Uitspraak 202201343/1/R3


Volledige tekst

202201343/1/R3.
Datum uitspraak: 24 augustus 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Bewonersgroep De Klenckestraat e.o. (hierna: de Bewonersgroep), gevestigd te Assen,

appellant,

en

1.       de raad van de gemeente Assen,

2.       het college van burgemeester en wethouders van Assen,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 16 december 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "De Klenckestraat 2021" vastgesteld.

Bij besluit van 5 januari 2022 heeft het college aan Fijn Wonen B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van twaalf woningen op het perceel plaatselijk bekend de Klenckestraat, kadastraal sectie T, nr. 2586 en 2587 te Assen.

Deze besluiten zijn voorbereid met toepassing van de gemeentelijke coördinatieregeling van artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro).

Tegen het besluit van 16 december 2021 heeft de Bewonersgroep beroep ingesteld.

De raad en het college hebben een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 juli 2022, waar de Bewonersgroep, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.G. Lindeman, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het plan voorziet in de ontwikkeling van twaalf huurwoningen in de wijk Noorderpark en de buurt Veningerland in Assen. De twaalf woningen worden gebouwd in drie blokken met vier rijtjeswoningen en worden in de vrije sector verhuurd. De gronden vóór de woningen hebben de bestemming "Verkeer - verblijfsgebied" met de functieaanduiding "parkeerterrein". Ter zitting is gebleken dat in het noordwesten van het plangebied op de gronden waaraan de bestemming "Groen" is toegekend een parkje met speelvoorzieningen zal worden gerealiseerd.

2.       Ingevolge de vorige beheersverordening "Assen Noord 2014", vastgesteld op 22 september 2016, is aan de gronden van het huidige plangebied waar de woningen zijn voorzien de bestemming "Maatschappelijk" toegekend. Op de gronden van het plangebied heeft voorheen een school met een gymzaal gestaan. Deze zijn enkele jaren geleden gesloopt. De locatie is tijdelijk gebruikt als buurtmoestuin, speelveld en parkeerterrein.

3.       De Bewonersgroep is door 20 omwonenden gemachtigd om beroep in te stellen tegen het bestemmingsplan. De omwonenden zijn het niet eens met het plan, omdat zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat. Hun bezwaren zien hoofdzakelijk op het verdwijnen van het groen in hun buurt.

Toetsingskader

4.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.

Behoefte

5.       De Bewonersgroep betoogt dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt dat er op de locatie behoefte bestaat aan de in het plan voorziene woningen. Hij voert aan dat de Woonvisie Assen 2021 juist uitgaat van verdunning, terwijl met dit plan en de andere plannen in de buurt 100 extra woningen zullen worden gebouwd. Ook wijst de Bewonersgroep op de algemene woningopgave in de Omgevingsvisie Assen Nog Mooier 2021. Hij voert verder aan dat de voorgenomen huurwoningen in de particuliere sector niet bijdragen aan de differentiatie in de buurt en dat aan dit soort woningen geen behoefte bestaat.

5.1.    In artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: het Bro) zijn voorwaarden opgenomen waaraan de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voldoen. Zo moet de toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling bevatten.

5.2.    In de Woonvisie Assen 2021 en in paragraaf 3.5.3 van de plantoelichting is uiteengezet dat in de periode 2020-2030 netto 2.500 tot 3.000 woningen toe moeten worden gevoegd om aan de woonvraag in Assen te voldoen. Een kwart van de vraag is gericht op de binnenstad (450-525 woningen) voor vooral appartementen. Naar verwachting gaat een derde van de vraag uit naar wonen in een groene buitenwijk (800-975 woningen) met vooral grondgebonden wonen. Het grootste deel van de woningzoekenden vraagt om een vorm van ontspannen stedelijk wonen in de bestaande stad (1.250-1.550 woningen), nabij de binnenstad in een variatie aan appartementen en grondgebonden wonen. Bij uitbreiding van de woningvoorraad zijn de principes van een ontspannen stedelijkheid, verbonden en een groene stad van het Noorden leidend. In de plantoelichting staat in kader van de Woonvisie Assen 2021 verder dat de gemeente Assen inzet op een duurzame benutting van beschikbare ontwikkellocaties in de bestaande stad, zoals de locatie de Klenckestraat.

Voor zover de Bewonersgroep verwijst naar de kaart op pagina 57 van de Woonvisie en stelt dat hieruit blijkt dat voor dit deel van de wijk Noorderpark juist verdunning wordt aangeraden, overweegt de Afdeling dat het Noorderpark op die kaart voor een deel blauw is gekleurd. Volgens de legenda bij de kaart zijn de blauwe stippen geen concrete locaties zijn, maar illustraties van het soort plekken om te verdunnen. Uit de kaart volgt niet dat verdunning ook in de buurt Veningerland moet plaatsvinden. In het verweerschrift stelt de raad over de Woonvisie Assen 2021 in dat verband ook dat het uitgangspunt van de Woonvisie dat elke wijk zijn eigen aanpak krijgt nog niet wil zeggen dat er voor elke buurt een plan wordt gemaakt. Voor onder andere het Noorderpark geldt dat de ambitie ligt in het afronden van een al geruime tijd lopende aanpak door het realiseren van concrete projecten. Het realiseren van de twaalf woningen aan de Klenckestraat maakt daar onderdeel van uit, omdat het plangebied al sinds 2016 onderdeel is van het gemeentelijk woningbouwprogramma, aldus de raad.

Gelet op het vorenstaande ziet de Afdeling in het aangevoerde geen grond voor het oordeel dat de raad zich niet op basis van de Woonvisie Assen 2021 op het standpunt heeft kunnen stellen dat er in de gemeente Assen een behoefte aan de in het plan voorziene woningen bestaat.

5.3.    Voor zover de Bewonersgroep wijst op de Omgevingsvisie Assen Nog Mooier 2021, overweegt de Afdeling als volgt. In de Omgevingsvisie staat dat nieuwe woningen vooral worden gerealiseerd door inbreiding in de bestaande stad. Op de bij de Omgevingsvisie bijbehorende visiekaart Assen 2040 is het plangebied onderdeel van een gebied aangeduid met "vrijkomende plekken benutten voor meer diversiteit in de wijken". De raad stelt dat het realiseren van twaalf woningen op de locatie van de voormalige school aan de Klenckestraat een passende invulling is van dat uitgangspunt. In het verweerschrift verwijst de raad wat betreft de Omgevingsvisie ook naar het thema "De Verbonden Stad" van de Omgevingsvisie waaruit volgt dat onder andere wordt ingezet op het faciliteren en stimuleren van ontmoetingen en beweging in de openbare ruimte. De ambitie is om in de wijk voor iedereen toegankelijke ontmoetings- en beweegplekken te realiseren. Realisering van het bestreden plan levert zowel aan het versterken van de groenstructuur als aan het ontmoeten en bewegen in de openbare ruimte een bijdrage, aldus de raad. Ten eerste door het inrichten van een groene zone tussen de Nobellaan en de te bouwen woningen waarin gewandeld kan worden en verder door het toevoegen van een groen ingerichte speelvoorziening en ontmoetingsplek voor de buurt met een oppervlakte van 450 à 500 m2. Het verdwijnen van het huidige bestaande groen op de gronden van het plangebied door de voorziene woningen doet daar niet aan af, omdat altijd is aangegeven dat de huidige groene inrichting tijdelijk zou zijn. De Afdeling ziet niet dat uit de Omgevingsvisie volgt dat de gronden van het plangebied groener moeten worden gemaakt of moeten blijven.

Gelet op het vorenstaande kan de Bewonersgroep niet worden gevolgd in zijn stelling dat de Omgevingsvisie maakt dat op de gronden van het plangebied geen nieuwe woningen mogen worden gebouwd.

5.4.    Voor zover de Bewonersgroep stelt dat de voorziene huurwoningen niet bijdragen aan de differentiatie in de buurt en er geen behoefte is aan zulke woningen, overweegt de Afdeling dat de raad in zijn verweerschrift stelt dat weliswaar de behoefte aan huurwoningen in de marktsector in Assen niet groot is, maar dat deze behoefte zeker niet afwezig is. Een beperkte toevoeging van dit segment bestaande uit twaalf woningen voorziet wel degelijk in de behoefte en bovendien is het altijd mogelijk om de woningen te zijner tijd als koopwoning aan te bieden, aldus de raad. Daarbij betrekt de Afdeling dat in de Woonvisie Assen 2021 ook staat dat er behoefte is, zij het beperkt, aan huurwoningen boven de liberalisatiegrens van € 752,00. Verder staat in paragraaf 3.5.3 van de plantoelichting dat in Assen sprake is van een grote diversiteit aan huishoudens en dat er dus er een grote variatie in woningvraag te onderscheiden is. Hierdoor is ook in de toekomst een gevarieerd aanbod van woningen en van woonmilieus van belang. Met de toevoeging van de voorziene twaalf woningen aan de Klenckestraat wordt beschikbare ruimte binnen de bestaande stad benut en wordt voorzien in de behoefte aan een gevarieerd woningaanbod in stedelijke woonmilieus.

5.5.    Gelet op het vorenstaande heeft de raad de behoefte aan de voorziene woningen voldoende inzichtelijk gemaakt en gelet daarop bestaat er ook geen aanleiding voor het oordeel dat het plan is vastgesteld in strijd met artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro.

Het betoog faalt.

Zorgvuldige planologische afweging

6.       De Bewonersgroep betoogt dat aan de vaststelling van het bestemmingsplan geen zorgvuldige planologische afweging ten grondslag is gelegd. Hij voert in dit kader aan dat er een beleidsvisie voor de wijk ontbreekt op basis waarvan een goede ruimtelijke samenhang tussen wonen, groen en spelen kon worden bepaald. De Bewonersgroep stelt dat er voor de buurt Veningerland geen actuele wijkanalyse beschikbaar is en dat er sinds de Groenbeheervisie 2008 geen groen beleidsdocument meer is geproduceerd.

6.1.    Uit de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de Afdeling vast dat er geen beleidsdocument is dat als basis heeft gediend voor de ontwikkeling van de hele wijk, waaronder het plangebied. De Afdeling overweegt dat het ontbreken van een dergelijk beleidsstuk echter niet betekent dat de raad geen bestemmingsplan kan vaststellen dat de ontwikkeling van de locatie mogelijk maakt. De raad moet hoe dan ook afwegen of de ontwikkeling ruimtelijk gezien aanvaardbaar is en past binnen het (wel) vastgesteld beleid. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de raad in zijn verweerschrift stelt dat weliswaar een gedetailleerde gemeentelijke visie over de buurt Veningerland ontbreekt, maar dat wil niet zeggen dat concrete ontwikkelingen niet ter hand genomen kunnen worden of dat deze niet planologisch te onderbouwen zijn. De basis voor het meewerken aan deze ontwikkeling was al gelegen in de Woonvisie Assen 2016 en past ook binnen de kaders van de in 2021 vastgestelde Omgevingsvisie Assen Nog Mooier en de ook in 2021 vastgestelde Woonvisie Assen, aldus de raad. Verder betrekt de Afdeling dat op de gronden van het plangebied ook op grond van het vorige planologische regime bebouwing mogelijk werd gemaakt, vanwege de bestemming "Maatschappelijk" die aan de gronden was toegekend. De gronden van het plangebied hadden toen al niet een groenbestemming. Uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat niet in geschil is dat de gronden van het plangebied tijdelijk als groenbestemming zijn ingericht.

6.2.    Gelet op het vorenstaande faalt het betoog.

Parkeren

7.       De Bewonersgroep vreest voor een parkeerprobleem in de Klenckestraat doordat de huidige overloop-parkeerplaats naast het woon-/zorgcentrum De Arendshorst wordt verwijderd.

7.1.    De Afdeling stelt vast dat het woon-/zorgcentrum De Arendshorst is gesitueerd naast het plangebied. De Afdeling overweegt dat de raad in zijn verweerschrift stelt dat de huidige aanwezige overloopparkeerplaatsen op de gronden van het plangebied altijd bedoeld zijn geweest als tijdelijke voorziening. Voor wat betreft de in het besteden plan voorziene ontwikkeling is in paragraaf 4.4 van de plantoelichting het aantal parkeerplaatsen wat nodig is voor de voorziene ontwikkeling inzichtelijk gemaakt op basis van de Nota parkeernormen Assen. Uit de plantoelichting volgt dat voor de twaalf voorziene woningen twintig parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Daarnaast worden er ook nog vier parkeerplaatsen gerealiseerd voor de vier rijwoningen tegenover het plangebied. Verder is aan de voorzijde van de voorziene woningen langs de Klenckestraat voorzien in een parkeerstrook voor haaksparkeren voor 26 parkeerplaatsen.

7.2.    De Afdeling is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het plan niet zal leiden tot onaanvaardbare parkeerproblemen.

Het betoog faalt.

Wijzigingsbevoegdheid

8.       De Bewonersgroep voert aan dat er geen vervolg is gegeven aan de in het bestemmingsplan "Assen Noord 2004" vastgelegde intentie om via een wijzigingsbevoegdheid op de gronden van het plangebied meer groen te realiseren.

8.1.    Voorop moet worden gesteld dat de Wro geen verplichting kent om wijzigingsbevoegdheden te effectueren. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft er voor gekozen een nieuw bestemmingsplan vast te stellen zonder gebruik te maken van de genoemde wijzigingsbevoegdheid. De raad stelt in zijn verweerschrift dat aan deze wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan "Assen Noord 2004" ten grondslag liggende beleidskeuze dateert uit 2004 en in zoverre nog actueel is dat het realiseren van een aantrekkelijk groen woonmilieu belangrijk wordt geacht. Bij het inrichten van het plangebied is daar inhoud aan gegeven door het realiseren van een groenvoorziening tussen de woningen en de Nobellaan en door het realiseren van een grote en groen ingerichte ontmoetingsplaats en speelvoorziening van 450 à 500 m2.

Gelet op het vorenstaande overweegt de Afdeling dat het betoog van de Bewonersgroep, gelet op het vorenstaande, in zoverre niet kan leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit.

Het betoog faalt.

Participatie

9.       De Bewonersgroep betoogt dat omwonenden nauwelijks zijn betrokken bij de uitwerking van de plannen, terwijl dat vanuit een goede planologie en draagvlak wel gewenst is. Zo werd de eerste versie van de voorziene woningbouw aan omwonenden kenbaar gemaakt bij een inloopbijeenkomst zeer kort voor de behandeling van het plan in de raad op 21 september 2017. In dit kader heeft de raad zich niet gehouden aan de criteria voor het proces van planvorming en de participatie van bewoners in de Strategienota Ruimte 2016, de Woonvisie Assen 2021 en de Omgevingsvisie Assen Nog Mooier 2021. Verder wijst de Bewonersgroep erop dat volgens hem geen draagvlaak bestaat voor de voorziene woningbouw. Ook wijst de Bewonersgroep erop dat de gemeente de inspraak van bewoners nooit heeft willen regelen met een inspraaknota. In dat kader wijst de Bewonersgroep er ook op dat een participatienota in het kader van de nieuwe Omgevingswet verplicht is.

9.1.    De raad stelt in zijn verweerschrift dat hij de in deze beroepsgrond geschetste beeldvorming niet herkent. Er is veel tijd en energie gestoken in het komen tot een in de buurt gedragen plan. Anders dan de Bewonersgroep suggereert is er een inloopbijeenkomst georganiseerd om de opvattingen in de buurt op te halen. Daarna hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden met mensen die geen woningen wilden. Deze gesprekken hebben geleid tot een aangepast plan dat met inbreng vanuit de buurt tot stand gekomen is, aldus de raad.

9.2.    Voorop moet worden gesteld dat het bieden van inspraak voorafgaande aan de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan geen onderdeel uitmaakt van de in de Wro en het Bro geregelde bestemmingsplanprocedure. Het niet bieden van inspraak in die eerdere fase heeft daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.

Daarbij wijst de Afdeling er ook op dat het ontbreken van 100% draagvlak bij de bewoners op zichzelf niet betekent dat de raad het plan niet had mogen vaststellen. Er is ook geen wettelijke regel die bepaalt dat een ruimtelijk plan een ontwikkeling alleen mogelijk mag maken als daarvoor voldoende draagvlak in de omgeving bestaat.

Voor zover de Bewonersgroep verwijst naar de Woonvisie Assen 2021, de Omgevingsvisie Assen Nog Mooier 2021 en de Strategienota Ruimte 2016, overweegt de Afdeling dat in deze beleidsdocumenten geen eisen staan voor het participatieproces. In de documenten wordt er wel op gewezen dat bij de Omgevingswet er zaken gaan veranderen rondom de participatie van burgers. De Omgevingswet is nog niet in werking getreden, zodat daaraan in deze procedure geen betekenis toekomt.

9.3.    Het betoog van de Bewonersgroep kan, gelet op het vorenstaande, in zoverre niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit.

Het betoog faalt.

Conclusie

10.     Gelet op het vorenstaande is het beroep ongegrond.

11.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. J. Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.M.W. van Ewijk, griffier.

w.g. Drop
lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Van Ewijk

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 augustus 2022

867