Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.294
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202005105/1/V1

Bij besluit van 12 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2449
Datum uitspraak
15 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005105/1/V1

202005105/2/V1

Bij besluit van 12 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2450
Datum uitspraak
15 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005105/2/V1

202005114/2/V2

Bij besluit van 30 januari 2020, aangevuld bij besluit van 27 mei 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2451
Datum uitspraak
15 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005114/2/V2

201907898/2/A3

Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 september 2020, hebben verzoekers verzocht om wraking van mr. S.F.M. Wortmann bij de behandeling van de zaak nr. 201907898/1/A3. Verzoekers hebben aan het wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat het verloop van de zitting van 3 augustus 2020 en de vraagstelling door de staatsraad bij hen de vrees heeft gewekt dat zij partijdig en vooringenomen is en dat daardoor geen sprake is van een eerlijk proces. Verder hebben verzoekers aan het verzoek ten grondslag gelegd dat de staatsraad eerder bij het ministerie van Justitie heeft gewerkt en dat verzoekers uit haar vraagstelling ter zitting afleiden dat zij een denkwijze heeft ontwikkeld die inhoudt dat de staat altijd gelijk heeft. Ook is zij lid van een instituut dat de regering adviseert en rechtspreekt en naar de maatstaven van het Benthem-arrest niet als onpartijdige rechter kan gelden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2412
Datum uitspraak
15 oktober 2020
  • Wraking
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907898/2/A3

202004339/2/A3

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 22 juli 2020 van de voorzieningenrechter van de rechtbank. De burgemeester van Nissewaard heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de uitspraak van de rechtbank wordt geschorst, zodat de burgemeester van Nissewaard in afwachting van de uitspraak op het door hem ingestelde hoger beroep geen nieuw besluit hoeft te nemen op het door [wederpartij A] en [wederpartij B] gemaakte bezwaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2452
Datum uitspraak
15 oktober 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202004339/2/A3

202004470/3/R2

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen aan [vergunninghouder] omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een garage/berging naast de woning op het adres [locatie] te Gilze. Met het op 9 oktober 2020 bij de Afdeling ingekomen verzoek beogen [verzoekers] te bewerkstelligen dat de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van 14 april 2020 en 7 juli 2020 zal schorsen, zodat de bouwactiviteiten op het perceel geen doorgang kunnen vinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2413
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004470/3/R2

202005481/2/V2

Bij besluit van 24 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2447
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005481/2/V2

201800965/4/A2

Bij tussenuitspraak van 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1774, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Ermelo opgedragen binnen twaalf weken na verzending daarvan met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen de gebreken in het besluit van 7 februari 2018 te herstellen. De Prins Hendriklaan in Ermelo is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer door middel van vier barrières in de vorm van bloembakken en betonblokken. Er zijn twee barrières geplaatst op de Prins Hendriklaan en er zijn barrières geplaatst op de Máximalaan en de Alexanderlaan in Ermelo. Het college heeft op 14 februari 2017 besloten de Prins Hendriklaan, de Máximalaan en de Alexanderlaan (hierna ook: de lanen) in Ermelo open te stellen voor gemotoriseerd verkeer, met uitzondering van vrachtverkeer, door de barrières te verwijderen. De rechtbank heeft het besluit bij uitspraak van 27 december 2017 vernietigd. De Afdeling heeft bij de (eind)uitspraak van 29 mei 2019 het hiertegen ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2429
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201800965/4/A2

201807436/1/A2

Bij besluit van 18 november 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen een verzoek van [appellant] om inkomensbestanddelen buiten beschouwing te laten bij het bepalen van de hoogtes van de huurtoeslag en zorgtoeslag over 2016, afgewezen. [appellant] heeft van de Belastingdienst/Toeslagen voorschotten huurtoeslag en zorgtoeslag over 2016 ontvangen. De dienst heeft bij besluit van 4 augustus 2017 de huurtoeslag en zorgtoeslag over 2016 definitief berekend en op nihil gesteld, omdat het toetsingsinkomen van [appellant] van € 29.027,00 hoger is dan de inkomensgrenzen voor huurtoeslag en zorgtoeslag in 2016. Hierdoor moet hij € 3.128,00 terugbetalen. [appellant] heeft tegen het besluit van 4 augustus 2017 bezwaar gemaakt. Hij heeft aangevoerd dat sprake is van bijzonder inkomen, te weten een transitievergoeding van € 6.000,00 en een nabetaling van uren die in 2015 zijn opgebouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2416
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201807436/1/A2

201809115/2/A2

Bij besluit van 3 maart 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu een aanvraag van Casa Don Arroyo om schadevergoeding afgewezen. Casa Don Arroyo is eigenares van het pand aan de Graafsebaan 42 te Rosmalen. Zij exploiteert een restaurant in het pand. Op 24 maart 2014 heeft Casa Don Arroyo de minister verzocht om vergoeding van schade ten gevolge van het bij besluit van 3 juli 2008 vastgestelde Tracébesluit Omlegging Zuid-Willemsvaart Maas-Den Dungen. Het Tracébesluit voorziet in de verlegging van de Zuid-Willemsvaart ten oosten van ’s-Hertogenbosch over het traject Den Dungen tot de Maas bij Empel. De verlegging is in de periode van november 2011 tot en met november 2013 uitgevoerd. Volgens Casa Don Arroyo is de situeringswaarde van het pand door de verlegging aangetast en heeft dit tot waardevermindering van het pand geleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2423
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201809115/2/A2

201809571/1/R2

Bij besluit van 20 september 2018 heeft de raad van de gemeente Loon op Zand het bestemmingsplan "Wereld van de Efteling 2030" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Wereld van de Efteling 2030" voorziet in een actuele juridisch-planologische regeling voor het attractiepark van de Efteling, daaraan verbonden verblijfsaccommodaties, een golfterrein, bos- en natuurgebied en enkele (agrarische) percelen. Het plan maakt daarnaast een uitbreiding mogelijk, die globaal bestaat uit: een uitbreiding van het attractiepark in oostelijke en westelijke richting, de aanleg van een nieuwe parkeervoorziening aan de westzijde en het parkeren op afstand aan de oostzijde, een uitbreiding van verblijfsrecreatieve voorzieningen, een aanpassing van de golfbaan en aanpassingen van de infrastructuur in de vorm van onder meer een verlegging van de Horst en de aanleg van een nieuwe zuidelijke ontsluiting. In het Masterplan Wereld van de Efteling 2030 van januari 2017 is vastgelegd dat de uitbreiding in drie fasen moet plaatsvinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2439
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201809571/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201809571/1/R2

201904124/1/R4

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de inspecteur-generaal der mijnen kosten in rekening gebracht bij Neptune Energy voor het jaar 2018. Neptune Energy is ruim 50 jaar actief als offshore olie- en gasproducent en is de Nederlandse tak van de in 2015 in het Verenigd Koninkrijk opgerichte Neptune Energy Group Limited. Begin 2018 heeft Neptune Energy de opsporings- en winningsactiviteiten overgenomen van Engie E&P International, waaronder die in Nederland. Met 32 productielocaties in het Nederlandse deel van de Noordzee is Neptune Energy de grootste offshore gasproducent op het Nederlandse deel van de Noordzee. Neptune Energy is van mening dat het bij haar op grond van de Mijnbouwwet in rekening gebrachte vergoeding (een retributie) van € 376.598,00 te hoog is. Neptune Energy heeft hiertegen bezwaar ingediend omdat voor een productie-installatie die bestaat uit meerdere mijnbouwwerken bij de beoordeling van een rapport inzake grote gevaren meerdere vergoedingen zijn geheven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2428
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201904124/1/R4

201904564/1/R3

Bij besluit van 16 april 2019 heeft de raad van de gemeente Dinkelland het bestemmingsplan "Zuidoost wand Commanderiegebouw" gewijzigd vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het zuidoostelijk deel van het Commanderieplein, gelegen ten zuiden van het centrum van Ootmarsum. Op dat plein zijn sinds eind 2016 een zogeheten gasterij en een ambachtelijke brouwerij gevestigd. Vanwege het succes van de bierbrouwerij en de gasterij bestond er bij De Commanderie Ootmarsum behoefte om een derde gebouw te realiseren, aldus de plantoelichting. Het plan maakt een gebouw op het Commanderieplein mogelijk met een multifunctioneel karakter. In het gebouw wenst de initiatiefnemer een museum, een wellnessvoorziening in de vorm van een zogeheten bierspa en overnachtingsmogelijkheden in de vorm van zogeheten herbergkamers te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2427
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201904564/1/R3

201904594/1/R1

Bij besluit van 24 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad geweigerd aan Linus Duurzaam B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteiten bouwen en gebruiken voor het maken van een extra bouwlaag op het deel van het voorste pand op het adres De Weer 23 (blok B) en een extra bouwlaag op het achterste deel van het pand aan De Weer 24 (blok C) te Zaandam. Het bouwplan ziet op de bouw van een extra bouwlaag op het aanwezige pand op de hoek van De Weer en de Dobbeven. In de extra bouwlaag op de tweede verdieping zijn vijf appartementen voorzien. Twee daarvan zijn voorzien aan de voorkant van het gebouw (blok B) en drie aan de achterkant (blok C). De voorziene extra bouwlaag op het voorste gedeelte van het pand aan de zijde van De Weer is teruggelegen ten opzichte van de bestaande voorgevel. De extra bouwlaag op het achterste deel van het gebouw ligt niet terug ten opzichte van de bestaande voorgevel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2444
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904594/1/R1

201904616/1/R1

Bij besluit van 29 september 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad geweigerd aan SAAP Gebiedsontwikkeling een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van veertien startersappartementen en tien seniorenwoningen met lift op het perceel De Weer 23/24 te Zaandam. Het bouwplan ziet op de bouw van twee gebouwen. Blok A, waarin tien seniorenwoningen zullen worden gerealiseerd, is gelegen aan De Weer. Dit woongebouw zal drie bouwlagen hebben met een iets terug liggende vierde bouwlaag met plat dak. Blok B, dat is gelegen aan de Dobbeven, ziet op de bouw van veertien appartementen. Dit woongebouw zal drie bouwlagen hebben met een plat dak en deels een terug liggende vierde bouwlaag. Blok B in dit bouwplan komt niet overeen met blok B van het bouwplan dat in zaak nr. 201904594/1/R1 bij de Afdeling voorligt. Blok B overlapt met Blok D uit het bouwplan dat in zaak 202000724/1/R1 voorligt. SAAP Gebiedsontwikkeling heeft op 29 april 2016 de aanvraag om omgevingsvergunning ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2441
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904616/1/R1

201904844/1/R4

Bij besluit van 15 maart 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een nieuwe stal voor een melkgeitenhouderij op de locatie [locatie] in Leersum. [vergunninghouder] heeft op het perceel een agrarisch bedrijf. [vergunninghouder] wil overschakelen van melkveerunderen naar een biologische geitenhouderij met ongeveer 960 geiten en wil daarvoor enkele bestaande stallen slopen en een nieuwe stal bouwen. Op 14 juli 2016 heeft [vergunninghouder] daarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan. De omgevingsvergunning is aangevraagd voor de activiteiten bouwen en het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub a en i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2442
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904844/1/R4

201904851/1/A3

Bij besluit van 14 juli 2017 heeft de minister van Buitenlandse Zaken [appellant] aangewezen als persoon op wie de Sanctieregeling terrorisme 2007-II van toepassing is. De minister heeft [appellant] aangewezen als persoon op wie de Sanctieregeling Terrorisme 2007-II (hierna: de Sanctieregeling) van toepassing is vanwege zijn betrokkenheid bij de door de Europese Unie als terroristisch aangemerkte organisatie Devrimci Halk Kurtuluş-Cephesi. Dit betekent dat alle financiële middelen van [appellant] zijn bevroren. [appellant] is volgens de minister een leidinggevend lid van de organisatie, werft fondsen voor die organisatie en verspreidt het tijdschrift ‘Yürüyüs’. Met die activiteiten ondersteunt [appellant] de activiteiten van de organisatie. In het tijdschrift worden volgens de minister bovendien aanslagen en aanslagplegers van DHKP/C verheerlijkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2420
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201904851/1/A3

201905722/1/R1

Bij besluit van 18 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Seafood Bar onder aanzegging van bestuursdwang gelast het gebruik van de detailhandel als horecabedrijf op de Leidsestraat 61 te (laten) staken en gestaakt te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2430
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201905722/1/R1

201905825/1/A2

Bij besluit van 6 oktober 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de huurtoeslag van [appellante] over 2016 definitief berekend en vastgesteld op nihil. [appellante] heeft over 2016 voorschotten huurtoeslag ontvangen. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 6 oktober 2017 heeft de dienst de huurtoeslag van [appellante] over 2014 vastgesteld op nihil en € 2.676,00 aan teveel ontvangen voorschotten huurtoeslag teruggevorderd. De dienst heeft hieraan ten grondslag gelegd dat uit de aanslag inkomstenbelasting van [appellante] over 2016 volgt dat zij voordeel uit sparen en beleggen heeft. Omdat het vermogen van [appellante] meer is dan het heffingvrije vermogen dat voor haar situatie geldt, heeft zij geen recht op huurtoeslag, aldus de dienst. [appellante] is het niet eens met deze besluitvorming omdat volgens haar ten onrechte geen rekening is gehouden met haar inkomstenbelastingschulden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2432
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201905825/1/A2

201906139/1/V6

Bij besluit van 19 april 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [wederpartij] op 1 oktober 2018 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 10.008,71 en zij moet maandelijks € 83,41 betalen. Op 28 februari 2018 heeft [wederpartij] het laatste onderdeel van het inburgeringexamen gehaald. Bij besluit van 19 april 2018 heeft de minister [wederpartij] meegedeeld dat zij € 10.008,71 heeft geleend voor een cursus en/of examen, dat zij deze lening vanaf 1 oktober 2018 gaat terugbetalen en dat over de periode 1 oktober 2018 tot 1 november 2023 maandelijks een bedrag van € 83,41 zal worden geïncasseerd. De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, omdat voor het eerst met het besluit van 19 april 2018 een geldschuld is ontstaan als bedoeld in artikel 4:85, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2445
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201906139/1/V6

201906279/1/R3

Bij besluit van 23 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast de op het perceel [locatie] te Bodegraven aanwezige woonboot te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] woonde op het moment dat het college de last onder bestuursdwang oplegde op zijn woonboot op de locatie [locatie].[belanghebbende] heeft het college verzocht handhavend op te treden. Volgens het college blijkt uit controlerapporten dat de staat van de woonboot gevaarlijk is voor de gezondheid van [appellant] en de eventuele andere gebruikers en bezoekers van de woonboot. Het college heeft besloten handhavend op te treden. Het college heeft hieraan overtreding van artikel 1a, eerste en tweede lid, van de Woningwet ten grondslag gelegd. [appellant] is het niet eens met de opgelegde last onder bestuursdwang. Hij vindt dat de staat van het schip niet zodanig slecht is dat het opleggen van de last onder bestuursdwang nodig was.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2425
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906279/1/R3

201906489/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om te voorkomen dat hij opnieuw inbrekerswerktuigen vervoert of bij zich heeft. Uit de bestuurlijke rapportage volgt dat een buurtbewoner van een wijk in Amstelveen twee jongens, zo bleek later [appellant] en zijn jongere broer, een onlogische route zag lopen door de wijk. De jongens stonden soms stil bij een woning en observeerden deze. Bij fouillering van deze twee jongens door de gewaarschuwde politie bleek dat zij een slotentrekker, steeksleutel, schroevendraaier met boorschroef en bouwsleutel bij zich hadden. Volgens het college zijn de hiervoor genoemde voorwerpen inbrekerswerktuigen. Op grond van artikel 2:44, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Amstelveen is het niet toegestaan om inbrekerswerktuigen te vervoeren of bij zich te dragen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2433
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906489/1/A3

201906916/1/R4

Bij besluit van 18 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik door AST Beheer B.V. van het Anatomiegebouw op het perceel Bekkerstraat 141 te Utrecht afgewezen. AST Beheer is eigenaar van het Anatomiegebouw, een voormalig universiteitsgebouw. Op 18 juni 2015 is aan AST Beheer een omgevingsvergunning verleend voor onder meer het verbouwen van een deel van het pand tot bedrijfsruimte en voor de realisering van tien appartementen. [appellant] woont in de buurt van het gebouw aan de [locatie] te Utrecht. Op 18 april 2018 heeft [appellant] het college verzocht om handhavend op te treden tegen activiteiten die AST Beheer volgens hem zal gaan verrichten in een ander deel van het Anatomiegebouw. Het gaat hem daarbij om activiteiten als nascholing, congressen en symposia en de exploitatie van een restaurant. Deze activiteiten acht hij in strijd met de op 27 oktober 2016 vastgestelde beheersverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2438
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906916/1/R4

201906961/1/A3

Bij besluit van 25 juli 2017 heeft de minister van Buitenlandse Zaken [appellant] aangewezen als persoon op wie de Sanctieregeling Terrorisme 2007-II van toepassing is. De minister heeft [appellant] aangewezen als persoon op wie de Sanctieregeling Terrorisme 2007-II van toepassing is vanwege zijn betrokkenheid bij de door de Europese Unie als terroristisch aangemerkte organisatie Devrimci Halk Kurtuluş-Cephesi. Dit betekent dat alle financiële middelen van [appellant] zijn bevroren. [appellant] werft volgens de minister fondsen voor die organisatie en verspreidt het tijdschrift ‘Yürüyüs’. Met die activiteiten ondersteunt [appellant] de activiteiten van de organisatie. In het tijdschrift worden volgens de minister bovendien aanslagen en aanslagplegers van DHKP/C verheerlijkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2421
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906961/1/A3

201907382/1/R3

In het besluit van 4 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Achtkarspelen het bestemmingsplan "Veegplan Achtkarspelen" vastgesteld. Met het plan beoogt de raad vijf verschillende plannen op gemeentegrond in één plan te bundelen zodat niet voor elk project afzonderlijk een bestemmingsplanprocedure hoeft te worden doorlopen. Eén van de locaties binnen het plan is de Fûgelkamp in Harkema. De raad beoogt daar de bouw van maximaal vier woningen in de vorm van twee-onder-een-kapwoningen op de locatie van een groenstrook, met de functieaanduiding "begraafplaats", mogelijk te maken. [appellant] en anderen wonen aan de Fûgelkamp in Harkema tegenover en naast het plangebied. [appellant] en anderen menen dat zij erop mochten vertrouwen dat de groenstrook bestemd zou blijven voor de uitbreiding van de begraafplaats van de begrafenisvereniging Memento Mori. Daarnaast menen zij dat met de bouwprojecten in het centrum van Harkema al wordt voorzien in de woonbehoefte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2426
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201907382/1/R3

201907530/1/R1

Bij besluit van 4 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan SPAR Holding een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de onderpui en het aanbrengen van reclame aan de voorgevel van het pand aan de Nieuwe Doelenstraat 55 te Amsterdam. SPAR Holding exploiteert op de begane grond van het pand sinds 1 oktober 2019 een SPAR-winkel. SPAR Holding heeft op 23 oktober 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van de onderpui en het aanbrengen van reclame op de voorgevel. Het college heeft de gevraagde vergunning verleend. Hotel de l’Europe exploiteert een vijf sterrenhotel waarvan de ingang is gelegen schuin tegenover het pand. Zij verzet zich tegen de vergunningverlening ten behoeve van de volgens haar met het bestemmingsplan strijdige exploitatie van de SPAR winkel. Zij vreest dat de exploitatie van de SPAR winkel overlast zal geven en daardoor een negatief effect zal hebben op het woon- en leefklimaat en op de uitstraling van het hotel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2402
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907530/1/R1

201908630/1/V6

Bij brief van 18 mei 2018 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat [appellant] op 1 november 2018 moet beginnen met het terugbetalen van een lening voor het volgen van een inburgeringscursus. De schuld bedraagt € 9.026,85 en zij moet maandelijks € 75,22 betalen. Bij besluit van 18 april 2017 heeft de minister [appellant] een boete opgelegd van € 500,00 en bepaald dat zij de lening die zij bij de Dienst Uitvoering Onderwijs heeft afgesloten moet terugbetalen, omdat zij niet op tijd is ingeburgerd. Daarbij is aangegeven dat zij met het terugbetalen pas begint wanneer zij klaar is met inburgeren. In de brief van 18 mei 2018 heeft de minister [appellant] meegedeeld dat zij € 9.026,85 heeft geleend voor een cursus en/of examen, dat zij deze lening vanaf 1 november 2018 gaat terugbetalen en dat over de periode 1 november 2018 tot 1 november 2023 maandelijks een bedrag van € 75,22 zal worden geïncasseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2401
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201908630/1/V6

201908863/1/R4

Bij besluit van 22 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem het wijzigingsplan "Buitengebied - 2012 6e wijziging (Slagenweg 2 en 2a Wehl)" vastgesteld. Het wijzigingsplan is gebaseerd op verschillende artikelen van de planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2012".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2422
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201908863/1/R4

201909004/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het verzoek van [wederpartij] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur deels ingewilligd. [wederpartij] heeft verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie en gemaakte afspraken tussen de Belgische staat, dan wel het Vlaams Gewest en de Nederlandse Staat aangaande het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, de uitvoering van het Verdrag en de verwerving en ontpoldering van de Hedwigepolder door de Nederlandse Staat, alsmede alle beschikbare documenten met betrekking tot die correspondentie en afspraken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2436
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909004/1/A3

201909022/1/A3

Bij besluit van 23 mei 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur deels ingewilligd. [appellant] heeft verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie en gemaakte afspraken tussen de Belgische staat, dan wel het Vlaams Gewest en de Nederlandse Staat aangaande het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, de uitvoering van het Verdrag en de verwerving en ontpoldering van de Hedwigepolder door de Nederlandse Staat, alsmede alle beschikbare documenten met betrekking tot die correspondentie en afspraken. De minister heeft [appellant] meegedeeld dat drieënzeventig documenten zijn aangetroffen die onder de reikwijdte van het Wob-verzoek vallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2437
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201909022/1/A3

202000454/1/R1

Hotel de l’Europe heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam in september 2019 meermalen verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van het pand aan de Nieuwe Doelenstraat 55 in Amsterdam door SPAR Holding. Spar Holding exploiteert op de begane grond van het pand aan de Nieuwe Doelenstraat 55 sinds 1 oktober 2019 een SPAR winkel, met een bruto vloeroppervlak van 163 m². Hotel de l’Europe exploiteert een vijf sterrenhotel waarvan de ingang is gelegen schuin tegenover het pand. Zij verzet zich tegen de vestiging van de SPAR winkel. Zij vreest dat de exploitatie van de SPAR winkel overlast zal geven en daardoor een negatief effect zal hebben op het woon- en leefklimaat ter plaatse en op de uitstraling van het hotel. In dit geschil staat de vraag centraal of het gebruik van het pand aan de Nieuwe Doelenstraat 55 als SPAR winkel in de door SPAR Holding beoogde formule, in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Postcodegebied 1012".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2443
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000454/1/R1

202000724/1/R1

Bij besluit van 7 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad geweigerd aan Linus Duurzaam B.V een omgevingsvergunning te verlenen voor de bouw van vijf appartementen en drie eengezinswoningen op het perceel De Weer te Zaandam. Linus Duurzaam heeft op 27 april 2018 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van vijf appartementen en drie eengezinswoningen op het perceel. Het bouwplan maakt deel uit van een groter plan op het perceel dat is opgedeeld in vier onderdelen Dit bouwplan heeft betrekking op de onderdelen C en D. Onderdeel C ziet op de bouw van een derde teruggelegen bouwlaag met daarin drie appartementen op de bestaande eerste bouwlaag en vergunde, maar nog niet gerealiseerde, tweede bouwlaag. Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Poelenburg", omdat de eengezinswoningen buiten het bouwvlak zijn gesitueerd en de hoogte van vier van de vijf appartementen de maximaal toegestane bouwhoogte van 6 m zullen overschrijden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2440
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000724/1/R1

202000840/1/A3

Bij besluit van 19 september 2017 heeft het College ter beoordeling van geneesmiddelen besloten op een verzoek van Théa op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Horus is handelsvergunninghouder van het geneesmiddel Latanoprost Horus. Théa is handelsvergunninghouder van het geneesmiddel Monoprost, een concurrerend middel van Latanoprost Horus. Théa heeft het Wob-verzoek ingediend, omdat volgens haar openbaarmaking daarvan in het belang van de volksgezondheid is. Zij stelt dat de veiligheid en werkzaamheid van Latanoprost Horus niet bewezen is. Volgens Théa heeft Monoprost wezenlijke bestanddelen die in Latanoprost Horus ontbreken. In deze procedure draait het om de vraag of de zogeheten clinical overview van Latanoprost Horus openbaar had moeten worden gemaakt. In de clinical overview is een kritische analyse van klinische data uit literatuur en studies neergelegd ten behoeve van de aanvraag van Horus om een handelsvergunning voor Latanoprost Horus.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2417
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000840/1/A3

202000843/1/A3

Bij besluit van 22 augustus 2017 heeft het College ter beoordeling van geneesmiddelen besloten op een verzoek van Théa op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Genetic is handelsvergunninghouder van het geneesmiddel Xalmono. Théa is handelsvergunninghouder van het geneesmiddel Monoprost, een concurrerend middel van Xalmono. Théa heeft het Wob-verzoek ingediend, omdat volgens haar openbaarmaking daarvan in het belang van de volksgezondheid is. Zij stelt dat de veiligheid en werkzaamheid van het geneesmiddel Xalmono niet bewezen is. Genetic heeft in het kader van haar aanvraag om de handelsvergunning voor Xalmono voor de onderbouwing van de werkzaamheid en veiligheid van dit geneesmiddel ten onrechte verwezen naar de zogeheten Rouland studie, die Théa voor Monoprost heeft verricht. Volgens Théa heeft Monoprost echter wezenlijke bestanddelen die in Xalmono ontbreken. In deze procedure draait het om de vraag of de zogeheten clinical overview voor Xalmono openbaar had moeten worden gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2418
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000843/1/A3

202000944/1/A3

Bij besluit van 30 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven besloten op een aantal verzoeken van [appellant] op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. [appellant] ontving sinds 2011 een uitkering op grond van de Participatiewet. De gemeente Eindhoven heeft een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van die uitkering. Aanleiding van dit onderzoek was een anonieme melding. De bevindingen van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van 14 november 2017. Als conclusie staat in het rapport dat het recht op een uitkering dient te worden ingetrokken en de verstrekte uitkering dient te worden teruggevorderd. Bij het besluit van 30 november 2018 heeft het college besloten tot het verlenen van inzage in de persoonsgegevens die van [appellant] zijn verwerkt en hem daartoe het rapport verstrekt. Dat rapport was hem eerder al verstrekt na het verlenen van digitale inzage in zijn dossier op 16 mei 2018. Over andere gegevens stelt het college niet te beschikken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2419
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202000944/1/A3

202000960/1/R4

Bij besluit van 8 augustus 2017 heeft het college het verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen het gebruik van de licht- en geluids(omroep)-installaties op het sportpark op het perceel Boekelosestraat 275 te Enschede afgewezen. Op 20 januari 2017 heeft de Stichting Multifunctionele Accommodatie op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer bij het college melding gedaan van een verandering en uitbreiding van het gebruik van de licht- en geluidsinstalIaties op het sportpark op het perceel. Deze melding is gedaan, omdat het bestaande gebruik van deze installaties niet meer in overeenstemming was met het gebruik zoals dat in 2013 door de Stichting op grond van het Activiteitenbesluit aan het college was gemeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2435
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000960/1/R4

202001552/1/R4

Bij besluit van 5 december 2018 heeft het college aan de gemeente Enschede een omgevingsvergunning voor het plaatsen van 13 lichtmasten en 12 vlaggenmasten op het sportpark op het perceel Boekelosestraat 275 te Enschede. [appellant] woont op het nabijgelegen perceel [locatie] te Enschede. Hij heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 5 december 2018. Het college heeft zijn bezwaar bij besluit van 29 mei 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het door [appellant] tegen het besluit van 29 mei 2019 ingestelde beroep bij uitspraak van 23 januari 2020 ongegrond verklaard. Zij heeft onder meer overwogen dat de aanvraag in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Om die reden is er volgens de rechtbank geen ruimte voor de door [appellant] gewenste belangenafweging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2434
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001552/1/R4

202001655/1/R4

Bij besluit van 28 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een tuinschuur op het perceel [locatie] te Tienhoven (hierna: het perceel).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2431
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001655/1/R4

202002150/1/R4

Bij besluit van 9 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Putten het bestemmingsplan "Kom West, herziening Wallenbergstraat" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in twee appartementengebouwen aan de Wallenbergstraat in Putten. Het plangebied is gedeeltelijk in gebruik als speelveld. De appartementengebouwen zijn bedoeld voor maximaal 26 sociale huurwoningen. Woningstichting Putten is de initiatiefnemer van de woningbouw. [appellant sub 2] en [appellant sub 1] zijn omwonenden en zij kunnen zich niet verenigen met de voorziene appartementengebouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2424
Datum uitspraak
14 oktober 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002150/1/R4

202002997/1/R1 en 202002997/2/R1

Bij besluit van 23 april 2020 heeft de raad van de gemeente Haarlem het bestemmingsplan "Sporthal Sportweg" vastgesteld. Het plan maakt een nieuwe sporthal aan de Sportlaan in Haarlem mogelijk. De nieuwe sporthal zal gebruikt worden voor het bewegingsonderwijs van de naastgelegen school Het Schoter. Ook zal de volleybalclub VC Spaarnestad gebruik gaan maken van de hal. Momenteel wordt een tijdelijke sporthal gebruikt voor het bewegingsonderwijs van de school en maakt de volleybalclub gebruik van de Beijneshal, die in 2021 gesloopt zal worden. [appellant sub 1] woont in het appartementencomplex Parksight aan de [locatie 1] ten noorden van het plangebied. [appellant sub 2] woont aan de [locatie 2]. De kern van hun bezwaar is dat de raad de gevolgen van het plan voor de parkeerdruk en de verkeersontwikkeling in hun woonomgeving onvoldoende onder ogen heeft gezien, met name tijdens evenementen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2406
Datum uitspraak
13 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202002997/1/R1 en 202002997/2/R1

202004222/2/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Blaricum het bestemmingsplan "Blaricum Dorp, herziening 2020" vastgesteld. De raad heeft het bestreden bestemmingsplan vastgesteld naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling van 8 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1496 over het bestemmingsplan "Blaricum Dorp 2018". Bij deze uitspraak heeft de Afdeling onder meer een plandeel met de bestemming "Tuin" voor het noordelijke deel van het perceel [locatie 2] vernietigd. Naar het oordeel van de Afdeling had de raad zich ten onrechte niet op de hoogte heeft gesteld van de feitelijke omstandigheden ter plaatse van [locatie 2] noch had hij inzichtelijk gemaakt waarom de strook vanaf de noordzijde van de woning in een rechte lijn tot aan de straat als "Tuin" is bestemd. [verzoeker] heeft een mechanisatiebedrijf aan de [locatie 1]. Hij verzet zich onder meer tegen de wederom toegelaten mogelijkheid om het noordelijke deel van het perceel [locatie 2] als tuin te gebruiken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2407
Datum uitspraak
13 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004222/2/R1

201709948/1/V1

Bij besluit van 12 juli 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2410
Datum uitspraak
12 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201709948/1/V1

201907273/1/V1

Bij besluit van 1 augustus 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2411
Datum uitspraak
12 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907273/1/V1

202003287/1/V1

Bij besluit van 20 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2408
Datum uitspraak
12 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003287/1/V1

202004749/2/R3

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Loppersum aan Rodin Broadband Groningen B.V. een omgevingsvergunning onder voorschriften verleend voor het plaatsen van een antennemast ten behoeve van het project "Snel Internet Groningen" op een perceel ten zuiden van de ijsbaan te Stedum, ongenummerd, kadastraal bekend gemeente Stedum, sectie E, nummer 1408. Rodin wil een antennemast realiseren van 40 m hoog. De antennemast is ten behoeve van het Project Snel Internet Groningen. De antennemast is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan omdat de maximale hoogte voor bouwwerken, zoals volgt uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan, wordt overschreden. De antennemast is verder in strijd met de op de locatie rustende bestemming "Sport". Om het plaatsen van de antennemast mogelijk te maken heeft het college met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2° van de Wabo een omgevingsvergunning verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2405
Datum uitspraak
12 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004749/2/R3

202005111/2/V2

Bij besluit van 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2409
Datum uitspraak
12 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005111/2/V2

201904973/1/V3

Bij besluit van 28 juni 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2404
Datum uitspraak
9 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201904973/1/V3

202003598/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 20 mei 2020 in zaak nr. 19/1399.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2394
Datum uitspraak
9 oktober 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003598/2/A3

202001257/1/V3

Bij besluit van 15 januari 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2397
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202001257/1/V3

202001931/1/V2

Bij besluit van 14 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2398
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202001931/1/V2

202002775/1/V2

Bij besluit van 28 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2399
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002775/1/V2

202004485/2/R3

Bij besluit van 23 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Midden-Delfland het exploitatieplan "Centrumplan Den Hoorn 2020" vastgesteld. Dit exploitatieplan behoort bij het bestemmingsplan "Centrumplan Den Hoorn 2016". Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een supermarkt en woningen in het centrum van Den Hoorn. Met het exploitatieplan beoogt de raad te voorzien in het verhaal van kosten van grondexploitatie met betrekking tot de uitvoering van het bestemmingsplan. Plus en anderen zijn eigenaren en verhuurders van winkels in de omgeving van het exploitatieplangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het exploitatieplan. Zij voeren onder andere aan dat het exploitatieplan in strijd met de regels voor staatssteun is vastgesteld met als gevolg dat hun concurrenten en initiatiefnemers van het plan, Waaijer/Jumbo, economische voordelen genieten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2393
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202004485/2/R3

202004750/1/V3

Bij besluit van 12 augustus 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2400
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202004750/1/V3

202005077/1/V2 en 202005077/2/V2

Bij besluit van 13 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2396
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005077/1/V2 en 202005077/2/V2

202005394/2/V2

Bij besluit van 8 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2403
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005394/2/V2

202003010/4/R4

Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 10 april 2020 van de rechtbank. Bij besluit van 23 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe een last onder dwangsom opgelegd aan [verzoeker sub 1]. Dit besluit is een besluit als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. [verzoeker sub 1] en [verzoeker sub 2] hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De verzoeken richten zich tegen het besluit van 23 juli 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2446
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Mondelinge uitspraak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003010/4/R4

202004339/3/A3

De burgemeester van Nissewaard heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 22 juli 2020 in zaak nr. 20/1036 20/478. Hij heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Het gaat in deze zaak om de weigering van de burgemeester om aan [wederpartij A] en [wederpartij B] een exploitatievergunning te verlenen voor een commerciële horecaonderneming gevestigd aan de [locatie] in Spijkenisse.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2395
Datum uitspraak
8 oktober 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004339/3/A3

202002399/1/V1

Bij besluit van 3 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2835
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202002399/1/V1

202002768/2/R1

Bij besluit van 13 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sluis aan Beach Resort Nieuwvliet B.V. een omgevingsvergunning voor het bouwen van een strandbrug en het treffen van natuurmaatregelen verleend. Het besluit maakt de bouw van een strandbrug mogelijk. De strandbrug zal het Beach Resort Nieuwvliet-Bad verbinden met het Noordzeestrand aan de andere zijde van de zeewering. De strandbrug wordt gerealiseerd in combinatie met natuurmaatregelen. Die maatregelen zien op het vergroten van de geul, het verruimen van de zandrug voor kustbroedvogels en het ontgraven van het geulenstelsel. De rechtbank heeft het beroep van [verzoekster] niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen eigen en persoonlijk belang heeft waarmee zij zich onderscheidt van veel andere bewoners van vakantiehuizen op meer dan 350 meter afstand van de strandbrug. [verzoekster] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat zij wel een rechtstreeks betrokken belang bij de omgevingsvergunning heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2342
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002768/2/R1

202003832/1/V1

De vreemdeling heeft tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel te verlenen beroep ingesteld bij de rechtbank.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2357
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003832/1/V1

202004554/2/R1

Bij besluit van 7 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enkhuizen de aanvraag van 6 december 2018 van De Elsenburg om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor het oprichten van een geitenhouderij aan de Elsenburg 21E te Enkhuizen buiten behandeling gesteld. In het geschil in hoger beroep staat de vraag centraal of de rechtbank terecht heeft overwogen dat het college er bij de beoordeling van de aanvraag van had moeten uitgaan dat De Elsenburg over een zodanig oppervlak aan gronden zal kunnen beschikken dat sprake zal zijn van een grondgebonden agrarisch bedrijf in de zin van het bestemmingsplan. Het verzoek strekt ertoe dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat het college in afwachting van de uitspraak op het ingestelde hoger beroep geen uitvoering hoeft te geven aan de opdracht in de aangevallen uitspraak om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2343
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004554/2/R1

202004624/2/R1

Bij besluit van 2 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Zaanstad het bestemmingsplan "Houthavenkade" vastgesteld. Het bestemmingsplan maakt de bouw van maximaal 710 woningen mogelijk op locatie Houthavenkade in Zaandam. Deze woningbouw is voorzien op 150 meter van de hoofdvestiging van Exter. In de bestaande situatie staat de aangesloten woonbebouwing op 300 meter van deze hoofdvestiging. Exter produceert smaakstoffen en smaakmakers voor de voedingsmiddelenindustrie, waarbij met name geur een belangrijk milieuaspect is van haar inrichting. Zij voert aan dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met haar belangen bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Volgens Exter staat de voorziene woningbouw aan een voorgenomen wijziging van haar productiemethoden en uitbreiding van haar productievolumes in de weg, terwijl die in de bestaande situatie wel zonder meer aan haar kunnen worden vergund.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2344
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202004624/2/R1

201803268/3/R2

Bij uitspraak, onderscheidenlijk tussenuitspraak van 13 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3857, (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad van de gemeente Drimmelen opgedragen om binnen 20 weken na de verzending van deze uitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 1 februari 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied, Veegplan 1" te herstellen. In het beroep van [appellanten sub 1] heeft de Afdeling in 14.4 van de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 1 februari 2018 niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. De Afdeling heeft daartoe over de als ondergeschikte nevenactiviteit op het perceel [locatie 1] toegestane minicamping overwogen dat, anders dan de raad wil, in de planregels niet is geregeld dat de bij recht toegestane ondersteunende horeca binnen de bestaande gebouwen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" moet plaatsvinden en er ook geen nieuwe gebouwen voor ondersteunende horeca binnen en buiten het bouwvlak mogen worden opgericht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2364
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201803268/3/R2

201805705/1/A1

Bij besluit van 30 mei 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant vastgesteld dat op de locatie [locatie 1] te Vught een geval van ernstige bodemverontreiniging in de grond en het grondwater aanwezig is, waarvan spoedige sanering noodzakelijk is vanwege de risico’s voor mens, plant en dier, alsook verspreidingsrisico’s. Het college heeft daarom bepaald dat binnen vier jaar moet worden begonnen met de sanering en dat binnen drie jaar een saneringsplan ter goedkeuring moet worden voorgelegd. Op de percelen en perceelgedeelten binnen de interventiewaardencontour heeft het college gebruiksbeperkingen van toepassing verklaard. Ook heeft het college tijdelijke beveiligingsmaatregelen van toepassing verklaard op de [locatie 1] te Vught. Volgens het bestreden besluit was op het perceel [locatie 1] te Vught van ongeveer 1950 tot 1970 wasserij Ideaal gevestigd waar werd gewerkt met trichlooretheen en tetrachlooretheen (PER).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2389
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201805705/1/A1

201807314/3/R3

Bij tussenuitspraak van 29 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:299 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee opgedragen binnen 20 weken na de verzending van deze tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee van 12 juli 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Hazersweg 25, Ouddorp" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak overwogen dat de voorziene woningen aan de Havenweg volgens de plantoelichting worden gerealiseerd in een lintstructuur. In de zienswijzennota is vermeld dat bij lintbebouwing de achterzijde ervan direct contact met het landschap heeft, terwijl de woningen aan de Havenweg aan de achterzijde ervan grenzen aan de appartementen en aan de grondgebonden woningen. De Afdeling heeft daarom geoordeeld dat de raad niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom met de toevoeging van de woningen aan de Havenweg geen afbreuk wordt gedaan aan de lintstructuur als karakteristiek van het gebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2370
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201807314/3/R3

201809237/2/R3

Bij tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1004, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Oldenzaal opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van de raad van de gemeente Oldenzaal van 24 september 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Prins Bernhardstraat 2" te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 9.2. overwogen dat de raad voor het bepalen van de parkeerbehoefte heeft aangesloten bij de parkeernormen in de CROW-publicatie nr. 317 "kencijfers parkeren en verkeersgeneratie". Verder staat in die rechtsoverweging dat de raad is uitgegaan van de hoofdcategorie "gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen" en de functie "verpleeg- en verzorgingshuis", waarvoor een norm geldt van 0,5 tot 0,7 parkeerplaatsen per wooneenheid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2369
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201809237/2/R3

201809634/2/R3

Bij tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1029 (hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Den Haag opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak het daar omschreven gebrek in het besluit van de raad van de gemeente Den Haag van 20 september 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Bezuidenhout, 1e herziening" te herstellen. In de tussenuitspraak is onder 7.2 overwogen dat de raad ter zitting te kennen heeft gegeven dat hij heeft beoogd vast te leggen dat alle ruimtelijke ontwikkelingen binnen de bestemmingen "Wonen - 1", "Wonen - 2" en "Kantoor" waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit bouw is vereist, moeten worden getoetst aan de aangepaste nota parkeernormen 2016, tenzij sprake is van de uitbreiding van een bestaande woning zoals omschreven in de aangepaste nota parkeernormen 2016. In dat geval hoeft niet aan de nota parkeernormen te worden getoetst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2367
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201809634/2/R3

201902223/1/R2

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Bergakkers 3, Vorstenbosch" vastgesteld. [appellante] betoogt dat de raad ten onrechte geen nader onderzoek heeft verricht naar de risico’s die de realisatie van de nieuwbouwwijk in de omgeving van haar geitenhouderij met zich brengt voor de gezondheid van de toekomstige bewoners van de voorziene woningen. Daarbij heeft [appellante] specifiek gewezen op de onderzoeken "Veehouderij en gezondheid omwonenden II" en "Veehouderij en gezondheid omwonenden III" van het RIVM uit 2017 respectievelijk 2018 en op het onderzoek "Gezondheidsrisico’s rond veehouderijen: vervolgadvies" van de Gezondheidsraad van 14 februari 2018, waaruit blijkt dat omwonenden binnen een straal van 2 km van een geitenhouderij verhoogd risico hebben op longontsteking.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2391
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201902223/1/R2

201903080/1/R3

Bij besluit van 25 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zwolle aan Woningstichting Openbaar Belang omgevingsvergunning verleend voor het renoveren van 60 appartementen op het perceel Assendorperdijk 180 t/m 298 (even) te Zwolle. De Woningstichting is eigenaar van het appartementencomplex op het perceel. Het complex, met een bouwhoogte van 13,5 m, bestaat uit drie verdiepingen met een schuin dak. De in deze procedure aan de orde zijnde omgevingsvergunning is verleend voor de renovatie van het appartementencomplex. Deze renovatie bestaat uit het plegen van groot onderhoud, het verwijderen van asbest en het aanbrengen van energetische verbeteringen. Deze verbeteringen bestaan uit werkzaamheden aan het dak, het buitenspouwblad, de balkons, de dakgoten en de kozijnen. [appellant] huurt in het appartementencomplex sinds 1 mei 1993 een hoekappartement op de derde etage en een deel van de zolderverdieping. Hij is het niet eens met de vergunningverlening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2375
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201903080/1/R3

201903186/1/A2

Bij besluit van 28 juni 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht Car Service een tegemoetkoming in planschade van € 62.268,00 toegekend en Oto Com een tegemoetkoming in planschade van € 16.887,34. Het geschil tussen partijen gaat over de hoogte van de toegekende tegemoetkomingen in planschade.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2382
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903186/1/A2

201903599/1/R2

Bij besluit van 17 maart 2016 is aan Windpark Den Tol Exploitatie B.V. voor dertien diersoorten ontheffing verleend van het verbod om die dieren te doden en te verwonden. Windpark Den Tol wil een windmolenpark bouwen ten oosten van het dorp Netterden en ten noorden van het Natura 2000-gebied "Unterer Niederrhein" in Duitsland. Van dit Natura 2000-gebied is Hetter-Millingerbrug een deelgebied (ook wel "De Hetter" genoemd). Dit gebied ligt direct ten zuiden van het windpark. Bij besluit van 11 oktober 2018 op de bezwaren van NABU, TegenWind en Windpark Den Tol heeft de minister aan Windpark Den Tol voor 99 diersoorten een ontheffing verleend van het verbod om die dieren te doden en te verwonden. Dit besluit is door de rechtbank op 9 april 2019 vernietigd. Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de minister naar aanleiding van de vernietiging door de rechtbank een nieuw besluit genomen waarin de minister, kort gezegd, heeft beoogd de motivering van de ontheffing te verbeteren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2384
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201903599/1/R2

201904166/2/A3

Bij tussenuitspraak van 20 mei 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1246) heeft de Afdeling het college opgedragen binnen vier weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het college alsnog moet beoordelen of het de gevraagde vergunning, mede in het licht van de uitspraak van de Afdeling van 27 februari 2019, met terugwerkende kracht tot 12 augustus 2016 had moeten verlenen of, indien het college van oordeel is dat daartoe geen aanleiding bestaat, dat oordeel voldoende draagkrachtig motiveren. Het college is niet bereid om [appellant] met terugwerkende kracht de gevraagde vergunning te verlenen. Het college vindt dat het mede door de door [appellant] gegeven informatie mocht uitgaan van het feit dat zijn schip geen volwaardig rondvaartschip was en dat hij daarom niet in aanmerking kwam voor een vergunning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2390
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201904166/2/A3

201904263/1/R2, 201904264/1/R2, 201904265/1/R2, 201905680/1/R2 en 202000556/1/R2

[appellant A] en anderen hebben het college van burgemeester en wethouders van Tholen bij brieven van 9 mei 2018 en 14 mei 2018 verzocht om handhavend op te treden tegen het gebruik van een vrijstaande woning gelegen aan de [locatie] te Poortvliet voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Bij besluiten van 18 september 2018 heeft het college de handhavingsverzoeken afgewezen. [appellant A] en anderen wonen in de directe nabijheid van de woning, gelegen aan de [locatie] te Poortvliet. Deze woning wordt door de eigenaar, [belanghebbende], verhuurd aan Green Talent, een uitzendorganisatie gericht op Poolse werknemers. Green Talent heeft de woning onderverhuurd aan arbeidsmigranten. [appellant A] en anderen hebben het college verzocht om handhavend op te treden, omdat zij geluids- en parkeeroverlast ondervinden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2383
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904263/1/R2, 201904264/1/R2, 201904265/1/R2, 201905680/1/R2 en 202000556/1/R2

201904372/1/R3

Bij besluit van 23 april 2019 heeft de raad van de gemeente Ooststellingwerf het bestemmingsplan "Oosterwolde - Dertien Aprilstraat" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich in de kern Oosterwolde en wordt begrensd door de Dertien Aprilstraat aan de noordzijde en de Snellingerdijk aan de westzijde. Met dit plan wordt het mogelijk om de bestaande Lidl supermarkt te verplaatsen naar de locatie aan de Dertien Aprilstraat te Oosterwolde. Op grond van artikel 3, lid 3.4, aanhef en onder c en d, van de planregels bedraagt het maximaal toegestane oppervlak van de supermarkt 2.235 m² bedrijfsvloeroppervlak en het maximaal toegestane oppervlak van de detailhandel niet zijnde een supermarkt 235 m² bvo. Het plan maakt verder de realisatie van 44 zorgappartementen en 11 woonappartementen mogelijk. Adelaar Vastgoed III B.V. en anderen hebben beroep ingesteld. Zij betogen onder meer dat het plan in strijd met de ladder voor duurzame verstedelijking is vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2376
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak201904372/1/R3

201904799/1/R3

Bij besluit van 28 maart 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze geweigerd om aan Zorg Anders een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van de woning op het perceel Borckerveld 16 te Annen als woonlocatie voor een woongroep van maximaal vijf kinderen. Zorg Anders is een zorgonderneming die kleinschalige zorg aanbiedt aan kinderen die om uiteenlopende redenen niet meer bij hun ouders kunnen wonen. Op het perceel Borckerveld 16 te Annen staat een vrijstaande woning met zes slaapkamers. Zorg Anders huurt deze woning sinds 1 maart 2017. Zij heeft de woning op 11 maart 2017 in gebruik genomen. In de woning worden maximaal vijf kinderen tussen zes en dertien jaar gehuisvest. De kinderen worden overdag begeleid door twee, soms drie begeleiders en 's nachts door één begeleider. De begeleiders wonen hier niet. Zorg Anders kan zich met deze afwijzing niet verenigen. Volgens haar past het gebruik in het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2385
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak201904799/1/R3

201906076/1/A2

Bij besluit van 10 augustus 2017 heeft het CBR [appellant] ongeschikt verklaard voor het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B. Bij besluit van 13 juni 2016 heeft het CBR het rijbewijs van [appellant] vanaf 20 juni 2016 ongeldig verklaard, omdat [appellant] wegens misbruik van drugs ongeschikt is voor het besturen van een of meer categorieën motorrijtuigen. Dit besluit is door de uitspraak van de Afdeling van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:456, in rechte onaantastbaar geworden. Bij het besluit van 10 augustus 2017 heeft het CBR geweigerd aan [appellant] een verklaring van geschiktheid af te geven. Aan dit besluit ligt ten grondslag dat de keurend psychiater bij [appellant] de diagnose cannabismisbruik heeft gesteld. [appellant] gebruikt medicinale cannabis, het middel Bedrocan, ter behandeling van de aandoeningen ADHD en PDD-NOS.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2379
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201906076/1/A2

201906165/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek van RTL Nieuws om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur gedeeltelijk toegewezen. RTL Nieuws heeft bij brief van 8 september 2016 een Wob-verzoek ingediend bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Met dat verzoek, zoals nader gespecificeerd, heeft RTL Nieuws verzocht om informatie over het toezicht van de NVWA op bedrijven op het gebied van dierenwelzijn vanaf 1 januari 2015. Daartoe heeft RTL Nieuws meer specifiek per bedrijf en per locatie verzocht om inspectierapporten, waaronder boeterapporten, en de daarbij opgenomen kwalificaties zoals ‘verscherpt toezicht’ en ‘notoire overtreder’.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2361
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201906165/1/A3

201906551/1/R1

Bij besluit van 9 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer een last onder dwangsom opgelegd aan Wille Vastgoed om een botenhuis ter hoogte van en parallel aan de woonark bekend als Uiterweg 377 ws4 te Aalsmeer te verwijderen en verwijderd te houden. Op 14 februari 2018 is door een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat het botenhuis niet was verwijderd. Nu ter plaatse van dit perceel zonder omgevingsvergunning en in strijd met het geldende bestemmingsplan door Wille Vastgoed een botenhuis is gerealiseerd en in stand wordt gehouden, heeft het college Wille Vastgoed gelast om het botenhuis te verwijderen. Op 15 februari 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat de overtreding nog steeds niet ongedaan was gemaakt, hetgeen voor het college aanleiding is geweest tot het nemen van een invorderingsbesluit.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2377
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906551/1/R1

201906672/1/R1

Bij brief van 6 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montfoort het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden tegen het gebruik van rubbergranulaat van vermalen vrachtwagenbanden als infill voor kunstgrasvelden op sportpark Hofland in Montfoort, afgewezen. [appellante] heeft het college op 30 september 2018 verzocht om handhavend op te treden wegens het gebruik van rubbergranulaat van vermalen vrachtwagenbanden als infill voor drie nieuwe kunstgrasvelden op sportpark Hofland aan de Bovenkerkweg 76-82 in Montfoort. Dit is volgens haar in strijd met artikel 13 van de Wet bodembescherming. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen vermoeden is van een verontreiniging of aantasting van de bodem ter plaatse, zodat artikel 13 van de Wbb niet wordt overtreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2365
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak201906672/1/R1

201907228/1/A2

Bij besluit van 24 november 2017 heeft het CBR [appellant] niet rijgeschikt verklaard voor de rijbewijscategorieën C, CE, D, DE. [appellant] heeft een aanvraag ingediend voor een verklaring van geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën B, BE, C, CE, D en DE. Het CBR heeft een verklaring van geschiktheid met voorwaarden voor rijbewijzen van de categorieën B en BE afgegeven aan [appellant]. Bij afzonderlijk besluit van 24 november 2017 heeft het CBR geweigerd aan [appellant] een verklaring van geschiktheid af te geven voor rijbewijzen van de categorieën C, CE, D en DE. Aan deze weigering heeft het CBR ten grondslag gelegd dat bij [appellant] sprake is van een met de rijgeschiktheid interfererende functiestoornis, omdat sprake is van functieverlies van de benen ten gevolge van een partiële dwarslaesie waardoor hij een motorvoertuig alleen met handbediening kan besturen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2388
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201907228/1/A2

201907582/1/A3

Bij besluit van 1 april 2015 heeft de burgemeester van Haarlem een aanvraag van [appellant] om hem ten behoeve van een snackbar aan de [locatie] te Haarlem ontheffing van de sluitingstijden te verlenen, afgewezen. Bij uitspraak van 10 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:31, heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank van 11 april 2016 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd en het besluit van 19 augustus 2015 op het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 1 april 2015 vernietigd. Vervolgens heeft de Afdeling bij uitspraak van 31 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2621, het beroep van [appellant] gegrond verklaard, het besluit van de burgemeester van 10 juli 2018 vernietigd en de burgemeester opgedragen om binnen vier weken na de verzending van de uitspraak met inachtneming van hetgeen daarin is overwogen een nieuw besluit op bezwaar te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2372
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201907582/1/A3

201907627/1/A2

Bij besluit van 23 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Harlingen de boerderij aan de [locatie] in Wijnaldum aangewezen als gemeentelijk monument. De boerderij aan de [locatie] in Wijnaldum is een ‘kop-hals-rompboerderij’ (hierna: de boerderij), gebouwd in 1876. [appellant] drijft daar een agrarisch bedrijf dat zich toelegt op de teelt van onder meer aardappels, overige wortel- en knolgewassen, granen en de opslag in koelhuizen. [appellant] heeft twee maten, [vader], eigenaar van de boerderij, en [zoon], die daar woont. Het college heeft het voornemen om de boerderij als gemeentelijk monument aan te wijzen aan [appellant] kenbaar gemaakt. [appellant] heeft een zienswijze ingediend. Het college heeft de boerderij aangewezen als gemeentelijk monument, onder verwijzing naar de lijst met panden en objecten waarover de monumentencommissie een positief advies heeft uitgebracht, de 16 punten die op het scoreformulier aan de boerderij zijn toegekend en de redengevende omschrijving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2387
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Monumenten
  • uitspraakin de zaak201907627/1/A2

201907783/1/A3

Bij besluit van 29 oktober 2018 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een verzoek van RTL Nieuws om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) gedeeltelijk toegewezen. RTL Nieuws heeft bij brief van 8 september 2016 een Wob-verzoek ingediend bij de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Met dat verzoek, zoals nadere gespecificeerd, heeft RTL Nieuws verzocht om informatie over het toezicht van de NVWA op bedrijven op het gebied van dierenwelzijn vanaf 1 januari 2015. Daartoe heeft RTL Nieuws meer specifiek per bedrijf en per locatie verzocht om inspectierapporten, waaronder boeterapporten, en de daarbij opgenomen kwalificaties zoals ‘verscherpt toezicht’ en ‘notoire overtreder’.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2360
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201907783/1/A3

201908496/1/R1

Bij besluit van 26 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemstede het verzoek van [appellant] om preventief handhavend op te treden tegen het voorgenomen gebruik van het perceel Camplaan 40 te Heemstede (hierna: het perceel) als kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang, afgewezen. [appellant] woont op het perceel [locatie] dat grenst aan het perceel. Hij heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen het voornemen van DKW om in het pand op het perceel een kinderdagverblijf en een bso te vestigen. Dit voornemen is volgens hem in strijd met het bestemmingsplan "Centrum en omgeving". Het college heeft het verzoek om preventief handhavend op te treden afgewezen, omdat een kinderdagverblijf en een bso op de begane grond van het pand op het perceel en het gebruik van de buitenruimte voor dat kinderdagverblijf en bso niet in strijd zijn met de voor het perceel geldende bestemming "Gemengd 8".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2373
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908496/1/R1

201908508/1/R4

Bij besluit van 13 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst aan KS NL15 B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zonnepark op het perceel Oude Zutphenseweg 3T te Klarenbeek. Vergunninghoudster heeft op 2 november 2018 een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een zonnepark aan weerszijden van de Oude Zutphenseweg. De in dat verband te plaatsen zonnepanelen hebben een hoogte van 0,8 m tot 2,3 m. Rondom het terrein worden beplanting en een hekwerk met een hoogte van 2 m aangebracht. Op het terrein worden enkele omvormerstations gerealiseerd. Er wordt ook een uitweg aangelegd naar deze omvormerstations. [appellant] woont op het perceel [locatie] te Klarenbeek. Het voorziene zonnepark grenst gedeeltelijk aan zijn perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2378
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908508/1/R4

201908675/1/A3

Bij besluit van 18 juni 2018 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat besloten op het verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. De minister heeft besloten een deel van de gevraagde documenten openbaar te maken en een deel niet. [appellant] is redacteur bij NRC. Hij heeft verzocht om openbaarmaking van de documenten die zien op de betrokkenheid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat bij de poging het hoofdkantoor van Unilever naar Nederland te halen. De minister heeft 207 documenten aangetroffen en een deel van die documenten openbaar gemaakt. De procedure bij de rechtbank zag op de openbaarmaking van de documenten op de lijst van de minister genummerd 143. Onder dat nummer viel een interne nota met belnotitie over de aanbieding van een bidbook aan Unilever, het bidbook en de bijbehorende coverletter. Aan de weigering van deze documenten of delen daarvan heeft de minister verschillende weigeringsgronden ten grondslag gelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2368
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908675/1/A3

201908727/1/R4

Bij besluit van 31 augustus 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hilversum aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van de panden op de percelen [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3] te Hilversum. De verleende omgevingsvergunning is een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk en het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De panden waar het bouwplan op ziet, zijn onder meer als winkel- en kantoorruimte in gebruik en worden grotendeels verbouwd tot woningen/appartementen. Het bouwplan voorziet ook in een dakopbouw op het pand Gijsbrecht van Amstelstraat/Hortensiastraat. De begane grond van dat pand blijft in gebruik voor detailhandel. [appellante] woont op het nabijgelegen perceel [locatie 4]. Zij vreest voor aantasting van haar privacy vanwege zicht op haar woning en erf en vermindering van zonlicht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2380
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908727/1/R4

201908829/1/A3

Bij besluit van 30 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede met terugwerkende kracht per 2 november 2018 de persoonslijst van [appellant] opgeschort, omdat zijn verblijfplaats onbekend was. [appellant] heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Het college heeft vervolgens geconcludeerd dat het onderzoek naar de verblijfplaats van [appellant] niet volledig was geweest en heeft in het besluit van 15 januari 2019 zijn besluit van 30 november 2018 daarom ingetrokken. In het besluit van 15 januari 2019, dat is gericht aan de gemachtigde van [appellant], is verder opgenomen: "Daarnaast zullen wij het onderzoeksdossier opnieuw openen en zullen wij uw cliënt benaderen voor meer informatie over zijn verblijfadres." [appellant] heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 15 januari 2019 voor zover daarin is opgenomen dat het onderzoeksdossier opnieuw zal worden geopend en dat hij zal worden benaderd voor meer informatie over zijn verblijfadres.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2366
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak201908829/1/A3

201909132/1/R4

Bij uitspraak van 28 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2915, heeft de Afdeling het door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 20 maart 2018 in zaken nrs. 17/1889 en 17/1897 ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, die uitspraak gedeeltelijk vernietigd en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bernheze van 23 mei 2017 vernietigd, voor zover het college bij dat besluit heeft beslist op de bezwaren van [appellant]. Het college heeft bij besluit van 21 december 2016 aan Traject Heesch B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een kantoor met vier appartementen op het perceel ’t Dorp 13 te Heesch. [appellant] woont in de omgeving van het perceel. Hij wil niet dat de omgevingsvergunning wordt verleend, onder meer omdat hij parkeerhinder vreest.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2381
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909132/1/R4

201909281/1/V6

Bij besluit van 11 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellante] ingetrokken. [appellante] heeft de Surinaamse nationaliteit. De staatssecretaris heeft aan de intrekking van het Nederlanderschap ten grondslag gelegd dat [appellante] bij het afleggen van de optieverklaring niet heeft vermeld dat er een procedure liep om haar verblijfsvergunning in te trekken. Hierdoor heeft zij volgens de staatssecretaris tijdens de optieprocedure een relevant feit verzwegen waarvan zij wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat dat van belang was voor de beoordeling van het optieverzoek. Indien ten tijde van het afleggen van de optieverklaring bij de burgemeester bekend zou zijn geweest dat er een voornemen bestond om haar verblijfsvergunning in te trekken, had de burgemeester de optieverklaring niet bevestigd. Immers zouden er dan volgens de staatssecretaris bedenkingen tegen haar toelating voor onbepaalde tijd in Nederland bestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2392
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201909281/1/V6

202000100/1/A3

Bij besluit van 26 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven het verzoek van [appellante] om wijziging van haar persoonsgegevens in de basisregistratie personen afgewezen. [appellante] staat in de brp ingeschreven als [naam], geboren op [geboortedatum] te [plaats]. Zij heeft het college verzocht om deze geboortedatum te wijzigen in [geboortedatum]. Volgens haar blijkt uit de geboorteakte die zij uit Irak ontvangen heeft, dat dit de juiste datum is. Dat volgt naar haar mening ook uit de andere door haar overgelegde documenten. Hieruit kan worden afgeleid dat de in de brp opgenomen geboortedatum van haar onjuist is. Het college is het niet eens met [appellante] en heeft het verzoek afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college de afwijzing van het verzoek kon handhaven in bezwaar. De vraag die voorligt, is of [appellante] met de documenten die zij heeft overgelegd, heeft aangetoond dat haar geboortedatum [geboortedatum] moet zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2386
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202000100/1/A3

202000393/1/R4

Bij besluit van 12 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Baarle-Nassau het verzoek van [appellante] van 5 maart 2018 om handhavend op te treden tegen de Albert Heijn aan de Kerkstraat 8 te Baarle-Nassau wegens strijd met de wettelijke geluidsvoorschriften, afgewezen. [appellante] exploiteert een damesmodewinkel "[appellante]" aan de [locatie 1] te Baarle-Nassau. Hij is tevens eigenaar van het perceel. Achter de winkel, op het perceel Kerkstraat 8, bevindt zich een filiaal van de supermarkt Albert Heijn. Tussen de panden aan de [locatie 1] en de [locatie 2] loopt een weg naar een parkeerterrein. De weg dient tevens als bevoorradingsroute voor de Albert Heijn. [appellante] heeft meerdere malen bij het college gemeld dat de Albert Heijn de wettelijke voorschriften ten aanzien van geluidhinder niet in acht neemt en heeft meermalen verzocht om handhaving. Het college heeft die verzoeken afgewezen omdat er geen sprake is van een overtreding. [appellante] is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2363
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000393/1/R4

202000422/1/A3

Bij besluit van 24 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] voor een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft geen eigen woning en heeft sinds haar komst naar Nederland in 2005 bij kennissen van de kerk gewoond. Zij staat ingeschreven als woningzoekende, maar tot dusver is het haar niet gelukt om een woning in Amsterdam te vinden. Omdat deze situatie haar veel stress geeft en zij fysieke problemen heeft, heeft [appellante] een urgentieverklaring voor een woning aangevraagd. Dan zou zij meer tijd kunnen doorbrengen met haar twee volwassen zoons, die ook geen eigen woningen hebben, en met haar minderjarige kleinkind een band kunnen opbouwen. Het college heeft dat verzoek afgewezen. Het college heeft zich daarbij gebaseerd op het advies van de GGD en het aanvullende advies en toepassing gegeven aan zijn vaste beleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2371
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202000422/1/A3

202001730/1/A2

Bij besluit van 14 mei 2018 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de door de stichting ontvangen subsidie over de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2015 vastgesteld en het teveel ontvangen bedrag teruggevorderd. De stichting heeft op Bonaire een opvangvoorziening voor kwetsbare jonge meisjes en tienermoeders. Op 1 juli 2011 heeft zij een aanvraag ingediend bij de minister om haar een projectsubsidie te verlenen voor het project ‘Kas pa Hoben Ku Futuro’ voor de periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2013. Bij besluit van 13 juli 2012 heeft de minister een projectsubsidie verleend van $ 863.110,00 voor die periode. Bij e-mail van 5 januari 2018 heeft de stichting een aanvraag voor de subsidievaststelling ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2374
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202001730/1/A2

202001749/1/R4

Bij besluit van 19 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren de mondeling op 16 oktober 2018 opgelegde bouwstop, wegens het bouwen zonder omgevingsvergunning van een erfafscheiding en een schuur op het perceel [locatie] te Loosdrecht, schriftelijk bevestigd. Bij dit besluit heeft het college [appellanten] gelast de stilgelegde werkzaamheden te staken en gestaakt te houden, onder oplegging van een dwangsom van € 20.000,00 ineens. De vraag die centraal staat in dit geschil is of voor de schuur en de erfafscheiding een omgevingsvergunning nodig is. De

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2362
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001749/1/R4

202002258/1/A3

Bij besluit van 13 maart 2018 heeft de burgemeester van Breda een aanvraag van [appellante] om verlening van een Drank- en Horecawetvergunning afgewezen. [appellante] heeft bij de burgemeester een aanvraag ingediend om verlening van een DHW-vergunning ten behoeve van het cafégedeelte van Breda Hostel aan het [locatie 1] te Breda. Ook heeft zij een aanvraag ingediend om verlening van een vergunning voor de exploitatie van Breda Hostel. De aanvraag voor de DHW-vergunning heeft de burgemeester afgewezen omdat [appellante] in de aanvraag als enige leidinggevende is vermeld en zij al een exploitatievergunning heeft voor een hostel op de [locatie 2]. In die vergunning is zij ook als enige leidinggevende vermeld. Bij openstelling van dat hostel moet zij daar ingevolge de Algemene plaatselijke verordening Breda 2014 verplicht aanwezig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2358
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Drank en horeca
  • uitspraakin de zaak202002258/1/A3

202002337/1/A3

Bij besluit van 23 april 2019 heeft het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland een aanvraag van [appellant] om verlening van een urgentieverklaring afgewezen. [appellant] heeft het dagelijks bestuur verzocht hem op medische en psychosociale gronden een urgentieverklaring te verlenen. Hij heeft een autisme spectrum stoornis. Daarbij is hij gevoelig voor geluidsoverprikkeling en heeft hij een zware darmoperatie gehad. Daarom heeft hij een prikkelarme woonruimte nodig. In zijn huidige woning ervaart hij overlast van zijn buren, aldus [appellant]. Het dagelijks bestuur heeft de aanvraag afgewezen omdat [appellant] in staat wordt geacht zelf via Huren in Holland Rijnland op basis van zijn inschrijftijd sinds maart 2011, binnen zes maanden een andere woning te vinden. Daarbij heeft het dagelijks bestuur verwezen naar artikel 20, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2359
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002337/1/A3

202003368/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 mei 2020 in zaak nr. 19/7914.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2339
Datum uitspraak
7 oktober 2020
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202003368/2/A3

201604348/1/V1

Bij besluit van 11 september 2015 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2351
Datum uitspraak
6 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201604348/1/V1

201604988/1/V1

Bij besluit van 21 september 2015 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:2350
Datum uitspraak
6 oktober 2020
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201604988/1/V1
vorige pagina1...213214215...1.203volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon