Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.636
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202003084/6/R1

In de tussenuitspraak heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Uitgeest opgedragen om met inachtneming van overweging 13.2 het gebrek in het besluit van 6 mei 2020, voor zover het college daarin de locatie U216 heeft aangewezen als clusterlocatie voor het plaatsen van 10 rolcontainers ten behoeve van huishoudelijk afval, te herstellen door ofwel het besluit van 6 mei 2020 alsnog deugdelijk motiveren, dan wel een ander besluit nemen. De Afdeling is er daarbij van uit gegaan dat het college alsnog met [appellante], die heeft aangegeven te kunnen instemmen met 7 in plaats van 10 rolcontainers op locatie U216, en andere buurtbewoners in overleg zou treden om te bezien of tot een aanvaardbare oplossing kan worden gekomen. De Afdeling heeft onder 13.2 van de tussenuitspraak overwogen dat het college in het besluit van 6 mei 2020 onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe het in de straat De Bakker tot de gekozen verdeling is gekomen van het aantal rolcontainers per clusterplaats.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:307
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202003084/6/R1

202004314/1/A3

Bij brief van 12 december 2019 heeft het Bureau Financieel Toezicht aan Yards en anderen bericht dat geen aanleiding bestaat om een datalek te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens of andere maatregelen te treffen. Het BFT heeft aan een journalist de niet-geanonimiseerde versie van een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders en de daarbij behorende aanbiedingsbrief gegeven. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een door het BFT ingediende klacht tegen Yards en anderen. Zij vinden dat het BFT de beslissing niet aan de journalist had mogen geven. Door dat wel te doen, is volgens Yards en anderen sprake van een datalek. Zij hebben daardoor schade geleden. In bezwaar hebben Yards en anderen daaraan toegevoegd dat de verstrekking van de beslissing in strijd is met meerdere regelingen. De vraag die in deze uitspraak wordt beantwoord, is hoe het verzoek van Yards en anderen moet worden geduid en of de reactie van het BFT daarop een besluit is waartegen rechtsmiddelen open staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:319
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202004314/1/A3

202004770/1/R4

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Zevenaar het bestemmingsplan "Buitengebied Zevenaar Noord 2018" vastgesteld. Het plan heeft betrekking op het noordelijke deel van het buitengebied van Zevenaar. De raad heeft met plan beoogd te voorzien in een actueel juridisch-planologisch kader voor dit gebied. [appellant sub 1] heeft een glastuinbouwbedrijf met één bedrijfswoning aan de [locatie 1] te Zevenaar. Op het perceel staan twee kassen. [appellant sub 1] teelt kerstrozen. [appellant sub 1] wil dat in het plan een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor een tweede bedrijfswoning op zijn perceel mogelijk wordt gemaakt. Tijdens de zitting is gebleken dat [appellant sub 1] een tweede bedrijfswoning wil voor zijn beoogde bedrijfsopvolger, zijn zoon. Nu wonen zij nog samen in de aanwezige bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:332
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202004770/1/R4

202004925/1/R2

Bij waarschuwingsbrief van 17 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vaals [appellant] bericht over een aantal geconstateerde overtredingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel aan de [locatie] te Vijlen. Op 14 januari 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente Vaals op het perceel aan de [locatie] in Vijlen een controle uitgevoerd. Deze controle heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek van [appellant] om de zonder omgevingsvergunning gebouwde bouwwerken te legaliseren. Tijdens de controle is geconstateerd dat op het perceel zeven bouwwerken zijn gerealiseerd. Het betreft een overkapping tegen het hoofdgebouw en zes vrijstaande schuurtjes die over het perceel zijn verspreid en die bestemd zijn voor dierenverblijf en opslag van tuinmeubels en hout.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:323
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004925/1/R2

202005172/1/R4 en 202002844/1/R4

Bij besluit van 7 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, thans Land van Cuijk het besluit van 4 oktober 2010, waarbij een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer voor de inrichting op het perceel [locatie 1] te Westerbeek is verleend, gedeeltelijk ingetrokken. De intrekking ziet op de stallen 1, 19, 23 en 25 t/m 28, de uitbreiding van de stallen 3 en 18, inclusief de in die stallen vergunde dieren, gebouw 24 en de opslag van diesel, smeerolie en afgewerkte olie in gebouw 19. Op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Westerbeek (hierna: de percelen) is een varkenshouderij aanwezig. Deze inrichting is in het verleden opgericht en daarna uitgebreid. [appellante] is sinds september 2013 eigenaar van het varkensbedrijf. Zij heeft het plan om uiteindelijk alle stallen te slopen en twee nieuwe varkensstallen te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:320
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Overige
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202005172/1/R4 en 202002844/1/R4

202005619/1/R4

Bij besluit van 19 juli 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Montferland [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast om het gebruik van de woning aan de [locatie] in 's-Heerenberg voor het huisvesten van meer dan één huishouden te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant] heeft een uitzendbureau en is eigenaar van de woning aan de [locatie] in 's-Heerenberg. Op die woning is het bestemmingsplan "Kernen" en het bestemmingsplan "Parapluherziening Wonen en Horeca" van toepassing. Het college heeft [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. De last houdt in dat [appellant] het gebruik van de woning voor het huisvesten van meer dan één huishouden moet beëindigen en beëindigd moet houden. Het college heeft daaraan ten grondslag gelegd dat tijdens een controle op 27 juni 2019 is geconstateerd dat zes arbeidsmigranten in de woning verbleven en dat zij niet één huishouden vormden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:321
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005619/1/R4

202006141/1/R4

Bij besluit van 24 september 2020 heeft de raad van de gemeente Neder-Betuwe het bestemmingsplan "Herenland fase 3a" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Herenland fase 3a" voorziet in de uitbreiding van een bestaande woonwijk. Het gaat om de realisatie van maximaal vijf nieuwe woningen in het plangebied, als onderdeel van het nieuwbouwproject "Herenland" in Opheusden. Het plangebied is gelegen aan de westzijde van Opheusden dat onderdeel uitmaakt van de gemeente Neder-Betuwe. Het plangebied is gelegen tussen de Nannenbergstraat en de Hamsestraat. Het plangebied bestaat voor een deel uit het agrarische gebied de Hamsestraat. Ten noorden van het plangebied ligt de lintbebouwing van de Hamsestraat. Ten zuiden van het plangebied zijn sportvelden aanwezig. Het plangebied is nog onbebouwd. Vabo is een projectontwikkelaar die eigenaar is van gronden nabij het plangebied. Vabo heeft zich op het standpunt gesteld dat het bestemmingsplan in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:318
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006141/1/R4

202006314/1/R1

Bij besluit van 25 augustus 2020 heeft het college van de gemeente Hilversum ten behoeve van het bestemmingsplan "Stationsgebied 2020" hogere waarden als bedoeld in artikel 110a van de Wet geluidhinder vastgesteld. Bij besluit van 7 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Hilversum het bestemmingsplan "Stationsgebied 2020" vastgesteld. Het bestemmingsplan "Stationsgebied 2020" maakt de transformatie van het stationsgebied in Hilversum mogelijk. Het bestemmingsplan is erop gericht om de omgeving van het station een aantrekkelijker uitstraling te geven en meer deel te laten uitmaken van het centrum. Hiervoor wordt onder meer de verkeerscirculatie gewijzigd door het aanpassen van de zogenoemde centrumring. Het college heeft hogere geluidgrenswaarden vastgesteld voor zowel de bestaande als de nieuwe woningen in het plangebied en de omgeving. Het besluit hogere waarden is genomen in verband met de toename van de geluidbelasting op bestaande gevoelige gebouwen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:326
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202006314/1/R1

