Uitspraak 202104238/2/R1


Volledige tekst

202104238/2/R1.
Datum beslissing: 25 maart 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:

mr. J.J.W.P. van Gastel.

Procesverloop

Ten aanzien van zaak nr. 202104238/1/R1, die op 1 april 2022 op zitting zal worden behandeld, heeft mr. J.J.W.P. van Gastel (hierna: de staatsraad), die als lid van de meervoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 24 maart 2022 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.       De staatsraad heeft te kennen gegeven dat de in hoger beroep aangevallen uitspraak is gedaan op een beroep dat bij de rechtbank Gelderland is ingesteld op een moment waarop hij nog rechter was in die rechtbank. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het hoger beroep te voorkomen, heeft hij verzocht om verschoning.

3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. R. Uylenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.

De voorzitter is verhinderd de beslissing te ondertekenen

w.g. Pieters
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 25 maart 2022

473