Uitspraak 202004950/1/R2


Volledige tekst

202004950/1/R2.
Datum uitspraak: 4 mei 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellante] en anderen, alle gevestigd, dan wel wonend te Schin op Geul, gemeente Valkenburg aan de Geul,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 6 juli 2020 heeft de raad besloten het bestemmingsplan "Partiële herziening BP Buitengebied 2012 - uitbreiding [appellante]" niet vast te stellen.

Tegen dit besluit hebben [appellante] en anderen beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Stichting Natuurlijk Geuldal, restaurant De Aw Geul en Briels en anderen hebben een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De raad, de stichting, De Aw Geul en Briels en anderen hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 april 2022, waar [appellante] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde A], bijgestaan door mr. O.H. Minjon, advocaat te Hoorn, en de raad, vertegenwoordigd door mr. J.L. Stoop, advocaat te Maastricht, zijn verschenen. Ook heeft J.W.L. Pluijmen namens de raad per videoverbinding deelgenomen.

Voorts zijn ter zitting De Aw Geul, vertegenwoordigd door [gemachtigde B] en [gemachtigde C], en de stichting, vertegenwoordigd door [gemachtigde D] en [gemachtigde E] als partij gehoord.

Overwegingen

1.       [appellante] exploiteert een familiecamping met 142 verblijfsplaatsen in Schin op Geul. Met het oog op de toekomst heeft de eigenaar van de camping een perceel grond (kadastraal bekend gemeente Schin op Geul, sectie C, nummer 199) aangekocht van 4.200 m2, grenzend aan het bestaande kampeerterrein. Op dit perceel bevindt zich een kersenboomgaard.

[appellante] heeft op 11 januari 2017 een (informeel) verzoek gedaan om de camping te mogen uitbreiden. Dit heeft geleid tot het ter inzage leggen van een ontwerpbestemmingsplan op 7 augustus 2019. Het ontwerpplan maakt een uitbreiding van de camping met 9 glamping accommodaties, een parkeerplaats voor 15 auto's en de jaarronde exploitatie van de camping mogelijk. Ook wordt voorzien in een landschappelijke inpassing van de camping en de uitbreiding. De raad heeft op 6 juli 2020 besloten het bestemmingsplan niet vast te stellen. [appellante] kan zich hier niet mee verenigen en heeft beroep ingesteld.

2.       De raad heeft om een aantal redenen geweigerd om mee te werken aan de vaststelling van het bestemmingsplan. Het plan maakt de uitbreiding van de camping met 9 glamping accommodaties mogelijk in een kersenboomgaard die op grond van provinciaal beleid is beschermd als ‘zilvergroene natuurzone’. Daarnaast zal de camping door de voorgestelde uitbreiding het naastgelegen restaurant en woning van de eigenaars daarvan grotendeels gaan omsluiten. De raad is van mening dat de voorgestelde uitbreiding de natuurwaarden in de kersenboomgaard en de zakelijke en privébelangen van de eigenaars van het restaurant onevenredig zal aantasten. Ook acht de raad de voorgestelde landschappelijke inpassing en groencompensatie onvoldoende om de aantasting van het uitzicht en de privacy van omwonenden te rechtvaardigen. Daarnaast heeft de raad meegewogen dat de gemeente Valkenburg aan de Geul weliswaar sterk op het toerisme is gericht, maar dat de balans te veel naar het toerisme dreigt door te slaan.

Verder is de raad, gelet op de hiervoor genoemde natuurbelangen, en ook acht slaand op de regels in de Wet natuurbescherming, niet overtuigd van de kwaliteit van de natuuronderzoeken, waarin is geconcludeerd dat vervolgonderzoek of een aanvraag van een ontheffing op basis van de Wet natuurbescherming niet nodig is. Tot slot is de raad van mening dat omwonenden onvoldoende bij de voorgenomen ontwikkeling zijn betrokken.

3.       [appellante] en anderen stellen dat de raad in de belangenafweging onvoldoende oog heeft gehad voor de maatregelen in het plan om te waarborgen dat de natuurwaarden in de kersenboomgaard en de belangen van de eigenaars van het restaurant en omwonenden niet of nauwelijks worden geschaad. Zij stellen dat de natuurwaarden afdoende worden beschermd door de planregels over de maximale bebouwingsmogelijkheden en voorwaardelijke verplichting. Het gaat maar om 9 nieuwe accommodaties. Ook bieden de dubbelbestemmingen "Waarde-Ecologie" en "Waarde-Landschapselement" voldoende waarborgen hiervoor. Daarnaast is extensief recreatief medegebruik op dit moment al mogelijk.

Over de zakelijke en privébelangen van de eigenaars van het naastgelegen restaurant stellen zij dat de landschappelijke inpassing van het plan en de locaties van de verblijfplaatsen in de uitbreiding voorkomen dat hun belangen onevenredig worden geschaad. In dit verband wijzen zij ook op het positieve advies aan de gemeente van de landschappelijke inpassing door de Stichting Kwaliteitscommissie Limburg. Ook wordt met deze landschappelijke inpassing voldoende rekening gehouden met de belangen van (andere) omwonenden.

4.       Het is aan de raad om het ruimtelijk beleid in hun gemeente vorm te geven. Bij het besluit over de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad  beleidsruimte en moet hij de betrokken belangen afwegen. De Afdeling maakt die belangenafweging niet zelf, maar beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden alleen of het besluit om het bestemmingsplan niet vast te stellen in overeenstemming is met het recht.

De raad heeft bij het maken van de afweging rekening gehouden met het provinciale beleid over natuurwaarden en heeft gekozen de nadelige gevolgen voor deze waarden zwaarder te laten wegen dan in de toelichting bij het ontwerpplan is gedaan. Hierbij acht de raad de status van het gebied als zilvergroene natuurzone die een ecologische verbinding met de goudgroene natuurzone vormt van belang. De raad heeft daarbij mogen oordelen dat het plan en de daarin aan de gronden gegeven dubbelbestemmingen de natuurwaarden onvoldoende beschermen. Weliswaar is recreatief medegebruik toegestaan, maar het realiseren van glamping accommodaties en de daarbij horende 15 parkeerplaatsen valt hier niet onder. Ook kon de raad de nadelige gevolgen voor de privé- en zakelijke belangen van de eigenaars van het restaurant zwaarder laten wegen dan [appellante] en anderen nodig achten.

Dat de Stichting Kwaliteitscommissie Limburg van oordeel is dat met de landschappelijke inpassing voldoende recht gedaan wordt aan de belangen van de eigenaars van het restaurant en omwonenden, bindt de raad niet. De raad moet en mag een eigen afweging maken en deze kan anders luiden dan de afweging van deze stichting. Tot slot mocht de raad in dit verband ook de bredere ontwikkeling van het toerisme in de gemeente betrekken bij de afweging. Het betoog van [appellante] en anderen slaagt niet.

5.       Omdat de raad op grond van het voorgaande reeds mocht oordelen dat de nadelige gevolgen van het plan mogen voorgaan boven de belangen van de camping bij het plan, zal de Afdeling de beroepsgronden over de soortenbescherming, stikstofberekening en de communicatie met omwonenden niet bespreken, omdat deze niet tot een ander oordeel kunnen leiden.

Conclusie

6.       Het beroep is ongegrond.

7.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzitter, en mr. J.M.L. Niederer en mr. J.J.W.P. van Gastel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Scheele, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen

Uitgesproken in het openbaar op 4 mei 2022

723-955