202006932/1/A3

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de burgemeester van Waadhoeke[persoon A] en [persoon C] onder aanzegging van bestuursdwang gelast het pand aan de [locatie A] te Ried voor de duur van twaalf maanden te sluiten. In deze zaak gaat het om de sluiting van een oude melkfabriek in het midden van het dorp Ried door de burgemeester vanwege een drugsvondst. [persoon A] en [persoon C] zijn daarvan de eigenaars en zij bewonen de benedenverdieping. Beneden aan de voorzijde van het pand oefent [persoon C] haar praktijk in klassieke homeopathie uit. Aan de andere kant van het pand heeft [persoon A] een werkplaats voor zijn bedrijf. Dat geldt ook voor één van de meerderjarige zoons van [persoon A] en [persoon C], [persoon B]. Een andere zoon, [zoon 1], woonde tijdelijk op de eerste verdieping. Het pand beschikt verder over een ruimte waar activiteiten kunnen worden georganiseerd. Een derde zoon, [zoon 2], woont elders.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:335
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Uitspraak na conclusie
  • Uitspraak van de grote kamer
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006932/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006932/1/A3

202006979/1/R4

Bij besluit van 5 november 2020 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan "Ede, Parapluplan Wonen" vastgesteld. Het plangebied van het parapluplan heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente Ede, inclusief het buitengebied. [appellant] is eigenaar van het perceel [locatie] te Ede. Op dat perceel rust op grond van het bestemmingsplan "Reparatie Actualisatie Kernen" de bestemming "Dienstverlening" met de aanduiding "kantoor". Op dit gedeelte van het perceel is een villa genaamd "Over Veen" aanwezig. Daarnaast rust op het perceel de bestemming "Wonen-1" met de bouwaanduiding "vrijstaand", inclusief bouwvlak. Hierop is geen woning gerealiseerd. Verder is aan het perceel de bestemming "Tuin-1" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:312
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006979/1/R4

202007023/1/R1

Bij besluit van 21 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd om de uitbouw op het perceel [locatie] te Amsterdam (hierna: het perceel) te verwijderen en verwijderd te houden. [appellant] is eind 2016 en begin 2017 begonnen met het realiseren van een uitbouw aan de achterzijde van de woning op zijn perceel. Begin februari 2017 heeft een toezichthouder van de gemeente het perceel geïnspecteerd en geconstateerd dat is gebouwd zonder de vereiste omgevingsvergunning. Op 20 februari 2017 heeft [appellant] alsnog een aanvraag om omgevingsvergunning heeft ingediend voor het bouwen van een uitbouw. Het college heeft bij besluit van 3 mei 2017 geweigerd hiervoor omgevingsvergunning te verlenen. Op 12 oktober 2017 heeft een toezichthouder van de gemeente het perceel nogmaals geïnspecteerd en de eerdere constatering bevestigd dat op het perceel zonder een omgevingsvergunning een uitbouw was gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:308
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202007023/1/R1

202100643/1/R1

Bij besluit van 21 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een dakopbouw op de eerste verdieping aan de achterzijde van de woning op het perceel [locatie] in Amstelveen en voor het gebruik van het bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan. Op 29 april 2019 heeft [appellant] een aanvraag ingediend voor het bouwen van een dakopbouw op de bestaande achteraanbouw van zijn woning op het perceel [locatie] te Amstelveen. Ter plaatse van het perceel geldt het bestemmingsplan "Amstelveen Zuid-West 2014", zoals vastgesteld op 26 maart 2015. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de vergunning kan worden verleend, omdat er geen stedenbouwkundige en planologische bezwaren bestaan tegen de uitvoering van het project, zodat het bouwplan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en medewerking kan worden verleend aan afwijking van het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:327
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100643/1/R1

202101213/1/R4

Bij besluit van 27 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe aan MELT een omgevingsvergunning verleend voor de renovatie en verbouwing van een houtschuur op het perceel Le Chevalierlaan 5A te Epe. De verleende omgevingsvergunning is een vergunning voor het bouwen van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De vergunning betreft de renovatie en verbouwing van een houtschuur op het landgoed Tongeren te Epe tot een gebruiksruimte. [appellant sub 1] woont op het landgoed en is bevreesd voor overlast van bijeenkomsten of activiteiten die in de houtschuur plaatsvinden. Hij noemt daarbij specifiek het verzorgen van begrafenissen. Het hoger beroep van MELT gaat over het gebruik van de houtschuur voor begrafenissen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:316
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202101213/1/R4

202101387/1/A3

Bij besluit van 30 september 2020 heeft de burgemeester van Den Haag een huisverbod aan [appellant] opgelegd. De burgemeester heeft op grond van artikel 2 van de Wet tijdelijk huisverbod (hierna: de Wth) op 30 september 2020 een huisverbod aan [appellant] opgelegd en hem gelast de woning aan de [locatie] in Den Haag vanaf 13.01 uur voor tien dagen te verlaten en de woning niet te betreden of daarin aanwezig te zijn. De aanleiding daarvoor is dat [partij] op 29 september 2020 met ernstig lichamelijk letsel in de woning is aangetroffen en zij door een ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd. Volgens het ambulancepersoneel was het letsel zeer waarschijnlijk het gevolg van huiselijk geweld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester gelet op het incident op 29 september 2020 en de informatie die hierover bekend was, in redelijkheid een huisverbod heeft kunnen opleggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:309
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202101387/1/A3

202101466/1/A2

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Amsterdam besloten de door de stichting aangevraagde basisschool op islamitische grondslag niet op te nemen in het plan van scholen 2021-2024. De stichting houdt basisscholen op islamitische grondslag in stand in de gemeenten Amsterdam, Harderwijk, Haarlem en Alkmaar. De stichting wil in de gemeente Amsterdam, naast de bestaande twee basisscholen in de stadsdelen Nieuw West en West, een islamitische basisschool in of nabij het centrum van Amsterdam stichten. Om per 1 augustus 2021 voor bekostiging in aanmerking te komen, heeft de stichting de gemeenteraad verzocht om opneming van een islamitische basisschool in het plan van scholen 2021-2024. De gemeenteraad heeft zich in het afwijzende besluit op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is dat de nieuw te stichten basisschool de stichtingsnorm als bedoeld in artikel 77, eerste lid, van de Wpo zal halen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:331
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202101466/1/A2

202102261/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wijdemeren het bestemmingsplan "Elbert Mooylaan 1 te Kortenhoef" vastgesteld. Op het perceel Elbert Mooylaan 1 in Kortenhoef is nu een garage met tankstation aanwezig. Volgens het bestemmingsplan "Kernen Ankeveen, Kortenhoef en Nieuw-Loosdrecht" gelden voor het perceel de bestemmingen "Bedrijf" en "Verkeer-Verblijfsgebied" met als dubbelbestemming "Waarde-Archeologie-3". Met het op 8 oktober 2020 vastgestelde plan "Elbert Mooylaan 1" verandert de bestemming van het perceel in de bestemming "Wonen" met als dubbelbestemming "Waarde-Archeologie-3". Het plan voorziet erin dat een meerlaags woongebouw met 15 appartementen wordt gebouwd. Het plan wordt ontwikkeld door [partij]. [appellant] heeft een lijstenmakerij met handel in verf en glas op het naastgelegen perceel [locatie 1] en woont boven en naast zijn bedrijf. Zijn bedrijf en woonhuis grenzen aan de nieuw te realiseren appartementen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:314
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202102261/1/R1

202102890/1/R1

Bij besluit van 17 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Venray [partij A] en [partij B] lasten onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van onder meer artikel 13 van de Wet bodembescherming. [partij] exploiteerde in het verleden een varkenshouderij op de percelen [locatie 1]/[locatie 2] in Merselo. Toen de varkenshouderij niet genoeg inkomen meer genereerde is hij in 1997 begonnen met het inzamelen van metalen. Inmiddels heeft hij de varkenshouderij beëindigd. Van daaruit is het bedrijf uitgegroeid tot het bedrijf in zijn huidige vorm. Vanwege de overlast die [appellant] heeft ervaren door het inzamelen van de metalen heeft hij het college verzocht om handhavend op te treden. Dat heeft geresulteerd in de nu ter beoordeling voorliggende lasten onder dwangsom. Het college heeft deze lasten onder dwangsom bij besluit van 17 maart 2020 aan [partij A] en [partij B], beide gevestigd aan de [locatie 1] te Merselo, opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:330
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Bodembescherming
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202102890/1/R1

202103264/1/R1

Bij besluit van 11 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer aan [vergunninghoudster] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vissteiger als onderdeel van het bouwplan Nieuw Calslagen. [vergunninghoudster] heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingediend voor het bouwen van een vissteiger als onderdeel van het bouwplan Nieuw Calslagen. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend, omdat geen weigeringsgronden, als bedoeld in artikel 2.10, van de Wabo van toepassing zijn. [appellant] heeft, na ongegrondverklaring van zijn bezwaar, beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens [appellant] is de gevraagde vergunning in strijd met het bestemmingsplan, omdat de uitvoering daarvan afwijkt van de reeds verleende vergunningen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:328
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103264/1/R1

202103422/1/R1

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft het college onder meer de locatie nabij de adressen Amsterdamsestraatweg 88-92 (hierna: de locatie) aangewezen voor het plaatsen van een ondergrondse restafvalcontainer. [appellant] en anderen wonen in de omgeving van de locatie. De orac zal aan de westzijde van de Amsterdamsestraatweg worden geplaatst. Bij de keuze voor een locatie voor orac’s dient het college een afweging te maken van alle betrokken belangen. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3112), komt het college bij de keuze voor locaties voor de plaatsing van orac's beleidsruimte toe. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat het college al dan niet in redelijkheid tot zijn keuze heeft kunnen komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:324
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202103422/1/R1

202105473/1/R1

Bij besluit van 29 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland besloten tot het aanwijzen van afvalinzamellocaties voor het dorp Schipluiden. [appellant] woont op het adres [locatie] te Schipluiden. Bij het bestreden besluit zijn onder meer de locaties met de nummers HN-2 en HP-1 aangewezen voor het plaatsen van rolcontainers. De locatie met het nummer HN-2 ligt nabij het adres Otto van Zevenderstraat 2. De locatie met het nummer HP-1 ligt aan de Agnes Croesinklaan, op enkele meters van de woning van [appellant]. Blijkens de bij het bestreden besluit behorende tabel is de locatie HN-2 bestemd als aanbiedlocatie van rolcontainers behorende bij onder meer het adres [locatie]. De locatie HP-1 is bestemd voor zes adressen aan de Agnes Croesinklaan 22 en 24a tot en met 24e en zes adressen aan de Besten van Brienenstraat 1 tot en met 11.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:325
Datum uitspraak
2 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202105473/1/R1

202106471/1/V3.

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:298
Datum uitspraak
1 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106471/1/V3.

202107528/2/R3

Bij besluit van 5 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Hof van Twente het bestemmingsplan "Buitengebied Hof van Twente, Veegplan 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in een bundeling van initiatieven op perceelsniveau en ambtshalve wijzigingen. Zo is met het plan onder meer de omschrijving van het begrip "bedrijfswoning" aangepast en is voor meerdere bestemmingen een mogelijkheid voor een windmolen opgenomen. Stichting Omgevingsrecht en anderen en Stichting Leefbaar Buitengebied en anderen kunnen zich niet met dit plan verenigen. In het bijzonder leiden de mogelijkheden voor bedrijfswoningen en windmolens in het buitengebied volgens hen tot een onaanvaardbare aantasting van onder meer het milieu, de natuur en het landschap. Stichting Omgevingsrecht en anderen en Stichting Leefbaar Buitengebied en anderen betogen dat het plan in strijd met het Verdrag van Aarhus tot stand is gekomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:296
Datum uitspraak
1 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202107528/2/R3

202200444/2/V2.

Bij besluit van 20 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:299
Datum uitspraak
1 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200444/2/V2.

202200618/2/V3

Bij besluit van 29 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:306
Datum uitspraak
1 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200618/2/V3

202200658/2/V3

Bij besluit van 6 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:305
Datum uitspraak
1 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200658/2/V3

202004633/1/V2

Bij besluit van 10 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:287
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004633/1/V2

202103716/1/V3

Bij besluit van 28 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:336
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103716/1/V3

202105299/3/R3

Bij uitspraak van 29 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter het besluit van de raad van de gemeente Gouda van 30 juni 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Ridder van Catsweg 683, Gouda" geschorst. Het plan voorziet in de bouw van drie woongebouwen met in totaal maximaal 172 appartementen. Het plan maakt daarnaast de aanleg van groenvoorzieningen, infrastructuur en parkeervoorzieningen, deels in de vorm van een parkeerdek, mogelijk. Bij uitspraak van 29 oktober 2021 heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening het voormelde besluit van de raad van 30 juni 2021 geschorst. De raad en Vastbouw hebben verzocht om opheffing van de schorsing en hebben hierbij gesteld dat de bij voormelde uitspraak geconstateerde gebreken ten aanzien van parkeren, bezonning, de Structuurvisie Groen, lichthinder en de sedumbedekking op het parkeerdek inmiddels zijn hersteld in het bij besluit van 9 december 2021 gewijzigde en opnieuw vastgestelde bestemmingsplan "Ridder van Catsweg 683, Gouda".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:286
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202105299/3/R3

202105755/1/V2

Bij besluit van 29 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:288
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105755/1/V2

202106159/1/V2.

Bij besluit van 13 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:289
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106159/1/V2.

202107076/1/V2.

Bij besluit van 16 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:290
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107076/1/V2.

202107298/2/R1

Bij besluit van 14 december 2017 heeft de raad van de gemeente Veere de coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing verklaard op de voorbereiding en bekendmaking van het bestemmingsplan en de voor de uitvoering benodigde vergunningen ten behoeve van nieuwbouw en uitbreiding van hotel/restaurant The Wigwam in Domburg. Het bestemmingsplan maakt de nieuwbouw van hotel The Wigwam gelegen aan de Herenstraat 12 in Domburg mogelijk. Het huidige hotel wordt gesloopt en daarvoor in de plaats komt er een groter hotel met een ondergrondse parkeergarage. Verzoekers wonen op het perceel [locatie] direct ten oosten van het plangebied. Hun perceel grenst gedeeltelijk aan het perceel waar het bestemmingsplan een ondergrondse parkeergarage mogelijk maakt. Verzoekers hebben op dit aangrenzende stuk van hun perceel een schuur staan. Ook grenst hun perceel gedeeltelijk aan een perceel waar op grond van het bestemmingsplan het realiseren van een recreatiewoning mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:284
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202107298/2/R1

202200215/1/V3

Bij besluiten van 24 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en hem in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:292
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200215/1/V3

202200524/2/V2

Bij besluit van 12 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:293
Datum uitspraak
31 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200524/2/V2

202103416/1/V1

Bij besluit van 3 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:279
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103416/1/V1

202107181/2/R4

Bij besluit van 23 september 2021 heeft de raad van de gemeente Winterswijk het bestemmingsplan "Eelink Noord" vastgesteld. Met het bestemmingsplan "Eelink Noord" wordt het realiseren van 14 vrijstaande woningen mogelijk gemaakt. Het plangebied ligt in het landgoed Eelink, in het zuidoosten van de kern van Winterswijk. [verzoekers] wonen aan de [locatie 1] en [locatie 2] en kijken uit op de weilanden, coulissen van bomen en boerderij waar het plan is voorzien. Zij vrezen dat met het bestemmingsplan de cultuurhistorische waarde van het voor Winterswijk karakteristieke gebied verloren zal gaan. Met het verzoek om voorlopige voorziening beogen [verzoekers] te voorkomen dat het bestemmingsplan "Eelink Noord" in werking treedt zodat bij een aanvraag om omgevingsvergunning getoetst wordt aan het tot nu toe geldende bestemmingsplan "Eelink 2012" waarin de percelen gelegen achter de percelen van [verzoekers] een agrarische bestemming hebben.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:276
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202107181/2/R4

202107201/2/R3

Bij besluit van 14 oktober 2021 heeft de raad van de gemeente Ridderkerk het bestemmingsplan "Oosterpark" vastgesteld. Het plan voorziet in de herinrichting van het Oosterpark te Ridderkerk. Het plan maakt het onder meer mogelijk dat honk- en softbalvereniging Rowdies kan gaan uitbreiden door een nieuw honkbalveld aan te leggen en een nieuw clubhuis te bouwen. [verzoeker] en anderen betogen dat de raad het plan ten onrechte heeft vastgesteld. Zij vrezen dat ten behoeve van de uitbreiding van Rowdies met de aanleg van een nieuw honkbalveld er onomkeerbare voorbereidende werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. Zij wijzen erop dat hiervoor 10.000 m2 aan bomen moeten worden gekapt en watergangen moeten worden gedempt. Dit heeft volgens hen onomkeerbare gevolgen voor de flora en fauna in het plangebied. Daarnaast moet volgens hen door de voorziene uitbreiding ook ten onrechte het fietspad het Essenlaantje wijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:277
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202107201/2/R3

202107918/2/V3

Bij besluit van 29 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:291
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107918/2/V3

202108055/1/V3

Bij besluit van 2 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:280
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202108055/1/V3

202200068/2/V2

Bij besluit van 11 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om aan hen een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:281
Datum uitspraak
28 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200068/2/V2

202007051/1/V2

Bij besluit van 15 januari 2020 heeft de staatssecretaris staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:266
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007051/1/V2

202101565/1/V2

Bij besluit van 27 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:265
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101565/1/V2

202102358/1/V3

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:267
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102358/1/V3

202102645/1/V3

Bij besluit van 25 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:268
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102645/1/V3

202105419/1/V2

Bij besluit van 24 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:269
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105419/1/V2

202106332/1/V3

Bij besluit van 30 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:270
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202106332/1/V3

202107379/1/V3

Bij besluit van 10 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:271
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107379/1/V3

202107677/1/V1

Bij besluit van 26 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:272
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202107677/1/V1

202200028/2/V2

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van vreemdeling 1 om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. Bij besluit van 30 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van vreemdeling 2 om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:224
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200028/2/V2

202200089/1/V3

Bij besluit van 15 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:273
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200089/1/V3

202200090/1/V3

Bij besluit van 15 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:274
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200090/1/V3

202200534/1/V3.

Bij besluit van 5 januari 2022 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:282
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200534/1/V3.

202200563/2/V2

Bij besluit van 17 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:283
Datum uitspraak
27 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200563/2/V2

202100833/2/R3

Bij besluit van 15 december 2020 heeft de raad van de gemeente Dinkellandhet bestemmingsplan "Buitengebied, Brandlichterweg 66D Denekamp" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:218
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak202100833/2/R3

202104212/1/V2

Bij besluit van 21 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:228
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104212/1/V2

202104457/1/V2

Bij besluit van 10 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:226
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104457/1/V2

202104524/1/V1

Bij besluit van 30 augustus 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:208
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104524/1/V1

202104787/1/V2

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:223
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104787/1/V2

202105650/1/V2

Bij besluiten van 14 augustus 2020 en van 1 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen respectievelijk opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:220
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202105650/1/V2

202106164/1/V2

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:222
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106164/1/V2

202106166/1/V2

Bij besluit van 20 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:221
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106166/1/V2

202107569/2/R1

Bij besluit van 12 oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Castricum het uitwerkingsplan "Limmer Linten fase 3a Westerweg-Kapelweg" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:219
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202107569/2/R1

202200087/2/V2

Bij besluit van 21 september 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:225
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200087/2/V2

202200485/2/V3

Bij besluit van 22 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:275
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200485/2/V3

201810138/3/R4

Bij besluit van 14 november 2018 heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat met toepassing van artikel 34 van de Mijnbouwwet ingestemd met het door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ingediende gewijzigde winningsplan Westerveld. Het winningsplan Westerveld beschrijft de gaswinning uit 11 gasvelden in het Westerveld-systeem. Het gaat om de gasvelden Assen, Assen-Zuid, Een, Eleveld, Vries-Noord, Vries-Centraal, Vries-Zuid, Witten, Witterdiep, Zevenhuizen en Zevenhuizen-West. De NAM wint gas uit deze velden of wil dat in de toekomst mogelijk gaan doen. Op 11 september 2016 heeft de NAM een gewijzigd winningsplan Westerveld bij de minister ingediend. Instemming is niet verleend voor het toepassen van hydraulische stimulatie (het zogenoemde 'fracken'). Aan het instemmingsbesluit heeft de minister zes voorschriften verbonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:244
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak201810138/3/R4

201905112/1/A2

Bij uitspraak van 17 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1226, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het hoger beroep van [verzoeker] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 30 juli 2018 in zaak nr. 18/1583 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, voor zover de rechtbank daarbij het besluit van 18 juli 2014 heeft herroepen en heeft bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 10 februari 2018, het bezwaar van [verzoeker] tegen het besluit van 18 juli 2014 ongegrond verklaard en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 10 februari 2018. In de uitspraak van 17 april 2019 waarop het verzoekschrift van [verzoeker] ziet, heeft de Afdeling geconcludeerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat [verzoeker] recht heeft op huurtoeslag over 2011.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:229
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Herziening
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201905112/1/A2

201906197/1/A2

Bij besluiten van 21 juni 2017 en 7 juli 2017 en vier besluiten van 20 juli 2017 heeft de Belastingdienst/Toeslagen de definitieve berekening van de zorgtoeslag van [appellante] over 2012, 2013, 2014 en 2015 herzien en vastgesteld op nihil en over 2016 en 2017 het voorschot berekend en vastgesteld op nihil. De Belastingdienst/Toeslagen heeft de door [appellante] teveel ontvangen (voorschotten) zorgtoeslag over de jaren 2012, 2013, 2014, 2015, 2016 en 2017 van [appellante] teruggevorderd. [appellante] was tot 25 augustus 2008 gehuwd met [persoon]. Samen hebben zij drie kinderen. Tot 27 februari 2008 stonden zij in de Basisregistratie Personen ingeschreven op hetzelfde adres, namelijk [locatie 1] te Bussum (toeslagadres 1). Hierna stonden alleen [appellante] en de kinderen op dit adres ingeschreven. Sinds 24 april 2015 staat [appellante] samen met de kinderen ingeschreven in de brp op het adres [locatie 2] te Blaricum (toeslagadres 2).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:231
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Geld
  • uitspraakin de zaak201906197/1/A2

201909129/2/R3

Bij tussenuitspraak van 4 november 2020, (ECLI:NL:RVS:2020:2605), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Groningen opgedragen om binnen 20 weken na verzending van de tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van 25 september 2019, waarbij het bestemmingsplan "Haren Raadhuisplein" is vastgesteld, te herstellen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling onder 11.5 overwogen dat is gebleken dat de raad met de vaststelling van het plan heeft beoogd een inpandige laad- en losruimte mogelijk te maken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - overdekte laad- en losruimte" in de noordelijke strook van het plangebied, maar dat deze bedoeling van de raad niet uit de planregels en de verbeelding bij het plan blijkt. Gelet hierop heeft de raad het plan naar het oordeel van de Afdeling niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Dat is in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:248
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201909129/2/R3

201909257/1/A2

Bij besluit van 12 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden een deel van de Hendrik Algraweg te Leeuwarden aan de openbaarheid onttrokken in de zin van artikel 9 van de Wegenwet. Bij het besluit van 13 december 2017 heeft het college de delen van de Hendrik Algraweg gelegen aan beide zijden van het onttrokken gedeelte van de weg gesloten verklaard. Het deel van de Hendrik Algraweg, gelegen tussen het onttrokken deel van die weg en de Overijsselselaan, heeft het college tijdelijk gesloten verklaard voor alle verkeer. Het deel van de Hendrik Algraweg, gelegen tussen het onttrokken deel van die weg en de Newtonlaan, heeft het college bij dat besluit gesloten verklaard voor alle verkeer, met uitzondering van landbouwverkeer. Volgens het wijkpanel leidt de geslotenverklaring van de Hendrik Algraweg in deze vorm tot een grote toename van verkeer op de Julianalaan, met een toename van geluidsoverlast en onveiligheid en een aantasting van de luchtkwaliteit tot gevolg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:242
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak201909257/1/A2

202000567/1/A2

Bij besluit van 2 juli 2018 (hierna: het verkeersbesluit) heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten de fysieke afsluiting op de zandweg Oude Scheperweg, nabij de aansluiting met de Heidedijk, opgeheven door het verwijderen van het afsluithek en het verwijderen van de verkeersborden L8 en onderborden OB52 volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. [appellant A] en [appellant B] zijn sinds 2009 bewoners van [locatie]. Zij hebben zich per brief van 8 maart 2017 tot het college gewend omdat zij hinder en schade ervaren als gevolg van landbouwverkeer dat over de zandweg rijdt. Zij hebben het college gevraagd om een gesprek, in de hoop een oplossing te vinden voor hun problemen daarbij rekening houdend met de belangen van het nabij gelegen agrarische bedrijf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:259
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202000567/1/A2

202000977/1/R4

Bij besluit van 7 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Vijfheerenlanden [appellante] een last onder dwangsom opgelegd in verband met overtredingen van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het perceel [locatie 1] in Hagestein. [appellante] exploiteert op het perceel [locatie 1] en [locatie 2] in Hagestein een [bedrijf]. Op het perceel zijn twee bestemmingsplannen van toepassing, namelijk "Landelijk gebied 2009" en "Dorpen". Bij een controle op 29 maart 2018 zijn op het deel waar het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2009" geldt onder meer opslagmateriaal en bouwwerken aangetroffen wat volgens het college strijdig is met artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Wabo en de bestemming "Agrarisch". Het college heeft [appellante] gelast de bouwwerken, de verhardingen, de paardenbakken, de lichtmasten en het opslagmateriaal op de gronden met de bestemming "Agrarisch" te verwijderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:249
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000977/1/R4

202001670/3/R3

Bij tussenuitspraak van 31 maart 2021 heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Den Haag opgedragen om binnen 10 weken na verzending van de tussenuitspraak de geconstateerde gebreken in de besluiten van 15 maart 2018 en 30 april 2019 te herstellen. Bij besluit van 29 juni 2017 heeft het college aan de Haagse Scholen een omgevingsvergunning verleend voor het veranderen van de school aan de Galvanistraat 43 door het vervangen van de gymzaal en bovenliggende lokalen, het realiseren van een kap ten behoeve van onderwijsruimten, alsmede het maken van vluchttrappenhuizen, het bebouwen van de speelpleinen en het realiseren van speeldekken. De voorziene bebouwing op de bestaande schoolpleinen is bedoeld voor de realisatie van een fietsenstalling en een kleedruimte. De speelpleinen aan de Snelliusstraat komen als gevolg van deze bouwwerken verhoogd te liggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:247
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001670/3/R3

202002626/1/R2

Bij besluit van 19 december 2018 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van gemeenschapshuis "De Holle Eik" in Houthem-Sint Gerlach. Op 5 november 2018 heeft het college van vergunninghouder een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen, waarbij een aanbouw aan het bestaande hoofdgebouw is voorzien. Bij het besluit van 1 mei 2019 heeft het college het tegen de vergunning gemaakte bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en het primaire besluit onder aanvulling van de motivering in stand gelaten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:263
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202002626/1/R2

202002824/1/A2

Bij besluit van 8 april 2019 heeft het CBR [wederpartij] een onderzoek naar de rijgeschiktheid opgelegd en de geldigheid van het rijbewijs van [wederpartij] geschorst. De Politie Eenheid Midden-Nederland heeft op 27 januari 2019 het CBR op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wvw 1994 meegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [wederpartij] niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel geschiktheid om een motorrijtuig van de categorieën A, M en B te besturen. Aan de mededeling ligt ten grondslag dat [wederpartij] volgens het door verbalisant op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van 8 januari 2019 op 5 november 2018 een motorrijtuig heeft bestuurd onder invloed van THC (9,6 µg/l), de werkzame stof in cannabis. [wederpartij] heeft niet betwist dat hij op 5 november 2018 onder invloed van THC (9,6 µg/l) heeft deelgenomen aan het verkeer. en de geldigheid van zijn rijbewijs mocht schorsen. Wel in geschil is wanneer de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs van [wederpartij] is ingegaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:243
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002824/1/A2

202002884/1/A2

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Asten aan [appellant] een tegemoetkoming in door hem geleden planschade toegekend van € 22.750,00. [appellant] was ten tijde van belang eigenaar van het perceel [locatie A] te Asten en de daarop gelegen woonboerderij met bijgebouwen. [appellant] heeft het college verzocht hem tegemoet te komen in planschade die de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Florapark Asten 2013" heeft veroorzaakt. Op grond van dit bestemmingsplan mag ten noorden van het perceel een bedrijventerrein worden gerealiseerd. Onder het eerder geldende bestemmingsplan, "Buitengebied 2008", hadden de gronden ten noorden van het perceel een agrarische bestemming. Volgens [appellant] is het perceel als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Florapark Asten 2013" aanzienlijk in waarde gedaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:251
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002884/1/A2

202003298/1/R3

Bij besluit van 15 april 2020 heeft de raad van de gemeente Het Hogeland het bestemmingsplan "Lauwersoog - Waddenkwartier" vastgesteld. Het plangebied ligt in het havengebied van Lauwersoog. Ten westen van het plangebied ligt de haven van de veerboot naar Schiermonnikoog en ten zuiden van het plangebied ligt de provinciale weg N361. De westzijde van het plangebied wordt aangeduid als ‘het Waddenkwartier’. Daar waren containers geplaatst waarin horeca en diverse recreatieve en educatieve activiteiten werden ontplooid. Aan de oostzijde van het plangebied liggen restaurant Schierzicht, een parkeerterrein en een toegangsweg. Het plan "Lauwersoog - Waddenkwartier" maakt een herontwikkeling van het plangebied mogelijk. In het Waddenkwartier is een Werelderfgoedcentrum voorzien, bestaande uit onder meer het Zeehondencentrum dat hierheen wordt verplaatst vanuit Pieterburen, een havenkantoor, informatievoorzieningen met detailhandel, horeca en steigers.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:258
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak202003298/1/R3

202003421/1/R4

Bij besluit van 14 april 2020 heeft de raad van de gemeente Renswoude het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. Het plan voorziet in de uitbreiding van de intensieve veehouderij van [partij], met een vleeskalverenstal voor 1.040 dierplaatsen, en de splitsing van de monumentale woonboerderij voor het realiseren van een derde bedrijfswoning. Het bouwvlak wordt daarvoor vergroot van circa 1,3 hectare naar circa 1,4 hectare. [appellante] heeft een melkrundveehouderij op het aangrenzende perceel, waar tevens graslanden liggen waarop zijn vee wordt geweid. [appellante] vreest voor de overdracht via de lucht van dierziekten vanuit de vleeskalverenstal van [partij] naar zijn rundvee. Het vergroten van het bouwvlak betreft een in de planregels bij het geldende bestemmingsplan neergelegde wijzigingsbevoegdheid. Dit geldt niet voor het splitsen van de bestaande woonboerderij ten behoeve van de bouw van een derde bedrijfswoning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:237
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202003421/1/R4

202004101/1/R3

Bij besluit van 17 juni 2020 heeft de raad van de gemeente Leeuwarden het bestemmingsplan "Leeuwarden - De Zuidlanden plandeel Unia" vastgesteld. Het plangebied bevindt zich ten zuiden van de stad Leeuwarden en wordt begrensd door de Wurdumer Feart aan de oostzijde en de provinciale weg N31 aan de zuidzijde. Het bestemmingsplan "Leeuwarden - De Zuidlanden plandeel Unia" voorziet in de ontwikkeling van het nieuwe buurtschap "Unia" in het uitbreidingsgebied "De Zuidlanden" van de stad Leeuwarden. Het plan kent daarvoor de bestemmingen "Woongebied", "Groen - 1", "Groen - 2", "Verkeer - Verblijfsgebied" en "Water" toe aan de gronden van het plangebied. Het aantal woningen bedraagt ten hoogste 200 volgens artikel 7.2.1, aanhef en onder b, van de planregels. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] wonen in woonarken aan de [locatie 1] en [locatie 2] te Leeuwarden, die in de directe nabijheid van het plangebied zijn gelegen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:253
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202004101/1/R3

202004226/1/A3

Bij besluit van 9 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht besloten om de parkeervergunning van [wederpartij] per 13 augustus 2019 in te trekken. Het college heeft de parkeervergunning van [wederpartij] op 13 augustus 2019 ingetrokken, omdat hij volgens het college door een verhuizing niet meer voldoet aan de voorwaarden om een parkeervergunning te hebben. [wederpartij] heeft daartegen bezwaar gemaakt, omdat zijn verhuizing binnen hetzelfde appartementencomplex en daarmee binnen hetzelfde deelrayon heeft plaatsgevonden. Volgens [wederpartij] mag hij volgens de gemeentelijke parkeerregels zijn parkeervergunning voor zijn nieuwe adres daarom behouden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het de parkeervergunning gelet op de gemeentelijke parkeerregels mocht intrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:239
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202004226/1/A3

202004514/1/R2

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de raad van de gemeente Oss het bestemmingsplan "Achterstraat - Langestraat Dieden" vastgesteld. Het plan voorziet in drie woningen op het perceel aan de [locatie 1]-[locatie 2] en een vierde woning op het perceel aan de Langestraat in Dieden. Het vorige plan voorzag in vier woningen op de gronden aan de Achterstraat. [appellanten] wonen in een monumentale boerderij aan de [locatie 3] in Dieden. Dit is schuin tegenover het perceel aan de Langestraat waarop in het plan de vierde woning is voorzien. Zij vrezen dat het plan voor wat betreft de vierde woning grote nadelige gevolgen zal hebben voor hun woon-, leef- en werkomgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:250
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202004514/1/R2

202004587/1/R3

Bij besluit van 17 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Westerveld camping De Blauwe Haan onder oplegging van een dwangsom gelast binnen drie weken na de verzending van dat besluit de afrastering op gronden met de bestemming "Natuur" te verwijderen en de aangebrachte grensmarkeringen niet te verplaatsen of te verwijderen nabij het perceel van de camping aan de Weg achter de es 11-12 te Uffelte. [appellant] en [appellant A] wonen aan weerszijden van de camping en vrezen voor verstoring van hun woongenot door campinggasten, die zich te dicht bij en op hun percelen begeven. [appellant] heeft het college op 29 september 2018 verzocht om handhavend op te treden tegen volgens hem met het bestemmingsplan strijdige activiteiten op en rond het perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:236
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202004587/1/R3

202005079/1/R2

Bij het besluit van 21 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Best, naar aanleiding van een verzoek om handhaving van [wederpartij], [vergunninghouder] onder oplegging van een dwangsom gelast om vóór 4 februari 2019 te voldoen aan de in de omgevingsvergunning van 5 januari 2015 opgenomen voorwaarden over de landschappelijke inpassing. Het college heeft het verzoek om handhaving afgewezen voor zover dat verzoek betrekking heeft op de luchtwasser en de situering van de stal. Op 21 december 2009 heeft het college aan de vergunninghouder een zogenoemde revisievergunning verleend als bedoeld in de Wet milieubeheer voor onder meer het oprichten van een nieuwe stal en het plaatsen van een combiluchtwasser met chemische wasser/waterwasser. Bij controles op de naleving van de omgevingsvergunning is geconstateerd dat in plaats van de vergunde combiluchtwasser een combiluchtwasser met een watergordijn en biologische wasser is geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:256
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005079/1/R2

202006519/1/V1

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen. De vreemdeling stelt de Eritrese nationaliteit te hebben. Zij vraagt in het kader van nareis verblijf bij referent, die volgens haar de vader van haar minderjarig kind en haar echtgenoot is. Ter onderbouwing van haar identiteit en de gestelde gezinsband heeft zij een registratiekaart van de Administration for Refugee & Returnee Affairs, een doopakte en een kerkelijke huwelijksakte overgelegd. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen omdat de vreemdeling volgens hem haar identiteit en de gezinsband met referent niet aannemelijk heeft gemaakt. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de overgelegde documenten onvoldoende bewijs vormen, omdat zij op basis van eigen verklaringen zijn opgesteld, handmatig zijn gewijzigd en/of hierop onvoldoende of tegenstrijdige identificerende gegevens van de vreemdeling vermeld staan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:245
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202006519/1/V1
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202006519/1/V1

202006821/1/R1

Bij besluit van 19 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad ingestemd met het evaluatieverslag van de bodemsanering die is uitgevoerd op de locatie Hemkade 48 te Zaandam. [appellante] woont aan de [locatie] te Zaandam. NSV exploiteert aan de Hemkade 48 een evenementenbedrijf. NSV heeft twee mantelbuizen ingegraven om een loods op het perceel van water en elektriciteit te voorzien. Uit controle van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied bleek dat de locatie waar de twee mantelbuizen ingegraven werden, sterk verontreinigd is. De Omgevingsdienst heeft de werkzaamheden stilgelegd. Vervolgens zijn de werkzaamheden voortgezet en afgerond in de periode van 22 tot en met 24 juli 2019. Back Milieu-advies en onderzoek B V. heeft op 5 november 2019 een rapportage uitgebracht ten aanzien van de evaluatie van de uitgevoerde bodemsanering op de locatie Hemkade 48 in Zaandam in de periode 22 tot en met 24 juli 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:246
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Bodembescherming
  • uitspraakin de zaak202006821/1/R1

202100120/1/A3

Bij besluit van 7 mei 2019 heeft de raad van de gemeente Wormerland geheimhouding van een onder geheimhouding overgelegde raadsinformatiebrief bekrachtigd. [appellant B] is gemeenteraadslid voor de Partijen voor Ouderen en Veiligheid in Wormerland. [appellant A] is gemeenteraadslid voor de POV in Zaanstad. De POV heeft op 17 maart 2019 in Wormerland raadsvragen gesteld over de aanbesteding van de Zaanbrug. Omdat specifieke inhoudelijke informatie over de aanbesteding alleen onder geheimhouding verstrekt kan worden heeft het college van burgemeester en wethouders van Wormerland op 26 maart 2019 besloten om een raadsinformatiebrief op te stellen met daarin het geheime deel van de informatie. Op 2 april 2019 is de raadsinformatiebrief opgesteld en heeft het college tijdelijke geheimhouding voor de raadsinformatiebrief opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:232
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202100120/1/A3

202100121/1/R1

Bij besluit van 13 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad een verzoek van [appellant] om handhavend op te treden tegen handelingen op het terrein Hemkade 48 te Zaandam afgewezen. Op 15 november 2019 heeft NSV werkzaamheden laten verrichten op het terrein Hemkade 48. Deze werkzaamheden bestonden uit een oppervlakkige ontgraving, waarbij de vrijgekomen grond in een droogstaande greppel is aangebracht. Bij brief van 15 november 2019 heeft [appellant] verzocht om handhavend op te treden jegens (graaf)werkzaamheden die rondom hun perceel plaatsvinden. Op 18 november 2019 zijn door de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied monsters genomen van de grond die op 15 november 2019 is afgegraven. Deze monsters zijn onderzocht door Eurofins Omegam. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat de grond ten hoogste licht verontreinigd is. De lichte verontreiniging betreft immobiele verontreinigingen die zich niet verspreiden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:235
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100121/1/R1

202100149/1/R2

Bij besluit van 19 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalre aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten bouwen en gebruiken in strijd met het bestemmingsplan ten behoeve van het renoveren en uitbouwen van een woonhuis aan de [locatie 1] in Waalre. [vergunninghouder] is eigenaar van het perceel. [appellant] woont op het naastgelegen perceel aan de [locatie 2]. Het bouwplan voorziet onder meer in een uitbouw die aan de zijde van het perceel van [appellant] een lengte heeft van ongeveer 13.5 m en een hoogte van ongeveer 7 m. [appellant] kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning, omdat hij vreest dat zijn woon- en leefklimaat als gevolg van het bouwplan wordt aangetast. Hij vreest voor geluidsoverlast en een inbreuk op zijn privacy, doordat vanuit de uitbouw zicht zou zijn op zijn perceel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:254
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202100149/1/R2

202100206/1/A2

Bij besluit van 28 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag de aanvraag van [appellante] om haar een bromfietsrijbewijs te verlenen, niet in behandeling genomen. Op 1 juni 1996 is het bromfietscertificaat ingevoerd. Iedereen die op of na 1 juni 1980 geboren was moest een theorie-examen afleggen bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen om een bromfietscertificaat te kunnen verkrijgen. Personen geboren voor die datum hoefden dat examen niet af te leggen en konden een certificaat aanvragen bij het postkantoor of het CBR. Deze regeling is in 2006 vervallen. Tot 1 oktober 2009 was het mogelijk om het bromfietscertificaat in te wisselen voor een bromfietsrijbewijs. [appellante], die stelt vanaf 1987 brommer te rijden, was hiervan naar zij stelt niet op de hoogte. Daarom heeft zij, hoewel zij voor omzetting van het bromfiets certificaat in het bromfietsrijbewijs in aanmerking was gekomen, nooit een bromfietsrijbewijs gehad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:255
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202100206/1/A2

202100213/1/A3

Bij brief van 25 september 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan [appellante] medegedeeld dat over haar verzoek om rectificatie van haar persoonsgegevens en om toekenning van schadevergoeding al is gecommuniceerd en dat daarom niet meer inhoudelijk zal worden gereageerd. [appellante] heeft bij brief van 30 augustus 2019 op grond van artikel 16 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming verzocht om rectificatie van haar persoonsgegevens die zijn vermeld in een brief van het college van 7 april 2016 en in een brief met bijlage van het college van 14 november 2018. Zij stelt dat het college een mailbericht van 15 januari 2017 van haar naar derden heeft doorgestuurd, zonder haar mailadres onleesbaar te maken, en dat dit bij haar buren terecht is gekomen. Zij stelt het college aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:230
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202100213/1/A3

202100969/1/A3

Bij besluit van 4 december 2018 heeft Normec het aan Linisol verleende procescertificaat asbestverwijdering onvoorwaardelijk geschorst voor de duur van 30 dagen. Linisol is een bedrijf dat zich bezighoudt met asbestsanering. Linisol is in het bezit van het procescertificaat asbestverwijdering dat hiervoor op grond van Arbeidsomstandighedenwet is vereist. Normec is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op grond van artikel 20, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet aangewezen als instelling die bevoegd is procescertificaten asbestverwijdering af te geven. Op 24 oktober 2018 heeft Normec een audit uitgevoerd op de locatie [locatie A] te [plaats]. Medewerkers van Linisol waren daar in een bewoonde woning bezig met het saneren van 74 vierkante meter asbesthoudende vlakke plaat. Dit materiaal werd in de woning gebruikt als dakbeschot. Tijdens de audit heeft Normec drie overtredingen van voorschriften van bijlage XIIIa geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:241
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202100969/1/A3

202101341/1/A2

Bij verkeersbesluit van 11 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gooise Meren zes parkeerplaatsen aangewezen als betaalde parkeerplaatsen. Het college heeft bij het verkeersbesluit van 11 januari 2018, gepubliceerd op 17 januari 2018 (Stcrt. 2018, nr. 3042) zes parkeerplaatsen op het plein op de hoek van de Burgemeester van Hasseltlaan en de Pater Wijnterlaan in Naarden aangewezen als betaalde parkeerplaatsen. Het betaald parkeren geldt van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 18.00 uur. Volgens het besluit zijn de betaalde parkeerplaatsen gewenst voor bezoekers van [partij B]. Vergunninghouders kunnen door het verkeersbesluit van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 18.00 uur niet meer gratis parkeren op de zes parkeerplaatsen. [appellant A] en [appellant B] wonen tegenover het plein en zijn vergunninghouders. Zij hebben tegen het verkeersbesluit bezwaar gemaakt. Dat bezwaar heeft het college bij besluit van 9 juli 2018 ongegrond verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:257
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202101341/1/A2

202101456/1/R2

Bij besluit van 5 september 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Drenthe de tenaamstelling van de aan [appellante] verleende natuurvergunning gewijzigd in burgemeester en wethouders van de gemeente Assen. [appellante] exploiteerde een agrarisch bedrijf aan de [locatie] te Assen. Op 17 maart 2017 hebben [appellant B] en de gemeente Assen een koopovereenkomst gesloten waarin is bepaald dat de eigendom van het bedrijf met alle gronden, inclusief alle rechten en plichten, overgaat naar de gemeente. De overeengekomen koopsom betreft de waarde in het economisch verkeer vermeerderd met de onteigeningsschadeloosstelling. In die koopovereenkomst is verder bepaald dat [appellante] nog drie jaar het recht heeft om de gronden tegen een jaarlijkse vergoeding te gebruiken. De koopovereenkomst is op 1 mei 2017 gepasseerd. Het gebruiksrecht van [appellante] liep tot 1 mei 2020.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:234
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202101456/1/R2

202101528/1/R4

Bij besluit van 14 december 2020 heeft de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug het bestemmingsplan "Broekbergen" gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan beoogt een herstructurering van de 18e-eeuwse buitenplaats Broekbergen. Het beoogt het behoud en de restauratie van enige daarop aanwezige rijksmonumenten (het hoofdgebouw, de klokkentoren en de tuinmuur) en de restauratie en reconstructie van de historische tuinen mogelijk te maken. In het bestemmingsplan is voorzien in de sloop van een groot deel van de niet passend geoordeelde bebouwing uit de zestiger jaren van de vorige eeuw en in vervanging daarvan door passend geoordeelde nieuwbouw, namelijk drie nieuwe bouwblokken verspreid over het plangebied. Het bestemmingsplan maakt maximaal 20 (zorg)woningen c.q. appartementen mogelijk in twee bestaande gebouwen en in drie nieuwe gebouwen. Daarnaast wordt de mogelijkheid geboden om in plaats van 8 van de 20 woningen, een deel van de bebouwing (maximaal 1.500 m2) te gebruiken als kantoorruimte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:252
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak202101528/1/R4

202102556/1/R4

Bij besluit van 12 januari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam zijn beslissing om op 23 december 2020 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Rotterdam 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld. De toepassing van spoedeisende bestuursdwang heeft bestaan uit het verwijderen van ongeveer vijftien dozen met etensresten, verpakkingsmateriaal, bedrijfsafval en papierresten ter hoogte van de Zwart Janstraat 124a. De afvalstoffen zijn op woensdag 23 december 2020 aangetroffen naast de daar aanwezige ondergrondse afvalcontainer. Het college is ervan uitgegaan dat [appellante] de huishoudelijke afvalstoffen in strijd met de Afvalstoffenverordening 2009 heeft aangeboden, omdat in de dozen het adres van [appellante] is aangetroffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:233
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202102556/1/R4

202102662/1/A3

Bij besluit van 23 mei 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur deels afgewezen. [appellant] heeft verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie en gemaakte afspraken tussen de Belgische staat, dan wel het Vlaams Gewest en de Nederlandse Staat aangaande het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium, de uitvoering van het Verdrag en de verwerving en ontpoldering van de Hedwigepolder door de Nederlandse Staat, alsmede alle beschikbare documenten met betrekking tot die correspondentie en afspraken. In de inventarisatielijsten bij het besluit van 25 september 2018 heeft de minister zevenenzestig documenten opgenomen die onder de reikwijdte van het Wob-verzoek vallen. Volgens de minister berusten er bij hem niet meer documenten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:240
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202102662/1/A3

202103115/1/R1

Bij besluit van 23 maart 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp onder meer de locatie met het nummer GR47, ter hoogte van de Sytwinde, aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse restafvalcontainers. [appellante] betoogt dat de locatie niet geschikt is en dat de procedure om tot de vaststelling van die locatie te komen niet op juiste wijze is gevolgd. Zij wijst er op dat het college haar heeft uitgenodigd om een aanvullende zienswijze te geven omtrent de voorgestelde locatie, maar dat die aanvulling niet is meegenomen in het definitieve besluit tot plaatsing van de orac’s.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:238
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202103115/1/R1

202104752/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag onder meer de locatie met het nummer 44B-72A, nabij de hoek van de Beeklaan en de Daguerrestraat te Den Haag, aangewezen voor de plaatsing van twee ondergrondse afvalcontainers. Deze locatie maakt deel uit van het definitieve plaatsingsplan "IV Koningsplein e.o. (buurt 44)". De orac’s zullen in de Daguerrestraat, op enkele meters afstand van de kruising met de Beeklaan, worden geplaatst. [appellant] woont op het adres [locatie 1] en exploiteert daar ook een kringloopwinkel, genaamd "[winkel]". Het pand staat op de hoek van de Daguerrestraat en de Beeklaan. De andere appellanten wonen op de adressen [locatie 2] en [locatie 3]. Deze woningen staan op ongeveer 30 m van de locatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:260
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104752/1/R1

202104987/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag onder meer de locatie met het nummer 44B-75B, nabij het adres Regentesselaan 117, aangewezen voor de plaatsing van twee ondergrondse restafvalcontainers. [appellante A] is gevestigd op het adres [locatie 1]. [appellant B] woont op het adres [locatie 2]. De locatie ligt in de Galileistraat, om de hoek bij het perceel Regentesselaan 117. De orac’s zullen in een parkeervak worden geplaatst. [appellant] betoogt dat de aangewezen locatie niet geschikt is. Hij voert aan dat het college niet heeft gemotiveerd waarom de locatie geschikter is dan de locatie die was gekozen in het ontwerp van het besluit, namelijk de locatie voor de woning Galileistraat 33. De enkele stelling van het college dat tijdens inloopavonden door bewoners is aangegeven dat de nu gekozen locatie beter is, is volgens hem onvoldoende.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:261
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104987/1/R1

202104999/1/R1

Bij besluit van 15 juni 2021 heeft het het college van burgemeester en wethouders van Den Haag onder meer de locatie met het nummer 44B-73A, nabij de hoek van de Daguerrestraat en de Regentesselaan, aangewezen voor het plaatsen van ondergrondse restafvalcontainers. [appellant] woont op het adres [locatie 1]. De orac’s zullen in de Daguerrestraat worden geplaatst, naast de gevel van de woning [locatie 2]. [appellant] betoogt dat de locatie niet geschikt is, omdat de loopafstanden die het college aanvaardbaar acht niet gehaald worden. Zij wijst er op dat het college een loopafstand van 75 als uitgangspunt hanteert, en in bijzondere omstandigheden een afstand tot 125 m. Zij voert verder aan dat zonder nadere motivering de locatie is gewijzigd ten opzichte van het ontwerp. Verder stelt zij dat de ophaalwagen niet goed door de Daguerrestraat kan rijden, aangezien die te smal is. Die straat zal dus moeten worden aangepast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:262
Datum uitspraak
26 januari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202104999/1/R1

202007066/1/V3

Bij besluiten van 2 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling en haar minderjarige kinderen in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:217
Datum uitspraak
25 januari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202007066/1/V3
vorige pagina1...176177178...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon