Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

201900720/1/R4

Bij besluit van 4 december 2018 heeft de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming de bij besluit van 12 juli 2016 aan N.V. Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland krachtens de Kernenergiewet verleende revisievergunning voor de Kernenergiecentrale Borssele ambtshalve gewijzigd. EPZ beschikt over een vergunning voor onbepaalde tijd voor het in werking brengen en houden van de KCB. Sindsdien zijn voor de KCB verschillende vergunningen krachtens de Kernenergiewet verleend. In juli 2016 aan EPZ een vergunning verleend voor het wijzigen van de KCB en het in werking hebben van de KCB na die wijziging. De wijziging betreft het uitvoeren van 11 maatregelen die zijn voortgekomen uit de 10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie 10EVA13 en de Complementary Safety margin Assessment (CSA), ook wel het Europees robuustheidsonderzoek of de stresstest genoemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:174
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Kernenergie
  • uitspraakin de zaak201900720/1/R4

201903087/2/R3

Bij tussenuitspraak van 22 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1766, heeft de Afdeling de raad van de gemeente De Wolden opgedragen binnen 20 weken na de verzending van deze tussenuitspraak de daar omschreven gebreken in het besluit van de raad van de gemeente De Wolden van 28 februari 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Dunningen 4e fase, de Wijk" te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak, onder 10.1, overwogen dat in paragraaf 3.2 van de plantoelichting is vermeld dat de straten vanuit de Wijk Dunningen 3e fase oostwaarts worden doorgetrokken. Hoewel in het bestemmingsplan "Dunningen 4e fase, de Wijk" de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" is toegekend aan de gronden aan de zuidelijke zijde van het plangebied, kent het plan "Dunningen 3e fase, de Wijk" de bestemming "Groen" toe aan de gronden die ten oosten moeten aansluiten op de voorziene weg.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:152
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Drenthe
  • uitspraakin de zaak201903087/2/R3

201903771/1/R4

Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem opnieuw beslist op het door [appellant] gemaakte bezwaar. Het college heeft de weigering om handhavend op te treden tegen [partij] vanwege gebruik van het perceel aan de [locatie] in Doetinchem in strijd met het bestemmingsplan gehandhaafd. Op het perceel is een tuincentrum gevestigd dat onder meer sierbestrating verkoopt. [appellant] is eigenaar van een stuk grond dat grenst aan het perceel. Hij heeft het college verzocht om handhavend op te treden tegen [partij], omdat zij volgens hem in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Dichteren-2012" handelt door de sierbestrating niet alleen aan particulieren maar ook aan hoveniers te verkopen, waardoor sprake is van groothandel in plaats van de op het perceel toegestane detailhandel. Het college heeft het handhavingsverzoek afgewezen, omdat volgens hem niet is gebleken dat [partij] opereert als groothandel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:150
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903771/1/R4

201903828/1/R2

Bij besluit van 30 november 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg aan [vergunninghouder] een vergunning krachtens artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming verleend voor de exploitatie van een melkrundvee- en varkenshouderij aan de [locatie] te [plaats]. In de omgeving van het bedrijf liggen de Natura 2000-gebieden "Groote Peel", "Sarsven en de Banen" en "Weerter en Budelerbergen & Ringselven". De aanvraag dateert van 30 juni 2015 en ziet op het houden van 70 melkkoeien, 50 stuks jongvee en 220 vleesvarkens met een emissie van 1.790,0 kg NH3 / jaar. Er is niet eerder een vergunning op grond van de Wnb of de voorheen geldende Natuurbeschermingswet 1998 verleend. Voor het bedrijf is op 17 mei 1994 een vergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor 50 stuks jongvee, 70 stuks melkvee en 220 vleesvarkens. Het college heeft de Wnb-vergunning verleend omdat de aanvraag ziet op de bedrijfssituatie waarvoor op 17 mei 1994 een milieuvergunning is verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:175
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201903828/1/R2

201903862/1/R3

Bij besluit van 28 maart 2019 heeft de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee besloten om het bestemmingsplan "Woningen hoek Oude Nieuwlandseweg/Westerweg Ouddorp" niet vast te stellen. [appellant] is eigenaar van gronden op de hoek van de Westerweg en de Oude Nieuwlandseweg in Ouddorp. Hij wil ter plaatse zes (recreatie)woningen realiseren. Het college heeft medio 2016 een ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd, waarin aan de gronden van [appellant] de bestemming "Wonen" met de aanduiding "verblijfsrecreatie" en de bestemming "Natuur-Zandwallen" zijn toegekend. Er zijn in totaal zes woningen zijn toegestaan, die ook kunnen worden benut voor verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen. De gemeenteraad heeft in maart 2019 besloten hieraan geen medewerking te verlenen, omdat dit plan volgens hem leidt tot een aantasting van het landschap. [appellant] is het hier niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:168
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903862/1/R3

201904440/1/R4

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] onder oplegging van een eenmalige dwangsom van € 12.500,00 gelast om vóór 1 juli 2017 de geconstateerde gebreken in het pand aan de [locatie] te Utrecht te (doen) herstellen en hersteld te (doen) houden. [appellant] is eigenaar van het pand aan de [locatie] te Utrecht. Dit pand heeft meerdere kamers die worden verhuurd. Na inspecties op 12 december 2016 en 6 april 2017 heeft het college aan [appellant] een last onder dwangsom opgelegd vanwege een overtreding van artikel 1b, tweede lid, van de Woningwet. Het pand is volgens het college in een staat die niet voldoet aan voorschriften van het Bouwbesluit 2012.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:169
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201904440/1/R4

201904590/1/A3

Bij besluit van 27 september 2017 heeft de staatssecretaris aan [appellante] een boete van € 228.000,- opgelegd wegens overtredingen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Op 25 en 26 januari 2016 en op 1 februari 2016 hebben arbeidsinspecteurs van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd bij het fileerbedrijf [appellante] op de naleving van de Wml. Dit onderzoek is gevolgd door een administratief onderzoek. Deze bevindingen zijn voor de staatssecretaris reden geweest om - nadat ook na het voornemen tot het opleggen van de boete niet aan de vordering is voldaan - aan [appellante] bij besluit van 27 september 2017 een boete op te leggen van € 228.000,-, voor 21 overtredingen van artikel 18b, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wml. De hoogte van de boete heeft de staatssecretaris vastgesteld aan de hand van de "Beleidsregel bestuursrechtelijke handhaving Wet minimumloon en vakantiebijslag 2017".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:170
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201904590/1/A3

201906461/1/R3

Bij besluit van 17 oktober 2018 heeft de burgemeester van Groningen [appellant] onder aanzegging van bestuursdwang gelast om voor 22 oktober 2018 alle vluchtroutes in het pand aan de [locatie] in Groningen te ontdoen van obstakels, de hoeveelheid elektrische apparaten in het pand aan te passen aan het persoonlijke gebruik van [appellant], de gehele elektrische installatie door een door Sterkin erkend bedrijf te laten keuren en overeenkomstig de bevindingen van dit bedrijf te herstellen en alle in gebruik zijnde elektrische apparaten te voorzien van deugdelijke onbeschadigde elektriciteitssnoeren en stekkers. [appellant] woont in het pand aan de [locatie] in Groningen. [appellant] huurt de woning van de woningbouwstichting Stichting Nijestee in Groningen. Het college heeft in het besluit van 17 oktober 2018 aan [appellant] een last onder bestuursdwang opgelegd omdat de woning in strijd met artikel 1a, tweede lid, van de Woningwet wordt gebruikt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:163
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906461/1/R3

201906605/1/R1

Bij besluit van 2 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Terneuzen het bestemmingsplan "Terneuzen Midden, Pattistpark 2019" vastgesteld. Bij besluit van 6 augustus 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van de oostelijke toren met 48 appartementen en een parkeergarage op de locatie Pattistpark 57 t/m 104. Het plan is opgesteld voor de herontwikkeling van de locatie van het voormalige zorgcomplex Ter Schorre. Het plan voorziet nu in drie woontorens met in totaal 192 appartementen en in een parkeergarage in twee bouwlagen. De omgevingsvergunning maakt de bouw mogelijk van de oostelijke toren met 48 appartementen en een parkeergarage. [appellant] woont in het woon- en zorgcomplex Maxima aan [locatie], gelegen ten zuidoosten van het plangebied, en richt zich tegen het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:166
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201906605/1/R1

201906700/1/R3

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het kappen van 58 bomen op het perceel [locatie 1] te Wassenaar. [vergunninghouder] is voornemens het hotel op het perceel uit te breiden en heeft daarvoor in 2017 een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Deze omgevingsvergunning is door het college op 4 juli 2019 verleend. Zij heeft ook een aanvraag ingediend om 58 bomen op het perceel te kappen. [appellant A] en [appellant B] zijn het met de verlening van deze omgevingsvergunning niet eens, voor zover daarbij is vergund dat er 29 bomen in een groenstrook worden gekapt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:159
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Kapvergunningen
  • uitspraakin de zaak201906700/1/R3

201906971/1/R1 en 201906973/1/R1

Bij besluit van 18 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van bewoning op het perceel [locatie 1] te Alkmaar. Bij besluit van 3 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar [appellant] gelast om het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het pand te staken. [partij] heeft het college in april 2016 verzocht om handhavend op te treden tegen de bewoning van het achter haar woning gelegen pand. In november 2016 heeft het college [appellant] een last onder dwangsom opgelegd ter beëindigding van het gebruik van het pand als woning. In april 2017 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is onherroepelijk geworden. In januari 2019 heeft [appellant] een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend om het strijdige gebruik van het pand als woning te legaliseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:167
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906971/1/R1 en 201906973/1/R1

201907450/1/R3

Bij besluit van 18 juli 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag [appellant] onder oplegging van een dwangsom van € 2000,00 ineens gelast om het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel aan de [locatie 1] in Den Haag als cateringbedrijf te beëindigen en beëindigd te houden. De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat het gebruik van het pand in Den Haag in strijd is met het bestemmingsplan "Laakwijk - Schipperskwartier" en dat het college in het besluit van 11 juni 2010 niet impliciet vrijstelling van het bestemmingsplan heeft verleend. Het college was dan ook bevoegd daartegen handhavend op te treden. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet kan slagen en dat de rechtbank niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhaving dient te worden afgezien. [appellant] kan zich niet vinden in het oordeel van de rechtbank over detailhandel en horeca.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:164
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907450/1/R3

201907460/1/R3

Bij besluit van 2 oktober 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zederik, nu de gemeente Vijfheerenlanden, het verzoek van [appellante] om handhaving van een veronderstelde illegale demping van een sloot en aanplant van struiken op en nabij het perceel Achthoven 7 in Lexmond afgewezen. [appellante] heeft het college verzocht om handhavend op te treden. Het verzoek van [appellante] ziet op het dempen van een sloot/watergang nabij haar perceel en op de aanplant van struiken door haar buren voor zover die op of over haar perceel groeien. [appellante] had al eerder verzocht om handhavend op te treden tegen de aanplant. Het college heeft het verzoek afgewezen. De rechtbank heeft in de uitspraak van 23 augustus 2019 over het verzoek om handhaving tegen het dempen van de sloot/watergang geoordeeld dat [appellante] niet aannemelijk heeft kunnen maken dat ondanks de uitkomst van de eerdere bestuursrechtelijke procedure een vergunning was vereist voor het dempen van de sloot/watergang.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:157
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201907460/1/R3

201908214/1/R1

Bij besluit van 1 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag onder meer de locatie aan de Breitnerlaan, ter hoogte van nummer 313, in de wijk Benoordenhout in het stadsdeel Haagse Hout in Den Haag, aangewezen voor de plaatsing van een ondergronds "afvalsorteerstraatje". Het college heeft een plaatsingsplan vastgesteld voor een ondergronds afvalsorteerstraatje in de wijk Benoordenhout in het stadsdeel Haagse Hout in Den Haag. Het afvalsorteerstraatje bestaat uit een aantal ondergrondse containers voor verschillende soorten afval, zoals glas, textiel, papier en het zogenoemde PMD-afval (Plastic, Metalen verpakkingen en Drinkpakken). [appellante] woont aan de [locatie] in Den Haag. Zij kan zich niet verenigen met de plaatsing van het afvalsorteerstraatje op deze locatie, aangezien zij vreest voor de aantasting van haar woon- en leefklimaat als gevolg van de aanwezigheid van het ondergrondse afvalsorteerstraatje tegenover haar woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:165
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908214/1/R1

201908387/1/A2

Bij besluit van 17 september 2018 heeft het bestuur van het Participatiefonds het verzoek van Amstelwijs om gevolg te geven aan het besluit van 25 september 2017 en een bedrag van € 250.000,00 uit te betalen, afgewezen. Op 19 september 2011 heeft Amstelwijs [werknemer] ontslagen. Aan dat ontslag heeft zij primair plichtsverzuim en subsidiair redenen van gewichtige aard, gelegen in een onherstelbare vertrouwensbreuk, ten grondslag gelegd. In 2011 is ook de aanvraag van [werknemer] voor een WW-uitkering en bovenwettelijke uitkeringen door het UWV en WWplus - een uitkeringsinstantie voor bovenwettelijke WW-uitkeringen - afgewezen vanwege verwijtbare werkloosheid. Op 12 februari 2018 heeft Amstelwijs een verzoek ingediend om een bedrag van € 250.000,00 dat zij uit hoofde van een uitkeringsgarantie aan voormalig werknemer [werknemer] heeft betaald, uit te keren. Dat verzoek heeft het Participatiefonds afgewezen omdat de ingediende kosten geen uitkeringskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:145
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak201908387/1/A2

201908583/1/R4

Bij besluit van 18 mei 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk [appellante] onder bedreiging van een dwangsom gelast het gebruik van een bouwwerk op het perceel [locatie] te Winterswijk voor wonen te beëindigen en beëindigd te houden. [appellante] woont sinds 2001 op het perceel in een bouwwerk dat eerst als berging werd gebruikt en daarna voor bewoning geschikt is gemaakt. Op grond van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied Winterswijk" en de op het perceel rustende bestemming "Bos", is het niet toegestaan om op het perceel te wonen. Het college heeft [appellante] daarom onder bedreiging van een dwangsom gelast de bewoning van het bouwwerk te beëindigen en beëindigd te houden. De begunstigingstermijn is bij besluit van 29 november 2019 verlengd tot zes weken na de datum van de uitspraak van de Afdeling. [appellante] vindt dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat het college in dit geval van handhaving had moeten afzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:158
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908583/1/R4

201909106/1/A2

Bij besluit van 28 augustus 2018 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellant] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. De CSG kent uit het schadefonds onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Op 9 augustus 2018 heeft [appellant] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Hij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat hij slachtoffer is geworden van stelselmatig huiselijk geweld en als gevolg daarvan fysiek en psychisch letsel heeft opgelopen. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellant] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij slachtoffer is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:147
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201909106/1/A2

201909291/1/R4

Bij besluit van 26 september 2019 heeft de raad van de gemeente Bronckhorst het bestemmingsplan "Correctieve herziening Landelijk gebied Bronckhorst" vastgesteld. [appellant] exploiteert op het perceel [locatie 1] te Halle een loonwerkbedrijf onder de naam [bedrijf]. Sinds tientallen jaren wordt er ook een akkerbouwbedrijf dan wel een akkerbouwtak van het loonwerkbedrijf geëxploiteerd. Het loonwerkbedrijf maakt een groot deel uit van de totale activiteiten. Ten opzichte van het door de Afdeling vernietigde deel van het bestemmingsplan "Landelijk gebied Brockhorst" is de locatie voor opslag verschoven en de maximale oppervlakte aan buitenopslag gewijzigd van 800 m² naar 902 m². Het plan voorziet in buitenopslag op het deel van het perceel van [appellant] waarop de bestemming "Bedrijf" rust. Voor dat deel van het perceel geldt op grond van artikel 5.1.2 van de planregels een maximale oppervlakte van 902 m² voor buitenopslag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:172
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201909291/1/R4

202000059/1/R1

Bij besluit van 27 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een dakopbouw met dakterras en zonnepanelen, het wijzigen van de zijgevel en het plaatsen van een buitentrap naar een nieuw te plaatsen steiger bij de woning op de [locatie 1] in Amsterdam. Volgens het college voldoen de dakopbouw, het dakterras en de zonnepalen aan de bouw- en gebruiksbepalingen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan "IJburg 1e fase, 2e herziening". De voorziene buitentrap is daarentegen in strijd met het ter plaatse van de trap geldende bestemmingsplan "IJburg 1e fase". Om het bouwplan niettemin mogelijk te maken heeft het college toepassing gegeven aan een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid. [appellant A] en [appellant B] wonen in de directe nabijheid van de woning waar het bouwplan betrekking op heeft en kunnen zich niet met het bouwplan verenigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:171
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000059/1/R1

202000457/1/A2

Bij besluit van 19 september 2018 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. De CSG kent uit het schadefonds onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Op 7 augustus 2018 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Zij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat zij slachtoffer is geworden van stelselmatig huiselijk geweld in de periode 2007-2010 en als gevolg daarvan fysiek en psychisch letsel heeft opgelopen. De CSG heeft bij het besluit van 7 december 2018 een uitkering toegekend van € 2.500,00, gebaseerd op letselcategorie 2 van de zogenoemde Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven van 1 mei 2018. Volgens de CSG wordt de verklaring van [appellante] over huiselijk geweld ondersteund door de meerdere meldingen die zijn gedaan bij de politie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:149
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202000457/1/A2

202000600/1/A2

Bij uitspraak van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:413, heeft de Afdeling het door de bibliotheek ingestelde hoger beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 30 mei 2018 in zaak nr. 17/3023 vernietigd, voor zover de rechtbank in die uitspraak de besluiten van 30 september 2016 en 20 april 2017 van (het bestuur van) de Stichting Cultuur Eindhoven heeft herroepen. Op 31 mei 2016 heeft de bibliotheek, op grond van de Subsidieregeling Cultuur Eindhoven 2017-2020 voor de periode 2017-2020 een subsidie van € 14.018.000,00 aangevraagd. Bij besluit van 30 september 2016, (onder aanpassing van de motivering) gehandhaafd bij besluit van 26 september 2017, heeft SCE deze aanvraag gehonoreerd in zoverre dat aan de bibliotheek voor die periode een subsidie is verleend van maximaal € 12.788.468,00, hetgeen € 1.229.532,00 lager is dan aangevraagd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:176
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak202000600/1/A2

202000801/1/R4

Bij besluit van 23 oktober 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Haag zijn beslissing om op 1 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toe te passen wegens het in strijd met de Afvalstoffenverordening 2010 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen, op schrift gesteld en meegedeeld dat de kosten daarvan op [appellant] worden verhaald. Op 1 oktober 2019 heeft een toezichthouder een doos aangetroffen naast een ondergrondse afvalcontainer ter hoogte van de woning Columbusstraat 221. De toezichthouder heeft spoedeisende bestuursdwang toegepast door de doos te verwijderen. Bij besluit van 21 januari 2020 heeft het college dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift volgens hem niet binnen de bezwaartermijn, die volgens het college liep van 24 oktober 2019 tot en met 4 december 2019, is ingediend. [appellant] is het niet eens met dit besluit en heeft daartegen beroep ingesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:156
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak202000801/1/R4

202001126/1/R1

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente Reimerswaal het bestemmingsplan "Buitengebied 2019" vastgesteld. Het plan is een zogenoemd veegplan ("Collectief Regieplan Buitengebied") voor het buitengebied van de gemeente Reimerswaal, waarin verschillende particuliere initiatieven mogelijk zijn gemaakt. De staatssecretaris is het niet met het plan eens, omdat de berekeningsmethodiek uit de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening volgens hem niet op de juiste manier in het plan is verwerkt, waardoor er verstoring van de radar kan ontstaan. Aan de [locatie 1] te Kruiningen beoogt [bedrijf A] een uitbreiding te realiseren voor de opslag van uien, alsmede een centraal parkeerterrein voor vrachtwagens van de bedrijven [bedrijf A] en [bedrijf B]. Hiervoor bevat het plan een wijzigingsbevoegdheid. [appellant sub 1], die woont aan de [locatie 2] te Kruiningen, is het in dit opzicht niet met het plan eens omdat zij vreest voor overlast van de bedrijfsvoering.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:173
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202001126/1/R1

202001509/1/R1

Bij besluit van 3 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland aan woningbouwcorporatie Zeeuwland een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verleend voor een al gerealiseerde tuinkamer en een schutting op het perceel [locatie 1] te Burgh-Haamstede. Zeeuwland heeft een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen bij het college ingediend om een door een huurder van de woning gebouwde tuinkamer en erfafscheiding aan de achterzijde van de woning aan de [locatie 1] te legaliseren. Niet in geschil is dat de omvang van het bebouwingsgebied 43,8 m² is en dat daarom ingevolge artikel 2, aanhef en onderdeel 3, onder f, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht maximaal 21,95 m² aan bijbehorende bouwwerken zonder omgevingsvergunning mag worden gebouwd. In dit geschil staat de vraag centraal of het bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan en het college voor de legalisering hiervan een omgevingsvergunning mocht verlenen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:162
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001509/1/R1

202001651/1/A3

Bij besluit van 15 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leiden het verzoek van [appellant] om verwijdering van de verslagen van zijn functionerings- en beoordelingsgesprekken uit het digitale personeelssysteem YouForce afgewezen. [appellant] is ambtenaar bij de gemeente Leiden en werkt in die hoedanigheid bij Museum De Lakenhal. Hij wil niet dat digitale persoonsgegevens over hem door de gemeente Leiden met derden worden gedeeld, omdat hij vreest dat hij zijn gegevens als gevolg daarvan niet meer zelf kan beheersen. De gemeente Leiden heeft haar personeelsadministratie uitbesteed aan de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71. Servicepunt71 maakt gebruik van het personeelsadministratiesysteem YouForce dat wordt aangeboden door RAET B.V. en slaat in YouForce onder meer de verslagen van functioneringsgesprekken en beoordelingen op.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:154
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202001651/1/A3

202001799/1/A3

Bij besluit van 29 maart 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen een verzoek van [appellant] om zijn huwelijksgegevens te verwijderen uit de basisregistratie personen afgewezen. [appellant] heeft op 8 april 2013 tegenover een ambtenaar van de gemeente Pekela onder belofte verklaard dat hij op 22 oktober 2010 is getrouwd met [persoon A] te Khartoem in Soedan. Deze verklaring is op 10 april 2013 opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie. Op 28 juni 2018 heeft [appellant] het college verzocht de gegevens over zijn huwelijk met [persoon A] uit de brp te verwijderen, omdat hij officieel nooit getrouwd is geweest met haar. Hij heeft in dit verband een Soedanese verklaring van ongehuwd zijn overgelegd. Het college heeft het verzoek van [appellant] bij besluit van 29 maart 2019 afgewezen, omdat de verklaring niet als een brondocument als bedoeld in artikel 2.8, tweede lid, van de Wet basisregistratie personen kan worden aangemerkt

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:155
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202001799/1/A3

202002273/1/A3

Bij besluit van 19 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht aan Stichting Translatum (hierna: Translatum), ten name van de [beheerder], vergunning verleend voor het omzetten van de panden aan de [locatie] te Dordrecht. Bij besluit van 17 april 2008 heeft het college aan [vergunninghouder] vergunning verleend voor het omzetten van de panden van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte. Bij besluit van 28 januari 2009 op het door [appellante] tegen de vergunning gemaakte bezwaar, is als voorschrift aan de vergunning verbonden dat deze persoonsgebonden en niet overdraagbaar is en zo lang geldt als de kamerverhuur voortduurt, maar met een maximum van vijf jaar. Bij brief van 14 oktober 2014 heeft het college naar aanleiding van een verzoek van [vergunninghouder], om verlenging van de vergunning, ontvangen op 17 juli 2013, aan hem meegedeeld dat de vergunning is omgezet naar een vergunning voor onbepaalde tijd. Sinds 3 november 2016 is Translatum eigenaar van de panden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:144
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002273/1/A3

202002450/1/A2

Bij besluit van 18 april 2019 heeft de directie van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen verklaard dat [appellant] niet rijgeschikt is voor de categorieën B, BE en T. [appellant], nu 80 jaar, heeft om verlenging van zijn rijbewijs gevraagd. In de Gezondheidsverklaring heeft hij aangegeven dat een arts bij hem een psychische of psychiatrische diagnose heeft gesteld. Het CBR heeft opdracht gegeven tot een medisch onderzoek. Op 25 maart 2019 heeft H.J.T.M Corthals, psychiater, [appellant] onderzocht. In zijn rapport van 11 april 2019 heeft Corthals de medisch adviseur van het CBR laten weten dat [appellant] een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking heeft. Verder heeft de psychiater beperkte tot uitgebreide cognitieve stoornis met (overwegend lichte) gedragsstoornissen, ongespecificeerd en langzaam progressief van aard, geconstateerd. Ook is sprake van toenemende incidenten in het verkeer.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:151
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202002450/1/A2

202002499/1/A3

Bij besluit van 20 februari 2019 heeft de burgemeester van Kerkrade de sluiting van de door [appellant] gehuurde woning op het adres [locatie] in Kerkrade bevolen voor de duur van twintig weken, ingaande op 13 maart 2019 om 09:30 uur. Uit de bestuurlijke rapportage van 16 oktober 2018 blijkt dat de politie naar aanleiding van een anonieme melding en een positieve netmeting onderzoek heeft ingesteld naar de aanwezigheid van een hennepplantage en een vuurwapen in de woning van [appellant]. De politie heeft in de woning van [appellant] 69,5 gram softdrugs en een emmer met daarin weegschaaltjes, twee gripzakjes met henneptoppen, plastic boterhamzakjes en hennepresten aangetroffen. Ook heeft de politie in een kamer in de woning attributen aangetroffen die bestemd zijn voor de kweek van hennep, namelijk koolstoffilters, assimilatielampen, armaturen, een schakelbord, gebruikte bloempotten en ongeveer 15 zakken met gebruikte mapito. Er waren geen aanwijzingen dat deze attributen in de woning opgesteld hebben gestaan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:160
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Drugs
  • uitspraakin de zaak202002499/1/A3

202002917/1/A2

Bij besluit van 24 oktober 2018 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (hierna: de CSG) de aanvraag van [appellante] namens haar [zoon], geboren op [geboortedatum] 2017, om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. De CSG kent uit het schadefonds onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Op 10 oktober 2018 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Zij heeft op het aanvraagformulier vermeld dat haar [zoon] op zeer jeugdige leeftijd getuige is geweest van stelselmatig huiselijk geweld. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft de CSG ten grondslag gelegd dat [appellante] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [zoon] getuige is geworden van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:148
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002917/1/A2

202003040/1/A2

Bij besluit van 29 januari 2019 heeft de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven de aanvraag van [appellante] om een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven afgewezen. De CSG kent uit het schadefonds onder meer uitkeringen toe aan een ieder die door een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Op 7 augustus 2018 heeft [appellante] bij de CSG een aanvraag ingediend om een uitkering uit het schadefonds. Zij heeft in het aanvraagformulier vermeld dat zij slachtoffer is geworden van stelselmatig huiselijk geweld en van een poging tot wurging en dat zij als gevolg daarvan fysiek en psychisch letsel heeft opgelopen. Aan de afwijzing van de aanvraag heeft de CSG ten grondslag gelegd dat weliswaar aannemelijk is dat [appellante] slachtoffer is van huiselijk geweld, maar dat onvoldoende aannemelijk is dat dit geweld stelselmatig heeft plaatsgevonden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:146
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202003040/1/A2

202003090/1/A2

Bij besluit van 2 april 2020 heeft Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie de aanvraag van het ITC voor accreditatie van een nieuwe opleiding, de masteropleiding Advanced Studies in International Tax Law, afgewezen. Vanaf het studiejaar 1998-1999 tot en met het studiejaar 2018-2019 heeft het ITC onder de verantwoordelijkheid van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden het onderwijs van de masteropleiding International Tax Law verricht. Omdat gesprekken met de Universiteit Leiden over continuering van de opleiding niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, heeft het ITC besloten de opleiding vanaf het studiejaar 2020-2021 onder eigen verantwoordelijkheid voort te zetten. Om de noodzakelijke accreditatie voor de masteropleiding Advanced Studies in International Tax Law te verkrijgen, heeft het ITC op 23 september 2019 een aanvraag voor accreditatie van een nieuwe opleiding bij de NVAO ingediend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:143
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202003090/1/A2

202004073/1/A3

Bij drie afzonderlijke deelbesluiten van 6 juni, 1 juli en 23 juli 2019 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit twee verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur van MOB deels ingewilligd en deels afgewezen. MOB heeft op 13 januari 2019 twee Wob-verzoeken ingediend. Zij heeft bij die verzoeken verzocht om openbaarmaking van gegevens over alle agrarische bedrijven waarvoor een melding in het kader van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is ingediend bij alle bevoegde gezagen vanaf 1 juli 2015 tot 13 januari 2019 en om openbaarmaking van gegevens over alle niet-agrarische bedrijven waarvoor zo’n melding is gedaan. De Wob-verzoeken omvatten PAS-meldingen van ongeveer 3.500 bedrijven. Voor alle PAS-meldingen geldt dat de minister de meldingsbevestiging uit het AERIUS Register openbaar heeft gemaakt, met uitzondering van de daarin opgenomen persoonsgegevens. De minister heeft gesteld dat in de documenten persoonsgegevens staan zoals namen, privéadressen, topografische kaarten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:153
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004073/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202004073/1/A3

202004342/1/A2

Bij besluit van 17 juni 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de aanvraag van [appellant] om een toevoeging afgewezen. [appellant] heeft de raad verzocht om een toevoeging voor het voeren van een procedure voor het College van beroep voor de examens van de Hogeschool Utrecht. In de aanvraag heeft [appellant] het volgende vermeld: "Cl volgt opleiding aan de HU. Heeft als uitwisselingsstudent in China gezeten. Heeft uitwisseling wegens ernstige ziekte moeten afbreken. Heeft daardoor tentamen gemist. Cl verzoekt de HU alsnog kans om tentamen te maken. Excie weigert verzoek. Cl moet volgens excie maar terug naar China om daar alsnog tentamen te doen. Beroep bij COBEX." De raad heeft verzoek bij het besluit van 17 juni 2019 afgewezen, omdat het om een probleem gaat waarvoor geen advocaat nodig is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:142
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202004342/1/A2

202004840/2/R1

[appellant sub 1] en [appellant sub 2] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Oostzaan van 7 juli 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Locatie Radio 9".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:86
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202004840/2/R1

202005264/2/R4

Stichting Tegengas Tjeukemeer en anderen hebben en het college hebben beroep ingesteld tegen het instemmingbesluit van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 17 augustus 2020 met het gewijzigde winningsplan "Oldelamer".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:87
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202005264/2/R4

202006314/2/R1

[appellant sub 1], [appellant sub 2] en [appellant sub 3] hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Hilversum van 7 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Stationsgebied 2020" en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hilversum van 25 augustus 2020 tot vaststelling van hogere waarden ten behoeve van dit plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:88
Datum uitspraak
27 januari 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202006314/2/R1

201903708/1/V1

Bij besluit van 4 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:227
Datum uitspraak
26 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201903708/1/V1

202006543/1/V3

Bij besluit van 22 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:137
Datum uitspraak
26 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006543/1/V3

202006559/1/V3

Bij besluit van 22 november 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:136
Datum uitspraak
26 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202006559/1/V3

202006648/2/R4

Bij besluit van 5 november 2020 heeft de raad van de gemeente Doetinchem het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - voorjaar - 2020" (hierna: het bestemmingsplan) vastgesteld. Het bestemmingsplan heeft betrekking op een aantal gebieden in de gemeente Doetinchem. Het plan is vastgesteld om het geldende planologische kader te actualiseren. Het verzoek is ingediend tijdens de beroepstermijn. Uit artikel 8.4 van de Wet ruimtelijke ordening volgt daarom dat het bestemmingsplan nog niet in werking is getreden. [verzoeker] is eigenaar van een tankstation met LPG aan de [locatie] in Doetinchem. Zij wil dit tankstation verplaatsen naar een perceel aan de Oostelijke Randweg in Doetinchem.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:133
Datum uitspraak
26 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006648/2/R4

202100282/2/V2

Bij besluit van 27 augustus 2018, aangevuld bij besluit van 13 maart 2020, heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:135
Datum uitspraak
26 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100282/2/V2

202005060/1/V3

Bij besluit van 20 augustus 2020 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:134
Datum uitspraak
25 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bewaring
  • uitspraakin de zaak202005060/1/V3

202002838/2/A3

[appellant] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 31 maart 2020 in zaken nrs. 18/6525, 19/2014 en 19/5867.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:131
Datum uitspraak
25 januari 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002838/2/A3

202002725/1/V2

Bij besluit van 15 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:127
Datum uitspraak
22 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002725/1/V2

202006081/1/R4 en 202006081/2/R4

Bij besluit van 6 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van De Bilt aan [appellante] een last onder dwangsom opgelegd om de geconstateerde overtreding van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a en c, en artikel 2.3a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het voorerfgebied op het perceel aan de [locatie 1] in Bilthoven te beëindigen en beëindigd houden. [appellante] woont op het perceel. In het voorerf staat een schuur (hierna: de schuur) met een oppervlakte van ongeveer 20 m². Bij onderscheiden brieven hebben [belanghebbende], wonend aan de [locatie 2], en [partij], wonend aan de [locatie 3], het college verzocht de regels die met de schuur worden overtreden, te handhaven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:130
Datum uitspraak
22 januari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006081/1/R4 en 202006081/2/R4

201908429/1/V2

Bij besluit van 22 mei 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:125
Datum uitspraak
21 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak201908429/1/V2

202004077/1/V3

Bij besluiten van 26 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hen een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:124
Datum uitspraak
21 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004077/1/V3

202006717/2/V2

Bij besluit van 12 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:123
Datum uitspraak
21 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006717/2/V2

202006959/1/A2

Bij besluit van 1 september 2020 heeft de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de bekostiging van de scholen van Cheider met ingang van de maand september 2020 voor drie maanden, met per maand 15% van 1/12e deel van de reguliere bekostiging, opgeschort. Dit komt neer op een bedrag van € 21.118,40 per maand. Cheider is het bevoegd gezag van een in Amsterdam gevestigde basisschool en een school voor voortgezet onderwijs. Bij de beschikking van 30 november 2020 is die opschorting door de minister omgezet in een inhouding en is de bekostiging van die scholen met ingang van de maand december 2020 voor drie maanden, met per maand 15% van 1/12e deel van de reguliere bekostiging, ingehouden. Cheider heeft de voorzieningenrechter verzocht de besluiten van 1 september 2020 en 30 november 2020 te schorsen. Cheider stelt daarbij een spoedeisend belang te hebben, omdat zij door die besluiten in een actuele financiële noodsituatie is komen te verkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:91
Datum uitspraak
21 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Onderwijs
  • uitspraakin de zaak202006959/1/A2

202003698/1/V2

Bij besluit van 12 mei 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:122
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003698/1/V2

202003762/1/V2

Bij besluit van 3 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:121
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003762/1/V2

202004335/1/V3

Bij besluit van 30 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:120
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004335/1/V3

202004610/1/R2 en 202004610/2/R2

Bij het besluit van 8 juli 2020 heeft de raad van de gemeente Weert het bestemmingsplan "Laarveld 2020" vastgesteld. Het plan maakt deel uit van het woningbouwproject Laarveld aan de noordkant van Weert, dat in totaal 868 nieuwe woningen omvat, te realiseren in vier fasen. Het voorliggende plan voorziet onder meer in de bouw van 152 woningen in fase 3 van het woningbouwproject. Voor fase 4 is in het plan ten behoeve van de bouw van 310 woningen de bestemming 'Wonen - Uit te werken' opgenomen. De Vereniging Dorpsbelangen Laar (hierna: de vereniging) komt blijkens haar statuten op voor behoud en verbetering van de leefbaarheid van het kerkdorp Laar en het behoud van de agrarische identiteit daarvan. De vereniging vreest onder meer voor aantasting van het beschermd dorpsgezicht Laarakker en voor aantasting van het leefgebied van in het plangebied aanwezige beschermde diersoorten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:80
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak202004610/1/R2 en 202004610/2/R2

201702813/1/R3

Bij besluit van 24 februari 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu (nu: Infrastructuur en Waterstaat) het tracébesluit “A15/A12 Ressen-Oudbroeken (ViA15)” vastgesteld. Het tracébesluit maakt het doortrekken van de A15 mogelijk en zorgt daarmee voor een verbinding tussen de bestaande A12 en de A15 bij Arnhem. Ook voorziet het tracébesluit in het verbreden van de A12 en de A15. Tegen het tracébesluit zijn 48 bezwaarschriften ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Onder de bezwaarmakers zijn inwoners en bedrijven uit dorpen die in de buurt van het tracé liggen, zoals Groessen, Elst en Didam. Zij maken zich zorgen over de gevolgen voor hun woon- en leefklimaat en hun bedrijfsvoering. De minister heeft het besluit gewijzigd naar aanleiding van de beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak om de beroepen aan te houden vanwege de prejudiciële vragen over het PAS. De minister heeft nieuw onderzoek gedaan naar de gevolgen van extra stikstofdepositie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:105
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Tracé en wegverbreding
  • uitspraakin de zaak201702813/1/R3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201702813/1/R3

201803867/3/R1

Bij tussenuitspraak van 4 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4101, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Duiven opgedragen om binnen 26 weken na de verzending daarvan de gebreken in het besluit van 13 maart 2018 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Supermarkten Centrum Duiven" te herstellen. [appellante] is eigenaar van het perceel Pastoriestraat 2. Op dit perceel is de supermarkt van Jumbo gevestigd. Onder verwijzing naar het rapport "Supermarkten in centrum Duiven Beoordeling initiatief locatie Jumbo" van het bureau CityWorks van maart 2018, heeft zij aangevoerd dat de raad bij de vaststelling van het plan geen dan wel onvoldoende rekening heeft gehouden met de concrete uitbreidingsplannen van Jumbo. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling ten aanzien van het beroep van [appellante] overwogen dat de raad zijn standpunt over de gevolgen van de gewenste uitbreiding op de omgeving niet afdoende heeft onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:94
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak201803867/3/R1

201807567/1/R2

Bij besluit van 28 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Haaren (thans: de gemeente Oisterwijk) het bestemmingsplan "Herziening Buitengebied, [locatie 1], Haaren" vastgesteld. Het plan voorziet in een eigen planologisch regime voor het perceel aan de [locatie 1]. Het perceel ligt achter het perceel aan de [locatie 2]. In het vorige planologische regime hadden de gronden de bestemming "Agrarisch" en was er een bouwvlak toegekend. Voorts was het perceel planologisch gekoppeld aan het perceel aan de [locatie 3], [locatie 4] en [locatie 5]. In het voorliggende plan behoudt het perceel de bestemming "Agrarisch", maar is er geen bouwvlak toegekend. Er is wel de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - opslag van compost" toegekend. [appellant] woont aan de [locatie 2] en heeft het perceel aan de [locatie 1] in eigendom. Het perceel wordt gebruikt voor de opslag van compost. Hij kan zich niet met het plan verenigen voor zover hiermee de bestaande bouwwerken niet zijn bestemd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:112
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201807567/1/R2

201903372/1/R3

Bij besluit van 19 februari 2019 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland besloten de raad een aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, ertoe strekkende dat artikel 3 en artikel 4 van de planregels geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan "[locatie] Sommelsdijk". Het bestemmingsplan "[locatie] Sommelsdijk" maakt de uitbreiding van een bouw- en aannemersbedrijf mogelijk op het perceel [locatie] in Sommelsdijk (hierna: het perceel). Bouwbedrijf [appellant sub 2B], dat nu is gevestigd in de kern van Sommelsdijk, wenst haar bedrijf naar deze locatie te verplaatsen. De reactieve aanwijzing richt zich tegen de artikelen 3 en 4 van de planregels van genoemd bestemmingsplan, waarmee de uitbreiding van bedrijfsactiviteiten mogelijk wordt gemaakt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:93
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak201903372/1/R3

201904646/1/A2

Bij besluit van 31 januari 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellante] ter nadeelcompensatie een tegemoetkoming in planschade van € 10.000,00 toegekend. De minister heeft bij besluit van 4 september 2014 het tracébesluit A27/A1 Aansluiting Utrecht Noord - Knooppunt Eemnes - Aansluiting Bunschoten-Spakenburg vastgesteld. Het tracébesluit is op 11 september 2014 in werking getreden. [appellante] is sinds 15 januari 1992 eigenaar van het perceel [locatie] te Hilversum. Op het perceel staat de villa met bijgebouwen van [appellante]. [appellante] heeft gevraagd om vergoeding van schade ten gevolge van het tracébesluit. De verbreding van de A27 en de realisering van de nieuwe aansluiting 33, die het tracébesluit mogelijk maakt, leiden volgens haar tot extra geluid- en fijnstof op het perceel en een verslechterde ligging van het perceel. Hierdoor is de waarde van haar perceel gedaald, waardoor zij schade lijdt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:102
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201904646/1/A2

201904702/1/R2

Op 15 april 2019 heeft de raad van de gemeente Gennep het bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Brem - bedrijfsbestemming" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de actualisering van de planologische regeling voor een deel van het bedrijventerrein De Brem in Heijen, gemeente Gennep. Ten opzichte van het voorgaande plan is de bedrijfsbestemming niet langer opgedeeld door een raster van waterlopen in een aantal kleine kavels. Daardoor zijn grote kavels binnen het plangebied mogelijk. Het plan past ook de omgevingsvergunningen in die in afwijking van het voorgaande plan al zijn verleend voor een deel van die kavels. Noy is gevestigd aan De Grens 21 te Heijen, op het naastgelegen bedrijventerrein De Grens. Het bedrijfsperceel van Noy ligt ten westen van het plangebied, op korte afstand daarvan. Noy is het niet eens met het plan. Volgens haar zijn door het plan haar uitbreidingsplannen niet langer mogelijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:118
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Limburg
  • uitspraakin de zaak201904702/1/R2

201904963/1/A2

Bij besluit van 24 november 2017 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een subsidieaanvraag van de vereniging voor een instellingssubsidie voor 2018 afgewezen. Instellingssubsidies voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties (hierna: pg-organisaties) worden verstrekt op grond van de Kaderregeling OCW, SZW en VWS. Het subsidiebeleid is uitgewerkt in het Beleidskader inzake subsidiëring van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Met het subsidiëren van pg-organisaties wordt gestreefd naar effectief en efficiënt werkende organisaties die samen activiteiten uitvoeren zodat cliënten hun rol in het zorgstelsel en ten behoeve van maatschappelijke participatie optimaal kunnen innemen. In het beleidskader is invulling gegeven aan het beleid door het subsidiëren van één pg-organisatie per aandoening. De vereniging vertegenwoordigt patiënten die lijden aan de ziekte myalgische encefalomyelitis en houdt zich onder andere bezig met belangenbehartiging.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:95
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Subsidie
  • uitspraakin de zaak201904963/1/A2

201906567/1/A3

Bij besluit van 23 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oss het verzoek van [appellante] om handhavend op te treden niet in behandeling genomen. [appellante] woont op het adres [locatie] in Oss. Op 11 mei 2018 heeft zij bij het college een verzoek ingediend om handhavend op te treden tegen auto's die volgens haar in het Seringenhof fout zijn geparkeerd. Er zijn auto's die de doorgang blokkeren en auto's die binnen een afstand van 5 m vanaf een kruising zijn geparkeerd, aldus [appellante]. Bij het besluit van 23 juli 2018 is het verzoek niet in behandeling genomen, omdat het college van mening was dat [appellante] geen belanghebbende was bij het handhavingsverzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:104
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906567/1/A3

201906766/1/R4

Bij besluit van 5 april 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht [appellant] onder oplegging van een dwangsom gelast de geconstateerde gebreken in het pand op het perceel [locatie 1] te Utrecht (hierna: het perceel) vóór 15 juli 2018 te (laten) herstellen en hersteld te (laten) houden. Daarnaast heeft het college [appellant] een bestuurlijke boete van € 4.000,00 opgelegd. [appellant] is eigenaar van het pand op het perceel. Op 1 juni 2017, 20 september 2017 en 25 januari 2018 hebben toezichthouders van de gemeente inspecties van het pand uitgevoerd. Volgens het college is uit die inspecties gebleken dat er bouwkundige en technische gebreken zijn en dat het pand niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012, waardoor sprake is van een overtreding van artikel 1b van de Woningwet. Daarom heeft het college [appellant] bij het besluit van 5 april 2018 gelast de geconstateerde gebreken te herstellen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:101
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906766/1/R4

201907142/1/R2

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oirschot naar aanleiding van verzoeken van onder meer [appellante sub 3A], BMF en Natuurmonumenten, de in 2010 en 2012 aan De Logt verleende omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen eerste en tweede fase en milieu ten behoeve van een varkenshouderij op het perceel Logtsebaan 2 te Oirschot ingetrokken. De Logt is sinds 2008 eigenaar van het perceel met agrarische opstallen. Op deze locatie is sinds jaar en dag een veehouderij aanwezig. Zij heeft het voornemen om aldaar een varkenshouderij op te richten. De Logt heeft op 9 december 2016 een aanvraag voor wijziging van de op 3 juli 2012 verleende vergunning ingediend, met betrekking tot het aantal dieren en het stalsysteem van de inrichting, alsmede voor de activiteit natuur. De wijziging wat aantallen dieren betreft houdt in dat het aantal van 19.008 gespeende biggen vermindert tot 15.168, alsmede 870 vleesvarkens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:69
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907142/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907142/1/R2

201907144/1/R2

Bij besluit van 18 januari 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant een verklaring van geen bedenkingen verleend. De rechtbank heeft de beroepen tegen het besluit van 30 mei 2018 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Zij heeft daarbij ten eerste overwogen dat nu de ten behoeve van het besluit verleende verklaring van geen bedenkingen van 18 januari 2017 is verleend met toepassing van het Programma Aanpak Stikstof 2015-2021, deze op grond van de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1603) over het PAS, niet in stand kan blijven. Zij heeft vervolgens overwogen dat gelet op de onlosmakelijke samenhang van de toestemming voor de activiteit natuur met de toestemming voor het wijzigen van de inrichting, het besluit van 30 mei 2018 voor vernietiging in aanmerking komt. De Logt betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de vvgb niet in stand kan blijven. Zij voert daartoe aan dat de rechtbank ten onrechte haar gemotiveerde betoog niet heeft gevolgd

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:70
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907144/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907144/1/R2

201907146/1/R2

Bij besluit van 27 juli 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant het verzoek van BMF en Natuurmonumenten om intrekking van de op 19 december 2013 aan De Logt verleende vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de wijziging en uitbreiding van een varkenshouderij, afgewezen. Deze zaak gaat over de afwijzing van een verzoek van BMF en Natuurmonumenten om de natuurvergunning voor de varkenshouderij van De Logt in te trekken. De rechtsvraag die de Afdeling in deze uitspraak moet beantwoorden is onder welke omstandigheden een natuurvergunning kan of moet worden ingetrokken en welke eisen aan de motivering van een beslissing op een verzoek om intrekking of wijziging van een natuurvergunning worden gesteld. Verder gaat de Afdeling in de uitspraak in op de betekenis van de wijziging van de vergunningplicht per 1 januari 2020 voor projecten die gebruik maken van intern salderen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:71
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201907146/1/R2
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907146/1/R2

201907205/1/A2

Bij besluit van 21 juni 2018 heeft de minister voor Medische Zorg de aanvraag van Silver tot erkenning als opleidingsinstelling voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut afgewezen. Op 26 februari 2018 heeft Silver bij de minister een aanvraag ingediend om de erkenning als opleidingsinstelling voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut te bevestigen. In de aanvraag is uiteengezet dat Silver een opleidende zorginstelling is die voor het praktijkdeel van de opleidingen aan de in het Besluit gezondheidszorgpsycholoog en het Besluit psychotherapeut (hierna: de Besluiten) gestelde opleidingseisen voldoet. Het cursorisch deel van de opleidingen dat op grond van de Besluiten ook dient te worden gevolgd, wordt door de psychologen in opleiding gevolgd aan cursorische onderwijsinstellingen die eveneens zijn erkend, aldus Silver.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:119
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak201907205/1/A2

201907210/1/A2

Bij besluit van 31 juli 2019 heeft de minister voor Medische Zorg de aanvraag van Silver om aanwijzing als opleidingsinstelling voor de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog afgewezen. Op 1 augustus 2018 heeft Silver bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aanvraag ingediend om aanwijzing als opleidingsinstelling voor de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog. Silver heeft bij de aanvraag een concept-opleidingsplan overgelegd. In dit opleidingsplan wordt onder meer vermeld dat Silver het praktijkdeel van de opleiding binnen haar eigen organisatie verzorgt. Voor het cursorisch en theoretisch onderwijs zal Silver gebruik maken van externe opleidingsorganisaties.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:117
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak201907210/1/A2

201907608/1/R2

Bij besluit van 16 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland geweigerd om aan AM Zeeland en de C.V. omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van 9 woningen type L op het perceel kadastraal bekend gemeente Zierikzee, sectie H, nummer 136. AM Zeeland is eigenaresse van het perceel. Op 6 oktober 2017 heeft zij een aanvraag ingediend voor het bouwen van 9 woningen van type L op het perceel. Daarnaast heeft zij op 28 november 2017 een aanvraag ingediend voor het bouwen van 9 woningen van type V op het perceel. Het betreffen woningen in fase 3 van het plan Noorderpolder II. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "1e herziening Noorderpolder II", in samenhang bezien met de voorschriften van het bestemmingsplan "Noorderpolder II", die blijkens de herziening daarvan deel uitmaken.

Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907608/1/R2

201907911/1/V6

Bij besluit van 28 september 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellante] ingetrokken. [appellante] verblijft sinds 20 maart 1998 in Nederland. Op 19 december 2008 heeft zij een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Het verzoek is ingewilligd in april 2009. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellante] krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap ingetrokken, omdat zij in de toelatings- en naturalisatieprocedure heeft gezwegen over haar rol bij de gebeurtenissen in Rwanda voorafgaand aan en tijdens de genocide in 1994, terwijl zij wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat die informatie relevant was voor haar verzoek om verlening van het Nederlanderschap.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:114
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak201907911/1/V6
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201907911/1/V6

201907939/1/A3

Bij besluit van 15 juni 2018 heeft de algemene raad van de Nederlandse Orde van Advocaten het verzoek van [appellant] om ontkoppeling van de lijst waarop zijn schorsing staat vermeld met zoekmachines op internet afgewezen. [appellant] heeft vanaf 2011 tot en met 1 juni 2018 als advocaat ingeschreven gestaan op het tableau van de Nederlandse Orde van Advocaten. Na een klachtprocedure heeft de raad van discipline hem bij wijze van tuchtrechtelijke maatregel op 17 januari 2017 onvoorwaardelijk geschorst voor de duur van vier maanden en de termijn als bedoeld in artikel 8a, derde lid van de Advocatenwet verkort tot vijf jaar. Het hof van discipline heeft deze uitspraak op 10 juli 2017 bekrachtigd. De secretaris van de algemene raad heeft de naam van [appellant] opgenomen in een openbare lijst van geschorste en geschrapte advocaten die is geplaatst op de website van de NOvA. Het gevolg daarvan is dat de schorsing van [appellant] vindbaar is via internetzoekmachines.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:111
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201907939/1/A3

201909112/1/R2

Bij besluit van 24 oktober 2019 heeft de raad van de gemeente Uden het bestemmingsplan "Omgeving Nistelrodeseweg" gewijzigd vastgesteld. In het plan is een bestemmingsregeling opgenomen voor het autobedrijf van [appellant sub 1] op het perceel [locatie 1]. [appellant sub 1] vindt dat het bedrijf daarmee niet juist is bestemd. Ook is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor drie extra woningen op het perceel aan de [locatie 2]. [appellant sub 2] en anderen vinden het met de wijzigingsbevoegdheid toegelaten aantal woningen op het perceel te klein. Verder is in het plan aan het perceel [locatie 3] een woonbestemming toegekend. [appellant sub 3] wil dat de bedrijfsbestemming voor het perceel uit het vorige plan opnieuw wordt opgenomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:110
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201909112/1/R2

202000039/1/A2

Bij onderscheiden besluiten van 29 januari 2019 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand de voor vier toevoegingen vastgestelde vergoeding gewijzigd. [appellant] is rechtsbijstandverlener en neemt deel aan het High Trust-programma van de raad. Uitgangspunt van dit programma is dat de vraag of een zaak toevoegingswaardig is niet langer door de raad naar aanleiding van een toevoegingsaanvraag, maar door de rechtsbijstandverlener voorafgaande aan het indienen van de aanvraag wordt beoordeeld. Afgegeven toevoegingen en vastgestelde vergoedingen worden vervolgens achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd. Op 26 september 2017 en 4 oktober 2017 heeft [appellant] toevoegingen aangevraagd in verband met het voeren van procedures voor [persoon A] en [persoon B] tegen de ex-partner van [persoon A] en haar vader. De raad heeft op 29 september 2017 en 9 oktober 2017 de toevoegingen met kenmerken 1IB1845, 1IB1847, 1IB4213 en 1IB4214 verleend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:100
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202000039/1/A2

202000041/1/A3

Bij besluit van 9 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een verzoek van [appellant] tot verwijdering van zijn persoonsgegevens en tot vergoeding van schade wegens onrechtmatige gegevensverwerking, afgewezen. Tussen partijen is niet in geschil dat het college op 19 augustus 2013 gemeenten, waarin staat dat [appellant] een verzoek heeft ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, dat betrekking heeft op de in 2012 uitgekeerde dwangsommen. In de e-mail staat dat het college het vermoeden heeft dat dit Wob-verzoek is ingediend om dwangsommen te innen. Het college heeft in de e-mail gevraagd of [appellant] vergelijkbare aanvragen heeft ingediend in andere gemeenten. In de e-mail staat de naam, het geslacht en het adres van [appellant]. Aan zijn verzoek heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat de verwerkingen van zijn persoonsgegeven in de e-mail van 19 augustus 2013 en op het VNG-Forum, onrechtmatig zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:107
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Persoonsgegevens
  • uitspraakin de zaak202000041/1/A3

202000139/1/R1

Bij besluit van 17 januari 2018 heeft het college aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van een garagedeur en een constructieve wijziging van de woning op het perceel [locatie 1] te Hoofddorp. [appellante] woont op het perceel [locatie 2] in Hoofddorp. Dit woonhuis is een twee-onder-één-kapwoning. De andere woning onder de kap is de woning van [vergunninghouder]. [vergunninghouder] is in de zomer van 2017 begonnen met een verbouwing van zijn woning. De verbouwing behelst het vervangen van een draagmuur tussen de woonkamer en de voormalige garage aan de voorzijde van de woning door een stalen draagconstructie en het wijzigen van de garagedeur naar een kozijn met glas. Daarnaast betreffen de werkzaamheden het realiseren van een aanbouw van 1,80 meter diep en 3,50 meter hoog aan de achterzijde van de woning.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:99
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000139/1/R1

202000165/1/R2

Bij besluit van 5 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen van een bijgebouw met overkapping en een schutting op het perceel [locatie] te Eindhoven. Het college heeft een vergunning verleend voor het plaatsen van een bijgebouw met overkapping en een schutting op het perceel in afwijking van het bestemmingsplan. Het aan de vergunning ten grondslag gelegde welstandsoordeel was gebaseerd op een zogeheten stempeladvies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) van 4 oktober 2018. Nadat dit advies in de bezwaarschriftenprocedure door [appellante] gemotiveerd werd betwist, is op 17 januari 2019 de motivering van het welstandsoordeel door de secretaris van de CRK op schrift gesteld. In de tussenuitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat de secretaris niet binnen de mandaatbevoegdheid heeft gehandeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:109
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000165/1/R2

202000377/1/R2

Bij besluit van 14 november 2019 heeft de raad van de gemeente Haaren (thans: de gemeente Vught) het bestemmingsplan "[locatie 1] Helvoirt" gewijzigd vastgesteld. Het plan voorziet op de gronden met een bedrijfsbestemming aan [locatie 1] in de vormverandering van een bestaand bouwvlak, zodat een machineberging kan worden gerealiseerd. Daarnaast voorziet het plan in de wijziging van de bestemmingsomschrijving ten behoeve van de op het perceel gevestigde bedrijven [initiatiefnemers].[appellant] woont aan [locatie 2] en verzet zich tegen het plan, omdat met de nieuwe gebruiksfuncties en bebouwing sprake zal zijn van een bedrijf met een industrieel karakter dat volgens hem niet thuishoort in het buitengebied.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:108
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202000377/1/R2

202000605/1/A2

Bij besluit van 3 juni 2019 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten tot invordering van de volgens hem door Silver verbeurde dwangsommen van € 10.000,00. Aan Silver is bij besluit van 4 september 2018 een last onder dwangsom opgelegd, omdat niet is voldaan aan de in de artikelen 15 en 16 van de Wet toelating zorginstellingen en artikel 9, eerste lid, van de Regeling verslaglegging WTZi (hierna: de Regeling) neergelegde verplichting om de Jaarverantwoording Zorg over verslagjaar 2017 (hierna: de Jaarverantwoording) voor 1 juni 2018 aan het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (hierna: het CIBG) te verstrekken. Het besluit geeft eerst aan dat onder meer de controleverklaring of beoordelingsverklaring van een geregistreerd accountant ontbreekt en legt vervolgens de last op om alsnog volledig te voldoen aan de verplichting tot het aanleveren van de Jaarverantwoording.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:116
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Gezondheidszorg
  • uitspraakin de zaak202000605/1/A2

202000628/1/R1

Bij besluit van 8 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Den Helder aan [vergunninghouder] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik van de bedrijfswoning naar een plattelandswoning en het boeten van netten in de garage/berging en het uithangen van de netten op het erf op het perceel [locatie 1] te Julianadorp. [vergunninghouder] is eigenaar van de voormalig agrarische bedrijfswoning op het perceel [locatie 1]. Niet in geschil is dat de woning van [vergunninghouder] de voormalige bedrijfswoning is van het agrarisch bedrijf dat werd geëxploiteerd op het perceel [locatie 2]. Voor beide percelen geldt op grond van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2011" de bestemming "Agrarisch". Bewoning van de bedrijfswoning op het perceel [locatie 1] door derden is op grond van dit bestemmingsplan niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor het boeten van netten in de garage/berging en het uithangen van netten op het erf.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:92
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak202000628/1/R1

202001214/1/V6

Bij besluit van 22 januari 2014 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid het Nederlanderschap van [appellant] ingetrokken. [appellant] verblijft sinds 21 januari 1999 in Nederland. Op 9 november 2004 heeft hij een verzoek om verlening van het Nederlanderschap ingediend. Het verzoek is ingewilligd in september 2006. De staatssecretaris heeft het Nederlanderschap van [appellant] krachtens artikel 14, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap ingetrokken, omdat hij in de toelatings- en naturalisatieprocedure heeft gezwegen over zijn rol bij de gebeurtenissen in Rwanda voorafgaand aan en tijdens de genocide in 1994, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat die informatie relevant was voor het verzoek.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:115
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Nederlanderschap
  • uitspraakin de zaak202001214/1/V6
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak202001214/1/V6

202002305/1/A3

Bij besluit van 9 april 2018 heeft de korpschef van de politie het verlof tot het voorhanden hebben van wapens en munitie van [appellante] ingetrokken. Eerder heeft de korpschef aan [appellante] een wapenverlof verleend. De korpschef heeft het wapenverlof voor het laatst verlengd op 22 mei 2017 met een geldigheidsduur tot en met 31 mei 2018. Bij besluit van 9 april 2018 heeft de korpschef op grond van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder a en b, van de Wet wapens en munitie (hierna: de Wwm) en paragraaf 1.2 van Deel B van de Circulaire wapens en munitie 2016 (nu: Circulaire wapens en munitie 2018; hierna: de Cwm) het wapenverlof van [appellante] ingetrokken. De korpschef stelt in de eerste plaats dat [appellante] onjuiste gegevens heeft verstrekt die hebben geleid tot verlenging van het wapenverlof. Zij heeft op het aanvraagformulier C5 van 21 mei 2017 niet vermeld dat zij antidepressiva gebruikte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:97
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Wapens en munitie
  • uitspraakin de zaak202002305/1/A3

202002432/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer beslist op een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Bij het in bezwaar gehandhaafde besluit van 5 oktober 2018 heeft het college beslist op het Wob-verzoek van [appellant]. Het college heeft naar aanleiding van de punten 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 11 uit het Wob-verzoek documenten gevonden die zien op een bouwstopverzoek van de [partner] van [appellant]. Met uitzondering van de persoonsgegevens heeft het college deze documenten openbaar gemaakt. Ten aanzien van punt 3 beschikt het college niet over documenten en ten aanzien van punt 9 en 10 heeft het college meegedeeld dat de desbetreffende documenten al openbaar zijn gemaakt. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college zijn Wob-verzoek ten onrechte te beperkt heeft opgevat.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:98
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002432/1/A3

202002671/1/A3

Bij besluit van 26 november 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een aanvraag van [partij] om verlening van een urgentieverklaring ingewilligd. Het college heeft het daartegen door [appellante] gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Per 1 januari 2018 huurde [partij] een kamer bij [appellante].

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:96
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002671/1/A3

202002715/1/R4

Bij besluit van 10 januari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Soest aan Stichting Portaal een omgevingsvergunning verleend voor het in strijd met het bestemmingsplan tijdelijk gebruiken van een woning als wijkkantoor ten behoeve van een woningbouwvereniging op het perceel van Angerenstraat 28 te Soesterberg. [appellant] woonde ten tijde van de vergunningverlening op het adres [locatie], boven de woning waarvoor de vergunning is verleend voor het gebruik als wijkkantoor. De rechtbank heeft het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet heeft betaald. De rechtbank heeft daarbij geoordeeld dat hij niet voldoet aan de norm voor betalingsonmacht. [appellant] betwist dat. Het college stelt dat [appellant] geen belang heeft bij een uitspraak op zijn hoger beroep (procesbelang), omdat hij op 7 juni 2019 is verhuisd naar Almere.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:103
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202002715/1/R4

202002719/1/R2

Bij uitspraak van 15 januari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:117, heeft de Afdeling het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 21 juni 2018 gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem van 18 december 2017 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd. [appellant] woont permanent op het recreatieterrein aan de [locatie] in Arnhem en heeft daarvoor een persoons- en objectgebonden omgevingsvergunning. Hij stelt dat de toename van het aantal personen dat permanent illegaal op het recreatieterrein woont negatieve gevolgen heeft voor zijn woongenot. Daarom heeft hij het college verzocht om daartegen handhavend op te treden. Het college heeft het verzoek afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:106
Datum uitspraak
20 januari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202002719/1/R2

201907604/1/V3

Bij besluit van 5 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een inreisverbod tegen de vreemdeling uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:89
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201907604/1/V3

202002134/1/V2

Bij besluit van 24 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:90
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202002134/1/V2

202006452/2/R4

Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft het college van gedeputeerde staten van Fryslân opnieuw aan Mestverwerking Fryslân B.V. een omgevingsvergunning (revisievergunning) verleend voor het veranderen en het in werking hebben na die verandering van haar inrichting aan de Broekloane 21 in Wâlterswâld. Mestverwerking Fryslân exploiteert een mestverwerkingsbedrijf aan de Broekloane 21 in Wâlterswâld. Bij de op 22 oktober 2020 verleende revisievergunning is onder meer het wijzigen van de verwerkingsmethode, het vergroten van de verwerkingscapaciteit en het plaatsen van een combi-luchtwasser vergund. Bij de op die datum verleende veranderingsvergunning is onder meer het wijzigen van de opslag van mest en het aanpassen van de verwerkingsruimte vergund. De besluiten van 22 oktober 2020 zijn genomen ter uitvoering van de uitspraak van de Afdeling van 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2159.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:85
Datum uitspraak
19 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Milieu - Overige
  • uitspraakin de zaak202006452/2/R4

202006481/2/R1

Bij besluit van 19 juli 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer [wederpartij] gelast om binnen twee weken het gebruik van de woning aan de [locatie] in Aalsmeer als logiesvoorziening te staken en gestaakt te houden en het gebruik van de woning in overeenstemming te brengen met het geldende bestemmingsplan, onder oplegging van een dwangsom van € 30.000,00 ineens. [wederpartij] was ten tijde van belang eigenaar van de woning aan de [locatie]. Het college heeft geconstateerd dat deze woning werd gebruikt voor het bieden van logies/huisvesting aan tenminste zeven personen. Dit gebruik was in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Nieuw Oosteinde". Aan het perceel Willem Alexanderstraat 86 is in dit bestemmingsplan de bestemming "Wonen - 1" toegekend.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:79
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202006481/2/R1

202006792/2/V2

Bij besluit van 16 maart 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, opnieuw afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:82
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006792/2/V2

201902124/4/A3

Bij uitspraak van 7 mei 2020, in zaak nr. 201902124/3/A3, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak na vereenvoudigde behandeling zich deels onbevoegd verklaard om van het hoger beroep van [opposant A] en [opposant B] kennis te nemen en het hoger beroep voor het overige ongegrond verklaard. De uitspraak is aangehecht.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:84
Datum uitspraak
18 januari 2021
  • Verzet
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201902124/4/A3

202004390/1/V3

Bij besluit van 7 juni 2017 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:76
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004390/1/V3

202006219/2/R4

Bij besluit van 1 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Harderwijk het bestemmingsplan "Zeebuurt - De Harder 2020" vastgesteld. Bouwmarkt Harderwijk exploiteert een Gamma bouwmarkt aan de Deventerweg 3 in Harderwijk. Bouwmarkt Harderwijk II exploiteert een Karwei bouwmarkt aan de Zuiderbreedte 17 in Harderwijk. [appellante] is eigenaar van de panden waarin de Gamma en Karwei zijn gevestigd en is mede-eigenaar van Bouwmarkt Harderwijk en Bouwmarkt Harderwijk II. In Harderwijk zijn nu drie bouwmarkten gevestigd, te weten een Gamma, een Karwei en een Praxis. [appellante] e.a. hebben de voorzieningenrechter van de Afdeling verzocht het bestemmingsplan te schorsen. [appellante] e.a. hebben toegelicht dat zij met dit verzoek willen voorkomen dat Praxis hangende de bodemprocedure verhuist van de Verkeersweg 3 naar het plangebied, omdat dan de mogelijkheid bestaat dat een andere bouwmarkt zich aan de Verkeersweg 3 zal vestigen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:72
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202006219/2/R4

202006703/2/V2

Bij besluit van 13 januari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:74
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006703/2/V2

202006787/2/V1

Bij besluit van 29 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om krachtens artikel 64 van de Vw 2000 te bepalen dat zijn uitzetting achterwege blijft, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:75
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006787/2/V1

202007005/2/V3

Bij besluiten van 13 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:73
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007005/2/V3

202007143/2/V3

Bij besluit van 12 november 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:81
Datum uitspraak
15 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202007143/2/V3

201806529/1/V1

Bij besluit van 27 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd ingetrokken en een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd voor de duur van twee jaar.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:68
Datum uitspraak
14 januari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201806529/1/V1

202002672/2/R2

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaren, thans gemeente Oisterwijk het "Uitwerkingsplan Gildepad (2018)" vastgesteld. Het plan is gebaseerd op de uitwerkingsbevoegdheid die is opgenomen in het bestemmingsplan "Kom Haaren", dat bij besluit van 18 april 2013 is vastgesteld. Aan de gronden is de bestemming "Wonen - Uit te werken" toegekend. Het plan voorziet in de bouw van drie woningen aan het Gildepad in het centrum van Haaren. [verzoekster] is exploitant van een autoshowroom en een garagebedrijf met een autowasstraat aan het [locatie], tegenover de locatie waar de woningen zijn gepland. Hij vreest door de woningbouw op korte afstand van zijn bedrijf in zijn bedrijfsvoering te zullen worden belemmerd en heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:24
Datum uitspraak
14 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202002672/2/R2

202006350/2/V3

Bij besluit van 12 juni 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:26
Datum uitspraak
13 januari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006350/2/V3
vorige pagina1...203204205...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon