Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.689
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202102668/1/A2

Bij besluit van 14 mei 2019 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven aan [appellante] een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven van € 10.000,00 toegekend. Op 29 oktober 2018 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Niet in geschil is dat zij op 26 november 1989 slachtoffer is geworden van een poging tot doodslag. Aan het besluit van 14 mei 2019 is ten grondslag gelegd dat [appellante] slachtoffer is geworden van een geweldsmisdrijf dat volgens de Letsellijst in letselcategorie 4 valt en dat daarbij een uitkering van € 10.000,00 past. In het besluit van 14 januari 2020 heeft de CSG zich op het standpunt gesteld dat de aanvraag niet binnen de wettelijke termijn van tien jaar na het geweldsmisdrijf is ingediend en dat de door [appellante] opgegeven reden niet maakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:485
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202102668/1/A2

202102933/1/R3

Bij besluit van 9 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg het bestemmingsplan "Schakenbosch" vastgesteld. Het plangebied, waar tot 2010 een psychiatrische inrichting was gevestigd, is gelegen aan de Veursestraatweg en wordt begrensd door de bebouwde kom van Leidschendam-Voorburg aan de zuidwestzijde en de groene zone "Duivenvoordecorridor" aan de noordoostzijde. Het bestemmingsplan "Schakenbosch" maakt de herontwikkeling van het plangebied mogelijk. Het plan kent daarvoor onder meer de bestemmingen "Wonen - Gemengd", "Wonen - Gestapeld", "Wonen - Grondgebonden", "Gemengd", "Groen" en "Water" toe aan de gronden van het plangebied. In paragraaf 4.2.1 van de plantoelichting staat dat maximaal 325 woningen zullen worden gerealiseerd, waarbij de bestaande bebouwing in beginsel zal worden behouden. Ook zullen een zorginstelling en kleinschalige maatschappelijk-, bedrijfs- en horecafuncties worden gerealiseerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:494
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202102933/1/R3

202103285/1/R4

Bij besluit van 18 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalten een omgevingsvergunning verleend aan [vergunninghouder] voor het verbouwen van een voormalig winkelpand tot een tweetal woonruimtes aan de [locatie 1] te Aalten. Bij besluit van 18 december 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor onder meer de activiteiten bouwen en handelen in strijd met het bestemmingsplan voor het verbouwen van een voormalig winkelpand (hierna: het perceel) naar twee woningen aan de [locatie 1]. [vergunninghouder] heeft een van de woningen verkocht aan [persoon A]. Het adres van de nieuw te realiseren woning voor [persoon A] is [locatie 2]. [vergunninghouder] woont in het overige deel van het pand op het adres [locatie 1]. [appellant] woont naast het voormalige winkelpand en kan zich niet verenigen met de verleende omgevingsvergunning. Hij vreest overlast van fietsen bij zijn voordeur of tegen zijn scheidingsmuur te zullen ervaren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:514
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202103285/1/R4

202103349/1/A2

Bij besluit van 29 oktober 2019 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. Op 16 april 2019 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Aan de aanvraag heeft zij ten grondslag gelegd dat zij slachtoffer is geworden van mishandeling, bedreiging met geweld en stalking door haar buurvrouw en dat zij daardoor lichamelijk en psychisch letsel heeft opgelopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:484
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103349/1/A2

202103418/1/V6

Bij besluit van 29 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van [appellante] om haar het Nederlanderschap te verlenen afgewezen. [appellante] stelt geboren te zijn in Wau, Soedan, op [geboortedatum] 1976 en de Soedanese nationaliteit te hebben. Zij is sinds 1998 in Nederland en beschikt over een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. De staatssecretaris heeft het verzoek afgewezen, omdat er twijfel bestaat over de identiteit en nationaliteit van [appellante]. [appellante] heeft namelijk eerder, op 29 december 2009, een naturalisatieverzoek ingediend. Toen is gebleken dat [appellante] op 9 januari 2001 staande is gehouden en daarbij heeft verklaard [persoon] te zijn, geboren op [geboortedatum] 1982 en afkomstig uit Sierra Leone. In 2004 is zij wederom staande gehouden en gaf zij weer aan [persoon] te zijn. Dit heeft ertoe geleid dat het Bureau Land en Taal een taalanalyse heeft laten uitvoeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:490
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202103418/1/V6

202105185/1/A2

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven een aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. Op 8 april 2019 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Niet in geschil is dat zij op 12 november 2013 met een mes is bedreigd en fysiek geweld in de vorm van schoppen, slaan, op de grond en tegen een muur gooien en verwurging heeft ondervonden en dat zij kort na dit geweldsmisdrijf in een psychose is geraakt. Aan het besluit van 19 oktober 2020 heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellante] het slachtoffer is van rechtstreekse bedreiging met een mes, waarbij zij ook is mishandeld, dat dit geweldsmisdrijf volgens de Letsellijst in letselcategorie 2 valt, dat daarbij een uitkering van € 2.500,00 past en dat met deze uitkering ook wordt voorzien in het overige letsel dat zij heeft opgelopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:486
Datum uitspraak
16 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202105185/1/A2

202102864/3/V1

Bij besluit van 23 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:477
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202102864/3/V1

202200397/2/V3

Bij besluit van 28 mei 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en ambtshalve geweigerd haar krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:469
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200397/2/V3

202200404/2/V2

Bij besluiten van 28 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:470
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200404/2/V2

202200406/2/V3

Bij besluiten van 6 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:471
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200406/2/V3

202200582/2/V2

Bij besluit van 17 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:478
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200582/2/V2

202200697/1/V1 en 202200697/2/V1

Bij besluit van 8 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:472
Datum uitspraak
15 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200697/1/V1 en 202200697/2/V1

202004614/1/V3

Bij besluit van 8 november 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:458
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004614/1/V3

202102771/2/R1

Bij besluit van 28 april 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland het projectplan "Waterwet Oeververvanging Gouwe voor werkvak 8, het Nauw van Boskoop" vastgesteld. [verzoeker] heeft in zijn verzoek voor een ordemaatregel erop gewezen dat er momenteel werkzaamheden op zijn perceel worden uitgevoerd. Volgens hem zijn er geen dringende redenen om deze werkzaamheden uit te voeren tot aan tenminste de zitting op 16 februari 2022 over het verzoek om een voorlopige voorziening. Hij wijst er daarbij op dat werkzaamheden regelmatig stil liggen en voor meerdere dagen achtereen. In die perioden en op die uren is er volgens hem blijkbaar geen dringende noodzaak om de werkzaamheden voort te zetten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:466
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Waterwet
  • uitspraakin de zaak202102771/2/R1

202102864/2/V1

Bij brief van 4 januari 2022 hebben de verzoekers, vertegenwoordigd door mr. N.B. Swart, advocaat te Groningen, verzocht om wraking in de zaak nr. 202102864/1/V1. Bij brief van 14 februari 2022 hebben de verzoekers desgevraagd een nadere toelichting gegeven en laten weten dat het verzoek om wraking gericht is tegen de gehele Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:467
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Wraking
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202102864/2/V1

202103086/1/V2

Bij besluit van 3 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem krachtens artikel 64 van de Vw 2000 uitstel van vertrek te verlenen, buiten behandeling gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:459
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103086/1/V2

202106745/1/V3.

Bij besluit van 19 mei 2016 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:461
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202106745/1/V3.

202107480/2/R2

Bij besluit van 30 september 2021 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "[locatie]" vastgesteld. Het plan voorziet in de bouw van twee woningen met bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen en een tuin. Het plangebied is gelegen in het zuidoosten van de kern Waalwijk. Het plangebied is gesitueerd binnen het achtererfgebied van een woning gelegen op het adres [locatie]. [verzoeker] en anderen wonen in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied. [partijen] wonen aan de [locatie]. Zij zijn initiatiefnemers van het bouwplan dat is gesitueerd op de gronden achter hun woning. [verzoeker] en anderen hebben verzocht om schorsing van het plan om onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding te voorkomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:447
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202107480/2/R2

202200496/2/V2

Bij besluit van 21 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:463
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200496/2/V2

202200530/1/V3

Bij besluit van 3 december 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:464
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200530/1/V3

202200924/2/V2

Bij besluit van 26 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:465
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200924/2/V2

202200845/1/A2

Bij besluit van 4 februari 2022 heeft het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Haarlem de kandidaat "van Wooning, M.L. (Maxime) (v)" geschrapt van de kandidatenlijst van Trots op Nederland (TROTS).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:460
Datum uitspraak
14 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200845/1/A2

202101798/1/V

Bij besluit van 20 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:451
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101798/1/V

202104277/1/V2

Bij besluit van 10 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:450
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202104277/1/V2

202200138/2/R4

Bij besluit van 24 november 2021 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het saneringsplan "A4 en A67" vastgesteld en geluidproductieplafonds verlaagd. [verzoekers] beogen met hun verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening te voorkomen dat het saneringsplan "A4 en A67" op grond van artikel 11.65, tweede lid, van de Wet milieubeheer wordt ingeschreven in het kadaster, omdat volgens hen daardoor de waarde van hun woning zal dalen. Ook beogen zij met hun verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening te voorkomen dat er op grond van het saneringsplan een geluidscherm wordt gerealiseerd, dat niet reikt tot hun woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:446
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202200138/2/R4

202200472/2/R4

Bij besluit van 1 april 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo [verzoeker] en anderen onder oplegging van vier dwangsommen gelast om binnen zes weken na verzending van dit besluit: [verzoeker] en anderen zijn eigenaar van een perceel nabij de Koningsweg 188 (hierna: het perceel) waarop een dubbele sleufsilo ligt en een gedeelte van een enkele sleufsilo (hierna: de sleufsilo’s). De sleufsilo’s zijn in de periode tussen 2009 en 2013 op het perceel gerealiseerd en waren al op dit perceel aanwezig toen [verzoeker] en anderen hier eigenaar van werden. Tussen partijen is niet in geschil dat de overtredingen ten aanzien van de paardenstal, de mestopslag en de opslag van goederen (de overtredingen genoemd onder nummer 2 tot en met 4 in het procesverloop) inmiddels zijn beëindigd. Voor de overtreding die nog niet is beëindigd, te weten het zonder omgevingsvergunning in stand laten van de sleufsilo’s, verbeuren [verzoeker] en anderen een dwangsom van € 750,00 per week.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:445
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200472/2/R4

202200625/2/V2

Bij besluit van 30 november 2021 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:448
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200625/2/V2

202200846/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Gemert-Bakel van 4 februari 2022, waarbij de lijst met daarboven de aanduiding ‘Sociaal Gemert-Bakel’ geldig is verklaard. Op plaats 3 van die lijst is de naam ‘Remmers’ vermeld, met als voorletters ‘C.P.G.J.’

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:454
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200846/1/A2

202200848/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Duiven van 4 februari 2022, waarbij is beslist over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Duiven op 16 maart 2022.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:453
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200848/1/A2

202200851/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Oldenzaal van 4 februari 2022, waarbij de lijst met daarboven de aanduiding ‘VVD’ geldig is verklaard en op plaats 10 van die lijst de naam ‘Uitslag’ is vermeld, met als voorletters ‘M.R.A.’ en daarachter tussen haakjes de roepnaam ‘Mirko’ en de toevoeging ‘v’ ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:455
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200851/1/A2

202200875/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit vanhet centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Arnhem van 4 februari 2022 over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Arnhem op 16 maart 2022. Daarbij heeft het centraal stembureau de door [appellant] ingeleverde kandidatenlijst met de aanduiding ‘Arnhemse Ouderen Partij’ ongeldig verklaard en de door [persoon] ingeleverde kandidatenlijst met de aanduiding ‘Arnhemse Ouderen Partij’ geldig verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:452
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200875/1/A2

202200875/2/A2

Bij elektronisch verzonden bericht, bij de Raad van State ingekomen op 11 februari 2022, heeft [verzoeker] verzocht om wraking van mr. C.J. Borman (hierna: de staatsraad), als voorzitter van de meervoudige kamer belast met de behandeling van zaak nr. 202200875/1/A2.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:480
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Wraking
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200875/2/A2

202200877/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Barneveld van 4 februari 2022, waarbij de lijst met daarboven de aanduiding ‘VVD’ geldig is verklaard en op plaats 5 van die lijst de naam Kruize’ is vermeld, met als voorletters ‘A.J.’ en daarachter tussen haakjes de roepnaam ‘André’ en de toevoeging ‘v’ ter aanduiding van het geslacht van de kandidaat. Bos betoogt dat het centraal stembureau ten onrechte de toevoeging ‘v’ heeft vermeld. Dit is niet in overeenstemming met de persoonsgegevens van de kandidaat en moet ‘m’ zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:457
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200877/1/A2

202200880/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Someren van 4 februari 2022 over de geldigheid en nummering van de kandidatenlijsten en het handhaven van de kandidaten op, en de aanduidingen bovenaan, de kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad van Someren van 16 maart 2022. Bij dat besluit heeft het centraal stembureau onder meer de door Van Rinsum ingeleverde kandidatenlijst met de aanduiding ‘Partij van de Arbeid (P.v.d.A)’ geldig verklaard. Van Rinsum voert aan dat hierbij een vergissing is gemaakt. Op deze lijst staan elf kandidaten, terwijl twaalf namen, inclusief bereidheidsverklaringen, zijn vermeld op de lijst die op 31 januari 2022 is ingeleverd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:456
Datum uitspraak
11 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200880/1/A2

202003677/1/V1

Bij besluit van 1 oktober 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vw 2000, waaruit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:433
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202003677/1/V1

202005114/1/V2

Bij besluit van 30 januari 2020, aangevuld bij besluit van 27 mei 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:435
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005114/1/V2

202006018/1/V2

Bij besluit van 28 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:434
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006018/1/V2

202103181/1/V2

Bij besluit van 26 april 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een verzoek van de vreemdeling om schadevergoeding afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:436
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202103181/1/V2

202106219/1/V2

Bij besluit van 31 mei 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:432
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106219/1/V2

202106230/1/V2

Bij besluiten van 23 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:429
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202106230/1/V2

202200402/1/V3

Bij besluit van 26 maart 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling in bewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:431
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202200402/1/V3

202200437/2/V2

Bij besluit van 21 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:430
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200437/2/V2

202200480/2/V2

Bij besluit van 18 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:449
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200480/2/V2

202105470/4/R4

Ten aanzien van zaak nr. 202105470/1/R4, die op 14 februari 2022 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad ten Veen, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 10 februari 2022 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:444
Datum uitspraak
10 februari 2022
  • Verschoning
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202105470/4/R4

202100935/1/V3

Bij besluit van 21 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdelingen om hun een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:379
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100935/1/V3

202104257/1/V3

Bij besluit van 1 juni 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:383
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202104257/1/V3

202107435/1/V2

Bij besluit van 25 augustus 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:384
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202107435/1/V2

202108042/3/V3

Bij besluit van 10 oktober 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:428
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202108042/3/V3

202200002/1/V3 en 202200002/2/V3

Bij besluit van 19 april 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:381
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200002/1/V3 en 202200002/2/V3

202200071/3/R1

Bij uitspraak van 11 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:52, heeft de voorzieningenrechter bij wijze van voorlopige voorziening de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Heumen van 5 oktober 2020 tot invordering van verbeurde dwangsommen en van 26 februari 2021 tot vaststelling van de kosten van bestuursdwang geschorst en het besluit op bezwaar van het college van 18 mei 2021 gedeeltelijk geschorst. Op 1 augustus 2019 is een schuur op het perceel van [verzoeker] aan de [locatie] te Overasselt, afgebrand. Het voorste gedeelte van de schuur was in gebruik als garage-autoherstelwerkplaats. De brandweer constateerde bij het blussen dat in het achterste gedeelte van de schuur en in twee daarnaast opgestelde koelcontainers een drugslaboratorium gevestigd was. Het college heeft spoedeisende bestuursdwang toegepast om te voorkomen dat verontreinigd bluswater in de bodem en oppervlaktewater terecht zou komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:378
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Bodembescherming
  • Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202200071/3/R1

202200431/2/V1

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:423
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202200431/2/V1

202200531/2/V3

Bij besluit van 10 november 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:382
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202200531/2/V3

201903497/3/R4

Bij besluit van 21 februari 2019 heeft de raad van de gemeente De Ronde Venen het bestemmingsplan "Buitengebied-West" vastgesteld. Met het plan wordt een actualisatie beoogd van het juridisch-planologisch kader voor het westelijke deel van het buitengebied van de gemeente De Ronde Venen. Voor het grootste deel van het plangebied gold voorheen het bestemmingsplan "Buitengebied De Ronde Venen", vastgesteld door de raad bij besluit van 22 september 2005, goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Utrecht bij besluit van 9 mei 2006. De planologische regeling van dat bestemmingsplan is nadien materieel bezien voortgezet onder de "Beheersverordening buitengebied", vastgesteld door de raad bij besluit van 28 september 2017.

Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201903497/3/R4

201906343/1/R3

Bij besluit van 16 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Borne [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van betonpuin en een betonverharding op het perceel [locatie] te Zenderen. [appellant sub 1] woont in een plattelandswoning naast het agrarische bedrijf van [vergunninghouder]. [vergunninghouder] heeft op 12 februari 2018 een aanvraag ingediend voor het aanbrengen van betonpuin op het perceel. Bij de uit te voeren werkzaamheden is op het aanvraagformulier ‘puinbedverharding ten behoeve van betonstorten’ ingevuld. Het college heeft een vergunning verleend voor het aanbrengen van betonpuin en een betonverharding. In het besluit op bezwaar heeft het college vastgesteld dat alleen het aanbrengen van betonpuin is aangevraagd. Voor de betonverharding is volgens het college geen vergunning nodig. Bij het besluit op bezwaar heeft het college vervolgens alleen het aanbrengen van betonpuin vergund.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:389
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906343/1/R3

202001149/1/R2

Bij besluit van 23 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden aan Aldi Best B.V. een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een supermarkt aan de Vijverlaan 1 in Uden (hierna: het perceel). Daarbij is de aangevraagde omgevingsvergunning voor het aanleggen van een inrit geweigerd. Aldi wil een supermarkt bouwen op het perceel. Bij het besluit van 23 januari 2018 heeft het college haar daarvoor een omgevingsvergunning verleend, maar de aangevraagde omgevingsvergunning voor de aanleg van een inrit geweigerd. Het college is in de bezwaarprocedure tot de conclusie gekomen dat de vergunde laad- en losplaats van de supermarkt niet bereikbaar is via de bestaande in- en uitrit en dat de omgevingsvergunning voor de bouw van de supermarkt om die reden wegens strijd met artikel 2.5.30, derde lid, van de gemeentelijke bouwverordening ten onrechte is verleend. Aldi heeft gebruik gemaakt van de door het college geboden gelegenheid om een aangepast bouwplan in te dienen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:406
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001149/1/R2

202001205/1/R2

Bij afzonderlijke besluiten van 10 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden de verzoeken van [appellante sub 2] en [appellante sub 4] om (preventief) handhavend op te treden tegen het gebruik van het gebouw aan de [locatie] in Uden als supermarkt (de Aldi) afgewezen. [appellante sub 5] is eigenaar van het perceel [locatie] in Uden (hierna: het perceel). Ingevolge het bestemmingsplan "Kop van Bitswijk 2013" (hierna: het bestemmingsplan) rust op het perceel de bestemming "Gemengd" met de aanduiding "detailhandel". Daarnaast is in 2018 het bestemmingsplan "Parapluherziening supermarkten" (hierna: het herzieningsplan) in werking getreden. Het geschil in deze handhavingszaak gaat onder meer over de vraag of ingevolge het bestemmingsplan op het perceel een supermarkt is toegestaan. Dezelfde vraag is aan de orde in de procedure over de aan [appellante sub 5] verleende omgevingsvergunning (zaaknr. 202004208/1/R2).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:361
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001205/1/R2

202001365/2/R3

Bij tussenuitspraak van 12 mei 2021 heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gouda opgedragen binnen 26 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 11 december 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Turfmarkt 60 Gouda" te herstellen. Op het perceel Turfmarkt 60 te Gouda stond op een binnenterrein achter de gebouwen aan de Turfmarkt een kerk. Deze kerk is sinds 2006 niet langer als zodanig in gebruik en is in 2018 gesloopt. Het bestemmingsplan maakt bebouwing op het binnenterrein mogelijk, zij het dat het bouwvlak is verschoven ten opzichte van het bouwvlak in het voorheen geldende plan. Onder 12.3 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de raad zijn standpunt inzake de aan te houden afstand van 3 m tussen het bouwvlak en de grens van het perceel van [appellant sub 2A] en [appellant sub 2B] onvoldoende heeft gemotiveerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:385
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202001365/2/R3

202001882/1/R3

Bij besluit van 16 januari 2020 heeft de raad van de gemeente Borger-Odoorn het bestemmingsplan "Het Land van Bartje" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe planologische regeling voor het bestaande vakantiepark "Het Land van Bartje" gelegen in het dorp Ees in de gemeente Borger-Odoorn. Het huidige park heeft een oppervlakte van ongeveer 40 ha en bestaat uit 299 recreatiewoningen en 100 stacaravans. Het bestemmingsplan maakt een uitbreiding van het vakantiepark mogelijk aan de noord- en zuidzijde van het park. Het perceel aan de noordzijde is een bosperceel van ongeveer 3,6 ha. Op dit noordelijke perceel, ook wel genoemd uitbreidingslocatie A, is een uitbreiding voorzien van de recreatieve verblijfseenheden van het vakantiepark naar in totaal 440 recreatiewoningen. Het perceel aan de zuidzijde is een agrarisch perceel met een oppervlakte van ongeveer 8 ha. Dit perceel, ook wel genoemd uitbreidingslocatie B, is in het bestemmingsplan bestemd voor dagrecreatie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:422
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak202001882/1/R3

202002119/1/R4

Bij besluit van 14 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Twenterand aan [pluimveebedrijf] een omgevingsvergunning verleend voor het vervangen van de stalinrichting op het perceel [locatie 1] te Geerdijk. Op het perceel is een pluimveebedrijf gevestigd waar legkippen worden gehouden. Het pluimveebedrijf wil de stalinrichting van de pluimveestal vervangen door een volière-huisvesting voor het houden van 15.000 stuks biologische legkippen (de voorkeuroptie) of 18.050 stuks vleeskuikenouderdieren (de terugvaloptie). Daarnaast wil het pluimveebedrijf een mestloods en wintergarten realiseren op het perceel. Bij besluit van 14 november 2018 heeft het college de gevraagde omgevingsvergunning verleend. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] vrezen voor overlast als gevolg van de aanpassingen aan het pluimveebedrijf en voor nadelige gevolgen voor de natuur in de omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:362
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak202002119/1/R4

202002454/1/A2

Bij besluit van 4 september 2018 heeft het dagelijks bestuur van het Waterschap Aa en Maas het verzoek om nadeelcompensatie van Heerenpeel afgewezen. Heerenpeel exploiteert een landbouwbedrijf aan de Schipperspeel 3 te Oploo. Enkele agrarische percelen van Heerenpeel grenzen aan waterlopen die in beheer en onderhoud zijn van het waterschap. De percelen liggen aan de noordkant van Oploo en wateren grotendeels af op watergang 11000301. Deze waterloop komt uit in de Oploose Molenbeek. Een deel van de percelen kan ook direct naar het oosten op de Oploose Molenbeek afwateren. Van 27 mei tot en met 28 juni 2016 heeft het landbouwbedrijf te kampen gehad met extreme regenval. Dit heeft geleid tot wateroverlast op de agrarische percelen (nummers 22, 31 en 34) met gewasschade tot gevolg. Heerenpeel heeft deze percelen eind 2015/ begin 2016 verworven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:402
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202002454/1/A2

202002776/1/R3

Bij besluit van 20 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee zijn beslissing om op 19 juni 2018 spoedeisende bestuursdwang toe te passen vanwege overtreding van het Bouwbesluit 2012 op schrift gesteld. [appellant sub 1] is eigenaar van het pand aan de [locatie] in Oude-Tonge. [appellant sub 1] is bestuurder van [bedrijf] is een handelsnaam van [bedrijf] verzorgt de huisvesting voor arbeidsmigranten. Naar aanleiding van een handhavingsverzoek heeft op 19 juni 2018 door toezichthouders van de gemeente samen met de brandweer een controle van het pand plaatsgevonden. Op grond van de bevindingen tijdens de controle heeft het college besloten om terstond bestuursdwang toe te passen door het pand te verzegelen. In het besluit van 20 juni 2018 staat dat de spoedeisende bestuursdwang is toegepast wegens overtreding van de artikelen 6.20, 6.22, 6.23, 6.24 en 6.25 van het Bouwbesluit 2012.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:399
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202002776/1/R3

202003476/1/A2

Bij besluit van 6 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Boxmeer het verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in door hem geleden planschade afgewezen. [appellant] was ten tijde van belang eigenaar van een bedrijfsgebouw aan de [locatie 1] te Boxmeer en van een bedrijfsgebouw en bedrijfswoning aan de [locatie 2] te Boxmeer. Op 2 november 2017 heeft het college een verzoek van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade ontvangen. [appellant] stelt, voor zover thans nog van belang, schade te hebben geleden als gevolg van het bestemmingsplan "Boxmeer Zuidwest" (hierna: het nieuwe bestemmingsplan), dat op 13 maart 2015 onherroepelijk is geworden. Het college heeft over het op het verzoek te nemen besluit advies gevraagd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken. De SAOZ heeft in een advies van 12 oktober 2018 een vergelijking gemaakt tussen het nieuwe bestemmingsplan en het daarvoor geldende bestemmingsplan "Onderwijsplein".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:409
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003476/1/A2

202003579/1/A3

Bij besluit van 8 augustus 2018 heeft de korpschef van politie de door Elite Security Force gevraagde toestemming om [wederpartij] beveiligingswerkzaamheden te laten verrichten geweigerd. Elite Security Force is een beveiligingsbedrijf. Zij heeft de korpschef op 16 januari 2018 op grond van artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus verzocht toestemming te verlenen om [wederpartij] als beveiliger te werk te kunnen stellen. De korpschef heeft de toestemming geweigerd omdat hij [wederpartij] onvoldoende betrouwbaar acht om beveiligingswerkzaamheden te verrichten dan wel de belangen van de veiligheidszorg of de goede naam van de bedrijfstak niet te schaden. Hieraan heeft de korpschef ten grondslag gelegd dat uit mutaties en nader onderzoek blijkt dat [wederpartij] tot tweemaal toe is aangetroffen, terwijl hij zonder de vereiste toestemming beveiligingswerkzaamheden verrichtte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:403
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Beveiligingswerkzaamheden
  • uitspraakin de zaak202003579/1/A3

202003841/1/R3

Bij besluit van 26 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede aan [appellant A] en [appellant B] onder meer lasten onder dwangsom opgelegd om het gebruik van het perceel [locatie] in Enschede als (jeugd)zorginstelling met dag- en nachtopvang voor cliënten met een verstandelijke beperking te (laten) staken en gestaakt te (laten) houden en om niet meer dan 4 motorvoertuigen op het perceel aanwezig te hebben, hetzij gestald of voor reparatie of voor handel, en jaarlijks niet meer dan 2 motorvoertuigen te repareren of te verhandelen, waarbij de motorvoertuigen doorgaans in de vier garageboxen op het perceel gestald dienen te worden. In het voorjaar van 2017 hebben toezichthouders van de gemeente naar aanleiding van een anonieme klacht een controle uitgevoerd op het perceel [locatie]. Hierbij is geconstateerd dat op het perceel werkzaamheden plaatsvinden aan motorvoertuigen en dat in de woning zorg wordt verleend aan vier cliënten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:397
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202003841/1/R3

202004208/1/R2

Bij besluit van 13 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uden aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een winkelruimte en het aanleggen van een inrit op het perceel [locatie] in Uden. Bij het besluit van 13 april 2017 heeft het college aan [appellante sub 2] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een winkelruimte en het aanleggen van een inrit op het perceel. Bij brief van 4 oktober 2017 heeft het college toegelicht dat, in tegenstelling tot wat in het besluit van 13 april 2017 staat, dat besluit bij nader inzien toch slaat op de vestiging van een supermarkt op het perceel. Bij besluit van 23 januari 2018 heeft het college het bezwaar van [appellante sub 1] tegen het besluit van 13 april 2017 niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:360
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202004208/1/R2

202005104/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd. In artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (hierna: de Apv) is het verbod opgenomen om op of aan de weg post te vatten met het kennelijke doel om drugs te verhandelen. In een bestuurlijke rapportage van de politie van 28 februari 2019 staat dat is geconstateerd dat [appellant] dit verbod heeft overtreden op 22 februari 2019 in het Burgemeester In ‘t Veldpark in Zaandam. Het college heeft daarin aanleiding gezien om aan [appellant] een last onder dwangsom op te leggen. Als weer wordt geconstateerd dat [appellant] op of aan de weg postvat met het kennelijke doel om drugs te verhandelen, moet hij een dwangsom betalen van € 2.500 per overtreding tot een maximum van € 10.000.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:400
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005104/1/A3

202005314/1/R3

Bij besluit van 25 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Brielle het verzoek van [appellante sub 1] om handhavend op te treden tegen het pand op het perceel [locatie A] te Brielle, afgewezen. [appellante sub 1] woont op het perceel [locatie B]. Zij heeft bij brief van 21 februari 2018 het college verzocht handhavend op te treden tegen het pand op het perceel [locatie A]. Zij heeft er daarbij op gewezen dat de nok van het pand is verhoogd in afwijking van de op 9 april 2015 verleende omgevingsvergunning. Zij heeft er verder op gewezen dat het gehele pand als B&B wordt gebruikt, wat in strijd is met het bestemmingsplan en afwijkt van de verleende omgevingsvergunning. Het college heeft het verzoek om handhavend op te treden afgewezen. [appellante sub 1] is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:391
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005314/1/R3

202005689/1/R4

Bij besluit van 13 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Epe [appellant A] en [appellant B] onder oplegging van dwangsommen gelast om de oppervlakte van de recreatiewoning op het perceel aan de [locatie] te Emst terug te brengen tot maximaal 75 m², de op dat perceel aanwezige garage, schuur, houthok en kippenhok te verwijderen en verwijderd te houden, en het niet-recreatieve gebruik van de recreatiewoning te beëindigen en beëindigd te houden. [appellant A] en [appellant B] zijn de eigenaren van de woning en bijbehorende bouwwerken op het perceel aan de [locatie] te Emst. Zij bewonen de woning met hun gezin. Het college heeft [appellant A] en [appellant B] onder oplegging van een dwangsom van € 25.000,00 ineens gelast om de oppervlakte van de woning te reduceren en onder oplegging van een tweede dwangsom van € 25.000,00 ineens gelast het niet-recreatieve gebruik van de woning te beëindigen en beëindigd te houden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:386
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202005689/1/R4

202005857/1/R2

Bij besluit van 23 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor een bed and breakfast op het perceel [locatie] te Sint-Michielsgestel. Op 23 mei 2019 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor een B&B in het pand op [locatie]. [appellant] woont in de omgeving van het pand en verzet zich tegen de oprichting van de B&B. Hij vreest dat de B&B parkeerproblemen in de buurt zal veroorzaken. Volgens het college kan [appellant] niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) worden aangemerkt. Het college heeft het bezwaar van [appellant] daarom niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard. Volgens de rechtbank heeft het college [appellant] terecht als niet-belanghebbende aangemerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:410
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005857/1/R2

202006204/1/R3

Bij besluit van 2 mei 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg [appellant A] onder oplegging van een dwangsom gelast om binnen zes maanden na de verzending van dat besluit diverse bouwwerken te verwijderen van het perceel [locatie 1]/[locatie 2] te Dedemsvaart. Na een controle op 7 november 2018 op de percelen [locatie 1] en [locatie 2] te Dedemsvaart heeft het college bij brief van 16 april 2019 laten weten dat het heeft geconstateerd dat zich op die percelen diverse bouwwerken bevinden die zonder omgevingsvergunning zijn gebouwd. Daarop heeft het college [appellant A] en [appellant B] bij afzonderlijke besluiten gelast een aantal van die bouwwerken te verwijderen van deze percelen en verwijderd te houden. In het besluit op bezwaar heeft het college de eerder aan [appellant A] en [appellant B] opgelegde lasten onder dwangsom ingetrokken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:420
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006204/1/R3

202006216/1/A3

Bij besluit van 24 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Delft de aanvraag van [appellant A] en [appellant B] voor een voorrangsverklaring afgewezen. [appellant A] en [appellant B] hebben drie kinderen en wonen daarmee samen in een eengezinswoning, met twee slaapkamers en een tuin, aan de [locatie]. Twee van de kinderen, [dochter] en [zoon], hebben visuele beperkingen en een motorische ontwikkelingsachterstand als gevolg van het syndroom van Joubert. Op 31 december 2019 hebben [appellant A] en [appellant B] een aanvraag voor een voorrangsverklaring ingediend, omdat zij een woning wensen in de buurt van revalidatiecentrum Basalt en het Reinier de Graafziekenhuis in Delft, waar [dochter] en [zoon] worden behandeld, en de school in Delft waar [dochter] en [zoon] speciaal onderwijs zullen volgen. De woning waarin ze nu wonen is daarnaast te klein en [appellant B] is door de situatie overbelast.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:416
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202006216/1/A3

202006412/1/A2

Bij besluit van 6 september 2019 heeft het CBR [wederpartij] verplicht mee te werken aan een onderzoek naar zijn geschiktheid om motorrijtuigen te besturen en de geldigheid van zijn rijbewijs geschorst. Op 5 augustus 2019 is [wederpartij] aangehouden door de politie op verdenking van rijden onder invloed. Bij [wederpartij] is een bloedonderzoek afgenomen, waaruit is gebleken dat hij amfetamine in zijn bloed had met een waarde van 1000 microgram per liter bloed. Daarop heeft de politie Eenheid Noord-Nederland op grond van artikel 130, eerste lid, van de Wvw 1994 aan het CBR meegedeeld dat het vermoeden bestaat dat [wederpartij] niet langer beschikt over de rijvaardigheid, dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid vereist voor het besturen van de categorieën motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven. In geschil is of het CBR aan [wederpartij] een onderzoek naar de geschiktheid mocht opleggen en de geldigheid van zijn rijbewijs mocht schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:415
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202006412/1/A2

202006853/1/R3

Bij besluit van 19 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning voor de duur van vijf jaar verleend voor het wijzigen van het gebruik van de bedrijfsruimte van de panden aan het [locatie 1] en [locatie 2] te Den Haag. Het [bedrijf] (hierna: het garagebedrijf) is gevestigd in de oude brandweerkazerne aan de [locatie 3] te Den Haag. Omdat deze brandweerkazerne zal worden gesloopt, wil [vergunninghouder] het garagebedrijf verplaatsen naar de bedrijfsruimtes van de panden aan het [locatie 1] en [locatie 2] te Den Haag (hierna: de percelen) voor een periode van vijf jaar. Dit is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Willem Dreespark e.o.". [appellant] woont aan het [locatie 4] te Den Haag. Hij vreest dat de vestiging van het garagebedrijf zal leiden tot een grotere parkeerdruk in de directe omgeving en om die reden heeft hij tegen de verleende omgevingsvergunning bezwaar gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:395
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202006853/1/R3

202006986/1/R2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veldhoven aan [partij] een omgevingsvergunning verleend. Het gaat om de activiteiten bouwen en afwijken van een bestemmingsplan voor het uitbreiden van de woning op het perceel [locatie] te Veldhoven. [partij] is de eigenaar van de woning op [locatie] te Veldhoven. Op 6 november 2019 heeft hij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het vergroten van zijn woning. De aanvraag ziet op een vergroting aan de achterzijde van de woning. Deze vergroting beslaat twee bouwlagen, waarbij op de begane grond een leefkeuken en op de eerste verdieping een extra slaapkamer aan de woning worden toegevoegd. Deze tweelaagse uitbreiding wordt met een plat dak uitgevoerd. Daarnaast worden de bestaande garage en berging/tuinkamer bij de woning betrokken en verandert de functie van de berging/tuinkamer in tuinkamer. Dit deel van het bouwplan bestaat uit één bouwlaag en wordt eveneens geheel plat uitgevoerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:419
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202006986/1/R2

202100024/1/R3

Bij besluit van 11 november 2020 heeft de raad van de gemeente Leeuwarden het bestemmingsplan "Leeuwarden - Partiële herziening Archeologie" vastgesteld. Het plan "Leeuwarden - Partiële herziening Archeologie" beoogt de bescherming van het archeologische erfgoed voor het hele grondgebied van de gemeente Leeuwarden op dezelfde wijze te regelen. Uit paragraaf 1.1 van de plantoelichting volgt dat de archeologische situatie in het plangebied is bekeken en dat vervolgens de archeologische verwachtingswaarden zijn omgezet in archeologische dubbelbestemmingen, zoals "Waarde - Archeologie 1" en "Waarde - Archeologie 2". Deze dubbelbestemmingen hebben in samenhang met de planregels tot gevolg dat een regeling ter bescherming van archeologische waarden geldt voor de activiteiten bouwen en het uitvoeren van een werk en werkzaamheden indien bodemingrepen noodzakelijk zijn. De regeling geldt alleen indien de in de desbetreffende planregel aangegeven oppervlakte en diepte wordt overschreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:396
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Friesland
  • uitspraakin de zaak202100024/1/R3

202100057/1/R3

Bij besluit van 19 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag geweigerd aan [partij] een omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen van de voorgevel van het pand aan de [locatie] te Den Haag door het plaatsen van een airco-unit op de luifel. Op 7 maart 2018 heeft [partij] een omgevingsvergunning aangevraagd voor het veranderen van de voorgevel van het pand op het perceel aan de [locatie] te Den Haag door het plaatsen van een airco-unit op de luifel. Bij het besluit op bezwaar van 23 oktober 2018 heeft het college voor de activiteiten genoemd in artikel 2.1, eerste lid, onder a en f, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning - alsnog - verleend. De stichting heeft volgens haar statuten ten doel het behoud, de versterking en de reconstructie van het gewaardeerd stadsgezicht in het algemeen en dat van de stad Den Haag in het bijzonder.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:394
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100057/1/R3

202100080/1/R3

Bij besluit van 30 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast het innemen van een ligplaats nabij het perceel [locatie] te Boornzwaag te staken en gestaakt te houden. [appellant] is mede-eigenaar van het perceel [locatie]. Op 6 april 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente geconstateerd dat [appellant] daar een boot had aangemeerd. Staatsbosbeheer heeft deze constatering ook gedaan en het college op 10 april 2018 verzocht daartegen handhavend op te treden. Bij brief van 24 april 2018 heeft het college [appellant] laten weten voornemens te zijn handhavend te gaan optreden. In zijn besluit van 30 oktober 2018 heeft het college dat gedaan. [appellant] is het niet eens met het handhavend optreden. Volgens hem is het college niet bevoegd om handhavend op treden of, als het wel bevoegd is, had het van handhavend optreden moeten afzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:418
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100080/1/R3

202100632/1/R1

Bij besluit van 2 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlem geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor 'het legaliseren van een woning op de begane grond en het maken van een dakterras op de eerste verdieping op het perceel [locatie 1] te Haarlem. [appellant] is eigenaar van het pand op de locatie [locatie 2] in Haarlem. Dit pand is gesplitst in drie woningen. Bij besluit van 2 augustus 2019 heeft het college geweigerd om aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen. Dit besluit heeft betrekking op verschillende onderdelen, namelijk het legaliseren van een bestaande aanbouw, het gebruik van de parterre van het pand voor bewoning, het realiseren van een dakterras, de plaatsing van een afvoerpijp van een cv-ketel en parkeren. Het gaat nu in hoger beroep alleen nog over het legaliseren van de bestaande aanbouw. De aanbouw staat aan het einde van de achtertuin en is bereikbaar via een doorgang die de aanbouw met het hoofdgebouw verbindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:390
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202100632/1/R1

202100803/1/R3

[appellant] heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de raad van de gemeente Den Haag op zijn verzoek tot herziening van het bestemmingsplan "Regentesse / Valkenboskwartier (eerste herziening)". [[appellant] woont op het perceel aan de [locatie] te Den Haag. [appellant] wil een dakopbouw op zijn woning realiseren. Aan het perceel van [appellant] is in het bestemmingsplan de bestemming "Wonen - 1" en de gebiedsaanduiding "overige zone - gemeentelijk beschermd stadsgezicht" toegekend. De aanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakopbouw" ontbreekt voor zijn perceel. Dit betekent dat gelet op artikel 23.2.1, aanhef en onder c, van de planregels geen dakopbouw mag worden gebouwd. Hij wenst daarom dat de raad het bestemmingsplan "Regentesse-/Valkenboskwartier (Integrale herziening)" voor zijn perceel wijzigt. De raad heeft het verzoek van [appellant] afgewezen, omdat hij - kort gezegd - een dakopbouw op de woning van [appellant] niet passend vindt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:393
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202100803/1/R3

202101688/1/R4

Bij besluit van 28 januari 2021 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Zuidelijke Stadsrand" vastgesteld. [appellante] woont op het perceel [locatie 1] in Harderwijk. Dit perceel grenst aan het perceel dat kadastraal bekend is als sectie F, nummer 2157, te Harderwijk. Dit perceel is in eigendom bij [partij]. Het voorliggende bestemmingsplan "Zuidelijke Stadsrand" heeft onder andere betrekking op het perceel. De raad heeft beoogd op perceel 2157 in ruil voor de sloop van 640 m2 aan verouderde voormalige agrarische bijgebouwen te voorzien in de mogelijkheid bijgebouwen tot een maximale oppervlakte van 250 m2 ten behoeve van de woonfunctie te realiseren. Dit is volgens de raad in lijn met de zogeheten ‘rood-voor-rood-regeling’ die voor grote delen van het buitengebied van de gemeente geldt en heeft als doel de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Volgens de raad is bebouwing op perceel 2157 wel mogelijk, doordat dit perceel middels een koppelteken wordt gekoppeld aan perceel [locatie 2].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:392
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202101688/1/R4

202101821/1/A3

Bij besluit van 13 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een aanvraag van [appellant] om verlening van een omzettingsvergunning voor de woning aan [locatie] in Amsterdam ingewilligd. Bij besluit van 16 februari 2021 heeft het college het besluit van 13 september 2018 ingetrokken, geweigerd een omzettingsvergunning te verlenen en opnieuw het bezwaar van Bewonersvereniging Het Breed ongegrond verklaard. Het college heeft bij besluit van 13 september 2018 aan [appellant] een vergunning verleend voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar maximaal vier onzelfstandige woonruimten in de woning. Aanvankelijk was de woning een zelfstandige woonruimte. Deze is omgezet in vier onzelfstandige woonruimten met een gemeenschappelijke verblijfsruimte, een keuken en een badkamer. Tegen het besluit van 13 september 2018 is door de Bewonersvereniging bezwaar gemaakt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de uitspraak van de Afdeling van 18 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:277.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:408
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101821/1/A3

202101912/1/A3

Bij besluit van 13 juli 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nissewaard geweigerd om aan [appellant] een urgentieverklaring als woningzoekende te verlenen. [appellant] woont in Spijkenisse bij een kennis in een woning op de achttiende verdieping. Hij heeft bij het college een urgentieverklaring als woningzoekende aangevraagd omdat deze woonsituatie in combinatie met zijn hoogtevrees bij hem leidt tot gezondheidsklachten, waaronder hart- en psychische klachten. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat [appellant] inwonend is en daarmee niet voldoet aan een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een urgentieverklaring, te weten het hebben van een zelfstandige woning. In het bestreden besluit heeft het college daaraan toegevoegd dat [appellant] niet voldoende heeft gedaan om zelf andere woonruimte te vinden. In het bestreden besluit staat verder dat uit zorgvuldigheidsoverwegingen advies is gevraagd aan een onafhankelijk medisch deskundige.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:398
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101912/1/A3

202101915/1/A3

Bij besluit van 26 april 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders aan Logejo B.V. een vergunning verleend voor de exploitatie van een kamerverhuurbedrijf voor onbepaalde tijd in het pand aan de Oversteeg 15-17 in De Steeg. Het college heeft, voordat het dat besluit nam, aan Logejo B.V. op 4 mei 2016 eenzelfde vergunning verleend, maar dan voor de duur van een jaar. Tegen deze vergunning had onder meer [appellant sub 2] ook rechtsmiddelen ingesteld. Dit leidde tot de uitspraak van de Afdeling van 3 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2018:3222. De Afdeling oordeelde toen dat de exploitatie in strijd was met het bestemmingsplan ‘De Steeg 2015’, omdat op het moment van vergunningverlening op de planverbeelding die op ruimtelijkeplannen.nl was geplaatst niet de aanduiding ‘kamerverhuur’ voor het perceel Oversteeg 15-17 was weergegeven. De Afdeling oordeelde dat de verbeelding op ruimtelijkeplannen.nl doorslaggevend is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:421
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101915/1/A3

202101951/1/A3

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. [appellante] heeft een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring. Haar dochter [dochter] heeft narcolepsie en kataplexie. Het eerste is een slaapstoornis, waarbij het dagelijkse ritme onregelmatig is. Het tweede is een aandoening waardoor [dochter] het gevoel in haar spieren verliest, stuiptrekkingen krijgt of neervalt. Daardoor moet [dochter] gedurende de dag meerdere keren medicatie gebruiken en rustmomenten aanhouden. Het huidige appartement is volgens [appellante] ongeschikt voor haar gezin, omdat het van belang is dat [dochter] een eigen slaapkamer heeft waar ze in alle rust kan verblijven. Er is in het appartement slechts één slaapkamer die onder andere ook wordt gebruikt als kledingkamer. [appellante] slaapt nu in de woonkamer. De badkamer is alleen te betreden via de slaapkamer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:414
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202101951/1/A3

202102941/1/A3

Bij besluit van 20 december 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam een aanvraag van [appellante] om een huisvestingsvergunning afgewezen. [appellante] is in 2014 met haar man en kinderen vanuit Nederland naar Marokko verhuisd en is in september 2019 met kinderen naar Nederland teruggekomen. Ze had toen geen inkomen en heeft een bijstandsuitkering aangevraagd. Ze heeft een woning gevonden aan de [locatie A] te Rotterdam in de buurt Tarwewijk. Om in die buurt te mogen gaan wonen is een huisvestingsvergunning van het college nodig die zij op 23 oktober 2019 heeft aangevraagd. Het college heeft de aanvraag afgewezen, omdat zij ten tijde van haar aanvraag korter dan zes jaar in de regio Rotterdam woonde en niet voldoet aan het ingevolge artikel 2.6, eerste lid, van de Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad 2017/2 geldende vereiste dat zij een inkomen uit werk heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:363
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202102941/1/A3

202103023/1/A3

Bij besluit van 19 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nu: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellante] vanwege een arbeidsongeval een bestuurlijke boete opgelegd van € 27.000 vanwege overtreding van artikel 7.5, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op 26 november 2018 heeft een medewerker van [appellante] bij het verrichten van onderhoudswerkzaamheden aan een zwoerdmachine letsel opgelopen. In de zwoerdmachine was na revisie een rammelend geluid te horen. Het slachtoffer, werkzaam als onderhoudsmonteur, wilde een collega helpen dit op te lossen. Het slachtoffer stond bij zijn werkzaamheden over de machine gebogen toen eerst de linkermouw en vervolgens de rechtermouw van zijn te ruime werkjas door de draaiende zwoerdmachine naar binnen werden getrokken. De zwoerdmachine is vervolgens omgevallen waardoor de beveiliging niet langer blokkeerde en de machine zichzelf uitschakelde.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:407
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202103023/1/A3

202103214/1/R1

Bij besluit van 31 maart 2021 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Woonboten Oostenburgervaart" vastgesteld. Met het plan "Woonboten Oostenburgervaart" wordt onder meer de maatvoering van de woonboten in de Oostenburgervaart in overeenstemming gebracht met de Nadere regels bij vervanging en verbouwing van woonboten en bedrijfsvaartuigen. De maximale breedte voor woonboten wordt teruggebracht naar 5 m en de maximale hoogte naar 2,5 m. De maximale lengte wordt 20 m voor een ark, 22,5 m voor vaartuigen en 25 m voor schepen. In het vorige bestemmingsplan "Stadswerf Oostenburg" was een maximale bouwhoogte voor woonboten opgenomen van 6 m, een maximale breedte van 7 m en een maximale lengte van 20 m. Het plangebied omvat uitsluitend het water van de Oostenburgervaart waar woonboten zijn toegestaan en wordt begrensd door het Oostenburgerpark, de Oostenburgerkade en het INIT-gebouw met het bijbehorende parkeerterrein.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:388
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202103214/1/R1

202103258/1/V6

Bij besluit van 12 juni 2019 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het verzoek van [appellante] om verlenging van de inburgeringstermijn afgewezen. Bij brief van 1 mei 2014, bezien in samenhang met een kennisgeving van 1 november 2013, heeft de minister [appellante] meegedeeld dat zij inburgeringsplichtig is, dat haar inburgeringstermijn is gestart op 31 mei 2013 en dat zij vóór 30 mei 2016 aan deze plicht moet hebben voldaan. Vervolgens heeft de minister de inburgeringstermijn verlengd tot 18 oktober 2018 wegens ziekte van [appellante]. Zij stelt dat het door PTSS en depressie ook niet mogelijk was om vóór 18 oktober 2018 aan haar inburgeringsplicht te voldoen en zij heeft daarom op 5 september 2018 de minister verzocht om verdere verlenging van de inburgeringstermijn. Bij medisch advies van 3 juni 2019 heeft B.J. van Smeden-van Oosterom, arts van Argonaut, negatief geadviseerd over het verzoek. Bij het besluit van 12 juni 2019 heeft de minister het verzoek afgewezen. Bij het besluit van

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:404
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202103258/1/V6

202103664/1/R1

Bij besluit van 6 mei 2021 hebben de minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een partiële herziening van het rijksinpassingsplan "Windpark Zeewolde" vastgesteld. Bij besluit van 14 augustus 2017, gewijzigd bij besluit van 2 maart 2018, hebben de ministers het rijksinpassingsplan "Windpark Zeewolde" vastgesteld ten behoeve van de bouw en aanleg van het windpark. Het rijksinpassingsplan voorziet in het vervangen van 221 bestaande windturbines door 91 nieuwe windturbines in het zuidelijk deel van Flevoland, meer specifiek in het buitengebied van de gemeenten Zeewolde en Almere. Het rijksinpassingsplan is onherroepelijk geworden als gevolg van de uitspraak van de Afdeling van 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4198. Het rijksinpassingsplan wordt door middel van deze partiële herziening aangevuld met een regeling die de raad van de gemeente Almere de bevoegdheid geeft de beslisboom slagschaduw uit het bestemmingsplan "Oosterwold" aan te passen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:417
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Inpassingsplan
  • uitspraakin de zaak202103664/1/R1

202104875/1/R1

Bij besluit van 27 mei 2021 heeft de raad van de gemeente Purmerend het bestemmingsplan "Gorslaan 10 2020" vastgesteld. Het plan voorziet in het ophogen van het bestaande (kantoor)pand met twee nieuwe verdiepingen op het perceel aan de Gorslaan 10 in Purmerend en maakt maximaal 57 sociale appartementen mogelijk. Op zowel de begane grond als de verdiepingen wordt een woonfunctie mogelijk gemaakt. [appellant] woont ten noordwesten van het plangebied en vreest voor parkeeroverlast als gevolg van het plan. [appellant] betoogt dat het plan voor de toekomstige bewoners in het geheel niet in parkeerplaatsen voorziet. Het gevoerde ontmoedigingsbeleid voor autobezit, betekent volgens [appellant] niet dat toekomstige bewoners niet over een auto zullen beschikken, omdat niets zich hiertegen verzet. Bewoners zullen in dat geval aangewezen zijn op de openbare parkeerplaatsen, terwijl niet is onderzocht wat de verwachting is van het aantal potentiële bewoners met een auto ondanks voornoemd ontmoedigingsbeleid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:405
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202104875/1/R1

202105560/1/A2

Bij besluit van 30 september 2019 heeft de Raad voor Rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. [appellant] heeft de Politie Eenheid Midden-Nederland verzocht om inzage in zijn politiegegevens op grond van artikel 25 van de Wet politiegegevens. De politie heeft dit verzoek afgewezen, en zich daarbij onder meer op het standpunt gesteld dat het om redenen van bedrijfsvoering redelijk is om aan [appellant] eenmaal per jaar de mogelijkheid van inzage te bieden. Voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] in de beroepsprocedure tegen die afwijzing, heeft Blasweiler een toevoeging aangevraagd. De raad heeft de aanvraag bij het besluit van 8 oktober 2019, gehandhaafd bij het besluit van 24 januari 2020, afgewezen. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat [appellant] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het belang in de zaak waarvoor de toevoeging is aangevraagd dermate groot is dat dit opweegt tegen de kosten van rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:411
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105560/1/A2

202105571/1/A2

Bij besluit van 21 augustus 2019 heeft de Raad voor Rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. Blasweiler heeft een toevoeging aangevraagd voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] voor het indienen van een wrakingsverzoek in een strafzaak waarin [appellant] verdachte is. De raad heeft de aanvraag afgewezen omdat Blasweiler niet bij de raad staat ingeschreven met de specialisatie op het rechtsterrein strafrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat niet van bijzondere omstandigheden is gebleken die zouden moeten leiden tot de conclusie dat de raad alsnog gehouden was het verzoek van [appellant] om gesubsidieerde rechtsbijstand in te willigen en daarmee van zijn eigen beleid af te wijken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:413
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105571/1/A2

202105665/1/A2

Bij besluit van 12 februari 2020 heeft de raad voor rechtsbijstand een aanvraag om een toevoeging voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] afgewezen. [appellant] heeft het college van burgemeester en wethouders van Ede verzocht om een schuld kwijt te schelden. Het college heeft dit verzoek afgewezen en dit besluit in bezwaar gehandhaafd. De rechtbank heeft het door [appellant] daartegen ingestelde beroep bij uitspraak van 18 december 2019 ongegrond verklaard. Voor het verlenen van rechtsbijstand aan [appellant] in de hoger beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep tegen die uitspraak heeft Blasweiler een toevoeging aangevraagd. De raad heeft de aanvraag om een toevoeging afgewezen, omdat [appellant] volgens de raad geen advocaat nodig heeft. De raad heeft daarbij verwezen naar artikel 12, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wet op de rechtsbijstand en artikel 7 van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria over het niet verlenen van een toevoeging voor rechtsbijstand.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:412
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202105665/1/A2

202105952/1/R4

Bij besluit van 5 oktober 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek aan LC Energy een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een zonnepark op het perceel op de hoek Munstermanstraat/spoorlijn in Silvolde. LC Energy heeft op 30 september 2019 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het zonnepark. Het perceel waarop het zonnepark wordt gerealiseerd is ongeveer 17 ha en bevindt zich in het buitengebied van Silvolde, langs de spoorlijn. De westzijde van het voorziene zonnepark grenst aan de Munstermanstraat. Volgens het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Oude IJsselstreek 2017" hebben de gronden een agrarische bestemming. Er wordt op dit moment mais verbouwd. [partij] woont aan de [locatie] in Terborg. Haar perceel grenst aan dat van het voorziene zonnepark. De Vereniging heeft als statutaire doelstelling het actief bezig zijn met de geschiedenis en het verleden van Silvolde en directe omgeving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:387
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202105952/1/R4

202200829/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad Noordwijk van 4 februari 2022, waarbij geen kandidaat van een lijst is geschrapt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:424
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200829/1/A2

202200834/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 4 februari 2022, waarbij op lijst 7 Blanco (Heming, O.) als tweede de naam van kandidaat L. Weikamp is geplaatst. [appellante] betoogt dat het centraal stembureau de naam van haar minderjarige zoon Weikamp, die zich buiten het ouderlijk gezag om kandidaat heeft gesteld, van de kandidatenlijst had moeten schrappen. Zij verzoekt de Afdeling om zijn naam alsnog van de kandidatenlijst te schrappen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:425
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200834/1/A2

202200841/1/A2

Het beroep richt zich tegen het besluit van het centraal stembureau van 4 februari 2022, waarbij de lijst met daarboven de aanduiding ‘Studenten Techniek in Politiek (STIP)’ geldig is verklaard. Op plaats 2 van die lijst is de naam ‘Enthoven’ vermeld, met als voorletters, ‘J.M.’ en daarachter tussen haakjes de roepnaam ‘Enthoven’. [appellant] betoogt dat het centraal stembureau ten onrechte de naam ‘Enthoven’ als roepnaam heeft weergegeven. Het centraal stembureau had de voornaam ‘Jip’ als roepnaam op de lijst moeten vermelden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:426
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200841/1/A2

202200848/2/A2

Ten aanzien van zaak nr. 202200848/1/A2, die op 11 februari 2022 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Niederer die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 9 februari 2022 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:427
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Verschoning
  • Kieswet
  • uitspraakin de zaak202200848/2/A2

202200906/2/R3

Bij besluit van 21 januari 2021 heeft et college van burgemeester en wethouders van Brielle een omgevingsvergunning verleend voor de kap van twaalf bomen aan het Asylplein te Brielle. In verband met de onomkeerbare gevolgen van de uitvoering van het besluit van 21 januari 2021 en de omstandigheid dat die uitvoering aanstaande is, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van ordemaatregel dat besluit te schorsen. Dat betekent dat de twaalf bomen vooralsnog niet gekapt mogen worden. Op een nader te bepalen moment zullen het verzoek om voorlopige voorziening en het hoger beroep worden behandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:443
Datum uitspraak
9 februari 2022
  • Mondelinge uitspraak
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak202200906/2/R3

202100978/1/V1

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2022:377
Datum uitspraak
8 februari 2022
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100978/1/V1
vorige pagina1...175176177...1.207volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • Abonnementenservice
  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon