Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.667
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201903456/1/R3

Bij besluit van 14 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee het bestemmingsplan "3 Kernen (Den Bommel, Herkingen en Stad aan ’t Haringvliet)" vastgesteld. Het plangebied omvat de drie dorpskernen van Den Bommel, Herkingen en Stad aan ‘t Haringvliet. Het plan is opgesteld om de juridisch-planologische regeling voor de dorpen te actualiseren. De beroepen richten zich tegen het plan zoals vastgesteld voor Stad aan ‘t Haringvliet. [appellant sub 1] woont binnen het plangebied, naast het bedrijf Multi-Crane. Hij kan zich niet verenigen met het plan omdat hij vreest voor de gevolgen van het plan voor zijn woon- en leefklimaat. [appellant sub 2] heeft een akkerbouwbedrijf binnen het plangebied. Hij verzet zich tegen de oppervlakte van het bouwvlak dat is toegekend aan de gronden van zijn akkerbouwbedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1412
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903456/1/R3

201903818/1/A2

Bij besluit van 21 september 2018 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag van [appellant] om een toevoeging voor rechtsbijstand afgewezen. In een civielrechtelijk geschil werd [appellant] verweten geld van de onderneming [bedrijf A] en van drie andere ondernemingen te hebben weggesluisd. Het gaat daarbij om [bedrijf B], [bedrijf C] en [bedrijf D]. Bij vonnis van 20 december 2017 heeft de rechtbank Limburg [appellant] veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording aan deze vier besloten vennootschappen ter zake van betalingen die hij ten laste van deze ondernemingen heeft gedaan. Omdat de wederpartijen van [appellant] in hoger beroep zijn gegaan en hij zich in hoger beroep wenst te verweren en incidenteel hoger beroep in te stellen, heeft [appellant] op 2 mei 2018 een toevoeging aangevraagd voor rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1420
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201903818/1/A2

201904076/1/R2

Bij besluit van 1 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal geweigerd om aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het kappen van 33 Amerikaanse eiken op de Hunselerdijk te Kelpen-Oler en 16 zomereiken op de Kuiperweg te Kelpen-Oler. [appellante] teelt frambozen en aardbeien op stellingen. [gemachtigde] heeft namens [appellante] op 31 januari 2017 een aanvraag ingediend voor het kappen van 33 Amerikaanse eiken en 16 zomereiken gelegen langs zijn perceel, en het herplanten van 40 groene beuken. De 33 Amerikaanse eiken staan op eigen grond van [appellante], de 16 zomereiken deels op grond van de gemeente en deels op eigen grond. Uit het advies "Kap en herplant bomen [locatie] te Kelpen" volgt dat [appellante] de eikenbomen wil kappen omdat zij tot opbrengstderving van circa € 6.000,00 per jaar leiden door schaduwwerking op de geteelde gewassen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1409
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak201904076/1/R2

201904082/1/A2

Bij besluit van 3 juli 2017 heeft de raad voor rechtsbijstand de vergoeding voor door [appellante] aan [belanghebbende A] verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 2.427,45. De raad heeft bij besluit van 4 augustus 2016 een toevoeging verleend voor rechtsbijstand door [appellante] aan [belanghebbende A] voor de behandeling van een asielverzoek in de algemene asielprocedure. [appellante] heeft op 3 juli 2017 een vergoeding aangevraagd voor de op basis van de toevoeging verleende rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1419
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak201904082/1/A2

201904300/1/R2

Bij besluit van 9 april 2019 heeft de raad van de gemeente Helmond het bestemmingsplan "Buitengebied - Aarle-Rixtelseweg ongenummerd" vastgesteld. In het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied Helmond" had het perceel waarop het bestreden besluit betrekking heeft, de bestemming "Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap" en de bestemming: "Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog". Met het bestemmingsplan wordt het mogelijk gemaakt om op het perceel, kadastraal aangeduid als L 2663, een ruimte-voor-ruimte woning te bouwen met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 6,5 en 12 m en met een bebouwd oppervlak van ten hoogste 450 m².

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1400
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201904300/1/R2

201904726/1/R4

Bij besluit van 24 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente geweigerd om handhavend op te treden tegen geluidhinder, veroorzaakt door verkeer van en naar het krantendepot van de Persgroep Distributiegroep B.V. aan de Kerkstraat 123a. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Goor. Aan de voorkant van zijn woning ligt de Kerkstraat en aan de zijkant een doodlopende weg, die ook Kerkstraat wordt genoemd. De toerit geeft toegang tot loodsen en garages van particulieren, enkele bedrijfsgebouwen en een volkstuincomplex. De woning van [appellant] en deze daarachter gelegen bebouwing liggen op een bedrijventerrein. Aan de overzijde van de toerit ligt een tankstation. De Persgroep drijft op het perceel Kerkstraat 123a in een deel van een bedrijfsgebouw een krantendepot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1407
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904726/1/R4

201904856/1/R4

Bij besluit van 27 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Laren de bouwvergunning voor het realiseren van een appartementengebouw met aan- en toebehoren van 24 maart 2009 en de omgevingsvergunning van 15 december 2015 waarbij het bouwplan werd gewijzigd, ingetrokken. Bij een controle op het perceel op 5 maart 2018 is geconstateerd dat bouwwerkzaamheden werden verricht op het perceel zonder de daartoe vereiste omgevingsvergunning. De werkzaamheden bestonden uit het uitzetten/aftekenen van het peil, het plaatsen van profielen voor de binnenmuur en voorbereidingswerkzaamheden voor het aanbrengen van de kimlaag. Bij besluit van 5 maart 2018 heeft het college de opgelegde bouwstop bevestigd en daarbij herhaald dat Voxer B.V. is gelast om onmiddellijk alle bouwwerkzaamheden op het perceel te staken en deze gestaakt te houden op straffe van een eenmalige dwangsom van € 50.000,00 als Voxer B.V. verder gaat met de werkzaamheden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1399
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904856/1/R4

201905010/1/A2

Bij besluit van 28 juli 2015 heeft het college van burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. [appellant A] is eigenaar van het perceel aan de [locatie] te Sint-Hubert en bewoont het woonhuis dat op dit perceel is gelegen. [appellant] exploiteert op dit perceel een varkenshouderij en een fruitteeltbedrijf. Bij brief van 24 december 2013 heeft [appellant] het college verzocht hem tegemoet te komen in de planschade die hij stelt te lijden als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Buitengebied Mill en Sint Hubert" op 8 november 2012. Dit plan biedt volgens [appellant] minder bebouwings- en gebruiksmogelijkheden dan het vorige bestemmingsplan "Buitengebied 1998" en het verlies van deze mogelijkheden leidt tot vermindering van de waarde van het perceel en de daarop gelegen onroerende zaken en tot inkomensvermindering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1417
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201905010/1/A2

201905124/1/R2

Bij besluit van 9 februari 2018 heeft het college [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om een recreatieverblijf en een vrijstaande berging met aangebouwde overkapping aan de [locatie] te Handel, gemeente Gemert-Bakel (hierna: het perceel), te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is sinds 2016 eigenaar van het perceel. Het perceel is gelegen op recreatiepark De Rooye Asch. Op het perceel bevinden zich een recreatieverblijf en een vrijstaande berging met aangebouwde overkapping. Het recreatieverblijf is in 1985 gerealiseerd, en is in de loop van 1991 uitgebreid. Voor geen van de op het perceel aanwezige bouwwerken is een bouwvergunning als bedoeld in de destijds geldende Woningwet, dan wel een omgevingsvergunning voor bouwen als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verleend.Op 20 juni 2013 heeft Wind Mee, eigenaresse van het recreatiepark, een verzoek ingediend bij het college om handhavend op te treden tegen de illegale bouwwerken op het recreatiepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1410
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905124/1/R2

201905169/1/R4

Bij besluit van 9 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Vijfheerenlanden het bestemmingsplan "Broekseweg 68" vastgesteld. Het plan voorziet in de omzetting van een woonboerderij aan de Broekseweg 68 te Meerkerk in een woonzorgboerderij met 12 wooneenheden voor maximaal 12 personen. BijBram B.V. wil daar zorg en begeleiding bieden aan volwassenen met psychische of psychosociale problemen. Om dit te kunnen realiseren, is aan het plangebied de bestemming "Maatschappelijk" en de functieaanduiding "zorgboerderij" toegekend. [appellant] en anderen wonen in de omgeving van het plangebied. Zij vrezen met name voor overlast van de voorziene woonzorgboerderij. Zij wijzen hierbij op de negatieve ervaringen die zij hadden met de eerder daar gevestigde zorgboerderij.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1397
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201905169/1/R4

201905265/1/R2

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eersel het wijzigingsplan "[locatie 1], Eersel" vastgesteld. [appellant] woont aan de [locatie 2] in Eersel. Op 5 juni 2019 heeft het college een wijzigingsplan vastgesteld waarin aan zijn buurperceel [locatie 1] een grotere woonbestemming en een groenbestemming is toegekend. [appellant] richt zich tegen de uitbreiding van de woonbestemming en vreest als gevolg daarvan voor een aantasting van het woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1411
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201905265/1/R2

201905490/1/A3

Bij besluit van 3 augustus 2017 heeft de gebiedscommissie Centrum van de gemeente Rotterdam aan [appellant] vergunning verleend voor het tijdelijk innemen van een standplaats met een mobiele kraam voor de verkoop van geringe eet- en drinkwaren op het Binnenwegplein ter hoogte van [locatie 1] in Rotterdam. Bij besluit van 30 januari 2018, voor zover thans van belang, heeft de gebiedscommissie Centrum aan [appellant] vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op het Binnenwegplein ter hoogte van [locatie 3] voor de duur van de werkzaamheden en uiterlijk tot en met 30 juni 2020. Bij besluit van 20 februari 2018 heeft het college de bezwaren van [appellant] tegen het besluit van 3 augustus 2017 gegrond verklaard en bepaald dat [appellant] tijdens de werkzaamheden een standplaats mag innemen op het Binnenwegplein ter hoogte van [locatie 3].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1404
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201905490/1/A3

201905760/1/R4

Bij besluit van 24 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een dakopbouw op zijn woning aan [locatie] in Hoogland. De woning is gesitueerd op de hoek van een blok rijwoningen. De aan [appellant] vergunde dakopbouw is de eerste dakopbouw van dit blok. Op het voor- en achterdakvlak van dit blok zijn dakkapellen aanwezig. Het college heeft in lijn met het door de stadsbouwmeester op 24 april 2018 gegeven welstandsadvies drie voorschriften aan de aan [appellant] verleende omgevingsvergunning verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1418
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905760/1/R4

201905828/1/A3

Bij besluit van 3 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam [appellant] medegedeeld dat het hem geen dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een besluit is verschuldigd. Bij brief van 13 december 2017 heeft [appellant], die op 12 december 2017 dakloos is geworden, aangifte van adreswijziging gedaan en het college verzocht op grond van de Wet basisregistratie personen ambtshalve een briefadres in de basisregistratie op te nemen. In reactie hierop heeft de procesmanager publiekzaken van de gemeente [appellant] bij brief van 20 december 2017 medegedeeld dat hetgeen hij verzoekt niet mogelijk is en uitgelegd wat hij zou kunnen doen om met een briefadres te worden ingeschreven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1416
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak201905828/1/A3

201905854/1/R1

Bij besluit van 11 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Langedijk het bestemmingsplan "Kieft te Sint Pancras" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van drie vrijstaande woningen gelegen tussen de A.V.H. Destreelaan en Kieft in Sint Pancras. In de huidige situatie is het terrein in gebruik als tuin en wordt het omzoomd door een coniferenhaag. [appellant] en anderen wonen ten zuiden van het plangebied aan de Kieft. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan, onder meer omdat het plan volgens hen in strijd is met de structuurvisie en omdat het zal leiden tot parkeeroverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1395
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201905854/1/R1

201905943/1/R1

Bij besluit van 28 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "[locatie 1], [locatie 2] (N822) Aardenburg" vastgesteld. Het plan voorziet in een juridisch-planologische regeling voor het perceel [locatie 1] en het perceel [locatie 2] in Aardenburg. Op eerstgenoemd perceel wordt een woning gesloopt en op het perceel aan de Bogaardstraat wordt een woning gerealiseerd. Ravotra is gevestigd aan de Groeneweg Oost 2 in Schoondijke. Zij is mede eigenaar van het perceel Bogaardstraat 11 in Aardenburg en exploiteert ter plaatse een varkenshouderij. Het beroep is beperkt tot het plandeel voor het perceel [locatie 2]. Ravotra kan zich daarmee niet verenigen, omdat zij vreest door de op dat perceel mogelijk gemaakte woning beperkt te worden in haar bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1394
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201905943/1/R1

201906053/1/A2

Bij besluit van 21 juli 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag over 2013 voor [appellant] herzien naar nihil. [appellant] heeft over 2013 zorgtoeslag ontvangen. Bij besluit van 6 oktober 2017 is de zorgtoeslag over berekeningsjaar 2013 herzien en vastgesteld op € 1.060,00. Bij het besluit van 21 juli 2018, gehandhaafd bij het besluit van 20 september 2018, heeft de Belastingdienst/Toeslagen de zorgtoeslag over 2013 herzien en vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de te veel ontvangen zorgtoeslag teruggevorderd. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan zijn besluitvorming ten grondslag gelegd dat het (gezamenlijke) vermogen van [appellant] boven de vermogensgrens uitkomt en daarmee te hoog is voor zorgtoeslag. [appellant] vindt dat het vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting niet van invloed dient te zijn op de toekenning van zorgtoeslag omdat de vermogens in box 1 en 2 dat ook niet zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1415
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201906053/1/A2

201906221/1/R4

Bij besluit van 22 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ermelo aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een bijbehorend bouwwerk, te weten een speelhut op palen. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie] te Ermelo. Door de uitspraak van de Afdeling van 29 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3267, is in rechte komen vast te staan dat het college handhavend mocht optreden tegen een op dat perceel geplaatste speelhut op palen, omdat de voor het plaatsen daarvan vereiste omgevingsvergunning niet was afgegeven. Om die speelhut te legaliseren heeft [appellant] op 3 december 2017 een omgevingsvergunning aangevraagd. Bij besluit van 22 februari 2018 heeft het college die aanvraag ingewilligd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1422
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906221/1/R4

201906223/1/R4

Bij besluit van 9 juli 2018 heeft het college aan de gemeente Ermelo een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de boombak op het perceel Hazelaarlaan ongenummerd te Ermelo, tegenover Hazelaarlaan 11. De gemeente is eigenaar van het perceel. [appellant] woont op het adres [locatie] te Ermelo. Op het perceel bevindt zich een verhoogde boombak waarin een zogenoemde waardevolle boom staat. Het perceel heeft de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" en de dubbelbestemmingen "Waarde - Waardevolle boom" en "Waarde - Archeologie H". Om de boombak te kunnen inkorten, heeft de gemeente een omgevingsvergunning aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1423
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906223/1/R4

201906300/1/R1

Bij besluit van 25 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Helder aan Sun Invest 1 B.V. omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een zonnepark, vier transformatorhokjes, één inkoopstation en een terreinafscheiding en het verbreden van sloten op het perceel. [appellant] woont in de nabijheid van het perceel en vreest voor negatieve gevolgen voor zijn uitzicht en een toename van de geluidbelasting als gevolg van het voorziene zonnepark. Volgens [appellant] past het zonnepark niet in een agrarische bestemming. [appellant] betoogt dat het zonnepark binnen de veiligheidscontour van vliegveld De Kooi is voorzien en dat daar een bouwverbod geldt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1393
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906300/1/R1

201906338/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de inschrijving van [appellant] op de anciënniteitlijst van de markten Zuid-Woensdag, Zuid-Zaterdag en West-Donderdag doorgehaald. [appellant] had vaste standplaatsen op de markten Zuid-Woensdag, Zuid-Zaterdag en West-Donderdag in Rotterdam. Op 18 mei 2018 zijn die plaatsen hem toegewezen voor de branche kruiden, specerijen en maaltijdingrediënten. Op verschillende dagen hebben handhavers van de gemeente geconstateerd dat [appellant] groenten en fruit op zijn standplaatsen aan het verkopen was. Volgens het college mag hij die producten niet verkopen, omdat die niet onder de branche kruiden, specerijen en maaltijdingrediënten vallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1425
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906338/1/A3

201906394/1/A3

Bij besluit van 11 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de aan [appellant] verleende ‘parkeervergunning bewoner’ voor [locatie] in Utrecht met ingang van 14 september 2018 ingetrokken. Het college heeft de ‘parkeervergunning bewoner’ aan [appellant] verleend voor een aan hem voor dagelijks gebruik ter beschikking gestelde bedrijfsauto. Het college heeft de vergunning ingetrokken, omdat het kenteken van de auto waarvoor de vergunning is verleend niet meer op naam van een bedrijf geregistreerd staat en [appellant] niet langer voldoet aan de voorwaarden voor een bewonersvergunning, neergelegd in de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2014 en de Beleidsregels uitgifte parkeervergunningen en garageplaatsen 2017 gemeente Utrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1405
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906394/1/A3

201906421/1/A3

Bij besluit van 24 oktober 2017 heeft de gebiedscommissie Charlois van de gemeente Rotterdam de aanvraag van [appellante] om een standplaatsvergunning afgewezen. [appellante] heeft een vergunning aangevraagd voor het innemen van een standplaats met een mobiele kraam voor de verkoop van geringe eet- en drinkwaren op het Zuidplein in Rotterdam. De aanvraag is afgewezen omdat het Zuidplein is aangewezen als standplaatsvrijgebied als bedoeld in artikel 5.21a, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Rotterdam 2012 en [appellante] niet voldoet aan de voorwaarden voor een ontheffing als bedoeld in artikel 5.21a, tweede en derde lid, van de APV.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1403
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906421/1/A3

201906530/1/A3

Bij besluit van 16 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft op 26 juli 2017 bij het college een urgentieverklaring aangevraagd. Zij verbleef op dat moment in een Amsterdams opvangcentrum voor personen zonder verblijfsvergunning. Daar kon zij niet blijven wonen, omdat ze inmiddels een verblijfsvergunning had. [appellante] heeft op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning een indicatie voor beschermd wonen gekregen. Op 20 augustus 2018, en dus na het besluit op bezwaar, is zij bij een locatie voor begeleid wonen van het Leger des Heils geplaatst. Daar is zij in februari 2019 uit eigen beweging vertrokken, omdat volgens haar de woonomstandigheden niet naar behoren waren. Sinds februari 2020 woont zij noodgedwongen bij een opvanglocatie in Zaanstad. Zij wil echter in Amsterdam wonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1406
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906530/1/A3

201906702/1/A2

Bij besluit van 11 mei 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag over 2016 voor [appellant] definitief berekend en vastgesteld op € 1.096,00. [appellant] heeft over het jaar 2016 tot en met 2018 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Daarna heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag over 2016 definitief berekend en vastgesteld op € 1.096,00 en de voorschotten over 2017 en 2018 gewijzigd vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft daarbij de te veel uitbetaalde voorschotten huurtoeslag teruggevorderd. Vanaf 1 juli 2016 huurde [appellant] een woning van zijn zoon. De Belastingdienst/Toeslagen heeft aan zijn besluitvorming ten grondslag gelegd dat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond de verschuldigde huur te hebben betaald. De overgelegde kwitanties zijn onvoldoende als bewijs van betaling. De kwitanties worden niet ondersteund door de overgelegde bankafschriften. De bedragen van de pinopnames op de bankafschriften corresponderen niet met het bedrag van de huur.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1414
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201906702/1/A2

201906825/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2019, bekendgemaakt op 1 augustus 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde het "Aanwijzingsbesluit ondergrondse containers voor restafval in de kern van Zeewolde" vastgesteld. Hierbij is onder meer locatie ZW52, aan het einde van Molenrak, aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] woont aan [locatie], vlakbij locatie ZW52. Hij kan zich niet verenigen met de aanwijzing van die locatie. Volgens hem is locatie ZW52 niet geschikt als locatie voor een orac en zijn er alternatieve locaties die wel geschikt zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1396
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906825/1/R1

201907434/1/A3

Bij besluit van 25 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem afwijzend besloten op een verzoek van [appellant] om hem informatie te verstrekken. Op 23 januari 2018 was [appellant] betrokken bij een verkeersongeval in Arnhem. Bij brief van 9 april 2018 heeft [appellant] het college met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur verzocht een afschrift te verstrekken van de uitkomst van het onderzoek naar de toedracht van dit ongeval. Bij het besluit van 25 mei 2018 heeft het college dit verzoek afgewezen, omdat het door [appellant] bedoelde onderzoek op 9 april 2018 nog niet bestond. Dit besluit heeft het college in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1427
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907434/1/A3

201908167/1/R4

Bij besluit van 1 juli 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor verschillende activiteiten op het perceel [locatie 1] te Bussum. Het gaat om een omgevingsvergunning voor onder meer het slopen van een bungalow, het bouwen van een woning met zwembad en bijgebouw, het vellen van een houtopstand en het realiseren van een uitrit op het perceel. De termijn voor het indienen van bezwaar tegen dat besluit is op 12 augustus 2016 geëindigd. Het college heeft geen mededeling van dit besluit gedaan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad of op een andere voor derden kenbare wijze. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2] te Bussum. Het door hem tegen het besluit van 1 juli 2016 gemaakte bezwaar is op 27 augustus 2018 door het college ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1390
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908167/1/R4

201908208/1/R4

Bij besluit van 5 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nederweert [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast asbest, dat blijkens het asbestinventarisatierapport van 20 december 2018, kenmerk 20181574, op het perceel [locatie] te Ospel aanwezig is, uiterlijk voor 1 maart 2019 overeenkomstig het rapport te laten verwijderen. Daarbij heeft het college bepaald dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang voor rekening van [appellant] komen. Een toezichthouder van de gemeente heeft op 7 november 2018 een controle op het perceel uitgevoerd. Daarbij heeft die toezichthouder geconstateerd dat in de buitenlucht op het perceel een grote hoeveelheid gebroken asbestplaten in zakken en op pallets was opgeslagen. Blijkens het controlerapport heeft [appellant] verklaard dat het asbesthoudende materiaal afkomstig is uit een container die op het perceel is neergezet en dat hij het materiaal zelf uit de container heeft gehaald. [appellant] woont op het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1392
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908208/1/R4

201908398/1/R4

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aanvraag van Cleanergy om haar een omgevingsvergunning te verlenen, afgewezen. Cleanergy is een mestverwerkingsbedrijf met een co-vergistingsinstallatie op het perceel Straatscheveld 2 te Wanroij. Op 13 mei 2016 heeft het college een aanvraag van Cleanergy ontvangen die, na wijziging en gedeeltelijke intrekking daarvan, strekt tot verlening van een omgevingsvergunning voor de duur van vijf jaren voor activiteiten als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Cleanergy wil met deze aanvraag een omgevingsvergunning krijgen voor verhoging van de mestverwerkingscapaciteit van 36.000 ton naar 75.000 ton per jaar, het hygiëniseren van 25.000 ton mest per jaar voor de export en het gelijktijdig in gebruik nemen van de twee eerder aan haar vergunde warmtekrachtkoppelinginstallaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1391
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201908398/1/R4

201908736/1/A3

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen.[appellante] heeft een lichte verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Bij besluit van 12 oktober 2017 heeft het Centrum Indicatiestelling Zorg op grond van de Wet langdurige zorg voor haar een indicatie voor 24-uurszorg afgegeven. Deze CIZ-indicatie is voor onbepaalde tijd geldig. Volgens het CIZ is het als gevolg van de gedragsproblemen van [appellante] noodzakelijk dat zij 24 uur per dag een verzorger in de nabijheid heeft. De aanvraag om een urgentieverklaring heeft [appellante] ingediend omdat het huurcontract van haar woning is opgezegd terwijl zij op dat moment zwanger was. Daardoor is een woonnoodsituatie ontstaan. Deze situatie kan volgens [appellante] niet worden opgelost met de CIZ-indicatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1428
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201908736/1/A3

201909275/1/R3

Bij besluit van 31 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Lansingerland het bestemmingsplan "Woningbouw Hoeksekade Noord, deellocatie B" vastgesteld. Het plangebied is door de raad aangewezen als ontwikkellocatie voor woningbouw. Het plan maakt de realisatie van dertien grondgebonden woningen mogelijk; vier rijwoningen aan de Hoeksekade en zes halfvrijstaande woningen en drie vrijstaande woningen aan een nieuwe ontsluiting. De gronden binnen het plangebied hadden de bestemming "Agrarisch" [appellante] is eigenaar van het perceel dat is gelegen ten noordoosten van het plangebied en hier direct aan grenst. Op dit perceel staan kassen van [appellante]. Zij kan zich niet verenigen met het plan omdat zij vreest dat de komst van woningen haar normale bedrijfsvoering zal belemmeren vanwege de geringe afstand tussen de voorziene woningen en het bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1408
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201909275/1/R3

202000053/1/R1

Bij besluit van 3 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Waterland het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte "Omgevingsplan Monnickendam - Galgeriet 2019" vastgesteld. Het plan maakt mogelijk dat het grotendeels leegstaande bedrijventerrein het Galgeriet en de jachthaven worden ontwikkeld tot een gemengd woongebied van maximaal 700 woningen. Daarnaast maakt het plan (maatschappelijke) voorzieningen mogelijk, zoals een supermarkt, bibliotheek en kinderdagverblijf. De bestaande horeca blijft in het gebied. Het plan maakt daarnaast de komst van een nieuw hotel en restaurant mogelijk. De ligplaatsen van de jachthaven worden deels verplaatst. Ook maakt het plan mogelijk om bepaalde andere bedrijfsactiviteiten uit te voeren. Projectontwikkeling Galgeriet is de ontwikkelaar van het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1402
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202000053/1/R1

202001075/2/R4

[appellant sub 1], [appellant sub 2] en Stichting GAS DrOvF hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit met het winningsplan De Blesse-Blesdijke van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 8 januari 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1381
Datum uitspraak
17 juni 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001075/2/R4

202001629/2/A3

Bij besluit van 12 november 2018 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens een verzoek van [verzoeker] om handhaving afgewezen. [verzoeker] vindt dat het mogelijk moet zijn om een vervoersbewijs voor een internationale treinreis te kopen zonder dat persoonsgegevens moeten worden verstrekt. Hij stelt in zijn verzoek om handhaving dat dit in de praktijk heel moeilijk is, omdat bij het kopen van een vervoersbewijs standaard om persoonsgegevens - waaronder in elk geval de naam - wordt gevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1379
Datum uitspraak
12 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202001629/2/A3

202001882/2/R3

Bij besluit van 16 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Borger-Odoorn het bestemmingsplan "Het Land van Bartje" vastgesteld. Het vakantiepark "Het Land van Bartje" ligt in het dorp Ees in de gemeente Borger-Odoorn. Het huidige park heeft een oppervlakte van ongeveer 40 ha. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het bestaande vakantiepark en maakt daarnaast een uitbreiding van het vakantiepark mogelijk aan de noord- en zuidzijde van het park. [verzoeker] en anderen kunnen zich niet verenigen met de uitbreidingsmogelijkheden aan de noord- en zuidzijde van het vakantiepark. Ook kunnen zij zich niet verenigen met de verruimde bouw- en gebruiksmogelijkheden die het plan volgens hen biedt ter plaatse van het bestaande vakantiepark.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1380
Datum uitspraak
12 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202001882/2/R3

202001217/2/A3

Bij afzonderlijke besluiten van 29 mei 2018 heeft de burgemeester van Rotterdam aan Sportcafé Royal Alina een exploitatievergunning, een Drank- en Horecawetvergunning en een aanwezigheidsvergunning voor twee kansspelautomaten verleend. Sportcafé Royal Alina exploiteert een horecagelegenheid waarbij de mogelijkheid tot het roken van een waterpijp wordt aangeboden op de Nieuwe Binnenweg 154a (beletage) in Rotterdam. Vanaf 2015 exploiteerde Sportcafé Royal Alina in het souterrain op dat adres een horecagelegenheid. In verband met noodzakelijk groot onderhoud aan die etage, is besloten dat een nieuwe vergunning zou worden aangevraagd voor de beletage. Op die manier zou de horecagelegenheid maar een korte periode hoeven te sluiten. De vergunningen voor de Nieuwe Binnenweg 154a (beletage) zijn waar deze zaak over gaat. [wederpartij] woont in de directe omgeving van de horecagelegenheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1353
Datum uitspraak
11 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202001217/2/A3

201709037/4/R3

Bij besluit van 17 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Leiden het bestemmingsplan "Binnenstad" opnieuw, gewijzigd, vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1356
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201709037/4/R3

201805567/1/V1

Bij besluit van 13 december 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1690
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201805567/1/V1

201903752/1/V1

Bij besluiten van 27 november 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1360
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201903752/1/V1

201905011/1/V3

Bij besluit van 25 september 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1352
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201905011/1/V3

201907053/1/V1

Bij besluit van 22 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: een mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1691
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907053/1/V1

201908242/2/R3

Bij brief van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden te kennen gegeven dat zij geen aanleiding ziet om de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2571, anders te interpreteren dan zij heeft toegelicht in haar brief van 15 augustus 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1358
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908242/2/R3

201908905/1/V1

Bij besluit van 14 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om de geldigheidsduur van de aan haar verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlengen afgewezen en deze verblijfsvergunning ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1376
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201908905/1/V1

201709037/3/R3

Bij tussenuitspraak van 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2571, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Leiden opgedragen om binnen 16 weken na de verzending van de tussenuitspraak, met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen, het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van 28 september 2017, waarbij het bestemmingsplan "Binnenstad" is vastgesteld, te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 9.2 overwogen dat de aanduiding "specifieke vorm van water - ligplaats bedrijfsvaartuig" in de regels van het plan zodanig ruim is geformuleerd dat ter plaatse van het bijbakje rondvaartboten kunnen aanleggen, hetgeen de raad niet heeft beoogd. Gelet hierop heeft de Afdeling in de tussenuitspraak geoordeeld dat het bestreden besluit in zoverre niet berust op een deugdelijke motivering en onzorgvuldig is voorbereid. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen het hiervoor vermelde gebrek te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1354
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201709037/3/R3

201804677/1/A3

Bij besluit van 27 januari 2017 heeft de staatssecretaris van Financiën het verzet van [appellant sub 2] tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens niet gerechtvaardigd geacht. De directeur van de Belastingdienst/Centrale administratie heeft bij brieven van 4 april 2013, 22 maart 2014, onderscheidenlijk 17 maart 2015, op verzoek van woningcorporatie De Alliantie, verklaringen over het huishoudinkomen van de bewoners op het adres [locatie] te [plaats] - waar [appellant sub 2] woont - over de jaren 2013, 2014 en 2015, verstrekt. De Alliantie heeft [appellant sub 2] bij brieven van 22 april 2013, 22 april 2014, onderscheidenlijk 28 april 2015, medegedeeld dat de huurprijs van de woning op voormeld adres per 1 juli van het desbetreffende jaar wordt verhoogd. Bij brief van 12 februari 2016 heeft [appellant sub 2] verzet aangetekend als bedoeld in artikel 40 van de Wbp tegen het verstrekken van de verklaringen over het huishoudinkomen op voornoemd adres.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1375
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak201804677/1/A3

201809792/1/A3

De beslissing van 11 november 2016 heeft de burgemeester na overleg met de lokale driehoek genomen en houdt in een verbod om op 12 november 2016 tussen 6:00 uur en 18:00 uur in het centrum een betoging en/of samenkomst te houden in verband met de intocht van Sinterklaas. Daarnaast heeft de burgemeester meerdere aanwijzingen gegeven aan een ieder die een betoging of samenkomst wil houden in verband met de intocht van Sinterklaas, waaronder de aanwijzing dit niet te doen in het centrum van Rotterdam. Aanleiding voor dit verbod en de aanwijzingen is dat volgens de burgemeester uit informatie is gebleken dat linksgeoriënteerde partijen op 12 november 2016 naar Rotterdam wilden komen om tijdens de intocht van Sinterklaas in het centrum van Rotterdam actie te voeren, terwijl de burgemeester van die linksgeoriënteerde partijen geen kennisgeving voor een betoging of samenkomst heeft ontvangen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1361
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201809792/1/A3

201903712/1/A1

Bij besluit van 6 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo geweigerd om aan [appellante] een omgevingsvergunning te verlenen voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van de loods op het perceel aan de [locatie] in Aadorp voor het bereiden en leveren van maaltijden aan groepen mensen vanaf twee personen. Op het perceel staan een woning en een loods. In deze loods is een dart- en biljartclub gevestigd. [appellante] wil in de loods het bedrijf [naam] exploiteren. Volgens de aanvraag om vergunningverlening zullen de activiteiten van dit bedrijf bestaan uit: "Het bereiden en leveren van maaltijden aan groepen mensen. Met groepen mensen wordt geduid op groepen vanaf twee personen. Deze maaltijden worden bereid in een professionele keuken en daarnaast worden er kookworkshops gegeven." Ten behoeve van deze activiteiten heeft [appellante] een omgevingsvergunning voor afwijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Noord Aadorp" gevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1362
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201903712/1/A1

201904050/1/A3

Bij besluit van 14 juli 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein bij Seats and Sofas een dwangsom van € 5.000,00 ingevorderd wegens overtreding van de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012. Seats and Sofas heeft op 7 november 2016 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 14 juli 2016. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat Seats and Sofas buiten de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn van zes weken bezwaar heeft gemaakt en er geen reden was op grond waarvan die termijnoverschrijding verschoonbaar kan worden geacht. Seats and Sofas is het daarmee niet eens, omdat, naar zij stelt, het besluit van 14 juli 2016 haar niet of veel later heeft bereikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1370
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904050/1/A3

201904125/1/R1

Bij besluit van 3 april 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan parkeernormen Gooise Meren" vastgesteld. De raad heeft met de vaststelling van dit zogeheten paraplubestemmingsplan de parkeernormen in de beleidsregel "Richtlijnen voor parkeernormen" van 19 februari 2019 opgenomen in de planregels van de bestemmingsplannen van de gemeente Gooise Meren voor zover die bestemmingsplannen nog niet voorzagen in een parkeerregeling. Het plan bevat een dynamische verwijzing naar de beleidsregel "Richtlijnen voor parkeernormen", wat inhoudt dat met toekomstige wijzigingen van deze beleidsregel rekening wordt gehouden. [appellant] woont in het zuiden van het plangebied. Hij vreest dat vergunningvrije wijzigingen van onder andere het gebruik van percelen leidt tot parkeerproblemen en daarmee tot een onevenredige aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1374
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201904125/1/R1

201905045/1/R3

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een privé-schietbaan c.q. het weer in gebruik nemen van een (koker)schietbaan voor privégebruik op het perceel [locatie] te Winschoten. Op het perceel staat een langwerpig gebouw, met daarin een zogenoemde kokerschietbaan. Deze is al jaren niet in gebruik. Ingevolge het bestemmingsplan "Buitengebied Oldambt" rust op het perceel de bestemming "Wonen". Niet in geschil is dat het gebruik van het perceel als schietbaan in strijd is met het bestemmingsplan. [vergunninghouder] heeft daarom in december 2016 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een privé-schietbaan c.q. het weer in gebruik mogen nemen van de schietbaan voor privégebruik op het perceel. [appellant] woont naast het perceel en is opgekomen tegen de verleende omgevingsvergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1369
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201905045/1/R3

201905082/1/A3

Bij besluit van 14 juli 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein bij Woonsquare een dwangsom van € 5000,00 ingevorderd wegens overtreding van de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Nieuwegein 2012. Woonsquare heeft op 7 november 2016 bezwaar gemaakt tegen het besluit van 14 juli 2016. Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat Woonsquare buiten de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn van zes weken bezwaar heeft gemaakt en er geen reden was op grond waarvan de termijnoverschrijding verschoonbaar kon worden geacht. Woonsquare is het daarmee niet eens, omdat, naar zij stelt, het besluit van 14 juli 2016 haar niet of veel later heeft bereikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1373
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905082/1/A3

201905702/1/R1

Bij besluit van 12 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hollands Kroon aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een overkapping op het perceel [locatie] te Breezand. Op het perceel [locatie] houdt [vergunninghouder] zich bezig met het telen van bloembollen. [vergunninghouder] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een overkapping voor de voorgevel van de bestaande woning in de zijtuin op dit perceel. Het college heeft de vergunning verleend. Het college is van oordeel dat het bouwplan niet in strijd is met het bestemmingsplan. Het bezwaar tegen de vergunning is ongegrond verklaard. [appellante] woont op het naastgelegen perceel en kan zich niet met de bouw van een overkapping verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1363
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905702/1/R1

201906411/1/A3

Bij besluit van 19 december 2017 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellante] een boete opgelegd van € 21.600,00 wegens overtreding van artikel 3.17 van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op 8 mei 2017 heeft een werknemer van [appellante] een arbeidsongeluk gehad waarbij hij oogletsel heeft opgelopen. Een afvalcontainer gevuld met wapeningsresten werd met een torenkraan verplaatst dicht naast een al aanwezige container. Toen de afvalcontainer op zijn plaats stond, maakte het slachtoffer de hijskettingen los. Hij reikte naar de laatste hijsketting om deze van de container los te maken. De hijsketting kwam in beweging door de wind. In de schalm van de ketting raakte een wapeningsnet verstrikt. Een punt hiervan raakte het slachtoffer in zijn oog. Hij is in het ziekenhuis opgenomen en behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1368
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201906411/1/A3

201906588/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2019, bekendgemaakt op 1 augustus 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde het "Aanwijzingsbesluit ondergrondse containers voor restafval in de kern van Zeewolde" vastgesteld. Hierbij is onder meer locatie ZW15, aan Liesgras ter hoogte van de nummers 11 en 13, aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer (hierna: orac).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1366
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906588/1/R1

201906845/1/R1

Bij besluit van 31 juli 2019, bekendgemaakt op 1 augustus 2019, heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeewolde het "Aanwijzingsbesluit ondergrondse containers voor restafval in de kern van Zeewolde" vastgesteld. Hierbij is onder meer locatie ZW15, aan Liesgras ter hoogte van de nummers 11 en 13, aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellante] woont aan [locatie], vlakbij locatie ZW15. Zij kan zich niet verenigen met de aanwijzing van die locatie. Volgens haar is locatie ZW15 niet geschikt als locatie voor een orac en zijn er alternatieve locaties die wel geschikt zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1365
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906845/1/R1

201906928/1/A3

[belanghebbenden] hebben een gezamenlijke huisartsenpraktijk in Kessel. Bij te onderscheiden besluiten van 21 september 2015 heeft de minister voor Medische Zorg [belanghebbenden] vergunningen verleend voor het bereiden ten behoeve van en het ter hand stellen van geneesmiddelen aan patiënten van de huisartsenpraktijk die is gevestigd in Kessel. [appellanten] zijn beiden werkzaam als apothekers in Neer en hebben bezwaar gemaakt tegen de verlening. Bij uitspraak van 27 februari 2019 heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellanten] gegrond verklaard, omdat, kort gezegd, het door de minister gehanteerde afstandscriterium niet in overeenstemming is met de definitie van het afstandscriterium zoals neergelegd in de Geneesmiddelenwet. De Afdeling heeft daarop het besluit op bezwaar vernietigd en bepaald dat tegen het door de minister te nemen nieuwe besluit op het bezwaar van [appellanten] slechts bij de Afdeling beroep kan worden ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1364
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak201906928/1/A3

201906955/1/R1

Bij besluit van 10 juli 2018 heeft het algemeen bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta het watergebiedsplan "landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen" vastgesteld. Het watergebiedsplan is een projectplan als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Waterwet en betreft de aanpassing van de waterhuishoudkundige infrastructuur in het zuidelijk deel van de polder Nijeveen-Kolderveen. Het plangebied ligt gedeeltelijk in de provincie Overijssel en gedeeltelijk in de provincie Drenthe en heeft een omvang van ongeveer 1.100 hectare. Een beperkt deel van het plangebied ligt in Natura 2000-gebied De Wieden. Doel van het plan is het realiseren van een goed functionerend toekomstbestendig watersysteem in het landbouwgebied rondom de nieuwbouwwijk Nieuwveense Landen ten westen van Meppel. [appellante] is gevestigd in het plangebied en vreest dat het plan nadelige gevolgen heeft voor haar bedrijf. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het algemeen bestuur het besluit van 10 juli 2018 rechtmatig genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1295
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201906955/1/R1

201907884/1/R4

Bij besluit van 19 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten aan [appellante] een last onder bestuursdwang opgelegd. De opgelegde last onder bestuursdwang heeft betrekking op een gebouw op het perceel Beestmanweg (ongenummerd) te Aalten, dat voorheen een kippenschuur was en in 2008 zonder vergunning is verbouwd tot een jachthut / beheersgebouw ten behoeve van de jacht op en het beheer van het landgoed "Beestman". Volgens het college is het gebruik van het gebouw als jachthut of beheersgebouw in strijd met het bestemmingsplan "Buitengebied Aalten 2004" en de Omgevingsverordening Gelderland. Het college heeft bij besluit van 10 april 2018 een omgevingsvergunning voor het bouwen en het afwijken van het bestemmingsplan geweigerd. Het college heeft vervolgens [appellante] gelast het gebouw te verwijderen en verwijderd te houden en de grond rondom het gebouw te verwijderen en af te voeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1372
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907884/1/R4

201908242/1/R3

Bij brief van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden te kennen gegeven dat zij geen aanleiding ziet om de uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2571, anders te interpreteren dan zij heeft toegelicht in haar brief van 15 augustus 2019. De Afdeling heeft in deze uitspraak onder meer het beroep van Historische Vereniging Oud Leiden en Het Waterambacht Leiden tegen het besluit van de raad van de gemeente Leiden van 28 september 2017, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Binnenstad", gegrond verklaard en dit besluit vernietigd voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Water" en de aanduiding "terras" nabij de bestaande horecaonderneming Annie’s ter hoogte van de [locatie] te Leiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1355
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201908242/1/R3

201909336/1/R1

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft het dagelijks bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta [appellante] een gedoogplicht als bedoeld in artikel 5.24, eerste lid, van de Waterwet opgelegd. [appellante] is rechthebbende van meerdere percelen in het plangebied van het bij besluit van 10 juli 2018 door het algemeen bestuur van het waterschap Drents Overijsselse Delta vastgestelde watergebiedsplan "landbouwgebied rondom Nieuwveense Landen". Het dagelijks bestuur heeft haar de verplichting opgelegd het verbreden en verdiepen van watergangen en de bouw van een gemaal en de aanleg of verwijdering van stuwen en de daarmee samenhangende werkzaamheden, zoals opgenomen in het watergebiedsplan, te gedogen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het dagelijks bestuur in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruikgemaakt om [appellante] de gedoogplicht op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1371
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak201909336/1/R1

202001087/2/A3 en 202001097/2/A3

Uitspraak over het verzoek van de korpschef van de politie om bepaalde dossierstukken in de hoger beroepsprocedure geheim te houden. Als zo’n verzoek om ‘beperkte kennisneming’ wordt ingewilligd kan alleen de Afdeling bestuursrechtspraak van de inhoud kennisnemen, en worden de stukken niet naar de wederpartij gestuurd. Het gaat in deze zaak om het besluit van de korpschef om intrekking van een jachtakte en het wapenverlof van twee inwoners uit Veendam. De korpschef deed dat, omdat hij de mannen van wapenhandel verdenkt. De mannen komen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De korpschef deed daarbij het verzoek dat alleen de Afdeling bestuursrechtspraak kennis mag nemen van de processen-verbaal van een onderzoek naar het telefoonverkeer van de mannen en de processen-verbaal van de verhoren van getuigen. Uit de uitspraak van 10 juni 2020 zal blijken of de Afdeling bestuursrechtspraak dat verzoek inwilligt. Deze uitspraak is een zogenoemde overzichtsuitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1367
Datum uitspraak
10 juni 2020
  • Overzichtsuitspraak
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001087/2/A3 en 202001097/2/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202001087/2/A3 en 202001097/2/A3

202001141/2/R2

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de raad van de gemeente Voerendaal het bestemmingsplan "[locatie] te Voerendaal" vastgesteld. Aan [locatie] in Voerendaal is een veehouderij gevestigd die wordt geëxploiteerd door [belanghebbende]. Het bestreden plan bevat een nieuwe planologische regeling voor de daar aanwezige gronden. Het plan voorziet onder meer in een intensieve veehouderij. Het plan geeft [belanghebbende] de gelegenheid de bestaande veestal op zijn noordelijk gelegen gronden noordwaarts uit te breiden, voerplaten op zijn noordoostelijk gelegen gronden te realiseren en een opslagloods op zijn zuidoostelijke gronden te bouwen. Ten zuidoosten van de gronden van [belanghebbende] liggen de gronden van [verzoeker]. [verzoeker] exploiteert daar een camping en woont daar ook. [verzoeker] kan zich niet met het plan verenigen. Hij vreest in het bijzonder voor een aantasting van het woon- en leefklimaat bij zijn woning en voor een aantasting van het verblijfklimaat op zijn camping.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1348
Datum uitspraak
8 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202001141/2/R2

202001765/2/R1

Bij besluit van 31 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om drie geplaatste lucht-warmtepompen in de patio van het pand aan de [locatie] te Amsterdam te verwijderen en verwijderd te houden. [verzoeker] is mede-eigenaar van het pand aan de [locatie]. Bij besluit van 22 februari 2018 heeft het college aan [verzoeker] omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de begane grond verdieping tot kantoorruimte. Tijdens een controle van de uitgevoerde bouwwerkzaamheden in het pand op 17 januari 2019 heeft een inspecteur Bouwtoezicht geconstateerd dat in afwijking van deze omgevingsvergunning drie airco-units zijn geplaatst in de patio op de begane grond. Naar aanleiding van het bij brief van 22 januari 2019 kenbaar gemaakte voornemen van het college om hiertegen handhavend op te treden, heeft [verzoeker] een omgevingsvergunning voor plaatsing van de drie units aangevraagd. Het college heeft deze aanvraag afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1349
Datum uitspraak
8 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001765/2/R1

202002140/2/R1

Bij besluit van 4 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft het college [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen drie maanden na dagtekening van het besluit de in de bijgevoegde lijst vermelde maatregelen te treffen aan de woning aan de [locatie] te Amsterdam. [verzoeker] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Amsterdam. Hij verhuurt de woning. Bij een controle in de woning op 14 mei 2019 hebben toezichthouders van de gemeente onderhoudsgebreken aan de woning geconstateerd. Gelet op deze bevindingen heeft het college [verzoeker] gelast om maatregelen aan de woning te treffen. Het college heeft aan de in bezwaar gehandhaafde last ten grondslag gelegd dat het onderhoud van de woning zodanig achterstallig is dat het in strijd met de Woningwet niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. Het door [verzoeker] gedane verzoek om een voorlopige voorziening strekt ertoe de werking van de opgelegde last te schorsen totdat in de hoofdzaak uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1350
Datum uitspraak
8 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002140/2/R1

201902715/4/R3

Bij besluit van 26 februari 2019 heeft de raad van de gemeente Ooststellingwerf het bestemmingsplan "Wolvegasterweg 10, Oldeberkoop" vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van maximaal drie vrijstaande woningen, dan wel maximaal twee vrijstaande woningen en één woongebouw met daarin maximaal zes woningen op de locatie van het voormalige buurthuis De Blughut in het dorp Oldeberkoop. Op 22 april 2020 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van een woonvilla in het plangebied

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1347
Datum uitspraak
5 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201902715/4/R3

202002843/1/V3

Bij besluit van 8 april 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1351
Datum uitspraak
5 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002843/1/V3

202003013/2/V2

Bij besluit van 11 januari 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1346
Datum uitspraak
5 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003013/2/V2

202002792/2/V2

Bij besluit van 10 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1344
Datum uitspraak
4 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002792/2/V2

201810013/1/V3 en 201810285/1/V3

Bij besluiten van 29 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten, een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1307
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak201810013/1/V3 en 201810285/1/V3

201904319/1/V3

Bij besluit van 31 januari 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1306
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201904319/1/V3

201909082/1/V1

Bij besluiten van 21 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1345
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201909082/1/V1

202001487/2/R1

Bij besluit van 11 december 2019 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "Herziening Wester Amstel 2018 - [locatie 1]-[locatie 2]" vastgesteld. Het plan maakt mogelijk dat aan de [locatie 1] en [locatie 2] vier woningen in de vorm van twee-onder-éénkapwoningen worden gebouwd. De initiatiefnemers van de ontwikkeling zijn AVM en anderen. Op het zuidelijke perceel [locatie 2] is momenteel een autobedrijf gevestigd. Op het noordelijke perceel [locatie 1] staat een woning. Deze bestaande bebouwing zal worden gesloopt. [verzoeker] woont aan de [locatie 3], ten zuiden van het plangebied. Hij verzet zich tegen de locatie van het zuidelijke bouwvlak waarbinnen twee woningen zijn voorzien en tegen de maximale bouwhoogte van 12 meter van deze woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1296
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202001487/2/R1

202001685/1/V3

Bij besluit van 14 februari 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1304
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202001685/1/V3

202001938/1/V2

Bij besluiten van 8 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en geweigerd om ambtshalve krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat uitzetting van de vreemdelingen achterwege blijft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1305
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001938/1/V2

202002175/1/V3

Bij besluit van 12 maart 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1303
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202002175/1/V3

202002811/2/V3

Bij besluit van 12 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1308
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202002811/2/V3

201803363/2/A2

Bij besluit van 19 januari 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1332
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803363/2/A2

201803390/2/A2

Bij besluit van 21 april 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden. In dit verband heeft hij gesteld dat de geluidoverlast in en buiten de woning is toegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1336
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803390/2/A2

201803394/2/A2

Bij besluit van 2 november 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan het [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1337
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803394/2/A2

201803397/2/A2

Bij besluit van 19 januari 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1340
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803397/2/A2

201803401/2/A2

Bij besluit van 23 juli 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt. [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1338
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803401/2/A2

201803490/2/A2

Bij besluit van 19 februari 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt.[appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden. In dit verband heeft hij gesteld dat de geluidoverlast in en buiten de woning is toegenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1335
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803490/2/A2

201803495/2/A2

Bij besluit van 19 januari 2015 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een verzoek van [appellant] om schadevergoeding afgewezen. [appellant] is eigenaar van de in de buurt van de A73-Zuid gelegen woning aan de [locatie] te Venlo. Hij heeft de minister verzocht om schadevergoeding krachtens artikel 22 van de Tracéwet in verband met de aanleg van de A74 en de aanpassingen van de A73-Zuid conform het Tracébesluit Rijksweg A74. Het Tracébesluit is op 16 augustus 2010 bekend gemaakt en heeft de aanleg van de A74 tussen de A73-Zuid en de Duitse grens en de aanpassingen aan de A73 tussen de aansluiting Maasbree tot aan de verdiepte ligging ter hoogte van de Kaldenkerkerweg te Tegelen mogelijk gemaakt [appellant] heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat hij als gevolg van het Tracébesluit schade in de vorm van een vermindering van de waarde van de woning heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1339
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201803495/2/A2

201804132/1/A3

Bij besluit van 19 augustus 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht, naar aanleiding van de door [appellant] op 29 juli 2016 ingediende ingebrekestelling ter zake van het niet-tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, aan hem meegedeeld dat het verzoek niet is ontvangen en dat de verzochte informatie al openbaar is. [appellant] heeft bij e-mail van 2 juni 2016 het college verzocht om openbaarmaking op grond van de Wob van sinds 1 januari 2015 opgemaakte stukken met betrekking tot elf horecagelegenheden, waaronder rapporten van akoestische onderzoeken. Hij heeft het college bij e-mail van 29 juli 2016 in gebreke gesteld omdat het geen besluit op zijn Wob-verzoek heeft genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1341
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201804132/1/A3

201903050/1/R3

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam het bestemmingsplan "'t Oog Bedrijven" vastgesteld. Het plangebied ligt ten noordwesten van de kern Hardinxveld-Giessendam en voorziet in de realisatie van een bedrijventerrein. Aan het noordelijke deel van het plangebied voorziet het plan in de vestiging van bedrijven tot en met categorie 4.1 van de "Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein" of die naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn. Aan het zuidelijke deel van het plangebied voorziet het plan in de vestiging van bedrijven tot en met categorie 3.2 van de "Staat van bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein" of die naar aard en omvang daaraan gelijk te stellen zijn. [appellant] en anderen wonen ten zuiden van het plangebied in de woonwijk "De Blauwe Zoom" in Hardinxveld-Giessendam. Zij kunnen zich niet verenigen met de ontwikkeling die het plan mogelijk maakt, omdat zij onder meer vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1328
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903050/1/R3

201903540/1/R3

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft het college onder oplegging van een dwangsom [appellant] gelast om hok Ggg op het perceel [locatie] te Minnertsga te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eigenaar van het perceel. Op het perceel staan meerdere bouwwerken. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek heeft een toezichthouder onderzoek verricht op het perceel. De toezichthouder heeft geconstateerd dat op het perceel een gebouw in aanbouw is, aangeduid als hok Ggg. Omdat [appellant] niet in het bezit is van een omgevingsvergunning voor de bouw van hok Ggg, heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat het hok Ggg moet worden verwijderd en verwijderd moet blijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1327
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903540/1/R3

201903775/1/R2

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk [appellant A] en [appellant B] onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen veertien weken na verzending van het besluit het op het perceel Barrier 5 te Bergeijk in het zuidelijke deel van loods A gerealiseerde gebouw, zijnde een intern gebouw met een verdiepingsvloer, te verwijderen. Bij besluit van 31 juli 2015 is aan [appellant A] een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van twee werktuigloodsen op het perceel. Volgens het college is in afwijking van die vergunning in loods A een intern bouwwerk met een verdieping gerealiseerd, welke verdieping dient als magazijn ten behoeve van de opslag van materialen. Onder de verdiepingsvloer bestaat de ruimte volgens het besluit van 9 oktober 2018 uit een gang, kantine, toiletruimtes en een ruimte waarschijnlijk bedoeld als kantoor.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1311
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903775/1/R2

201903793/1/R3

Bij besluit van 26 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Midden-Delfland het bestemmingsplan "1e herziening Buitengebied Gras" vastgesteld. Het plan is vastgesteld ter actualisatie van de juridisch-planologische regeling voor het plangebied. Het herziet het moederplan "Buitengebied Gras". Gasunie kan zich niet verenigen met het plan vanwege het ontbreken van de hogedruk-aardgastransportleiding en de hierbij behorende bestemming "Leiding - Gas" op de verbeelding van het voorliggende plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1326
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903793/1/R3

201904598/1/R1

Bij besluit van 25 april 2019 heeft de raad van de gemeente Stede Broec het bestemmingsplan "Parklaan 2017" vastgesteld. Het plan voorziet in een woonzorgcomplex aan de rand van Lutjebroek direct ten zuiden van de P.J. Jongstraat en de hoek van de Parklaan. De stichting is initiatiefneemster van het woonzorgcomplex. Het woonzorgcomplex moet plaats bieden aan 12 jong volwassenen met een beperking en er komen vier appartementen voor bewoners die onder begeleiding gaan wonen. In samenhang met deze nieuwe ontwikkeling zullen de kassen van de agrarische vestiging ten westen van de planlocatie worden gesloopt. [appellant] woont aan de [locatie] te Lutjebroek, op een afstand van circa 63 m van het plangebied. Hij komt tegen de voorziene ontwikkeling op, omdat hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1317
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201904598/1/R1

201905149/1/R3

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Coevorden het bestemmingsplan "[locatie 1] en [locatie 2], Zweeloo " vastgesteld. In het plangebied bevindt zich een perceel met daarop een woonboerderij die bestaat uit twee woningen. Op het perceel bevindt zich eveneens een loods. In het bestemmingsplan "Buitengebied Zweeloo" uit 1996 was "ten hoogste het bestaande aantal woningen toegestaan". Bij het bestemmingsplan "Buitengebied", vastgesteld op 9 december 2014, mag op het perceel per bestemmingsvlak niet meer dan één woonhuis gebouwd worden. Na de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied" hebben [appellanten] een verzoek om planschade ingediend. Dit verzoek is toegekend. Met het bestreden bestemmingsplan wordt uitvoering gegeven aan het besluit van het college van burgemeester en wethouders om planschade in natura toe te kennen door wederom twee woningen mogelijk te maken. [Appellanten] kunnen zich niet verenigen met het bestreden plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1325
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201905149/1/R3

201905580/1/R3

Bij besluit van 22 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Westland het bestemmingsplan "De Kreken fase 2" vastgesteld. Het plangebied van het voorgaande bestemmingsplan "Poeldijk Westhof" wordt in een aantal fases ontwikkeld. Het voorliggende bestemmingsplan betreft fase 2 en maakt een woonwijk met maximaal 495 woningen mogelijk op voormalig agrarisch gebied. [appellant] en anderen kunnen zich niet verenigen met het plan. Zij zijn het niet eens met de indeling van het plangebied voor zover daardoor bestaande groen- en speelvoorzieningen verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1324
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201905580/1/R3

201905772/1/V6

Bij besluit van 24 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek van 6 december 2016 afgewezen, omdat [appellant] niet sedert vijf jaar onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek onafgebroken hoofdverblijf in het Koninkrijk heeft gehad, zodat hij niet aan de vereisten van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap voldoet. Verder is [appellant] weliswaar sinds [2010] gehuwd met een Nederlandse echtgenote, maar uit de Basisregistratie Personen volgt dat zij sinds 21 december 2010 staat inschreven in Amsterdam, terwijl zij ook sinds 15 februari 2011 met [appellant] in Antwerpen staat ingeschreven. Volgens de staatssecretaris is er dan ook alleen gebleken van een inschrijving, niet van het daadwerkelijk samenwonen, zodat [appellant] niet aan het samenwoningsvereiste van de RWN voldoet.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1343
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201905772/1/V6

201906060/1/A3

Bij besluit van 12 oktober 2018 heeft de burgemeester van Heerlen [appellanten] onder aanzegging van bestuursdwang gelast het bedrijfspand aan de [locatie] in Heerlen te sluiten met ingang van 18 oktober 2018 voor de duur van twaalf maanden. [appellanten] hebben een bedrijf in reclamebeletteringen dat in het bedrijfspand is gevestigd. Op 4 september 2018 heeft de politie een doorzoeking verricht in het bedrijfspand. De aanleiding hiervoor waren anonieme meldingen over de productie van harddrugs in het pand in de nachtelijke uren. De bevindingen van de doorzoeking zijn neergelegd in een bestuurlijke rapportage van de politie van 21 september 2018. In ruimte I stond een Mercedes Vito met in de laadruimte grote hoeveelheden poederstof, pillen en een tabletteermachine. In ruimte II stonden tonnen met poederstof en tabletten. In ruimte III zijn een tabletteermachine, poederstoffen en pillen aangetroffen. Alle poederstoffen en tabletten zijn positief getest op MDMA.

Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906060/1/A3

201906089/1/R2

Bij besluit van 31 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergeijk besloten tot invordering van een bedrag van € 72.600,00 aan door H.O.G. B.V. verbeurde dwangsommen. H.O.G. B.V. maakt voor haar bedrijfsactiviteiten gebruik van het perceel Barrier 5 te Bergeijk. Bij besluit van 28 november 2017 heeft het college H.O.G. B.V. onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen 8 weken na verzenddatum van het besluit, het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel te beëindigen. Het college heeft de last opgelegd, omdat het perceel volgens het college in strijd met de geldende bestemming niet ten behoeve van de uitoefening van een loonwerkbedrijf, maar voor de opslag en het verhandelen van (bulk)goederen wordt gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1312
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906089/1/R2

201906255/1/R1

Bij besluit van 16 oktober 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel centrum geweigerd aan Kess Corporation een omgevingsvergunning te verlenen voor het ophogen van de achterzijde van het gebouw en het realiseren van een dakterras op het gebouw op het perceel Utrechtsestraat 133 in Amsterdam. Volgens het college is de aanvraag, waarbij volgens het college wordt gevraagd om een nieuwe (tussen)verdieping te realiseren en de kap van het gebouw te verhogen, in strijd met de maximaal toegestane bouwhoogte. Door het uitvoeren van het bouwplan wordt volgens het college de bouwhoogte van het gebouw hoger dan de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaande bouwhoogte aan de achterzijde van het gebouw. Het college heeft geweigerd om een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan te verlenen, omdat met het uitvoeren van dit deel van het bouwplan het daklandschap en de kapvorm van het gebouw onacceptabel worden aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1334
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201906255/1/R1

201906534/1/R1

Bij besluit van 17 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam besloten tot invordering van de door [appellant] verbeurde dwangsommen van in totaal € 53.500,00. Volgens het college heeft het pand van [appellant] aan de [locatie] in Amsterdam gebreken en verkeert het in een staat die in strijd is met de Woningwet. Daarom heeft het college bij besluit van 2 juni 2017 [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 10.000,00 ineens gelast dat binnen een termijn van twaalf weken na de dag waarop dit besluit is verzonden of uitgereikt een aanvang is gemaakt met het treffen van de voorzieningen zoals opgenomen in de bij dit besluit gevoegde voorzieningenlijst. Verder heeft het college bij dit besluit [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 43.500,00 ineens gelast dat binnen een termijn van zes maanden na dagtekening van dit besluit het treffen van de voorzieningen zoals opgenomen in de bij dit besluit gevoegde voorzieningenlijst is voltooid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1310
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906534/1/R1

201906792/1/R4

Bij besluit van 20 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 25 april 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. Daarbij heeft het college vermeld dat een gedeelte van de kosten van de toepassing van bestuursdwang, te weten € 126,00, voor rekening van [appellante] komt. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos, afkomstig van Bol.com, die op 25 april 2019 in Den Haag is aangetroffen op de Looijerstraat. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat haar adres op het adreslabel op de desbetreffende doos staat. [appellante] betwist dat de doos van haar was en dat zij deze op de Looijerstraat heeft achtergelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1318
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201906792/1/R4

201906998/1/A3

Bij besluit van 16 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar een verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. Het gaat in deze zaak om een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten over een schenking van € 500.000 van British American Tobacco aan de gemeente Zevenaar in de periode van juni 2008 tot september 2011 en de oprichting van de Stichting Cultuur BAT.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1342
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906998/1/A3

201907251/1/R4

Bij besluit van 22 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 19 augustus 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Den Haag aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van een doos die op 19 augustus 2019 is aangetroffen naast een inzamelvoorziening op de Klaverstraat te Den Haag ter hoogte van huisnummer 7. Het college is ervan uitgegaan dat [appellant] de doos verkeerd heeft aangeboden, omdat het adreslabel op de doos tot hem te herleiden is. [appellant] betwist dat hij de doos naast de inzamelvoorziening heeft gezet. Hij erkent dat zijn adresgegevens op de doos staan, maar merkt op dat de naam van zijn kleindochter, [naam], op de doos staat, zodat de doos tot haar kan worden herleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:1313
Datum uitspraak
3 juni 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201907251/1/R4
vorige pagina1...237238239...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon