Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 121.694
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202003217/3/V2

De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 26 mei 2020 in zaak nr. NL20.6693. Bij staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft, op verzoek van de Afdeling met toepassing van artikel 8:45 van de Awb, namens de minister van Buitenlandse Zaken gereageerd en een beroep gedaan op artikel 8:29, eerste lid, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:707
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003217/3/V2

202004404/6/R1

Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag het definitieve plaatsingsplan "Programma ORAC’s 5e programma 900 extra; 07 Statenkwartier deel A; Bestekstekening" en "Programma ORAC’s 5e programma ORAC’s 5e programma 900 Extra; 07 Statenkwartier Deel B; Bestekstekening" voor het Statenkwartier" (buurt 7) vastgesteld. Blijkens het definitieve plaatsingsplan zijn er in het geaccordeerde raadsvoorstel van 8 juni 2017 enkele criteria vastgesteld voor de plaatsing van ORAC’s. Tegenover de woningen van [verzoeker sub 1] en anderen wordt aan de overzijde van de straat voorzien in de plaatsing van twee ORAC's, namelijk op locatie 07-42B. [verzoeker sub 1] en anderen kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen. Zij vrezen dat de ORAC’s door derden zullen worden gebruikt, waaronder bedrijven die zich in de nabijheid van de aangewezen locatie bevinden. De ORAC's zullen daardoor te weinig capaciteit hebben wat kan leiden tot bijplaatsing van afval.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:697
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004404/6/R1

202101302/2/V2

Bij besluit van 19 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:706
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101302/2/V2

202005381/5/R1

Bij uitspraak van 20 november 2020, in zaak nr. 202005381/3/R1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak zich na vereenvoudigde behandeling onbevoegd verklaard van het beroep van [opposant] kennis te nemen. In haar uitspraak van 20 november 2020 heeft de Afdeling zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep van [opposant] tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Almere van 25 augustus 2020 om onder voorwaarden niet handhavend op te treden tegen het door Floriade Almere 2022 B.V., vooruitlopend op vergunningverlening, starten met de bouw van een kabelbaan op het Floriadeterrein te Almere. De Afdeling overwoog, onder verwijzing naar haar uitspraak van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1356, daartoe dat gedoogbeslissingen, behoudens in zeer uitzonderlijke gevallen, geen besluiten zijn omdat deze beslissingen niet op rechtsgevolg zijn gericht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:704
Datum uitspraak
6 april 2021
  • Verzet
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005381/5/R1

202004417/1/R4 en 202004417/2/R4

Bij besluit van 23 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het vervangen van een pluimveestal en het wijzigen van de bedrijfsvoering van de veehouderij op het perceel [locatie] in Didam. De omgevingsvergunning is verleend voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving. Vergund is het vervangen van stal 1, waar 8.000 legkippen werden gehouden, voor een nieuwe stal die wordt uitgevoerd met volièrehuisvesting, een strooiselschuif en een warmtewisselaar, waar 22.500 legkippen zullen worden gehouden. In deze stal wordt ook een langdurige mestopslag gerealiseerd voor 7.500 legkippen. [appellant] woont op ongeveer 200 m van de veehouderij en vreest voor geurhinder en negatieve gevolgen voor zijn gezondheid als gevolg van de vergunde wijzigingen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:694
Datum uitspraak
2 april 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202004417/1/R4 en 202004417/2/R4

202100335/1/V3

Bij besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 7 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij is in vreemdelingenbewaring gesteld en hij verleent geen medewerking aan zijn uitzetting naar Marokko. De vraag die voorligt in deze uitspraak is of er voor vreemdelingen met de Marokkaanse nationaliteit die voor hun uitzetting afhankelijk zijn van de afgifte van een laissez-passer, nog sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko. Deze uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen in bewaring met de Marokkaanse nationaliteit als de staatssecretaris afhankelijk is van de afgifte van een laissez-passer door de Marokkaanse autoriteiten om hen te kunnen uitzetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:698
Datum uitspraak
2 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202100335/1/V3

202004182/4/A3 en 202004252/4/A3

Tijdens de zitting op 24 maart 2021 heeft [verzoeker] verzocht om wraking van staatsraad C.J. Borman (hierna: de staatsraad) bij de behandeling van de zaken nrs. 202004182/3/A3 en 202004252/3/A3. Aan het verzoek om wraking is het volgende ten grondslag gelegd. De rechtbank Rotterdam heeft op 22 oktober 2019 bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Awb, een beroep van [verzoeker] niet-ontvankelijk verklaard. [verzoeker] heeft hiertegen verzet gedaan. Op de zitting waar het verzet werd behandeld, heeft hij de behandelend rechter gewraakt. Bij beslissing van 16 juli 2020 is het verzoek om wraking afgewezen. Bij uitspraak van 24 juli 2020 is het verzet ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:702
Datum uitspraak
2 april 2021
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202004182/4/A3 en 202004252/4/A3

202006894/1/V3

Bij besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij is in vreemdelingenbewaring gesteld en hij verleent geen medewerking aan zijn uitzetting naar Marokko. De vraag die voorligt in deze uitspraak is of er voor vreemdelingen met de Marokkaanse nationaliteit die voor hun uitzetting afhankelijk zijn van de afgifte van een laissez-passer, nog sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko. Deze uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen in bewaring met de Marokkaanse nationaliteit als de staatssecretaris afhankelijk is van de afgifte van een laissez-passer door de Marokkaanse autoriteiten om hen te kunnen uitzetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:696
Datum uitspraak
2 april 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006894/1/V3

202006914/1/V3

Bij besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 5 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. De vreemdeling heeft de Marokkaanse nationaliteit. Hij is in vreemdelingenbewaring gesteld en hij verleent geen medewerking aan zijn uitzetting naar Marokko. De vraag die voorligt in deze uitspraak is of er voor vreemdelingen met de Marokkaanse nationaliteit die voor hun uitzetting afhankelijk zijn van de afgifte van een laissez-passer, nog sprake is van zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko. Deze uitspraak heeft ook betekenis voor andere vreemdelingen in bewaring met de Marokkaanse nationaliteit als de staatssecretaris afhankelijk is van de afgifte van een laissez-passer door de Marokkaanse autoriteiten om hen te kunnen uitzetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:695
Datum uitspraak
2 april 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006914/1/V3

202005427/2/R2

Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Akkerlanen" vastgesteld. Het voorliggende bestemmingsplan maakt de ontwikkeling mogelijk van maximaal 210 woningen aan de Akkerlaan in Waalwijk, aan de zuidoostrand van Waalwijk. Globaal wordt het plangebied begrensd door de Drunenseweg aan de noordzijde, zwembad Olympia en grasland aan de oostzijde, de Vijverlaan aan de zuidzijde en de Akkerlaan aan de westzijde. Waalborgh Bouwontwikkeling VOF heeft meegedeeld op de kortst mogelijke termijn te willen starten met het bouwrijp maken van het plangebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:654
Datum uitspraak
1 april 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005427/2/R2

202006182/1/A2 en 202006182/2/A2

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] per 11 maart 2020 ongeldig verklaard. [appellant] is op 6 juli 2017 als bestuurder van een motorrijtuig door de politie staande gehouden, waarbij bij hem een ademalcoholgehalte van 495 µg/l (1,139 ‰) is geconstateerd. Naar aanleiding hiervan heeft hij door het CBR een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (hierna: EMA) opgelegd gekregen. Een EMA is een verplichte cursus waarin de cursist de risico’s van alcoholgebruik in het verkeer worden bijgebracht en hem wordt geleerd niet meer met alcohol op te gaan rijden. Deze cursus heeft hij op 11 september 2018 afgerond. Op 12 oktober 2018 is [appellant] wederom als bestuurder van een motorrijtuig staande gehouden en is bij hem een ademalcoholgehalte van 390 µg/l (0,897 ‰) geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:642
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006182/1/A2 en 202006182/2/A2

202100036/1/R1 en 202100036/2/R1

Bij besluit 15 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Goes het bestemmingsplan "Supermarkt Wolphaartsdijk" vastgesteld. De supermarkt [partij] is gevestigd aan de [locatie 1]. Het plangebied grenst aan de westzijde aan de Hoofdstraat ter hoogte van het Wolfertsplein. De eigenaren van de supermarkt menen dat het gebouw waarin de supermarkt momenteel gevestigd is - onder andere vanwege haar geringe omvang - niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd. Daarom hebben zij aangrenzende gronden gekocht om de supermarkt te kunnen herontwikkelen, waarbij niet alleen een supermarkt maar ook een bakkerij, koeling- en vriezerruimten, een stalling van bedrijfsvoertuigen en een magazijn worden voorzien. Het bestemmingsplan voorziet in een juridisch planologisch kader voor deze ontwikkeling. [appellant] is omwonende en kan zich met deze herontwikkeling van de supermarkt niet verenigen. Hij vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:652
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202100036/1/R1 en 202100036/2/R1

201809952/1/R2

Het college van gedeputeerde staten van Gelderland heeft op 5 augustus 2016 de tenaamstelling van de aan [appellante sub 3] op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 verleende vergunning, gewijzigd in Dutch Dairy Genetics B.V.. In deze zaak gaat het over de vraag of tegen de wijziging van de tenaamstelling van een natuurvergunning geprocedeerd kan worden en als dat kan of het college de natuurvergunning die aan [appellante sub 3] was verleend op naam van Dutch Dairy mocht zetten. Het pluimveebedrijf is tijdens de beroepsprocedure over de natuurvergunning in april 2016 op een executieveiling verkocht aan Dutch Dairy Genetics B.V.. Zij heeft het college op 31 mei 2016 verzocht de natuurvergunning op haar naam te stellen. Het college heeft de tenaamstelling op 5 augustus 2016 gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:667
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201809952/1/R2

201901888/1/R3

Bij besluit van 17 december 2018 heeft de raad van de gemeente Enschede het bestemmingsplan "Buitengebied Noordwest - Christinalust" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich in het buitengebied ten westen van de stad Enschede en wordt begrensd door de Windmolenweg aan de zuidzijde en de Haimersweg aan de westzijde. Het plangebied behelst de gronden van het landgoed Christinalust en heeft een totale oppervlakte van ongeveer 28,5 ha, waarvan ongeveer 25,3 ha binnen het Natuur Netwerk Nederland is gelegen. De familie [belanghebbende] - eigenaar van het landgoed Christinalust - en NBN Ontwikkeling B.V. willen de gronden ontwikkelen als een natuurbegraafplaats. Stichting Natuurbegraafplaats-waaromniet.nl, Vereniging Behoud Twekkelo en Landgoed Het Stroot B.V. - eigenaar van een aan het plangebied grenzend landgoed - kunnen zich niet met het plan verenigen. Zij voeren onder meer aan dat het plan activiteiten mogelijk maakt die de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN aantasten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:664
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201901888/1/R3

201902420/1/R4

Bij besluit van 14 februari 2019 (hierna: het instemmingsbesluit) heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat ingestemd met het door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediende winningsplan Gaag-Monster. Het winningsplan heeft betrekking op de conventionele gaswinning uit de gasvoorkomens Gaag, Maasdijk, ‘s-Gravenzande, Monster, Noorderdam en De Lier. Deze voorkomens liggen deels in de gemeenten Midden-Delfland, Westland en Vlaardingen. De gaswinning vindt plaats sinds 1989 en zal uiterlijk tot in het jaar 2027 doorgaan. Het winningsplan bevat een actualisatie van productie- en bodemdalingsvoorspellingen. Ook wordt in het winningsplan aangegeven dat de NAM voornemens is om hydraulische stimulatie toe te passen in bestaande en nieuwe putten in het voorkomen Maasdijk. De minister heeft in het instemmingsbesluit, onder voorschriften, met het winningsplan ingestemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:660
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201902420/1/R4

201905957/1/A3

Bij besluit van 26 juli 2017 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van € 10.800,00. [appellante sub 2] is een transportbedrijf. Tijdens werkzaamheden op een bouwterrein heeft zich op 21 januari 2016 een arbeidsongeval voorgedaan. [chauffeur], als chauffeur werkzaam bij het bedrijf, was bezig met het inladen van bouwhekken. Toen hij vanaf een zijklep van de laadbak van de vrachtwagen, in het verlengde van de laadbak, een hijsband naar beneden wilde gooien, is hij ongeveer 1,52 meter naar beneden gevallen toen hij naar de rand van de zijklep wilde stappen. [chauffeur] is met zijn linkerelleboog op de voet van een bouwhek gevallen. De elleboog was uit de kom en gebroken. [appellante sub 2] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake was van valgevaar omdat nabij de vrachtwagen een voet van een bouwhek lag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:680
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201905957/1/A3

201906262/1/R3

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Hardenberg het bestemmingsplan "Dedemsvaart, woningbouw Gentiaanstraat noordzijde" vastgesteld. Vanwege de verplaatsing van een supermarkt is ruimte ontstaan voor de herontwikkeling van het pand waarin de supermarkt was gevestigd en een deel van het achterliggende parkeerterrein. Ook de gronden waar zich eerder een bibliotheek en politiebureau bevonden, zijn meegenomen in het plangebied. De voorziene herontwikkeling bestaat uit de realisatie van 26 rijwoningen en 7 appartementen, waarvan 3 bestaand. Het plan is vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Het plangebied ligt direct achter het pand van [appellant]. Hij kan zich niet verenigen met het plan, met name omdat hij vreest voor een beperking van zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:674
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201906262/1/R3

201906981/1/R3

Bij besluit van 15 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Kaag en Braassem het bestemmingsplan ¨De Kolk Oud Ade¨ vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om 20 woningen te realiseren ter plaatse van de reeds gesloopte woningen aan De kolk 14 tot en met 20. Uit de plantoelichting volgt dat de initiatiefnemer 20 sociale huurwoningen wil realiseren, waarbij het gaat om vijf levensloopbestendige grondgebonden woningen en vijftien kleine appartementen. [appellant] exploiteert een veehouderij op het perceel [locatie] te Oud Ade dat op ongeveer 30 m afstand ligt van het plangebied. Hij kan zich niet verenigen met het plan omdat hij vreest daarmee te worden beperkt in zijn bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:657
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201906981/1/R3

201907239/1/R3

Bij besluit van 7 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden het handhavingsverzoek van [appellant] afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie 1] te Leeuwarden. Hij ondervindt overlast door rook als gevolg van houtstook in de directe omgeving van zijn woning binnen een straal van ongeveer 300 m. Bij brief van 30 december 2017 heeft hij het college verzocht om hiertegen handhavend op te treden. Bij besluit van 7 februari 2018 heeft het college het handhavingsverzoek afgewezen. Bij besluit van 9 juli 2018 heeft het college het bezwaar van [appellant] gegrond verklaard en het besluit van 7 februari 2018 herroepen. Het college heeft hierbij aangegeven dat zodra het stookseizoen begint opnieuw controles en buurtonderzoek moeten worden verricht, zodat met inachtneming van de bevindingen een nieuw besluit genomen kan worden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:690
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907239/1/R3

201908889/1/R3

Bij besluit van 15 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas aan [vergunninghouder]een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning op het perceel [locatie 1] in Zevenhuizen in afwijking van het bestemmingsplan. [vergunninghouder]wil op het onbebouwde perceel een vrijstaande woning bouwen en heeft daarvoor op 21 december 2018 een aanvraag ingediend. Het bouwplan is in strijd met het uitwerkingsplan "Lintzone - [locatie 2]", omdat de te realiseren woning te dicht op de naastgelegen woning zal worden gebouwd. Het college heeft daarom met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 1, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning verleend. [appellant A] en anderen wonen aan de [locatie 3] en [locatie 4 ]naast het perceel. Zij stellen dat de woning te groot en massief is en niet past in het straatbeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:665
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908889/1/R3

202000259/1/R2

Bij besluit van 7 november 2019 heeft de raad van de gemeente Bladel het bestemmingsplan "Stedelijk Gebied 2019" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet in een vrijstaande woning op de locatie De Kuil naast [locatie 1] te Hapert. Het perceel waarop de woning is voorzien, ligt achter de woningen van [appellant A] en [appellant B] aan respectievelijk [locatie 2] en [locatie 3] te Hapert en grenst aan hun achtertuinen. Het betreft een braakliggend terrein zonder bebouwingsmogelijkheden, waar in het verleden kleinvee werd gehouden. [appellant A] en [appellant B] vrezen dat het plan leidt tot aantasting van hun woon- en leefklimaat door het verlies van uitzicht, lichtinval en privacy.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:681
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202000259/1/R2

202000676/2/R1

Bij tussenuitspraak van 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2878, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar opgedragen om binnen twaalf weken na verzending van die uitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 17 december 2019, voor zover het college daarin de locatie Julianalaan 06_ZL heeft aangewezen als aanbiedlocatie voor het plaatsen van minicontainers ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval ten behoeve van onder andere de woningen op de percelen Julianalaan [nummers] te Graft-De Rijp, te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft het college bij besluit van 23 februari 2021 een nieuw gewijzigd aanwijzingsbesluit genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:679
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000676/2/R1

202000765/1/R2

Bij besluit van 16 mei 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland het verzoek van MOB van 11 november 2016 om handhavend op te treden tegen de illegaal aangelegde parkeervoorziening op de locatie landgoed Voorlinden, Buurtweg te Wassenaar afgewezen. Op 31 mei 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar aan de stichting een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een tentoonstellingsgebouw met omliggende terreinwerken op het landgoed Voorlinden aan de Buurtweg te Wassenaar. Tot die omliggende terreinwerken behoorde de aanleg van een parkeervoorziening voor 116 personenauto’s. Ten behoeve van die omgevingsvergunning is door het college op 28 mei 2013 een verklaring van geen bedenkingen afgegeven. In november 2016 heeft MOB aan het college verzocht om handhavend op te treden tegen een op het terrein van landgoed Voorlinden aangelegde tweede parkeervoorziening met 270 parkeerplaatsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:669
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000765/1/R2

202001092/1/R2

Bij besluit van 24 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het wijzigen van de bestemming van een bijgebouw naar een woning aan de [locatie] te Volkel. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie 1] te Volkel. Voorheen was [appellant] ook eigenaar van het perceel [locatie 2] te Volkel. Dit laatste perceel heeft hij echter verkocht. Op [locatie 2] staat een woning en op [locatie 2] staat een bijgebouw. Het bijgebouw wordt door [appellant] in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Volkel 2012" gebruikt als woning. Het college heeft geweigerd om met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en onderdeel 9, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) een omgevingsvergunning te verlenen, reeds omdat het perceel volgens het college buiten de bebouwde kom is gelegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:691
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001092/1/R2

202001123/1/A2

Bij besluit van 14 februari 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland de aan Zorgbelang verleende subsidie over de boekjaren 2014-2016 vastgesteld op € 3.571.596,00, de egalisatiereserve per 31 december 2016 vastgesteld op € 0,00, de vergoedingsplicht ten aanzien van de egalisatiereserve vastgesteld op € 823.774,00 en dit bedrag van Zorgbelang teruggevorderd. Zorgbelang heeft sinds 1993 boekjaarsubsidies ontvangen voor het verrichten van activiteiten op het gebied van maatschappelijke zorg. Bij besluit van 29 september 2015 heeft het college de structurele subsidierelatie met Zorgbelang per 1 januari 2017 beëindigd in verband met de verschuiving van deze activiteiten van de provincie naar gemeenten. Omdat de subsidierelatie is beëindigd, moet Zorgbelang volgens het college de egalisatiereserve die Zorgbelang in het kader van deze boekjaarsubsidies heeft opgebouwd, aan het college terugbetalen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:670
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202001123/1/A2

202001478/1/R1

Bij besluit van 7 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waddinxveen het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen de ondergrondse restafvalcontainer naast de woning aan de [locatie] te Waddinxveen, afgewezen. [appellant] woont aan de [locatie] te Waddinxveen. Naast de woning van [appellant] bevindt zich aan de Chris Broersestraat een orac. Op 3 december 2018 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen deze orac. De orac moet volgens hem worden verwijderd, omdat de locatie voor de orac door het college niet is aangewezen in een aanwijzingsbesluit. Bij brief van 28 mei 2019 heeft het college [appellant] geïnformeerd dat het alsnog een besluit heeft genomen waarbij het de locatie van de orac heeft aangewezen. Volgens het college is hierdoor de plaatsing van de orac gelegaliseerd. Bij besluit van 15 oktober 2019 heeft het college het door [appellant] gemaakte bezwaar tegen de brief van 28 mei 2019 niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:686
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202001478/1/R1

202001594/1/R2

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente Heusden het bestemmingsplan "Elshout 1e herziening [locatie 1] en [locatie 2]" gewijzigd vastgesteld. Het plan is vastgesteld naar aanleiding van de tussen partijen gewezen uitspraak van 24 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1354). Daarin heeft de Afdeling het besluit van de raad van 20 december 2016 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Elshout", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch" en de functieaanduiding "specifieke vorm van agrarisch - voormalig agrarisch bedrijf" voor het perceel [locatie 2] in Elshout, vernietigd en de raad opgedragen een nieuw besluit te nemen voor het vernietigde plandeel. De Afdeling heeft overwogen dat het plandeel onzorgvuldig is voorbereid en dat de motivering de weigering van de raad om aan het perceel een woonbestemming toe te kennen niet kan dragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:676
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202001594/1/R2

202001670/1/R3

Bij besluit van 29 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van den Haag een omgevingsvergunning verleend aan De Haagse Scholen, Stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs, te Den Haag voor het veranderen van de basisschool aan de Galvanistraat 43 door het vervangen van de gymzaal en bovenliggende lokalen, het realiseren van een kap ten behoeve van onderwijsruimten alsmede het maken van vluchttrappenhuizen, het bebouwen van de speelpleinen en het realiseren van speeldekken. Met het bouwplan wordt voorzien in de uitbreiding van de Galvanischool. Hiermee wordt ruimte geboden voor een toename van het aantal leerlingen naar ongeveer 500 leerlingen. De voorziene bebouwing op de bestaande schoolpleinen is bedoeld voor de realisatie van een fietsenstalling en een kleedruimte. De speelpleinen aan de Snelliusstraat komen als gevolg van deze bouwwerken verhoogd te liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:673
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001670/1/R3

202001728/1/A3

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal het verzoek van [appellant] om hem op grond van de Wet hergebruik van overheidsinformatie informatie voor hergebruik ter beschikking te stellen, afgewezen. Vergaderingen in de Tweede Kamer zijn onder meer via de telefoon en de tablet via de applicatie Debat Direct te volgen. Ook zijn deze vergaderingen zonder gebruikmaking van deze applicatie te volgen via de website http://debatdirect.tweedekamer.nl. [appellant] heeft de Tweede Kamer verzocht om de broncode van deze app, inclusief alle historische versies, voor hergebruik ter beschikking te stellen. [appellant] vindt de app goed werken en hij wil dat deze app ook vrij te gebruiken is op andere besturingssystemen dan iOS en Android, zoals bijvoorbeeld Linux. Hiervoor heeft hij de broncode van de front-end van de app nodig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:662
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202001728/1/A3

202002093/1/R4

Bij besluit van 30 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Druten het bestemmingsplan "Stedelijk Gebied Druten" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [appellant A] en [appellant B] beroep ingesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw mogelijk van een woning op het perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Druten, sectie E, nummer 936 (hierna: het perceel). Het perceel is gelegen aan de zuidzijde van de Koningstraat in Afferden tussen de huisnummers [locatie 1] en [locatie 2]. [appellant A] woont op het adres [locatie 2] en [appellant B] woont recht tegenover het perceel op het adres [locatie 3]. [belanghebbende] wil de woning op het perceel laten bouwen. De ouders van [belanghebbende] wonen aan de [locatie 1]. Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan rustte op het perceel de enkelbestemming "Agrarisch met waarden". Ingevolge het bestemmingsplan rust die enkelbestemming uitsluitend nog op de westelijke helft van het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:671
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002093/1/R4

202002334/1/A3

Bij besluit van 29 november 2018 heeft de burgemeester van Dordrecht een verzoek van [appellant] om inzage in hem betreffende persoonsgegevens ingewilligd. Op 20 september 2018 heeft [appellant] de burgemeester op grond van artikel 15 van de AVG verzocht om inzage in de verwerking van zijn persoonsgegevens door het Regionaal Informatie en Expertisecentrum binnen het samenwerkingsverband. Bij besluit van 29 november 2018 heeft de burgemeester het verzoek van [appellant] ingewilligd. Volgens de burgemeester zijn in het kader van het RIEC-samenwerkingsverband de persoonsgegevens van [appellant] verwerkt in het dossier Koevinkje en het dossier Evarus. De burgemeester heeft daarvan een overzicht verstrekt. De burgemeester heeft het door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Hij heeft daarbij het verzoek van [appellant] om wissing buiten beschouwing gelaten, omdat dit verder gaat dan zijn oorspronkelijke verzoek om inzage.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:675
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202002334/1/A3

202002362/1/A3

Bij besluit van 2 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders [appellant] een bestuurlijke boete opgelegd van € 148.500,00 wegens onttrekking van woonruimten aan de bestemming tot bewoning. Het college heeft naar aanleiding van een anonieme melding woonfraude van 30 juli 2016 en een telefonische melding van een buurtbewoner van 12 augustus 2016 over mogelijk gebruik van het pand [locatie 1] voor verhuur aan toeristen een onderzoek ingesteld naar het feitelijk gebruik van dit pand. Op 15 augustus en 13 september 2016 hebben toezichthouders van de afdeling Wonen van de gemeente [woonplaats] een bezoek gebracht aan het pand. Tijdens het eerste bezoek zijn in acht wooneenheden toeristen aangetroffen en tijdens het tweede bezoek zijn in drie andere wooneenheden geen toeristen aangetroffen, maar in twee daarvan wel beslapen tweepersoonsbedden. Bij beide bezoeken zijn geen persoonlijke spullen van eventuele bewoners aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:666
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002362/1/A3

202002722/1/A3

Bij besluit van 3 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam beslist op het door [appellant] ingediende verzoek om hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur informatie te verstrekken. [appellant] is journalist en in die hoedanigheid geïnteresseerd in de buitenlandse activiteiten van het Havenbedrijf Rotterdam, in het bijzonder in de deelneming in het havenproject Kuala Tanjung in Indonesië. Hij heeft daarom een Wob-verzoek ingediend bij het Havenbedrijf Rotterdam dat het verzoek heeft doorgezonden aan het college. Niet in geschil is dat [appellant] nu alleen nog verzoekt om openbaarmaking van vier documenten. Het college heeft bij het besluit van 3 oktober 2018 aan [appellant] meegedeeld dat het Havenbedrijf geen bestuursorgaan is als bedoeld in artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht en dat om die reden het bij het Havenbedrijf ingediende Wob-verzoek is doorgezonden naar het college.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:658
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002722/1/A3

202002965/1/R2

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een opslaghal en het wijzigen van twee bestaande uitwegen op het perceel [locatie A] in Echt. [appellant] woont op het aangrenzende bedrijfsperceel aan de [locatie B] ten noorden van het perceel. Hij kan zich niet met het bouwplan verenigen. Verder is hij van mening dat de bouwactiviteiten op het perceel in strijd zijn met de bij besluit van 28 juni 2018 verleende omgevingsvergunning en dat het college verplicht is hiertegen handhavend op te treden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:688
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002965/1/R2

202002973/1/R2

Bij besluit van 14 februari 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer geweigerd om aan [appellant A] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van een veldschuur naar een bedrijfswoning op het perceel [locatie 1] te Zoetermeer. [appellant A] is sinds 1 december 2014 eigenaar van het perceel. Hij houdt op het perceel meerdere alpaca's en ruischapen die daar grazen. Op het perceel is een veldschuur aanwezig. [appellant A] laat de dieren ook grazen op het aangrenzende perceel ten zuidwesten van het perceel. De gemeente Zoetermeer is eigenaar van laatstgenoemd perceel en [appellant A] heeft dat perceel in gebruik op grond van een met de gemeente gesloten pachtovereenkomst. [appellant A] wenst de op het perceel aanwezige veldschuur te gebruiken als bedrijfswoning en heeft daarvoor op 26 december 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:692
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002973/1/R2

202002979/1/A3

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft de burgemeester van Meierijstad de huurwoning van [appellante] aan de [locatie 1] in Veghel voor de duur van drie maanden gesloten. De politie heeft drie anonieme meldingen ontvangen waarin is gemeld dat [persoon A], met wie [appellante] een relatie had, vanuit de huurwoning van [appellante] in drugs handelde. [appellante] heeft nu nog steeds contact met [persoon A], die vader van een van haar kinderen is. Naar aanleiding van de meldingen en eigen onderzoek heeft de politie op 14 maart 2019 de huurwoning van [appellante] doorzocht en daarbij onder andere 41,5 gram hennep, 7,6 gram hasj, twee vergruizers, een weegschaal en lege gripzakjes aangetroffen. Deze drugs en materialen bevonden zich in een kast in de schuur van [appellante] en op en in de scooter van [persoon A] die in de schuur was gestald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:668
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002979/1/A3

202002982/1/R1

Bij besluit van 15 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bergen het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen duivenoverlast die volgens [appellant] wordt veroorzaakt door bewoners van het perceel [locatie] te Egmond aan Zee, afgewezen. [appellant] is de buurman van [belanghebbenden], die wonen aan de [locatie] te Egmond aan Zee. [appellant] en andere bewoners in de straat ondervinden, naar [appellant] stelt, sinds 2011 overlast van duiven in de straat. Er zijn, volgens hem, veel duiven in de buurt aanwezig, omdat deze worden gevoerd door [belanghebbenden]. De overlast bestaat uit de aanwezigheid van uitwerpselen van duiven op daken van de gebouwen en op gronden in de nabije omgeving van de woning van [belanghebbenden], stankoverlast en het aantrekken van ander gedierte door achterblijvend duivenvoer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:659
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002982/1/R1

202003089/1/R4

Bij besluit van 17 september 2018 heeft het college geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen aan Trustan voor het verbouwen van een bovenwoning tot twee appartementen op het perceel Willem van Noortstraat 77 in Utrecht. Trustan is eigenaar van de bovenwoning op het perceel. Zij heeft op 25 mei 2018 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het verbouwen van de bovenwoning tot twee zelfstandige appartementen.Volgens het college wordt niet voldaan aan de fysieke leefbaarheidseis uit zijn beleid. Daarom heeft het college bij besluit van 17 september 2018 geweigerd de aangevraagde omgevingsvergunning te verlenen aan Trustan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:677
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202003089/1/R4

202003539/1/R1 en 202003605/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht locaties voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in de wijk West aangewezen. Bij brief van 14 oktober 2019 heeft het college de bewoners van de wijk West onder meer medegedeeld dat het voornemens is de locatie [locatie 1] aan te wijzen als locatie voor een ORAC. De bewoners zijn in de gelegenheid gesteld zienswijzen tegen de voorgenomen locatie naar voren te brengen. Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college medegedeeld dat het besloten heeft de voorgenomen locatie te wijzigen in de locatie op de Robert Schumannstraat tegenover [locatie 2]. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 18. Zowel [appellanten sub 1] als [appellant sub 2] wonen bij de aangewezen locatie. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen omdat zij vrezen dat hun woon- en leefklimaat wordt aangetast door het realiseren van de ORAC.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:687
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003539/1/R1 en 202003605/1/R1

202003560/1/A3

Bij besluit van 21 augustus 2019 heeft de burgemeester van Rotterdam de aan Babylon Lounge verleende exploitatievergunning en Drank- en Horecawetvergunning voor de inrichting Babylon Lounge aan de Delftsestraat 16 te Rotterdam ingetrokken. Aan de intrekking van de exploitatie- en DHW-vergunning heeft de burgemeester een Bibob advies van 19 november 2018 en een aanvullend advies van het Landelijk Bureau Bibob ten grondslag gelegd. Uit deze adviezen volgt dat er ernstig gevaar bestaat dat de vergunningen van Babylon Lounge mede zullen worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten en dat een ernstig gevaar bestaat dat de verleende vergunningen mede zullen worden gebruikt om strafbare feiten te plegen. De burgemeester stelt daarentegen dat [persoon A] de feitelijke eigenaar is. Hij heeft destijds € 110.000,00 in Mystic Lounge geïnvesteerd maar dat bewust buiten de boeken gehouden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:661
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Drank en horeca
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202003560/1/A3

202003602/1/R3

In het besluit van 7 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Buitengebied Holten, uitbreiding Camping de Holterberg" vastgesteld. Het plan maakt de uitbreiding mogelijk van camping De Holterberg in Holten. Het voornemen is om de camping uit te breiden met per saldo 55 overnachtingsplekken. Aan de westkant, aansluitend aan de bestaande camping, is bijna 3 ha grond ter beschikking voor deze uitbreiding. Ook voorziet het plan in een actuele planologisch-juridische regeling voor het reeds bestaande deel van de camping. [appellant] en anderen wonen in de nabije omgeving van de camping. Zij vrezen dat de uitbreiding van de camping zal leiden tot, onder andere, de aantasting van het essenlandschap en tot geluidsoverlast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:685
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202003602/1/R3

202003634/1/R3

Bij besluit van 22 april 2020 heeft de raad van de gemeente Westerkwartier het bestemmingsplan ¨Grijpskerk uitbreiding oost¨ vastgesteld. Met het plan wordt voorzien in de realisatie van 25 halfvrijstaande en vrijstaande woningen gelegen tussen de bestaande bebouwing aan de Groningerstraatweg aan de noordzijde, de Bindervoetpolder (N388) aan de oost- en zuidzijde en een wandel- en fietspad en de daaraan grenzende woningen aan de westzijde. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen op een afstand van ongeveer 15 m van het plangebied en hebben direct zicht op de in het plangebied voorziene woningen. [appellant sub 1] vreest dat als gevolg van het plan woningen met een te hoge gootlijn worden gerealiseerd, hetgeen volgens hem niet passend is in het heersende straatbeeld. [appellant sub 2] vreest als gevolg van het plan voor een verslechterd woon- en leefklimaat als gevolg van verminderd uitzicht, schaduwhinder en geluidhinder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:655
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202003634/1/R3

202003637/1/R3

Bij besluit van 14 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerkwartier een besluit tot vaststelling van hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder genomen voor 13 toekomstige woningen in verband met de uitbreiding van de kern Grijpskerk in oostelijke richting. Het besluit is genomen met het oog op de vaststelling van het bestemmingsplan ¨Grijpskerk uitbreiding oost¨ door de raad van de gemeente Westerkwartier op 22 april 2020 (hierna: het bestemmingsplan). Met dat plan wordt voorzien in de realisatie van 25 vrijstaande en halfvrijstaande woningen gelegen tussen de bestaande bebouwing aan de Groningerstraatweg aan de noordzijde, de Bindervoetpolder (N388) aan de oost- en zuidzijde en een wandel- en fietspad en de daaraan grenzende woningen aan de westzijde. [appellant] woont op een afstand van ongeveer 15 m tot het plangebied en kan zich niet verenigen met de daarin mogelijk gemaakte woningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:656
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Geluid
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202003637/1/R3

202003926/1/V6

Bij besluit van 11 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] heeft op 11 juni 2015 een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Hij beschikte op dat moment over een verblijfsvergunning regulier onder de beperking 'verblijf bij [partner A]'. Het verzoek is ingewilligd bij Koninklijk Besluit van 8 februari 2016. Op 19 maart 2017 heeft [appellant] een mvv-aanvraag ingediend voor zijn partner [partner B]. Verzoeker heeft in deze mvv-aanvraag toegelicht dat hij sinds 28 november 2011 een liefdesrelatie met haar heeft en dat hij op 16 april 2012 om haar hand heeft gevraagd. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken, omdat hij bij het indienen van het verzoek niet had gemeld dat hij sinds 28 november 2011 een liefdesrelatie onderhield met [partner B]. Indien [appellant] dit wel had gemeld zou hij het Nederlanderschap niet hebben verkregen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:684
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202003926/1/V6

202004053/1/V6

Bij brief van 19 juni 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 december 2019 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 9.315,74 en hij moet maandelijks € 77,63 betalen. Bij brief van 17 april 2015 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat hij inburgeringsplichtig is, dat zijn inburgeringstermijn op 23 februari 2015 is gestart en hij vóór 22 maart 2018 aan deze plicht moet hebben voldaan. De minister heeft de inburgeringstermijn ambtshalve verlengd tot en met 10 januari 2019. Bij besluit van 12 maart 2019 heeft de minister [appellant] een boete opgelegd van € 250,00 en bepaald dat hij de lening die hij bij de Dienst Uitvoering Onderwijs heeft afgesloten moet terugbetalen, omdat hij niet op tijd is ingeburgerd. Daarbij heeft de minister aangegeven dat [appellant] met het terugbetalen pas begint wanneer hij klaar is met inburgeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:682
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004053/1/V6

202004125/1/A2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft de algemeen directeur (lees: de directie) van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen het rijbewijs van [appellant] vanaf 4 juni 2019 ongeldig verklaard. De Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur van de politie heeft het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 meegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [appellant] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën A, B en E te besturen. Aan de mededeling ligt ten grondslag dat [appellant] volgens het door verbalisanten op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van 21 november 2018 op 1 augustus 2018 een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van drogerende stoffen. Daarom heeft het CBR [appellant] bij besluit van 28 november 2018 een onderzoek naar de geschiktheid, als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de Wvw 1994, opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:678
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202004125/1/A2

202004134/1/R1

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht locaties voor de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in de wijk West aangewezen. Het besluit van 6 januari 2020 voorziet onder meer in de aanwijzing van een locatie voor een ORAC nabij het perceel [locatie 1] te Utrecht. Deze locatie wordt in het besluit aangeduid als locatie 87. Het beroep is ingesteld door [appellant], [appellant B] en [appellant A]. [appellant] en [appellant B] wonen op het perceel [locatie 1], [appellant A] woont op het perceel [locatie 2]. Zij kunnen zich niet met de aanwijzing van deze locatie verenigen omdat zij vrezen dat door de komst van de ORAC hun woon- en leefklimaat en de verkeersveiligheid wordt aangetast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:689
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202004134/1/R1

202004216/1/R1

Bij brief van 2 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere aan Beachmij en anderen medegedeeld dat hun verzoek om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 50 seizoensgebonden strandslaaphuisjes op het strand van Koudekerke, gemeente Veere, buiten behandeling is gesteld. Beachmij en anderen huren van de Stichting Strandexploitatie Veere (hierna: de SSV) 94 strandgedeelten gelegen in de nabijheid van de strandpaviljoens Kaapduin en Vloed te Koudekerke ten behoeve van het verhuren van evenzoveel stranddaghuisjes met een omvang van circa 4 m2. Op 14 december 2018 hebben Beachmij en anderen verzocht een omgevingsvergunning te verlenen met het oog op het vervangen van de stranddaghuisjes door 50 strandslaaphuisjes met een omvang van circa 40 m2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:663
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004216/1/R1

202004290/1/V6

Bij besluit van 27 augustus 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het verzoek van [appellant] om hem het Nederlanderschap te verlenen, afgewezen. De staatssecretaris heeft het verzoek op grond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN) afgewezen, omdat ernstige vermoedens bestaan dat [appellant] een gevaar oplevert voor de openbare orde. Hiertoe heeft de staatssecretaris redengevend geacht dat ten tijde van de besluiten van 27 augustus 2018 en 18 december 2018 drie strafzaken wegens misdrijven tegen hem openstonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:683
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202004290/1/V6

202004624/1/R1 en 202004626/1/R1

Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Houthavenkade" vastgesteld. Het plan voorziet in een de transformatie van een bedrijventerrein naar een woonwijk met maximaal 710 woningen, commerciële ruimtes en maatschappelijke voorzieningen. Ten oosten van het plangebied ligt de Oude Haven, aan de Voorzaan. Aan de west- en zuidzijde ligt de N203. Aan de noordzijde ligt de Russische buurt. [partij A] en [partij B] zullen de transformatie uitvoeren, in twee fases. In de eerste fase zullen de noordelijke gronden worden ontwikkeld, in de tweede fase de zuidelijke. Engie is op het zuidelijk deel van het te transformeren bedrijventerrein gevestigd. [appellante sub 2], [appellante sub 3] en Exter zijn gevestigd op nabijgelegen gezoneerde industrieterrein "Westerspoor", dat op ongeveer 100 m ten zuidwesten van het plangebied ligt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:672
Datum uitspraak
31 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004624/1/R1 en 202004626/1/R1

202005934/2/V3

Bij besluit van 5 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:650
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005934/2/V3

202006787/1/V1

Bij besluit van 29 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:753
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006787/1/V1

202101991/2/V3

Bij besluit van 23 maart 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:3041
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101991/2/V3

202005594/2/R2

De stichting heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 1 september 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:2201
Datum uitspraak
30 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202005594/2/R2

202100063/2/R3

Bij besluit van 23 september 2020 hebben provinciale staten van Overijssel het inpassingsplan "Dinkeldal Zuid" vastgesteld. Het inpassingsplan heeft betrekking op het zuidelijke gebiedsdeel Dinkeldal van het Natura 2000-gebied "Dinkelland". Dit betreft het bovenstroomse deel van het Dinkeldal met een aantal zijbeken tussen de Duitse grens en de Ellermansbrug dat ongeveer 100 ha beslaat. Voor het plangebied zijn diverse maatregelen nodig om de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied te behalen. Deze maatregelen omvatten onder meer het dempen van een bestaand gedeelte van De Dinkel en het graven van een vervangend gedeelte van de stroomgeul. [verzoeker] heeft verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening tegen het inpassingsplan. Dit verzoek is met name gericht op het voorkomen van onherstelbare schade als gevolg van het dempen van een bestaand gedeelte van De Dinkel en het graven van een vervangend gedeelte van de stroomgeul.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:648
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202100063/2/R3

202100268/3/V3

De vreemdeling heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, van 18 december 2020 in zaak nr. NL20.9861. De minister van Buitenlandse Zaken heeft, op verzoek van de Afdeling krachtens artikel 8:45 van de Awb, de vertrouwelijke versie van een aantal gedingstukken overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van deze stukken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1991
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100268/3/V3

202101006/2/R1

Bij besluit van 5 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer aan [appellant A] een last onder dwangsom opgelegd om de woning en de garage op het perceel [locatie] te Lisserbroek te verwijderen en verwijderd te houden. Op het perceel van [appellant A] wordt door [v.o.f.] een agrarisch telersbedrijf geëxploiteerd. [appellant A] is samen met zijn zoon vennoot van de voornoemde v.o.f. Op het perceel is daarnaast een (bedrijfs-)woning en garage aanwezig, namelijk op het adres [locatie]. [appellant A] is bewoner en eigenaar hiervan. De last behelst dat de woning en garage verwijderd dienen te worden. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 15.000,00 ineens. Het college stelt zich daarbij op het standpunt dat de woning en de garage van [appellant A] zonder omgevingsvergunning voor bouwen zijn gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:647
Datum uitspraak
29 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202101006/2/R1

202100474/2/V2

Bij besluit van 8 juni 2020 staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:646
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100474/2/V2

202101857/2/V1

Bij besluit van 3 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:1040
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101857/2/V1

202101887/2/V2

Bij besluit van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:649
Datum uitspraak
26 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101887/2/V2

202006438/1/V1

Bij besluit van 2 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:651
Datum uitspraak
25 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006438/1/V1

201906831/1/V3

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen buiten behandeling gesteld en een aanvraag om haar kind een mvv te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:645
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906831/1/V3

202003349/1/V1

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:609
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003349/1/V1

202004818/1/V2

Bij besluit van 1 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:608
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004818/1/V2

202005618/2/V2

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:643
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005618/2/V2

202006593/2/R2

Bij besluit van 1 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten Oostappen gelast om alle bewoning door arbeidsmigranten - of verblijf van arbeidsmigranten anders dan voor recreatie - van de recreatieverblijven op Vakantiepark Prinsenmeer te beëindigen en beëindigd te houden. Als niet binnen de gestelde termijn aan de last is voldaan wordt een dwangsom verbeurd. De zaak gaat over het vakantiepark Prinsenmeer in Ommel, gemeente Asten. De last onder dwangsom is opgelegd om de bewoning van het vakantiepark door arbeidsmigranten te beëindigen. Het staat vast dat de bewoning door arbeidsmigranten in strijd is met het geldende bestemmingsplan "Ommel, recreatiepark Prinsenmeer 2017", zodat het college bevoegd was hiertegen handhavend op te treden. Volgens Oostappen bestaan er echter bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhavend optreden behoort te worden afgezien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:606
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006593/2/R2

202006942/1/V3

Bij besluit van 1 december 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:644
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006942/1/V3

202100146/1/V3

Bij besluit van 3 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van deze vergunning afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:607
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202100146/1/V3

201900107/3/R3

Bij tussenuitspraak van 8 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1601, (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Delfzijl opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van 1 november 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Spijk - Oostpolderweg 11-13" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 11.4 overwogen dat de raad het bestemmingsplan "Spijk - Oostpolderweg 11-13", voor zover het betreft de voorziene bed & breakfast van 25 m² op het perceel met kadastraal perceelnummer sectie H nr. 35 (hierna: het tussengelegen perceel), niet kenbaar heeft getoetst aan hetgeen in titel 2.3 van de Omgevingsverordening is bepaald over zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Gelet hierop heeft de raad het plan in zoverre in strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht niet deugdelijk gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:623
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201900107/3/R3

201903084/1/R2

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Meierijstad het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan parkeren" gewijzigd vastgesteld. Het paraplubestemmingsplan voorziet in een uniforme regeling voor de toetsing van omgevingsvergunningen aan de parkeernormen voor de hele gemeente Meierijstad. [appellant sub 1A] en anderen en [appellant sub 2A] en anderen wonen in het noorden van het plangebied. Zij vrezen dat het overgangsrecht van artikel 8.3 van de planregels ertoe leidt dat er bij de beslissing op de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een hotel aan de Noordkade in Veghel niet hoeft te worden getoetst aan de nieuwe parkeernorm van 1 parkeerplaats per hotelkamer uit de "Nota Parkeernormen Meierijstad 2018" maar aan de oude norm van 0.72 parkeerplaats per hotelkamer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:632
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201903084/1/R2

201903836/1/R4

Bij besluit van 25 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een aantal maatwerkvoorschriften vastgesteld voor de inrichting van [appellante] op het perceel [locatie] in Helmond. [appellante] exploiteert op het perceel een inrichting voor het op- en overslaan en bewerken van meststoffen. Zij beschikt over een op 5 december 2014 door het college verleende omgevingsvergunning voor de productie van mestkorrels met een capaciteit van 60.000 ton per jaar. Volgens het college is gebleken dat deze activiteit leidt tot geurhinder die een aanvaardbaar niveau overschrijdt. Het heeft hierin aanleiding gezien om op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer maatwerkvoorschriften vast te stellen. [appellante] stelt zich op het standpunt dat het college de maatwerkvoorschriften niet had mogen vaststellen. [partij] woont in de wijk "Brouwhuis" die ten noorden van de inrichting is gelegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:621
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201903836/1/R4

201904287/1/R3

Bij besluit van 4 april 2019 heeft de raad van Súdwest-Fryslân besloten om het bestemmingsplan "Hemelum, De Soal 4" niet vast te stellen. Hemelumer Hoeve B.V. wil haar kernfokbedrijf aan De Soal 4 te Hemelum uitbreiden met twee nieuwe varkensstallen en activiteiten op het gebied van mestverwerking en voerbereiding. Hiervoor is een bouwvlak nodig van 2,0 ha, waarvan 1,5 ha voor de varkenshouderij en 0,5 ha voor mestverwerking en voerbereiding. De bedoeling is dat rondom het bouwperceel wordt voorzien in een beplantingsstrook ter inpassing van de bedrijfsbebouwing. Hemelumer Hoeve B.V. vindt dat het weigeringsbesluit van de raad onzorgvuldig is voorbereid en niet berust op een deugdelijke motivering. Volgens haar had het plan moeten worden vastgesteld en had het college dienovereenkomstig een omgevingsvergunning moeten verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:619
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201904287/1/R3

201906436/1/A3

Bij besluit van 2 november 2016 heeft de burgemeester van Achtkarspelen aan De 4 Elementen een vergunning verleend voor het exploiteren van horecabedrijf 'De 4 Elementen' aan de Groningerstreek 34 in Stroobos. Aan de herroeping van de bij besluit van 2 november 2016 verleende exploitatievergunning heeft de burgemeester ten grondslag gelegd dat het bestemmingsplan alleen horeca-activiteiten toestaat die ten dienste staan van de camping. De beoogde exploitatie is in strijd met het bestemmingsplan. Dit blijkt uit het feit dat het horecabedrijf in het verleden structureel is geëxploiteerd als een volwaardig horecabedrijf. Er zijn structureel klanten toegelaten van buiten de camping en in advertenties is het horecabedrijf ook gepresenteerd als volwaardig horecabedrijf. Het college heeft De 4 Elementen in verband hiermee ook een last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:614
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak201906436/1/A3

201906518/1/R1

Bij besluit van 19 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghoudster] omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van de indeling en het vergroten van het gebouw [locatie 2] te Amsterdam, met behoud van de bestemming daarvan tot 6 woningen. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een achteraanbouw, een zijaanbouw, dakterras met dakopbouw, balkons, terras op de achteraanbouw, het verlagen van de borstweringen van de kozijnen in de voorgevel en het realiseren van een buitentrap naar het terras op de eerste verdieping. [appellant sub 1] en anderen zijn bewoners/eigenaren van omliggende woningen en vrezen als gevolg van het bouwplan een verslechtering van hun woon- en leefklimaat en een aantasting van hun woongenot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:635
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201906518/1/R1

201907159/1/R3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almelo [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het handelen in strijd met het bestemmingsplan te (laten) staken en gestaakt te houden door de bedrijfsactiviteiten van ‘[bedrijf]’ op het perceel [locatie] in Aadorp te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] exploiteert sinds januari 2017 een cateringbedrijf onder de naam ‘[bedrijf]’ in een door haar gehuurde loods op het perceel. De loods fungeert ook als kantine voor de lokale biljart- en dartvereniging en als keuken voor privédoeleinden. Op het perceel staat ook een woning. Omdat tijdens controles op 19 september 2017, 16 november 2017 en 7 en 8 december 2017 is geconstateerd dat ter plaatse maaltijden in een professionele keuken worden bereid en dat deze maaltijden met de auto worden bezorgd bij de klant, heeft het college besloten om in het besluit van 6 juli 2018 een last onder dwangsom aan [appellant] op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:615
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907159/1/R3

201907163/1/R3

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft voor maximaal 40 tiny houses aan de Vulcanusweg 295-305 hogere waarden als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld vanwege het spoorweglawaai afkomstig van de spoorlijn Delft-Schiedam en het wegverkeerslawaai afkomstig van de Kruithuisweg (N470). Het plan biedt de mogelijkheid om tijdelijk tiny houses te realiseren aan de Vulcanusweg 295-305 te Delft. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 7.900 m². Het project heeft volgens de plantoelichting een experimenteel karakter en dient ertoe om een experimentele vorm van wonen te benutten voor het vergaren van kennis die relevant kan zijn voor toekomstige woonvormen. Daarom is aan het plangebied een voorlopige gemengde bestemming toegekend. Onder deze bestemming zijn naast een woonfunctie ook andere functies toegestaan. De bestemming is in het plan voorzien voor een periode van 10 jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:639
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907163/1/R3

201907623/1/R3

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" vastgesteld. De raad vindt het wenselijk om het op 1 oktober 2013 vastgestelde bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder" op onderdelen te herzien. Dit omdat volgens de raad de in dat plan opgenomen planregels binnen de bestemming "Bedrijf" niet duidelijk blijken te zijn. Het bestemmingsplan "Hoornwijck-Broekpolder, eerste herziening" is vastgesteld om die regels te verduidelijken, zodat explicieter uit de tekst blijkt dat binnen de bestemming "Bedrijf" alleen bedrijven zijn toegestaan en geen functies zoals horeca, detailhandel, recreatie, sport of maatschappelijk. [appellant sub 1] richt zich tegen de weigering van de raad om aan zijn percelen een dubbelbestemming "Wonen-Kantoren" toe te kennen. Hij wenst dat de combinatie wonen en werken wordt mogelijk gemaakt in zijn kantoorvilla’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:641
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201907623/1/R3

201908318/1/R3

Bij besluit van 27 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dinkelland aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat hij uiterlijk 1 november 2018 het tuinhuisje op de percelen M1063 en M739 in Tilligte moet verwijderen en verwijderd houden. Op 19 maart 2018 is een controle uitgevoerd op het perceel aan de [locatie 1] in Tilligte met onder meer als doel te onderzoeken hoe de schuur eruitziet en waar deze in de achtertuin staat. In het controlerapport van 21 maart 2018 staat dat het schuurtje in de achtertuin, links achter de woning staat. De afmetingen van het schuurtje zijn 1,85 x 2,3 x 2,45 m (lxbxh). De afstand tussen de achtergevel van de woning en het schuurtje is ongeveer 4,55 m. Naar aanleiding van de controle heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd, omdat het tuinhuisje in afwijking van de verleende vrijstelling niet binnen 4 m van de achtergevel van de woning en niet op perceel M744 maar op de percelen M1063 en M739 is gebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:628
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908318/1/R3

201908430/1/R4

Bij uitspraak van 13 november 2019, in zaak nr. 201904448/1/A1 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 april 2019 in zaak nr. 19/452 bevestigd. Stichting Stop Luchtverontreiniging Utrecht heeft aan haar verzoek om herziening en vervallenverklaring ten grondslag gelegd dat de uitspraak van 13 november 2019 op een onjuiste feitelijke grondslag berust. Volgens SSLU heeft de Afdeling niet onderkend dat de gevolgen van energieopwekking zich uitsluitend zullen voordoen in de regio Utrecht en niet daarbuiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:624
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Herziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908430/1/R4

201909227/1/A3

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft de burgemeester van Amsterdam de niet-publiektoegankelijke inrichting [bedrijf] aan de [locatie] met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd gesloten. [wederpartij] was eigenaar en enig aandeelhouder van [bedrijf] dat gevestigd was in het in eigendom van [wederpartij] zijnde bedrijfspand aan de [locatie] in Amsterdam. Op 14 augustus 2018 is vanaf de openbare weg met een automatisch vuurwapen van het kaliber AK47 enige tientallen keren op het bedrijfspand geschoten. De politie heeft bij onderzoek aan de achterzijde van het bedrijfspand, eveneens aan de openbare weg, een op scherp staande handgranaat aangetroffen. De burgemeester heeft naar aanleiding hiervan het bedrijfspand per direct voor onbepaalde tijd gesloten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:631
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909227/1/A3

201909410/1/A3

Bij besluit van 11 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om afgifte van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft op 8 januari 2018 een urgentieverklaring aangevraagd. Hieraan heeft hij ten grondslag gelegd dat hij in 2016 is gescheiden en dat hij sindsdien dakloos is. Verder heeft hij aan zijn aanvraag ten grondslag gelegd dat hij schulden heeft, en dat hij lijdt aan depressie, een hernia en levercirrose. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft het college ten grondslag gelegd dat [appellant] vanaf 30 augustus 2018 een beschikking heeft in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op grond hiervan heeft hij recht op maatschappelijke opvang, zorg, hulp en andere ondersteuning vanuit de WMO.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:616
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201909410/1/A3

202000762/1/R4

Bij besluit van 3 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zeist geweigerd de op 6 augustus 2014 aan [vergunninghouder] verleende omgevingsvergunning voor een zwembad op het perceel [locatie 1] in Bosch en Duin in te trekken en het verzoek om handhavend optreden tegen het gebouw met daarin een pomp voor onttrekking van grondwater afgewezen. [appellant] woont op het perceel aan de [locatie 2] in Bosch en Duin. Dit perceel grenst aan het perceel van [vergunninghouder] aan de [locatie 1]. Op het perceel van [vergunninghouder] is zeker tientallen jaren een zwembad aanwezig. Het zwembad ligt op korte afstand van het perceel van [appellant]. Op het perceel van [vergunninghouder] staat bij het zwembad een pomphuis. Daarin wordt grondwater opgepompt voor het zwembad.In december 2019 heeft de rechtbank geoordeeld dat het college terecht heeft geweigerd de omgevingsvergunning in te trekken en op goede gronden heeft geweigerd om te handhaven. [appellant] is het niet eens met deze uitspraak.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:617
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000762/1/R4

202001136/1/R4

Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad van de gemeente Veenendaal het bestemmingsplan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" vastgesteld. Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad het plan "Woongebieden 2018" vastgesteld. Dit plan kent aan het perceel van [appellant A] aan de [locatie] de bestemming "Wonen" toe en regelt dat op het perceel geen tweede woning mag worden gebouwd. [appellant A] wil op het perceel graag een tweede woning bouwen. Hij is daarom tegen dit plan opgekomen. Bij uitspraak van 4 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3042, heeft de Afdeling overwogen dat voor zover het plan niet voorziet in een tweede woning op het perceel aan de [locatie], het plan niet berust op een zorgvuldige belangenafweging. De Afdeling heeft het plan daarom in zoverre vernietigd en de raad opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad vervolgens het plan "Correctieve herziening bestemmingsplan Woongebieden 2018" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:622
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202001136/1/R4

202001702/1/R1

Bij besluit van 13 december 2016 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland aan Sachem Europe B.V. een watervergunning verleend voor een grondwateronttrekking ter plaatse van het Van Voordenpark 15 te Zaltbommel. Sachem exploiteert daar een chemisch bedrijf. De grond en het grondwater ter plaatse en in de omgeving van de locatie zijn als gevolg van het productieproces in het verleden en een brand verontreinigd geraakt met benzeen. Het bedrijfsterrein moet worden gesaneerd. In februari 2013 heeft Sachem een aanvraag ingediend voor het voortzetten van een grondwateronttrekking voor sanering ter plaatse van het bedrijfsterrein. Bij besluit van 13 december 2016 is een vergunning op grond van de Waterwet verleend voor grondwateronttrekking van 1.800.000 m3 per jaar voor de periode tot 1 juli 2018, met een maximum van 450.000 m3 per kwartaal, en maximaal 1.000.000 m3 per jaar voor de periode van 1 juli 2018 tot 1 juli 2023. Stichting Veiliger Zaltbommel vindt de wijze van sanering niet doelmatig.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:634
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202001702/1/R1

202002122/1/A3

Bij besluit van 15 mei 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming een aanvraag van [appellant] om zijn geslachtsnaam te wijzigen afgewezen. [appellant] heeft de minister verzocht om zijn geslachtsnaam te wijzigen in [appellant] [naam 1]. Volgens [appellant] is het laatste gedeelte van zijn volledige naam ‘[naam 1]’ weggevallen bij zijn naturalisatie op 4 juni 2015. Met zijn huidige naam ondervindt [appellant] problemen en hij stelt dat hij hierdoor ernstig wordt belemmerd in zijn maatschappelijk functioneren. Als voorbeelden heeft [appellant] erop gewezen dat hem de toegang tot Turkije is geweigerd omdat zijn naam ongeloofwaardig voorkwam en bestellingen die hij online plaatst niet of verlaat worden geleverd omdat zijn naam op een zwarte lijst staat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:640
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002122/1/A3

202002638/1/A3

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een bestuurlijke boete van € 41.000,00 aan [appellante] opgelegd voor het zonder vergunning onttrekken van zijn woningen aan de bestemming tot bewoning. [appellante] is eigenaar van de woningen aan de [locatie 1] en [locatie 2] in Amsterdam. Op 13 augustus 2018 hebben toezichthouders van de gemeente de woningen gecontroleerd. Bij de toezichthouders is vanwege het aantreffen van een sleutelkastje het vermoeden van toeristische verhuur ontstaan. De toezichthouders hebben daarom nader onderzoek ingesteld en hebben de woningen op 30 augustus 2018 nogmaals gecontroleerd. Hun bevindingen hebben zij vastgelegd in de op ambtsbelofte opgemaakte rapporten van bevindingen van 31 augustus en 3 september 2018. Op beide adressen stond niemand in de Basisregistratie Personen ingeschreven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:630
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002638/1/A3

202002654/1/R1

Bij besluit van 19 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan het Ingenieursbureau Amsterdam een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van twee platanen aan de Westerkade in Amsterdam. In verband met de egalisering van de bestrating aan de Westerkade, heeft het Ingenieursbureau Amsterdam een omgevingsvergunning aangevraagd voor de kap van twee platanen tegenover Westerkade 9 en 10 in Amsterdam. Met het besluit van 19 augustus 2019 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van die twee platanen. Aan de omgevingsvergunning is de voorwaarde verbonden dat twee platanen op de plaats van de te kappen bomen worden herplant.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:613
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202002654/1/R1

202002728/1/R4

Bij uitspraak van 1 april 2020, in zaak nr. 201903780/1/A1, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 9 april 2019 bevestigd, waarbij de rechtbank beroepen van onder meer [verzoeker A] en [verzoeker B] ongegrond heeft verklaard. Die beroepen waren gericht tegen het besluit van 10 juli 2018 van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de verlening van een omgevingsvergunning aan KPN voor het plaatsen van een zendmast op het perceel Wateren 15 te Wateren, in bezwaar in stand is gelaten. [verzoeker A] en [verzoeker B] hebben, met verwijzing naar verschillende stukken aangevoerd dat de Afdeling ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat de blootstellingslimieten van het ICNIRP hadden mogen worden gehanteerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:627
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Herziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002728/1/R4

202002867/1/R4

Bij besluit van 13 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort aan [appellant sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het (ver)plaatsen van een buitenunit met een warmtepomp op het perceel [locatie 1] te Amersfoort. De verleende vergunning is een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en onder a en c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De vergunning gaat over het plaatsen van een warmtepomp op het erf van het perceel [locatie 1] te Amersfoort. [appellant sub 1] woont aan de [locatie 2], naast het perceel van [appellant sub 2]. De afstand tussen zijn woning en de warmtepomp is ongeveer 17 m. Hij vreest voor geluidhinder van het in werking zijn van de warmtepomp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:633
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002867/1/R4

202003200/1/R2

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Asten het bestemmingsplan "Ommel Kloosterstraat 8 2019" vastgesteld. Het plan is vastgesteld om de beoogde ontwikkeling van een particuliere initiatiefnemer mogelijk te maken op percelen aan de Kloosterstraat 8, Kloosterstraat ongenummerd en Kloosterstraat 12 te Ommel, met een gezamenlijke oppervlakte van ruim 7.000 m². De initiatiefnemer beoogt de bestaande langgevelboerderij aan de Kloosterstraat 8 te splitsen in twee woningen en maximaal twintig woningen te bouwen op de achterliggende gronden, die nu in gebruik zijn als tuin en schapenweide. Verder is een ontsluiting van het plangebied voorzien tussen de woningen aan de Kloosterstraat 10 en 12. De vennootschap exploiteert aan de [locatie] in Ommel een varkenshouderij. Omdat de geurnorm bij de beoogde woningen van het plangebied wordt overschreden, vreest zij voor beperking van haar bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden door het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:620
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202003200/1/R2

202003439/1/R2

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaren, thans: Oisterwijk aan Boomkwekerij De Kant B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het uitoefenen van nevenactiviteiten met paard en wagen aan de Mgr. Berkvensstraat 6a te Haaren. De Kant wil aan de Mgr. Berkvensstraat 6a te Haaren men-gerelateerde activiteiten als nevenactiviteiten aanbieden. Zij beoogt daarnaast een bedrijfsgebouw op het perceel deels te gebruiken voor het stallen van paarden, rijtuigen en hooi. [appellant] woont aan de [locatie] te Haaren. Zijn achtertuin grenst aan het perceel van De Kant. Hij kan zich niet verenigen met de verlening van de omgevingsvergunning voor de men-gerelateerde activiteiten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:612
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202003439/1/R2

202003649/1/A3

Bij besluit van 12 september 2019 heeft de burgemeester van Amsterdam aanvragen van Sara's Boutique om verlening van exploitatievergunningen voor de exploitatie van pannenkoekenrestaurants aan de Raadhuisstraat 6 en de Vijzelstraat 103 te Amsterdam afgewezen. Op 18 april 2019 heeft [gemachtigde] namens Sara's Boutique aanvragen ingediend om verlening van exploitatievergunningen. De burgemeester heeft deze aanvragen krachtens artikel 3.11, tweede lid, van de APV afgewezen, omdat naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving van de horecabedrijven, de openbare orde of de veiligheid nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de horecabedrijven. Hierbij heeft de burgemeester gewezen op zijn besluit van 23 december 2016 waarbij hij aan [gemachtigde] verleende vergunningen heeft ingetrokken dan wel verlening van vergunningen heeft geweigerd. Volgens de burgemeester is sindsdien relatief weinig tijd verstreken. De burgemeester heeft de afwijzing van de aanvragen in bezwaar gehandhaafd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:625
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003649/1/A3

202003751/1/A3

Bij besluit van 17 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om een voorrangsverklaring als woningzoekende afgewezen. [appellante] heeft op 27 februari 2019 een aanvraag om een voorrangsverklaring ingediend. Uit de toelichting bij de aanvraag volgt dat [appellante] ernstig psychisch en lichamelijk is mishandeld door haar partner en dat het acute woonprobleem is ontstaan doordat zij door haar partner uit de woning, die op zijn naam staat, is gezet. [appellante] is daardoor dakloos geworden. Daarnaast kampt zij met gezondheidsklachten, waaronder diabetes en een verhoogde bloeddruk. Ook is zij geopereerd aan haar voet, waardoor zij slecht ter been is. [appellante] wil dicht bij haar kinderen wonen in de Schilderswijk of Transvaal te Den Haag, omdat zij afhankelijk is van de mantelzorg die zij krijgt van haar kinderen, aldus [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:611
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003751/1/A3

202004003/1/R2

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Heusden het bestemmingsplan "Steenenburg" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt een Hightech-campus mogelijk met daarop een medisch research- en ontwikkelingscentrum in combinatie met daaraan gerelateerde bedrijvigheid. Ook voorziet het plan in de bouw van maximaal 226 woningen. [appellante] exploiteert ten noorden van het plangebied een bedrijf in vloeibare en gecomprimeerde gassen en vloeistoffen ten behoeve van medisch gebruik, industrie en recreatie. Het gaat om een groothandel, een gasvulbedrijf, en op- en overslag van gasflessen en een groothandel in gasgerelateerde producten, zoals gasflessen en drukhouders.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:629
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004003/1/R2

202004301/1/R1

Bij besluit van 15 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wormerland aan Cargill B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van een bestaande dakopbouw, het milieuneutraal veranderen van de inrichting en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan voor het bedrijfspand aan de Eenhoornweg 12 te Wormer. Cargill is een voedingsmiddelenproductiebedrijf en verwerkt cacaomassa tot cacaoboter, cacaopoeder en cacaokoek. De aanvraag van Cargill ziet op het bouwen van een bouwwerk, het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan en het milieuneutraal veranderen van de inrichting. Het milieuneutraal veranderen betreft het plaatsen van een nieuwe verpakkingslijn en het vervangen van het prepareeradditief. Voor het plaatsen van de verpakkingslijn moet ook de hoogte van de huidige dakopbouw worden vergroot. [appellant] kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:636
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004301/1/R1

202004345/1/R4

Bij besluit van 12 maart 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland geweigerd aan Nedcool B.V. omgevingsvergunning te verlenen voor een voetpad met zonnepanelen in een veldopstelling op de kadastrale percelen 84, 2711 en 2712. Nedcool B.V. exploiteert op het perceel Provincialeweg 40 te Velddriel een bedrijf in gekoelde opslag voor producten zoals fruit, plantgoed, aardappelen en grondstoffen voor levensmiddelen (hierna: koelbedrijf). Nedcool B.V. wil graag haar bedrijf verder verduurzamen en wil daarom zonnepanelen in een veldopstelling met een oppervlakte van 1,8 hectare aan de overzijde van haar bedrijf op het perceel realiseren. Het bedrijf heeft al enkele zonnepanelen maar wil ook in het kader van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid meer zonnepanelen. Naast de zonnepanelen wil zij een toegangsweg naar de zonnepanelen en een ondergrondse kabel aanleggen naar haar bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:610
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004345/1/R4

202004358/1/R1

Bij besluit van 30 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Koggenland [appellante] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruiken van het recreatieverblijf op het perceel [locatie 1] te Berkhout voor permanente bewoning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante] was ten tijde van het besluit eigenaar van het recreatieverblijf. Toezichthouders hebben meteen nadat [appellante] in maart 2018 het recreatieverblijf had gekocht op verschillende momenten in totaal 18 controles uitgevoerd bij het recreatieverblijf. Naar aanleiding van deze controles heeft het college geconcludeerd dat [appellante] het recreatieverblijf permanent bewoonde, wat in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Landelijk Gebied". Het college heeft na afloop van de begunstigingstermijn gecontroleerd of aan de last is voldaan. Uit de controles is volgens het college gebleken dat [appellante] het recreatieverblijf laat gebruiken voor permanente bewoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:626
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004358/1/R1

202004413/1/R2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vught aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit ‘bouwen’ krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het uitbreiden van de eerste verdieping van de woning aan de [locatie 1] te Vught. Deze zaak gaat over de woning van [vergunninghouder] en [belanghebbende] aan de [locatie 1] in Vught. [vergunninghouder] en [belanghebbende] willen de eerste verdieping van hun woning uitbreiden. Volgens de bouwtekeningen wordt de goothoogte van de verdieping 5,60 meter en de nokhoogte 9,42 meter. [appellant] is eigenaar van het aangrenzende perceel. Op dat perceel staat de woning waar [appellant] woont, met [locatie 2], en de zorgwoning waar de ouders van [appellant] wonen, met [locatie 3]. [appellant] kan zich niet verenigen met de uitbreiding van de woning van zijn buren. Volgens [appellant] maakt de uitbreiding een onaanvaardbare inbreuk op het woon- en leefklimaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:618
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004413/1/R2

202004436/1/R3

Bij besluit van 25 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Rijssen-Holten het bestemmingsplan "Wonen Rijssen, herontwikkeling RV-terrein" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het terrein van voetbalvereniging Rijssen Vooruit, gelegen aan de Stokmansveldweg 1 te Rijssen. Deze voetbalvereniging maakt vanwege een fusie met een andere voetbalvereniging geen gebruik meer van dat terrein, waardoor de gronden op deze locatie vrijkomen. Volgens de plantoelichting wil [partij], de initiatiefnemer van het voorliggende plan, die gronden herontwikkelen tot een woningbouwlocatie met bijbehorende infrastructurele voorzieningen. Het plan voorziet in deze ontwikkeling en maakt de bouw van maximaal 21 woningen mogelijk, waarvan 11 vrijstaande en 10 twee-onder-een-kapwoningen. [appellanten] wonen in de nabijheid van plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:637
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202004436/1/R3

202005340/1/R1

Bij uitspraak van 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1221, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Enkhuizen opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak met inachtneming van wat daarin is overwogen een besluit te nemen inhoudende de vaststelling van een uitwerkings- of bestemmingsplan of de afwijzing van de aanvraag van 21 september 2018. Het bestemmingsplan Gommerwijk West-West voorziet met artikel 6 van de planvoorschriften in een uitwerkingsplicht van de bestemming "Wonen-uit te werken" waarmee kan worden voorzien in maximaal 700 woningen op onder meer de gronden van [appellant] en anderen aan de westkant van Enkhuizen. Met de toekenning van de uit te werken bestemming is het agrarisch bedrijf van [appellant] en anderen onder het algemene overgangsrecht gebracht en geldt op grond van artikel 6, lid 6.3, van de planvoorschriften van het bestemmingsplan sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan op de gronden van [appellant] en anderen een bouwverbod.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:638
Datum uitspraak
24 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202005340/1/R1
vorige pagina1...213214215...1.217volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon