Uitspraak 202102059/2/R3


Volledige tekst

202102059/2/R3.
Datum beslissing: 1 juni 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht, hierna: de Awb) van:

mr. E. Helder

Procesverloop

Staatraad Helder, die als voorzieningenrechter belast is met de behandeling van zaak nr. 202102059/2/R3, die op 8 juni 2021 zal worden behandeld, heeft op 28 mei 2021 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.       Staatsraad Helder heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van bovenvermelde zaak is gebleken dat de raad van de gemeente Staphorst zich laat bijstaan door een advocaat van het advocatenkantoor waar zijn zoon werkzaam is. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.

3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.       Gelet op vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 1 juni 2021

604.