar hij zijn bedrijf uitoefent. [verzoeker] heeft verzocht om schorsing van het plan om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding daarvan te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2668
Datum uitspraak
30 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202105607/2/R2

202105628/4/R1

Bij besluit van 19 juli 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat op een verzoek daartoe van TenneT TSO B.V. krachtens artikel 2, vijfde lid, van de Belemmeringenwet Privaatrecht aan de in het besluit genoemde rechthebbenden een plicht opgelegd tot het gedogen van de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding Zuid-West 380kV-West-Borssele-Rilland (ZWW) met bijkomende werken op de in het besluit vermelde percelen, zoals op de als bijlage bij het besluit aangehechte situatietekening is aangegeven. [verzoeker] woont met zijn vrouw en twee kinderen aan de [locatie] in [plaats], een perceel dat kadastraal bekend staat als gemeente […], sectie […], nummer […]. [verzoeker] heeft op het perceel een landgoed met bomen. [verzoeker] voelt zich onrechtvaardig behandeld. Volgens hem hebben de minister en TenneT hem nooit goed geïnformeerd en heeft TenneT nooit daadwerkelijk met hem overlegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2666
Datum uitspraak
30 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak202105628/4/R1

202100165/2/A3 en 202100402/2/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 24 november 2021, heeft [verzoekster] verzocht om wraking van staatsraden mr. C.H.M. van Altena en mr. C.M. Wissels (hierna: de staatsraden) als leden van de meervoudige kamer, belast met de behandeling van de zaken nrs. 202100165/1/A3 en 202100402/1/A3.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2713
Datum uitspraak
30 november 2021
  • Wraking
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202100165/2/A3 en 202100402/2/A3

202102630/1/V2

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft de staatssecretaris daarbij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2737
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202102630/1/V2

202105574/2/R1

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Diemen het bestemmingsplan "Verkeersstructuur Diemen Zuid" vastgesteld. Het plan heeft als doel het mogelijk maken van wijzigingen in de bestaande verkeerstructuur in Diemen Zuid. De voornaamste reden hiervoor is dat de nieuwe woonwijk "Holland Park" beter aangesloten moet worden op de rest van Diemen voor fietsers, voetgangers, openbaar vervoer en autoverkeer. De gemeenteraad wil de huidige busbaan aanpassen en open stellen voor gemotoriseerd verkeer met een snelheidsregime van 30 km per uur. De leden van de Buurtgroep wonen in Diemen Zuid en vrezen dat het plan een aanzienlijke aantasting van hun woon- en leefklimaat met zich zal brengen. Zij verwachten dat het geluidniveau in en bij de woningen van leden van de Buurtgroep ontoelaatbaar zal toenemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2662
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202105574/2/R1

202106885/2/V2

Bij besluit van 4 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij geweigerd de vreemdeling ambtshalve een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2664
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106885/2/V2

202107008/2/V3

Bij besluit van 23 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2663
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107008/2/V3

202107258/2/V1

Bij besluit van 15 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2665
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107258/2/V1

202101904/2/A2

Tijdens de zitting op 29 november 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad mr. J.E.M. Polak (hierna: de staatsraad) als lid van de Afdeling bestuursrechtspraak belast met de behandeling van de zaak nr. 202101904/1/A2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2711
Datum uitspraak
29 november 2021
  • Wraking
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202101904/2/A2

202101306/1/V3

Bij besluit van 23 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2659
Datum uitspraak
26 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101306/1/V3

202101495/1/V2

Bij besluit van 5 september 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2661
Datum uitspraak
26 november 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101495/1/V2

202106240/1/V1

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2738
Datum uitspraak
26 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106240/1/V1

202106928/2/V3

Bij besluit van 21 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2660
Datum uitspraak
26 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106928/2/V3

201700842/1/R2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland van 6 december 2016, kenmerk RUD16.194336, waarbij een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) is verleend voor de veehouderij [locatie] in [plaats].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2714
Datum uitspraak
26 november 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201700842/1/R2

202107342/2/V2

Bij besluit van 7 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2654
Datum uitspraak
25 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107342/2/V2

202103783/1/R2 en 202103783/3/R2

Bij besluit van 10 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Tilburg [verzoeker] gelast om de betonnen erfafscheiding op het perceel [locatie] te Tilburg te verlagen naar een hoogte van 2 m, conform de bij besluit van 18 juni 2019 verleende omgevingsvergunning, onder oplegging van een dwangsom van € 1.000,00 per constatering na 3 januari 2020 met een maximum van € 5.000,00. [verzoeker] is eigenaar van het perceel. Het perceel grenst aan de achterkant aan onbebouwd terrein, aan de rechter zijkant aan een brandgang en aan de linker zijkant aan een tuin van een andere woning. [verzoeker] heeft aan deze drie kanten van het perceel een betonnen erfafscheiding gerealiseerd. Bij besluit van 18 juni 2019 is aan [verzoeker] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een erfafscheiding op het perceel van 2 m hoog.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2614
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Dwangsom en beroep
  • uitspraakin de zaak202103783/1/R2 en 202103783/3/R2

202104453/1/V1

Bij brief van 8 juli 2021 heeft verzoeker de Afdeling bestuursrechtspraak verzocht om herziening van de uitspraak van 10 februari 2021 in zaak nr. 202100500/1/V1 en 202100500/2/V1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2617
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Herziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104453/1/V1

202105615/1/A3 en 202105615/2/A3

Bij besluit van 24 juni 2020 heeft de korpschef van politie de aan het MBO Amersfoort ten behoeve van [appellante] verleende toestemming tot het verrichten van beveiligingswerkzaamheden ingetrokken. [appellante] volgde de opleiding tot particulier beveiliger aan het MBO Amersfoort. De korpschef heeft in verband met die opleiding aan het MBO Amersfoort op 2 december 2019 toestemming verleend om [appellante] tot 1 december 2022 beveiligerswerkzaamheden te laten verrichten. Op 13 maart 2020 heeft [appellante] onder invloed van alcohol auto gereden. Hiervoor heeft zij een strafbeschikking van € 400 en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 75 dagen opgelegd gekregen. Volgens de korpschef is [appellante] door dit feit onvoldoende betrouwbaar gebleken om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. Hij heeft daarom de verleende toestemming ingetrokken en dit besluit in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de korpschef in redelijkheid de toestemming mocht intrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2548
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202105615/1/A3 en 202105615/2/A3

202105736/1/V2

Bij besluit van 2 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2615
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105736/1/V2

202105937/1/A3 en 202105937/2/A3

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft het het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast de hijsbok, afgemeerd bij de [locatie 1] (het Touwenterrein), binnen twee weken weg te halen en weg te houden uit het openbaar water van de gemeente Amsterdam. [appellante] is een bedrijf dat sinds 1995 besturingssystemen ontwerpt en construeert voor vaartuigen, vooral voor grote jachten. Daarnaast heeft het bedrijf projectmatig vaartuigen aangeschaft en deze na verbeteringen weer doorverkocht. Voor haar werkzaamheden heeft [appellante] twee waterpercelen in gebruik, te weten een perceel aan de [locatie 2] en een perceel aan het Touwenterrein. Normaal gesproken is het op grond van artikel 2.3.6, eerste lid, van de Verordening op het binnenwater 2010 niet toegestaan om zonder ligplaatsvergunning met een bedrijfsvaartuig ligplaats in te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2602
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202105937/1/A3 en 202105937/2/A3

202106576/1/A3 en 202106576/2/A3

Bij besluit van 10 maart 2021 heeft de minister van Justitie en Veiligheid de aanvraag van [appellante] om afgifte van een Verklaring Omtrent het Gedrag afgewezen. [appellante] was op 1 januari 2016 betrokken bij een steekincident. Bij dit steekincident is een dode gevallen. Zij is op 3 februari 2017 door de rechtbank veroordeeld voor het medeplegen van een poging tot doodslag, meermalen gepleegd en voor openlijke geweldpleging tot een gevangenisstraf van vier jaar. Zij heeft hiervoor in totaal twee jaar, zeven maanden en 28 dagen in detentie gezeten. Op 30 november 2018 is zij definitief vrijgekomen. In hoger beroep is zij door het gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2021 (ECLI:NL:GHAMS:2021:2125) veroordeeld voor het medeplegen van poging tot doodslag en openlijke geweldpleging. Sinds januari 2021 volgt [appellante] een opleiding tot sociaal werker. Sinds december 2020 heeft zij een proefplaatsing bij Vizaviecare, een kleinschalige zorgaanbieder gespecialiseerd in het bieden van zorg aan jongeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2540
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202106576/1/A3 en 202106576/2/A3

202107009/2/V3

Bij besluit van 1 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2658
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107009/2/V3

202107021/2/V2

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2616
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107021/2/V2

202107044/2/V2

Bij besluit van 4 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2657
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107044/2/V2

202107142/2/V2

Bij besluiten van 3 juni 2021 heeft de staatssecretaris aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2656
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107142/2/V2

202107316/2/V2

Bij besluit van 2 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2655
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107316/2/V2

202001305/1/V1

Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd met terugwerkende kracht tot 29 december 2009 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2550
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202001305/1/V1

201805874/1/R2

Bij besluit van 14 mei 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een vergunning krachtens de Wet natuurbescherming verleend voor de realisatie en de ingebruikname van het project "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat" en heeft het college een ontheffing verleend van het verbod als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de Wnb. Bij besluit van 27 juni 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wegenwet de op- en afritten van de aansluitingen 39 Waalwijk-Oost, 43 Nieuwkuijk en 44 Vlijmen gelegen langs de rijksweg A59 in de gemeenten Waalwijk en Heusden aan het openbaar verkeer onttrokken. Bij besluit van 29 juni 2018 hebben provinciale staten de inpassingsplannen "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West" en "Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost" vastgesteld. Het PIP GOL West en het PIP GOL Oost voorzien in een integrale gebiedsontwikkeling van de Oostelijke Langstraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2627
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Inpassingsplan
  • Natuurbescherming
  • Wegenwet
  • uitspraakin de zaak201805874/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201805874/1/R2

201901732/1/R3

Bij besluit van 29 november 2018 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Omgevingsplan Binckhorst" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op de wijk Binckhorst in Den Haag. In deze wijk zijn van oudsher veel bedrijven gevestigd. De raad heeft de ambitie om deze wijk op een organische wijze te transformeren naar een levendige gemengde stadswijk waar gewoond en gewerkt wordt. Met het plan beoogt de raad deze transformatie te faciliteren. Met het oog daarop is gekozen voor een flexibel plan waarin onderscheid is gemaakt tussen regels voor bestaande activiteiten en regels voor nieuwe activiteiten. Voor de transformatie van de Binckhorst heeft de raad gekozen voor het vaststellen van een zogenoemd "bestemmingsplan met verbrede reikwijdte".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2649
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201901732/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201901732/1/R3

201906131/1/R4

Bij besluit van 4 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Ermelo het bestemmingsplan "Strand Horst" vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op Strand Horst. Strand Horst vormt de oostoever van het Nuldernauw en ligt op de overgang van het Nuldernauw naar het Wolderwijd. Het gebied ligt in de gemeente Ermelo, ten zuidwesten van Harderwijk. Direct langs Strand Horst loopt de rijksweg A28. Aan de overzijde van het Nuldernauw ligt de gemeente Zeewolde. Het plan biedt een juridische basis voor een verdere ontwikkeling van het gebied Strand Horst. Het doel van het plan is een versterking van de recreatieve mogelijkheden en de toeristische faciliteiten. In het plan is onder meer de bestemming "Cultuur en ontspanning" opgenomen met twee bouwvlakken. Hier zijn maximaal twee hotels (met in totaal 150 kamers) en een evenementenhal toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2628
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak201906131/1/R4

201906616/1/A3

Bij besluit van 26 november 2015 heeft het College bescherming persoonsgegevens (thans: de AP) een verzoek van Vrijbit om op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp) handhavend op te treden tegen Nederlandse zorgverzekeraars afgewezen. Het gaat in deze zaak om een handhavingsverzoek van Vrijbit. Volgens Vrijbit vormen de door Zorgverzekering Nederland (hierna: ZN) opgestelde regels - waar alle zorgverzekeraars zich aan moeten houden - een schending van de Wbp, artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest). Hiertegen moet door de AP handhavend worden opgetreden, ook als er geen concrete schending in de uitvoering is geconstateerd. De regels moeten altijd in orde zijn, zeker waar het gaat om de verwerking van medische persoonsgegevens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2621
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201906616/1/A3

201907864/1/R3

Bij besluit van 27 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het exploitatieplan "Braassemerland 2019" vastgesteld. Met het oog op de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte bouwplannen en het verhaal van daarbij aan de orde komende exploitatiekosten is het exploitatieplan vastgesteld. Het exploitatieplan heeft betrekking op een kleiner gebied dan het bestemmingsplan. [appellant A] en anderen zijn eigenaar van gronden binnen het exploitatiegebied. Zij zijn het niet eens met het besluit. [appellant A] en anderen betogen dat de raad de inbrengwaarde van hun percelen te laag heeft ingeschat. Zij voeren in dit verband ten eerste aan dat de taxateurs geen (recente) marktkennis en praktijkervaring hebben. De taxateurs hebben voor de uitkomst aansluiting gezocht bij een advies van 6 januari 2017, uitgebracht in een andere procedure. Ook hebben de taxateurs andere transacties niet meegenomen in het rapport.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2645
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907864/1/R3

201908048/1/R4

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat ingestemd met het door Vermilion Energy Netherlands B.V. ingediende geactualiseerde winningsplan Weststellingwerf. Vermilion beschikt over een winningsvergunning voor het gebied Gorredijk. Binnen dit gebied ligt het voorkomen Weststellingwerf. Een voorkomen (hierna: gasveld) is de wettelijke term voor een gasveld. Aardgas (hierna: gas) valt onder het in de Mijnbouwwet (hierna: de Mbw) genoemde begrip koolwaterstof. Gasveld Weststellingwerf ligt geografisch gezien in de provincie Fryslân, binnen de grenzen van de gemeenten Weststellingwerf en Ooststellingwerf en het verzorgingsgebied van wetterskip Fryslân. Gasveld Weststellingwerf is een zogenoemd klein gasveld. De gaswinning waar een vergunning voor is verleend dient plaats te vinden op grond van een winningsplan waar de minister mee heeft ingestemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2634
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201908048/1/R4

201908476/1/R3

Bij besluit van 12 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân geweigerd aan [appellant A] en anderen een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan op het perceel [locatie te Bolsward. [appellant A] en anderen zijn eigenaren van het perceel [locatie te Bolsward. Ter plaatse bevindt zich een appartementencomplex, De Remise, met commerciële ruimte op de begane grond. [appellant A] en anderen beogen daar een drogisterij ("Trekpleister") te vestigen. In het bestemmingsplan "Bolsward - Kom", door de raad van de toenmalige gemeente Bolsward vastgesteld bij besluit van 16 september 2008, is aan de gronden de bestemming "Verkeer - Verblijf 1" toegekend. Bij brieven van 14 februari 2018 en 8 mei 2018 hebben [appellant A] en anderen het college verzocht een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van gronden of bouwwerken voor het vestigen van een detailhandelsbedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2648
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201908476/1/R3

202001583/1/V6

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant sub 2] ingetrokken. [appellant sub 2] is geboren op [geboortedatum] 1963, bezit de Marokkaanse nationaliteit en was van [datum] 1993 tot en met [datum] 2002 getrouwd met [persoon 1]. Bij besluit van 2 december 2002 heeft de staatssecretaris [appellant sub 2] een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleend voor verblijf bij partner [persoon 2]. Bij besluit van 2 februari 2010 heeft de staatssecretaris [appellant sub 2] een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd verleend met de aantekening 'EG-langdurig ingezetene'. Bij Koninklijk Besluit van 19 juni 2014 is aan [appellant sub 2] het Nederlanderschap verleend. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant sub 2] ingetrokken krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2626
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202001583/1/V6

202002335/1/A2

Bij besluiten van 10 mei 2019 en 7 juni 2019 heeft de Belastingdienst/Toeslagen voorschotten kindgebonden budget (€ 1.152,00) en zorgtoeslag (€ 594,00) van [appellant] over 2018 herzien. [appellant] heeft voorschotten kindgebonden budget en zorgtoeslag over 2018 en 2019 ontvangen. Hij kan zich niet vinden in de hoogte van deze voorschotten. Met name omdat hij hoge zorgkosten voor zijn zoon heeft, die hij zonder de toeslagen met een alleenstaande ouderkop (hierna: de ALO-kop) niet kan betalen. Sinds 21 januari 2006 is [appellant] gehuwd met [echtgenote]. Zij hebben samen een zoon. Hun zoon is gediagnosticeerd met suikerziekte. [echtgenote] en haar zoon wonen in Marokko, [appellant] in Nederland. [appellant] heeft een Nederlandse zorgverzekering. [echtgenote] is voor de zorgverzekering meeverzekerd via het Centraal Administratiekantoor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2619
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202002335/1/A2

202003211/1/R3

Bij besluit van 21 april 2020 heeft de raad van de gemeente Dinkelland de aanvraag van [appellant] om een bestemmingsplan vast te stellen voor het perceel [locatie] te Deurningen, afgewezen. [appellant] heeft de aanvraag ingediend om op zijn perceel [locatie] te Deurningen ten zuiden van de bestaande woning een tweede vrijstaande woning te bouwen. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om de aanvraag in te willigen, een ontwerpplan ter inzage gelegd dat de bouw van de woning mogelijk maakt, en de raad voorgesteld om het bestemmingsplan vast te stellen. De raad heeft geweigerd het bestemmingsplan vast te stellen en de aanvraag afgewezen, omdat de woning in strijd is met het beleid in de Nota inbreidingslocaties 2016 en er geen sprake is van bijzondere omstandigheden om af te wijken van het beleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2633
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003211/1/R3

202003586/1/A2

Bij besluit van 5 januari 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het recht van [appellant] op huurtoeslag over 2016 op nihil vastgesteld en € 3.047,00 aan uitbetaalde voorschotten teruggevorderd. [appellant] heeft op grond van een vaststellingsovereenkomst met [schoolverzekering] van 26 oktober 1984 een schadevergoeding van fl. 37.712,50, omgerekend € 17.113,19, ontvangen. Op grond van een vaststellingsovereenkomst met Onderlinge Studenten Gezondheidzorg "SSGZ" U.A. (hierna: SSGZ) van 12 maart 1987 heeft hij een schadevergoeding van fl. 73.990,68, omgerekend € 33.575,51, ontvangen. Beide uitkeringen zijn verstrekt in verband met een fietsongeluk dat [appellant] op 17 juli 1982 in Zuid-Frankrijk heeft gehad met blijvende ernstige invaliditeit tot gevolg. Voor de inkomstenbelasting behoort dit bedrag in de voor deze zaak relevante periode van in totaal en afgerond € 50.689,00 tot het vermogen van [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2646
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak202003586/1/A2

202005046/1/A2

Bij besluit van 7 november 2016 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport [appellant] te kennen gegeven zijn registratie als tandarts in het zogenoemde BIG-register na 31 december 2016 door te halen, tenzij hij uiterlijk op die datum een aanvraag voor herregistratie indient. Het BIG-register is door de minister ingesteld op grond van artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG). Deze wet kent een stelsel van titelbescherming voor bepaalde beroepen, zoals tandarts. Alleen degenen die als tandarts in het register van tandartsen in het BIG-register staan ingeschreven, mogen die titel voeren. In artikel 2 van het Besluit periodieke registratie Wet BIG is bepaald dat een inschrijving in het BIG-register vijf jaar geldig is. Met ingang van 1 januari 2012 geldt dat ook voor inschrijving in het register van tandartsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2647
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202005046/1/A2

202005336/3/V6

Bij besluit van 26 juni 2019 (hierna: besluit I) heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 100,00 wegens het niet tijdig voldoen aan de inburgeringsplicht als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering. Ook heeft de minister bepaald dat [appellante] de lening die zij bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: DUO) heeft afgesloten moet terugbetalen, omdat zij niet op tijd is ingeburgerd. [appellante] betoogt dat zij besluit I niet heeft ontvangen en pas na ontvangst van besluit II ervan op de hoogte is gekomen. De rechtbank heeft volgens haar ten onrechte overwogen dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat haar ex-partner dit besluit waarschijnlijk in ontvangst heeft genomen en voor haar verborgen heeft gehouden. De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat dit in de risicosfeer ligt van [appellante]. Verder voert [appellante] op de zitting aan dat besluit I mogelijk is kwijtgeraakt tijdens haar verhuizing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2637
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005336/3/V6

202005763/1/R1

Bij besluit van 29 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van riolering, het uitvoeren van grondwerkzaamheden en het aanleggen van een weg op het recreatieterrein [locatie 1] in Schoorl (hierna: het perceel) en voor het wijzigen van een uitrit. [vergunninghoudster] is eigenaar van het op het perceel gelegen recreatieterrein en wil daar een aantal recreatiewoningen realiseren. Op grond van het bestemmingsplan "Schoorl-kernen en buurtschappen" rust op het perceel voor het grootste gedeelte de bestemming "Recreatieterrein" en voor het overige de bestemming "Groen". Het perceel heeft verder de dubbelbestemming "Archeologisch waardevol gebied" en de aanduiding "regime I". Vanwege deze dubbelbestemming is in artikel 23 van de planregels bepaalt dat een omgevingsvergunning nodig is voor het aanleggen van riolering, het uitvoeren van grondwerkzaamheden en het aanleggen van een weg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2630
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005763/1/R1

202006031/1/A3

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft TÜV Nederland QA B.V. het verzoek van [bedrijf] om terug te komen van het besluit tot schorsing en van het besluit tot intrekking van haar asbestverwijderingscertificaat afgewezen. [bedrijf] is een bedrijf dat zich bezighoudt met onder meer asbestsanering. Bij besluit van 24 april 2017 heeft TÜV het procescertificaat van [bedrijf] voor asbestverwijdering onvoorwaardelijk geschorst voor een duur van 30 dagen. Bij een controle van projectlocatie [locatie] op 16 maart 2017 zijn afwijkingen geconstateerd ten aanzien van artikelen van Bijlage XIIIa bij artikel 4.27 van de Arboregeling. In bezwaar is die schorsing gehandhaafd. Bij uitspraak van 27 februari 2018 heeft de rechtbank het beroep daartegen ongegrond verklaard. Bij besluit van 18 september 2017 heeft TÜV het procescertificaat van [bedrijf] ingetrokken. Daarbij heeft TÜV zich op het standpunt gesteld dat er binnen twee jaar na een onvoorwaardelijke schorsing opnieuw gronden bestaan voor een onvoorwaardelijke schorsing.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2642
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202006031/1/A3

202006318/1/A3

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring afgewezen. [appellante] is in juli 2018 met twee minderjarige dochters vanuit Curaçao naar Nederland gekomen voor werk en een goede opleiding voor haar kinderen. Zij zijn eerst gaan wonen bij een kennis in Den Haag en daarna bij een andere dochter in een eenkamerwoning in Den Haag. Haar minderjarige zoon woonde toen ook bij haar. Ze kon geen passende woonruimte vinden. Het wonen in de te kleine woning leidde tot gezondheidsklachten, vooral bij een minderjarige dochter. Deze is daarvoor naar een psycholoog gegaan. [appellante] heeft op 6 april 2019 bij het college een voorrangsverklaring als woningzoekende aangevraagd. Daarbij heeft zij een verklaring van een hulpverlener overgelegd inhoudend dat [appellante] vanwege haar woonsituatie voor een voorrangsverklaring in aanmerking komt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2652
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006318/1/A3

202006469/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van RTL Nieuws gedeeltelijk toegewezen en gedeeltelijk afgewezen. RTL Nieuws heeft de minister op grond van de Wob onder andere verzocht om documenten openbaar te maken die betrekking hebben op dierenwelzijn. Daarbij heeft RTL Nieuws verzocht om informatie over het toezicht van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (hierna: NVWA) op bedrijven op het gebied van dierenwelzijn. RTL Nieuws heeft aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in namen van personen binnen de betrokken rechtspersonen. Op basis van dit verzoek heeft de minister 474 dossiers aangetroffen die daarop betrekking hebben, waaronder ook een dossier dat betrekking heeft op [appellant]. De minister heeft besloten die documenten deels openbaar te maken. Aan de weigering passages openbaar te maken heeft de minister artikel 10, tweede lid, aanhef en onder c en g, van de Wob ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2622
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006469/1/A3

202006478/1/A3

Bij besluit van 26 januari 2020 heeft de burgemeester van Schiedam aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. Bij besluit van 26 januari 2020 heeft de burgemeester aan [wederpartij] een huisverbod opgelegd. Daaraan ging op 25 januari 2020 een incident vooraf, waarbij [wederpartij] in zijn woning zijn toen zeventienjarige zoon met een hondenkauwbot op zijn arm heeft geslagen en een ruit in een deur heeft vernield omdat hij dacht dat [de zoon] zijn wiet had gestolen (hierna: het incident). [de zoon] heeft na het incident 112 gebeld. Toen de politie kwam was de situatie weer rustig. De politie zag dat [de zoon] een verdikte elleboog had en dat de ruit gebroken was. [de ex-partner], de moeder van [de zoon] en toenmalige partner van [wederpartij], was niet thuis toen het gebeurde. Aan het besluit is een rapportage van het Crisis Interventie Team (CIT) ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2653
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202006478/1/A3

202006558/1/A3

Bij besluit van 19 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een boete opgelegd van € 20.500,00 wegens het zonder vergunning onttrekken van een woning aan de bestemming tot woning. [appellant] heeft in hoger beroep verwezen naar dat wat hij in beroep heeft aangevoerd. Verder voert [appellant] aan dat de aan hem opgelegde boete, gelet op een uitspraak van de Afdeling van 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2850, moet worden gematigd. Bij besluit van 30 maart 2021 heeft het college, gelet op de uitspraak van de Afdeling van 2 december 2020, de boete gematigd tot € 11.600,00. Het college heeft gesteld dat het besluit van 12 februari 2019 gedeeltelijk wordt herroepen voor wat betreft de hoogte van de boete en voor het overige in stand blijft. Het besluit van 12 februari 2019 wordt als herhaald en ingelast beschouwd met uitzondering van de tekst onder de kopjes ‘Matiging van de boete’ en ‘Proceskosten’.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2620
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202006558/1/A3

202100210/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat besloten op een verzoek van de werkgroep "Oirschot Aquaduct in 't Groen", dat ingediend is op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Op 13 mei 2013 heeft de minister de startbeslissing genomen voor het uitvoeren van een zogeheten MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport)-verkenning om het te verwachten knelpunt op de autosnelweg A58 tussen Eindhoven en Tilburg aan te pakken. In paragraaf 2.2.3 van de startbeslissing staat dat het Rijk voor de periode 2021-2023 een voorlopig budget van € 425 miljoen heeft gereserveerd voor de deeltrajecten Eindhoven - Tilburg - Sint-Annabosch - Galder. Het richtbedrag voor het deeltraject Eindhoven - Tilburg is ruim € 300 miljoen. Een capaciteitsuitbreiding naar 2x3 rijstroken tussen Eindhoven en Tilburg is het uitgangspunt geweest voor de voorlopige reservering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2635
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100210/1/A3

202100325/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2019 heeft de burgemeester van Waalre besloten het bijgebouw op het perceel aan de [locatie 1] in Waalre met ingang van 16 oktober 2019 te sluiten voor een duur van 12 maanden. Aan de [locatie 2] ligt een woonwagenkamp met 16 percelen. [appellant sub A] en [appellant sub B] wonen op het perceel aan [locatie 1] en zijn eigenaren van een bijgebouw op dat perceel. Op 3 september 2019 hebben toezichthouders van de gemeente, ondersteund door de politie, in het kamp een bestuurlijke controle verricht naar diverse bouwwerken en beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis. De bevindingen van die controle zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage van de politie Oost-Brabant van 8 september 2019. De bevindingen over de [locatie 1] zijn in een afzonderlijke bestuurlijke rapportage van 20 september 2019 neergelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2638
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202100325/1/A3

202100459/1/A3

Bij besluit van 14 maart 2019 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd om voor [appellant] een verklaring van geen bezwaar voor het vervullen van de vertrouwensfunctie van piloot af te geven. [appellant] is op 6 september 2018 door TUI Airlines Nederland B.V. (TUI) aangemeld bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) voor een veiligheidsonderzoek-B burgerluchtvaart en afgifte door de minister van een vvgb voor de vertrouwensfunctie van piloot bij TUI. [appellant] woonde van 8 maart 2011 tot en met 18 september 2012 met zijn gezin in Maleisië en van 2 januari 2014 tot en met 30 augustus 2018 in Oman, waar hij heeft gewerkt als piloot bij Oman Air. De minister heeft geweigerd om voor [appellant] een vvgb af te geven omdat het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft opgeleverd voor de conclusie dat er voldoende waarborgen zijn dat [appellant] onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2651
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100459/1/A3

202100608/1/A3

Bij besluit van 24 augustus 2018 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geweigerd om voor [appellante] een verklaring van geen bezwaar voor het vervullen van de vertrouwensfunctie van piloot af te geven. [appellante] is op 2 maart 2018 door KLM Recruitment Services SPL/HU aangemeld bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) voor een veiligheidsonderzoek en afgifte van een verklaring van geen bezwaar (vggb) voor de vertrouwensfunctie van piloot bij de KLM. [appellante] woonde toen ongeveer zes jaar in Qatar en werkte als piloot bij Qatar Airways. Daarvoor woonde en werkte zij als piloot in Curaçao. De minister heeft geweigerd om voor [appellante] een vvgb af te geven omdat het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft opgeleverd voor de conclusie dat er voldoende waarborgen zijn dat [appellante] onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2650
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100608/1/A3

202101037/1/A2

Bij besluit van 6 december 2019 heeft de minister van Economische Zaken aan [appellant sub 1] een schadevergoeding van € 13.805,42, inclusief wettelijke rente, toegekend. [appellant sub 1] is sinds december 2015 eigenaar van de woning aan [locatie] in [woonplaats]. De woning is gebouwd in 1975 en bevindt zich boven het Groningenveld, in het gebied waar zich als gevolg van gaswinning bodemdaling en aardbevingen voordoen. Op 24 december 2018 heeft [appellant sub 1] schade aan de woning als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. De schade is onder meer omschreven als scheuren in de vloer van de hal en de woonkamer. Bij besluit van 20 mei 2020 heeft de Tijdelijke Commissie geen aanleiding gezien een hogere schadevergoeding toe te kennen dan € 13.805,42, inclusief wettelijke rente, voor schades 1 t/m 7.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2625
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202101037/1/A2

202101440/1/R1

Bij besluit van 15 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van zijn gronden aan de [locatie] in Saasveld als waterberging door het waterschap Vechtstromen, afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] te Saasveld en exploiteert daar een landbouwbedrijf en een veehouderij. Volgens het ter plekke geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2010" hebben zijn gronden de bestemming "Agrarisch - 1".[appellant] heeft om handhavend optreden verzocht, omdat het waterschap in strijd met het bestemmingsplan zijn gronden gebruikt voor waterberging, meer in het bijzonder wanneer de nabijgelegen Molenbeek als gevolg van regenval buiten zijn oevers treedt en delen van zijn gronden onder water komen te staan. Het college heeft het handhavingsverzoek op 15 september 2017 afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2624
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101440/1/R1

202101594/1/R1

Bij ongedateerd besluit, bekendgemaakt op 10 februari 2021, heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdame besloten tot de aanwijzing van de locatie ter hoogte van [locatie 2] in Rotterdam voor het plaatsen van twee ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] en anderen wonen op de adressen [locaties]. Ter hoogte van [locatie 2], tegenover hun woningen, staan al twee half verdiepte afvalcontainers. Deze zullen na de plaatsing van de orac’s waarin het bestreden besluit voorziet, worden verwijderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2632
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202101594/1/R1

202101610/1/A2

Bij besluit van 19 juli 2018, herzien bij het besluit van 4 april 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Westland de aan de plantenkwekerij toekomende subsidie op nihil vastgesteld. Het gebied Poelzone wordt geherstructureerd. De herstructurering bestaat uit het realiseren van nieuwe glastuinbouwbedrijven in gebieden die slecht verkaveld zijn en waar verouderde kassen staan. In het kader van de herstructurering moeten woningen worden verplaatst en watergangen vergraven. Om dat te stimuleren heeft de gemeenteraad op 25 oktober 2011 de verordening ‘Tender Herstructurering Poelzone' (hierna: de Subsidieverordening) vastgesteld. Deze verordening voorziet in de vergoeding van (een deel van) de kosten die gemaakt worden voor het verplaatsen van de woningen en de watergangen. Op 12 oktober 2012 heeft [bedrijf] een subsidieaanvraag gedaan voor het verwijderen en verplaatsen van agrarische bedrijfswoningen aan het [locatie 1], locatie 2] en [locatie 3] in Naaldwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2629
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202101610/1/A2

202101611/1/V6

Bij besluit van 1 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat twijfel bestaat over de identiteit van [appellant]. Hij is afkomstig uit Somalië, waardoor de staatssecretaris hem heeft vrijgesteld van het vereiste een geldig buitenlands reisdocument en een gelegaliseerde geboorteakte over te leggen. Op 3 juni 2009 heeft [appellant] onder ede bij de gemeente Zoetermeer verklaard dat hij is geboren op [geboortedatum] 1971. Deze geboortedatum is vervolgens geregistreerd in de basisregistratie personen. In het aanvraagformulier van 15 februari 2010 voor verlenging van zijn verblijfsvergunning heeft [appellant] vervolgens verklaard dat hij is geboren op [geboortedatum] 1950. In zijn aanvraagformulier van 14 maart 2011 voor verlenging van zijn verblijfsvergunning heeft hij verder verklaard dat de geboortedatum [geboortedatum] 1971 juist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2636
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202101611/1/V6

202101775/1/A2

Bij besluit van 2 december 2019 heeft de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen aan [appellant] een schadevergoeding toegekend van € 7.756,45. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie]. De woning is gebouwd in 2003 en bevindt zich boven het Groningenveld, in het gebied waar zich als gevolg van gaswinning bodemdaling en aardbevingen voordoen. Op 16 januari 2018 heeft [appellant] schade als gevolg van mijnbouwactiviteiten in het Groningenveld gemeld bij het Centrum Veilig Wonen. In 2013 is een omvangrijke schade aan de woning behandeld en afgewikkeld. In deze procedure gaat het om nieuwe schades en om schades die volgens [appellant] na herstel in 2013 weer zijn ontstaan door mijnbouwactiviteiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2631
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202101775/1/A2

202102595/1/R4

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 16 september 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een zeer grote doos die op 16 september 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: ORAC) ter hoogte van de Roemer Visscherstraat 281 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar adres op het adreslabel op de doos staat. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die hem naast de ORAC heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2644
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202102595/1/R4

202102920/1/A3

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag tot verlenging van een vergunning voor het in stand houden van een particuliere beveiligingsorganisatie, afgewezen. [appellant] is de eigenaar van het [beveiligingsbedrijf]. Op 18 november 2013 is aan [beveiligingsbedrijf] een vergunning verleend voor het in stand houden van een particuliere beveiligingsorganisatie, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (hierna: Wpbr). De vergunning is tot 1 november 2018 verleend. Op 28 augustus, aangevuld op 10 september 2018, heeft [appellant] een aanvraag gedaan om de vergunning te verlengen. Bij de beoordeling van de aanvraag heeft de minister de relevante gegevens uit het Justitieel Documentatie Systeem (hierna: JDS) geraadpleegd. Hieruit bleek dat [appellant] op 9 oktober 2018 door de politierechter is veroordeeld tot een geldboete van € 300,00, voor mishandeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2623
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202102920/1/A3

202103299/1/R4

Bij besluit van 24 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 28 september 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een platgemaakte witte doos die op 28 september 2020 is aangetroffen naast een bovengrondse papiercontainer ter hoogte van de Regentesselaan 106 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat zijn naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellant] betwist niet dat de doos van hem afkomstig is, maar stelt dat hij de doos in de papiercontainer heeft gedaan. Hij vermoedt dat de doos daar weer uit is gevallen of daar door iemand anders weer uit is gehaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2643
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202103299/1/R4

202103645/1/R4

Bij besluit van 5 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 10 november 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een witte doos die op 10 november 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de Dr. Lelykade 68 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij de doos in de papiercontainer heeft gedaan. Zij voert daarbij aan dat de papiercontainer bijna vol was en dat het vanwege de geringe grootte van de doos is gelukt om hem tussen het andere papier in de papiercontainer te stoppen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2640
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202103645/1/R4

202103846/1/R4

Bij besluit van 25 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 30 december 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een wit vierkant doosje dat op 30 december 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse papiercontainer ter hoogte van de Apeldoornselaan 240 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] het doosje verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist dat zij een doos naast de papiercontainer heeft achtergelaten. Zij stelt dat op de foto’s in het controlerapport niet zichtbaar is dat er een doosje is aangetroffen met daarop haar naam en adres.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2641
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202103846/1/R4

202104175/1/R4

Bij besluit van 7 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 10 november 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een zeer grote doos die op 10 november 2020 is aangetroffen naast een ondergrondse afvalcontainer ter hoogte van de Nannie van Wehlstraat 2 in Den Haag. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar naam en adres op het adreslabel op de doos staan. [appellante] betwist niet dat de doos van haar afkomstig is, maar stelt dat zij niet degene is geweest die de doos naast de ondergrondse container heeft gezet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2639
Datum uitspraak
24 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104175/1/R4

202100316/1/V1

Bij besluiten van 10 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2618
Datum uitspraak
23 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100316/1/V1

202106943/2/V3

Bij besluit van 30 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2613
Datum uitspraak
23 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106943/2/V3

202106740/2/R4

Bij besluit van 22 december 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist aan Schavast B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het slopen van bijgebouwen, kappen van diverse bomen, verbouwen en uitbreiden van het bestaande gebouw en het oprichten van een nieuw bouwdeel aan de Paltzerweg 210 te Zeist. Het vergunde bouwplan voorziet in een herontwikkeling van het bestaande woonzorgcomplex op het perceel naar een woonzorgcentrum met 128 zorgappartementen. Verder voorziet het plan in een huisartsenpraktijk met twee behandelkamers en is er ruimte voor ondersteunende diensten. Aan het perceel is in het bestemmingsplan "Den Dolder Zuid, Bosch en Duin, Huis ter Heide Noord" de bestemming "Maatschappelijk" toegekend. Verder is onder meer de aanduiding "maximum bebouwingspercentage terrein 55%" aan het perceel toegekend. Daarvóór gold op het perceel de 1e herziening van het plan Bosch & Duin 1997 op grond waarvan ter plaatse een maximum bebouwingspercentage van 35% was toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2606
Datum uitspraak
22 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202106740/2/R4

202106858/2/V2

Bij besluiten van 6 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2610
Datum uitspraak
22 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106858/2/V2

202106890/1/V3

Bij besluit van 11 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2609
Datum uitspraak
22 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106890/1/V3

202106892/1/V3

Bij besluit van 11 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2608
Datum uitspraak
22 november 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106892/1/V3

202106735/2/R1

Bij besluit van 30 september 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat de aan [partij A], [partij B] en [partij C] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [partij]) verleende vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken voor het wijzigen en behouden van een motorbrandstofverkooppunt aan de zuidzijde van de Rijksweg A12 ter hoogte van km 140,1 in de gemeente Duiven, ingetrokken per 1 januari 2021. De ingetrokken vergunning op grond van de Wbr is een vergunning voor het behouden en exploiteren van het motorbrandstofverkooppunt aan de zuidzijde van Rijksweg A12 ter hoogte van km 140,1 in de gemeente Duiven. De vergunning is verleend aan [partij]. [partij] heeft op 27 september 2006 met OHN een overeenkomst gesloten, waarbij [partij] aan OHN heeft verhuurd het recht om het verkooppunt te exploiteren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2605
Datum uitspraak
19 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202106735/2/R1

202106846/2/R2

Bij uitspraak van 22 oktober 2021 heeft de rechtbank het beroep van de Vereniging tegen de op 12 mei 2021 door het college op grond van de Wet natuurbescherming verleende ontheffing, ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2607
Datum uitspraak
19 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Flora en fauna
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202106846/2/R2

202101289/1/V3

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2601
Datum uitspraak
18 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101289/1/V3

202103297/2/R3

Bij besluit van 16 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Noordwijk het bestemmingsplan "Zilkerbinnenweg 14 eo" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt in het bollenteeltgebied van De Zilk een burgerwoning nabij Zilkerbinnenweg 14 mogelijk ten behoeve van een initiatief van [partij]. Verder is het nabijgelegen bouwvlak, waarbinnen op grond van het bestemmingsplan "Buitengebied 2015" bedrijfsbebouwing ten behoeve van bollenteelt mag worden opgericht, verkleind met een oppervlakte van ongeveer 4.000 m2. [verzoeker] en anderen zijn eigenaren en gebruikers van omliggende gronden. Zij zijn het niet eens met het mogelijk maken van de burgerwoning in het bollenteeltgebied en hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat in de bodemprocedure uitspraak is gedaan op hun beroep.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2552
Datum uitspraak
18 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202103297/2/R3

202105904/2/R3

Bij besluit van 15 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn het bestemmingsplan "Bentwijck, Benthuizen" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt op een gebied van ongeveer 8,5 hectare tussen de dorpskern Benthuizen en het bedrijvenpark Verbreepark woningbouw mogelijk. Aan de gronden in dit gebied is grotendeels de bestemming "Woongebied" toegekend. Op grond van artikel 6, lid 6.2.1, van de planregels mogen binnen dit gebied in totaal maximaal 200 woningen worden opgericht, waarvan minimaal 54 woningen als sociale huurwoningen worden gerealiseerd. Woningen mogen gebouwd worden in de vorm van vrijstaande woningen, twee-aaneen gebouwde woningen, aaneengebouwde woningen en gestapelde woningen, met dien verstande dat gestapelde woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen worden gebouwd. [verzoeker] is het er niet mee eens dat in het zuidelijke deel van het plangebied aaneengesloten woningen mogelijk zijn gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2545
Datum uitspraak
18 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105904/2/R3

202107218/2/V2

Bij besluit van 17 juli 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2604
Datum uitspraak
18 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107218/2/V2

202102098/2/R3

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om de strijdigheden met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te beëindigen. [verzoeker] heeft in 2017 de kozijnen vervangen van zijn woning aan de [locatie] te Leiden. Op 12 september 2019 hebben de buren van [verzoeker] een handhavingsverzoek ingediend met betrekking tot de vervangen kozijnen. Een toezichthouder van de gemeente heeft naar aanleiding van het handhavingsverzoek op 23 oktober 2019 een controle en op 20 februari 2020 een hercontrole uitgevoerd. Naar aanleiding van de bevindingen van de toezichthouder heeft het college op 16 maart 2020 een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2546
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102098/2/R3

202103428/1/A3 en 202103428/2/A3

Bij besluit van 19 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam [appellant] onder oplegging van een last onder bestuursdwang gelast vanaf drie dagen na dat besluit geen standplaats meer in te nemen zonder vergunning. [appellant] exploiteert een loempiakraam. Ongeveer 20 jaar heeft zij daarvoor een standplaats gehad op het Binnenwegplein te Rotterdam, waarvan zeventien jaar ter hoogte van nummer 20. Bij besluit van 7 februari 2019 heeft het college voor het laatst een vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op die plek. Wegens werkzaamheden aan het Binnenwegplein was de vergunning geldig tot en met 30 juni 2020. [appellant] heeft nieuwe aanvragen ingediend om weer een standplaats ter hoogte van nummer 20 te kunnen innemen. Het college heeft die aanvragen afgewezen bij besluiten van 24 november 2019 en 24 juni 2020 en die besluiten bij het besluit op bezwaar van 26 november 2020 gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2542
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103428/1/A3 en 202103428/2/A3

202103833/1/V2

Bij besluit van 9 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2549
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103833/1/V2

202106098/1/R2 en 202106098/2/R2

Bij besluit van 1 september 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven een omgevingsvergunning verleend voor de herontwikkeling van een bestaand kantoorpand aan de [locatie 1] in Eindhoven naar vijf appartementen. [appellanten] wonen aan de [locatie 2]. Zij kunnen zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning, omdat zij vrezen dat het bouwplan hun woon- en leefklimaat aantast. Tussen partijen is niet in geschil dat de herontwikkeling van het kantoorpand naar vijf appartementen in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Strijp binnen de ring 2007" (hierna: het bestemmingsplan). Op grond van dit plan rust op het perceel de bestemming "Kantoren". De rechtbank heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan kon verlenen, omdat de herontwikkeling van het kantoorpand naar vijf appartementen geen onevenredige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat ter plaatse.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2478
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202106098/1/R2 en 202106098/2/R2

202106531/2/A3

Bij besluit van 6 juli 2021 heeft de burgemeester van Dordrecht besloten de woning van [verzoeker] aan de [locatie] in Dordrecht te sluiten voor de duur van drie maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. [verzoeker] woont in een sociale huurwoning aan de [locatie] in Dordrecht. Op 20 mei 2021 heeft de politie deze woning doorzocht. Op dat moment woonde ook de zoon van [verzoeker] in de woning. Van de doorzoeking is op 28 mei 2021 een bestuurlijke rapportage opgemaakt. Hierin staat dat in de woonkamer, de slaapkamer van de zoon, op het balkon en in de berging in totaal 79,2 g cocaïne, 10,3 g MDMA, 2,4 g heroïne, versnijdingsmiddelen, gripzakjes, weegschalen, een pan met poederresten, een lepel met wit poeder en een lijst met namen van mogelijke klanten is aangetroffen. De burgemeester heeft naar aanleiding hiervan besloten de woning te sluiten. [verzoeker] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat sluiting noodzakelijk en evenredig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2526
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202106531/2/A3

201807412/3/R3

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak, van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1020, heeft de Afdeling het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van het college van 10 juli 2018, waarbij een aanwijzing is gegeven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, te herstellen. In de tussenuitspraak is onder 12.2, 24.1, 32.1 en 39.2 overwogen dat het college in de reactieve aanwijzing niet per perceel inzichtelijk heeft gemaakt waarom omzetting van de bestaande bedrijfswoningen in burger- dan wel plattelandswoningen leidt tot een onevenredige aantasting van de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied en derhalve wel of niet buiten de reactieve aanwijzing konden worden gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2599
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201807412/3/R3

201807485/4/R3

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1019 (hierna: tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Rotterdam opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van de raad van 28 juni 2018, waarbij het bestemmingsplan "Hoek van Holland - Buitengebied" is vastgesteld, te herstellen. In de tussenuitspraak is onder 9.5 overwogen dat in de planregels, noch op de verbeelding, de relatie van de voormalige agrarische bedrijfswoning aan de [locatie1] met het bijbehorende agrarische bedrijf is weergegeven. Tevens is in de tussenuitspraak onder 24.4 overwogen dat in de planregels, noch op de verbeelding, de relatie tussen de voormalige agrarische bedrijfswoningen, die nu als plattelandswoning zijn bestemd, en het bijbehorende agrarische bedrijf is weergegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2598
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201807485/4/R3

201905476/1/R1

Bij besluit van 7 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat geweigerd aan [appellante] krachtens artikel 15.38 van de Wet milieubeheer ontheffing te verlenen van de bij besluit van 29 juni 2015 algemeen verbindend verklaarde "Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden". [appellante] heeft een groothandel in aanhangwagenonderdelen en is importeur van (cover)banden voor aanhangwagens. [appellante] is geen partij bij de overeenkomst en is geen lid van de Vereniging BEM. Voor de afzet van de aanhangwagenbanden moet zij op grond van artikel 2.3, aanhef en onder d, van de overeenkomst een afvalbeheersbijdrage van €1,50 per autoband betalen. Aan haar verzoek om ontheffing daarvan heeft zij, kort weergegeven, ten grondslag gelegd dat haar eigen afvalbeheersysteem ten minste gelijkwaardig is aan het systeem van de overeenkomst. De staatssecretaris heeft de ontheffing geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2587
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Afval
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201905476/1/R1

201907485/1/A2

Bij verschillende besluiten van 2 mei 2017 onderscheidenlijk 12 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze een tegemoetkoming in planschade toegekend aan [partij A] van € 12.950,00, [partij B] van € 15.020,00, [partij C] van 15.850,00G en [partij D] van € 16.950,00. Bij verschillende besluiten van 27 maart 2018 heeft het college de door [appellante] daartegen gemaakte bezwaren gegrond verklaard en de besluiten van 2 mei 2017 en 12 juni 2017 in stand gelaten met aanvulling van de motivering. [partij A] is eigenaar van het perceel met woning [locatie 1], [partij B] van het perceel met woning [locatie 2], [partij C] van het perceel met woning [locatie 3] en [partij D] van het perceel met woning [locatie 4], alle te Annen. Zij hebben verzocht om een tegemoetkoming in planschade omdat dit bestemmingsplan op een perceel tegenover hun woningen nieuwe woningbouw mogelijk maakt. Hierdoor zijn hun percelen met woningen, naar zij stellen, in waarde gedaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2558
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907485/1/A2

201908671/1/A3

Bij besluit van 9 november 2018 heeft de korpschef van politie het verzoek om kennis te nemen van de politiegegevens die over [appellante] zijn verwerkt, deels toegewezen en deels afgewezen. Bij brief van 16 oktober 2018 heeft [appellante] op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens de korpschef verzocht om haar mee te delen of en, zo ja, welke haar betreffende politiegegevens worden verwerkt en wat de aanleiding en het doel zijn van de verwerking. De korpschef heeft het verzoek gedeeltelijk toegewezen en aan [appellante] een overzicht gestuurd van de registraties waarin persoonsgegevens van haar worden verwerkt. [appellante] betoogt dat er geen aanleiding bestaat om gegevens over haar te registreren en dat zij recht op inzage heeft in de gegevens die over haar zijn geregistreerd. Het ontbreekt haar echter aan informatie om te beoordelen of de rechtbank terecht heeft overwogen dat de weigering van de korpschef niet in strijd is met het recht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2593
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201908671/1/A3

202001136/5/R4

Bij tussenuitspraak van 24 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:622 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Veenendaal opgedragen om binnen twaalf weken na de verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 19 december 2019, waarbij de raad het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" heeft vastgesteld, te herstellen. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het plan "Woongebieden 2018" vastgesteld. Dit plan kent aan het perceel van [appellant A] aan de [locatie] de bestemming "Wonen" toe en regelt onder meer dat op het perceel geen tweede woning mag worden gebouwd. [appellant A] wil op het perceel graag een tweede woning bouwen. Hij is daarom tegen dit plan opgekomen. Bij uitspraak van 4 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3042, heeft de Afdeling overwogen dat voor zover het plan niet voorziet in een tweede woning op het perceel aan de [locatie], het plan niet berust op een zorgvuldige belangenafweging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2553
Datum uitspraak
17 november 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202001136/5/R4
vorige pagina1...194195196...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon