Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202102786/2/V2

Bij besluit van 28 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1045
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102786/2/V2

202102790/2/V2

Bij besluit van 28 juli 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1046
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102790/2/V2

202102815/2/V2

Bij besluit van 22 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1044
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102815/2/V2

201804031/4/R1

Bij tussenuitspraak van 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:66, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Texel opgedragen een aantal gebreken te herstellen in zijn besluit van 21 februari 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oudeschild, uitbreiding bedrijventerrein". Het plan voorziet in het uitbreiden van het bedrijventerrein Oudeschild op Texel ten behoeve van het verplaatsen van de Texelse Bierbrouwerij. In de tussenuitspraak is naar aanleiding van het beroep van [appellant sub 2] onder 6.4 overwogen dat het besluit van 21 februari 2018 wat artikel 3, lid 3.4, onder c, van de planregels betreft niet zorgvuldig is genomen. Dit is het geval omdat de raad in die bepaling, anders dan hij heeft beoogd, niet heeft geregeld dat bij toepassing van de desbetreffende afwijkingsbevoegdheid rekening moet worden gehouden met de windvang van windturbines. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad nader onderzoek laten uitvoeren naar de akoestische en verkeerskundige situatie en naar de depositie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1054
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201804031/4/R1

201903149/1/R2

Bij besluit van 10 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Son en Breugel het bestemmingsplan "Buitengebied; herziening 2017" vastgesteld. Het bestreden besluit is een partiële herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied" van 7 februari 2013. Met het plan is beoogd de geldende juridisch-planologische regeling voor het buitengebied te actualiseren. Dit is onder meer gebeurd door de planologische mogelijkheden voor veehouderijen in overeenstemming te brengen met de regels die aan veehouderijen zijn gesteld in de provinciale Verordening ruimte Noord-Brabant. In dat kader zijn in het bestreden besluit aan de bestemmingen "Agrarisch", "Agrarisch met waarden - 1" en "Agrarisch met waarden - 2" onder meer twee afwijkingsbevoegdheden toegevoegd. Daarnaast is in het bestreden besluit een aantal voorwaarden opgenomen waaronder gebruik mag worden gemaakt van de in het plan opgenomen bevoegdheden om de bestemmingen "Agrarisch", "Agrarisch met waarden - 1" en "Agrarisch met waarden - 2" te wijzigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1053
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903149/1/R2

201903985/1/R2

Bij besluit van 28 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loon op Zand [appellant B] dwangsommen opgelegd. [appellante A] en [appellant B] zijn eigenaar van delen van het perceel aan de [locatie] (hierna: het perceel). Op het perceel wordt door onder meer [appellante A] een transportbedrijf geëxploiteerd. Gemeentelijke toezichthouders hebben op 19 april 2017 een controle uitgevoerd op het perceel en daarbij een aantal overtredingen geconstateerd. Nadat bij een tweede controle op 12 september 2017 bleek dat deze overtredingen niet waren beëindigd, heeft het college het besluit van 28 september 2017 genomen. In de besluiten op bezwaar van 6 maart 2018 is het bezwaar van [appellante A] en [appellant B] (hierna samen in enkelvoud: [appellant]) ongegrond verklaard. In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en de besluiten van 6 maart 2018 gedeeltelijk vernietigd. [appellant] is het niet eens met de aangevallen uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1068
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903985/1/R2

201904712/1/V3

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling komt uit Gambia en heeft op 3 juli 2017 in Duitsland om internationale bescherming verzocht. Aangezien de vreemdeling eerder in Italië om internationale bescherming heeft verzocht, heeft Duitsland Italië verzocht de vreemdeling terug te nemen. Italië heeft dit verzoek aanvaard. Daardoor is op 4 oktober 2017 de overdrachtstermijn van zes maanden aangevangen. Deze termijn is echter verlengd tot en met 4 april 2019 omdat is gebleken dat de vreemdeling met onbekende bestemming uit Duitsland was vertrokken. De vreemdeling heeft vervolgens op 17 februari 2018 in Nederland een verzoek om internationale bescherming ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:983
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Verwijzingsuitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201904712/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201904712/1/V3

201905553/1/V3

Bij besluit van 1 juli 2019 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling komt uit Gambia en heeft op 24 november 2017 in Nederland om internationale bescherming verzocht. Aangezien de vreemdeling eerder een verzoek om internationale bescherming in Italië had ingediend, heeft Nederland Italië verzocht de vreemdeling terug te nemen. Italië heeft dit terugnameverzoek niet binnen de gestelde termijn van twee weken beantwoord. Overeenkomstig artikel 25, tweede lid, van de Dublinverordening heeft Italië daarmee het verzoek op 19 december 2017 aanvaard. Bij brief van 12 april 2018 hebben de Nederlandse autoriteiten Italië medegedeeld dat de vreemdeling was ondergedoken en daardoor niet binnen de gestelde termijn van zes maanden kon worden overgedragen. Daarmee is de overdrachtstermijn verlengd tot en met 19 juni 2019. De vreemdeling is vervolgens in Duitsland opgedoken waar hij op 29 maart 2018 een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:984
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Verwijzingsuitspraak
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201905553/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201905553/1/V3

201906190/11/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. Het beroep van de Maatschap richt zich tegen de planregeling voor het perceel [locatie] in Hurwenen. De Maatschap heeft hier een veehouderij met vleeskalveren en melkvee. Zij stelt dat het bestemmingsplan ten onrechte niet de mogelijkheid biedt voor een tweede bedrijfswoning op het perceel. De Maatschap kan zich op dit punt niet met het bestemmingsplan verenigen. Zij stelt dat op haar perceel twee bedrijfswoningen aanwezig zijn. In de eerste plaats is dat de bestaande bedrijfswoning, die in 1952 is gebouwd en die nog steeds als bedrijfswoning in gebruik is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1057
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/11/R4

201906190/12/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. [appellant] woont op het adres [locatie A] te Kerkdriel. [appellant] is eigenaar van het aangrenzende perceel met het kadastrale nummer […], ter plaatse van [locatie B] te Kerdriel. Op dat perceel bevindt zich een gebouw (een voormalige champignonschuur). Aan het perceel en aan deze schuur zijn volgens [appellant] ten onrechte de bestemming "Agrarisch" zonder bouwvlak toegekend. [appellant] vindt dat de raad hier de bestemming "Wonen" met een bouwvlak had moeten toekennen. [appellant] wil de oude, vervallen champignonschuur slopen en een woonhuis in boerderijstijl realiseren. [appellant] betoogt dat de raad hier ten onrechte niet een burgerwoning heeft toegestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1056
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/12/R4

201906190/14/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. [appellant] kan zich niet verenigen met het plan, voor zover het betreft het plandeel "Agrarisch met waarden" en de functieaanduiding "glastuinbouw" ter plaatse van het perceel [locatie] te Rossum. Hij wenst hier een loonbedrijf als hoofdactiviteit te ontplooien, wat in het plan niet wordt toegestaan. [appellant] vindt dat de raad ten onrechte niets met zijn concrete initiatief voor een loonbedrijf (als hoofdactiviteit) heeft gedaan. Het was aan de raad om, zo nodig, een nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een loonbedrijf, aldus [appellant].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1055
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/14/R4

201906231/1/R4

Bij besluit van 16 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden aan de Stichting Psy-Fi een ontheffing verleend voor het in werking hebben van toestellen of geluidsapparaten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder ontstaat. De ontheffing is verleend voor het evenement "Psy-Fi, a shamanic experience 2018". Het college heeft de Stichting Psy-Fi (hierna: Psy-Fi) ontheffing verleend voor een meerdaags, dag-, avond- en nachtdurend evenement dat omschreven is als een multidisciplinair trance-, club- en wereldmuziekfestival met kunst, spiritualiteit en lifestyle. De ontheffing is verleend van 15 augustus 2018 vanaf 08:00 uur tot en met 19 augustus 2018 om 23:00 uur. Het vindt plaats in het recreatiegebied "De Groene Ster" te Leeuwarden. De Groene Ster, die ook omwonenden vertegenwoordigt, heeft bezwaar tegen het festival in deze recreatieve omgeving en de geluidseffecten, met name in de avond- en nachtperiode.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1038
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906231/1/R4

201906233/1/R4

Bij besluit van 22 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden aan de Stichting Welcome to the Village een ontheffing verleend voor het inwerking hebben van toestellen of geluidsapparaten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder ontstaat. De ontheffing is verleend voor het evenement "Welcome to the Village 2018". Het college heeft aan WttV een ontheffing verleend voor een meerdaags, dag- , avond- en nachtdurend evenement. Het is een driedaags festival waar naast muziek, programma’s op het gebied van (Friese) taal, kunst, film en ambacht worden aangeboden. Het festival vindt jaarlijks in juli plaats. De ontheffing is verleend van donderdag 19 juli 2018 vanaf 19:00 uur tot en met zondag 22 juli 2018 om 23.00 uur. Het vindt plaats in het recreatiegebied "De Groene Ster" te Leeuwarden. De Groene Ster, die ook omwonenden vertegenwoordigt, heeft bezwaar tegen het festival in deze recreatieve omgeving en de geluidseffecten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1067
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906233/1/R4

201906941/1/A3

Bij besluit van 26 maart 2018, kenmerk APAD2017-17154, heeft de minister van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. Op 10 juni 2017 vond op het Stationsplein in Amsterdam een incident plaats waarbij een automobilist inreed op voetgangers. Bij het incident vielen zeven gewonden, voornamelijk toeristen. Het Openbaar Ministerie heeft besloten de automobilist niet te vervolgen en de zaak te seponeren. Volgens het OM was er geen opzet in het spel, maar was de automobilist onwel geworden door een te lage bloedsuikerspiegel. [appellant], die zichzelf als ‘public watchdog’ beschouwt, heeft over dit incident bij het OM een Wob-verzoek ingediend. Hij heeft het OM op 26 december 2017 verzocht hem te verstrekken: "door middel van toezending van (bron)documenten waaruit blijkt, althans enig document dat inzicht geeft in (metadata).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1051
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906941/1/A3

201907448/1/A2

Bij besluit van 5 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 31.500,00 toegekend. [appellant] is sinds 26 maart 1997 eigenaar van de woning aan de [locatie] te Lieshout. Hij heeft in 2016 een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan deze aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Moreeshof van 20 februari 2014 het mogelijk heeft gemaakt om een woonzorginstelling voor kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking te realiseren. Woningcorporatie WoCom (hierna: WoCom) heeft met de gemeente een overeenkomst als bedoeld in artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening gesloten, waarbij zij zich heeft verbonden eventuele door het college toe te kennen tegemoetkomingen in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan voor haar rekening te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1048
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907448/1/A2

201907800/1/V3

Bij besluit van 24 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen. De vreemdeling komt uit Nigeria en heeft op 6 september 2018 in Frankrijk om internationale bescherming verzocht. Aangezien de vreemdeling eerder een verzoek om internationale bescherming in Oostenrijk had ingediend, heeft Frankrijk Oostenrijk verzocht de vreemdeling terug te nemen. Oostenrijk heeft dit terugnameverzoek op 4 oktober 2018 aanvaard. Omdat de vreemdeling was ondergedoken, heeft de overdracht tussen Frankrijk en Oostenrijk niet plaatsgevonden. De vreemdeling heeft vervolgens op 27 maart 2019 in Nederland een verzoek om internationale bescherming ingediend. De staatssecretaris heeft op 3 mei 2019 krachtens artikel 18, eerste lid, onder b, van de Dublinverordening Oostenrijk verantwoordelijk gehouden voor de behandeling van dit verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:985
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Verwijzingsuitspraak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201907800/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907800/1/V3

201908473/2/R3

Bij tussenuitspraak van 23 december 2020, (ECLI:NL:RVS:2020:3112), heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Staphorst opgedragen om binnen 10 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van 3 oktober 2019, waarbij een omgevingsvergunning voor het windpark Staphorst is verleend, te herstellen. "Uit de besluitvorming in samenhang met wat ter zitting naar voren is gebracht en is vermeld onder 16.3 kan worden geconcludeerd dat het college in het belang van een goede ruimtelijke ordening handhavend wenst op te treden als de geluidbelasting voor het windpark niet is beperkt tot 45 dB Lden en 39 dB Lnight. Dit is in de omgevingsvergunning echter niet tot uitdrukking gebracht. Daarom is de omgevingsvergunning van 3 oktober 2019 in zoverre in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid."

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1063
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908473/2/R3

201909041/1/R3

Bij besluit van 10 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen aan Stichting Het Houtstek een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een schuur tot een multifunctioneel centrum op het perceel Hoofdweg 9a te Slochteren. Het perceel is in eigendom van de gemeente. De Stichting beschikt over een recht van opstal. Op het perceel staat een leegstaande schuur. Deze schuur staat achter een monumentale boerderij, gelegen op het perceel Hoofdweg 9, dat in eigendom is van Staatsbosbeheer. De Stichting wil op het perceel een multifunctioneel centrum bouwen. De schuur zelf zal worden verbouwd tot een overdekte buitenruimte die in verbinding komt te staan met het nieuw te bouwen multifunctionele centrum. Zij heeft daarvoor een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. [appellant A] en anderen zijn het met de verlening van deze vergunning niet eens. Zij vinden dat het multifunctionele centrum hun woon-, leef- dan wel hun ondernemersklimaat aantast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1064
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909041/1/R3

202000277/1/A2

Bij besluit van 27 februari 2018 heeft het CBR [aanvrager] onder voorwaarden geschikt verklaard voor het besturen van motorijtuigen van de categorieën B en BE voor een termijn van twee jaar. [aanvrager] heeft een aanvraag ingediend voor een verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën B en BE. Naar aanleiding van de aanvraag is [aanvrager] op 6 februari 2018 onderzocht door neuroloog P.L.I. Dellemijn. Dellemijn heeft vastgesteld dat [aanvrager] op 20 juli 2017 en 20 jaar daarvoor een wegraking heeft gehad. Dellemijn kwalificeert deze wegrakingen als epileptische aanvallen en adviseert het CBR om de geldigheidsduur van een aan [aanvrager] te verlenen rijbewijs, overeenkomstig paragraaf 7.2.2 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000, tot twee jaar te beperken. In bezwaar heeft [aanvrager] de kwalificatie van de wegrakingen als epileptische aanvallen betwist. Volgens hem is niet onomstotelijk vastgesteld dat sprake is van epileptische aanvallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1062
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000277/1/A2

202000366/1/A3

Bij besluit van 28 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel de gehele Duivendrechtse Vaart, voor zover binnen de gemeente Ouder-Amstel gelegen, inclusief zijtak en zoals aangeduid op een bij het besluit gevoegde kaart, aangewezen als openbaar water als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening Ouder-Amstel 2017. Bij besluit van 5 april 2018 heeft het college een aanvraag van [aanvrager] om verlening van een ligplaatsvergunning voor een woonboot in de Duivendrechtse Vaart afgewezen. [appellant sub 2] en anderen en [appellant sub 3] en anderen zijn ieder bewoner en/of eigenaar van woonboten die een ligplaats innemen in de Duivendrechtse Vaart. Bij uitspraak van 3 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3273, heeft de Afdeling het besluit van 20 juni 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Amstel Business Park Zuid" vernietigd, voor zover dat ziet op de vaststelling van de plandelen met de aanduiding "woonschepenligplaats".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1059
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000366/1/A3

202000592/1/R1

Bij besluiten van 30 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan respectievelijk [partij A], [partij B] en [partij C] voor tijdelijke bewoning van een aantal bedrijfsruimten in een pand aan de [locatie 1], [locatie 2], [locatie 3], [locatie 4] en [locatie 5] in Leiden. [appellant A] en [appellante B] zijn eigenaren van gronden aan [meerdere locaties] op het bedrijventerrein Roosevelt en Trekvliet. Zij verhuren deze gronden aan bedrijven en vrezen dat de verhuurbaarheid van hun gronden zal verslechteren als woningen op het bedrijventerrein worden toegestaan. Zij verzetten zich al langere tijd tegen bewoning op het bedrijventerrein. In 2017 heeft het college de intentie uitgesproken om een gedeelte van het bedrijventerrein aan de westzijde van de Rooseveltstraat te transformeren naar een gemengd gebied met woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1069
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202000592/1/R1

202000691/1/A3

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goes een verzoek van [appellant] om wijziging van zijn geboortedatum in de basisregistratie personen afgewezen. In de brp is [geboortedatum] 1946 als geboortedatum van [appellant] geregistreerd. Deze datum is gebaseerd op het Marokkaanse paspoort van [appellant] toen hij zich op 2 december 1970 in Nederland vestigde. [appellant] heeft het college verzocht om [geboortedatum] 1946 te wijzigen in [geboortedatum] 1938. Het college heeft dit verzoek afgewezen omdat met de door [appellant] overgelegde documenten niet onomstotelijk is komen vast te staan dat het in de brp vermelde geboortejaar onjuist en de geboortedatum [geboortedatum] 1938 juist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1049
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202000691/1/A3

202001944/1/R2

Bij besluit van 31 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas aan [appellante sub 3] lasten onder dwangsom opgelegd. [vennoten] zijn sinds 28 februari 2003 eigenaren van een perceel met woning, gelegen aan de [locatie A]. Zij zijn tevens vennoten van de vennootschap onder firma [appellante sub 3]. Op 16 oktober 2018 heeft [appellant sub 2] een handhavingsverzoek ingediend. [appellant sub 2] woont aan de [locatie B] te Lottum, in de directe nabijheid van het perceel [locatie A]. Hij heeft zich in het handhavingsverzoek op het standpunt gesteld dat het bestemmingsplan geen transportbedrijf op het perceel [locatie A] toelaat en dat hij in grote mate hinder ondervindt van het vrachtverkeer voor zijn woning. Tijdens controles op 26 februari 2018, 30 januari 2019 en 24 juli 2019 is geconstateerd dat er drie of meer vrachtwagens zijn geparkeerd op het achterterrein van het perceel [locatie A].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1066
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001944/1/R2

202002015/1/A2

Bij besluit van 20 juli 2018 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media uitkeringskosten ten bedrage van € 9.018,72 respectievelijk € 170.397,53 in mindering gebracht op het aan Stichting ASKO verstrekte bekostigingsbedrag ten behoeve van personeelskosten. Met ingang van 1 augustus 2007 is het dienstverband van een voormalige medewerker van de onder het gezag van Stichting ASKO vallende bassischool ‘De Waaier’ geëindigd. Vervolgens heeft de medewerker tot en met 31 december 2012 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangen. Vanaf 1 januari 2011 had de medewerker recht op een bovenwettelijke aansluitende uitkering. Uitbetaling van deze aansluitende uitkering heeft plaatsgevonden vanaf 1 januari 2014. De minister heeft in het besluit van 20 juli 2018 kosten in verband met de bovenwettelijke aansluitende uitkering van de medewerker in mindering gebracht op het bekostigingsbedrag voor het schooljaar 2017-2018 van de onder het gezag van Stichting ASKO vallende basisschool.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1050
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202002015/1/A2

202002346/1/R2

Bij besluit van 11 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout geweigerd aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een verdieping op het bestaande gebouw aan de [locatie] in Den Hout. [appellante sub 2] heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingediend. Het bouwplan voorziet in een uitbreiding van [paviljoen] op het perceel [locatie] met een verdieping op het bestaande gebouw. Voorts voorziet het bouwplan in een uitbreiding van het parkeerterrein. Bij het besluit van 26 juni 2019 heeft het college het door [appellante sub 2] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het primaire besluit herroepen en de gevraagde omgevingsvergunning met voorschriften alsnog verleend. Hiertegen hebben [appellante sub 2] en Milieuvereniging Oosterhout beroep bij de rechtbank ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1052
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002346/1/R2

202002413/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft de directeur bijstand of vertegenwoordiging door [juridisch adviseur] met ingang van 6 augustus 2018 voor een duur van 3 maanden geweigerd. Bij besluiten van 21 december 2018 heeft de directeur van de Belastingdienst de door Import Trading en anderen tegen het besluit van 3 augustus 2018 gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [juridisch adviseur] werkt als juridisch adviseur en verleent rechtsbijstand aan cliënten in geschillen met de Belastingdienst over de BPM (belasting personenauto’s en motorrijwielen). [juridisch adviseur] is door Import Trading en anderen gemachtigd om namens hen in procedures tegen de Belastingdienst op te treden. Omdat [juridisch adviseur] zich volgens de Belastingdienst regelmatig schuldig heeft gemaakt aan onacceptabel gedrag tegenover medewerkers van de Belastingdienst, heeft de directeur [juridisch adviseur] geweigerd als gemachtigde voor een periode van eerst 3 en daarna nog eens 6 maanden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1060
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002413/1/A3

202002859/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2018 heeft de directeur bijstand of vertegenwoordiging door [appellant] met ingang van 6 augustus 2018 voor een duur van 3 maanden geweigerd. Bij besluit van 30 november 2018 heeft de directeur van de Belastingdienst het door [appellant] tegen het besluit van 3 augustus 2018 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellant] werkt als juridisch adviseur en verleent rechtsbijstand aan cliënten in geschillen met de Belastingdienst over de BPM (belasting personenauto’s en motorrijwielen). Omdat [appellant] zich volgens de Belastingdienst regelmatig schuldig heeft gemaakt aan onacceptabel gedrag tegenover medewerkers van de Belastingdienst, heeft de directeur [appellant] geweigerd als gemachtigde voor een periode van eerst 3 en daarna nog eens 6 maanden. Volgens [appellant] is deze weigering op grond van artikel 2:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in strijd met de grondrechten vervat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1061
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002859/1/A3

202004381/1/A3

Bij besluit van 25 april 2019 heeft de Belastingdienst bijstand of vertegenwoordiging door [juridisch adviseur] met ingang van 1 mei 2019 voor een duur van 6 maanden geweigerd. [juridisch adviseur] werkt als juridisch adviseur en verleent rechtsbijstand aan cliënten in geschillen met de Belastingdienst over de BPM (belasting personenauto’s en motorrijwielen). [juridisch adviseur] is door [appellante] gemachtigd om namens haar in procedures tegen de Belastingdienst op te treden. Omdat [juridisch adviseur] zich volgens de Belastingdienst regelmatig schuldig heeft gemaakt aan onacceptabel gedrag tegenover medewerkers van de Belastingdienst, heeft de Belastingdienst [juridisch adviseur] geweigerd als gemachtigde voor een periode van eerst 3 en daarna nog eens 6 maanden. [appellante] kan zich niet verenigen met de weigering van [juridisch adviseur] als gemachtigde, omdat haar zaken bij de Belastingdienst niet door hem kunnen worden behartigd als hij is geweigerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1058
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202004381/1/A3

202004656/1/A3

Bij besluit van 12 december 2018 heeft de burgemeester een vergunning verleend aan ’t Gashoes Venlo B.V. voor de exploitatie van een horeca-inrichting aan de Panhuisstraat 10 te Venlo. Vergunninghouder heeft een exploitatievergunning aangevraagd om een horecabedrijf te exploiteren in een bedrijfsverzamelgebouw aan de Panhuisstraat. [appellant] woont aan de [locatie], naast het bedrijfsverzamelgebouw. In de Beleidsregels ten aanzien van horeca in aangewezen gebieden is bepaald dat aan de Kaldenkerkerweg geen nieuwe horecavestigingen meer worden toegestaan. De burgemeester is met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afgeweken van de beleidsregels en heeft de vergunning verleend. Gezien de aard en omvang van het horecabedrijf zag de burgemeester onvoldoende reden om vast te houden aan het beleid. [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen de verlening van de exploitatievergunning omdat hij vreest dat het horecabedrijf zal leiden tot een toename van overlast door feesten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1065
Datum uitspraak
19 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202004656/1/A3

202101596/2/R3

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "Feyenoord City" vastgesteld. Bij besluit van 21 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van het stadion Feyenoord City. Het bestemmingsplan maakt een grootschalige gebiedsontwikkeling in Rotterdam-Zuid mogelijk, met als belangrijk onderdeel de bouw van een nieuw voetbalstadion voor Feyenoord. Het plan maakt ook nieuwe functies mogelijk ter plaatse van de gronden van Daka en anderen die zich bevinden in het deelgebied De Veranda. Daka en anderen leggen aan hun verzoek onder meer beroepsgronden over de nieuwe planregeling voor hun gronden ten grondslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1039
Datum uitspraak
18 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202101596/2/R3

202102565/2/V1

Bij besluit van 14 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1036
Datum uitspraak
18 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102565/2/V1

202102294/2/V2

Bij besluiten van 12 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om aan hen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1033
Datum uitspraak
17 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102294/2/V2

201902739/1/V2

Bij besluit van 26 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1030
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201902739/1/V2

202000236/2/R2

Bij besluit van 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland aan Oud-Bommenede Vastgoed B.V. een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor de activiteiten "gebruiken in strijd met het bestemmingsplan" en "het verrichten van een activiteit die van invloed kan zijn op de fysieke leefomgeving" voor het realiseren van 17 zorg-recreatiewoningen, een gezondheidscentrum met 3 behandelkamers, een zorgchalet op de minicamping, het in gebruik nemen van de bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting of overnachtingsmogelijkheid voor zorgverleners en het gebruiken van een bestaand gebouw (Jachthuis) voor ontvangst, ontmoeting, zorg-gerelateerde workshops/ cursussen op het perceel Kijkuitsedijk 3 te Zonnemaire. [verzoeker] woont aan de [locatie]. De 17 zorgvilla’s zijn ten oosten van zijn woning voorzien op een afstand van ongeveer 50 meter vanaf zijn woning. Hij verzet zich tegen deze ontwikkeling omdat hij gehecht is aan de ruimte en het uitzicht rondom zijn woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:986
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000236/2/R2

202100243/1/V2

Bij besluit van 16 september 2019, nader aangevuld op 28 januari 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1031
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100243/1/V2

202100472/1/V1

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de ongewenstverklaring opgeheven en een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1080
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100472/1/V1

202101363/2/R3

Bij besluit van 16 december 2020 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan "Kop Assumburgweg" vastgesteld. Het plan voorziet in 540 woningen en ongeveer 4.500 m² bruto vloeroppervlakte aan bedrijvigheid en ruimte voor onderwijsfuncties en zorg. Het plangebied ligt in Moerwijk-Oost in het stadsdeel Escamp, direct naast station Moerwijk. Nu staan in het plangebied een gebouw dat voorheen als brandweerkazerne werd gebruikt en een aangrenzend woonblok. [verzoeker] woont op [locatie]. Zijn woning ligt op een afstand van ongeveer 200 m van het plangebied. Hij vreest voor parkeerproblematiek op het Willem Dreespark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:987
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202101363/2/R3

202101574/2/R4

Bij besluit van 4 februari 2021 heeft de raad van de gemeente Oldebroek het bestemmingsplan "Oldebroek, brandweerkazerne" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 2.340 m² en is gesitueerd aan de Zuiderzeestraatweg aan de oostzijde van Oldebroek. In de huidige situatie is geen bebouwing in het plangebied aanwezig. Een strook aan de westzijde van het plangebied is verhard ten behoeve van het aangrenzende bedrijf aan de Zuiderzeestraatweg 213. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een brandweerkazerne die dient ter vervanging van de oude brandweerkazerne aan de Spronkweg 12 in Oldebroek. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] en anderen betogen dat de keuze van de raad om een brandweerkazerne in het plangebied toe te staan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:989
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101574/2/R4

202102093/1/R1 en 202102093/2/R1

Bij besluit van 10 november 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon het verzoek van [appellant] om de bij besluit van 3 april 2018 opgelegde bouwstop op te heffen, afgewezen. [appellant] is eigenaar van een schuur op het adres [locatie] te Nieuwe Niedorp. Begin 2018 is hij, na een storm, begonnen met werkzaamheden om de schuur te herstellen. Bij besluit van 3 april 2018, gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 4 juli 2018, heeft het college een bouwstop en een last onder dwangsom opgelegd, omdat zonder omgevingsvergunning werd gebouwd. [appellant] en [gemachtigde B] hebben beroep tegen het besluit van 4 juli 2018 ingesteld. De rechtbank heeft dat beroep bij uitspraak van 28 augustus 2018, nrs. HAA 18/3078 en HAA 18/3079, ongegrond verklaard. In de uitspraak is overwogen dat voor de door [appellant] uitgevoerde bouwactiviteiten een omgevingsvergunning vereist is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:981
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102093/1/R1 en 202102093/2/R1

202102350/2/R3

Bij besluit van 22 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht aan Islamitische Stichting Nederland Mevlana Dordrecht een omgevingsvergunning verleend voor het vellen of doen vellen van vier esdoorns en een appelboom op de locatie Vest 118 te Dordrecht, onder het voorschrift van een herplantplicht voor vijf bomen van de soort Acer platanoides met een plantmaat van 18-20. [verzoekers] stellen dat met de kritiek van [deskundige] is aangetoond dat het advies van Stadsbeheer niet aan het bestreden besluit ten grondslag kon worden gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:988
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202102350/2/R3

202103008/2/V1

Bij besluit van 18 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1032
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202103008/2/V1

201802120/2/R2

Bij tussenuitspraak van 29 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1158, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Baarn opgedragen om binnen 26 weken na de verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 20 december 2017 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Landelijk gebied, Landgoed Pijnenburg" te herstellen. In de tussenuitspraak onder 18.3 heeft de Afdeling op de beroepen van SMZ en SNL geoordeeld dat aan het plan geen toereikende motivering ten grondslag was gelegd voor het standpunt van de raad dat optimalisatie van het beheer van het weiland in het deelgebied Overbosch door verbetering van het foerageergebied van de das zal bijdragen aan het vergroten van het natuuroppervlak en daarom als plus mocht worden betrokken bij de saldering als bedoeld in artikel 2.4, derde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Utrecht en de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie, met betrekking tot het Natuur Netwerk Nederland..

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1011
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201802120/2/R2

201807235/1/V2

Bij besluit van 30 juli 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling is geboren op [dag-maand] 1988 en heeft de Iraanse nationaliteit. Zij heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij in Iran wegens haar bekering tot het christendom problemen heeft gekregen. De inlichtingendienst heeft een inval in haar woning gedaan en na onderzoek belastend materiaal gevonden en meegenomen. Als gevolg hiervan heeft de vreemdeling samen met haar echtgenoot Iran verlaten. De staatssecretaris heeft de door de vreemdeling gestelde bekering tot het christendom en de daaruit voortvloeiende problemen ongeloofwaardig geacht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:978
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201807235/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201807235/1/V2

201810191/2/R2

Bij tussenuitspraak van 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:72, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Eemnes opgedragen binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van de gemeente Eemnes van 29 oktober 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Goyergracht Noord (percelen K60-61) Eemnes" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 4.2 overwogen dat de raad, voor zover hij de uitbreiding van een manege tot een bebouwd oppervlak van 350 m2 mogelijk wenst te maken, een voorwaardelijke verplichting in de planregels had moeten opnemen, inhoudende dat de gronden in het plangebied alleen mogen worden bebouwd indien en voor zover de aanleg en instandhouding van maatregelen die noodzakelijk worden geacht voor de landschappelijke inpassing van de met het plan mogelijk gemaakte bebouwing in het plan zijn verzekerd. Dat was ten onrechte niet gebeurd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1019
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201810191/2/R2

201902663/1/A2

Bij besluit van 17 juli 2017 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Hunze en Aa's een verzoek van [appellant sub 1] om schadevergoeding afgewezen. [appellant sub 1] is eigenaar van de woning op het perceel [locatie] te Slochteren. De woning is direct ten oosten van de Woltersumer Ae gelegen. Het algemeen bestuur van het waterschap Hunze en Aa’s heeft het Masterplan Kaden (hierna: het masterplan) vastgesteld ten behoeve van de versterking en verhoging van kaden en oevers langs onder meer de Woltersumer Ae. In het masterplan was voorzien in het verhogen en verbreden van de ten oosten van de woning gelegen kade. [appellant sub 1] heeft het dagelijks bestuur verzocht om, in plaats daarvan, een houten waterkering rondom het perceel aan te leggen, zodat de woning binnendijks zou komen te liggen. Het masterplan is daarop aangepast en de waterkering is in de periode tussen december 2012 en maart 2013 aangelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:997
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201902663/1/A2

201902732/1/V2

Bij besluit van 26 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling is geboren op [dag-maand] 1981 en heeft de Iraanse nationaliteit. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in Iran door zijn bekering tot het christendom problemen heeft gekregen. Eind november 2015 heeft de politie een inval in zijn woning en werkplaats gedaan. Daarbij heeft de politie in de werkplaats een bijbel en in zijn woning onder andere een beeld van Jezus en een bijbel gevonden. Als gevolg hiervan heeft de vreemdeling samen met zijn echtgenote Iran verlaten. De staatssecretaris heeft de gestelde bekering tot het christendom en de daaruit voortvloeiende incidenten ongeloofwaardig geacht. De rechtbank is hem hierin gevolgd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:977
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201902732/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201902732/1/V2

201903001/1/R3

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Krimpenerwaard het bestemmingsplan "Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard" gewijzigd vastgesteld. Het plan heeft als doel de ontwikkeling van natuur en een duurzaam watersysteem in de Krimpenerwaard. Het plan voorziet, onder meer, in de aanleg van natuur op gronden die nu nog in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. De te ontwikkelen natuur zal onderdeel worden van het Natuurnetwerk Nederland. Deze ontwikkeling vloeit voort uit de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021, die in 2014 is gesloten tussen de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de voormalige gemeenten Bergambacht, Ouderkerk, Nederlek, Schoonhoven en Vlist (tegenwoordig gezamenlijk: gemeente Krimpenerwaard). Om de natuurontwikkeling van in totaal ongeveer 2.250 ha planologisch mogelijk te maken, zijn de benodigde bestemmingsplannen voor een aantal deelgebieden van het NNN al vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1012
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903001/1/R3

201905108/1/A2

Bij besluit van 27 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 11.800 toegekend. [partij] is sinds 26 februari 1987 eigenaar van het perceel [locatie] te Leende. Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 6 maart 2014 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied Heeze-Leende 2014". Dat bestemmingsplan maakt op een perceel tegenover het perceel van [partij], aan de overzijde van de straat Boschhoven, de bouw van twee nieuwe woningen mogelijk. Voorheen was daar ingevolge het op 2 februari 2009 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied Heeze-Leende" geen woningbouw toegestaan. Volgens [partij] leidt de planologische verandering tot waardedaling van zijn perceel, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1010
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905108/1/A2

201905114/1/A2

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende aan [derde belanghebbende] een tegemoetkoming in planschade toegekend van € 10.300,00. [derde belanghebbende] is sinds mei 1987 eigenaar van het perceel [locatie 1] te Leende. Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 6 maart 2014 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied Heeze-Leende 2014" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Dat bestemmingsplan maakt op een perceel (hierna: het bouwperceel) tegenover het perceel van [derde belanghebbende], aan de overzijde van de straat Boschhoven, de bouw van twee nieuwe woningen mogelijk. Voorheen was daar ingevolge het op 2 februari 2009 vastgestelde bestemming "Buitengebied Heeze-Leende" (hierna ook: het oude bestemmingsplan) geen woningbouw toegestaan. Volgens [derde belanghebbende] leidt de planologische verandering tot waardedaling van zijn perceel, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1003
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905114/1/A2

201905115/1/A2

Bij besluit van 28 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende aan [partij] een tegemoetkoming in planschade van € 11.500 toegekend. [partij] is sinds mei 1987 eigenaar van het perceel [locatie] te Leende. Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 6 maart 2014 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied Heeze-Leende 2014" (hierna ook: het nieuwe bestemmingsplan). Dat bestemmingsplan maakt op een perceel (hierna: het bouwperceel) tegenover het perceel van [partij], aan de overzijde van de straat Boschhoven, de bouw van twee nieuwe woningen mogelijk. Voorheen was daar ingevolge het op 2 februari 2009 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied Heeze-Leende" (hierna ook: het oude bestemmingsplan) geen woningbouw toegestaan. Volgens [partij] leidt de planologische verandering tot waardedaling van zijn perceel, waardoor hij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1006
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905115/1/A2

201906109/1/A2

Bij besluit van 10 oktober 2017 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de door de stichting, in verband met samenvoeging van scholen ontvangen bijzondere bekostiging voor basisschool CBS De Tryetine, gewijzigd vastgesteld en een bedrag van € 313.928,47 teruggevorderd van de stichting. Bij brief van 2 april 2015 heeft de stichting aan de minister laten weten dat basisschool CBS J.C.P. Salverdaskoalle met ingang van 1 augustus 2015 zal worden opgeheven onder gelijktijdige samenvoeging met De Tryetine. Aan de stichting is in verband met de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de schooljaren 2015-2016, 2016-2017 en 2017-2018 verstrekt voor het onderwijs aan basisschool De Tryetine. Volgens de minister is de aanspraak van de stichting op de bekostiging wegens samenvoeging van de scholen vervallen, omdat op 1 augustus 2015 geen enkele leerling van de op te heffen school Salverdaskoalle naar de beoogde fusieschool De Tryetine is overgegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1023
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201906109/1/A2

201906190/10/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. [appellant] woont op het adres [locatie]. Hij heeft gesteld al vanaf omstreeks 1998 daar te wonen. Daar bevindt zich een voormalige boerderij. [appellant] woont in het voorste deel van de boerderij. In die voormalige boerderij wonen in het achterste deel zijn zus en zwager, te weten op het adres [locatie]a. Op het adres [locatie]b is een uitvaartcentrum aanwezig, dat wordt geëxploiteerd door de [zwager] van [appellant]. Het plan voorziet voor de gronden van [appellant] in de bestemming "Maatschappelijk". Op grond van de planregels is hier een bedrijfswoning en geen burgerwoning toegestaan. [appellant] gebruikt de bebouwing echter wel als burgerwoning en hij wenst dat het plan dit toestaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1013
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/10/R4

201906190/8/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. Het bij besluit van 26 juni 2019 vastgestelde bestemmingsplan heeft betrekking op nagenoeg het gehele buitengebied van de gemeente. [appellant] kan zich niet verenigen met het plandeel met de bestemming "Recreatie" en "specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1", ter plaatse van Maasbandijk 1A te Kerkdriel, waar wordt voorzien in een camping met maximaal 175 zomerhuisjes. De raad heeft ter zitting toegelicht dat [appellant] een chalet op deze camping in gebruik heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1014
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/8/R4

201906190/9/R4

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maasdriel het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2016" vastgesteld. Het bij besluit van 26 juni 2019 vastgestelde bestemmingsplan heeft betrekking op nagenoeg het gehele buitengebied van de gemeente. VDDH Vastgoed is eigenaar van het perceel Maasbandijk 1e in Kerkdriel, kadastraal bekend gemeente Maasdriel, sectie S, nummers 553 en 555. Op deze gronden wordt een watersportcentrum met jachthaven en bijbehorende voorzieningen geëxploiteerd. Op het perceel is ook een bedrijfswoning aanwezig. [appellante sub 2] is eigenaar van het perceel [locatie] in Kerkdriel, kadastraal bekend gemeente Maasdriel, sectie S, nummers […]. Op deze gronden is een horecagebouw aanwezig, met café, feestzaal, cafetaria en een bedrijfswoning. Daarnaast staat er op het perceel een aantal chalets en zijn er verder standplaatsen voor tenten, caravans of campers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1017
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201906190/9/R4

201906397/1/A3

Bij besluit van 6 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gorinchem een verzoek van KVA en [directeur KVA] om handhavend op te treden tegen ASN afgewezen. KVA, gevestigd aan de Spijksedijk 8 in Gorinchem, en [directeur KVA], die ten tijde van het handhavingsverzoek op het adres [locatie] in Gorinchem woonde en werkte, hebben het college verzocht handhavend op te treden tegen ASN, gevestigd aan de Spijksedijk 10 in Gorinchem. Volgens hen parkeert het autoschadebedrijf ASN in strijd met het bestemmingsplan ‘Binnenstad en omgeving’ en artikel 5:2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Gorinchem 2014, (beschadigde) voertuigen op de openbare weg. Het college heeft aan de in bezwaar gehandhaafde afwijzing van het handhavingsverzoek ten grondslag gelegd dat parkeren op de openbare weg door ASN niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat het college voornemens is aan ASN ontheffing te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:992
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906397/1/A3

201906459/1/R4

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft het college de kosten voor toepassing van bestuursdwang gesteld op € 28.942,81 en deze kosten bij [appellant] in rekening gebracht. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] in Voorst waar in 2017 een hennepplantage is aangetroffen. Op 10 januari 2018 heeft de politie aan de gemeente gemeld dat op het perceel een drugslaboratorium was ontdekt en dat het laboratorium werd ontruimd. Toen is geconstateerd dat het afval uit het productieproces in de mestkelders en het riool is geloosd. Op 11 januari 2018 is door controleurs van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel geconstateerd dat de vloeren van de drie productieruimten inclusief de mestgoten zijn besmet. Het gaat hier om ongeveer 60 m² aan vloeroppervlak. Een van de twee mestkelders in de grote schuur is gebruikt om het afval op te slaan en van daaruit in het riool en de sloot te pompen. De andere mestkelder staat vol water. De mestgoot van de productieruimte komt uit op de eerste mestkelder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:996
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906459/1/R4

201907327/1/A2

Bij besluit van 27 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem [appellant] een tegemoetkoming in planschade van € 6.200,00 toegekend. In geschil is de taxatie van de door [appellant] geleden planschade. [appellant] is eigenaar van de vrijstaande recreatiewoning met bijbehorende gronden op het perceel aan de [locatie A] te Gorssel. Bij aanvraagformulier van 14 augustus 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in planschade, bestaande uit een waardevermindering van de woning, die hij heeft geleden als gevolg van het bij raadsbesluit van 7 december 2010 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2010. In het nieuwe bestemmingsplan is een ten zuiden van de woning gelegen gebied aangewezen voor de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, met daarbij behorende agrarische bedrijfsgronden, en voor een zorgtuin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:994
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907327/1/A2

201908115/1/A2

Bij besluit van 4 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Bij brief van 19 oktober 2019 heeft [appellant], in zijn hoedanigheid van eigenaar van twee woonschepen die ligplaats hebben genomen aan de [locatie A] en [locatie B] te Amsterdam (hierna: de woonschepen), het college verzocht om tegemoetkoming in planschade die hij stelt te hebben geleden ten gevolge van de inwerkingtreding van drie planologische besluiten ten behoeve van het realiseren van hoogbouw en een brug op een nabij de ligplaatsen gelegen terrein. Volgens [appellant] heeft dit geleid tot waardevermindering van de woonschepen en de naastgelegen tuin en opstallen aan de oever. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft het college ten grondslag gelegd dat de woonschepen niet duurzaam met de bodem of de oever zijn verenigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:990
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201908115/1/A2

201908401/1/R1

Bij besluit van 7 november 2017 heeft de raad van de gemeente Zutphen de coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing verklaard op de voorbereiding en bekendmaking van het bestemmingsplan "Fort de Pol, Eefde West en Windpark IJsselwind", twee omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen, uitvoeren van een werk, oprichten van een inrichting en een uitweg maken, twee watervergunningen en een ontheffing als bedoeld in de Wet natuurbescherming. Onderdeel van het bestemmingsplan is het Windpark IJsselwind, een initiatief van IJsselwind B.V. en het Waterschap Rijn en IJssel om in dit plangebied gezamenlijk drie windturbines te realiseren. Windturbinelocaties 1 en 2 zijn gelegen ten Noorden van het Twentekanaal in het buitengebied van Zutphen en windturbinelocatie 3 is gelegen op het laagste plateau van Fort de Pol. Daarnaast voorziet het plan onder meer in een reeds onherroepelijk vergund zonnepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1025
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201908401/1/R1

201908786/1/R3

Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Vlaardingen het bestemmingsplan "Windpark Oeverwind" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van twee windturbines met een tiphoogte van maximaal 141 m. De windturbines hebben een beoogd gezamenlijk vermogen van maximaal 7 MW. Initiatiefnemers van het plan zijn VEC en De Windvogel. Midden Delfland B.V. verzet zich tegen het plan. Zij exploiteerde het restaurant "’t Oeverbos" op de locatie kadastraal bekend gemeente Vlaardingen, sectie N, nummer 55 (perceel Maassluissedijk 201-203). Op de gronden van dit perceel rust op grond van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied West" de bestemming "Horeca" met de functieaanduiding "bedrijfswoning". Midden Delfland B.V. vreest dat de bouw van de twee windturbines leidt tot een aantasting van het Oeverbos en tot negatieve gevolgen voor haar bedrijfsbelang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1024
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908786/1/R3

201908963/1/R3

[appellant] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp op hun verzoek tot het vaststellen van een wijzigingsplan voor het perceel [locatie] te Leiderdorp. [appellant] en anderen wonen aan de [locatie] te Leiderdorp. Zij wensen dat het college medewerking verleent aan een wijzigingsplan voor dat perceel, zodat daarop twee extra woningen kunnen worden gerealiseerd. Volgens [appellant] en anderen werkt het college daar ten onrechte niet aan mee. Verder is het college volgens [appellant] en anderen een dwangsom verschuldigd wegens het niet tijdig beslissen op hun verzoek. [appellant] en anderen betogen dat het college de aanvraag van 31 juli 2018 ten onrechte niet heeft aangemerkt als aanvraag om vaststelling van een wijzigingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1004
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908963/1/R3

202000413/1/R2

Bij besluit van 10 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom het "Uitwerkingsplan Nieuwe Vesting, deelplan Paravicini" gewijzigd vastgesteld. Het plan maakt in het plangebied "Paravicini" in Bergen op Zoom de ontwikkeling van twee woongebouwen met parkeerplaatsen planologisch mogelijk. In één gebouw met een maximale bouwhoogte van 12 meter zijn 22 zorgwoningen voorzien. In het andere gebouw met een maximale bouwhoogte van 14 meter zijn 28 levensloopbestendige appartementen, waar zorg kan worden ingekocht, voorzien. Tegenover het plangebied ligt het appartementencomplex "Smitsvest" (hierna: Smitsvest). [appellant] huurt een appartement op de eerste verdieping van dat complex. Gebouw B is het dichtste bij Smitsvest voorzien, op een afstand van ongeveer 50 meter.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:998
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202000413/1/R2

202000595/1/R3

Bij besluit van 17 december 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland de aan K3Delta B.V. bij besluit van 20 september 2013 verleende vergunning voor het ontgronden van de percelen kadastraal bekend gemeente Lienden, sectie O, nrs. 260, 262, 263, 264, 269, 270, 271, 273, 274, 281, 282, 283, 683, 684, 778, 781, 783, 784, 834, 835, 836, 837,1068,1070,1071,1262, 1400 en Echteld sectie I, nrs. 29, 345 en 513 verlengd tot 3 december 2025 en daarnaast vergunning verleend tot 3 december 2025 voor het ontgronden van de percelen, kadastraal bekend als gemeente Lienden, sectie O, nummers 1517,1518,1527,1529,1530,1537, 1538. In 1997 is K3Delta gestart met de ontwikkeling van Lingemeer 1. Dit meer is gelegen direct ten oosten van de weg genaamd Zijveling. Ten westen van die weg lagen landbouwgronden. K3Delta wil komen tot een CO2-neutrale bedrijfsvoering. Zij wil voor de benodigde energie van de elektrische sorteerinstallatie een drijvend zonnepanelenpark inpassen in de gebiedsontwikkeling.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1005
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Ontgrondingen
  • uitspraakin de zaak202000595/1/R3

202000700/1/R1

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân geweigerd aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanbrengen van een zonwering op het perceel [locatie] te Makkum en het gebruiken van een deel van het perceel als terras. [appellante] is eigenaar van een bedrijfspand op het perceel op het bedrijventerrein ‘Tussen de Zijlroeden’. Op 21 januari 2016 heeft [appellante] een van rechtswege verleende vergunning verkregen voor het plaatsen van 10 inpandige recreatieve chalets en het uitbreiden van de horeca in een deel van het bedrijfspand in strijd met het bestemmingsplan "Makkum-Zuidoost", zoals vastgesteld op 4 oktober 2013. De recreatieve chalets zijn sindsdien als zodanig in gebruik. Op 4 juni 2018 heeft [appellante] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een zonwering en voor het gebruiken van een deel van de buitenruimte van het bedrijfspand als terras bij de recreatieve chalets.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:995
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000700/1/R1

202000758/1/R2

Bij besluit van 26 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout het verzoek van [appellant sub 2] om handhavend op te treden tegen een aarden wal, geweigerd. [appellant sub 2] pacht grond van [verpachter] op bungalowpark Bergvliet aan de Salesdreef te Oosterhout. [appellant sub 2] bouwt daar een recreatiewoning. Het perceel is gelegen in een bos en grenst aan een weiland van de [naam familie]. [verpachter] heeft een aarden wal laten aanleggen op de grens tussen de percelen van [familie] en het door [appellant sub 2] gepachte perceel. [appellant sub 2] heeft het college verzocht om handhavend tegen de aangelegde aarden wal op te treden, omdat hij stelt dat de wal zijn vrije uitzicht en zonlicht op zijn gronden wegneemt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1016
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000758/1/R2

202001060/1/R1

Bij besluit van 28 mei 2018 heeft het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Hollandse Delta aan het Waterschap Hollandse Delta een wegenvergunning verleend voor het aanleggen van parkeerplaatsen en het verbreden van de weg nabij de Bommelskoussedijk 3-7 te Klaaswaal. Het Waterschap heeft een wegenvergunning aangevraagd en gekregen voor het aanleggen van parkeerplaatsen en het verbreden van de weg nabij de Bommelskoussedijk 3-7, met als doel om de huidige situatie te verbeteren omdat nu voornamelijk in de berm wordt geparkeerd. Gekozen is om de uitsparingen naast de weg van betere bestrating te voorzien zodat deze meer geschikt zijn om als parkeerplaats te gebruiken. Daarnaast worden op een gedeelte van het dijktalud de parkeerplaatsen verder van de huidige rijloper aangebracht waardoor de bestaande passeermogelijkheid wordt verbeterd. [appellant] heeft een agrarisch bedrijf dat is gevestigd aan de Schenkeldijk te Klaaswaal.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1008
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Waterschapszaken
  • uitspraakin de zaak202001060/1/R1

202001165/1/R1

Bij besluit van 17 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard aan het Waterschap Hollandse Delta (hierna: het Waterschap) een omgevingsvergunning verleend voor de aanleg van parkeerplaatsen op een deel van de Bommelskoussedijk ter hoogte van de nummers 1-10 in Klaaswaal. De gevraagde omgevingsvergunning heeft betrekking op het verharden van een deel van de Bommelskoussedijk ter hoogte van de nummers 1-10 in Klaaswaal met als doel om parkeerplaatsen te realiseren. Het aanleggen van parkeerplaatsen is in strijd is met de ter plaatse geldende agrarische bestemming. Het college heeft daarom een omgevingsvergunning verleend voor het afwijken daarvan. [appellant] heeft een agrarisch bedrijf aan de Schenkeldijk te Klaaswaal. Hij maakt met zware landbouwvoertuigen gebruik van de wegen ter plaatse, waaronder ook de Bommelskoussedijk om zijn in de omgeving gelegen landerijen te bereiken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:968
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202001165/1/R1

202001270/1/R4

Bij besluit van 18 december 2019 heeft de raad en het college van burgemeester en wethouders van Woerden het bestemmingsplan "De Pionier" vastgesteld. Het plan en de daarbij horende omgevingsvergunning voorzien in de bouw van een appartementencomplex met 24 appartementen op het perceel. Op het perceel rusten de bestemmingen "Verkeer" en "Wonen". De beoogde doelgroep van de appartementen bestaat uit senioren. Een aantal omwonenden is het niet eens met de komst van het appartementencomplex en heeft daarom beroep ingesteld tegen het plan en de omgevingsvergunning. De omwonenden stellen onder meer dat het appartementencomplex niet past in de omgeving en ernstige gevolgen zal hebben voor hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1009
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202001270/1/R4

202001365/1/R3

Bij besluit van datum 11 december 2019 heeft de raad van de gemeente Gouda het bestemmingsplan "Turfmarkt 60 Gouda" vastgesteld. Op het perceel Turfmarkt 60 stond sinds de jaren 30 van de vorige eeuw een kerk, die tot 2006 in gebruik was. De kerk is in 2017 gekocht door [Holding]. In 2018 is de kerk deels gesloopt. Volgens de raad had door de sloop van de kerk de regeling voor het in stand houden van het kerkgebouw met bijbehorende goot- en bouwhoogte, die in het bestemmingsplan "Binnenstad West" was opgenomen, geen nut meer. De raad heeft daarom het bestemmingsplan "Turfmarkt 60 Gouda" vastgesteld. [appellanten sub 2] wonen op het perceel [locatie A]. [appellanten sub 4] wonen op het perceel [locatie C]. [appellanten sub 3] wonen op het perceel [locatie D]. Zij, en de Vereniging, zijn het niet eens met de vaststelling van het plan, omdat zij vrezen voor aantasting van privacy en woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1022
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202001365/1/R3

