Uitspraak 202107635/2/R3


Volledige tekst

202107635/2/R3.
Datum uitspraak: 23 maart 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:

[verzoeker] en anderen, allen wonend te Haaksbergen,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Haaksbergen,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 29 september 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening Kalkovenweg ongenummerd en [locatie 1]-[locatie 2]" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] en anderen beroep ingesteld. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[verzoeker] en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 15 maart 2022, waar [verzoeker] en anderen, bij monde van [verzoeker], bijgestaan door drs. E. Nijhuis, juridisch adviseur te Haaksbergen, en de raad, vertegenwoordigd door T. Scholten en mr. J.P. Fortuin, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [partij], bijgestaan door [gemachtigde], als partij gehoord.

Overwegingen

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

2.       Het plan maakt een zogenoemde ruimte-voor-ruimtewoning mogelijk op een weideperceel op de hoek van de Kalkovenweg en de Buurserstraat in Haaksbergen. Hierbij is toepassing gegeven aan het "Rood voor Rood beleid 2015" (hierna: het Rood voor Rood beleid) dat de raad in 2015 heeft vastgesteld. Dit beleid biedt de mogelijkheid bij de sloop van minimaal 1.000 m2 aan landschapsontsierende bebouwing een nieuwe ruimte-voor-ruimtewoning te realiseren. De sloop van de landschapsontsierende bebouwing vindt in dit geval plaats aan de [locatie 1]-[locatie 2] in Haaksbergen. Ter plaatse bevond zich een varkenshouderij die inmiddels is gestaakt. De landschapsontsierende bebouwing die hierdoor is vrijgekomen, wordt ingezet om de ruimte-voor-ruimtewoning aan de Kalkovenweg mogelijk te maken.

3.       [verzoeker] en anderen wonen aan de Buurserstraat in Haaksbergen tegenover het perceel waar de ruimte-voor-ruimtewoning is mogelijk gemaakt. Zij vrezen dat de bouw van deze nieuwe woning leidt tot een aantasting van de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden van het plangebied en de omgeving.

[partij] is eigenaar van de gronden waar de ruimte-voor-ruimtewoning wordt gerealiseerd.

Spoedeisend belang

4.       Het bestemmingsplan is in werking getreden, omdat het verzoek om voorlopige voorziening is ingediend buiten de beroepstermijn. Op basis van het in werking getreden bestemmingsplan heeft het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen (hierna: het college) op 1 maart 2022 aan [partij] een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de ruimte-voor-ruimtewoning. Gelet op deze verleende omgevingsvergunning is sprake van spoedeisend belang.

Inhoudelijk

5.       [verzoeker] en anderen betogen onder meer dat bij het mogelijk maken van de ruimte-voor-ruimtewoning onjuiste toepassing is gegeven aan het Rood voor Rood beleid.

Zo kan volgens [verzoeker] en anderen op basis van de regels die zijn opgenomen in dit beleid, de ruimte-voor-ruimtewoning uitsluitend worden mogelijk gemaakt indien op de slooplocatie de bedrijfsvoering volledig is beëindigd. Aan deze voorwaarde wordt volgens hen niet voldaan, omdat op de slooplocatie [locatie 1]-[locatie 2] het aannemersbedrijf, dat in het vorige plan uitsluitend als nevenactiviteit bij de agrarische bedrijfsvoering was toegestaan, als zelfstandige bedrijfsactiviteit mag worden voortgezet. Het Rood voor Rood beleid vereist volgens hen dat alle bedrijfsactiviteiten, waaronder ook de nevenactiviteiten, worden beëindigd om op de slooplocatie de ruimtelijke kwaliteitsverbetering te bereiken die met dit beleid is beoogd. Zij betogen in dit verband dat het Rood voor Rood beleid ook vereist dat alle bebouwing op de slooplocatie wordt gesloopt, met uitzondering van maximaal 150 m2 aan bijgebouwen, om een ruimte-voor-ruimtewoning mogelijk te kunnen maken. Aan dit vereiste wordt volgens hen evenmin voldaan, omdat op de slooplocatie 600 m2 aan bedrijfsbebouwing behouden blijft ten behoeve van het aannemersbedrijf.

Daarnaast betogen [verzoeker] en anderen dat het Rood voor Rood beleid vereist dat de ruimte-voor-ruimtewoning wordt gerealiseerd op de slooplocatie of de direct aangrenzende gronden. Indien dit vanuit ruimtelijk- of milieuoogpunt niet mogelijk is, vereist het Rood voor Rood beleid volgens hen dat wordt gezocht naar een locatie in twee daartoe aangewezen zoekgebieden: de Wissinkbrink en de Veldmaat. Ook aan deze voorwaarden wordt volgens [verzoeker] en anderen niet voldaan. Zo bieden zowel de slooplocatie als de zoekgebieden Wissinkbrink en Veldmaat mogelijkheden om de ruimte-voor-ruimtewoning te realiseren, aldus [verzoeker] en anderen. Ook om die reden had volgens hen niet gekozen mogen worden voor de locatie aan de Kalkovenweg.

5.1.    Het Rood voor Rood beleid bevat voorwaarden om een ruimte-voor-ruimtewoning mogelijk te maken. Over de slooplocatie zijn onder meer de volgende voorwaarden opgenomen:

"(…)

- Alle bebouwing op het erf met uitzondering van de (bedrijfs)woning of karakteristieke, beeldbepalende en cultuurhistorische bebouwing maar inclusief alle verhardingen, sleufsilo’s en dergelijke dienen gesloopt te worden.

(…)

- Op de slooplocatie blijft maximaal 150 m2 aan bijgebouwen gehandhaafd. Uitzondering hierop is wanneer er karakteristieke, beeldbepalende of cultuurhistorische bebouwing aanwezig is.

(…)"

Over de bouwlocatie zijn in het Rood voor Rood beleid onder meer de volgende voorwaarden opgenomen:

"- De toegekende kavel van maximaal 1.000 m2 wordt op de slooplocatie of direct aangrenzende gronden gerealiseerd.

- Wanneer het vanuit ruimtelijk- of milieuoogpunt niet mogelijk is om op de slooplocatie terug te bouwen kan er worden gezocht naar een locatie in twee daartoe aangewezen gebieden, te weten de Wissinkbrink en de Veldmaat, tussen de huidige kern en de Noordsingel (zie bijlage voor begrenzing).

(…)"

In de overige voorwaarden van het Rood voor Rood beleid is bepaald:

"De (agrarische) bedrijfsvoering dient volledig beëindigd te worden of beëindigd te zijn en alle omgevingsvergunningen ten behoeve van milieu of bouw worden ingetrokken.

(…)"

Het Rood voor Rood beleid bevat een mogelijkheid om maatwerk toe te passen. Deze maatwerkoptie luidt als volgt: "In sommige gevallen kan maatwerk worden geleverd. Het kan voorkomen dat de beschreven beleidsregels niet voldoende ruimte bieden om een gewenste ontwikkeling, waarbij een milieutechnisch of ruimtelijk probleem wordt opgelost, mogelijk te maken. Betreffende gevallen waarbij de ontwikkeling wel gewenst is, worden vooraf middels een startnotitie (buiten vastgesteld beleidskader), ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad."

5.2.    In het bestemmingsplan dat in deze procedure voorligt, is de voormalige agrarische bedrijfslocatie [locatie 1]-[locatie 2] als volgt bestemd. Aan de voormalige bedrijfswoning aan de [locatie 2] is de bestemming "Wonen" toegekend. De locatie [locatie 1] is bestemd als "Bedrijf", welke bestemming onder meer een aannemersbedrijf toestaat. De oppervlakte van dit aannemersbedrijf mag op grond van artikel 5.1, onder c, van de planregels maximaal 600 m2, exclusief bedrijfswoning met bijgebouwen, bedragen.

De vraag in hoeverre met deze bestemmingen op de slooplocatie wordt voldaan aan de voorwaarden uit het Rood voor Rood beleid, waaronder de voorwaarden dat de (agrarische) bedrijfsvoering volledig dient te worden beëindigd en dat alle bebouwing op het erf, met uitzondering van 150 m2 aan bijgebouwen, dient te worden gesloopt, vergt nader onderzoek in de bodemprocedure. Dat geldt ook voor de vraag of het mogelijk maken van de ruimte-voor-ruimtewoning op andere gronden dan de slooplocatie en  buiten de daartoe aangewezen zoekgebieden de Wissinkbrink en de Veldmaat past binnen het Rood voor Rood beleid. De voorzieningenrechter zal daarom niet nader op de beroepsgronden over het Rood voor Rood beleid en de overige beroepsgronden van [verzoeker] en anderen ingaan, maar aan de hand van een belangenafweging op het verzoek beslissen.

5.3.    De voorzieningenrechter is van oordeel dat de belangen van [verzoeker] en anderen bij een schorsing van het plan wat betreft de aan de Kalkovenweg mogelijk gemaakte ruimte-voor-ruimtewoning in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van [partij] bij het voorkomen van een verdere vertraging bij de bouw van deze woning. Ter onderbouwing wijst de voorzieningenrechter erop dat een afwijzing van het verzoek om voorlopige voorziening onomkeerbare gevolgen zal hebben. Op 1 maart 2022 is namelijk een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van de ruimte-voor-ruimtewoning. De verwachting bestaat dat het college een besluit op bezwaar zal hebben genomen op het daartegen door [verzoeker] en anderen nog in te dienen bezwaarschrift voordat de Afdeling in de bodemprocedure op onder meer het beroep van [verzoeker] en anderen zal hebben beslist. Als het bestemmingsplan in werking is op het moment dat het college beslist op het bezwaar tegen de verleende omgevingsvergunning, dan vormt dit bestemmingsplan daarbij het toetsingskader als het niet is geschorst. Een mogelijke latere vernietiging van dat bestemmingsplan door de Afdeling in de bodemprocedure kan daaraan dan niet meer afdoen (zie de zogenoemde Tegelen-jurisprudentie, die onder meer is neergelegd in de uitspraak van 12 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP0510). Vanwege deze omstandigheden en de omstandigheid dat het belang van [partij] uitsluitend is gelegen in het voorkomen van een verdere vertraging bij de bouw van zijn woning, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het verzoek moet worden toegewezen om te voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat voor het oordeel van de Afdeling in de bodemprocedure.

Conclusie en proceskosten

6.       De voorzieningenrechter ziet derhalve aanleiding om het besluit van 29 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan te schorsen, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel op de hoek van de Kalkovenweg en de Buurserstraat in Haaksbergen.

7.       De raad moet de proceskosten van [verzoeker] en anderen vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Haaksbergen van 29 september 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening Kalkovenweg ongenummerd en [locatie 1]-[locatie 2]", voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen" voor het perceel op de hoek van de Kalkovenweg en de Buurserstraat in Haaksbergen;

II.       veroordeelt de raad van de gemeente Haaksbergen tot vergoeding van bij [verzoeker] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.590,66, waarvan € 1.518,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

III.      gelast dat de raad van de gemeente Haaksbergen aan [verzoeker] en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. F.C. van Zuijlen, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen   De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 23 maart 2022

810