Ga naar de inhoud
(naar homepage)
lees voor
Direct naar
  • en (Information in English)
  • de (Deutsche Informationen)
  • fr (Informations en français)
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
  • Actueel
    • Nieuws
    • Zittingsagenda
    • Persagenda
    • Evenementen
    • Piet Hein Donner Scriptieprijs
  • Adviezen
  • Uitspraken
  • Publicaties
    • Brochures
    • Studies en onderzoeken
    • Regelingen
    • Consultaties
    • Jaarverslagen
    • Toespraken vice-president
  • Over ons
    • Raad van State in het kort
    • Organisatie
    • Advisering
    • Bestuursrechtspraak
    • Begrotingstoezicht
    • Toetsing Klimaatwet
    • Geschiedenis
    • Raad van State in beeld
  • Zoeken
  • en
  • de
  • fr
  • contact
  • pers
  • werken bij
  • app
Zoeken

  1. Home ›
  2. Uitspraken

Uitspraken

De Afdeling bestuursrechtspraak toetst of de overheid het recht goed heeft toegepast bij het nemen van een besluit. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.


aantal resultaten: 120.157
aantal resultaten per pagina

Toon overzicht van de actuele uitspraken:

  • Hoofdzaken
  • Voorlopige voorzieningen
  • Interessant voor de media

202100629/2/R1

Bij besluit van 22 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam [verzoeker] onder oplegging van een dwangsom gelast aan de achtergevel van de [locatie A] te verwijderen en verwijderd te houden: de afvoerpijp met installatiekast, inclusief bijbehorende bevestigingsmaterialen en de restanten van de reeds verwijderde afvoerpijp (het gedeelte dat nog uit het dak steekt). Indien niet binnen de daartoe gestelde termijn aan de last is voldaan, wordt een bedrag van € 5.000,00 verbeurd. [verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening omdat hij wil voorkomen dat hij het dwangsombedrag van € 5.000,00 moet betalen voordat een uitspraak is gedaan in de bodemprocedure op zijn hoger beroep. Ter zitting heeft hij, refererend naar de hoger beroepsgronden die hij op 19 februari 2021 bij de Afdeling heeft ingediend, zijn verzoek onderbouwd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:472
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100629/2/R1

202100881/2/V3

Bij besluit van 20 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:475
Datum uitspraak
8 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100881/2/V3

201904164/1/V3

Bij besluit van 15 februari 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:467
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak201904164/1/V3

202006207/2/V2

Bij besluit van 12 december 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de aan de vreemdeling verleende vergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:474
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202006207/2/V2

202101051/2/V2

Bij besluit van 6 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:476
Datum uitspraak
5 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101051/2/V2

202003504/2/V1

Bij besluit van 10 april 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:466
Datum uitspraak
4 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202003504/2/V1

202001061/2/R4

Bij besluit van 17 december 2019 heeft de raad van de gemeente West Betuwe het bestemmingsplan "Achterstraat achter 18-22 Beesd" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in de mogelijkheid om vier nieuwe woningen te realiseren met een bouwhoogte van 10 m. Het bouwvlak loopt tot aan de erfgrens. In het plangebied staat thans een bedrijfsgebouw. De initiatiefnemer [belanghebbende A] wil dat gebouw slopen om plaats te laten maken voor 4 appartementen. Inmiddels is een omgevingsvergunning aangevraagd. Op die aanvraag is nog niet beslist. [verzoeker A] en [verzoeker B] zijn het niet eens met de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij wonen naast het plangebied en hebben op hun perceel ook een geluidsverhuurbedrijf. Om te voorkomen dat een omgevingsvergunning wordt verleend op grond van het vastgestelde bestemmingsplan, hebben zij een verzoek ingediend om het bestemmingsplan hangende de bodemprocedure te schorsen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:426
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202001061/2/R4

202001901/1/V1

Bij besluit van 1 april 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:425
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202001901/1/V1

202004960/1/V1

Bij besluit van 18 maart 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:424
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202004960/1/V1

202005467/1/A2 en 202005467/4/A2

Bij besluit van 9 december 2019 heeft de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen de uitslag van het onderzoek naar de rijgeschiktheid en dat zijn rijbewijs ongeldig blijft aan [appellant] meegedeeld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:409
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Wegenverkeerswet
  • uitspraakin de zaak202005467/1/A2 en 202005467/4/A2

202101229/2/V2

Bij besluit van 8 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:423
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101229/2/V2

202101402/2/V3

Bij besluit van 26 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:463
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101402/2/V3

201902555/1/R4

Bij besluit van 22 februari 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Cuijk aan [vergunninghouder] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer (oud) verleend voor een varkenshouderij aan de [locatie 1] te Beers. Op 2 februari 2010 heeft [vergunninghouder] een aanvraag om een revisievergunning ingediend voor de inrichting aan de [locatie 1] te Beers. De aanvraag is meerdere keren aangevuld en het college heeft drie keer een ontwerpbesluit ter inzage gelegd alvorens de gevraagde vergunning te verlenen. De aanvraag heeft onder meer betrekking op het wijzigen van de stalsystemen in de stallen 1 en 2 en een uitbreiding van het aantal dieren. Verder maakt het perceel aan de [locatie 2] te Beers niet langer deel uit van de inrichting. [appellant] woont aan de [locatie 2] te Beers en vreest dat de door hem ervaren overlast van het in werking zijn van de inrichting door de verleende vergunning wordt vergroot.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:443
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • Vee e.a. dieren
  • uitspraakin de zaak201902555/1/R4

201903821/2/R2

Bij tussenuitspraak van 5 februari 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:354, hierna: de tussenuitspraak), heeft de Afdeling de raad van de gemeente Wijk bij Duurstede opgedragen om binnen 16 weken na verzending van deze tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het besluit van 5 maart 2019 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Verzamelplan 2018", te herstellen, de Afdeling en [appellant] de uitkomst daarvan mede te delen en de wijziging van het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken en mede te delen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat het besluit van 5 maart 2019 een zorgvuldigheidsgebrek als bedoeld in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht bevat, nu het door de raad vastgestelde bouwvlak op het perceel [locatie] te Langbroek (hierna: het perceel), waar het gaat om de zijkanten ervan, niet de buitenste contouren van het bouwvlak volgt, waarvan wordt uitgegaan in het door [appellant] ingediende bouwplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:430
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Utrecht
  • uitspraakin de zaak201903821/2/R2

201904571/1/R3 en 201904677/1/R3

Bij besluit van 26 september 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen geweigerd om aan Ahold Europe Real Estate & Construction B.V., zijnde de rechtsvoorganger van de Stichting, omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de functie van de bebouwing en het aansluitende terrein op de percelen, kadastraal bekend gemeente Groningen, sectie B, nrs. 1533, 1053 en 1829, gelegen in het winkelgebied Sontplein te Groningen met grootschalige detailhandel. De Stichting wil op de locatie, naast perifere detailhandelsvestigingen (PDV), ook grootschalige detailhandelsvestigingen (GDV) realiseren met een totale bruto vloeroppervlakte (bvo) van 20.765 m2. Verder wil de Stichting op de locatie een zelfstandig horecabedrijf met een bruto vloeroppervlakte (bvo) van ongeveer 1.000 m2 en winkelondersteunende horeca ter grootte van in totaal ongeveer 500 m2 bvo te realiseren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:457
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201904571/1/R3 en 201904677/1/R3

201905323/1/R4

Bij besluit van 10 augustus 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht aan [appellant] een omgevingsvergunning verleend voor het vergroten van zijn woning op het perceel [locatie] te Utrecht door het verbouwen van de garage. [appellant] heeft een aanvraag ingediend om de aanbouw met garage naast zijn woning te verbouwen tot woonruimte. Blijkens de tekeningen bij de aanvraag worden in de aanbouw drie kamers, een wasruimte en een douche gerealiseerd. Op het perceel rust op grond van van het bestemmingsplan "Het Zand" onder meer de bestemming "Wonen - 1". [partij A] en [partij B] zijn omwonenden en hebben bezwaar gemaakt tegen de verlening van de omgevingsvergunning. Zij vrezen dat de leefbaarheid van de omgeving zal verslechteren, omdat [appellant] de met de verbouwing in de aanbouw aangebrachte kamers wil verhuren voor gebruik als onzelfstandige woonruimte.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:451
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905323/1/R4

201906447/1/A3

Bij besluit van 15 maart 2018 heeft de burgemeester van Tilburg een last onder dwangsom opgelegd strekkende tot het beëindigen en beëindigd houden van de overtreding van artikel 53a, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening van Tilburg. De raad van de gemeente Tilburg heeft op 19 december 2016 artikel 53a aan de APV toegevoegd. Dit artikel heeft als doel een onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat tegen te gaan. Daartoe geeft dit artikel de burgemeester de bevoegdheid om gebouwen en bedrijfsmatige activiteiten aan te wijzen waarvoor een vergunningplicht gaat gelden omdat in of rondom deze gebouwen of door de bedrijfsmatige activiteiten de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid in de gemeente onder druk staat. Op 21 februari 2017 heeft de burgemeester besloten om de autoverhuurbranche in Tilburg aan te wijzen als vergunningplichtig. Dit aanwijzingsbesluit is op 2 juni 2017 in werking getreden.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:461
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak201906447/1/A3
  • persberichtbij de uitspraak in de zaak201906447/1/A3

201906738/1/R3

In juli 2018 heeft [appellant] via de website van de gemeente Rotterdam een melding gedaan dat op het platte dak achter zijn appartement een derde afzuiginstallatie is geplaatst ten behoeve van de keuken van het restaurant dat onder zijn appartement is gevestigd. [appellant] heeft foto’s bij deze melding gevoegd. Op 10 september 2018 heeft [appellant] het college in gebreke gesteld, aangezien hij nog geen reactie had ontvangen op zijn melding, die hij kwalificeert als een verzoek om handhaving.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:446
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Overige
  • uitspraakin de zaak201906738/1/R3

201906887/2/A3

Bij tussenuitspraak van 11 november 2020 heeft de Afdeling de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgedragen om binnen 8 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van hetgeen daarin onder overweging 3.17 is overwogen het besluit van 8 juni 2018 te herstellen door dat alsnog deugdelijk te motiveren, dan wel een nieuw besluit te nemen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling in overweging 3.17 overwogen dat de minister heeft erkend dat ten onrechte geen cumulatietoets is verricht voor de Nederlandse en de Belgische garnalenvisserij. De minister stelt dat er wel een cumulatietoets is verricht in het kader van de aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor garnalenvisserij in onder meer de Westerschelde door vaartuigen die onder de Belgische vlag varen. De bevindingen van die cumulatietoets zijn neergelegd in het addendum van april 2018 bij de passende beoordeling voor die aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:427
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201906887/2/A3

201906893/2/A3

Bij tussenuitspraak van 11 november 2020 heeft de Afdeling de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgedragen om binnen 8 weken na de verzending van deze tussenuitspraak met inachtneming van wat daarin onder overweging 3.19 is overwogen het besluit van 8 juni 2018 te herstellen door dat alsnog deugdelijk te motiveren, dan wel een nieuw besluit te nemen. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling in overweging 3.19 overwogen dat de minister heeft erkend dat ten onrechte geen cumulatietoets is verricht voor de Nederlandse en de Belgische garnalenvisserij. De minister stelt dat er wel een cumulatietoets is verricht in het kader van de aanvraag om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor garnalenvisserij in onder meer de Westerschelde door vaartuigen die onder de Belgische vlag varen. De bevindingen van die cumulatietoets zijn neergelegd in het addendum van april 2018 bij de passende beoordeling voor die aanvraag.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:428
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201906893/2/A3

201907122/1/R4

Bij besluit van 21 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht geweigerd aan [appellant] een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een berging bij de woning aan de [locatie] te Vleuten. [appellant] woont sinds 2015 in de woning op het perceel. Op het perceel is in 2011 of 2012 een carport gebouwd. [appellant] heeft deze carport in 2016 verbouwd tot berging. Er zijn toen wanden geplaatst en de carport is aan de achterzijde verlengd en daarmee vergroot. Op 22 november 2017 heeft [appellant] voor de bouw van de berging een aanvraag ingediend om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Op het perceel geldt de beheersverordening "De Meern Noord, Maximapark, Vogelenbuurt, Wittevrouwen". Volgens het college is de berging in strijd met de beheersverordening.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:432
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201907122/1/R4

201907181/1/A2

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel een aanvraag van [appellant] om een tegemoetkoming in planschade afgewezen. In 2010 heeft de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel het bestemmingsplan Centrum Sint-Michielsgestel 2010 vastgesteld. [appellant] was ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan op 5 november 2010 eigenaar van de gebouwen met bijbehorende percelen aan [9 locaties] te Sint-Michielsgestel. In mei 2017 heeft hij het college verzocht om een tegemoetkoming in de planschade die hij in de vorm van een vermindering van de waarde van de onroerende zaken heeft geleden als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan. Volgens [appellant] heeft de planologische verandering geleid tot een beperking van de planologische mogelijkheden van de onroerende zaken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:437
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201907181/1/A2

201907888/1/A3

Bij besluit van 31 juli 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een aanvraag van [appellant] om afgifte van een Nederlands paspoort voor [persoon A], niet in behandeling genomen. [persoon A] is geboren op [geboortedatum] 2002. Toen hij werd geboren, was zijn moeder gehuwd met [persoon B]. Zijn moeder en [persoon B] bezitten niet de Nederlandse nationaliteit. [appellant] heeft wel de Nederlandse nationaliteit. Hij stelt dat hij [persoon A] in de Dominicaanse Republiek heeft erkend. Ter staving hiervan heeft hij een kopie van een met de hand ingevulde geboorteakte van [persoon A] van 4 december 2002 overgelegd (hierna: de geboorteakte), waarin staat dat [appellant] zijn vader is. Volgens [appellant] heeft [persoon A] door de erkenning de Nederlandse nationaliteit verkregen. Volgens de minister bezit [persoon A] niet de Nederlandse nationaliteit. Om die reden heeft hij de aanvraag om afgifte van een paspoort voor [persoon A] niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:441
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak201907888/1/A3

201908148/1/R2

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Leudal geweigerd aan Arbor Projecten B.V. een omgevingsvergunning te verlenen voor het realiseren van een zonneweide te Heythuysen. Tegen dit besluit heeft Arbor Projecten B.V. bezwaar gemaakt. Arbor projecten B.V. is eigenaar van een terrein, bestaande uit meerdere percelen aan onder meer de wegen "Aan het Broek", "Op de Geer", "Aan de Bergen" en "Roligt" in Heythuysen. Zij was van plan om op dit terrein een golfterrein te realiseren, maar omdat dit economisch niet rendabel bleek, heeft zij gezocht naar andere investeringsmogelijkheden. Op 20 juni 2018 heeft zij een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een zonneweide op het terrein. De aangevraagde zonneweide heeft een oppervlakte van ongeveer 40 ha en bestaat uit ongeveer 167.500 zonnepanelen met de bijbehorende voorzieningen, zoals transformatorhuisjes. De zonneweide zal volgens de aanvraag 25 jaren in gebruik zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:450
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201908148/1/R2

201908191/1/R3

Bij besluit van 20 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meppel aan Milieustraat Meppel B.V. een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat, voor zover hier van belang, op het perceel Hesselterlandweg 69 te Meppel binnen twee weken na dagtekening van deze brief het gebruik van de gronden over een breedte van 5 m vanuit de bouwperceelgrenzen voor opslagdoeleinden moet zijn beëindigd. Aan deze last is een dwangsom verbonden van € 10.000,00 ineens. Talen is eigenaar van Milieustraat Meppel B.V. en exploiteerde op het perceel een milieustraat. Volgens het college handelde Milieustraat Meppel B.V. in strijd met een aantal voor het bedrijf geldende regels. Het college heeft daarom meerdere lasten onder dwangsom opgelegd. Op de zitting is vastgesteld dat het geding zich in hoger beroep beperkt tot de vraag of de rechtbank terecht heeft geconcludeerd dat het college bevoegd was aan Milieustraat Meppel B.V. een last onder dwangsom van € 10.000,00 ineens op te leggen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:439
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908191/1/R3

201908658/2/R1

Bij tussenuitspraak van 5 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1879, heeft de Afdeling het college van burgemeester en wethouders van Haarlem opgedragen het geconstateerde gebrek in het besluit van 8 oktober 2019 te herstellen. In dat besluit heeft het college het bezwaar van [appellant] tegen het besluit van 14 juni 2019 tot vaststelling van het plaatsingsplan waarop locaties in de wijk Ter Kleefkwartier zijn aangewezen voor afvalcontainers ongegrond verklaard. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het college niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat de locatie bij Jan de Braystraat 10 geschikt is voor plaatsing van de gft-container en dat de alternatieve locaties die [appellant] heeft voorgesteld minder geschikt zijn. De Afdeling is op basis van de nadere motivering van het college en de zienswijze van [appellant] tot het oordeel gekomen dat het college niet in redelijkheid voor de locatie bij Jan de Braystraat 10 heeft kunnen kiezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:429
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Afval
  • uitspraakin de zaak201908658/2/R1

201908757/1/A3

Bij besluit van 11 mei 2017 heeft de burgemeester van Uithoorn een verzoek van [appellant] om een aantal documenten openbaar te maken, afgewezen. Op 28 april 2013 heeft [appellant] een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur ingediend tot afgifte van een onderzoeksrapport van Deloitte Forensic & Dispute Services en alle bijbehorende correspondentie en overige stukken. Bij besluit van 6 mei 2013 heeft de burgemeester dit verzoek afgewezen. Hiertegen heeft [appellant] geen bezwaar gemaakt. Op 6 oktober 2015 heeft [appellant] weer een Wob-verzoek ingediend om dezelfde stukken te verkrijgen. Op 1 februari 2017 heeft [appellant] de burgemeester weer verzocht om afgifte van het onderzoeksrapport en alle bijbehorende correspondentie. De burgemeester heeft dit verzoek weer afgewezen met toepassing van artikel 4:6, tweede lid, van de Awb.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:442
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201908757/1/A3

201908807/1/R3

Bij besluit van 24 september 2019 heeft de raad van de gemeente Hardenberg het bestemmingsplan "Buitengebied, herziening winterbed Vecht, deelgebieden Rheezermaten en Diffelen" vastgesteld. In 2007 is het programma Ruimte voor de Vecht gestart. Met dit programma wordt het Vechtdal ingericht tot een veilige, beleefbare en half natuurlijke rivier. In het tracé Hardenberg-Junne wordt ingezet op de ambitie om de Vecht om te vormen naar een halfnatuurlijke rivier. Om deze ambitie te bereiken zijn onder andere een aantal besluiten binnen de deelgebieden Rheezermaten en Karshoek-Stegeren vastgesteld. Deze besluiten zijn gecoördineerd behandeld. [appellant] en anderen wonen aan de Orionlaan, gelegen ten noorden van het gebied Rheezermaten. Zij komen op tegen het bestemmingsplan en het projectplan, voor zover deze plannen een wandelpad door de Rheezermaten en de kap van een deel van het bos in de Rheezermaten mogelijk maken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:454
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overijssel
  • uitspraakin de zaak201908807/1/R3

201908982/1/R1

Bij besluit van 18 april 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Het Zwarte Fietsenplan onder dreiging van verbeurte van een dwangsom gelast om het gebruik van de winkelruimte aan de Prins Henrikkade 11 te Amsterdam ten behoeve van fietsverhuur te staken en gestaakt te houden. Het Zwarte Fietsenplan exploiteert een bedrijf dat fietsen verkoopt, repareert en verhuurt. De fietsen worden onder meer aan toeristen verhuurd. Niet in geschil is dat met de fietsverhuur ongeveer 15% van de omzet wordt behaald. Volgens het college is de verhuur van fietsen aan toeristen in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Het college heeft daarom een last onder dwangsom opgelegd die inhoudt dat Het Zwarte Fietsenplan de overtreding van het bestemmingsplan beëindigt en beëindigd houdt. In dit geschil staat de vraag centraal of de fietsverhuur door Het Zwarte Fietsenplan in de winkel in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Postcodegebied 1012".

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:447
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201908982/1/R1

202000099/1/A3

Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft e burgemeester van Breda het door [appellant] aangevraagde paspoort geweigerd. De burgemeester heeft de aanvraag van [appellant] ter verkrijging van een paspoort bij besluit van 5 oktober 2018 afgewezen, omdat de minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel 25, derde lid, van de Paspoortwet op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn de gegevens van [appellant] heeft opgenomen in het Register Paspoortsignaleringen (hierna: het Register). De signalering is geplaatst in het Register vanwege een geconstateerde achterstand in betaling van een vordering ten bedrage van € 158.000,00.De burgemeester heeft de afwijzing van de aanvraag bij het besluit op bezwaar van 2 april 2019 gehandhaafd. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat een gegrond vermoeden bestaat dat [appellant] met een paspoort naar het buitenland zal verhuizen om zich aan zijn betalingsverplichting te onttrekken.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:459
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Paspoort
  • uitspraakin de zaak202000099/1/A3

202000306/1/R4

Bij besluit van 11 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rheden bekendgemaakt dat aan [vergunninghouder] van rechtswege een omgevingsvergunning is gegeven voor de realisering van een woning op het perceel [locatie 1] te Dieren. [vergunninghouder] woonde op het perceel [locatie 2] in Dieren. Zij was ten tijde van de besluiten eigenaar van het daarnaast gelegen perceel [locatie 1]. Op het perceel staat vanaf ongeveer 1991 een tuinhuis. Vast staat dat voor het tuinhuis geen vergunning is verleend. [vergunninghouder] heeft het tuinhuis vanaf 2011 verhuurd aan [appellant], die het tuinhuis gebruikte als woning. Op 25 september 2017 heeft [vergunninghouder] een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning op het perceel. De aanvraag heeft als doel het legaliseren van het tuinhuis en om dit te mogen vergroten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:455
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202000306/1/R4

202001174/1/R4

Bij besluit van 26 september 2017 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland een volgens hem door SUEZ verbeurde dwangsom van € 10.000,00 ingevorderd. SUEZ exploiteert een inrichting aan de Waalhavenweg 50 in Rotterdam voor het op- en overslaan, sorteren en bewerken van afvalstoffen met als doel zo veel mogelijk afval geschikt te maken voor hergebruik. Bij besluit van 16 juli 2009 heeft het college aan SUEZ een revisievergunning voor de inrichting verleend. Voorschrift 5.1.1 van deze vergunning luidt: "Buiten de inrichting mag geen geur afkomstig van de inrichting waarneembaar zijn." Op 27 juli 2018 heeft DCMR geconstateerd dat SUEZ zich niet aan de nieuwe last onder dwangsom heeft gehouden. Daarom heeft het college bij het besluit van 24 september 2018 een dwangsom van € 20.000,00 ingevorderd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:453
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001174/1/R4

202001318/1/A2

Bij besluit van 17 november 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen een aanvraag van MTM om een tegemoetkoming in planschade afgewezen, aan MTM een vergoeding van € 1.089,00 toegekend voor de in verband met de behandeling van de aanvraag redelijkerwijs gemaakte kosten van deskundige bijstand en bepaald dat het door MTM betaalde drempelbedrag van € 300,00 aan haar wordt gerestitueerd. In geschil is of tegemoetkoming in de door MTM geleden planschade voldoende anderszins is verzekerd en of vergoeding van de door MTM gestelde overige schade in deze procedure mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:436
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202001318/1/A2

202001514/1/R1

Bij besluit van 1 november 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam geweigerd Larsco een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van het pand aan de achterzijde van het perceel Rijnstraat 203, 205 en 211 in Amsterdam met een aanbouw voor ondersteunende horeca en een pergola met vlonder. Larsco drijft een detailhandelsonderneming "The Old Man". Deze onderneming is gevestigd aan de Rijnstraat 203, 205 en 211 in Amsterdam en richt zich op de verkoop van voornamelijk kleding voor "boardsports" met bijbehorende accessoires. Larsco wenst haar onderneming uit te breiden met ondersteunende horeca in een nieuwe aanbouw aan de achterzijde van de winkel ter vervanging van twee serres. Verder wil zij een vlonder met pergola met uitklapbare (zonne)schermen in de tuin bouwen ter verfraaiing van de tuin.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:449
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202001514/1/R1

202001542/1/A3

Bij besluit van 17 december 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvraag van [appellante] om een urgentieverklaring afgewezen. In 2005 is [appellante] haar sociale huurwoning kwijtgeraakt. Daarna heeft zij op kamers gewoond. Als gevolg van een ziekenhuisopname in 2012 is zij anderhalf jaar niet in staat geweest om te werken. Na haar herstel is zij door de economische crisis in Nederland, na een periode in de Ziektewet en enige tijd een werkeloosheidsuitkering te hebben gekregen, in de bijstand beland. Zij is in 2015 haar kamer kwijtgeraakt en sindsdien dakloos. [appellante] verblijft vanaf dat moment in opvanginstellingen en trekt sinds augustus 2016 door het hele land. Zij is ingeschreven in WoningNet per 19 juli 2008.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:448
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202001542/1/A3

202001650/1/A2

Bij besluit van 22 maart 2018 heeft het bestuur van de raad voor rechtsbijstand (hierna: de raad) een eerder aan [appellante] verleende toevoeging voor gesubsidieerde rechtsbijstand door [advocaat] met terugwerkende kracht ingetrokken. Rechtzoekenden van wie het inkomen en vermogen beneden een bepaalde grens liggen en die daarom de kosten van een advocaat niet zelf kunnen dragen, kunnen bij de raad een aanvraag indienen om een toevoeging voor door de overheid gesubsidieerde rechtsbijstand. De regels om in aanmerking te komen voor een toevoeging zijn neergelegd in de Wet op de rechtsbijstand. Daarnaast heeft de raad hiervoor beleid vastgesteld, neergelegd in zogenoemde werkinstructies. De raad heeft de toevoeging met terugwerkende kracht ingetrokken op grond van artikel 34g, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wrb. Het financiële resultaat van de afhandeling van de zaak waarvoor de toevoeging is verleend, is volgens de raad hoger dan 50% van het heffingvrij vermogen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:460
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Rechtsbijstand
  • uitspraakin de zaak202001650/1/A2

202001694/1/A3

Bij besluit van 4 maart 2020 heeft de burgemeester van Rotterdam aan [appellant] een huisverbod opgelegd voor de duur van tien dagen. De burgemeester heeft het huisverbod opgelegd naar aanleiding van een melding van een geweldsincident in de woning van [appellant] en zijn partner, waarbij kinderen aanwezig waren. De burgemeester heeft het huisverbod gebaseerd op een door een medewerker van de politie ingevuld Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld van 4 maart 2020. Hij heeft aan het huisverbod ten grondslag gelegd dat vaker sprake is geweest van geweld tussen [appellant] en zijn partner. de dag van het incident, 3 maart 2020, had de partner zich naar aanleiding van een woede-uitbarsting van [appellant] buitengesloten op het balkon omdat zij vreesde voor fysiek geweld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:440
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Huisverbod
  • uitspraakin de zaak202001694/1/A3

202002066/1/A3

Bij besluit van 9 oktober 2018 heeft het college het verzoek van [appellant] van 10 juli 2018 om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, toegewezen en documenten openbaar gemaakt. In datzelfde besluit heeft het college op artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming gebaseerde verzoeken van [appellant] van 10 juli 2018 en 3 september 2018, afgewezen. [appellant] werkte tot maart 2017 bij de gemeente Venlo als administratief medewerker. Hij werkte op inhuurbasis via [uitzendbureau]. [appellant] heeft in deze periode verschillende meldingen gedaan van vermoedens van misstanden. Het college heeft één van deze meldingen extern laten onderzoeken door Ernst & Young (hierna: EY). Op 19 mei 2016 en 28 juli 2016 heeft [appellant] waarschuwingen gekregen wegens uitlatingen die hij heeft gedaan. Per 1 april 2017 heeft de gemeente de inhuur van [appellant] voortijdig beëindigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:452
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002066/1/A3

202002110/2/A2

Bij besluit van 16 februari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad een aanvraag van [partij A] en [partij B] om tegemoetkoming in planschade afgewezen. [partij] is sinds 16 september 1977 eigenaar van de woning op het perceel [locatie 1] te Veghel. Hij heeft in februari 2017 een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend. Aan die aanvraag heeft hij ten grondslag gelegd dat de inwerkingtreding in juni 2015 van het bestemmingsplan Buitengebied herziening [locatie 2]-[locatie 3] het mogelijk heeft gemaakt om de afgebrande woonboerderij op het ten zuiden van de woning gelegen plangebied elders in het plangebied te herbouwen en dat dit tot waardevermindering van de woning heeft geleid. [appellant] heeft met de gemeente een overeenkomst gesloten, waarbij hij zich heeft verbonden eventuele door het college toe te kennen tegemoetkomingen in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het derde bestemmingsplan voor zijn rekening te nemen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:431
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak202002110/2/A2

202002442/1/R1

Bij besluit van 13 februari 2020 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "Klaprozenbuurt" vastgesteld. Het plangebied is gelegen in Amsterdam tussen de bestaande woonwijken Banne en Bloemenbuurt van Amsterdam-Noord en de ontwikkelgebieden Buiksloterham en NDSM-werf aan de Noordelijke IJ-oever. Het plangebied is nu grotendeels een extensief gebruikt bedrijventerrein. Vanwege de grote vraag naar woningen in Amsterdam heeft het gemeentebestuur van Amsterdam de ambitie uitgesproken om de stad intensief te verdichten. [appellante sub 2] en Intergamma Bouwmarkten zijn gevestigd in het plangebied. Zij vrezen dat de in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte transformatie van het gebied nadelige gevolgen zal hebben voor de bedrijfsactiviteiten. [appellant sub 1] en [appellant sub 3] en anderen wonen in woonboten aan de Buiksloterdijk en Klaprozenweg ten westen van het plangebied. Zij kunnen zich niet verenigen met het plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:438
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202002442/1/R1

202002498/1/A3

Bij besluit van 6 juli 2018 heeft de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond een urgentieverklaring aan [appellant] verleend. [appellant] heeft op 23 mei 2018 een urgentieverklaring aangevraagd bij de SUWR in verband met fysieke en psychische klachten. [appellant] woont momenteel in een flatwoning op de tweede verdieping, zonder lift. Vanwege zijn klachten wil [appellant] in aanmerking komen voor een gelijkvloerse woning bereikbaar per lift of een woning op de begane grond. De GGD-arts heeft op 27 juni 2018 geadviseerd dat sprake is van een urgente situatie, waarbij het gebruik van de huidige woonruimte op medische gronden niet meer mogelijk is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:444
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202002498/1/A3

202002806/1/V6

Bij besluit van 5 november 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid [appellant] een boete opgelegd van € 6.000,00 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. Het door een arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW op ambtsbelofte opgemaakte boeterapport van 25 september 2018 houdt in dat arbeidsinspecteurs een controle hebben uitgevoerd in de onderneming van [appellant]. Hieruit is gebleken dat twee vreemdelingen afwaswerkzaamheden hebben verricht terwijl zij niet in het bezit waren van een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid en [appellant] ook niet beschikte over een tewerkstellingsvergunning. De arbeidsinspecteurs hebben twee overtredingen geconstateerd. Dit wordt door [appellant] niet betwist. De staatssecretaris heeft de boete met 25% gematigd, omdat [appellant] de vreemdelingen in de administratie heeft verantwoord en hun loon heeft betaald conform het vereiste van het wettelijk minimumloon.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:458
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202002806/1/V6

202003061/1/R4

Bij besluit van 14 juni 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen [appellant] op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van de Afvalstoffenverordening Sittard-Geleen 2016 aangewezen als inzamelaar van papier en karton, afkomstig van particuliere huishoudens. [appellant] houdt zich bezig met de inzameling van papier en karton.Het college kan op grond van artikel 3, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening 2016 een inzameldienst aanwijzen die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Op grond van artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, is het anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders. Het college heeft bij het besluit van 14 juni 2018, dat in bezwaar in stand is gebleven, [appellant] aangewezen als andere inzamelaar voor papier en karton.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:456
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • uitspraakin de zaak202003061/1/R4

202003124/1/A3

Bij besluit van 26 juni 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Weesp een verzoek van [appellant] om zijn in de basisregistratie personen (hierna: de brp) opgenomen persoonsgegevens te wijzigen, afgewezen. [appellant] is in 2013 in de brp ingeschreven als: [naam A], geboren op [geboortedatum] 1980 te Koko (Nigeria), met onbekende nationaliteit. Deze gegevens zijn ontleend aan een op 12 juni 2013 door [appellant] bij de gemeente Landgraaf onder ede afgelegde verklaring. Bij brief van 8 november 2018 heeft [appellant] het college verzocht zijn in de brp geregistreerde gegevens te wijzigen naar: [naam B], geboren op [geboortedatum] 1972 te Benin City (Nigeria), met Nigeriaanse nationaliteit. Bij het besluit van 26 juni 2019 heeft het college het verzoek afgewezen, omdat met de overgelegde documenten niet is aangetoond dat [appellant] en [naam B] dezelfde persoon zijn.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:435
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Basisregistratie
  • uitspraakin de zaak202003124/1/A3

202003285/1/A3

Bij besluit van 30 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam een bestuurlijke boete van € 20.500,00 aan [appellant] opgelegd vanwege het onttrekken van zijn woning aan de woonruimtevoorraad door deze te verhuren aan toeristen. [appellant] is eigenaar van de woning aan de [locatie 1] in Amsterdam. Toezichthouders van de gemeente hebben naar aanleiding van een anonieme melding over toeristische verhuur op 20 juni 2018 de woning bezocht. Daarbij hebben zij vier toeristen in de woning aangetroffen, die hebben verklaard dat zij de woning van 17 tot 23 juni 2018 via Airbnb huurden. Op basis van het door de toezichthouders hierover op ambtsbelofte opgestelde rapport van bevindingen van 20 juni 2018 heeft het college aan [appellant] een bestuurlijke boete van € 20.500,00 opgelegd voor het zonder vergunning onttrekken van de woning aan de woningvoorraad.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:434
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak202003285/1/A3

202003569/1/R1

Bij besluit van 31 maart 2020 heeft de raad van de gemeente Hoorn het bestemmingsplan "Bangert en Oosterpolder fase 3-oost en 4b" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied is grotendeels gelegen in het dorp Zwaag. De gemeente Hoorn is in 1990 begonnen met het ontwikkelen van de nieuwbouwwijk "Bangert en Oosterpolder". Het plan voorziet in de actualisatie van het planologische regime voor het gebied dat globaal begrensd wordt door de lintbebouwing aan de Dorpstraat aan de noordzijde, de Noorderdracht aan de oostzijde, de woningen aan de Bangert aan de zuidzijde en De Strip aan de westzijde. Voor het plangebied golden voorheen meerdere en verouderde bestemmings- en uitwerkingsplannen. Met het voorliggende plan wordt grotendeels de bestaande planologische situatie vastgelegd. [appellant] woont aan de [locatie 1]. Aan zijn perceel is de bestemming "Wonen" toegekend, op grond waarvan één woning op het perceel is toegestaan. [appellant] kan zich niet verenigen met dit plan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:433
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202003569/1/R1

202004506/1/A3

Bij besluit van 5 juni 2019 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] om een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft een aanvraag ingediend ter verkrijging van een VOG. Die VOG heeft hij aangevraagd om de door hem gewenste functie van taxichauffeur te kunnen vervullen. De minister heeft bij de beoordeling van de aanvraag van [appellant], de criteria gehanteerd die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018. Daarnaast heeft de minister het specifieke screeningsprofiel ‘taxibranche; chauffeurspas’ op de aanvraag toegepast. Omdat [appellant] binnen de terugkijktermijn is voorgekomen in het JDS, heeft de minister de gegevens van [appellant] zonder tijdsbeperking uit het JDS ontvangen. Hieruit is gebleken dat [appellant] in de periode van 2001 tot en met 2011 in aanraking is gekomen met justitie vanwege drugsdelicten, diefstallen, verkeersdelicten, fraude en vermogensdelicten.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:445
Datum uitspraak
3 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202004506/1/A3

201705443/1/V3

Bij besluit van 9 juni 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten (hierna: het terugkeerbesluit).

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:422
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak201705443/1/V3

202001845/1/V3

Bij besluit van 2 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:421
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202001845/1/V3

202006793/2/R3

Bij besluit van 13 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Wassenaar het bestemmingsplan "Wassenaar, Vreeburglaan" vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in 4 woningen aan de Vreeburglaan, op de hoek met het Van Gybelanthof, in Wassenaar. Op deze locatie staat nu een loods. [verzoeker] woont naast het plangebied, op een perceel aan de Kerkstraat. Hij kan zich niet verenigen met het plan, omdat hij de maximale bouwhoogte en het bouwvolume te massaal vindt, het plan leidt tot onaanvaardbare schaduwwerking op zijn perceel, ter plaatse van de nieuwe woningen onaanvaardbare geluidhinder zal optreden vanwege spelende kinderen bij de tegenover gelegen school en omdat niet in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:419
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006793/2/R3

202100964/2/V3

Bij besluit van 24 november 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:420
Datum uitspraak
2 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100964/2/V3

202006818/1/V1

Bij besluit van 13 september 2018 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard, bepaald dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd. De vreemdeling is afkomstig uit Guinee en heeft een asielaanvraag ingediend. Hij heeft hieraan ten grondslag gelegd dat hij sinds 2018 op de hoogte is van de omstandigheid dat zijn moeder in 2012 is vermoord door zijn oom en hij bij terugkeer vreest voor zijn oom. Ter onderbouwing van zijn relaas heeft hij een overlijdensakte van zijn moeder, gedateerd [datum], overgelegd met vertaling. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard, onder meer omdat de overlijdensakte volgens de verklaring van onderzoek van Bureau Documenten van [datum] met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet echt is en hij de overlijdensakte daarom niet als nieuw gebleken feit of veranderde omstandigheid aanmerkt.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:477
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006818/1/V1

202006925/2/R1

Bij besluit van 27 oktober 2020 heeft de raad van de gemeente Schagen het bestemmingsplan "Nieuwbouwlocatie Denneweg/Duinroosweg te Callantsoog" vastgesteld. Het plan voorziet in de ontwikkeling van vijf grondgebonden woningen en een appartementengebouw nabij de kruising van de Denneweg en de Duinroosweg, te Callantsoog. Aan de gronden zijn de bestemmingen "Wonen - Woongebouw", "Wonen", "Verkeer - Verblijfsgebied, "Groen" en "Water" toegekend. Het plangebied is momenteel in gebruik als groenstrook bestaande uit gras met een vijver in de westhoek. In de noordhoek van het plangebied bevindt zich een speelterrein en ten noordwesten en noordoosten loopt de Denneweg. Langs de zuidelijke hoek van het plangebied, aan de Duinroosweg, zijn vijftien parkeerplaatsen gesitueerd en bevindt zich het voetgangerspad Op Goeree, welke toegang verschaft tot de aan het plangebied grenzende woonblokken. Het ligt in de bedoeling dat het project wordt ontwikkeld door WoonCompagnie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:415
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak202006925/2/R1

202100322/2/V2

Bij besluit van 16 oktober 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:413
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202100322/2/V2

202002944/2/A2

[appellante] heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 6 april 2020 in zaak nr. 19/3253. De Belastingdienst/Toeslagen heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:414
Datum uitspraak
1 maart 2021
  • Geheimhoudingsbeslissing
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202002944/2/A2

202005188/2/R2

Bij besluit van 29 juni 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Strijperstraat tussen [locatie 1] en [locatie 2] Leende" vastgesteld. Het plan voorziet in het realiseren van een loods ten behoeve van het ter plaatse sinds 2010 gevestigde grondgebonden sierteeltbedrijf van [partij B], die elders woont. In het voorgaande plan was sprake van een agrarische bestemming zonder bebouwingsmogelijkheden. Een aantal omwonenden betwijfelt de noodzaak van een loods van deze omvang en hoogte voor de sierteelt van [partij B], waar die nu in de open lucht plaatsvindt. Zij betogen dat de voorziene loods leidt tot aantasting van hun woon- en leefklimaat in het bijzonder in de vorm van verlies van uitzicht en privacy. Ook vrezen zij dat het landelijk karakter van de omgeving wordt aangetast en dat zichtlijnen zullen verdwijnen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:407
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak202005188/2/R2

202006644/2/R3

Bij besluit van 30 november 2020 heeft de raad van de gemeente Zoetermeer het bestemmingsplan "Martin Luther Kinglaan" vastgesteld.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:408
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Zuid-Holland
  • uitspraakin de zaak202006644/2/R3

202100589/2/R4

Bij besluit van 10 december 2020 heeft de raad van de gemeente Ede het bestemmingsplan "Lunteren, Tuin van Euterpe (Dorpstraat 35)" vastgesteld. Het plan maakt onder meer mogelijk dat achter de woning van [verzoeker] een aantal seniorenwoningen kunnen worden gerealiseerd. [verzoeker] heeft verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om te voorkomen dat hangende de beroepsprocedure de bomen achter de woning van [verzoeker] worden gekapt en dat een omgevingsvergunning wordt verleend op grond van het vastgestelde bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:406
Datum uitspraak
26 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • RO - Gelderland
  • uitspraakin de zaak202100589/2/R4

202004521/1/V1

Bij besluit van 15 augustus 2016 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen om de vreemdelingen een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:404
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004521/1/V1

202004981/1/V1

Bij besluit van 19 februari 2018 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag om de vreemdeling een machtiging tot voorlopig verblijf te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:412
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004981/1/V1

202005564/1/V1

Bij besluit van 25 juli 2019 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:464
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005564/1/V1

202100741/2/A3

Bij besluit van 24 juni 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [verzoeker] een last onder dwangsom opgelegd, inhoudende dat het afmeren van het motorschip, type blusboot, ‘[naam]’, langszij het droogdok van Holding Scheepswerf Heerewaarden B.V. aan de Steeg 2 in Heerewaarden in de vaarweg of een gedeelte daarvan, wordt beëindigd en beëindigd wordt gehouden.Het verzoek van [verzoeker] strekt tot het schorsen van de aangevallen uitspraak en van de besluiten van 24 juni 2019 en 24 september 2019 tot de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure, zodat het vaartuig langszij het droogdok van de scheepswerf afgemeerd kan blijven liggen. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft bij uitspraak de besluiten geschorst. Dat betekent dat [verzoeker] na 2 maart 2021 geconfronteerd kan worden met dwangsommen als het vaartuig op deze locatie afgemeerd blijft liggen. [verzoeker] stelt dat het niet mogelijk is het vaartuig elders nabij de scheepswerf af te meren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:354
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202100741/2/A3

202100834/1/A3 en 202100834/2/A3

Bij besluit van 24 augustus 2020 heeft de minister voor Rechtsbescherming de aanvraag van [appellant] om een verklaring omtrent het gedrag afgewezen. [appellant] heeft een VOG aangevraagd voor de functie van support engineer. De minister heeft bij de beoordeling van de aanvraag de criteria toegepast die zijn neergelegd in de Beleidsregels VOG-NP-RP 2018. De minister heeft aan de afwijzing van de aanvraag van [appellant] ten grondslag gelegd dat uit het JDS blijkt dat hij op 28 november 2013 in eerste aanleg en op 10 juni 2014 in hoger beroep is veroordeeld voor het seksueel binnendringen van het lichaam van iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar, meermalen gepleegd, ontucht met misbruik van gezag, meermalen gepleegd, en twee gevallen van bezit en/of verspreiding van kinderpornografie, tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan twee jaar gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde zich te gedragen naar de aanwijzingen van de hulpverlenende instantie.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:353
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening / hoofdzaak
  • Verklaring omtrent gedrag
  • uitspraakin de zaak202100834/1/A3 en 202100834/2/A3

202101269/2/V3

Bij besluit van 27 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:403
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202101269/2/V3

202101283/2/V2

Bij besluiten van 10 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aanvragen van de vreemdelingen om hun een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:411
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101283/2/V2

202101285/2/V3

Bij besluit van 2 september 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:410
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101285/2/V3

202101290/2/V2

Bij besluit van 13 januari 2021 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:405
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101290/2/V2

202005348/2/R2 en 202005358/2/R2

Bij besluit van 7 januari 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder A] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 1] in Sint-Michielsgestel. Bij besluit van 26 november 2019 heeft het college van burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel aan [vergunninghouder B] een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijbehorend bouwwerk op het perceel [locatie 2] in Sint-Michielsgestel.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:402
Datum uitspraak
25 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak202005348/2/R2 en 202005358/2/R2

202004013/1/V2

Bij besluit van 6 mei 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:344
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202004013/1/V2

202004452/1/V1

Bij afzonderlijke besluiten van 26 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vastgesteld dat de vreemdeling nooit verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland heeft gehad en heeft de staatssecretaris zijn aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Vw 2000, waaruit een duurzaam verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan blijkt, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:465
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Vreemdelingenkamer - Overige
  • uitspraakin de zaak202004452/1/V1

202005408/1/V1

Bij besluit van 12 juli 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:356
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202005408/1/V1

202005543/1/V2

Bij besluit van 13 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:345
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005543/1/V2

202005804/1/V2

Bij besluit van 24 februari 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:346
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005804/1/V2

202005898/1/V2

Bij besluit van 31 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:347
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202005898/1/V2

202006633/2/V2

Bij besluit van 3 september 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:358
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202006633/2/V2

202007080/2/V3

Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:355
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Regulier
  • uitspraakin de zaak202007080/2/V3

202100804/2/V3

Bij besluit van 16 oktober 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:359
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202100804/2/V3

202101271/2/V2

Bij besluit van 11 december 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:401
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Voorlopige voorziening
  • Asiel
  • uitspraakin de zaak202101271/2/V2

201709331/1/R3

Bij besluit van 25 september 2017 heeft de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer het bestemmingsplan "Klaas Nieboerweg, bedrijventerreinen Foxhol" vastgesteld. Het plan voorziet in een regeling voor het woongebied van de Klaas Nieboerweg te Foxhol, het W.A. Scholtenterrein nabij Foxhol inclusief het deel W.A. Scholtenweg, het bedrijventerrein op het schiereiland ten noorden van Foxhol en het zogenoemde ‘Fikkers-terrein’, ten noordoosten van Foxhol. Avebe is exploitante van een bedrijf op het W.A. Scholtenterrein en is eigenaar van braakliggende en braakkomende gronden ter plaatse. Avebe vreest als gevolg van het plan, met name doordat volgens Avebe haar geluidruimte wordt beperkt, te worden belemmerd in haar ontwikkelingsmogelijkheden en haar mogelijkheden om de braakliggende en braakkomende gronden te verkopen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:396
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Groningen
  • uitspraakin de zaak201709331/1/R3

201800156/1/R2

Bij besluit van 9 november 2017 heeft de raad van de gemeente Veere het bestemmingsplan "3e herziening bestemmingsplan Buitengebied" vastgesteld. Het plan is de derde herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied". Het plan vervangt een deel van de eerder geldende planregels, bestemmingen en aanduidingen en moet worden gelezen in samenhang met het oorspronkelijke bestemmingsplan "Buitengebied" en de eerste en tweede herziening daarvan. Met het herstelbesluit heeft de raad het plan gedeeltelijk gewijzigd. Een van de wijzigingen is dat de quota voor het aantal toegestane standplaatsen op kleinschalige kampeerterreinen en voor het aantal toegestane kleinschalige kampeerterreinen zijn verwijderd uit de wijzigingsregels in enkele planregels en dat de plantoelichting op dit punt is aangepast. Daarnaast zijn voor twee scoutingterreinen nadere regels toegevoegd en is de verbeelding daarvoor gedeeltelijk gewijzigd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:369
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak201800156/1/R2

201805998/2/R2

Bij besluit van 7 juni 2018 heeft de raad van de gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Gemengd gebied" vastgesteld. Over de beroepen van [appellant sub 3], [appellant sub 1], [appellant sub 4], [appellante sub 7] en anderen en [appellante sub 5] heeft de Afdeling onder 7 van de tussenuitspraak geoordeeld dat het besluit van 7 juni 2018 voor zover het betreft de vaststelling van de definitie van "bedrijf" in artikel 1.20 van de planregels niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en is vastgesteld. De Afdeling heeft hierover overwogen dat de raad zich in het verweerschrift op het standpunt heeft gesteld dat de definitie van bedrijf in artikel 1.20 van de planregels niet juist is geformuleerd en dat in zoverre sprake is van een omissie in het plan. De raad heeft zich in zoverre op een ander standpunt gesteld dan hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:394
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Brabant
  • uitspraakin de zaak201805998/2/R2

201901065/1/R2

Bij besluit van 21 december 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen aan Waddenwind B.V. een vergunning verleend op grond van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming voor het oprichten en in werking hebben van 21 windturbines op Windpark Oostpolder en de verwijdering van tien bestaande windturbines, waarvan negen aan de Kwelderweg en één aan de Oostpolderweg. De Oostpolder is een landbouwgebied dat grenst aan de zuidzijde van het bestaande haven- en industriegebied Eemshaven. Het gebied beslaat een oppervlakte van circa 620 ha. De nieuwe windturbines hebben een ashoogte van minimaal 135 m en maximaal 166 m, een rotordiameter van minimaal 125 m en maximaal 145 m, een tiphoogte van minimaal 198 m en maximaal 239 m en een vermogen per windturbine van ongeveer 4,5 MW. De vergunning is verleend voor de periode tot uiterlijk 30 november 2047.

Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Tussenuitspraak/bestuurlijke lus
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201901065/1/R2

201901141/1/R2

In het besluit van 5 april 2018 heeft het college van gedeputeerde staten van Limburg op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) het beheerplan "Groote Peel, Deurnsche Peel & Mariapeel" vastgesteld. Het beheerplan "Groote Peel, Deurnsche Peel & Mariapeel" heeft betrekking op de Natura 2000-gebieden "Groote Peel" en "Deurnsche Peel en Mariapeel". De gebieden liggen gedeeltelijk in Noord-Brabant en gedeeltelijk in Limburg. De Groote Peel is samen met de Deurnsche Peel en Mariapeel de zuidelijkste representant van de vlakke subatlantische hoogvenen, die elders en ook in de Peelregio door afgraving, ontginning en verveningen grotendeels zijn verdwenen. De Groote Peel wordt gekenmerkt door een complex van horsten en slenken. Het gebied kent daardoor een grote landschappelijke afwisseling van open vochtige en droge heideterreinen, pijpestrootjessavannen, struwelen en bosjes en moerassige laagten met veenputten en plaatselijk bossen en natte heide.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:361
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Natuurbescherming
  • uitspraakin de zaak201901141/1/R2

201903153/1/A3

Op 17 januari 2016 heeft [appellant] het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze verzocht de dwangsom vast te stellen die het heeft verbeurd door niet tijdig te voldoen aan de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 5 juni 2015, LEE 15/872. In deze zaak gaat het inhoudelijk om de vaststelling van de verbeurde dwangsom wegens het niet tijdig nemen van een besluit op een Wob-verzoek van [appellant] van 28 augustus 2014. De rechtbank Noord-Nederland had namelijk in de uitspraak van 5 juni 2015 het beroep wegens niet-tijdig beslissen op dat verzoek gegrond verklaard. Zij had het college opgedragen om binnen twee weken een besluit te nemen onder verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 4.200,00. Vast staat dat het college niet tijdig aan deze opdracht heeft voldaan en een dwangsom heeft verbeurd. Partijen verschillen van mening over de hoogte van de dwangsom.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:362
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201903153/1/A3

201903212/1/A2

Bij besluit van 1 mei 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellant] een nadeelcompensatie van € 15.900,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2016, toegekend. Bij besluit van 21 maart 2011 heeft de minister krachtens artikel 15, eerste lid, van de Tracéwet het tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere vastgesteld. Bij besluit van 14 september 2011 heeft de minister krachtens artikel 15b, eerste lid, van de Tracéwet het tracébesluit gewijzigd. Het tracébesluit is opnieuw gewijzigd bij besluit van 23 september 2014. [appellant] was vanaf 1 november 1990 eigenaar van perceel [locatie] te [plaats], gemeente Gooise Meren. Op het perceel staat een woning met bijgebouwen. [appellant] heeft het perceel inmiddels verkocht. [appellant] heeft verzocht om compensatie van schade ten gevolge van de tracébesluiten, omdat hierdoor volgens hem de waarde van zijn perceel is gedaald.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:377
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • Schadevergoeding
  • uitspraakin de zaak201903212/1/A2

201904885/1/R3

Op 21 november 2018 hebben [appellant A] en anderen het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo verzocht handhavend op te treden op de percelen Garmpoleiland [locatie 1] tot en met [locatie 2] te Eelderwolde. Ze willen dat het college handhavend optreedt tegen het in strijd met het bestemmingsplan realiseren van grondkeringen, terrassen en bomen op een strook van 3 meter van de tuinen aan de percelen. Het college heeft bij brief van 4 december 2018 de ontvangst van het handhavingsverzoek bevestigd. Daarnaast heeft het college in deze brief vermeld dat [appellant A] en anderen uiterlijk 30 juni 2019 een besluit op het handhavingsverzoek kunnen verwachten. Op 18 januari 2019 heeft [appellant A] het college in gebreke gesteld, omdat het college nog geen besluit op het handhavingsverzoek had genomen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:393
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Overige
  • uitspraakin de zaak201904885/1/R3

201905128/1/A3

Bij besluit van 13 juli 2018 heeft de staatssecretaris een verzoek van [appellant] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur om afschriften van vijftig documenten die betrekking hebben op de vuurwerkramp in Enschede gedeeltelijk afgewezen. [appellant] doet in zijn hoedanigheid als journalist onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede van 13 mei 2000. Hij heeft in zijn verzoek van 29 maart 2018 verzocht om een afschrift van vijftig stukken die in het jaar 2000 en daarna zijn opgesteld door het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De vijftig documenten heeft hij overgenomen uit de literatuurlijst van het proefschrift van T.F.M. Woeltjes, "Teamwork in het beleidsdepartement, De kwaliteit van beleidsontwikkeling in een groep", dat zij op 25 juni 2010 in het openbaar heeft verdedigd. In hoofdstuk 4 van het proefschrift is (met name) ingegaan op het groepsproces en de kwaliteit van beleidsontwikkeling rondom het thema vuurwerk voor en na de vuurwerkramp.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:399
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak201905128/1/A3

201905827/1/R1

Bij besluit van 28 december 2017 heeft het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Oost aan [appellant sub 1] een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen en vergroten van de voormalige Christus Koningkerk op de locatie James Wattstraat 56/58 in Amsterdam en het gebruik daarvan als hotel, theater met zaalverhuur en café met terras. De Christus Koningkerk is gebouwd in 1955 en is een gemeentelijk monument. Het bouwplan voorziet in een grote zaal met bijbehorende ruimtes voor theater en zalenverhuur, een grand café met bijbehorende ruimtes en terras en een driesterrenhotel met 77 kamers. De centrale ruimte op de begane grond van de kerk zal fungeren als grote zaal voor het theater. Ook worden door middel van een inpandige staalconstructie twee extra verdiepingen in de centrale ruimte van de kerk geplaatst.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:386
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201905827/1/R1

201905830/1/A3

Bij besluit van 13 november 2017 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan [appellant sub 2] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.500,00. Op 10 februari 2017 heeft bij [appellant sub 2] een arbeidsongeval plaatsgevonden waarbij bij een sinds 23 januari 2017 door [appellant sub 2] via een uitzendbureau ingehuurde werknemer een bedframe op het onderbeen is gevallen. Op het been van het slachtoffer is een zwelling ter grootte van een ei ontstaan. Op 15 februari 2017 heeft hij het letsel aan zijn teammanager laten zien. Deze heeft het slachtoffer aangeraden naar een dokter te gaan. Het slachtoffer heeft zich op 15 februari 2017 ziekgemeld. Hierna heeft hij niet meer voor [appellant sub 2] gewerkt. Op 15 maart 2017 is hij voor de duur van zes dagen in het ziekenhuis opgenomen. Bij de Inspectie SZW is op 16 maart 2017 door een derde melding gemaakt van het arbeidsongeval en de ziekenhuisopname.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:380
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Boete
  • uitspraakin de zaak201905830/1/A3

201906490/1/R3

Bij besluit van 18 juli 2016 heeft het college van burgemeester en wethouders van Achtkarspelen De 4 Elementen onder oplegging van een dwangsom gelast de overtreding op het perceel Groningerstreek 34B te Stroobos te beëindigen en beëindigd te houden. De 4 Elementen is gevestigd op de percelen Groningerstreek 34 en 35. Op deze percelen exploiteert zij een camping, een passantenhaven en een woon-, werk en- leervoorziening voor mensen vanaf 18 jaar met afstand tot de arbeidsmarkt. Volgens het college verricht De 4 Elementen in het multifunctionele gebouw horeca-activiteiten ten behoeve van andere personen dan gasten van de naastgelegen camping en cliënten van de sociale werkvoorziening. Het college stelt zich op het standpunt dat De 4 Elementen hierdoor handelt in strijd met het bestemmingsplan "Gerkesklooster - Stroobos". Het heeft besloten hiertegen handhavend op te treden. De 4 Elementen is het daar niet mee eens.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:360
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak201906490/1/R3

201906770/2/R1

Bij tussenuitspraak van 2 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2117, heeft de Afdeling de raad van de gemeente Gooise Meren opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 3 juli 2019 te herstellen. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak vastgesteld dat binnen de bestemming "Tuin" geen inrit of toegangsweg is toegestaan. De bedoeling van de raad was om wel een inrit en/of toegangsweg toe te staan binnen de bestemming "Tuin". Artikel 3, lid 3.1, van de planregels maakt dit echter niet mogelijk. De Afdeling acht het besluit op dit punt onzorgvuldig voorbereid.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:389
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - meervoudig
  • RO - Noord-Holland
  • uitspraakin de zaak201906770/2/R1

201906773/1/R4

Bij besluit van 19 december 2017 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bladel [appellante], onder oplegging van een dwangsom, gelast om de geluidgrenswaarden uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet meer te overtreden. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 3.000,00 per geconstateerde overtreding met een maximum van € 9.000,00. [appellante] is gelegen aan de [locatie] te Bladel. Het college heeft in 2014 verschillende geluidmetingen verricht en [appellante] op 24 juni 2014 in verband daarmee een voornemen tot oplegging van een last onder dwangsom toegezonden. Ook op 19 januari 2017 heeft het college aan [appellante] een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom wegens het overtreden van de geldende geluidgrenswaarden toegezonden. Beide keren heeft het college uiteindelijk geen last onder dwangsom opgelegd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:397
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • RO - Geluid
  • uitspraakin de zaak201906773/1/R4

201909343/1/R4

Bij besluit van 25 september 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Voorst aan Centre4Moods een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een vrijstaande vergaderruimte aan De Zanden 47A in Teuge. De vergaderruimte is inmiddels grotendeels gerealiseerd, behalve de dakbedekking, en wordt geëxploiteerd onder de naam "De Vergaderfabriek". Het gebouw staat op het voorerf van het ontbijthotel "De Slaapfabriek" en is, met uitzondering van het dak, ter plekke door een 3D-printer opgetrokken in beton. Volgens Centre4Moods is "De Vergaderfabriek" het eerste commerciële 3D-betongeprinte gebouw van Europa. [appellant sub 2] woont aan de overkant van de straat en verzet zich tegen de bouw en het gebruik van de vergaderruimte. Hij vreest overlast van het gebruik van "De Vergaderfabriek", met name doordat bezoekers volgens hem op de openbare weg voor zijn perceel zullen parkeren.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:370
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Bouwen
  • uitspraakin de zaak201909343/1/R4

202000046/1/R1

Bij besluit van 15 augustus 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Veere het verzoek van de stichting om handhavend op te treden tegen het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de woning en het bijgebouw op het perceel Schelpweg 22 te Domburg (hierna: het perceel) voor bed & breakfast activiteiten afgewezen. De stichting komt op voor de bewonersbelangen in de kom Domburg. Het perceel is gelegen in de kom Domburg. De stichting heeft het college verzocht handhavend op te treden tegen het gebruik van de woning en het bijgebouw op het perceel voor bed & breakfast activiteiten. Dit gebruik is volgens haar in strijd met de aan deze gronden toegekende bestemming "Wonen" als bedoeld in het bestemmingsplan "Kom Domburg", dat is vastgesteld op 15 december 2011. Het college heeft zich in het besluit van 15 augustus 2018 op het standpunt gesteld dat het gebruik van het perceel in overeenstemming is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:384
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • Project strijd bestemmingsplan
  • uitspraakin de zaak202000046/1/R1

202000071/1/A3

Bij besluit van 8 maart 2019 heeft de burgemeester van Waddinxveen een aanvraag van [appellant sub 2] om verlening van een exploitatievergunning afgewezen. [appellant sub 2] heeft de burgemeester op grond van artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Waddinxveen 2009 verzocht om een vergunning te verlenen voor de exploitatie van [lunchroom]. Bij die aanvraag heeft zij een Verklaring Omtrent het Gedrag gevoegd en heeft zij een vragenformulier op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur moeten invullen. Dat formulier heeft zij in mei 2018 ingevuld en ondertekend. Daarbij heeft zij verklaard dat formulier naar waarheid te hebben ingevuld. Tot het moment dat op de aanvraag was besloten, mocht [appellant sub 2] van de burgemeester bij wijze van coulance de lunchroom exploiteren. De burgemeester heeft de aanvraag voor een exploitatievergunning afgewezen, omdat [appellant sub 2] volgens hem in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:392
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Verordeningen
  • Wet Bibob
  • uitspraakin de zaak202000071/1/A3

202000497/1/A3

Bij besluit van 21 mei 2019 heeft de burgemeester van Waalwijk onder aanzegging van bestuursdwang het erf inclusief woonwagen en opstallen aan [locatie] te Waalwijk gesloten voor de duur van drie maanden krachtens artikel 13b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Opiumwet. Op 9 april 2019 heeft de politie het perceel aan de [locatie] te Waalwijk gecontroleerd. Daar is in een schuur een met houten schotten afgeschermde ruimte van 4,59 vierkante meter aangetroffen. In de ruimte zijn verschillende voorwerpen gevonden waarvan de politie het vermoeden heeft dat deze waren bestemd voor een hennepkwekerij. Het gaat om een schakelbord, een slakkenhuis, een koolstoffilter en zwart folie met hennepresten. Verder is in de woonwagen op het perceel een elektriciteitsmeter aangetroffen waarmee gefraudeerd werd, wat volgens de politie brandgevaar opleverde. De burgemeester heeft het perceel gesloten voor drie maanden naar aanleiding van wat de politie heeft geconstateerd.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:368
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202000497/1/A3

202000767/1/A3

Bij besluit van 20 december 2018 heeft de Stichting Autoriteit Financiële Markten het verzoek van [appellante] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur afgewezen. De AFM heeft in 2013 vastgesteld dat verschillende banken bij het adviseren over en het aangaan van rentederivaten de belangen van MKB-klanten onvoldoende in acht hebben genomen. Vervolgens bleken eind 2015 de herbeoordelingen door de banken ook onder de maat. Op advies van de AFM is daarom begin 2016 de zogenoemde Derivatencommissie, bestaande uit drie deskundigen, aangesteld om een herstelkader overeen te komen met de banken. De Derivatencommissie heeft vervolgens het "Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB" vastgesteld. In het Uniform Herstelkader is opgenomen dat de deelnemende banken een coulancevergoeding aanbieden aan de MKB-klanten die binnen het bereik van het Herstelkader vallen.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:391
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Openbaarheid
  • uitspraakin de zaak202000767/1/A3

202001225/1/R1

Bij besluit van 19 december 2019 heeft de raad van de gemeente Sluis het bestemmingsplan "Grote Beer Oostburg (Bunker)" gewijzigd vastgesteld. Het plangebied is gelegen aan de Grote Beer te Oostburg. Het omvat een bomenrijk perceel met een in de jaren ‘60 van de vorige eeuw gebouwde ondergrondse atoombunker met een omvang van ongeveer 400 m². De initiatiefnemer van het plan, [partij], is voornemens om bovenop de locatie van de atoombunker een woning te realiseren. Voorliggend plan maakt dit mogelijk.[appellanten sub 1] en [appellant sub 2] wonen in de directe omgeving van het plangebied. Zij kunnen zich niet met het plan verenigen, aangezien zij vrezen voor een aantasting van hun woon- en leefklimaat en de bestaande groenstructuur in hun woonwijk.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:385
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
  • RO - Zeeland
  • uitspraakin de zaak202001225/1/R1

202001329/1/A3

Bij besluit van 22 juni 2018 heeft de burgemeester van Heerlen gelast de woning aan de [locatie] te Hoensbroek voor een periode van zes maanden te sluiten. [appellant sub 2A] is eigenaar van de woning aan de [locatie] te Hoensbroek. Naar aanleiding van een melding door buurtbewoners heeft de politie op 30 mei 2018 een bezoek gebracht aan de woning. Niemand was aanwezig in de woning. In een slaapkamer op de eerste etage van de woning is een hennepkwekerij aangetroffen bestaande uit onder meer 165 planten in een henneptent, zes assimilatielampen, zes armaturen en knipbenodigdheden. Van de bevindingen is op ambtseed een rapportage opgemaakt. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de woning op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet voor zes maanden te sluiten, conform het Handhavingsbeleid drugs- en overige (woon)overlast van 15 mei 2017. De woning was gesloten van 19 juli 2018 tot 19 januari 2019.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:390
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001329/1/A3

202001660/1/R1

Bij besluit van 26 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn het verzoek van [appellant] en anderen om handhavend op te treden tegen bed & breakfast activiteiten in de woning op het perceel [locatie] te De Kwakel (hierna: de locatie) afgewezen. [partij] is eigenaar van de locatie waarop onder meer een vrijstaande woning is gelegen. [appellant] en anderen wonen in de nabijheid van de locatie en hebben bij brief van 8 augustus 2018 het college verzocht om handhaving. Volgens hen wordt in de woning in strijd met het geldende bestemmingsplan een bed & breakfast geëxploiteerd zonder dat [partij] beschikt over een omgevingsvergunning. Het college heeft zich in het besluit van 21 maart 2019 op het standpunt gesteld dat het gebruik van de woning in overeenstemming is met het bestemmingsplan.

ECLI
ECLI:NL:RVS:2021:382
Datum uitspraak
24 februari 2021
  • Hoger beroep
  • Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
  • uitspraakin de zaak202001660/1/R1
vorige pagina1...200201202...1.202volgende pagina

Facetten
Gepubliceerd
  • Uitspraken uit
Type uitspraak
Proceduresoort
Rechtsgebied
Bevat

Raad van State

De Raad van State is onafhankelijk adviseur van regering en parlement over wetgeving en bestuur en hoogste algemene bestuursrechter van het land.

  • Meer over ons
  • Vacatures

Contact

De Raad van State bevindt zich in het centrum van Den Haag. Wilt u in contact komen met ons of wilt u ons bezoeken voor een zitting?

  • Telefoon
  • Locatie en route
  • Post en e-mail
  • Digitaal procederen
  • Wet open overheid
  • Nieuwe zaak starten

Altijd op de hoogte

Ontvang ons nieuws via de abonnementenservice in uw mailbox. Op de hoogte gehouden worden over uitspraken die gedaan worden in bepaalde zaken? Meld u dan aan voor de e-mailservice. Of bekijk de voortgang van een bepaalde procedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

  • E-mailservice uitspraken
  • Voortgang procedure
  • Aanvragen oude uitspraken

Toegankelijkheid | Privacy | Cookiebeleid

Volg ons

  • Bluesky
  • LinkedIn
  • Instagram
  • Mastodon