202002662/1/A3

Bij besluit van 23 augustus 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een verzoek van [wederpartij] om vernietiging van de vonnissen die zij bij haar aanvragen om verlening van toevoegingen heeft overgelegd, afgewezen. Op 30 oktober 2017 heeft de toenmalige advocaat van [wederpartij] drie aanvragen om verlening van toevoegingen bij het bestuur ingediend, omdat [wederpartij] in hoger beroep wilde gaan tegen drie vonnissen van de kantonrechter van 18 augustus 2017. Bij deze aanvragen heeft de advocaat de drie vonnissen overgelegd. Op 31 mei 2018 heeft [wederpartij] aan het bestuur verzocht in verband met haar privacy deze drie vonnissen te verwijderen uit zijn systeem. Het bestuur heeft dat verzoek afgewezen. Deze vonnissen vormen volgens het bestuur een noodzakelijk onderdeel van het hele dossier, zowel bij de beoordeling van de aanvraag om rechtsbijstandssubsidie, als bij de vergoeding van de verrichte werkzaamheden door de rechtsbijstandsverlener.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1028
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202002662/1/A3

202002882/1/A3

Bij besluit van 8 mei 2018 heeft de Stichting Bloembollenkeuringsdienst een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. In deze zaak gaat het om het verzoek dat [appellant] op grond van de Wob heeft gedaan. De Afdeling moet beoordelen of de rechtbank terecht tot het oordeel is gekomen dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit van 29 augustus 2018 in stand konden blijven. Het grootste gedeelte van wat [appellant] heeft aangevoerd gaat over fraude die hij op het spoor zou zijn gekomen in de bloembollensector en dat de BKD in strijd zou handelen met de Zaaizaad- en Plantgoedwet waardoor de fraude in stand blijft. Meer specifiek gaat het over een bloembollenkraam met tulpenrassen die volgens [appellant] frauduleus zijn verhandeld of verdwenen. Hierdoor vielen deze rassen volgens [appellant] ten onrechte niet meer onder de failliete boedel van het betrokken bedrijf en is veel schade geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1002
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002882/1/A3

202003142/1/A3

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft de Dienst Uitvoering Onderwijs een verzoek van [appellante] om correctie van haar gegevens op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, afgewezen. [appellante] volgde voortgezet onderwijs aan het Vossius Gymnasium in Amsterdam. Het Vossius, waarvan OSZG het bevoegd gezag is, heeft [appellante] op 19 februari 2018 met terugwerkende kracht per 3 september 2017 uitgeschreven. De Inspectie van het Onderwijs heeft een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van deze uitschrijving. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in het rapport van 15 november 2018. De onderwijsinspectie constateert in dit rapport dat het Vossius onrechtmatig heeft gehandeld bij het uitschrijven van de betreffende leerling. De leerling had niet mogen worden uitgeschreven zonder daaraan voorafgaand de wettelijk voorgeschreven procedure om te verwijderen te volgen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1020
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202003142/1/A3

202003195/1/A3

Bij brief van 17 januari 2018 heeft [appellante] het college van burgemeester en wethouders van Molenlanden verzocht om handhavend op te treden tegen het houden van kampvuuravonden op camping Slingeland aan de Slingelandseweg 19 in Giessenburg. Deze zaak komt er in de kern op neer dat [appellante] er bezwaar tegen heeft dat de Hervormde gemeente op Camping Slingeland kampvuuravonden organiseert. [appellante] woont naast de camping en stelt dat zij overlast van deze kampvuuravonden ervaart. Om te voorkomen dat deze kampvuuravonden plaatsvinden, heeft zij bezwaar gemaakt tegen verschillende besluiten van de burgemeester en het college die dit mogelijk maken. Ook heeft zij het college verzocht handhavend op te treden tegen deze kampvuuravonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:991
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003195/1/A3

202003631/1/A3

Bij besluit van 11 januari 2019 heeft de Inspecteur-Generaal van het Onderwijs (hierna: de inspecteur) het inspectierapport van 15 november 2018 openbaar gemaakt en de verzoeken van [appellante] en haar moeder om rectificatie van het rapport en handhavend op te treden tegen Onderwijsstichting Zelfstandige Gymnasia afgewezen. [appellante] volgde voortgezet onderwijs aan het Vossius Gymnasium in Amsterdam. Het Vossius, waarvan OSZG het bevoegd gezag is, heeft [appellante] op 19 februari 2018 met terugwerkende kracht per 3 september 2017 uitgeschreven. De Inspectie van het Onderwijs heeft een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van deze uitschrijving. De bevindingen van dat onderzoek zijn neergelegd in het rapport van 15 november 2018. [appellante] en haar moeder hebben verzocht om rectificatie en openbaarmaking van dat rapport na rectificatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1018
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202003631/1/A3

202003858/1/R1

Bij besluit van 25 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Noordoostpolder het bestemmingsplan "Landelijk gebied, Klutenpad 6 te Creil" gewijzigd vastgesteld. In het verleden was aan de Klutenpad 6 te Creil een agrarisch bedrijf gevestigd dat zelf aardappelen en uien verbouwde en deze sorteerde en verpakte. Daarnaast sorteerde en verpakte het bedrijf aardappelen en uien die afkomstig waren van andere agrarische bedrijven uit de buurt. Door omstandigheden is het zelf produceren van agrarische producten gestopt en zijn de bedrijfsactiviteiten beperkt tot het sorteren en verpakken voor derden. Door het vervallen van de eigen productie vielen die bedrijfsactiviteiten niet meer binnen de agrarische bestemming. [appellante] woont op het naastgelegen perceel [locatie A]. Dat ligt ten oosten van het plangebied. Zij vreest dat de mogelijkheden die plan biedt, zullen leiden tot onevenredige aantasting van haar woon- en leefklimaat, onder andere door geluidsbelasting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1021
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Flevoland
  • uitspraakin de zaak202003858/1/R1

202003888/1/A2

Bij besluit van 7 augustus 2019 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het verzoek van [verzoeker] om herziening van het besluit tot oplegging van een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer en het besluit tot ongeldigverklaring van zijn rijbewijs afgewezen. Op 2 mei 2016 heeft de korpschef aan het CBR een mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 van het vermoeden dat [verzoeker] niet langer beschikt over de rijvaardigheid of de lichamelijke of geestelijke geschiktheid vereist voor het besturen van de categorieën van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Volgens het bij die mededeling gevoegde mutatierapport van de politie, eenheid Amsterdam, van 29 april 2016 heeft [verzoeker] op die dag gereden over een tramhalte waar mensen aanwezig waren, is hij vanaf de tramhalte over een voetgangersoversteekplaats gereden, heeft hij een aankomende tram afgesneden en heeft hij door een rood verkeerslicht gereden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1015
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202003888/1/A2

202003984/2/V2

De vreemdeling stelt in zijn beroepschrift dat de staatssecretaris ten onrechte nog niet op zijn asielaanvraag van 5 juli 2018 heeft beslist. Daartoe wijst de vreemdeling op de schriftelijke ingebrekestelling die hij op 10 december 2019 bij de staatssecretaris heeft ingediend. Op 7 januari 2020 heeft de vreemdeling, onder verwijzing naar de ingebrekestelling van 10 december 2019, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, heeft dit beroep gegrond verklaard bij uitspraak van 2 februari 2020 in zaak nr. NL20.453 en bepaald dat de staatssecretaris op straffe van een dwangsom uiterlijk op 27 maart 2020 een besluit moet nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1027
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003984/2/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202003984/2/V2

202004188/1/V6

Bij besluiten van 16 november 2016 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante sub 1], [appellante sub 2], [appellante sub 3] en [appellante sub 4] elk een boete opgelegd van € 48.000,00 wegens overtredingen van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De arbeidsinspecteurs van de Inspectie SZW hebben op 6 februari 2014 een controle uitgevoerd bij een onderneming in Schiedam waar de Botlekbrug in aanbouw was. De opdrachtgever voor de brug is Rijkswaterstaat, die de opdracht aan [appellante sub 1] heeft gegeven. [appellante sub 1] heeft de opdracht uitbesteed aan [appellante sub 2], die de opdracht heeft uitbesteed aan [appellante sub 3]. [appellante sub 3] heeft de opdracht uitbesteed aan [appellante sub 4], die op haar beurt de opdracht heeft uitbesteed aan [partij]. De arbeidsinspecteurs hebben waargenomen dat 24 personen werkzaamheden hebben verricht, bestaande uit onder meer lassen, slijpen, bewerken van ijzer en monteren van brugdelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1000
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202004188/1/V6

202004217/1/R1

Bij besluit van 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) geweigerd [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een balustrade op het perceel [locatie] in Egmond aan Zee. De door [appellant] ingediende aanvraag betreft het plaatsen van een balustrade dienend als valbeveiliging op het dak aan de achterzijde van het op het perceel aanwezige gebouw, waarin een autobedrijf gevestigd is. Het college heeft geweigerd om daarvoor een omgevingsvergunning te verlenen. De door [appellant] gewenste balustrade is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Egmond aan Zee Centrum en Boulevard". In het in bezwaar gehandhaafde besluit van 15 januari 2018 heeft het college zich op het standpunt gesteld dat het niet bereid is om voor het bouwplan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1001
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004217/1/R1

202004249/1/V6

Bij besluit van 16 november 2016 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 48.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De arbeidsinspecteurs van de Inspectie SZW hebben op 6 februari 2014 een controle uitgevoerd bij een onderneming in Schiedam waar de Botlekbrug in aanbouw was. De opdrachtgever voor de brug is Rijkswaterstaat, die de opdracht aan [bedrijf A] heeft gegeven. [bedrijf A] heeft de opdracht uitbesteed aan [bedrijf B], die de opdracht heeft uitbesteed aan [bedrijf C]. [bedrijf C] heeft de opdracht uitbesteed aan [bedrijf D], die op haar beurt de opdracht heeft uitbesteed aan [appellante]. De arbeidsinspecteurs hebben waargenomen dat 24 personen werkzaamheden hebben verricht, bestaande uit onder meer lassen, slijpen, bewerken van ijzer en monteren van brugdelen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:999
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202004249/1/V6

202004387/1/R3

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft ten behoeve van het toen nog vast te stellen bestemmingsplan "De Nieuwe Wielewaal" hogere geluidgrenswaarden vastgesteld voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting vanwege verkeerslawaai van de Groene Kruisweg en industrielawaai van het industrieterrein Waal- en Eemhaven. Dit besluit is ongedateerd. Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Rotterdam het bestemmingsplan "De Nieuwe Wielewaal" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1026
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004387/1/R3

202004540/1/R1

Bij besluit van 5 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Middelburg het verzoek van [appellanten sub 1] om handhavend op te treden tegen gebruik van een terrein voor een jaarlijks kinderkamp en een op dat terrein aanwezig toiletgebouw, afgewezen. De Stichting is eigenaar van het scoutingterrein "het Poldertje" aan de Verlengde weg naar Veere. Het scoutingterrein ligt gedeeltelijk binnen de gemeente Middelburg en gedeeltelijk in de gemeente Veere. Aan de gronden in de gemeente Middelburg is in het bestemmingsplan "Buitengebied" de bestemming "Recreatie- Verblijfsrecreatie" met de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - 1" toegekend. Het deel van het terrein dat in de gemeente Veere ligt, heeft op grond van het plan "3e herziening Buitengebied Veere", zoals dat gewijzigd is vastgesteld bij besluit van 6 juni 2019, de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschaps- en Natuurwaarden" en aanduidingen "specifieke vorm van recreatie - scouting 1" en "kampeerterrein".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1007
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004540/1/R1

202100913/1/A2

Bij besluit van 28 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht Car Service een tegemoetkoming in planschade van € 62.268,00 toegekend en Oto Com een tegemoetkoming in planschade van € 16.887,34. Het geschil tussen partijen gaat over de hoogte van de toegekende tegemoetkomingen in planschade. Oto Com is sinds 13 maart 1992 eigenaar van de gronden met motorbrandstoffenverkooppunt (tankstation) met bijbehorende shop aan de Rijksstraatweg 141-143 te Loenen aan de Vecht. Zij is sinds 20 november 1997 ook eigenaar van de gronden met het pompeiland bij het tankstation. Car Service is exploitant van het tankstation met bijbehorende shop.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:993
Datum uitspraak
12 mei 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100913/1/A2

202101624/1/R2 en 202101624/2/R2

Bij besluit van 5 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning aan de [locatie 1] in Panningen. Het college heeft aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande woning aan de [locatie 1] in Panningen. Het perceel is momenteel nog onderdeel van een openbaar park. [appellant] woont aan de [locatie 2], tegenover het perceel. Volgens hem moet het perceel tot het openbare park blijven behoren. Uit een door hem overgelegde lijst van medestanders blijkt dat ook een groot aantal andere omwonenden zich verzet tegen de bouw van een woning in het park.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:979
Datum uitspraak
11 mei 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101624/1/R2 en 202101624/2/R2

202102343/2/R3

Het geding gaat over een aan Pluimveebedrijf het Waddenei Aalsum verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van een omheining op het perceel van het pluimveebedrijf aan de Mockamawei 18 te Aalsum. Uit de dossierstukken blijkt dat het pluimveebedrijf de bedrijfsvoering wenst te wijzigen en een deel van de gronden wenst te gebruiken voor de vrije uitloop van kippen. Ten behoeve hiervan heeft het pluimveebedrijf een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een omheining, welke omgevingsvergunning bij besluit van 9 juli 2019 is verleend. De rechtbank heeft het besluit op bezwaar vernietigd en zelf in de zaak voorzien door het primaire besluit te herroepen en de aanvraag af te wijzen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat bij de beoogde vrije uitloop van 30.000 kippen het er voor moet worden gehouden dat sprake zal zijn van zodanig intensief gebruik van de gronden, dat niet meer gesproken kan worden van een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1034
Datum uitspraak
11 mei 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102343/2/R3

202102516/2/R3

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 26 maart 2021. Het geding gaat over een aan de gemeente Groningen bij besluit van 12 juli 2019 verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van de nieuwe Kattenbrug, aanpassen/herinrichten van de kade en het wijzigingen van de groenstructuur ter plaatse van het Kattendiep/Schuitendiep te Groningen. De rechtbank heeft het tegen dit besluit gerichte beroep van [verzoeker] gegrond verklaard, het besluit van 12 juli 2019 vernietigd en vervolgens bepaald dat de rechtsgevolgen in stand blijven. De rechtbank heeft het besluit vernietigd, omdat niet was gemotiveerd waarom de bouw van de nieuwe Kattenbrug in overeenstemming was met het bestemmingsplan "Openbaar vaarwater" uit 2010. De rechtbank heeft de bouw van de brug vervolgens zelf getoetst aan dit bestemmingsplan en geconcludeerd dat zich geen strijd voordoet met de planregels. De rechtbank heeft daarom de rechtsgevolgen in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1035
Datum uitspraak
11 mei 2021
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102516/2/R3

202102598/2/V2

Bij besluit van 1 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:982
Datum uitspraak
11 mei 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102598/2/V2

202102664/2/V2

Bij besluit van 28 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1029
Datum uitspraak
11 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102664/2/V2

202005577/1/V3

Bij besluit van 8 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1081
Datum uitspraak
10 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202005577/1/V3

202101613/1/V2

Bij besluit van 5 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1253
Datum uitspraak
7 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101613/1/V2

202102387/2/V2

Bij besluit van 4 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:980
Datum uitspraak
7 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102387/2/V2

202102749/2/V1

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Ook heeft hij ambtshalve geweigerd krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdeling achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:976
Datum uitspraak
7 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102749/2/V1

202006788/1/V3

Bij besluit van 26 oktober 2020 heeft de staatssecretaris de vreemdeling de toegang tot Nederland geweigerd en haar een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. De vreemdeling komt uit Colombia. Om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, gelden sinds maart 2020 tijdelijke reisrestricties voor personen die uit derde landen naar Nederland willen reizen. De vreemdeling is bij aankomst op Schiphol op 26 oktober 2020 als gevaar voor de volksgezondheid beschouwd en haar is de toegang tot Nederland geweigerd. Omdat er op korte termijn geen terugvlucht naar Colombia beschikbaar was, is aan haar in afwachting van vertrek ook een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd. De vreemdeling zou op 29 oktober 2020 terugkeren naar Colombia, maar haar vlucht werd geannuleerd, omdat zij op 28 oktober 2020 tien dagen in quarantaine moest vanwege een met corona besmette kamergenoot in detentie. Na de quarantaineperiode kreeg de vreemdeling opnieuw een kamergenoot die positief getest bleek te zijn op het coronavirus.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:967
Datum uitspraak
7 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006788/1/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006788/1/V3

202100367/1/V1

Bij besluit van 22 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:973
Datum uitspraak
6 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100367/1/V1

202102400/2/V2

Bij besluit van 3 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:975
Datum uitspraak
6 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102400/2/V2

202102553/2/V2

Bij besluit van 5 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:970
Datum uitspraak
6 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102553/2/V2

202102557/2/V2

Bij besluit van 5 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:971
Datum uitspraak
6 mei 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102557/2/V2

202005805/1/V2

De vreemdeling heeft tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:947
Datum uitspraak
4 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005805/1/V2

202005816/1/V2

De vreemdelingen hebben tegen het uitblijven van een besluit op hun aanvragen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen beroepen ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:948
Datum uitspraak
4 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005816/1/V2

202005821/1/V2

De vreemdeling heeft tegen het uitblijven van een besluit op haar aanvraag om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:949
Datum uitspraak
4 mei 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005821/1/V2
vorige pagina1...194195196...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon