Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.777
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202005767/1/A3

Bij besluit van 13 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het aan de openbaarheid onttrekken van een gedeelte van het perceel [locatie 1] in Bilthoven afgewezen. [partij] is eigenaar van het perceel. Hij heeft een hekwerk langs het voorterrein geplaatst, dat fungeert als parkeerplaats. [appellant] woont op het perceel naast dat van [partij], op [locatie 2]. Hij heeft op 2 februari 2017 bij het college een verzoek om handhaving ingediend. Volgens [appellant] is een deel van het voorterrein openbare weg en wordt door het hekwerk de bruikbaarheid van de weg belemmerd. In deze zaak gaat het om beantwoording van de vraag, of het deel van het voorterrein van [partij] in de vorm van een halfrond (hierna: het voorterrein) een openbare weg is in de zin van de Wegenwet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:129
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005767/1/A3

202005987/1/R1

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Hoek Lageweg-Zandpad Poortvliet" vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de zuidzijde van Poortvliet, op de hoek van het Zuidplantsoen en het Zandpad. [partij] is eigenaar van de locatie en heeft de gronden sinds 2005 deels in gebruik als fruitboomgaard. Op grond van het vorige bestemmingsplan "Kommen Gemeente Tholen" was op de locatie met agrarische bestemming geen fruitteeltbedrijf en bebouwing toegestaan. [partij] wil een schuur met koelcel en bedrijfswoning op de locatie te realiseren en de locatie voor het overige gebruiken als fruitboomgaard. [appellant sub 1] en anderen wonen op percelen die zijn gelegen in de nabije omgeving van het plangebied. [appellante sub 2] woont op het perceel [locatie A], dat zich eveneens in de nabijheid van het plangebied bevindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:171
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202005987/1/R1

202006300/1/A3

Bij besluit van 10 oktober 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland een verzoek van Avanzo en anderen om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) documenten openbaar te maken afgewezen. In 2005 heeft het college aan [bedrijf] een subsidie van € 504.045,- verleend voor de bouw van een vergassingsinstallatie ter realisatie van een duurzame en effectieve energieopwekking en de productie van synthesegas. [bedrijf] was opgericht door Emiko en Avanzo en is op 1 december 2016 opgehouden te bestaan. Avanzo is de holdingvennootschap van [appellant sub 1A], Emiko is de holdingvennootschap van [appellant sub 1B]. Het college heeft openbaarmaking van de gevraagde documenten bij het besluit van 10 oktober 2018 geweigerd op grond van onder andere artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b, e en g, van de Wob. Volgens het college bestaat er geen overeenkomst tussen hem en [persoon].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:133
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006300/1/A3

202006335/1/R3

Bij besluit van 28 september 2020 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Buitengebied herstel verbeelding" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" is vastgesteld door de raad op 27 mei 2013. Het bestemmingsplan Buitengebied Noordwest" stelde de raad vast op 10 maart 2014. In de loop der jaren is gebleken dat de verbeeldingen van beide plannen op onderdelen gebrekkig zijn. Dit plan beoogt de gebreken op de verbeeldingen te herstellen. Op een later moment wordt een plan in procedure gebracht waarmee gebreken in de planregels worden hersteld. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie 1], kadastraal aangeduid als Lonneker [...]. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:108
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202006335/1/R3

202006494/1/R3

Bij besluit van 5 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van het bijgebouw op het perceel [locatie 1] te Enschede als woning afgewezen. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie 1], kadastraal aangeduid als Lonneker AA341. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt. In ruil daarvoor nam de gemeente de inspanningsverplichting op zich om een tweede woning mogelijk te maken op het perceel. Op 27 mei 2013 is het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld, waarin een tweede woning mogelijk is gemaakt op het perceel. In 2015 heeft [appellant] een bijgebouw bij de woonboerderij op het perceel [locatie 1] vergunningvrij verbouwd tot een mantelzorgwoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:107
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006494/1/R3

202006496/1/R3

Bij brief van 28 april 2020 heeft [appellant] beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van een volgens hem van rechtswege verleende omgevingsvergunning. [appellant] was eigenaar van het perceel [locatie A], kadastraal aangeduid als Lonneker AA341. Op dit perceel had hij een woonboerderij, bijgebouwen en een voormalig agrarisch bedrijf. In het kader van een Rood-voor-Rood-overeenkomst die hij met de gemeente heeft gesloten in 2009, heeft [appellant] de kippenschuur op het perceel gesloopt. In ruil daarvoor nam de gemeente Enschede de inspanningsverplichting op zich om een tweede woning mogelijk te maken op het perceel. Op 27 mei 2013 is het bestemmingsplan "Buitengebied Zuidoost" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld, waarin een tweede woning mogelijk is gemaakt op het perceel. In 2015 heeft [appellant] een bijgebouw bij de woonboerderij op het perceel [locatie A] vergunningvrij verbouwd tot een mantelzorgwoning, waarna de ouders van [echtgenote van appellant] hier zijn gaan wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:109
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006496/1/R3

202006719/1/R4

Bij besluit van 12 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wageningen het bestemmingsplan Bergweide vastgesteld. Het plan voorziet onder meer in een verlenging van de maximale duur van een circus dat maximaal eenmaal per kalenderjaar mag plaatsvinden op een terrein tussen de Ritzema Bosweg, Bosrandweg, Englaan en Belmontelaan, te Wageningen (hierna: het terrein) van maximaal 7 aaneengesloten dagen naar maximaal 10 aaneengesloten dagen (inclusief opbouwen en afbreken). Ook voorziet het plan in het mogelijk maken van het eenmaal per kalenderjaar op het terrein stallen van mobiele woonwagens voor de kermis, die elders in Wageningen plaatsvindt. [appellant] en anderen kunnen zich met deze onderdelen van het plan niet verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:164
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006719/1/R4

202100059/1/A3

Bij besluit van 2 juni 2017 heeft de korpschef van politie besloten op een verzoek van [appellante] om haar mede te delen of hij persoonsgegevens van haar verwerkt. [appellante] is in verscheidene procedures verwikkeld over de manier waarop zij is behandeld door de politie en hoe daarbij met haar persoonsgegevens is omgegaan. In een disciplinair onderzoek naar een wijkagent zijn persoonlijke gegevens en verklaringen van [appellante] met de wijkagent gedeeld, terwijl zij daarvoor geen toestemming had gegeven. De wijkagent heeft de gegevens gedeeld met derden, waaronder de pers. Het disciplinair onderzoek heeft uiteindelijk geleid tot het ontslag van de wijkagent. Omdat [appellante] precies wil weten aan wie de korpschef haar persoonsgegevens heeft verstrekt, heeft zij de korpschef op 28 februari 2017 verzocht om haar mede te delen of hij haar persoonsgegevens verwerkt en, indien dat het geval is, welke persoonsgegevens worden verwerkt, wat daarvan het doel is en aan wie die gegevens zijn verstrekt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:148
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202100059/1/A3

202100506/1/A3

Bij besluit van 7 augustus 2018 heeft de burgemeester van Eindhoven een aan [appellant] verleende drank- en horecavergunning en aanwezigheidsvergunning ingetrokken. Op 10 april 2012 heeft de burgemeester een drank- en horecavergunning verleend aan [appellant] voor [café]. Ook heeft [appellant] op 3 oktober 2016 een aanwezigheidsvergunning van de burgemeester gekregen voor de aanwezigheid van kansspelautomaten in het café. De burgemeester heeft op 25 mei 2018 van de politie een bestuurlijke rapportage ontvangen. Daarin staat vermeld dat [appellant] € 676.101,- aan onverklaarbaar vermogen had. Bij vonnis van 1 mei 2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:2088, is hij door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor gewoontewitwassen en het medeplegen daarvan tot een gevangenisstraf van negen maanden. Ook is een bedrag van in totaal € 678.705,02 verbeurdverklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:132
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202100506/1/A3

202100732/1/A3

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek van [appellant A] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. [partij] heeft de minister op 8 september 2014 verzocht om openbaarmaking van alle gegevens over ‘Potato spindle tuber viroid’ tests die bij hem in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd, om zich goed te kunnen voorbereiden op lopende procedures. Bij besluit van 25 november 2014 heeft de minister gereageerd op dat verzoek. Daarbij heeft de minister medegedeeld dat 114 documenten zijn aangetroffen. De minister heeft documenten deels openbaar gemaakt. Ook heeft de minister documenten deels niet openbaar gemaakt, omdat openbaarmaking daarvan niet opweegt tegen de belangen van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling. Ook zijn enkele documenten bestemd voor intern beraad waarin persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen niet openbaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:138
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100732/1/A3

202100775/1/R4

Bij besluit van 28 oktober 2019 heeft het college0van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,00 ineens, gelast om binnen acht weken na verzending van dit besluit het privacyscherm aan de leilindebomen in zijn tuin op het perceel [locatie] in Maarssen te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel dat aan de achterzijde grenst aan het Harmonieplein. Om inkijk vanuit de appartementen aan het Harmonieplein te voorkomen, heeft [appellant] een kunststof bladernet vastgemaakt aan de leilindebomen die achter in zijn tuin staan. Een bewoner van één van de appartementen aan het Harmonieplein heeft het college verzocht om handhavend tegen het privacyscherm op te treden. Het college heeft dat gedaan door aan [appellant] een last onder dwangsom op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:141
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100775/1/R4

202100820/1/R1

Bij besluit van 15 december 2020 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost van Amsterdam besloten tot de aanwijzing van de locatie met het nummer 1087 MP-116 voor het plaatsen van drie containers. [appellant] woont op het adres [locatie A] te Amsterdam, nabij de aangewezen locatie. Op de locatie komen twee ondergrondse afvalcontainers voor restafval en voor glas en een bovengrondse container voor groente- en fruitafval.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:168
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100820/1/R1

202101126/1/A3

Bij besluit van 10 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] voor een voorrangsverklaring afgewezen. Bij besluit van 6 december 2019 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Op 8 april 2019 heeft [appellante] een aanvraag ingediend voor een voorrangsverklaring. [appellante] geeft in de aanvraag aan dat haar tweekamerwoning te klein is voor haar gezin, dat toen uit haar en haar twee minderjarige kinderen bestond. In december 2020 heeft zij een derde kind gekregen. Het college heeft in het besluit van 6 december 2019 vermeld dat voor het gezin van [appellante] de gebruiksoppervlakte van een woning, conform artikel 7.18 van het Bouwbesluit 2012, minimaal 36 m² (12 m² per persoon) diende te zijn. Uit de uitdraai van "De Haagse Bron" blijkt dat de woonoppervlakte van de woning 39 m² bedraagt. De woning van [appellante] was daarom passend voor haar gezin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:151
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101126/1/A3

202101235/1/R1

Bij besluit van 13 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Edam-Volendam het verzoek van [appellante] aan het college om krachtens artikel 29.4 van de planregels het bestemmingsplan "Dorpskernen 2016" te wijzigen, afgewezen. [appellante] is eigenaar van een braakliggend perceel, [locatie 1] in Warder. In het bestemmingsplan "Dorpskernen 2016" van de gemeente Edam-Volendam is aan dit perceel de bestemming "Wonen" met de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid" toegekend. Aan een groot deel van dit perceel is ook de gebiedsaanduiding "milieuzone - geurzone" toegekend. Het college is ter plaatse van de aanduiding "wetgevingszone - wijzigingsbevoegdheid" bevoegd om ten behoeve van een nieuwe woning een bouwvlak te vestigen. Eén van de wijzigingsvoorwaarden is dat het agrarisch bedrijf op het perceel [locatie 2] is beëindigd. Aan het perceel [locatie 2] is deels de bestemming "Agrarisch met waarden" en deels de bestemming "Wonen" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:134
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101235/1/R1

202101299/1/A2

Bij besluit van 21 november 2019 heeft Vereniging Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2203 voor de periode 19 november 2019 tot en met 31 juli 2021 een toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs voor [zoon], de zoon van [appellante], afgegeven. Het swv is een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het primair onderwijs en heeft onder meer tot taak om te beoordelen of leerlingen toelaatbaar zijn tot het speciaal onderwijs. Pricoh is het bevoegd gezag van de protestants christelijke basisschool De Palm in Elim. Pricoh is voor die school aangesloten bij het swv. [zoon] is vanaf 26 oktober 2015 als leerling ingeschreven bij basisschool De Palm. In september 2019 heeft de school [zoon] aangemeld bij de Commissie Arrangeren. In de aanmelding heeft de school gemeld handelingsverlegen te zijn vanwege het gedrag van [zoon]. Vanwege de gedragsproblemen op school was hij ten tijde van de aanmelding elke dag slechts kortdurend op school aanwezig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:178
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202101299/1/A2

202101488/1/R1

Bij besluit van 14 februari 2019 (hierna: besluit I) heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Elio B.V. een omgevingsvergunning verleend, voor zover hier van belang, voor het plaatsen van balkons aan de gevel van het pand aan de Maarten Harpertszoon Trompstraat 29 in Amsterdam. Het aanbrengen van de balkons is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "De Baarsjes", omdat aan de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft, de bestemmingen "Wonen" en "Tuin" zijn toegekend en de balkons gesitueerd zijn buiten het binnen de bestemming "Wonen" opgenomen bouwvlak en boven de bestemming "Tuin". Het college heeft een omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang gelezen met artikel 27, eerste lid, aanhef en onder e, van de planregels van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:159
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101488/1/R1

202101553/1/R1

Bij besluit van 19 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van het gebruik van de woning aan de [locatie 1] te Domburg. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] (hierna ook: de woning) en de op het achtererf gelegen recreatiewoning [locatie 2] (door het college ook wel aangeduid als zomerwoning, hierna aangeduid als recreatiewoning). Hij woont daar zelf niet. Op 26 mei 2014 heeft het college aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de woning en het bouwen van een recreatiewoning op het achtergelegen erf. Bij een controle op 14 augustus 2018 hebben toezichthouders van de gemeente geconstateerd dat de recreatiewoning en vier appartementen in de woning worden gebruikt voor recreatieve verhuur en dat in de woning één appartement permanent wordt bewoond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:158
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202101553/1/R1

202101637/1/R1

Bij besluit van 6 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellante] om een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik van het gebouw aan de [locatie 1] tot en met [locatie 2] in Amsterdam (hierna: het gebouw) van werkplaats met een bruto vloeroppervlakte van 818 m² naar detailhandel met een bvo van 804 m², buiten behandeling gesteld. [appellante] heeft op 26 januari 2018 een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangevraagd voor wijziging van het gebruik van het pand [locatie 1] tot en met [locatie 2] van een garage- herstelbedrijf met een bvo van 818 m² naar detailhandel met een bruto vloeroppervlak (hierna: bvo) van 804 m². Zij heeft zich bij de indiening van de aanvraag op het standpunt gesteld dat een omgevingsvergunning niet nodig is en dat haar aanvraag daarom buiten behandeling dient te worden gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:157
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101637/1/R1

202101811/1/R1

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Parkeergarage Purmersteenweg 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een ondergrondse parkeergarage met maximaal 320 parkeerplaatsen mogelijk aan de voorzijde van het stadhuis aan de Purmersteenweg in Purmerend. Boven de beoogde parkeergarage wordt de openbare ruimte opnieuw ingericht. Het plangebied is momenteel grotendeels in gebruik als parkeerterrein met enkele groenstroken. [appellant] woont direct naast het plangebied aan de Purmersteenweg 40 en kan zich niet verenigen met de vaststelling van het plan. Hij heeft bezwaar tegen de keuze voor een ondergrondse parkeergarage en het als gevolg daarvan wegbestemmen van de Magnoliastraat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:137
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101811/1/R1

202101844/1/R1

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Medemblik het bestemmingsplan "Transformatie recreatieparken De Maar, De Kogge 1 en De Kogge 3" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet onder meer in de omzetting van de recreatiebestemming van het Bungalowpark De Kogge Oostwoud (hierna: De Kogge 1) naar een woonbestemming. [appellant] woont aan de [locatie] te Oostwoud naast De Kogge 1. Het recreatiepark bestaat uit vijftien recreatiewoningen en twee stacaravans. De recreatiewoningen worden al jarenlang permanent bewoond door starters en senioren. De twee stacaravans op het park worden nog recreatief gebruikt en dit gebruik is in het plan onder het overgangsrecht gebracht. De infrastructuur op De Kogge 1 bestaat onder meer uit een halfverharde ontsluitingsweg die in eigendom, beheer en onderhoud is bij de Vereniging. [appellant] kan zich niet verenigen met het bestemmingsplan voor zover dat gaat over de locatie van De Kogge 1.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:136
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202101844/1/R1

202101904/1/A2

Bij besluit van 22 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant] woont op het adres [locatie] te Eersel. Hij heeft verzocht om een tegemoetkoming in planschade ten gevolge van het op 29 september 2009 vastgestelde en op 10 november 2009 in werking getreden bestemmingsplan "Buitengebied" (hierna: het nieuwe bestemmingsplan). De aanvraag heeft betrekking op de kadastrale percelen gemeente Eersel, sectie K nummers 305, 847, 846, 319, 326 en 307. Volgens [appellant] is in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming op zijn percelen gewijzigd, waardoor hij schade lijdt. Het college heeft aan het besluit van 22 januari 2019 een door Gloudemans opgesteld advies van 20 december 2018 ten grondslag gelegd. In het advies is vermeld dat [appellant] ten tijde van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan niet in een vermogensrechtelijke relatie stond tot perceel 307.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:150
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202101904/1/A2

202102232/1/R1

Bij besluit van 9 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waterland geweigerd om aan De Zeilhoek een bouwvergunning en vrijstelling te verlenen voor de uitbreiding van haar jachthaven en de nieuwbouw van een watersportcentrum aan de Hoogedijk in Katwoude. De Zeilhoek is eigenaar van de jachthaven en het watersportcentrum gelegen aan de Hoogedijk 6-7 te Katwoude. De Zeilhoek en de gemeente Waterland zijn sinds 1998 in gesprek met elkaar over de uitbreiding van de jachthaven. Op 30 juni 2008 heeft De Zeilhoek onder de destijds geldende Woningwet een aanvraag om een bouwvergunning ingediend voor de uitbreiding van de jachthaven en de nieuwbouw van gebouwen en voorzieningen en daarbij ook om vrijstelling gevraagd op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:135
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202102232/1/R1

202102293/1/V2

Bij besluit van 26 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling komt uit Iran. Zij voert aan dat zij zich in Iran heeft afgewend van de islam en zich heeft bekeerd tot het christendom en dat zij als gevolg daarvan problemen heeft ondervonden met de Iraanse autoriteiten, waardoor zij niet naar Iran kan terugkeren. De staatssecretaris heeft de gestelde afvalligheid, bekering en problemen als gevolg van de bekering ongeloofwaardig geacht. Hij heeft het wel geloofwaardig geacht dat zij 'wat afstand heeft genomen van de islam' en dat zij een aantal keer is opgepakt door de autoriteiten. Omdat de staatssecretaris dit onvoldoende zwaarwegend acht voor vergunningverlening, dat wil zeggen dat dit niet zo ernstig is dat hij aanneemt dat zij wordt vervolgd, heeft hij haar asielaanvraag afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:94
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202102293/1/V2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202102293/1/V2

202102510/1/R1

Bij besluit van 27 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd aan [wederpartij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van het gebruik van de eerste bouwlaag van het pand aan de [locatie] te Amsterdam van zakelijke dienstverlening naar zakelijke dienstverlening en wonen. [wederpartij] woont aan de [locatie] en is eigenaar van het pand op dat perceel. Op het perceel is het bestemmingsplan "Stadion en Beethovenbuurt" van toepassing. In dit bestemmingsplan is aan het perceel onder meer de bestemming "Gemengd - 2" toegekend. Bij besluit van 13 juli 2018 is aan [wederpartij] een last onder dwangsom opgelegd om het gebruik van de eerste bouwlaag van het pand op het perceel als woning te staken. Op 1 oktober 2018 heeft [wederpartij] een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het wijzigen van het gebruik van de eerste bouwlaag aan de [locatie] voor zakelijke dienstverlening naar zakelijke dienstverlening en wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:146
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202102510/1/R1

202102724/1/R1

Bij besluit van 27 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Drechterland het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het zonder een omgevingsvergunning aanleggen van een uitweg bij de [locatie A] te Wijdenes, afgewezen. [appellante] woont aan de [locatie B] in Wijdenes. Aan de [locatie A] woont [belanghebbende]. Naast het perceel van [belanghebbende] en nabij [locatie C] ligt een begraafplaats. [belanghebbende] heeft een deel van zijn perceel bestraat en een uitweg gerealiseerd vanaf zijn perceel naar het toegangspad van de begraafplaats. Ten behoeve van deze uitweg heeft [belanghebbende] een bruikleenovereenkomst gesloten met de gemeente Drechterland op 17 oktober 2013 voor het gebruik van een deel van de gemeentelijke groenstrook. Bij brief van 26 oktober 2018 heeft [appellante] het college verzocht om handhavend op te treden tegen de door [belanghebbende] aangelegde uitweg vanaf zijn perceel naar het toegangspad van de begraafplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:169
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102724/1/R1

202102884/1/A2

Bij besluiten van 4 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden aanvragen van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. Bij besluiten van 28 april 2020 heeft het college, voor zover hier van belang, de door [appellant] daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. [appellant] is eigenaar van de woningen aan het [locatie 1] en [locatie 2] te Reusel. Hij heeft op 28 augustus 2018 bij het college aanvragen om een tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan de aanvragen heeft hij ten grondslag gelegd dat het bij raadsbesluit van 22 mei 2012 vastgestelde bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012 (hierna: het nieuwe bestemmingsplan) het mogelijk heeft gemaakt om in het ten zuiden van de woningen gelegen plangebied een bedrijventerrein te realiseren en dat dit tot waardevermindering van de woningen heeft geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:140
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202102884/1/A2

202103003/1/V6

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn afgewezen. Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij brief van 2 juni 2016 heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, dat haar inburgeringstermijn is gestart op 2 september 2015 en dat zij vóór 22 december 2018 aan deze plicht moet hebben voldaan. Bij brief van 24 december 2018 heeft de minister ambtshalve krachtens artikel 32 van de Wet inburgering een nieuwe inburgeringstermijn gesteld tot 22 december 2020, omdat [appellante] niet op tijd aan haar inburgeringsplicht heeft voldaan. [appellante] stelt dat het door ziekte - rugklachten en psychische klachten in de vorm van depressiviteit en angsten - niet mogelijk was om vóór 22 december 2018 aan haar inburgeringsplicht te voldoen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:144
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103003/1/V6

202103024/1/A2

Bij besluit van 3 juli 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen aan [appellant] een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer opgelegd. Op 30 juni 2020 is aan het CBR een schriftelijke mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 van het vermoeden dat [appellant] niet langer beschikt over de vereiste rijvaardigheid en/of lichamelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor zijn rijbewijs is afgegeven. Dit vermoeden is gebaseerd op een op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 30 juni 2020 van een verbalisant van de politie, eenheid Midden-Nederland. Volgens het proces-verbaal heeft de verbalisant op 28 juni 2020 waargenomen dat [appellant] met een snelheid van 80 km/h reed waar een maximumsnelheid van 50 km/h gold. Verder zag de verbalisant dat [appellant] bij het inhalen van een ander voertuig over een verdrijvingsvlak reed en geen richting aangaf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:177
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202103024/1/A2

202103313/1/R4

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dronten [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om de bewoning van [locatie 1] te Biddinghuizen te staken en gestaakt te houden. [locatie 1] en [locatie 2] in Biddinghuizen staan op één bestemmingsvlak dat volgens het bestemmingsplan "Buitengebied Dronten (D4000)" de bestemming "Wonen" heeft. [appellant] is eigenaar van [locatie 2] en vastgesteld is dat hij daar woont. [partij 1] is eigenaar van [locatie 1] en woont daar. [partij] heeft het college verzocht om handhaving tegen de bewoning van [locatie 2] door [appellant]. Bij besluit van 9 juli 2019 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd aan [appellant]. De last houdt in dat [appellant] de bewoning van [locatie 2] moet staken en gestaakt moet houden. [locatie 1] was een agrarisch bedrijf met één bedrijfswoning en was eigendom van de broer van [partij].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:170
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202103313/1/R4

202103582/1/R1

Bij besluit van 15 april 2021 heeft de raad van de gemeente Tholen het bestemmingsplan "Buitengebied - parallelweg N286 Poortvliet" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor de aanleg van een nieuwe parallelweg langs de bestaande provinciale weg N286 die zal worden ingericht als erftoegangsweg buiten de bebouwde kom voor met name het landbouwverkeer. Het plan maakt onderdeel uit van een provinciaal beleidsdoel voor de verbetering van landbouwroutes binnen de provincie Zeeland. Het doel van de aanleg van de parallelweg is het verbeteren van de doorstroming voor zowel landbouwverkeer als regulier verkeer en het verbeteren van de verkeersveiligheid. [appellant] woont op het perceel [locatie] dat zich circa 180 m ten noorden van het plangebied bevindt. [partij] is eigenaar van een deel van de gronden waarop de parallelweg is voorzien. Op dit deel van de gronden bevindt zich nu nog een landbouwschuur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:172
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202103582/1/R1

202103720/1/R1

Bij besluit van 12 april 2021 hebben provinciale staten van Noord-Holland het inpassingsplan "Cruquiusbrug" vastgesteld. Het inpassingsplan gaat over de Cruquiusbrug die onderdeel uitmaakt van de N201 en de Ringvaart kruist tussen Hoofddorp en Heemstede. De ophaalbruggen en de aansluitende infrastructuur aan de zuidzijde liggen in de gemeente Haarlemmermeer. De aansluitende infrastructuur aan de noordzijde ligt in de gemeente Heemstede. De brug bestaat uit twee brugdelen. Eén deel wordt vervangen en verbreed. Aan de zijde van Haarlemmermeer wordt een nieuwe fietsonderdoorgang aangelegd. Aan de zijde van Heemstede wordt de bestaande voetgangerstunnel (onderdoorgang) aan de voet van de brug verlengd en worden de toegangen tot de tunnel verhard. Het bestaande "olifantenpaadje" naar de onderdoorgang wordt verlegd, verlengd en verhard. Het talud wordt hiertoe verbreed. BCN kan zich niet verenigen met het inpassingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:156
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202103720/1/R1

202104201/1/R1

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Herziening Amstelveen Zuid-West 2014 - Bovenkerkerweg 77-83" vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op het oostelijke deel van het gebied De Kegel in Amstelveen, waar Vitarium onder meer woningbouw wil realiseren. Het plan maakt de bouw van 87 woningen mogelijk. Een deel van de beoogde woningen wordt gerealiseerd in een aan de noordzijde van het Grand Hotel Amstelveen te bouwen toren met een hoogte van maximaal 52 m. Ten noorden van De Kegel ligt het bedrijventerrein Legmeer. Gargouille is eigenaar van de percelen Zanderij 29 tot en met 33 (hierna: het perceel), die naast het plangebied en op dat bedrijventerrein liggen. Op het perceel staat een kantoorgebouw, dat Gargouille tot voor kort verhuurde. Gargouille kan zich niet verenigen met het toevoegen van de woonfunctie en de voorziene woontoren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:131
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104201/1/R1

202104554/1/A3

Bij drie afzonderlijke deelbesluiten van 6 juni, 1 juli en 23 juli 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit twee verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) van MOB deels ingewilligd en deels afgewezen. Deze uitspraak borduurt voort op de eerdere uitspraak van de Afdeling van 27 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:153. Voor een uitgebreide weergave van de voorgeschiedenis van het geschil verwijst de Afdeling naar die uitspraak. Hieronder volgt nog een korte samenvatting van de achtergrond van de procedure. MOB heeft op 13 januari 2019 twee Wob-verzoeken ingediend. Zij heeft bij die verzoeken verzocht om openbaarmaking van alle agrarische bedrijven waarvoor een melding in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is ingediend bij alle bevoegde gezagen vanaf 1 juli 2015 tot 13 januari 2019 en om openbaarmaking van alle niet-agrarische bedrijven waarvoor zo’n melding is gedaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:128
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202104554/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202104554/1/A3

202104910/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de locatie ter hoogte van de Laan van Chartroise 129 te Utrecht aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. Bij besluit van 24 maart 2021 heeft het college het hiertegen door [appellante] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. [appellante] woont op het adres [locatie]. De locatie waar de orac is voorzien, is aangegeven met het nummer 2.271 en ligt op de hoek van de Laan van Chartroise en de Tomaatstraat. De woning van [appellante] staat eveneens op deze hoek. In het ontwerp van het besluit lag de locatie met het nummer 2.2.71 ter hoogte van het perceel Tomaatstraat 30.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:153
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104910/1/R1

202105097/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht onder meer de locatie met het nummer RE384, ter hoogte van IJsvogel 17 in Maarssen, aangewezen voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant A] en [appellant B] wonen op het adres [locatie 1]. [appellant C] woont op het adres [locatie 2]. De orac is voorzien op de stoep langs de IJsvogel, een weg die achter hun achtertuinen langsloopt. Tussen de locatie en de tuinen staat een heg. De afstand tussen de locatie en de woningen van [appellanten] is ongeveer 13 meter. De orac is inmiddels geplaatst. Bij de keuze voor een locatie voor orac’s dient het college een afweging te maken van alle betrokken belangen. [appellanten] vrezen geluidoverlast en geurhinder vanwege de orac. Zij wijzen er op dat de orac direct naast hun terrassen achter in hun tuin is voorzien en daar, gelet op de heersende windrichting, geurhinder zal veroorzaken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:143
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105097/1/R1

202105599/1/R4

Bij besluit van 7 juli 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Baron van Nagellstraat X" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk op het perceel [locatie 1] te Voorthuizen drie appartementencomplexen te realiseren. Op dit perceel is nu een woning aanwezig. Het plan voorziet in de bouw van in totaal twaalf appartementen en vijf bedrijfsruimten. [appellant] is eigenaar van de percelen [locatie 2] en [locatie 3] en [locatie 4] in Voorthuizen, direct naast het perceel [locatie 1]. Op zijn percelen zijn een Hubo-bouwmarkt met inpandige houtzagerij, een service- en onderhoudsbedrijf voor reinigings- en onderhoudsapparatuur van Kärcher en een wasstraat gevestigd. [appellant] vreest, doordat de appartementencomplexen dicht bij zijn bedrijven worden gebouwd, dat ter plaatse van de appartementen geen sprake zal zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, als gevolg waarvan hij in zijn bedrijfsvoering zal worden beperkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:130
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202105599/1/R4

202106440/1/A2

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de raad voor rechtsbijstand de aan [appellant sub 1] verleende toevoeging voor rechtsbijstand ingetrokken. Op 3 augustus 2018 heeft [appellant sub 2] bij de raad een aanvraag ingediend om een toevoeging voor rechtsbijstand ten behoeve van de scheidingsprocedure van [appellant sub 1]. Bij besluit van 10 augustus 2018 heeft de raad een toevoeging met kenmerk 1IJ2204 aan [appellant sub 1] verleend. Deze toevoeging is door de raad verleend met zaakcode P010, welke code betrekking heeft op een echtscheiding met nevenvorderingen. Bij beschikking van 8 januari 2020 is door de rechtbank Oost-Brabant de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van [appellant sub 1] en haar ex-partner uitgesproken en is de wijze van verdeling van de gemeenschap van goederen bepaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:174
Datum uitspraak
19 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202106440/1/A2

202101048/6/R2

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg een op 1 juni 2021 aan VDL Nedcar verleende soortenbeschermingsontheffing op grond van de Wet natuurbescherming gewijzigd waar het gaat om bij de ontheffing behorende voorschriften.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:119
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202101048/6/R2

202106390/1/V3

Bij besluit van 6 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 4 oktober 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:189
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202106390/1/V3

202106783/2/R2

Bij besluit van 20 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Cranendonck het bestemmingsplan "Budel en Budel-Dorplein" gewijzigd vastgesteld. [verzoekster] wil op het perceel [locatie] in Budel (hierna: het perceel) een supermarkt bouwen en exploiteren. Daartoe heeft zij op 19 september 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd. Een supermarkt ter plaatse was op grond van het destijds geldende bestemmingsplan "Kom Budel" niet uitgesloten. Het op deze aanvraag afwijzende besluit van 1 februari 2018 van het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck is bij besluit op bezwaar van 3 juli 2018 gehandhaafd. Bij uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 15 januari 2019 is het besluit van 3 juli 2018 vernietigd en heeft de rechtbank bepaald dat het college een nieuw besluit dient te nemen op het bezwaar met inachtneming van de uitspraak. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:103
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202106783/2/R2

202107111/2/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Vlas en Graan - Stadhuisplein, deelgebied 1" vastgesteld. Bij besluit van 30 september heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een zwembad in Veghel. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de realisatie van een zwembad aan het Stadhuisplein in Veghel nabij de Aa. Het zwembad dient ter vervanging van het huidige zwembad dat ten noorden van het plangebied is gesitueerd. Het plan voorziet in het nieuwe zwembad door de bestemming "Sport" met functieaanduiding "zwembad" voor een deel van de gronden. De andere delen van de gronden binnen het plangebied hebben de bestemmingen "Groen", "Water" en "Verkeer". [verzoeker] en anderen vrezen voor aantasting van hun woon- en leefklimaat en de ruimtelijke kwaliteit, mede door de samenhang van de bestreden besluiten met plannen voor een supermarkt naast het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:118
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107111/2/R2

202107199/1/V2

Bij besluit van 10 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:121
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107199/1/V2

202107386/2/R2

Bij besluit van 8 juli 2021 heeft de raad van de gemeente Uden, thans Maashorst het bestemmingsplan "Hoge Randweg (ong.) Volkel" vastgesteld. [partij] is eigenaar van het perceel aan de [locatie 1] in Volkel en is als initiatiefnemer voornemens om op het perceel twee vrijstaande ruimte-voor-ruimte-woningen met elk een bijgebouw te realiseren. Het plan voorziet in deze woningen. [verzoekster] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2] in Volkel en kan zich niet verenigen met de voorziene woningen, omdat zij vreest voor een aantasting van haar woon- en leefklimaat. Het verzoek van [verzoekster] strekt tot schorsing van het vaststellingsbesluit om zo te voorkomen dat, in afwachting van de uitspraak op het door haar ingestelde beroep, een omgevingsvergunning wordt verleend op basis van dit bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:102
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107386/2/R2

202107618/2/R2

Bij besluit van 27 juli 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan [verzoekster] een last onder dwangsom opgelegd. Bij de uitspraak van 10 december 2021 heeft de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel de voorlopige voorziening getroffen dat de besluiten van het college van gedeputeerde staten van Overijssel van 27 juli 2020 en van 21 mei 2021 worden geschorst. Deze ordemaatregel is getroffen omdat er geen tijd was om partijen op een zitting te horen vóór 15 december 2021, de datum waarop [verzoekster] de opgelegde dwangsom zou verbeuren als zij niet zou voldoen aan de gegeven last. De voorzieningenrechter zal beoordelen of aanleiding bestaat de getroffen voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen. Het college heeft een dwangsom opgelegd met als inhoud dat [verzoekster] haar activiteiten op het perceel [locatie] te [plaats] staakt en gestaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:116
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202107618/2/R2

202200299/2/V2

Bij besluit van 23 februari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:183
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200299/2/V2

202200300/2/V2

Bij besluit van 1 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:126
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200300/2/V2

202200302/2/V2

Bij besluiten van 3 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:120
Datum uitspraak
18 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200302/2/V2

202103106/1/V3

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van referent om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf ten behoeve van zijn kinderen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:113
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103106/1/V3

202107319/1/V3

Bij besluit van 5 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:114
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202107319/1/V3

202107966/2/V3

Bij besluit van 22 oktober 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:115
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107966/2/V3

202108182/2/V3

Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:112
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108182/2/V3

202108201/1/V3

Bij besluit van 2 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:111
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202108201/1/V3

202200066/1/V3

Bij besluit van 11 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:110
Datum uitspraak
17 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200066/1/V3

202006567/1/V2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:101
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006567/1/V2

202106177/1/V3

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling en haar minderjarige kinderen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:100
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106177/1/V3

202106220/1/V3

Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:99
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106220/1/V3

202107762/1/V3

Bij besluiten van 10 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:98
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107762/1/V3

202107983/2/V2

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling medegedeeld dat hij aan Duitsland zal worden overdragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:97
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107983/2/V2

202108163/2/V3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen, hem opgedragen dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:96
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108163/2/V3

202200104/2/V2

Bij besluit van 25 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:106
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200104/2/V2

202200106/2/V2

Bij besluit van 25 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:105
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200106/2/V2

202200260/2/V2

Bij besluit van 26 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:104
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200260/2/V2

202108101/1/A2

Bij besluit van 21 december 2021 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Nijmegen een verzoek van NijmegenAnders! tot inschrijving van de aanduiding ‘NijmegenAnders!’, waarmee zij voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad Nijmegen op 16 maart 2022 op de kandidatenlijst wenst te worden vermeld, in het daartoe door het centraal stembureau bijgehouden register afgewezen. Aan het besluit van 21 december 2021 heeft het centraal stembureau ten grondslag gelegd dat het door NijmegenAnders! ingediende verzoek niet compleet is. Een gewaarmerkt uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en een verklaring van NijmegenAnders! houdende de aanwijzing van de gemachtigde en plaatsvervangend gemachtigde bij het centraal stembureau ontbreken. Verder is het verzoek tot registratie niet ondertekend, aldus het centraal stembureau.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:95
Datum uitspraak
14 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202108101/1/A2

202004227/1/V1

Bij besluit van 31 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:84
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004227/1/V1

202006851/1/V1

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning regulier voor bepaalde tijd met terugwerkende kracht per 1 maart 2019 ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:92
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006851/1/V1

202100028/1/V1

Bij besluit van 14 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde en onbepaalde tijd ingetrokken met terugwerkende kracht, bepaald dat de vreemdeling Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd voor de duur van tien jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:89
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100028/1/V1

202101048/7/R2

VDL Nedcar heeft verzocht om opheffing van de op 14 oktober 2021 door de voorzieningenrechter uitgesproken schorsing. Daarmee zijn de besluiten, op grond waarvan de bomen die ten behoeve van de uitbreiding van VDL Nedcar, mede met het oog op de aan haar verstrekte Wnb-ontheffing, mogen worden gekapt, geschorst. VDL Nedcar wenst die schorsing op te laten heffen om voor de kap voorbereidende werkzaamheden te kunnen verrichten, en daarna - uiterlijk vanaf 23 februari 2022 - de kapwerkzaamheden uit te voeren. De Groene Sporenwolf heeft op de zitting medegedeeld dat zij geen bezwaren heeft tegen het verrichten van de voorbereidende werkzaamheden. SEVON heeft wel bezwaar tegen het uitvoeren de voorbereidende werkzaamheden, omdat die verstoring kunnen veroorzaken. De Groene Sporenwolf en SEVON hebben op de zitting medegedeeld wel bezwaren te hebben tegen het opheffen van de schorsing voor zover het de kapwerkzaamheden betreft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:198
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Voorlopige voorziening
  • Inpassingsplan
  • Natuurbescherming
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202101048/7/R2

202101751/1/V2

Bij besluit van 16 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om het doel van de aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te wijzigen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:90
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101751/1/V2

202104877/1/V3

Bij besluit van 30 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 20 juli 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:86
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202104877/1/V3

202107180/1/V3

Bij besluit van 19 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Bij uitspraak van 9 november 2021 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:85
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202107180/1/V3

202107356/1/V3

Bij besluiten van 11 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:87
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107356/1/V3

202107492/2/V3

Bij besluit van 12 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:88
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107492/2/V3

202107597/1/V1

Bij besluit van 4 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:91
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107597/1/V1

202200010/1/A2

Bij besluit van 20 december 2021 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Landsmeer op verzoek van de politieke groepering Lijst Hop en Honing de aanduiding ‘Lijst Hop en Honing’ ingeschreven in het register, bedoeld in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet, ten behoeve van de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Landsmeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:124
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200010/1/A2

202200014/1/A2

Op 22 december 2021 heeft de Kiesraad openbare kennisgeving gedaan van de voor de Tweede Kamerverkiezingen geregistreerde aanduidingen in verband met de doorwerking van deze aanduidingen bij de verkiezing van de leden van de gemeenteraden op 14, 15 en 16 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:123
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200014/1/A2

202200031/1/A2

Het beroep is gericht tegen een besluit van het centraal stembureau, waarbij de aanduiding ‘Lokaal Landsmeer’ is ingeschreven in het register, bedoeld in artikel G 3, eerste lid, van de Kieswet, ten behoeve van de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Landsmeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:122
Datum uitspraak
13 januari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200031/1/A2

201701963/1/R1

Bij besluit van 2 maart 2017 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Reparatie Wheermolen 2012 - tankstation en groenstroken 2017" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het perceel John F. Kennedyplein 30 en een aantal groenstroken ten noorden van de Henri Dunantstraat in Purmerend. Op het perceel John F. Kennedyplein 30 is sinds 1972 een tankstation gevestigd. Vanaf 1977 verkoopt het tankstation ook LPG. Het tankstation wordt geëxploiteerd door Tamoil. In het plan is het bestaande tankstation als zodanig bestemd, met inbegrip van de verkoop van LPG. [appellante] woont op een afstand van ongeveer 125 m ten noordoosten van het tankstation. Haar beroep is niet gericht tegen de aanwezigheid van het tankstation als zodanig, maar heeft alleen betrekking op de verkoop van LPG. Zij wil met de procedures tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning bereiken dat die verkoop wordt gestaakt en ook juridisch onmogelijk wordt gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:72
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Uitspraak na conclusie
  • Uitspraak van de grote kamer
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201701963/1/R1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201701963/1/R1

201705745/3/R4

Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Purmerend aan de besloten vennootschap Tamoil Nederland omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de werking van het LPG-tankstation aan het John F. Kennedyplein 30 in Purmerend. Op het perceel John F. Kennedyplein 30 is sinds 1972 een tankstation gevestigd. Vanaf 1977 verkoopt het tankstation ook LPG. Het tankstation wordt geëxploiteerd door Tamoil. Voor de exploitatie van het tankstation is een vergunning verleend krachtens de Wet milieubeheer. Bij besluit van 24 november 2009 is de jaarlijkse LPG-doorzet van het tankstation gemaximaliseerd tot 499 m³. Bij besluit van 18 januari 2016 heeft het college, naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek van de exploitant, een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de werking van de inrichting. Bij deze omgevingsvergunning zijn twee aanvullende voorschriften gesteld voor het in werking hebben van het LPG-tankstation.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:11
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Uitspraak na conclusie
  • Uitspraak van de grote kamer
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201705745/3/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201705745/3/R4

201808499/2/V3

Bij besluit van 28 september 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:29
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201808499/2/V3

201809949/2/V3

Bij besluit van 22 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:30
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201809949/2/V3

201810377/2/V3

Bij besluit van 25 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld. Deze uitspraak gaat over de inbewaringstelling van illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen die internationale bescherming genieten in een andere EU-lidstaat. De vreemdeling in deze zaak heeft een geldige vluchtelingenstatus in Duitsland. Gelet op die status heeft de staatssecretaris de vreemdeling opgedragen te vertrekken naar het grondgebied van Duitsland en heeft hij afgezien van het nemen van een terugkeerbesluit. De vraag is of de staatssecretaris de vreemdeling vervolgens rechtmatig in bewaring heeft gesteld met het oog op haar gedwongen vertrek naar Duitsland. Daarbij is het de vraag (a) of de Terugkeerrichtlijn aan de inbewaringstelling van de vreemdeling in de weg staat en (b) of de gebruikte wettelijke grondslag de grondrechten van de vreemdeling eerbiedigt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:28
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201810377/2/V3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201810377/2/V3

201905439/1/R2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de raad van de gemeente Bergeijk het bestemmingsplan "Hof-Noord te Bergeijk" vastgesteld. Het plangebied is gelegen in het centrum van Bergeijk en wordt aan de noordzijde begrensd door het Hof en aan de zuidzijde door het Sterrepad. Het plan en de omgevingsvergunning voorzien in de herontwikkeling van een voormalig postkantoor naar een complex voor een supermarkt op de begane grond en 30 appartementen op de eerste verdieping. Het plan voorziet hiervoor onder meer in de bestemming "Centrum", met de aanduiding "supermarkt" waar een supermarkt in het middelhoge en hoge prijsniveau is toegestaan, en de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied". De maximaal toegestane oppervlakte van de supermarkt is ongeveer 1.800 m2 brutovloeroppervlak. De maximaal toegestane bouwhoogte van het te realiseren complex bedraagt respectievelijk 4,6 m, 11,4 m en 14 m. Ook is voorzien in de aanleg van een parkeerterrein, een laad- en losplaats en een stalling voor winkelwagens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:62
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201905439/1/R2

201908176/1/R4

Bij besluit van 19 oktober 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland aan Harsco een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van de omgevingsvergunning voor haar inrichting op het industrieterrein van Tata Steel aan de Wenckebachstraat 1 in Velsen-Noord. Harsco exploiteert een inrichting op het industrieterrein van Tata Steel. In de inrichting van Harsco worden de van Tata Steel afkomstige slakken verwerkt. Slak is een restproduct van de staalproductie. In de inrichting van Harsco wordt onder meer vloeibare slak in zogeheten slakputten gekiept en daarin afgekoeld tot gestolde vaste slak. Een slakput is een rechthoekige put van ongeveer 12 meter diep. Op het terrein van Harsco bevinden zich twaalf slakputten, verdeeld in twee rijen van zes putten aan weerszijden van een spoor. De handhavingsbesluiten waar deze procedure over gaat, hebben betrekking op het kiepen van slakken in deze slakputten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:76
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908176/1/R4
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201908176/1/R4

202000148/1/R1 en 202102257/1/R1

Bij besluit van 7 november 2019 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan “Oud West 2018” vastgesteld. Het plan is een actualisering van het juridisch-planologisch regime voor de wijk Oud-West in Amsterdam. De aanleiding voor het plan is de actualiseringsplicht in artikel 3.1, tweede lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast heeft de raad in de loop der jaren op verschillende beleidsterreinen (zoals hotels en behoud van kleinschalige bedrijfsruimtes) en op verschillende bestuursniveaus nieuw beleid is vastgesteld. Dat beleid is in het plan in juridische regels vertaald. Het plan is conserverend van aard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:82
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202000148/1/R1 en 202102257/1/R1

202000760/1/R2

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan [vergunninghouder] een vergunning verleend op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming voor het uitbreiden/wijzigen van een industrieel bedrijf aan de [locatie] te Helmond. [vergunninghouder] exploiteert op het perceel aan de [locatie] in Helmond een bedrijf voor het op- en overslaan en het bewerken van meststoffen. Op 16 november 2018 heeft [vergunninghouder] een Wnb-vergunning aangevraagd voor een wijziging en uitbreiding van het bedrijf. Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college deze vergunning verleend. [appellanten] vinden dat deze vergunning ten onrechte is verleend, omdat zij vrezen dat de emissies ten gevolge van de vergunde activiteit schade zullen veroorzaken aan natuurgebieden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:70
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak202000760/1/R2

202002396/1/R3

Bij besluit van 14 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bed & breakfast tot hotel op het perceel [locatie] te Den Haag. Op 19 juli 2017 heeft [vergunninghouder] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het verbouwen en uitbreiden van een bed & breakfast bij een woning op het perceel. Omdat het bouwplan volgens het college in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, heeft het college bij besluit van 14 december 2017 een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten ‘bouwen’ en ‘strijdig gebruik’ als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De VvE behartigt de belangen van eigenaren van woningen naast het perceel. Vanuit die woningen bestaat zicht op het bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:71
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002396/1/R3

202003219/1/A2

Bij besluit van 1 maart 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Albrandswaard een aanvraag van [appellante] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellante] is eigenares van het perceel met opstallen aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Rhoon. Zij heeft bij het college een aanvraag ingediend om tegemoetkoming in planschade die zij in de vorm van waardevermindering van het object heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Rhoon Dorp 2009 en een besluit van 8 april 2009, waarbij met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling is verleend van het bestemmingsplan Plan Dorp Herziening 1958 van 3 februari 1958. Aan de aanvraag is ten grondslag gelegd dat de planologische verandering het mogelijk heeft gemaakt om op ten westen en zuiden van het object gelegen gronden een winkelhaakvorming gebouwencomplex met parkeerdek ten behoeve van appartementen, winkels en een supermarkt te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:75
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003219/1/A2

202004654/1/A2

Bij besluit van 9 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss het pand aan de [locatie] te Oss aangewezen als gemeentelijk monument. [appellante] is eigenaresse van het pand aan de [locatie] te Oss (hierna: het pand). Dit pand dateert van omstreeks 1895 en heeft dienst gedaan als lederwarenfabriek. [appellante] was voornemens het te slopen en op dat perceel 24 appartementen te (laten) bouwen. Zij heeft, ter realisering van dat plan, bij het college een zogenoemd principeverzoek ingediend. Hierop heeft het college het pand bij het besluit van 9 oktober 2019 als gemeentelijk monument aangewezen. Aan dit besluit heeft het college een advies van 12 februari 2019 van de Monumentenkamer van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, dat op 24 september 2019 door die commissie (desgevraagd) is bevestigd, en een redengevende omschrijving ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:54
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak202004654/1/A2

202004708/1/R3

Bij besluit van 22 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Veendam het bestemmingsplan "Leer- en Sportpark Veendam" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten westen van de kern Veendam en wordt begrensd door de Raadsgildenlaan aan de noordzijde en de Robijnlaan aan de oostzijde. Volgens paragraaf 1.2 van de plantoelichting heeft de raad in 2006 de intentie uitgesproken tot het fasegewijs realiseren van een onderwijscampus voor leerlingen van de Scholengemeenschap Winkler Prins aan de Raadsgildenlaan 1 te Veendam. Als eerste fase, van wat later het Leer- en Sportpark is genoemd, is in 2011 het zogenoemde techniekgebouw op de noordzijde van het plangebied gerealiseerd. Het plan "Leer- en Sportpark Veendam" voorziet in de voltooiing van het Leer- en Sportpark door nieuwe, toekomstbestendige onderwijs- en sportvoorzieningen mogelijk te maken. [appellant] en anderen kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:73
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202004708/1/R3

202004911/1/A2

Bij besluit van 8 januari 2019 heeft de raad voor rechtsbijstand de aan [appellant] voor verleende rechtsbijstand toegekende vergoeding ingetrokken. [appellant] is rechtsbijstandverlener en neemt deelt aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. De eerste toevoeging is verstrekt voor een vordering tot toegang tot de huurwoning van [cliënt], die gedwongen is ontruimd. De tweede toevoeging is verstrekt voor een vordering tot afgifte van de persoonlijke eigendommen van [cliënt] na die gedwongen ontruiming en een betwisting van de vordering tot betaling van de transport-/verhuiskosten en opslagkosten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:58
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202004911/1/A2

202005202/1/A2

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aan [appellant] toegekende vergoeding voor door hem verleende rechtsbijstand lager vastgesteld. [appellant] is rechtsbijstandverlener en neemt deelt aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. Op 23 oktober 2017 heeft [appellant] ten behoeve van zijn cliënte [persoon] een toevoeging Civiel aangevraagd voor het voeren van verweer tegen een door BasicFit jegens zijn cliënte ingestelde vordering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:57
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202005202/1/A2

202005649/1/R4

Bij besluit van 4 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht een aanvraag van [appellante] om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen en gebruiken van drie chalets op het perceel [locatie] te Vleuten, afgewezen. Op het bedrijfsperceel van [appellante] aan de [locatie] in Vleuten staan drie chalets ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten die bij [appellante] werken. De chalets zijn al enkele jaren geleden gebouwd en in gebruik genomen, zonder de vereiste omgevingsvergunning. De aanvraag ziet op een tijdelijke omgevingsvergunning voor het bouwen en gebruiken van de drie chalets in strijd met de beheersverordening, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Niet in geschil is dat de bouw en het gebruik van de chalets op het bedrijfsperceel ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten in strijd is met de beheersverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:69
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005649/1/R4

202005684/1/R2

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de erfafscheiding met schuifhek op het perceel [locatie 1] te Zevenbergen, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie 2] te Zevenbergen. Hij kan zijn woning alleen bereiken door middel van een weg die loopt over het naastgelegen perceel [locatie 1], het perceel van [partij]. Bij besluit van 21 maart 2019 heeft het college aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een erfafscheiding inclusief schuifhek (hierna: de erfafscheiding) op diens perceel. [appellant] is niet opgekomen tegen dit besluit. [appellant] heeft het college, nu de erfafscheiding is geplaatst, om handhaving verzocht. Volgens hem zorgt de erfafscheiding, in combinatie met de betonnen muur die langs diezelfde weg loopt, voor een onveilige situatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:79
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005684/1/R2

202006026/1/R1

Bij besluit van 10 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde besloten over te gaan tot invordering van de door [appellant sub 1] verbeurde dwangsom ter hoogte van € 25.000,00. [appellant sub 1] is eigenaar van een recreatiewoning op het vakantiepark Buitenplaats Horsterwold, aan de [locatie] in Zeewolde. [appellant sub 1] verhuurde de recreatiewoning via Madiba Verhuur B.V.. Op 3 april 2017 heeft het college [appellant sub 1] onder dreiging van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,00 gelast om voor 1 september 2017 het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoning te beëindigen en beëindigd te houden. Het college heeft het door [appellant sub 1] hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en de last in stand gelaten. [appellant sub 1] heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend, zodat de in bezwaar gehandhaafde last in rechte vaststaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:56
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006026/1/R1

202006088/1/R3

Bij besluit van 15 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden aan Paihia een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen, wijzigen en gebruiken van het rijksmonument op het perceel Oostersingel 38 t/m 62, 62a en 62b te Leeuwarden. Het in deze procedure aan de orde zijnde pand is een rijksmonument en was sinds 1976 in gebruik als kantoor. Het pand bestaat uit vijf bouwlagen. Paihia wil het pand verbouwen en op elke bouwlaag drie appartementen realiseren. De Stichting is het niet eens met de vergunningverlening. Volgens de Stichting is het woon- en leefklimaat in de wijk waarin het pand ligt al ernstig verstoord. Als gevolg van dit bouwplan zal dit erger worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:68
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006088/1/R3

202006664/1/R1

Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Boerhaavewijk" vastgesteld. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor een groot deel van de Boerhaavewijk, gelegen in het noordoostelijke deel van het stadsdeel Schalkwijk in Haarlem. Daarnaast voorziet het plan in beperkte mate in ruimtelijke ontwikkelingen. Lidl exploiteert een supermarkt in een gedeelte van het gebouw "Boerhaavepassage" op de hoek van de Professor Donderslaan en de Floris van Adrichemlaan. Zij wil uitbreiden en de begane grond volledig gebruiken ten behoeve van een supermarkt. Lidl kan zich dan ook niet met het plan verenigen voor zover op deze locatie een maximale bruto vloeroppervlak van 1.500 m² voor supermarkten is opgenomen op de begane grond.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:77
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202006664/1/R1

202100306/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre vier lasten onder bestuursdwang opgelegd aan [appellant A] en [appellant B] vanwege een plaatsgevonden hebbende bodemverontreiniging. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de bestuursdwang voor rekening komen van [appellant A] en [appellant B]. Aan de Broekweg te Waalre ligt een woonwagencentrum met 16 percelen. [appellant A] en [appellant B] wonen op het perceel [locatie 1]. Op 3 september 2019 hebben toezichthouders van de gemeente, ondersteund door de politie, in het centrum een bestuurlijke controle verricht. De bevindingen van die controle, ook over het perceel, zijn neergelegd in bestuurlijke rapportages van de politie van 9 en 20 september 2019. Volgens het college blijkt uit deze rapportages dat op het perceel voorwerpen zijn aangetroffen die bedoeld waren voor de productie van drugs.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:81
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202100306/1/R1

202100375/1/R1

Bij besluit van 26 november 2020 heeft de raad van de gemeente Uithoorn het bestemmingplan "Bedrijventerrein Uithoorn 2020" vastgesteld. Het voorliggende plan gaat over het bedrijventerrein van Uithoorn. De voorheen geldende bestemmingsplannen dateren vanaf 1996. Deze bestemmingsplannen zijn volgens de raad al geruime tijd aan herziening toe. Het voorliggende bestemmingsplan is een actualisatie van voorgaande bestemmingsplannen en heeft als hoofddoel dat het bedrijventerrein Uithoorn in de toekomst een aantrekkelijke vestigingslocatie blijft voor nieuwe en gevestigde ondernemers. Hercules is gevestigd aan de Molenlaan 29 in Uithoorn (hierna: het perceel) en is een metaalconstructiebedrijf en apparatenbouwer. Hercules kan zich niet met het plan verenigen omdat met het plan het bedrijf wordt beperkt in zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:74
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202100375/1/R1

202100690/1/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre vier lasten onder bestuursdwang opgelegd aan [appellante] en [partij] vanwege een geconstateerde bodemverontreiniging. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de bestuursdwang voor rekening komen van [partij] en [appellante]. Aan de Broekweg in Waalre bevindt zich een woonwagencentrum met 16 percelen. [appellante] woont op het perceel [locatie 1] (hierna: het perceel). Op 3 september 2019 hebben toezichthouders van de gemeente, ondersteund door de politie, in het centrum een bestuurlijke controle verricht. De bevindingen van die controle zijn neergelegd in bestuurlijke rapportages van de politie van 9 en 20 september 2019. Volgens het college blijkt uit deze rapportages dat in een bijgebouw op het perceel stoffen en voorwerpen zijn aangetroffen waarvan bekend is dat deze gebruikt worden voor de productie van synthetische drugs en voor het opzetten van synthetische drugslabs.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:80
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202100690/1/R1

202100821/1/R1

Bij besluit van 15 december 2020 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost van Amsterdam de locatie met het nummer 1087NA-121 nabij het adres [locatie] te Amsterdam aangewezen voor het inzamelen van grof afval. [appellant] woont op het adres [locatie], op de hoek van de Peter Martensstraat en de Ben van Meerendonkstraat. De aangewezen plek waar het grof afval zal worden ingezameld, ligt op enkele meters afstand van de woning van [appellant], op diezelfde hoek. [appellant] betoogt dat de locatie onevenredig bezwarende gevolgen voor hem met zich brengt. Hij voert aan dat het dagelijks bestuur in zijn belangenafweging niet heeft meegewogen dat zijn woning al onevenredig wordt belast door diverse nutsvoorzieningen in de omgeving. Daarmee wordt een ongerechtvaardigd onderscheid gemaakt tussen zijn woning en andere woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:64
Datum uitspraak
12 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202100821/1/R1
vorige pagina1...189190191...1.218volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon