Uitspraak 202201787/2/R1


Volledige tekst

202201787/2/R1.
Datum uitspraak: 26 april 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)) in het geding tussen:

Bond van Volkstuinders en Federatie van Amsterdamse Amateurtuinders, beide gevestigd te Amsterdam,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Ouder-Amstel,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 27 januari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "De Nieuwe Toekomst, fase 1" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Bond en Federatie beroep ingesteld.

Bond en Federatie hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 19 april 2022, waar zijn verschenen:

- Bond en Federatie, vertegenwoordigd door [gemachtigden],

- de raad, vertegenwoordigd door mr. B.J. Mulder, advocaat te Amsterdam, en T.M.A. Ruijs,

- AFC Ajax N.V., vertegenwoordigd door mr. T. Groot, advocaat te Amsterdam, en [gemachtigden].

Overwegingen

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

Inleiding

2.       Het plan maakt een herinrichting van het trainingscomplex De Toekomst van AFC Ajax mogelijk. De planbegrenzing volgt de begrenzing van het huidige trainingscomplex.

3.       Het plangebied is onderdeel van een groter gebied waarvoor de raad op 25 november 2021 de structuurvisie "De Nieuwe Kern" (hierna: de Structuurvisie) heeft vastgesteld. Dit gebied ligt tussen station Duivendrecht, de Johan Cruijff Arena, de A2 en het Amstel Business Park. Het voornemen bestaat om in dit gebied een nieuwe stadswijk te realiseren. Voor de Structuurvisie is het milieueffectrapport "De Nieuwe Kern", bestaande uit een hoofdrapport, een bijlagenrapport en een addendum (hierna: het MER) opgesteld, dat de raad eveneens op 25 november 2021 heeft vastgesteld.

4.       In het plangebied van de Structuurvisie liggen vier volkstuincomplexen. In de Structuurvisie is een deel van de nieuwe stadswijk voorzien op gronden die momenteel nog worden gebruikt als volkstuin.

Bond en Federatie komen - kort gezegd - op voor de belangen van de volkstuinders in het gebied. Zij kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen, omdat zij menen dat de nieuwe stadswijk op de gronden van het trainingscomplex gerealiseerd zou moeten worden en niet op de gronden die in gebruik zijn als volkstuin. Volgens hen is dit alternatief onvoldoende onder ogen gezien en maakt de herinrichting van het trainingscomplex op grondslag van het bestemmingsplan dit alternatief praktisch onmogelijk.

Het verzoek

5.       Bond en Federatie betogen dat de raad ten onrechte alleen een bestemmingsplan voor de gronden van het trainingscomplex heeft vastgesteld en niet voor De Nieuwe Kern als geheel. In de Structuurvisie wordt De Nieuwe Kern immers als samenhangend geheel beschouwd. Door de vaststelling van alleen een bestemmingsplan voor het trainingscomplex, is een integrale beoordeling van de toekomstige situatie in De Nieuwe Kern niet meer mogelijk. Een door Bond en Federatie bepleit alternatief is namelijk dat de voorziene woningbouw in De Nieuwe Kern wordt gerealiseerd op de gronden van het trainingscomplex, waarbij de volkstuinen behouden blijven. Volgens Bond en Federatie heeft dit alternatief aanmerkelijke voordelen uit een oogpunt van natuur en milieu en de geluidsituatie bij de nieuwe woningen. Ook de Commissie voor de milieueffectrapportage heeft in haar toetsingsadviezen over het MER geadviseerd om meer alternatieven en varianten te onderzoeken. Door dit plan nu vast te stellen, neemt de raad een voorschot op toekomstige besluitvorming over De Nieuwe Kern, aldus Bond en Federatie. Volgens hen misbruikt de raad daarmee de aan hem verleende bevoegdheid om bestemmingsplannen vast te stellen. Ook betogen zij dat hun belangen onvoldoende bij de vaststelling van het plan zijn betrokken en dat zij onevenredig door dit plan worden benadeeld. Daarbij wijzen Bond en Federatie erop dat dit plan voorziet in een nieuwe ontwikkeling. In het vorige bestemmingsplan "Strandvliet 1970" waren de gronden namelijk voor recreatieve doeleinden en niet voor sportdoeleinden bestemd. Gebruik en bebouwing zijn ook steeds met tijdelijke vergunningen mogelijk gemaakt. Volgens Bond en Federatie valt daarom niet in te zien dat vooruitlopend op de ontwikkelingen in De Nieuwe Kern het trainingscomplex in een bestemmingsplan gelegaliseerd moet worden. Met het verzoek willen Bond en Federatie voorkomen dat er ontwikkelingen in het gebied plaatsvinden die realisatie van het door hen bedoelde alternatief praktisch onmogelijk maken.

5.1.    De raad stelt dat een verplaatsing van het trainingscomplex al in een eerder stadium is onderzocht, maar dat de ruimte en financiële middelen ontbreken om dit te realiseren. Gronden met een vergelijkbare oppervlakte, bereikbaarheid en locatie nabij het stadion van AFC Ajax zijn niet beschikbaar. Zo is de onderzochte locatie op sportpark Strandvliet te klein en niet geschikt vanwege een spoorboog. AFC Ajax wil daarom op de huidige locatie haar trainingscomplex behouden. Daarbij wijst de raad erop dat AFC Ajax grondeigenaar is van de helft van het trainingscomplex en de andere helft in erfpacht is uitgegeven aan AFC Ajax door de gemeente Amsterdam. Zonder medewerking van grondeigenaren is een ander gebruik van de gronden ook financieel niet haalbaar.

De raad stelt voorts dat het trainingscomplex weliswaar in het plangebied van de Structuurvisie ligt, maar dat de herinrichting van het trainingscomplex ook in de Structuurvisie als een op zichzelf staande ontwikkeling wordt beschouwd. Omdat er momenteel actuele en definitieve plannen voor de herinrichting van het trainingscomplex bestaan en een ander gebruik van de gronden niet realistisch is, heeft de raad aanleiding gezien om de herinrichting van het trainingscomplex reeds met dit bestemmingsplan mogelijk te maken en eventuele toekomstige besluitvorming voor De Nieuwe Kern niet af te wachten.

5.2.    Bij de beoordeling van het verzoek stelt de voorzieningenrechter voorop dat Bond en Federatie zich met name tegen het plan verzetten vanwege een indirect gevolg van het plan. Zij willen immers slechts de mogelijkheid openhouden dat de gronden van het trainingscomplex worden betrokken bij een ontwikkeling van een nieuwe stadswijk in plaats van de gronden die worden gebruikt als volkstuin. Daartegenover staat het belang van AFC Ajax, die eigenaar en erfpachter is van het trainingscomplex en haar trainingsfaciliteiten wil moderniseren. Zij wil de onzekere toekomstige besluitvorming over een nieuwe stadswijk niet afwachten, nu verplaatsing voor haar geen realistisch scenario is. In het kader van deze voorlopige voorziening moet het belang van Bond en Federatie worden afgewogen tegen het belang van AFC Ajax, in aanmerking genomen ook algemene belangen. Bij deze beoordeling acht de voorzieningenrechter van belang dat de raad de voor- en nadelen van alternatieven in zijn afweging heeft betrokken en heeft gemotiveerd dat een verplaatsing van het trainingscomplex ruimtelijk en financieel niet realistisch is. Hetgeen Bond en Federatie hebben aangevoerd, geeft de voorzieningenrechter geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Desgevraagd hebben Bond en Federatie ook geen concrete alternatieve locaties genoemd die volgens hen geschikt zouden kunnen zijn voor het trainingscomplex en die door de raad ten onrechte buiten beschouwing zijn gelaten. Het hangt daarnaast van onzekere toekomstige besluitvorming af of een nieuwe stadswijk zal worden gerealiseerd en of het gebruik van gronden als volkstuin daarvoor op enig moment moet worden beëindigd. Tegen deze besluitvorming staat dan afzonderlijke rechtsbescherming open. Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter evenmin reden om de planbegrenzing in strijd met een goede ruimtelijke ordening te achten. Ervan uitgaande dat verplaatsing niet realistisch is, is de herinrichting van het trainingscomplex immers een op zichzelf staande ontwikkeling. De gronden liggen weliswaar in het plangebied van de Structuurvisie, maar zijn ook op grond van de Structuurvisie geen onderdeel van de nieuwe stadswijk. Uit het voorgaande volgt dat de raad zijn bevoegdheid om een bestemmingsplan vast te stellen niet heeft misbruikt. In hetgeen Bond en Federatie in zoverre hebben aangevoerd ziet de voorzieningenrechter, na afweging van de betrokken belangen, daarom geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen.

6.       Bond en Federatie hebben een aantal beroepsgronden over onder meer stikstof, verkeer, geluid en parkeren naar voren gebracht. De voorzieningenrechter ziet ook in deze gronden geen reden om een voorlopige voorziening te treffen. Naar deze aspecten is blijkens de plantoelichting en de daarbij behorende bijlagen onderzoek gedaan. Bond en Federatie hebben de inhoud en conclusies van deze onderzoeken niet betwist. Zij hebben evenmin geconcretiseerd dat zij, gegeven de conclusies in deze onderzoeken, wat betreft deze aspecten worden benadeeld door dit plan. Bovendien betwijfelt de voorzieningenrechter of Bond en Federatie zich ten aanzien van al deze aspecten beroepen op normen die strekken tot de bescherming van hun belangen, zodat deze beroepsgronden, gelet op het in artikel 8:69a van de Awb neergelegde relativiteitsvereiste, in de hoofdzaak mogelijk niet zullen kunnen leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.

Conclusie

7.       Gelet op wat hiervoor is overwogen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

8.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 26 april 2022

745